LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 23 October Tweede Blad, Anno 1924. TWEEDE KAMER. Wo, 19823 BINNENLAND. FEUILLETON. Öb Kluizenaar van Far-End, heel wat meer dan 8000 vierk. meter in erf pacht. Er komt nog bij, dat Heemstede hee- lemaal geen centraal punt van het district is Het provinciaal kerkbestuur van Zuid- Holland heeft op zijn verzoek, na een dienst tijd van veertig jaar, eervol emeritaat ver leend aan ds. O. Bouthoorn, Ned.-Herv. pied. te Dordreoht; met ingang van 25 IVecembar. Bij de aanvaarding van het ambt van hoogleeraar in de bouwkunde aan de Teoh- ni8che Hoogesohool te Delft, heeft ir. M, J. Granpré Molière, gistermiddag een rede uitgesproken, getiteld: De moderne kunst en haar beloften. De Haagsche wethouder Drees heeft bjj den Minister van Arbeid, namens zich en zgh collega's in de groote steden, een onderhoud aangevraagd, om te komen tot de verzorging van de werkloozen, welke minder drukkend is voor de steden dan thans. Plan is voor te stellen, dat de werk- loozenkassen een langere uitkeering dan gedurende 90 dagen zullen geven, want de praktijk is, dat de werkloozen na ver strijking van dien termijn bij Steun aan kloppen. Het ligt voor de hand, dat de stand der kassen van 'grooten invloed zal z^j-n op het resultaat. Een dag voor het onderhoud, dat zal worden toegestaan, is nog niet bepaald. Ged. Staten hebben aan de gemeenten Stompwijk en Veur bericht, dat zij niet be reid zijn een annexatie piet Den Haag te bevorderen. De ,,'Haagsche Ct." meldt: Tengevolge van een misverstand werd in ons bericht van Dinsdag gesproken van de salarisregeling der Rijksambtenaren, ter wijl bedoeld werden de Indische ambtenaren. Voor laatstgenoemden wordt, zooals ons nog bevestigd werd, inderdaad een regeling m den door ons geschetsten geest voorbereid. Naar ,,De Tel." verneemt is bij de be handeling der Staatsbcgrootmg in de af deelingen der Tweede Kamer vrij algemeen weinig ingenomenheid betuigd met het be leid van den Minister van Waterstaat. Ver scheidene leden toch achten het beleid van den Minister niet in overeen stemming met hetgeen van dezen mag worden verwaent. Zijn houding inzake het spoorwegverkeer op Zondag wekt het vermoeden, dat deze Mi nister er zich geen rekenschap van heeft gegeven, dat zijn gedragslijn afwijkt van die van alle vroegere Ministers van Water staat in rechtsche kabinetten cn ook van de algemeene politiek van het kabinet, waarin hijezitting heeft. De houding van den Minister ten opzichte van dfe haven van Vlissingen achtte men in strijd met den voveit.chten eerbied voor de wet en weinig bevorderlijk aan het gemeen overleg van de Staten-Generaal, terwijl op het verdere zon- denregister van den Minister o.a. werd ge schreven de ongelukkige wijze, waarop hij zich heeft uitgelaten over de bezetting van het ambt van directeur-generaal van de P.T.T. In sommige kringen acht men het daarom niet uitgesloten, dat de interpellatie-Van der Voort van Zijp in zake de haven van Vlissingen tot een voor minister Van Swaay ongv-rstig Kamervotum zal leiden. Het hoofdbestuur van den Cenlralen Nederlandschen Ambtenaarsbond heeft den Minister van Financiën verzocht, de rege ling van het verlof voor behartiging van Bondsbelangen óók voor het dienstvak der directe belastingen, invoerrechten en accijn zen te doen invoeren. Met bestuur van dien Bond heeft den Mi nister van Financiën verzocht, nu door verschillende maatregelen de inkomsten der particuliere klerken, werkzaam bij het dienstvak der belastingen, tot beneden het allerbeschcidenste bestaansminimum zijn teruggebracht, aan hen nog over 1924 een inkomen te verzekeren, niet lager dan het geen voor hen vóór 1 Mei 1924 gold. In de gisteren op aanstichting van de Vereeniging tot bevordering van de be