LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 23 October
Tweede Blad, Anno 1924.
TWEEDE KAMER.
Wo, 19823
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Öb Kluizenaar van Far-End,
heel wat meer dan 8000 vierk. meter in erf
pacht. Er komt nog bij, dat Heemstede hee-
lemaal geen centraal punt van het district is
Het provinciaal kerkbestuur van Zuid-
Holland heeft op zijn verzoek, na een dienst
tijd van veertig jaar, eervol emeritaat ver
leend aan ds. O. Bouthoorn, Ned.-Herv.
pied. te Dordreoht; met ingang van 25
IVecembar.
Bij de aanvaarding van het ambt van
hoogleeraar in de bouwkunde aan de Teoh-
ni8che Hoogesohool te Delft, heeft ir. M, J.
Granpré Molière, gistermiddag een rede
uitgesproken, getiteld: De moderne kunst
en haar beloften.
De Haagsche wethouder Drees heeft
bjj den Minister van Arbeid, namens zich
en zgh collega's in de groote steden, een
onderhoud aangevraagd, om te komen tot
de verzorging van de werkloozen, welke
minder drukkend is voor de steden dan
thans. Plan is voor te stellen, dat de werk-
loozenkassen een langere uitkeering dan
gedurende 90 dagen zullen geven, want de
praktijk is, dat de werkloozen na ver
strijking van dien termijn bij Steun aan
kloppen. Het ligt voor de hand, dat de
stand der kassen van 'grooten invloed zal
z^j-n op het resultaat. Een dag voor het
onderhoud, dat zal worden toegestaan, is
nog niet bepaald.
Ged. Staten hebben aan de gemeenten
Stompwijk en Veur bericht, dat zij niet be
reid zijn een annexatie piet Den Haag te
bevorderen.
De ,,'Haagsche Ct." meldt:
Tengevolge van een misverstand werd
in ons bericht van Dinsdag gesproken van
de salarisregeling der Rijksambtenaren, ter
wijl bedoeld werden de Indische ambtenaren.
Voor laatstgenoemden wordt, zooals ons nog
bevestigd werd, inderdaad een regeling m
den door ons geschetsten geest voorbereid.
Naar ,,De Tel." verneemt is bij de be
handeling der Staatsbcgrootmg in de af
deelingen der Tweede Kamer vrij algemeen
weinig ingenomenheid betuigd met het be
leid van den Minister van Waterstaat. Ver
scheidene leden toch achten het beleid van
den Minister niet in overeen stemming met
hetgeen van dezen mag worden verwaent.
Zijn houding inzake het spoorwegverkeer op
Zondag wekt het vermoeden, dat deze Mi
nister er zich geen rekenschap van heeft
gegeven, dat zijn gedragslijn afwijkt van
die van alle vroegere Ministers van Water
staat in rechtsche kabinetten cn ook van
de algemeene politiek van het kabinet,
waarin hijezitting heeft. De houding van
den Minister ten opzichte van dfe haven
van Vlissingen achtte men in strijd met den
voveit.chten eerbied voor de wet en weinig
bevorderlijk aan het gemeen overleg van de
Staten-Generaal, terwijl op het verdere zon-
denregister van den Minister o.a. werd ge
schreven de ongelukkige wijze, waarop hij
zich heeft uitgelaten over de bezetting van
het ambt van directeur-generaal van de
P.T.T.
In sommige kringen acht men het daarom
niet uitgesloten, dat de interpellatie-Van
der Voort van Zijp in zake de haven van
Vlissingen tot een voor minister Van Swaay
ongv-rstig Kamervotum zal leiden.
Het hoofdbestuur van den Cenlralen
Nederlandschen Ambtenaarsbond heeft den
Minister van Financiën verzocht, de rege
ling van het verlof voor behartiging van
Bondsbelangen óók voor het dienstvak der
directe belastingen, invoerrechten en accijn
zen te doen invoeren.
