Abdijsiroop
De Kluizenaar van Far- End.
No 19822
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 22 October
Tweede Blad. Anno 1924.
f UIT DE RAADZAAL1.
FEUILLETON.
Die hardnekkige
morgen-hoest
is hinderlijk en vermoeiend.
Neem daarvoor de onvolprezen
TWEEDE KAMER.
onvermijdelijk. Er is geen andere weg meer
open dan deze. Uitvoerig gaat spr. allerlei
punten na om te betoogen, dat nergens meer
belasting is te heffen. Tegen iedere be-
lastingverhooging komt verzet en zij is
daardoor onmogelijk geworden. Men ziet
't al weer bg de verhooging van den tabaks
accijns. Wil de linkerzijde medewerken aan
een tariefsherziening in Engelschen geest?
Spr. gelooft het niet Om onzen internationa
len handel, om onze boeren en om onze
huisvrouwen hebben wij het thans voorge
stelde tarief noodig ook om het Engelsche
stelsel te ontgaan. Dit tarief zal den wereld
vrede niet verstören, wat wel het geval zou
zjjn met het Engelsche.
De tariefsherziening is fiscaal, in een
belastingstelsel, waarbg hij zich neerlegt,
omdaj' de nadeelen geringer zgti dan de
voordeelen.
Ten slotte de retorsie. Met protectie of
vrijhandel heeft dit niets te maken. Een
protectionistisch stelsel heeft geen retorsie
noodig. Spr. beroept zich op het woord
van den Minister van Binnenlandsche Zaken,
I in zake het afsluiten van verdragen op den
voet van meestbegunst gde natie.
I De oppositie tegen dit ontwerp staat
buiten verhouding van de belangrijkheid
van dit ontwerp. Het verkrijgen van de
-meest begunstging word trover het algemeen
overschat. Het bezit daarvan wordt dikwijls
van twijfelachtige waarde, omdat men toch
wel kans zag door splitsing der tarief-
kosten Nederland de mcest-begunst ging te
laten, maar toch te treffen door hoogere
tarieven. De Minister van Buitenlandsche
Zaken maakt zich eigenlijk van de zaak af.
Van een góed-ingericht tariefstelsel, dat
grondslag kan zijn van onderhandelingen,
verwacht spr. veel meer dan van de Trijheid
aan de regeering gelaten om maatregelen
te treffen.
Uit financieel oogpunt acht hij dit ont-
werp alleszins aannemelijk.
De heeren Mac Donald en Herriot waren
t9 Genève zoer vóór ontwapening, maar met
sancties en de heer Herriot, die volgens
prof. Van Embden een vrgzinnig-demcciaat
is, was vooral vóór militaire sancties, (ge
lach).
De heer DE MONTfi VERLOREN (a.-r.)
constateert, dat de linkerzijde liet politieke
clement heeft gebracht in oen aangelegen
heid, die vr(j van politiek moet blijven. Hg
betreurt die houdinp ten zeerste en meent,
dat zg onbillijk Is. Vervolgens behandelt
hij de rede van den heer Van Gijn, die z. i.
eert verkeerde scheidingslijn trok tusschen
protectie en vrijhandel. Van de prgsverhoo-
gingen, dio het gevolg zouden zijn van
deze tarief verhooging, valt weinig te voor-
j spellen. Dat die verhooging niet zal zijn
I wat men ter linkerzijde vreest, acht hg
buiten twg'fel.
De financieelc toestand des lands eischt
nog steeds groote voorzichtigheid van de
ltegcering. Spr. is er b.v. niet gerust op,
dat ,de hoogere opbrengst der inkomsten
belasting over 1925, die op f 5 millioen is
geraamd, niet; te gunstig is geacht. Spr.
voorziet van de wederopleving van Duitsch
land een enorme concurrentie voor ons land
en het is zaak dat de Regeering daartegen
waakzaam is.