langen van tuberculose-patiênten in Neder land te Amsterdam gehouden conferentie ter bespreking van de belangen der volks gezondheid, is na een langdurige gedach- tenwisseling besloten, geen resolutie aan te nemen, doch spoedig opnieuw bijeen te komen, om te zien, op welke wijze het mogelijk kan zjjn, tot een algeheele samenwerking te geraken. Het bestuur zal daartoe met een uitgewerkt plan komen, voornamelijk betrekking hebbende op de nazorg. Naar „Het Centrum" uit goede bron verneemt, zal de heer Stulemeijer, thans burgemeester van Bergen-op-Zoom, ver moedelijk binnenkort bedanken voor zijn lidmaatschap der Tweede Kamer. Hij zou dan als zoodanig worden opgevolgd door dr. B. J. J. Iïuijbers, conlroleercnd genees kundige der Rijksverzekeringsbank, te Rot terdam. Het hoofdbestuur van den Ned. Aan- nemersbond had een commissie benoemd, aan welke was opgedragen het uitbrengen van een rapport inzake de werking der Ar beidswet 1919. De commissie, bestaande uit de heeren B. v. Eesteren, C. Elfferich en EL A. Loeven, met mr. Ph. J. van Vliet tot secretaris, komt in haar aan den Bond uitgebrachte rapport tot de conclusie, dat de Arbeidswe 1919 in haar werking ten zeerste nadee ig is voor de aannemersbe drijven, vnl. doordat zij een vermindering van den productieprijs tegenhoudt, hetgeen één van de voornaamste redenen is van het gebrek aan werk in de laatste jaren. Ook de nadeeligè werking van deze wet voor de geheele Nederlandsche industrie doet in de aannemersbedrijven haar terugslag gevoelen. De grootero "intensiteit van den arbeid, bij de invoering van de wot in vooruitzicht gesteld, is een illusie gebleken. De arbeids- praestatie is integendeel in het algemeen verminderd, mede tengevolge van de wijze, waarop de arbeiders van hun vrjjle uren gebruik maken. Zelfs is hierdoor een con currentie ontstaan t-usschen patroons en arbeiders, die in hun „vrijen tijd" aan genomen werk uitvoeren, tot schade van de bedrijven der patroons. De door de wet toegelaten vergunningen tot langer werken blijken in de praktijk, haar waarde te verliezen en kunnen nauwelijks gelden als eeuige compensatie voor hot nadeel door de wet veroorzaakt. Om een beteren toestand in de aannemers bedrijven te krijgen, zal het in de aller eerste plaats noodzakelijk zijn, dat (des noods tijdelijk en dan voor oenige jaren) elko beperking van den arbeidstijd voor alle bedrijven worde opgeheven Slechts door dezen maatregel kan een nieuwe opbloei der bedrijven worden in geluid. Do erkenning door de overheid, dat slechts door een langeren arbeidsdag kan worden gekomen tot verlaging van den pro ductieprijs, brengt als eerst? consequentie mede, dat gelegenheid tot langer werken onbeperkt worde opengesteld. („Dé Chr. Patroon.") De gewone audiëntie van den Minister van Financiën zal Maandag a.s. niet plaats hebben. RECLAME. Een zittende leefwijze is vaak oorzaak van aambeien. Zorg voor geregelde stoel gang, de noodige reinheid en pas Foster's Zalf toe. Inderdaad een probaat geneesmid del. Per doos f 1.75, per tube f 1. £473 (Zitting van gisteren.) Regeling van werkzaamheden. De VOORZITTER deelt mede, dat de Cen trale Sectie besloot Vrijdag 31 October in de afdeelingen te onderzoeken eenige ontwer pen, w. o. de Indische Begrooting. Conform besloten. De lieer SCHAPER (s.d.) vraagt wat na de Tarief wet behandeld zal worden. Hij meent dat de salariskwestie niet onbesproken kan blijven tot de algemeene beschouwingen over de Slaatsbegrooting. Een van spr.'s partijge- nooten is voornemens een interpellatie daar over aan te vragen en daar is haast bij. De VOORZITTER zegt. dat de Kamer na de Tariefwet de Tabakswet zal hebben te behan delen. Binnenkort zal er wel een Koninklijk besluit komen over de salarissen en daarop moeten wij in elk