Met bestuur van dien Bond heeft den Mi
nister van Financiën verzocht, nu door
verschillende maatregelen de inkomsten der
particuliere klerken, werkzaam bij het
dienstvak der belastingen, tot beneden het
allerbeschcidenste bestaansminimum zijn
teruggebracht, aan hen nog over 1924 een
inkomen te verzekeren, niet lager dan het
geen voor hen vóór 1 Mei 1924 gold.
In de gisteren op aanstichting van
de Vereeniging tot bevordering van de be
langen van tuberculose-patiênten in Neder
land te Amsterdam gehouden conferentie
ter bespreking van de belangen der volks
gezondheid, is na een langdurige gedach-
tenwisseling besloten, geen resolutie aan
te nemen, doch spoedig opnieuw bijeen
te komen, om te zien, op welke wijze
het mogelijk kan zjjn, tot een algeheele
samenwerking te geraken. Het bestuur zal
daartoe met een uitgewerkt plan komen,
voornamelijk betrekking hebbende op de
nazorg.
Naar „Het Centrum" uit goede bron
verneemt, zal de heer Stulemeijer, thans
burgemeester van Bergen-op-Zoom, ver
moedelijk binnenkort bedanken voor zijn
lidmaatschap der Tweede Kamer. Hij zou
dan als zoodanig worden opgevolgd door
dr. B. J. J. Iïuijbers, conlroleercnd genees
kundige der Rijksverzekeringsbank, te Rot
terdam.
Het hoofdbestuur van den Ned. Aan-
nemersbond had een commissie benoemd,
aan welke was opgedragen het uitbrengen
van een rapport inzake de werking der Ar
beidswet 1919. De commissie, bestaande
uit de heeren B. v. Eesteren, C. Elfferich
en EL A. Loeven, met mr. Ph. J. van Vliet
tot secretaris, komt in haar aan den Bond
uitgebrachte rapport tot de conclusie, dat
de Arbeidswe 1919 in haar werking ten
zeerste nadee ig is voor de aannemersbe
drijven, vnl. doordat zij een vermindering
van den productieprijs tegenhoudt, hetgeen
één van de voornaamste redenen is van het
gebrek aan werk in de laatste jaren. Ook
de nadeeligè werking van deze wet voor
de geheele Nederlandsche industrie doet
in de aannemersbedrijven haar terugslag
gevoelen.
De grootero "intensiteit van den arbeid,
bij de invoering van de wot in vooruitzicht
gesteld, is een illusie gebleken. De arbeids-
praestatie is integendeel in het algemeen
verminderd, mede tengevolge van de wijze,
waarop de arbeiders van hun vrjjle uren
gebruik maken. Zelfs is hierdoor een con
currentie ontstaan t-usschen patroons en
arbeiders, die in hun „vrijen tijd" aan
genomen werk uitvoeren, tot schade van
de bedrijven der patroons.
De door de wet toegelaten vergunningen
tot langer werken blijken in de praktijk, haar
waarde te verliezen en kunnen nauwelijks
gelden als eeuige compensatie voor hot
nadeel door de wet veroorzaakt.
Om een beteren toestand in de aannemers
bedrijven te krijgen, zal het in de aller
eerste plaats noodzakelijk zijn, dat (des
noods tijdelijk en dan voor oenige jaren)
elko beperking van den arbeidstijd voor
alle bedrijven worde opgeheven
Slechts door dezen maatregel kan een
nieuwe opbloei der bedrijven worden in
geluid.
Do erkenning door de overheid, dat
slechts door een langeren arbeidsdag kan
worden gekomen tot verlaging van den pro
ductieprijs, brengt als eerst? consequentie
mede, dat gelegenheid tot langer werken
onbeperkt worde opengesteld.
(„Dé Chr. Patroon.")
De gewone audiëntie van den Minister
van Financiën zal Maandag a.s. niet plaats
hebben.
RECLAME.
Een zittende leefwijze is vaak oorzaak
van aambeien. Zorg voor geregelde stoel
gang, de noodige reinheid en pas Foster's
Zalf toe. Inderdaad een probaat geneesmid
del. Per doos f 1.75, per tube f 1. £473
(Zitting van gisteren.)