Onjuist acht hij de voorstelling dat dezo
belastingiverhooging dient om bezuiniging te
voorkomen. Juist wanneer het ovenwicht ij
hersteld, zal reorganisatie van den Staats
dienst dringend noodig zijn om nieuwe te
korten te voorkomen. Het zal noodig zijn
onze financicele handelingen te herzien en
het is een belangrijke taak dat de Regee
ring tracht de financiën des lands op bete
ren voet te schoeien. Zij verdient daarvoor
den dank van ons land.
De heer KERSTEN (Staatk. G-eref. Par
tij» meent dat de vrijhandelaar eer conser-
calief is te noemen, omdat hij vasthoudt
aan den ouden vorm van de nandelspolitiek.
Met de vrijstellingen gaan de vrijhandela-
ren editor ook niet accoord cn zij juichen
dus niet iedere vermindering van tarief toe.
Niet afschaffen van het bestaande is dus
eigenlijk de leuze. Wat in de historio aan
grenzen is ontstaan, is de wil Gods, en wij
moeten die eerbiedigen cn niet trachten te
vevfiauwen Principieel is hij dus niet tegen
dit ontwerp al kent men het protectionis
tische tendenzen toe. Aan ernstige bezwa
ren is reeds veel tegemoet gekomen do
bestrijding is te hoog opgevoerd en spr.
ziet niet in dat verhooging van 5 tot 8 pCt
een ramp is voor ons land. Het nadeel voor
den landbouw wordt alweer ontkend. Wat
baat de goedkoopte als er werkeloosheid
is? De Regeering moet echter voorzichtig
zijn en alleen in geval van nood met belas-
tingverhooging komen. Spr. neemt dus aan
dat die nood er was en hij hoopt dat de
Regeering thans ernstig naar belastingver
laging zal streven.
De storting van 12 millioen voor hot
Ouderdomspensioen kan zijns inziens nog
wel wat waohten en hij vraagt den Minister
dit te overwegen.
Mej GROENE WEG (S.-D.) ziet in de vrij
stellingen, die do Minister voorstelt, al het
bewijs, dat men prijsstijging vTeest van, de
belaste artikelen. Sommige loden vertellen
ons,1 dat de binnenlandsche artikelen niet
duurder zullen worden. Door de positieve!
mededeolingen daaromtrent van den heer
v. d. Heuvel is spr. niet overtuigd. Artike
len als reuzel zullen stellig duurder wor
den. De prijsstijging der buitenlandsche ar
tikelen zal herhaaldelijk de prijzen der bin
nenlandsche artikelen doen stijgen. Met cfd
optimistische beschouwingen van den heer
v. d. Heuvel gaat zij dus niet mee. Do kapi->
taaisvorming, die de heer v. d. Hcurel
wensclit, zal allerminst bevorderd worden
door deze tariefvorhooging. Men is aan de
rechterzijde altijd voor de behartiging der
groote gezinnen, maar wat de betcekenis
is van de loonpolitiek met kindertoeslagen
zullen de ambtenaren nu wel gaan begrijp
pen. De moeders van de groote gezinnen
zullen nu het gelag betalen. Do regeoring
ziet niets van de huidige prijzen, want an
ders zou zij niet zoo cynisch zijn tegenover
de ambtenaren. Spr. wijst op het gebruik
van boter, melk en eieren, dat zeer sterk
is teruggeloopeji, als gevolg van de prijs
stijging en van de verlaging der salarissen.
Ten slotte verklaart zij zich vierkant to
gen dit ontwerp.
De heer SMEENK (A.-R.) bestrijdt ook
nog eens de opvatting, dat dit ontwerp pro
tectie is. Protectie zou 20 pCt. tarief pas
kunnen heden.
Vervolgens gaat spr. na hoe vóór den
oorlog in Duitschland de toestand was. De
loonen waren daar 30 pCt. hoogor dan hier,
maar het leven was er nicl 30 pCt. duur
der. Echter is een beroep op de enquête
van vóór den oorlog van weinig bofceeikenis
meer omdat de toestanden zeer zijn veran
derd.