geval wachten. De heer SCHAPER (s.d.) wil juist vóór dit besluit verschijnt besprekingen houden, om dat zij anders nutteloos zijn. De VOORZITTER wenschl in elk geval de interpellatie-aanvrage af te wachten. De heer WIJNKOOP (c.p.) vraagt zijn in terpellatie, gisteren toegestaan, spoedig aan de orde te stellen De VOORZITTER zegt nog niet met den Minister van Koloniën gesproken te hebben en dus geen voorstel te kunnen doen. De nieuwe Tariefwet. Voortgegaan wordt met de behandeling der Nieuwe Tariefwet. De Minister v. Financiën, de heer COLIJN vervolgt zijn gisteren aangevangen rede. Allereerst het verband tusschen den finan- cieelen toestand des lands en het onderhavige ontwerp. Is dit ontwerp noodzakelijk uit financieel oogpunt? Zoo neen, dan is het ongewensclit, omdat iedere wijziging in de belasting onge- wenscht is. Het moet dus voor spr. vaststaan dat dit ontwerp noodzakelijk is uil financieel oogpunt Velen hebben het niet noodig ge acht omdat het gat in de begrooting al gestopt was. Men heeft spr. genoemd den Minister van de meevallers. Die meevallers zijn niet zoo heel belangrijk. Verleden jaar zijn de uit gaven gedaald met G2 millioen en de inkom sten gestegen met 51 mill., waarvan 32 uit nieuwe middelen en 19 als gevolg van de stij gingen. Die 19 millioen zijn dus meevallers, zegt men, en er was geraamd een daling in plaats van een stijging der middelen. Dat er in 1923 op een daling werd gerekend, is niet vreemd geweest, maar in Februari 1924 was de toestand anders geworden. Spr. heeft zich in den loop der middelen niet' zóó vergist als de heer van Gijn veronderstelt. Veranderlijkheid in zijn plannen verweet men den Minister. Spr. is wel eens veranderd omdat een andere weg beter bleek, maar het doel blijft hetzelfde. Als spr. naar den Kneu terdijk moet en het Buitenhof is versperd, gaat hij den Vijverberg over. De heer SCHAPER (s.d.): U is in 't Haag sche Bosch terechtgekomenI (Gelach). De MINISTER zegt dat de vraag is hoe nu de financieele toestand is, vooropgezet dat men de begroeting 1925 wil sluiten. De be- grooling is ingediend met een tekort van f 15 millioen. dat nog iels zal slijgen en wel tol f20 millioen. De Regeering diende dit ont werp in dat 15 millioen opbrengt en dal op de tabaksaccijns die 5 millioen zal opbrengen totaal dus 20 millioen gulden. Er was dus alsnog 20 millioen gulden noodig. Wie meent dat het niet zóó is, moet bewijzen dat de raming der inkomsten te laag is of de uilgaven le hoog. Het laatste zal niemand bewerener is een beroep ge daan. op dc stijging der middelen, maar de raming is al 19 millioen hooger gesteld voor 1925. Spr weel dat dil niets meer hooger op kan. Zelfs zijn er al die vreezen dat deze verhoogde raming te optimistisch is. De heer Dresselhuys maakte zich heel gemakkelijk van de vraag af en wilde bijv. de Maas kanalisatie op „buitengewoon" brengen. Helaas valt die daar al onder! (Gelach). Het niet storten in het Invaliditeitsfonds was redelijk, omdat er geld genoeg is; het Ouderdomsfonds komt geld te kort en kan de 12 millioen niet missen. De heer OGD (vd Mijn opmerking gold voor dit jaar. De MINISTER: Ook dit jaar is er een te kort. Den heer Kerslco antwoordt spr., dat de wet deze storting eischl en uitstel is on mogelijk. De bezuiniging op de militaire departe menten is een perspectivische bezuiniging, precies als bij Onderwijs en dus telt ze voor dil jaar niet mee. De stand van den middelenstaat dient men niet alleen in het algemeen te beschou wen, doch ook in onderdeelen, want van de belasting 19241925 is pas een klein deel ontvangen. In een vergelijking van dezelfde periodes 1923 en 1924 bleek dal zij feitelijk 9 millioen zijn achteruitgegaan. Spr. stelde de raming toch 5 millioen hooger, omdat de resultaiten der