Abdijsiroop
Uw verkoudheid
De Ki
uizenaar van
Far-End.
19828
I.EIDSCH DAGBLAD, Woensdag 28 October
Tweede Blad.
Anno 1924,
BINNENLAND.
verergert met het uur en kan
ontaarden inborstaandoening
Wacht dus niet neem dadelijk
EERSTE KAMER.
FEUILLETON.
b
De postchèque- en girodienst.
IDe directeur-generaal der posterijen en
leerafie maakt bekend, dat voor de pcat-
■•eningen, behoorende tot de 8ste en 9de
iep, bedoeld in lid III, onder b. van
beschik King van den minister van water-
itid. 24 September (de nummers 70.0U0
89.999) de postchèque- en girodienst
der 'wordt opengesteld met ingang van 8
member
Naar wij vernemen, zegt „De Tel. zal
j Postchèque- en Girodienst Maandag 10
fovember weer in z$n vollen omvang in
erking zijn. Op het oogenblik zijn 70.000
leninghouders aangesloten. Op 3 Nov.
j. wordt dit aantal tot 90.000 verhoogd; op
[o November zal het restant, circa 113.000
den dienst kunnen worden betrokken. De
zeetour, do heer Lazonder, zeide, over het
irloop zeer tevreden te zijn. Alle posten
>rden vlot verwerkt en klachten zgln er
goed als niet. Komt een klacht binnen,
.n wordt zij denzelfden dag nog afgedaan,
fin verhouding tot het aantal heropende
jkeningen is de dienst nog niet zoo druk
s vroeger, maar de directeur vertrouwde,
it dit vanzelf in orde zal kom.-n. Wannepr
dienst goed blijft werken, zal het ver-
róuwen vanzelf terugkomen. 'Voorts zijn
groote instellingen, departementen en
iken, die öf hun boekhouding zoo hebben
iriebt, dat zij tot Januari nog buiten
Giro blijven, öf nog even de kat uit den
..tin willen kijken. Vooral tegen Januari
fordt een groote toeneming verwacht.
Vragen en antwoorden.
I Hel Eerstc-Karaer-lid Van Erabden heeft
jen minister van binnenlandsche zaken en
tndbouw, voorzitter van den ministerraad,
volgende vragen gesteld:
1. Heeft de minister kennis genomen van
Ie,' rapport der tijdelijke gemeengde com-
pissic van den Volkenbond, hetwelk dato
Juli 192-1 aan de leden van dien bond
i do gedelegeerden ter vergadering is toe
gezonden, en in het bijzonder van deel IV,
phcmische Krijgsvoering?
2. Zoo ja, heeft de minister opgemerkt,
Bat de daarin geciteerde deskundigen
Hayer, Angeli, Pfeiffer, Bordet, Gannoxi,
[Madsen, Paterno en Zanefcti, allen hooglee-
aar, heizij in de scheikunde, de physiolo-
ri«? of de bacteriologie kennelijk dezelf
den zijn die door ondergeteekende in de
[vergadering der Eerste Kamer van 23 April
[1921 geciteerd zijn?
3. Is het den minister bekend, dat deze
[gegevens een deel uitmaken van het uit
voerig materiaal, dat ondergeteekende toen-
Jitiaalv aan de Tegeering tevergeefs ter
Iinzage heeft aangeboden?
Ir. Hoeft de minister opgemerkt, dat dit
I deel IV van het rapport is opgesteld door
1 Lord Cecil, admiraal Smith, generaal De
IkWinus en kolonel Réquin en dat het vol-
IWmi de waarschuwingen van onderge-
Jteekenden bevestigt in zake de wreedheid
van den gassenoorlog, het onwerkbaar ma-
(lea van fabrieken, het aantasten, resp. uit
ten van gansche steden/de noodzake
lijkheid, de burgerbevolking van bescher-
fmlngsmiddelen te voorzien, e. d. m., voor
J welke laatste moeilijkheid het rapport le-
Ivens verklaart geen oplossing te kunnen
I geven?