Het matige recht, dat thans wordt voor
gesteld, zal de prijzen niet noemenswaard
doen stijgen. De tariefverhooging op nij
verheidsproducten kan zelfs leiden tot prijs
verlaging.
De heer v. d. WAERDEN (S.-D.) acht
finanoieol deze wet niet noodig. De Minis
ter heeft zijn bewijs daarvoor niet voldoen-1
de geargumenteerd.
Do vraag van protectie of vrijhandel is
niet een rekensommetje van 5 of 8 pCt.,
maar wel he tvolgen van een richting en
het kan niet ontkend worden, dat dit ont
werp in de richting van protectie gaaf.
Het betoog van den heer De Montó VerLo-
ten acht hij onjuist. De tendens tot verhoo
ging zal niet alleen uitgaan van do tarief
verhooging, maar van alle verhoogiingen,
die het gevolg zijn van het tarief. De fa
brikanten zullen gebruik moeten maken vaa
duurdere producten en indirect stijgt do
prijs van hun producten.
Vervolgens bestrijdt hij tal van passages
uit de redevoeringen der verdedigers van
het ontwerp, o.a. ten aanzien van de hou
ding van het Ned. Landbouwcomité, da£
zich wel degelijk tegon deze wet heeft ver
klaard.
De Minister van Financiën, de heer COJ
LIJN, is aan het woord, maar zal heden'
zijn rede aanvangen. Spr. betuigt thans zijn
dank voor den hem verleenden steun. Hij
zegt niet te zullen wijzen op enkele pun
ten, want hij dient nog heden een nota
van wijziging in. Spr. zal behandelen den
financieelcn toestand, de wijze van voor
bereiding, de technische inrichting der wet,
het karakter van het tarief, het duurte-ar-
gument on de internationale beteeke-nis.
De vergadering wordt verdaagd tot heden
Óén uur
De gemeentelijke dienst voor
sociale zaken de Diefsteeg
verbinding Maresingel-
Langegracht een interpel-
latie-v. Eek.
De jongste agenda was als het ware een
peulschilletje oftewel gesneden koek. Geen
wonder daarom, dat om vijf uur voor het
laatst de voorzittelijke hamer viel. Niette
min heeft onze praatgrage raad af en loe_er
weer heel waf afgekeuveld en meermalen
overbodig. Waarom b.v. bij de kwestie vai^
de naamsverandering van de Diefsteeg
cenige malen hetzelfde moest worden ge
zegd"? Als een bet zegt, is het toch vol
doende
Maar volgen we de agenda, voor zoover
we aanleiding vinden het een en ander op
te merken.
Aanvankelijk liep alles van een leien
dakje. Geen stagnatie bij de Ingekomen
Stukken, een vlot verloop bij de stemmin
gen. Hiét amendement v. Stralen op de in
richting van den Gemecnt. Dienst voor so
ciale zaken, waarover vorig maal de slem-
men hadden gestaakt, viel nu met 1715
itemmen, waarmee in ieder geval de entree
der politiek in dezen nieuwen lak van
dienst wordt gestuit, al is deze dan helaas
niet geheel uitgesloten. Z. h. sl. werd daarop
besloten tot de oprichting, Leiden is dus nu
officieel een nieuwen, zeer belangrijken tak
van dienst rijker, waarvoor zich goede
aspecten openen.