Regeling van werkzaamheden.
De VOORZITTER deelt mede, dat de Cen
trale Sectie besloot Vrijdag 31 October in de
afdeelingen te onderzoeken eenige ontwer
pen, w. o. de Indische Begrooting.
Conform besloten.
De lieer SCHAPER (s.d.) vraagt wat na de
Tarief wet behandeld zal worden. Hij meent
dat de salariskwestie niet onbesproken kan
blijven tot de algemeene beschouwingen over
de Slaatsbegrooting. Een van spr.'s partijge-
nooten is voornemens een interpellatie daar
over aan te vragen en daar is haast bij.
De VOORZITTER zegt. dat de Kamer na de
Tariefwet de Tabakswet zal hebben te behan
delen. Binnenkort zal er wel een Koninklijk
besluit komen over de salarissen en daarop
moeten wij in elk geval wachten.
De heer SCHAPER (s.d.) wil juist vóór dit
besluit verschijnt besprekingen houden, om
dat zij anders nutteloos zijn.
De VOORZITTER wenschl in elk geval de
interpellatie-aanvrage af te wachten.
De heer WIJNKOOP (c.p.) vraagt zijn in
terpellatie, gisteren toegestaan, spoedig aan
de orde te stellen
De VOORZITTER zegt nog niet met den
Minister van Koloniën gesproken te hebben
en dus geen voorstel te kunnen doen.
De nieuwe Tariefwet.
Voortgegaan wordt met de behandeling der
Nieuwe Tariefwet.
De Minister v. Financiën, de heer COLIJN
vervolgt zijn gisteren aangevangen rede.
Allereerst het verband tusschen den finan-
cieelen toestand des lands en het onderhavige
ontwerp.
Is dit ontwerp noodzakelijk uit financieel
oogpunt? Zoo neen, dan is het ongewensclit,
omdat iedere wijziging in de belasting onge-
wenscht is. Het moet dus voor spr. vaststaan
dat dit ontwerp noodzakelijk is uil financieel
oogpunt Velen hebben het niet noodig ge
acht omdat het gat in de begrooting al gestopt
was. Men heeft spr. genoemd den Minister
van de meevallers. Die meevallers zijn niet
zoo heel belangrijk. Verleden jaar zijn de uit
gaven gedaald met G2 millioen en de inkom
sten gestegen met 51 mill., waarvan 32 uit
nieuwe middelen en 19 als gevolg van de stij
gingen. Die 19 millioen zijn dus meevallers,
zegt men, en er was geraamd een daling in
plaats van een stijging der middelen. Dat er
in 1923 op een daling werd gerekend, is niet
vreemd geweest, maar in Februari 1924 was
de toestand anders geworden. Spr. heeft zich
in den loop der middelen niet' zóó vergist als
de heer van Gijn veronderstelt.
Veranderlijkheid in zijn plannen verweet
men den Minister. Spr. is wel eens veranderd
omdat een andere weg beter bleek, maar het
doel blijft hetzelfde. Als spr. naar den Kneu
terdijk moet en het Buitenhof is versperd,
gaat hij den Vijverberg over.
De heer SCHAPER (s.d.): U is in 't Haag
sche Bosch terechtgekomenI (Gelach).
De MINISTER zegt dat de vraag is hoe nu
de financieele toestand is, vooropgezet dat
men de begroeting 1925 wil sluiten. De be-
grooling is ingediend met een tekort van f 15
millioen. dat nog iels zal slijgen en wel tol
f20 millioen. De Regeering diende dit ont
werp in dat 15 millioen opbrengt en dal op
de tabaksaccijns die 5 millioen zal opbrengen
totaal dus 20 millioen gulden.