5. Weet de minister, dat de 3de en 1de
F vergadering van den Volkenhond resoluties
[hebben aangenomen, waarin zij den Raad
en de tijdelijke gemengde commissie o. i.i.
t verzoeken, alle maatregelen te nemen,
I welke dienstig zijn om aan het verwachte
I rapport over de chemische krijgsvoering de
I minst mogelijke publiciteit te verschaffen
6. Heeft de minister opgemerkt, dat op
i'27 September 1921 de 5de vergadering van
den Volkenbond een resolutie heeft aange-
p nomen, welke uitspreekt, dat de vergade
ring, kennis genomen hebbende van het
f rapport nopens de waarschijnlijke uitwer-
f king der chemische ontdekkingen voor de
r krijgsvoering; overtuigd dat hun aanwen-
t ding een groot gevaar voor de beschaving
beduidt, en de volken herinnerend aan het
(desbetreffend traclaat van Washington van
12, „den raad verzoekt, zoo hij het op-
pporluun acht, het rapport van de lijdelijke
gemengde commissie te publiceeren en, zoo
noodig, de uitgave te bevorderen van voor
de massa bestemde geschriften, ten einde de
vreeselijke bedreiging duidelijk te maken, die
de volken boven het hoofd hangt, gegeven
de mogelijkheden van de chemische en bac
teriologische krijgsvoering?"
7. Is de minister op grond van een en
ander bereid, tot de uitvoering van dde
wenschen voor ons land al het zijne bij ït
dragen, door n.l. allereerst een Nederland-
sche vertaling van het deel „Chemische
krijgsvoering" ten spoedigste en voor een
j lagen prijs verkrijgbaar te stelten?
Op vragen van het Tweede Kamerlid
I Deckers betreffende verlenging van den
I 'tijd van openstelling voor de jacht op wilde
eenden heeft de minister van binnenland
sche zaken en landbouw geantwoord:
Het is ondergeteekende bekend, dat in de
maand Februari door middel van eenden
kooien een groot aantal wilde eenden wordt
gevangen.
Met het oog daarop is het niet onwaar
schijnlijk, dat door de bepaling, dat de jacht
op wilde eenden tot 1 Februari is openge
steld, een aantal houders van eendenkooien
nadeel zal ondervinden.
Ondergeteekende is bereid, een onderzoek
naar den omvang van dal nadeel in vs
stellen en le overwegen, in hoeverre in het
belang van houders van eendenkooien een
wijziging in zijn eenmaal aangaande de
opening en sluiting der jacht genomen be
slissing wenschelijk is.
Bond voor Staatspensionneering.
Het hoofdbestuur van den Bond voor
Staatspensionneering heeft een brief gericht
aan de besturen van den Vrijheidsbond,
Vrrzinnig-Democratischen Bond en S.D.A.P.
waarin de urgentie van premievrrj staats
pensioen voor allen, wier inkomen beneden
zekere grens blijft» wordt vastgesteld. Om
hiertoe te komen, zaf, aldus de brief, het
ouderdomspensioen moeten worden losge
maakt van de Invaliditeitswet» en voor hen,
die reeds premie hebben betaald in de vry-
willige of verplichte verzekering, dient het
i staatspensioen te worden verhoogd met een
I ouderdomsrente, berekend uit de gedane
I stortingen. Het stabiliseeren van het ouder-
I domspensioen is goen vermeerdering van
I uitgaven» doch slechts een verplaatsing. Het
staatspensioen moet, liefst iedere Week, 33n
de postkantoren verkrijgbaar woeden gesteld.
Aan genoemde partijen wordt de vraag
gesteld» of zjj een en ander beschouwen
j ook als een richtsnoer voor de Tweede
Kamerverkiezingen voor alle politieke par-
tijen van links.
Bl^kens het bepaalde in art. 104
I der Lager Onderwijswet heeft in het geval
dat een bijzondere school "bezocht wordt
aoor hinderen, die niet wonen in de ge
meente, waar die school is gevestigd, deze
gemeente aanspraak op een uitkering van
de gemeente, waarin de kinderen woonachtig
zjjn, in de kosten, die per leerling aan de
bijzondere scholen worden uitbetaald. Art.
104 bepaalt, dat do aanspraak op de liier-
bedoeld6 uitkeering vervalt, indien dezo
minder bedraagt dan de schoolgelden over
het voorgaande jaar verschuldigd voor de
kinderen uit buitengemeenten. De vraag is
gerezen hoe met betrekking tot de hier-
bedoelde uitkeering moet worden gehandeld,
indien het totaal bedrag van de verschul
digde schoolgelden van de buitenleerlingen
gelijk is aan de in art. 104 bedoelde
uitkeering of indien die uitkeering hooger
is dan het bedrag dier schoolgelaen. Om
trent deze vraag, welke onlangs aanleiding
gaf tot een gosch'l tusschei twee naburige
gemeenten» heeft de MnLter van Onderwas
uitspraak gedaan.