Hierop volgde de Dtefsteeg-affaire, een
o.i, wel wat heel erg opgeblazen iets. Hier
bij vielen twee stroomingen te onderschei
den, een die bezwaar had tegen steeg, een
die bezwaar maakte tegen het gedeelte
„Bief". ]Wat het eerste betreft, bij inwilli
ging van naamsverandering had men vrij
wel een verandering over de gansche linie
mogen verwachten. Waarom toch van de
Diefsteeg een straat gemaakt en van de an
dere stegen niet? Buiten Leiden is in bree-
den kring bekend genoeg al zijn er na-
luuuriijk uitzonderingen te vinden dat
hier vrijwel alles „steegt". En wat het
tweede betreft, al is de naam niet fraai, zou
men werkelijk buiten Leiden kunnen geloo
ven, dajt de naam Diefsteeg aangeeft, dat
daar „dieven" wonen? Och kom,
Zeer ad rem wees de voorzitter zoowel als
de wethouder er op, dat de zaken er lot
welstand en bloei zijn gekomen.
Met 1715 stemmen werd tot handha
ving van den naam besloten.
Toen kwamen we tot de brandstofver-
strekking tijdens den winter aan werkloo-
aen tegen gereduoeerden prijs van Novem
ber tot einde Maart. Evenals vorig jaar stel
den B. en W. inwilliging van het verzoek
voor. Hiertegen was geen oppositie. Alleen
Ywam de heer v. Stralen met een amende
ment dat een kleine uitbreiding beoogde,
n.L verstrekking ook nog in April, zoo het
weer daartoe aanleiding geeft, zulks ter be-
oordeeiing van B. en W. Hoewel niet direct
geuit, voelde men over en weer de politiek
op den achtergrond om af en toe naar
buiten be treden aan het slot van het debat.
Waarom B. en W. zoo halsstarrig weiger
den om ©enige toezegging in dezen te doen,
al begrijpen we levendig, dat zij voor het
amendement niets voelden, geleerd door de
ervaring van dit voorjaar, ontgaat ons. Dat
zou heel wat beter indruk hebben gemaakt.
En te meer, waar het een secret de polichi-
nolle mag heeten, dat, zoo het weer in begin
April aanleiding daartoe geeft, nog wel iets
gedaan worden zal en moet. Met 1913
stemmen sneuvelde het amendement Van
Stralen.
Nadat daarop weer eendge punten glad
ondier den hamer waren doorgegaan kwam
het hoofdpunt der agenda: een nieuwe ver
binding van den Maresingel naar de stad.
Op zien zelf vond liet voorstel van B. en W.
weinig bestrijding en tenslotte ging het er
met vlag en wimpel door. Alleen de heer
Eerdmans was pal tegen, sprak zelfs van
wegsmijten van het benoodigd bedrag van
f23.000, waartegen de heer Huurman fel
opkwam
door MARGARET PEDLER.
Giauloris^rte verlating van W. E. PONT.
GO)
Zij stond op, en liet doodsbleek©, verwil
derde gelaat keek een oogenblik smachtend
naar waar Far End in-het zonlicht op de
rots baadde. Toen tolde zij rond, tastend
naar iels, dat haar steunen kon, en zakte
ineen op den grond.
loen zij weer bij bewustzijn kwam, Im>
zij te bed in Elisabeths kamer in het hotei.
iemand had de zonneblinden gesloten, om
hot helle licht buiten te sluiten, en in het
halfduister voelde zij, dal zachte handen
bezig waren haar gezicht te beletten met
iets geurigs en koels. Zij opende de oogen en
koek in het gezicht van Elisabeth, die zich
over haar lieon boog, heel vriendelijk en
teer als een madonna, die zich over haar
kind buigt.
„Voel je je beter? "De lieve, bekende
slem bracht haar ineens tot het besef van
«'at er gebeurd was. Het was dezelfde slem,
die, voordat bewusteloosheid in haar er
barmen een oogenblik vergetelheid had ge-
bracht, Sara's ooren had gepijnigd met een
ongelooflijke, monsterachtige geschiedenis,
een nachtmerrie verhaal van wat er ge
beurd was op een afgelegen post ergens ver
in Britsch-Indië.