Er was dus alsnog 20 millioen gulden
noodig. Wie meent dat het niet zóó is, moet
bewijzen dat de raming der inkomsten te
laag is of de uilgaven le hoog. Het laatste
zal niemand bewerener is een beroep ge
daan. op dc stijging der middelen, maar de
raming is al 19 millioen hooger gesteld voor
1925. Spr weel dat dil niets meer hooger op
kan. Zelfs zijn er al die vreezen dat deze
verhoogde raming te optimistisch is. De heer
Dresselhuys maakte zich heel gemakkelijk
van de vraag af en wilde bijv. de Maas
kanalisatie op „buitengewoon" brengen.
Helaas valt die daar al onder! (Gelach).
Het niet storten in het Invaliditeitsfonds
was redelijk, omdat er geld genoeg is; het
Ouderdomsfonds komt geld te kort en kan
de 12 millioen niet missen.
De heer OGD (vd Mijn opmerking gold
voor dit jaar.
De MINISTER: Ook dit jaar is er een te
kort. Den heer Kerslco antwoordt spr., dat
de wet deze storting eischl en uitstel is on
mogelijk.
De bezuiniging op de militaire departe
menten is een perspectivische bezuiniging,
precies als bij Onderwijs en dus telt ze voor
dil jaar niet mee.
De stand van den middelenstaat dient
men niet alleen in het algemeen te beschou
wen, doch ook in onderdeelen, want van de
belasting 19241925 is pas een klein deel
ontvangen. In een vergelijking van dezelfde
periodes 1923 en 1924 bleek dal zij feitelijk
9 millioen zijn achteruitgegaan. Spr. stelde
de raming toch 5 millioen hooger, omdat de
resultaiten der controle steeds beter worden.
Er zijn wisselvallige inkomsten, bijv. de
rentebetaling door Duitschland, de winst op
de mijnen, waarvan het twijfelachtig ia oI
wij ze zullen houden Het vraagstuk der Zui
derzee zal uit de gewone middelen ook wef
iets vragen; de pensioenregeling voor de
spoorwegambtenaren eveneens. Het zijn alle
omstandigheden die de begrooting eer slech
ter dan beter maken en spr. heeft dus abso
luut 15 millioen gulden als nieuwe post
noodig.
Het kan meevallen. Natuurlijk. Dan zaJ
in werking treden de toezegging dat do
directe belastingen moeten worden ver
laagd.
Het eigenlijke bezuinigingswerk moet nu
aanvangen Wat spr. tot nu toe deed, was
grabbelen hier en grabbelen daar ora 't erg
ste gevaar te wenden. Thans dient het
werk stelselmatig te worden aangepakt.
Nopens de salarissen heeft de heer Snocck
Henkemans een vraag gesteld of de Regee
ring niet bereid is te overwegen do bezui
niging daarop te verminderen. Men kan de
15 millioen gulden uit de Tariefwet niet
voor iels anders gebruiken dan voor dekking
van het tekort als zij daarvoor dienen moet.
De nieuwe salarisrcgeling die dezer da
gen zal worden afgekondigd zal in Januari
1925 in werking treden.
Toen de onlweTp-salarisregeling, welke 1
Januari a.s. in werking treedt, gereed was,
1 bleek, dat de Rijksmiddelen A. tol F. voor
1925 7 millioen hooger konden worden ge
raamd dan voor 1924. De Rogcering heeft
toen besloten, dat bedrag aan te wonden
voor de in dienst zijnde ambtenaren en uit
sluitend voor het jaar 1925. Daarmee wordt
dus de korting getemperd.
Enkele weken geleden bleek nu, dal de
toestand der financiën nóg iels gunstiger
was dan de Regeering kon voorzien bij He
indiening der begrooling. Dit was het ge*
volg van de hoogerc opbrengst der Rij-
wielbelasling en van de lagere raming van
het tekort bij de spoorwegen. Ook dat be
drag zal worden aangewend tot (verdere)
tempering van de gevolgen dier nieuwe sa
larisrcgeling voor de gehuwden en kost
winners.
Verder kan de Regeering niet gaan.