De Minister gaf te kennen, dat er voor
de regeering geen termen bestonden tot
vernietiging wegens strjjd met de wet of
het algemeen belang van een raadsbesluit»
waarbij op de krachtens art, 104 vast
gestelde opbrengst der verschuld gde school
gelden in mindering was gebracht. De
beslissing van den Minister steundo op de
overweging, dat het wettelijk beginsel van
verrekening van de vergoeding met het
schoolgeld, neergelegd in art. 101, in het
4e lid Van art. 104 in die mate tot uit
drukking komt, dat ook hier een wets
toepassing overeenkomstig de bedoeling van
den wetgever alleen wordt verkregen, in
dien met dat beginsel wordt rekening ge
houden en dat een dergelijke toepassing
bovendien leidt tot een billijke verdeeling
van de kosten van het onderwijs tusschen
de verschillende gemeenten onderling, zoo
dat zrj niet kan gezegd worden in strijd
te zijn met het algemeen belang.
Mr. R. J. H. Patijn te 's-Gravenhage
heeft, naar de „N. R. Ct meldt een be
noeming aanvaard, tot lid van de ,,Auf-
sichtsrat'' van de bank voor Duitsche In
dustrie-obligaties. De D.iwesrap porten leg
gen de Duitsche nijverheid een last van
5 milliard goudmark op. Bedoelde bank is
in hefc leven geroepen om hetgeen de in
dustrie daarvoor zal hebben op te brengen
te beheeren en liquide te maken. Van de
Aufsichtsrat van deze bank worden vier
leden benoemd door de niet Duitscho leden
van den General rat van de Duitsche Rijks
bank, drie door de commissie voor herstel
en zeven door de Duitsche regeering. Mr.
Patijn is met een Amerikaan, een Zwitser
en een Italiaan door dc eerstgenoemde
groep aangewezen.
De zetel der bank is te Berlijn.
In verband met de kwestie van herstel
ia aan mr. Patijn nog cco ander ambt op
gedragen. Een commissie van 9 personen,
bestaande uit vier geallieerden, vier Duifc-
schers en een neutralen voorzitter is ge-
gevormd, om dc kosten van de bezetting
van Rijnland vast te stellen Het voorzitter
schap van deze commissie was den heer
Patijn aangeboden.
Deze functie heeft mr. Patijn aangenomen
onder het voorbehoud, dat hij het recht zou
hebben haar onmiddellijk neer te leggen,
indien bleok, dat dit hem om eenige reden
gcwenscht voorkwam. Hij had eerst be
zwaar gemaakt, daar de inlichtingen die
men gaf omtrent aard en omvang van het
werk der commissie niet duidelijk genoeg
waren. Maar men stelde er prijs op de com
missie onmiddellijk te constitueeren, en
toen verklaarde mr. Patijn zich op verzoek
bereid, zijn keuze in ieder geval voorwaar
delijk te aanvaarden.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft omtrent het verzenden van diénst-
stukken nader ter kennis van gemeentebe
sturen gebracht, dat voorradig zijnd mate
rieel nog volgens do oude modellen mag
worden gebezigd tot 1 Juli 1925, zulks tei
besparing van kosten. De telling van door
een gemeentebestuur verzonden dienststuk-
ken, welke aanvankelijk was bepaald op
een week in Maart j.l., is thans bepaald
in dc week van 10 tot en met 15 November
aanstaande.
De Minister wijst er vports op, dat in
zijn vroeger rondschrijven werd gezegd, dat,
indien door een gemeentebestuur aan par
ticulieren inlichtingen of gegevens werden
gevraagd, uitsluitend noodig voor den
dienst, voor hun antwoorden gebruik kan
worden gemaakt van daartoe door het ge
meentebestuur verstrekte omslagen. Nim
mer beeft het in de bedoeling gelegen, deze
bevoegdheid ruim toe te laten. De minister
heeft thans bepaald, dat portvrije retour
zending met particulieren slechts mag plaats
hebben ten aanzien van de arbeidsbeurs,
brandweer, bevolkingsregister, dienstplicht
wet, dienst van maatschappelijk hulpbetoon
en werkeloosheidsverzekering.