De bijzonderheden van het verhaal waar
den alle dooreen in Sara's geest; maar toen
2,J langzamerhand haar bewustzijn volko-
De beer Eerdmans grondde dien tegen
stand vooral daarop, dat de door B. en W.
geprojecteerde nieuwe weg niet direct leidt
naar het centrum der stad, terwijl B. en W.
uitgingen van het stelsel, dat de nieuwe
weg behoort te komen ongeveer in het mid
den der nieuwe wijken, achter den Mare
singel verrezen. Het gelijk is o. i. geheel in
dezen aan de zijde van B. en W. Dat mid
den van die wijken blijft, het centrum van
een stad is altijd heel betrekkelijk.
Daarnevens kwam eenig verzet van den
heer Groeneveld. Hij wilde het plan van
B en W. wel accepteeren, maar als nood
maatregel. Later zou dan iets anders ge
vonden moeten worden, zich daarbij scha
rende aan de zijde van den heer Eerdmans,
of liever dezen achter zich plaatsende,
(want hij etsohte voor zich de eer op, dezo
kwestie te hebben geëntameerd.
Yan zijn standpunt uit, had de heer Groe
neveld wellicht wijzer gedaan, ook tegen
te stemmen, want het aanvaarden van B.
en W.'s voorstel, dat ook nog maar voorloo-
pig is, want later zal eerst door verbree-
ding de nieuwe weg kunnen worden, wat
deze moet zijn, schakelt o.i. vermoedelijk
1 andere plannen uit. Wat wij niet zoozeer
1 betreuren, want ook wij gelooven met den
I lieer Knuttel, dat in de toekomst de weg
Noord-Zuid moet aansluiten op Hooigracht
cn vandaar naar de Korevaarstraat, niet
op de Hoogl. Kerkgracht.
En dan was er nog, we hebben het reeds
even aangeroerd, de kwestie van de „eer"
>an dit voorstel. Betrekkelijk genomen van
weinig belang, want het komt er immers
maar op aan, dat de weg er komt, doch aan
den anderen kant is het zuur, wanneer men
al langen tijd zich op zoo iets heoft gewor
pen en na eigen voorstellen door den raad
te hebben zien verwerpen, een vrijwel gelijk
voorstel van B. en W. te zien aannemen,
al zijn B. en W. geneigd de eer te deelen,
gelijk het den heer Groeneveld verging.
Hij gai een lang stuk historie maar hij
heeft nu eenmaal niet het oor der vergade
ring en verweet B. en W. allo initiatief
uit den raad te doodenvooral als het
van zijn uitgang, vulde de heer Dub-
beldeman aan. Dit werd ulttoraard ont
kend, maar in algemeenen zin, d.w.z. ont
daan van bepaalde partij of zoo, is er o.i.
tooh wel iets waars in.
Men zou het iets typisch steedsoh kun
nen noemen, want ook eldora verneemt
men, in dezen geest, klachten.
Hiermee was de agenda afgewerkt en
kwam men aan de rondvraag plus aanhang.
Ditmaal bestond die aanhang uit vragen van
den heer v. Eok, die uitdijdden tot een in
terpellatie. 't Ging over het officieel rond
zenden doo" B. en W. door den voorzit
ter, daarop kwam liet tenslotte neer van
een Chr. jeugdblad, genaamd „Oranje Bo
ven", tijdens de 3-October-fcestcn, waarin
uitdrukkingen tegen de S.D.A.P. als „ge
spuis" etc., dus van beslist beleedigenden
aard. Op zichzelf getuigt dit reeds voldoen
de van de „opvoedende kracht" voor de
jeugd van zoo'n schendblad. Dé heer v. Eek
was zoo verstandig den voorzitter persoon
lijk geheel buiten de kwestie te laten, wel
begrijpende, dat deze den inhoud niet had
gelezen, een inhoud trouwens, waarvoor
men zich bij beide Chr. partijen in den raad
gelukkig bleek te geneeren en dien men da»*
ten zeerste laakte, maar hij vroeg toezeg
ging, dat in den vervolge zulke geschriften
niet meer zouden worden* rondgestuui/i on
der officieel couvert en met portvrijdom.