Verder reikten de middelen der regeering
niet en verder reiken zij ook thans nieL
Valt de toekomst mede dan is de cerslq
mogelijkheid belastingverlichting. Een omt-
werp daarvoor ligt gereed en een paar an
dere zijn in voorbereiding.
De directe belastingen kunnen niet wor
den opgevoerd omdat deze economisch be
zwaar worden, gelijk spr. al vaak heeft be
toogd.
liet tarief wetsontwerp herstelt feitelijk'
alleen de verhoudingen van heb aandeel dor
inkomsten uit het tarief in dat der totale
inkomsten van den Staat. Wanneer de op
brengst van 39 op 54 millioen wordt gebracht
zal weer het oude percentage van 7,6 wor
den hersteld. In Engeland is dit cijfer 13
pCt.
Aan het verzoek om een bepaaldon ter
mijn in de wet vast te leggen, kan spr. niet
voldoen. Het twijfelachtig of do Kamer zicli
met zoo'n beperkte werking zou vereenigd
hebben. Vroeger heeft de Kamer een opccn-
tenregeling van tijdelijken aard niet aan*
vaard.
De wijze van voorbereiding van dit onfc
werp is geweest precies als die van allo an
dere op dit gebied, èn onder Picrson, èn
onder Kolkman èn onder Trcub. Treub hand
haafde de 5 pCt. maar breidde het aantal
artikelen uit en verhoogde hier cn daar tot
20 en 30 pCt., zelfs éénmaal tot 50 pCt., pre
cies juist voor hetzelfde artikel waarvoor
spr. thans 50 pCt. voorstelt. (Gelach).
Minister de Vries heeft twee heffingsnor
men overwogen, n.l. van 6 en van 12 pCt.
Dit heeft vele bezwaren in de praktijk. Van
1917 tot 1924 is de technische inrichting, dë
nomenclatuur gelijk gebleven. Bij herhaling
is met handel cn industrie voeling gehouden
over de technische herziening. Natuurlijk
bestaat er verschil van opinie bij de deskun
digen Herziening is al jaren en jaren ge
vraagd en ieder die do praktijk kont, be
grijpt niet hoe men deze wet heeft kunnodi
toepassen.
De heer DRESSELHUYS (v.b.) Maar zij
behoefde er toch bij de Kamer niet doorge»
jaagd te worden.
Da Ohxiiteiijk Nationale Werkmansbond.
Onder voorzitterschap van den heer P. J.
Nahuysen is gisteren te Utrecht de 30ste
Elijkeche vergadering van den Christelij-
Nationalen Werkmansbond begonnen,
egenwoordigd waren 83 afdeelingen.
Uit de jaarverslagen bleek, dat 8 nieuwe
afdeelingen tot den Bond zijn toegetreden.
ontvangsten bedroegen f 14.838, de uit
gaven ruim f 12.000.
De begrooting werd .vastgesteld tot een
bedrag van f 11.650 aan ontvangsten en
uitgaven.
De middagvergadering werd bijgewoond
door minister J. Th. de Visser. De voorzitter
herinnerde er aan, dat Z. E. thans 30 jaar
Aan den Bond verbonden is en dankte hem
foor alles wat hij voor den bond heeft
gedaan.
Besloten werd een telegram van hulde
aan de Koningin te zenden.
Vervolgens hield de heer J. R. Bakker,
Ud van de Tweede Kamer, een inleiding
pver de ziekteverzekering.