controle steeds beter worden. Er zijn wisselvallige inkomsten, bijv. de rentebetaling door Duitschland, de winst op de mijnen, waarvan het twijfelachtig ia oI wij ze zullen houden Het vraagstuk der Zui derzee zal uit de gewone middelen ook wef iets vragen; de pensioenregeling voor de spoorwegambtenaren eveneens. Het zijn alle omstandigheden die de begrooting eer slech ter dan beter maken en spr. heeft dus abso luut 15 millioen gulden als nieuwe post noodig. Het kan meevallen. Natuurlijk. Dan zaJ in werking treden de toezegging dat do directe belastingen moeten worden ver laagd. Het eigenlijke bezuinigingswerk moet nu aanvangen Wat spr. tot nu toe deed, was grabbelen hier en grabbelen daar ora 't erg ste gevaar te wenden. Thans dient het werk stelselmatig te worden aangepakt. Nopens de salarissen heeft de heer Snocck Henkemans een vraag gesteld of de Regee ring niet bereid is te overwegen do bezui niging daarop te verminderen. Men kan de 15 millioen gulden uit de Tariefwet niet voor iels anders gebruiken dan voor dekking van het tekort als zij daarvoor dienen moet. De nieuwe salarisrcgeling die dezer da gen zal worden afgekondigd zal in Januari 1925 in werking treden. Toen de onlweTp-salarisregeling, welke 1 Januari a.s. in werking treedt, gereed was, 1 bleek, dat de Rijksmiddelen A. tol F. voor 1925 7 millioen hooger konden worden ge raamd dan voor 1924. De Rogcering heeft toen besloten, dat bedrag aan te wonden voor de in dienst zijnde ambtenaren en uit sluitend voor het jaar 1925. Daarmee wordt dus de korting getemperd. Enkele weken geleden bleek nu, dal de toestand der financiën nóg iels gunstiger was dan de Regeering kon voorzien bij He indiening der begrooling. Dit was het ge* volg van de hoogerc opbrengst der Rij- wielbelasling en van de lagere raming van het tekort bij de spoorwegen. Ook dat be drag zal worden aangewend tot (verdere) tempering van de gevolgen dier nieuwe sa larisrcgeling voor de gehuwden en kost winners. Verder kan de Regeering niet gaan. Verder reikten de middelen der regeering niet en verder reiken zij ook thans nieL Valt de toekomst mede dan is de cerslq mogelijkheid belastingverlichting. Een omt- werp daarvoor ligt gereed en een paar an dere zijn in voorbereiding. De directe belastingen kunnen niet wor den opgevoerd omdat deze economisch be zwaar worden, gelijk spr. al vaak heeft be toogd. liet tarief wetsontwerp herstelt feitelijk' alleen de verhoudingen van heb aandeel dor inkomsten uit het tarief in dat der totale inkomsten van den Staat. Wanneer de op brengst van 39 op 54 millioen wordt gebracht zal weer het oude percentage van 7,6 wor den hersteld. In Engeland is dit cijfer 13 pCt. Aan het verzoek om een bepaaldon ter mijn in de wet vast te leggen, kan spr. niet voldoen. Het twijfelachtig of do Kamer zicli met zoo'n beperkte werking zou vereenigd hebben. Vroeger heeft de Kamer een opccn- tenregeling van tijdelijken aard niet aan* vaard. De wijze van voorbereiding van dit onfc werp is geweest precies als die van allo an dere op dit gebied, èn onder Picrson, èn onder Kolkman èn onder Trcub. Treub hand haafde de 5 pCt. maar breidde het aantal artikelen uit en verhoogde hier cn daar tot 20 en 30 pCt., zelfs éénmaal tot 50 pCt., pre cies juist voor hetzelfde artikel waarvoor spr. thans 50 pCt. voorstelt. (Gelach). Minister de Vries heeft twee heffingsnor men overwogen, n.l. van 6 en van 12 pCt. Dit heeft vele bezwaren in de praktijk. Van 1917 tot 1924 is de technische inrichting, dë nomenclatuur gelijk gebleven. Bij herhaling is met handel cn industrie voeling gehouden over de technische herziening. Natuurlijk bestaat er verschil van opinie bij de deskun digen Herziening is al jaren en jaren ge vraagd en ieder die do praktijk kont, be grijpt niet hoe