De voorzitter stelde zich daartegenover op
hot standpunt, dat hij verplicht is, alles
wat voor de raadsleden wordt gestuurd, het
doet er niet toe wat er in staat, door te
zenden of in de leeskamer'te leggen. Zoo
niet direct zichtbaar is, dat het een reclame
is of zoo, zal hij het eerste doen. Hiermee
heeft de voorzitter wel het ruimst mogelijke
standpunt ingenomen, maar o.i. tevens zich
zelf voor de toekomst in een moeilijk par
ket gebracht, 't Is lang niet uitgesloten,
dat hij heel wat°klandizie zal krijgen als
distribueerder van allerhande stukken voor
do raadsleden.
Bleef de heer v. Eek waardig en kalm,
do heer Groeneveld kwam weer eens door
eenige insinuaties de atmosfeer bederven.
Nog een onbeduidende feest-naklank, door
men terugkreeg, begonnen zij hun juisten
vorm en plaats weer in te nemen en plot
seling stond de geheel e waarheid haar weer
voor den geest. Haar hart kromp ineen.
Zij kwam met moeite overeind, steunend
op haar el boog, en keek met angslig-smee-
kende oogen Elisabeth aan.
„Elisabeth, is het waar? Is het alles
waar?"
Dadelijk hield Elisabeths hand de hare
omsloten.
„Lieveling, je moet trachten het onder
oogen te-zien," haar stem beefde eea
weinig „je moet trachten mij te vergeven^,
dat ik het je verteld heb. Maar ik kon je'
niet in onwetendheid Garth Trent laten
trouwen, is het wel?"
„Is liet dus waar? Werd Garth voor den
krijgsraad veroordeeld en en ontslagen
uit den dienst". Sara zonk in de kussens
terug. Toch flikkerde er diep in haar nog
een sprankje van hoop. Tegen alle redenee
ring in, tegen alle verstand in, verzette haar
geloof zich tegen de biltere weienschap, dat
Garth schuldig zou zijn aan wat in haar
oogen de eenige onvergeeflijke zonde was.
Onvergeeflijk! Dat 'woord bracht weer een
nieuwe overweldigende reeks van gedachten I
Zij dacht er aan, hoe zij Garth had verteld,
dat ze er niet om gaf wat zijn schuld was
geweest, hoe zij hem had gedwongen te ge
looven, dat niets haar liefde voor hem kon
veranderen, dat niets haar verlangen ora
zijn vrouw te worden en zijn last te deelen,
kon wegnemen. En toch, nu het verborgene
van zijn leven haar geopenbaard was, deins
de zij er voor terug, walgde zij er van! Al
haar beloften van trouw en geloof stortten
nu reeds ineen onder de verpletterende
waarheid.
den heer Dubbeldeman ter tafel gebracht
en het was uit. Echter met een na-incident,
want de voorzitter had mevr. v. Itallie niet
geantwoord op haar opmerking over de im-
moreele sensatie-vertooning van Wolly den
„hongerkoning", waarover mevrouw zeer
ontstemd was en wel e enigszins met reden.^
Hoewel het een kwestie is buiten den raad
om, alleen ter competentie van den burge
meester, pleegt deze anders toch wel eeif
antwoord te geven, zij het dan ook negatief.
RECLAME.
8430
(Zitting van gisteren.\
Interpellatie-Wijnkoop.
Aan de orde is: Behandeling van Het
verzoek van den heer Wijnkoop om ver
lof tot- het richten van vragen aan den
Minister van Koloniën, betreffende de aan
gekondigde maatregelen der Indische Regee
ring tot bestrgding van de volksbeweging
der arbeiders en boeren in Indië, speciaal
blgkbaar tot bestrgding van de Sarekat
Rajat. en van de Perserikatan Kommunist
India (P. K. L)
Het verzoek wordt toegestaan.