Met algemeene stemmen werd de volgen-
De motie aangenomen:
De vergadering, enz. gehoord de inlei
ding en bespreking inzake het voorontwerp
llekte- en ongevallenwet, betreurende, dat
aan do voorbereiding van genoemd voor-ont-
jrerp een grondig (toderzoek naar de wer
king van de particuliere ziekteverzekering
On de plaats welke fleze in ons Volkslevon
(nneemt blijkbaar ontbroken hoeftspreekt
als zijn meening uit, dat naast de onovcr-
komenlijke bezwaren, zooals de samenkoppe
ling van de ongevallen- en ziekteverzeke
ring, de collectieve verzekering, welke tal
van arbeiders buitensluit, alsmede de mis
kenning van de rechten der arbeiders, die
ttlt het systeem-Aalberse voortvloeien, bo
vendien do moe*t onnatuurlijke weg gevolgd
Wordt door bij de ziekteverzekering de be
gaande maatschappelijke organen uit te
fluitenen is daarom van oordeel, dat bij
de uitschakeling van de ziekenkassen niet
alleen een grievend onrecht wordt gepleegd,
'doordat mede daardoor de ziekteverzeke
ring onnoodig omslachtig en duur gemaakt
wordt, en dringt om deze redenen krachtig
aan op invoering van de Ziektewet-Talma,
aangevuld in den zin als door minister Aal-
berBO d.d. Juni 1920 is voorgesteld, en be
sluit, deze motie ter kennis te brengen van
'de regeering en de Staten-Generaal.
Na eenige besprekingen werd het rapport
goedgekeurd waarin geadviseerd werd, over
te gaan tot de instelling van eon kinderher-
stèllinge- en sanatoriumfonds voor de léden
Tan don bond. Dc heeren F. Hartsuiker, uit
Zutphon; F. A. M. Wessel on J. C. Heer-
land, uit Amsterdam, werden aangewezen
om de noodige maatregelen te nemen tot
uitvoering van de plannen.
Vervolgens werd behandeld het rapport
inzake het kleingrondbezit in Nederland.
De conclusies werden goedgekeurd, en
besloten werd, dat het hoofdbestuur zich in
(lezen tot de Regeering zal wenden
Overgegaan zal worden tot de herziening
tin het sociaal program, waartoe een com
missie benoemd zal worden.
Vervolgens sprak minister De Visser een
kort woord
Het hoofdbestuur zal onderzoeken, wat in
8o verschillende gemeemton voor dc volks
huisvesting wordt gedaan.
De zetel der Alg. Ver. voor Bloem
bollencultuur.
Men schrijft ons uit Hillegom:
Nu de gemeente Heemstede 8000 vierk.
meter grond in erfpacht aanbiedt voor de
vestiging van den zetel der Alg. Vereeniging
voor Bloembollencultuur in Heemstede her
inneren alle Hillegommers zich wat hier
indertijd is gedaan om de vereenigingszetel
hier geplaatst te krijgen. Er wordt gezegd,
dat Heemstede's aanbod het eenige is. Dat
Is onjuist!
De gemeente Hillegom heeft f 50.000 aan
geboden en ingezetenen van Hillegom, Lisse
ën Sassenheim hadden er verscheidene dui
zenden voor over. Het juiste cijfer is nooit
officieel bekend gemaakt, maar met elkaar
bood men 80 a 90 duizend gulden aan voor
een centraal gebouw te Hillegom. Dat is
door MARGARET PEDLER.
Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT.
61)
Zijn slem was niet hartstochtelijk, maar
«r kwam iets in zijn gezicht, in zijn heeie
houding, dat anders was dan de hartstocht -
looze kalmte Yan zijn antwoord. De ziel van
den man een ziel in onuitsprekelijke fol
tering worstelde om zich be uilen, wor
stelde tegen de boeien, waarin zijn ijzeren
wil haar geketend hield.
Sara kon het voelen, die laaiende vlam
binnen dat stalen pantser, en zij werd over
weldigd door medelijdien en erbarmen.
„Garth! Garth! Maar er moet toch een
verklaring voor zijnl. Je was jezelf niet
op dat oogenblikl O zeg het.me toch
Zij kon niet verder; haar armen waren
smeebend tot hem opgeheven.
Toen zij tegen hem aanleunde, was het of
oen riddering door zijn heele lichaam liep;
de trilling van spieren, die door riemen
weerhouden worden. Zijn vuisten balden
zjch en le nagels drongen in het vleesch.