men deze wet heeft kunnodi toepassen. De heer DRESSELHUYS (v.b.) Maar zij behoefde er toch bij de Kamer niet doorge» jaagd te worden. Da Ohxiiteiijk Nationale Werkmansbond. Onder voorzitterschap van den heer P. J. Nahuysen is gisteren te Utrecht de 30ste Elijkeche vergadering van den Christelij- Nationalen Werkmansbond begonnen, egenwoordigd waren 83 afdeelingen. Uit de jaarverslagen bleek, dat 8 nieuwe afdeelingen tot den Bond zijn toegetreden. ontvangsten bedroegen f 14.838, de uit gaven ruim f 12.000. De begrooting werd .vastgesteld tot een bedrag van f 11.650 aan ontvangsten en uitgaven. De middagvergadering werd bijgewoond door minister J. Th. de Visser. De voorzitter herinnerde er aan, dat Z. E. thans 30 jaar Aan den Bond verbonden is en dankte hem foor alles wat hij voor den bond heeft gedaan. Besloten werd een telegram van hulde aan de Koningin te zenden. Vervolgens hield de heer J. R. Bakker, Ud van de Tweede Kamer, een inleiding pver de ziekteverzekering. Met algemeene stemmen werd de volgen- De motie aangenomen: De vergadering, enz. gehoord de inlei ding en bespreking inzake het voorontwerp llekte- en ongevallenwet, betreurende, dat aan do voorbereiding van genoemd voor-ont- jrerp een grondig (toderzoek naar de wer king van de particuliere ziekteverzekering On de plaats welke fleze in ons Volkslevon (nneemt blijkbaar ontbroken hoeftspreekt als zijn meening uit, dat naast de onovcr- komenlijke bezwaren, zooals de samenkoppe ling van de ongevallen- en ziekteverzeke ring, de collectieve verzekering, welke tal van arbeiders buitensluit, alsmede de mis kenning van de rechten der arbeiders, die ttlt het systeem-Aalberse voortvloeien, bo vendien do moe*t onnatuurlijke weg gevolgd Wordt door bij de ziekteverzekering de be gaande maatschappelijke organen uit te fluitenen is daarom van oordeel, dat bij de uitschakeling van de ziekenkassen niet alleen een grievend onrecht wordt gepleegd, 'doordat mede daardoor de ziekteverzeke ring onnoodig omslachtig en duur gemaakt wordt, en dringt om deze redenen krachtig aan op invoering van de Ziektewet-Talma, aangevuld in den zin als door minister Aal- berBO d.d. Juni 1920 is voorgesteld, en be sluit, deze motie ter kennis te brengen van 'de regeering en de Staten-Generaal. Na eenige besprekingen werd het rapport goedgekeurd waarin geadviseerd werd, over te gaan tot de instelling van eon kinderher- stèllinge- en sanatoriumfonds voor de léden Tan don bond. Dc heeren F. Hartsuiker, uit Zutphon; F. A. M. Wessel on J. C. Heer- land, uit Amsterdam, werden aangewezen om de noodige maatregelen te nemen tot uitvoering van de plannen. Vervolgens werd behandeld het rapport inzake het kleingrondbezit in Nederland. De conclusies werden goedgekeurd, en besloten werd, dat het hoofdbestuur zich in (lezen tot de Regeering zal wenden Overgegaan zal worden tot de herziening tin het sociaal program, waartoe een com missie benoemd zal worden. Vervolgens sprak minister De Visser een kort woord Het hoofdbestuur zal onderzoeken, wat in 8o verschillende gemeemton voor dc volks huisvesting wordt gedaan. De zetel der Alg. Ver. voor Bloem bollencultuur. Men schrijft ons uit Hillegom: Nu de gemeente Heemstede 8000 vierk. meter grond in erfpacht aanbiedt voor de vestiging van den zetel der Alg. Vereeniging voor Bloembollencultuur in Heemstede her inneren alle Hillegommers zich wat hier indertijd is gedaan om de vereenigingszetel hier geplaatst te krijgen. Er wordt gezegd, dat Heemstede's aanbod het eenige is. Dat Is onjuist! De gemeente Hillegom heeft f 50.000 aan geboden en ingezetenen van Hillegom, Lisse ën Sassenheim hadden er verscheidene dui zenden voor over. Het juiste cijfer is nooit officieel bekend gemaakt, maar met elkaar bood men 80 a 90 duizend gulden aan voor een centraal gebouw te Hillegom. Dat is door MARGARET PEDLER. Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT. 61) Zijn slem was niet hartstochtelijk, maar «r kwam iets in zijn gezicht, in zijn heeie houding, dat anders was dan de hartstocht - looze kalmte Yan zijn antwoord. De ziel van den man een ziel in onuitsprekelijke fol tering worstelde om zich be uilen, wor stelde tegen de boeien, waarin zijn ijzeren wil haar geketend hield. Sara kon het voelen, die laaiende vlam binnen dat stalen pantser, en zij werd over weldigd door medelijdien en erbarmen. „Garth! Garth! Maar er moet toch een verklaring voor zijnl. Je was jezelf niet op dat oogenblikl O zeg het.me toch Zij kon niet verder; haar armen waren smeebend tot hem opgeheven. Toen zij tegen hem aanleunde, was het of oen riddering door zijn heele lichaam liep; de trilling van spieren, die door riemen weerhouden worden. Zijn vuisten balden zjch en le nagels drongen in het vleesch. Toen hij sprak, had zijn stem een luiden en bijna aanmatigenden klank. De gefolterde ziel was weer in haar gevangenis terugge drongen. „Ik was volkomen mijzelf, dien nacht de grens ik wist volkomen wat ik jkod, geloof mij." Ben raadselachtige glim lach krulde zijn lippen. „En wat verklarin- Een of verontschuldigingen betreft, de krijgs raad heelt alles wat mogelijk was, aange voerd. Ik, werd niet doodgeschoten, zie jel" Er was iets wreeds in de openlijke ver achting van deze woorden. Hij slingerde ze haar toe als een hoon, een spot voor het medelijden, dat haar gedreven had met smeckende, uitgestrekte handen naar hem toe te komen. „De barmhartigheid, die zij mij betoon den, was niet gering," vervolgde hij. „Die viel op mij als de spreekwoordelijke milde regen. Ik heb oen massa om dankbaar te zijn, vindt je niet?" zei hij ruw. „Ik ik weet met wat ik denken moet!" barstte zij uit. „Dat jij j ij zoo laag moest vallen -zoo afschuwelijk laag." „Een man doet heelwat, als het om een leven gaat, begrijp je," opperde hij met moeite. „Waarom zeg je zulke dingen?" vroeg zij op scherpen toon „Wil je me nog slechber over je laten denken dan ik al doe?" Hij deed een slap naar haar toe en keek haar aan met helderen, harden blik. „Ja, dat wil ik," zei hij met groote be slistheid, „Ik wil, dat je zoo slecht van mij denkt, als je met mogelijkheid kunt. Ik wil, dat je goed beseft met wat voor een lafaard je beloofd hadt te trouwen en wanneer je dat alles goed ingezien hebt, zul je alles van mij wel kunnen vergeten en met een of anderen knappen, jongen kerel trouwen, die niet uit den dienst ontslagen is. „Zoo lang als ik leef zal ik nooit kunnen vergeten, dat ik een lafaard heb liefgehad." Horbend kwamen de woorden haar over de lippen. Toen sloeg zij plotseling de bevende handen voor haar gezicht, alsof zij hem niet langer kon aanzien, en een droge snik welde haar in de keel. Hij maakbe een snelle beweging naar haar toe, maar hield zich in bedwang en bleef daar onbeweeglijk staan; alleen zijn handen, die stijf langs zijn lichaam neer hingen, openden en sloten zich krampachtig en zijn oogen Menschelijke oogen moes ten nooit een uitdrukking van zoo onuitspre kelijke foltering kunnen hebben. Toen Sara eindelijk haar handen lerug- trok en hem weer aankeek, stond zijn ge laat strak als een masker; de lippen waren even opgetrokken, op een manier, die deed denken aan een dier, dat hevige pijn hoeft. Maar zij was zelve zóó gewond, dat zij niet kon zien, hoe oneindig grooter nog zijn wonde was. „Ik, ik geloof, dat ik je haat," fluister de zij. Zijn spieren schenen zich te ontspannen. „Ik hoop, dat je dat doet," zei hij op vas- ben toon. „Dat zal beter zijn." Iets in de kalme gelatenheid van zijn woorden stemde haar zachter, minder bitter. „Al het andere al het