Do Minister van Financiën brengt ter
algemeeno kennis, dat de ingetrokken ril-
verbons van f 2.50 (model 1915), alsmede
dc ingetrokken zilverbons van f 1 (model
1916), alsnog tot en met 31 December ter
inwisseling kunnen worden aangeboden ten
kantore van het Agentschap van het Mi
nisterie van Financiën te Amsterdam (Hoe
rendracht 34-1/46).
Uit het bovenstaande blijkt, dat de go-
logenheid tot inwisseling niet meer wordt
opengesteld ten aanzien van de ingetrokken
züverbons van f 1, f 2.50 en f 5 van den
ouden vorm (model I9i4), en dat op het
oogienblik nog alleen in omloop zijn de ail-
verbons van f l en f 2.50 van het nieuwBte
type. Van de laatstbedoelde zilverbonn,
welke dus niet behoeven fee worden inge
wisseld, dragen de bon9 van f1 de dagtee-
kening van 1 Februari 1920, terwijl de bons
van f 2.50 zijn gedagteckcnd 1 Juli 1918 of
later.
Bij Ministerieele beschikking is be
paald, dat het verspreiden van leotuur on
der militairen in militaire gebouwen en op
militaire terreinen en voorts in de rust van
militaire oefeningen alleen mag plaats vin
den met ver vanning van den betrokken
commandant.
De vergunningen tot het verspreiden van
geschriften als voren bedoeld worden alleen
gegeven, wanneer dc inhoud van die go-
schriften geen aanleiding zal geven tot wan
orde en rustverstoring, en voorts die in
houd niet strijdi? is met de krijgstucht,
met de goede zeden of met de bestaande
maatschappelijks orde.
De Minister van Arbeid heeft onder
bepaalde voorwaarden voor broodbakke
rijen in alle gci-vcnten, waarin ter viering
van den R.-K. i estdag van Allerheiligen
op Zaterdag 1 November geen arbeid wordt
verricht, voor don arbeid 30 en 31 Oct. af
wijking van bepalingen der Arbeidswet toe
gestaan.
Bij Miinjtcrieele beschikking is 6e-
paald, dat de practischa en theoretische
eischen voor de verschillende rangen be
neden dien van officier bij de vrijwillige
landstormkorpsen met bijzondere bestemming
niet gelijk zijn mnu die bij het leger, doch
dat voor de aanstelling tot bedoelde ran
gen de betrokken korpscomraandanten de
genen zullen voordragen, die zij, op grond
van hun werkkring en positie in de burger-
I maatschappij, hunne algemeene ontwikkeling
I en c.q. hun optreden bij oefeningen, geschikt
achten voor de door hen te vervullen be-
j trekking bij het korps.
Ingediend is een ontwerp van wet
I tot vaststelling van de begrooting van in-
komsten en uitgaven vau het Staatsbosch-
I bedrit voor het dienstjaar 1925.
Verwacht wordt, dat de gewone inkom
sten voor 1925 over het algemeen iets
hooger zullen zijn, dan .de raming voor
1924 aangeeft.
Het verliescijfer kon f 42.648 lager wor
den geraamd dan voor 1924.
Ln verband mei de oprichting van den
R.-K. Democratisch en Bond is, naar „De
Tijd" meldt, hot bestuur van den Algcmee-
nen Bond van R.-K. Rijkskieskcingorganisa-
lies in Nederland door den bondsvoorzitter
samengeroepen ter vergadering op Vrijdag
7 November a.s. le UtrecM ter bespreking
der houding door het Bondsbestuur in te ne
men tegenover de personen, die als lid der
R.-K. Staatspartij in die partij een actie
tegen die partij trachten te ontwikkelen.
Zondagmiddag is. meldil liet „Cen
trum", te Nijmegen een voortoopig comité
tot oprichting van een Nationale R.-K. Ver
eeniging lor bevordering van de internatio
nale vredesbeweging opgericht. Verschil
lende personen zullen nog worden aange
zocht. waarna men lot oprichting van een
Vereeniging hoopt te komen.
De Ethische Vereoniging hield gisteren
te Arnhem in Maison dc Bruyn haar alge
meene vergadering onder presidium van
professor dr. G. van der Leeuw, uit Gro
ningen.
Spreker herdacht de overledenen, do
heeren Van der Giessen, dr. H. T, Ober
man on jhr. dr. A. F. de Savornin Lohman.