Toen hij sprak, had zijn stem een luiden en
bijna aanmatigenden klank. De gefolterde
ziel was weer in haar gevangenis terugge
drongen.
„Ik was volkomen mijzelf, dien nacht
de grens ik wist volkomen wat ik
jkod, geloof mij." Ben raadselachtige glim
lach krulde zijn lippen. „En wat verklarin-
Een of verontschuldigingen betreft, de krijgs
raad heelt alles wat mogelijk was, aange
voerd. Ik, werd niet doodgeschoten, zie jel"
Er was iets wreeds in de openlijke ver
achting van deze woorden. Hij slingerde ze
haar toe als een hoon, een spot voor het
medelijden, dat haar gedreven had met
smeckende, uitgestrekte handen naar hem
toe te komen.
„De barmhartigheid, die zij mij betoon
den, was niet gering," vervolgde hij. „Die
viel op mij als de spreekwoordelijke milde
regen. Ik heb oen massa om dankbaar te
zijn, vindt je niet?" zei hij ruw.
„Ik ik weet met wat ik denken moet!"
barstte zij uit. „Dat jij j ij zoo laag moest
vallen -zoo afschuwelijk laag."
„Een man doet heelwat, als het om een
leven gaat, begrijp je," opperde hij met
moeite.
„Waarom zeg je zulke dingen?" vroeg zij
op scherpen toon „Wil je me nog slechber
over je laten denken dan ik al doe?"
Hij deed een slap naar haar toe en keek
haar aan met helderen, harden blik.
„Ja, dat wil ik," zei hij met groote be
slistheid, „Ik wil, dat je zoo slecht van mij
denkt, als je met mogelijkheid kunt. Ik wil,
dat je goed beseft met wat voor een lafaard
je beloofd hadt te trouwen en wanneer je
dat alles goed ingezien hebt, zul je alles
van mij wel kunnen vergeten en met een of
anderen knappen, jongen kerel trouwen, die
niet uit den dienst ontslagen is.
„Zoo lang als ik leef zal ik nooit kunnen
vergeten, dat ik een lafaard heb liefgehad."
Horbend kwamen de woorden haar over de
lippen. Toen sloeg zij plotseling de bevende
handen voor haar gezicht, alsof zij hem niet
langer kon aanzien, en een droge snik welde
haar in de keel.
Hij maakbe een snelle beweging naar
haar toe, maar hield zich in bedwang en
bleef daar onbeweeglijk staan; alleen zijn
handen, die stijf langs zijn lichaam neer
hingen, openden en sloten zich krampachtig
en zijn oogen Menschelijke oogen moes
ten nooit een uitdrukking van zoo onuitspre
kelijke foltering kunnen hebben.
Toen Sara eindelijk haar handen lerug-
trok en hem weer aankeek, stond zijn ge
laat strak als een masker; de lippen waren
even opgetrokken, op een manier, die deed
denken aan een dier, dat hevige pijn hoeft.
Maar zij was zelve zóó gewond, dat zij niet
kon zien, hoe oneindig grooter nog zijn
wonde was.
„Ik, ik geloof, dat ik je haat," fluister
de zij.
Zijn spieren schenen zich te ontspannen.
„Ik hoop, dat je dat doet," zei hij op vas-
ben toon. „Dat zal beter zijn."
Iets in de kalme gelatenheid van zijn
woorden stemde haar zachter, minder
bitter.
„Al het andere al het andere zou ik
geloof ik hebben kunnen dragen, Garth."
Er klonk iets als een smeeking in de zacht
gesproken woorden. Maar hij lette er niet op
en bleef bitter en onverschillig tegenover
haar zachtere gestemdheid.
„Dan is het maar goed, dat het niet „al
het andere is. Anders" zed hij met een
bitteren grijnslach „kon je je misschien
gebonden voelen door je al te snelle belofte
mijn vrouw te worden."
Zijn blik vloog over haar gelaal, spottend,
hoonend. Ilij had haar getroffen, waar zij
het meest kwetsbaar was; haar beschuldigd
waar haar aangeboren oprechtheid moest
toegeven, dat zij zich niet verdedigen kon,
en zij deinsde terug bij zijn woorden, bijna
alsof zij een slag had gekregen.