andere zou ik geloof ik hebben kunnen dragen, Garth." Er klonk iets als een smeeking in de zacht gesproken woorden. Maar hij lette er niet op en bleef bitter en onverschillig tegenover haar zachtere gestemdheid. „Dan is het maar goed, dat het niet „al het andere is. Anders" zed hij met een bitteren grijnslach „kon je je misschien gebonden voelen door je al te snelle belofte mijn vrouw te worden." Zijn blik vloog over haar gelaal, spottend, hoonend. Ilij had haar getroffen, waar zij het meest kwetsbaar was; haar beschuldigd waar haar aangeboren oprechtheid moest toegeven, dat zij zich niet verdedigen kon, en zij deinsde terug bij zijn woorden, bijna alsof zij een slag had gekregen. Het was waar, dal zij haar belofte in den blinde had gegeven, in onwetendheid van wal de feiten waren; maar dat kon haar niet vrijspreken. Garth had haar de belofte niet afgedwongenzij zelve had die spon taan gegeven, en niet gedacht aan de moge lijkheid, dat hij zich schuldig zou hebben kunnen maken aan de eenige zonde, waar voor in haar oogen geen vergiffenis mocht bestaan. „Ik weet het," zei ze haperend. „Ik weet het. Je hebt het recht mij aan mijn belofte be herinneren. Ik, ik beschuldig mijzelf. Het is afschuwelijk zijn belofte te breken." Zij zweeg een oogeriblik en stond met ge bogen hoofd; haar instinct het eens gegeven woord niet le breken worstelde met het ge voel van afkeer, dat Garths lafhartige daad haar inboezemde. Toen zij weer opkeek, lag er een eigenaardige weemoedig-vastberaden uitdrukking in haar oogen. „Een huwelijk zou voor ons nu toch al leen maar ellende beteekenen." Zij sprak klaarblijkelijk met moeite. Het scheen alsof zij zich dwong tot woorden, waarvoor haar diepste innerlijk terugdeinsde. „Maar ik heb je mijn belofte gegeven en wanneer je, wan neer je mij daaraan wilt houden. „Ik denk er niet aan!" viel hij haar heosch in de rede. „Die angst kun je je spa ren. Je bent vrij, zoo vrij alsof wij elkaar nooit hadden ontmoet. Ik ben bereid le bui gen Yoor je besluit, dat ik niet geschikt ben om met je te trouwen." Een korte zucht van onuitsprekelijke ver lichting kwam haar van de lippen. Als hij het al hoorde, gaf hij daarvan toch geen blijk. Hij wendde zich af, al9of hij wou heengaan, en zei: „En nu geloof ik, dal dit alles is, wat wij elkaar te zeggen hébben." „Het is nog niet alles," zei ze bijna on« hoorbaar.- „Wal? Is er dan nog meer?" Weer had zijn slem dien onbeschaamden. ironischen klank, die haar striemde als een zweep, „Heb je de volle diepte van mijn misdaad nog niet gepeild?" „Neen. Er is nog één ding. Je zei, dat je me liefhadt?" „Dal deed ik, dal doe ik nog, wanneer ton minste zoo iemand als ik zulke verheven adspiraties mag hebben." „Dat was een leugen. Zelfs daarin," haar slem haperde „zelfs daarin heb je me bedrogen." Het was alsof de bevend uitgeslooien woorden doorzijn pantser van vlijmend cynisme heendrongen. „Neen, dó&rin was ik ten minste eerlijk tegenover je." De loon van bitberen spot, die in zijn vorige woorden had geklonken, was nu plotseling verdwenen, verstomd, ge smoord, en de kalme zekerheid van deze woorden gaven Sara de overtuiging van hun waarheid en ontroerden haar lot in hot diepst van haar ziel. „MaarElisabeth?Je hadt haar toch vroeger lief. En liefde kan niet sterven, Garth." „Neen," zei hij ernstig. „Liefde kan nd<* sterven. Maar wal ik voor Elisabeth voelde, was geen liefde; geen liefde, zooals jij en ik daaronder verstaan. Hel was de vurige hartstocht van een jongen voor een buiten-* gewoon mooie vrouw. Zij was een ideaal, ilq bekleedde haar met alle goede eigenschap pen en deugden, die haar schoonheid scheen be beloven. Maar de Elisabeth, die ik liefhad, bestond niet." (Wordt vervolgde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5