De VOORZITTER stelt voor deze in
terpellatie te houdef? op een nader te be
palen dag.
De heer WIJNKOOP (0. Fr.) vraagt
deze interpellatie te houden na de Tarief-
wet.
De VOORZITTER zal dat overwegen.
Nieuwe Tariefwet.
Voortgegaan wordt met de behandeling
van het ontwerp tot vaststelling eener
nieuwe Tariefwet.
De heer VAN VUUREN (R.-K.) betoogt
dat deze wet niets met protectie heeft
te maken ondanks he| bewijs, dat de heer
van Ggn daarvoor meent to hebben gegeven
in zijn laatdunkende rede tegenover teder
die het niet met hem eens is. Wie het
niet met den heer van Gijn eens is, heet
idioot of dom of wordt afs oneerlijk ge
kwalificeerd. Onbehoorlgk acht spr. ook
het optreden van het Ned. Landbonwcomité,
dat niet een pro en contra-redenaar liet
spreken; maar slechts één, die overtuigd
vrghandelaar is, n.1. baron van Weideren
Rengers. Zoo handelt alleen een bestuur,
dat zijn vereeniging tot een bepaalde uit
spraak wil dwingen.
Het is van belang; dat de daden der
rechterzijde niet verkeerd worden uitge
legd. Ter wille van de waarheid geeft de
rechterzijde geen anderen naam aan deze
wet, dat zij me&it dat zg verdient. Fiscaal
en technisch is deze herziening en anders
niet. Als het anders was, zou de rechter
zijde het zeggen. Zg is er altijd rond voor
uitgekomen wat zgl wilde.
Do oude wet was zeer gebrekkig en
al zal z^j thans nog niet ideaal zgn, zg
zal zeer veel verbeterd zgn. De bescher
ming die deze wet brengt, is gelgk aan die
der bestaande wet en is slechts een neven
werking van de wet. De wet is niet opgezet
als protectionistische wet. Men kan een wet
te ver doorvoeren en zijn doel voorbirj schieten,
gelijk met enkele belastingwetten rees het
geval is. Dan kan deze wet ook een pro
tectionistisch -karakter krggen, maar dat
is nog niet het geval.
Om te komen tot het financieel evenwicht
in ons land is verhooging van het tarief
Zij wilde het zichzelve nog niet beken
nen, en zocht wanhopig het te verzachten
en le verontschuldigen. Toen zij Garth die
onstuimige verzekering had gegeven, dat zij
hem volkomen vertrouwde, had zij met geen
mogelijkheid kunnen droomen van zóó iets
leelijks en onwaardigs als de werkelijkheid
nu bleek te zijn. Vaag had zij verondersteld,
dat hij uitgeslooten was Ier wille van e>en
of andere roekèlooze, verkeerde .daad, die al
leen al door de onbezonnenheid er van ver
giffenis verdiende.
En in plaats daarvan: dit! Deze lage,
armzalige zwakheid, waarvoor zij in haar
hart geen vergiffenis kon vinden.
In den'maalstroom van haar gedachte/»
werd zij zich bewust, dat Elisabeth zich
over haar boog en haar woeste, ongcloovige
vragen beantwoordde.
„Ia, het is waar," antwoordde zij op be
slisten toon. „Hij werd door don krijgsraad
veroordeeld en uit den dienst ontslagen.
Maar als je er nog aan twijfelen mocht,
vraag het hem dan zelf, Sara."
Sara wrong de handen. Haar oogen schit
terden koortsachtig in het witte, vertrokken
gelaat.
„Ja, ik zal het hem zelf vragen," Zij
hijgde eenigszins. „Je moet je vergissen, er
moet- op de een of andere manier een af
schuwelijke vergissing zijn. Ik ben gek ge
weest; gek, dat ik het een oogenblik geloofd
heb." Zij liet zich van het bed glijden en
stond in uitdagende wanhoop vlak voor
Elisabeth. Hoor je wat ik zeg?" zei ze luid.