Er zijn teekenen die er op wijzen, dat do
Ethische Bewering een nieuw tijdperk tego-
moet gaat.
Jaarverslag en financieel verslag worden
vastgesteld.
Als leden van het bestuur werden hei-ko
zen prof. dr. G van der Leeuw te Gronin
gen en mej. G. B. M. van Zwet te Rotter
dam.
Besproken werd daarna het verzoek tot
aansluiting bij de Vrijzinnige Centrale Het
hoofdbestuur raadde aansluiting af, vol
gens den voorzitter zou de vereeniging
hierdoor haar karakter loochenen. Zoowol
naar dezen kant als naar den anderen, recht-
schen kant, moet de vereeniging haar zelf
standigheid hoog houden.
Op voorstel van het bestuur werd ton
slotte besloten om een schrijven te richten
aan de centrale commissie voor het vrijzin^
nig Protestantisme, waarin wordt uitge
sproken dat de uitnoodiging tot toetreding
op hoogen prijs wordt gesteld, maar dat rij
dezr* tot haar leedwezen niet kan aanvaar
den, omdat wel is waar in de toelichting
op den naiC. Jer commissie, zooals die in
de uitnoodiging gegeven wordt, het begin
sel, dat de Ethische Verccnigdng het hare
noemt, naar zijn formeele rijde juist is
omsolireven als de vrijheid der godsdien
stige persoonlijkheid in wezen van Kerk eti
confessie maar anderzijds dit beginsel
geen recht gedaan wordt, wanneer dit fof-
meele alleen blijft staan, zonder dat het
drager is van en zin krijgt door een posi
tieven inhoud.
Zij meent, dat waar juist m dit onlos
makelijke van het verband tusschen vorm
en inhoud het wezenlijke van het ethisch
beginsel bestaat, dit de positie der ethi
sch en maakt t-ot een zelfstandige naast de
vrijzinnigen eenerzijds, gereformeerden en
confessioneelen anderzijds, en een samen
werking op principicelen grondslag, als be
doeld in de uitnoodiging, op den duur
vruchtbaar zou blijken en net dus boter is
voor die uitnoodiging te bedanken.
De 110 beJijdvjide leden tellende Goref.
Kerk van Ecliten (Fr.), waarvan de meeaten
kleine luiden, gaal een nieinvé kerk bou
wen, die f 20.000 kósten zaü en waarvan
men reeds uil eigen middelen f 11.000 bij
eenbracht.
De audiëntie van den Minister van Wa
terstaat" zal a.e. Vrijdag 31 dezer niet
plaats hebben, en die van den Minister van
Financiën 3 November a.s. niet.
RECLAME.
8758
(Zitting van gistoren).
Adres van antwoord.
Do VOORZITTER deelt mede, dat de
commissie tot aanbieding van het adres van
antwoord op de Troonrede op do gebruike
lijke wijze ten paleize is ontvangen en van
H.M. de Koningin een wederantwoord heeft
bekomen, dat reeds gedrukt aan de leden
is medegedeeld.
Ontslagname-Van Kol.
De VOORZITTER deolt mede, dat bericht
is ingekomen van den heer Van Kol, dat hij
bedankt voor bet lidmaatschap van deze
Kamer en dat hij de Kamer gaat verlaten.
De GRIFFIER doet voorlezing van het
van den heer Van Kol ingekomen schrijven,
waarin hij hartelijk dank brengt aan zijn
medeleden en den Voorzitter voor den aan-
genamen omgang gedurende dc periode van
zijn Kamerlidmaatschap.
De VOORZITTER zegt ongeveer het vol
gende: Naar aanleiding van de ontslagname
van den heer Van Kol zij het mij vergund
enkele woorden aan hem te wijden.
De heer Van Kol werd als ingenieur aan
de Polytechnische School te Delft opgeleid
en stelde na zijn benoeming zijn veelvuldige
gaven ter beschikking van Indië. Toen werd
hij gekozen tot lid der Tweede Kamer en in
1913 door de Prov. Staten van Friesland tot
lid van de Eerste Kamer benoemd. Als zoo
danig is hij, met onderbreking van slechts
door MARGARET PEDLER.
Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT.