Het was waar, dal zij haar belofte in den
blinde had gegeven, in onwetendheid van
wal de feiten waren; maar dat kon haar
niet vrijspreken. Garth had haar de belofte
niet afgedwongenzij zelve had die spon
taan gegeven, en niet gedacht aan de moge
lijkheid, dat hij zich schuldig zou hebben
kunnen maken aan de eenige zonde, waar
voor in haar oogen geen vergiffenis mocht
bestaan.
„Ik weet het," zei ze haperend. „Ik weet
het. Je hebt het recht mij aan mijn belofte
be herinneren. Ik, ik beschuldig mijzelf. Het
is afschuwelijk zijn belofte te breken."
Zij zweeg een oogeriblik en stond met ge
bogen hoofd; haar instinct het eens gegeven
woord niet le breken worstelde met het ge
voel van afkeer, dat Garths lafhartige daad
haar inboezemde. Toen zij weer opkeek, lag
er een eigenaardige weemoedig-vastberaden
uitdrukking in haar oogen.
„Een huwelijk zou voor ons nu toch al
leen maar ellende beteekenen." Zij sprak
klaarblijkelijk met moeite. Het scheen alsof
zij zich dwong tot woorden, waarvoor haar
diepste innerlijk terugdeinsde. „Maar ik heb
je mijn belofte gegeven en wanneer je, wan
neer je mij daaraan wilt houden.
„Ik denk er niet aan!" viel hij haar
heosch in de rede. „Die angst kun je je spa
ren. Je bent vrij, zoo vrij alsof wij elkaar
nooit hadden ontmoet. Ik ben bereid le bui
gen Yoor je besluit, dat ik niet geschikt ben
om met je te trouwen."
Een korte zucht van onuitsprekelijke ver
lichting kwam haar van de lippen. Als hij
het al hoorde, gaf hij daarvan toch geen
blijk. Hij wendde zich af, al9of hij wou
heengaan, en zei:
„En nu geloof ik, dal dit alles is, wat wij
elkaar te zeggen hébben."
„Het is nog niet alles," zei ze bijna on«
hoorbaar.-
„Wal? Is er dan nog meer?" Weer had
zijn slem dien onbeschaamden. ironischen
klank, die haar striemde als een zweep,
„Heb je de volle diepte van mijn misdaad
nog niet gepeild?"
„Neen. Er is nog één ding. Je zei, dat je
me liefhadt?"
„Dal deed ik, dal doe ik nog, wanneer ton
minste zoo iemand als ik zulke verheven
adspiraties mag hebben."
„Dat was een leugen. Zelfs daarin,"
haar slem haperde „zelfs daarin heb je
me bedrogen."
Het was alsof de bevend uitgeslooien
woorden doorzijn pantser van vlijmend
cynisme heendrongen.
„Neen, dó&rin was ik ten minste eerlijk
tegenover je." De loon van bitberen spot, die
in zijn vorige woorden had geklonken, was
nu plotseling verdwenen, verstomd, ge
smoord, en de kalme zekerheid van deze
woorden gaven Sara de overtuiging van hun
waarheid en ontroerden haar lot in hot
diepst van haar ziel.
„MaarElisabeth?Je hadt haar
toch vroeger lief. En liefde kan niet sterven,
Garth."
„Neen," zei hij ernstig. „Liefde kan nd<*
sterven. Maar wal ik voor Elisabeth voelde,
was geen liefde; geen liefde, zooals jij en
ik daaronder verstaan. Hel was de vurige
hartstocht van een jongen voor een buiten-*
gewoon mooie vrouw. Zij was een ideaal, ilq
bekleedde haar met alle goede eigenschap
pen en deugden, die haar schoonheid scheen
be beloven. Maar de Elisabeth, die ik liefhad,
bestond niet."
(Wordt vervolgde