„Ik geloof het niet. Ik wil het niet gelooven,
tenzij Garth zelf mij vertelt, dat het
waar is."
„O, lieveling"Elisabeth' kromp even
ineen, maar haar pogen waren vriendelijk
en vol oneindig medelijdon. Sara was be
vreesd voor de medelijdende vriendelijkheid
in die oogen; de blik zeide zooveel sterker
dan woorden konden verzekeren, dat Garths
onschuld niet te bewijzen was. Als in den
droom hoorde zij Elisabeths geduldige slem:
„Ik geloof, dat je gelijk hebt. Vraag het hem
zielfmaar hij zal hét niet kunnen ontken
nen, Sara
HOOFDSTUK XXVIIf.
Vernietiging.
„Je hebt me laten roepen, hier ben ik."
De bruuske, kortaf-gesproken woorden
doodden het vage gevoel van hoop ,die Sara
nog had gehad, loen zij op Garths komst zat
te wachten. Zijn slem, de harde, koppige uit
drukking op zijn gelaat, zijn koude, korte
manier van spreken, alles was het teeken
van onheil voor de vrouw, die alle stemmin
gen en gewaarwordingen van den man, dien
zij liefhad, had leeren onderscheiden bij den
eersten oogopslag.
„Ja, ik" heb je laten roepen," zei ze. „Ik,
ik, ik heb Elisabeth gesproken, Garth."
„Ja?" Alleen die éénlettergrepige vraag
als antwoordniets meer.
Sara wrong de handen ineen. Garth had
iels ongenaakbaars, zooals hij daar stond;
kalm, onbuigzaam, wachtend wait zij hem
te zeggen had.
Met moeite begon zij weer;
„Zij heeft mij verteld van iets iete,
dat met je gebeurd is, vroeger."
„Zoo? Er is oen heeleboel met mij ge
beurd vroeger. Wat was het in 't bijzon
der, dat zij je verteld heeft?"
Zijn spottende toon prikkelde haar tot
rechtstreeksche beschuldiging.
„Zij heeft mij verteld, dat je voor den
krijgsraad bent gedaagd en je ontslag uit
den dienst had gekregen voor lafheid."
De woorden kwamen langzaam, hortend
over haar lippepn.
„Ah....hl" Hij haalde met moeite adem
en een grauwe schaduw trok over zijn
gelaat.
Sara wachtte, wachtte in zoo'n hevige
spanning, dat het bijna ondraaglijk was, of
hij verontwaardigd zou ontkennen of in
woede zou opvliegen, zooals men kan ver
wachten van een onschuldig man, die een
dergelijke beschuldiging te hooren krijgt.
Maar noch het oen, noch het ander ge
beurde. Stilzwijgen, een eindeloos, doodeUjk
stilzwijgen, terwijl Garth onbeweeglijk slaan
bleef, haar aanziend, zijn gelaat asch-
grauw.
Het was onmogelijk de uitdrukking van
zijn oogen te verklaren. In dien koelen, sta
renden blik lag geen toorn, geen afschuw,
geen smeekbede, alleen een harde ondoor
dringbaarheid. die de ziel daarachter ver
borg voor de oogen van de vrouw, die
wachtte.
In dat stilzwijgen doofde de vonk van
hoop in Sara's hart. Zij wist nu, wist
even zeker alsof Garth haar geantwoord
had, dat hij niet ontkennen kon. Toch wilde
zij het hooren, wilde zij dien uitersten
angst voor wat hij zeggen zou doorstaan.
„Is het waar?" vroeg zij hem. „Is he#
waar, dat je ontslagen werd voor lafheid?'
Eindelijk sprak hij:
„Ja, het is waar."
(Wordt vervolgd).