[66)
Lady Arronby, die vóór haar huwelijk
^pleegster was geweest in oen Londensch
j j*°spilaal, herinnerde zich 't pleegkind van
I «aar ouden vriend zeer goed. Sara maakte
«tijd indruk, zelfs al kenden de menschen
[.haar maar heel weinig, en lady Arronby,
"i'-j haar van af haar eerste dagen in Barrow
Bekend had, .beantwoordde haar brief zón-
her aarzelen,
.,lk vind het heerlijk, dal u zich wilt aan
sluiten," had zij geschreven. „Al is u geen
ervaren verpleegster, or is voor vrouwen
van uw soort werk te over. Kom dus. Het zal
Jog een week of twee duren, eer wij onze
heele uilrusting klaar hebben, maar ik zei
er zooveel mogelijk spoed achter, dus houd
h Se reed om binnen een dag te kunnen ver
trekken."
Intusschen kwam Sara's eerste ontmoeting
f hiel de werkelijkheid van den oorlog in den
Wk* Jan enke*e haastige regels van Elisa-
hie haar schreef, dat majoor Durward
weer dienst had genomen en onmiddellijk
Fran!ariik 2011 gaan.
Ben rilling voer door Sara en zij voelde
steek in haar hart, die haar telkens en
kens de volgende- maanden weer zou tref-
Garth Trent de man, die® zij liefhad
kon geen deel hebban in dezen prachti-
menst van Engelands zonen voor Enge
land! Hel land had n-u moedige mannen die
versaagden, wanneer verslagen gelijk stond
me>t mislukking en nederlaag.
Zij had Garlh niet weergezien sinds den
dag, eeuwen en eeuwen scheen dat gele
den dal zij hem weggezonden had en hij
was heengegaan met de erkenning, dat haar
besluil gerechtvaardigd was.
Verder dan dat kon zij niet gaan. Zij zou
Elisabeth getrotseerd hebben, een heelc we
reld van booze longen getrotseerd hebben,
die hem beschuldigd-en. wanneer hijzelf zijn
schuld had ontkend. Maar hij had die niet
ku-nnoii ontkennen. Het was waar de
koude, officieel© waarheid, die ergens in de
documenten van haar land was vastgelegd,
dat de man, dien zij liefhad, wegens lafheid
uit d>en dienst ontslagen was.
Deze wetenschap verpletterde haar bijna
en zij vroeg zich soms verwonderd af, of er
een pijnlijker lijden bestond in al de men
schel ijbe ellende, dan dat van een vrouw,
wier trots en geloof in den man, dien zij
liefheeft, zoo diep in hel stof wordt neerge
haald.
Angst voor gevaar, scheiding, dood
zelfs waren daarmee niet te vergelijken.
Sara benijdde de vrouwen, wier mannen
op het veld van eer gevallen waren. Zij had
den len minste een schoon e herinnering, die
niets ooit kon bevlekken of wegnemenl
Soms dwaalden haar gedachten ongemerkt
naar Tim. Dit was nu zeker zijn kans, om
het juk, dat zijn moeder hem op de schou
ders had gelegd, af le werpen. Hij had haar
den laatslen tijd niet geschreven; maar zij
was overtuigd, dat zij het wel van Elisa
beth zou hebben gehoord, wanneer hij zich
als vrijwilliger had opgegeven. Zij begreep
zijn stilzwijgen en werkloosheid niet goed.
Den voirigeai winter op Barrow, toen zij eeni
samen de zaak van dienen of nlet-daenen
hadden besproken, was hij zoo'n enthusiast
voorstander geweest. Was het mogelijk, dat,
nu de gelegenheid zich voordeed, Tim maar
liefst ontwijken wilde? Maar die gedachte
werd bijna even gauw als zij opkwam, weer
verworpen en Sara werd rood van schaam
te, dat zij er zelfs maar een oogenblik aan
had kunnen denken, dat die gedachte m
haar was opgekomen; zij vond haar oorzaak
in haar geschokt geloof in den moed van
menschen
Er waren zooveel mannen in haar om
geving, die bereid waren tot de groote op
offering en-dit deed haar hel falen van dien
oenen man des te sterker voelen. Dagelijks
hoord zij van dezen of genen man, dien zij
j kende, hetzij persoonlijk of alleen bij naam,
die zich als vrijwilliger had aangeboden en
die aangenomen was, en dikwijls moest zij
luisteren naar Miles Hefrick, die in wan-
hopigen opstand was. omdat hij nooit goed-
kcuid kon worden, en moest zij trachten
hem fee troosten.
Maar Audrey Maynard was de eenige, die
len volle de bitterheid van Derricks hart
peilde. Zij had hem leeren breien en hij
worstelde met dc ingewikkeldheden van zijn
eersten hiel, toen hij haar op zekeren dag
verbaasde door de heete sok met naalden en
ai naar het andere eind van de kamer te
slingeren
Br is werk te doen voor een man, wan
neer zijn land in oorlog is! Andre, ik weet
niet, hoe ik het zal moeten dragen hier
op mijn divan le liggen breien, breienI
wanneer zij daarginds sterven! Waarom
willen zij een manken man niet evengoed
nemen? Kan een manke niet een geweer
afschieten en sterven net als anderen?"
Andrey Miles, de oorlog vraagt aRijd ie
besten, de jongslen en de meest geschilcten.
Maar er is overvloed van werk te doen
voor de vrouwen en mannen, die thuis blij
ven."
„Voor de vrouwen en de stumpers?"
vroeg MHes bibber.
„Ja, voor de stumpers ook
Hij schudde het hoofd.
„Neen, Andrey, ik ben absoluut een nut
teloos stuk mensch, een lastpost
„Niet in mijn oog. Miles," antwoordde zij
rustig.
Hij keek haar aan en las eindelijk in haar
blik, wat hij er dat vertelde zij hem later
de laatste zes maanden al di'en tijd in
had kunnen lezen, ais hij het maar had wil
len zien.
„Mëén je dal, Andrey?" vroeg hij, plotse
ling haar hand grijpend. „Alles, alles, wat
het bebcekenl?"
Zij gleed op haar knieën na-ast zijn rust
bed.
,,0 lieveling." zei ze tusschen lachen en
schreien. „Ik heb het gemeend, alles,
alles wat het bebeekent, al zoo lang. Maar
maar je wou me maar niet vragen I"
„Hoe kan ik dal doen? Een manke kerel,
die bovendien niet eens rijk is?"
„Ik geloof." zei Andrey bedaard, „dal we
die Twee punten al vroeger besproken heb
ben, vanuit een strikt persoonlijk sUnd-
puntl Zou jc niet zou je niet over je be
zwaar kunnen heenstappen om met mij op
Greejiacres le komen wonen, beste?
Andrey verklaarde laler altijd, dat zij al
haar overredingskracht had moeten gebrui
ken om Miles er toe te brengen haar te
vragen, en dal als de oorlog er niet geweest
was die hem overtuigde, dal hij voor
niemand anders nuttig kon zi)n hij het
nooit gedaan zou hebben.
Vermoedelijk slaagde zij er in, den juislen
prikkel be geven, want toen de Laven del-
tan-te later in den middag beneden kwam,
werd zij geroepen de heerlijkste daad le ver
richten, die aan een oude jongejuffrouw van
de rechte soort kan worden opgedragen, na
melijk haar zegen te geven aan een pas ver
loofd paar
Sara kreeg dea brief met het nieuws don
volgenden morgen en hoewel het haar na
tuurlijk haar eigen verdriet te scherper deed
voelen, was zij toch van harte verheugd
over dezen kleinen oogst van vreugde, dien
haar beide vrienden hadden binnengehaald
te midden van den vreeselijken wereldoogst
van smart en leed.
Met dezelfde post als de stralende brieven
van Miles en Andrey kwam er een van
Elisabeth Durward. Zij schreef verward.
„Tim heeft besloten zich als vrijwilliger
op te geven," stond er. „Ik kan hem niet
labon gaan, Sara. Hij is mijn eenige zoon en
ik zie niet in, waarom hij van mij opgeëischt
zou moeten worden in den vreeset ijken oor
log. Ik heb htm overreed le wachten, totdat
hij jou gesproken heeft. Dal is het ocnige,
waarin hij wil toestemmen. Wil je komen
en doen wat je kunt om bet hem uit hel
hoofd te praten? Er is één band. waarmee
jij hem kunt terughouden, als je dal wilt."
Een glimlach vloog over Sara's gezicht,
toen zij zich voorstelde hoe Tim ernstig had
toegestemd haar meening in deze zaak af te
wachten. Hij wist en niemand beter dan
hij wat die mcening zou zijn en onge
twijfeld was hij alleen op het voorstel van
zijn moeder ingegaan in de hoop, dat haar
tegenwoordigheid de spanning wat zou ver-
fichben en zijn moeder troosA zou geven.
(Wordt vervolgd).