No. 19821. DINSDAG 21 OCTOBER Anno 1924 Officieete Kennisgevingen. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIEN: 30 Cts. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs. Kleine Advertenliên, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en Zaterdags B0 Cts., bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer B Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummer» voor Directie en Administratie 175 en 1835 Redactie 1507. Postchèqua- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden 'ƒ2.35, per week 'f 0 18. Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week ..i.',, „0.18. Franco per post 2.35 portokosten. Bit nummer bestaat uit TWEE Bladen EERSTE BLAD. GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP Aan den gemeentelijken '.'lach winkel, Visohmarkt 18, tel. 1225, is WOENSDAG verkrijgbaar: SCHELVISCH k f 0.16-f 0.34 SOHOL k f 0.17—f 0.38, KABELJAUW k 10.40f 0.45 (geh. kabeljauw k f 0.33), TAR. BOT (bij aanvoer) k l 0.68 per pond en NIEUWE HARING k f 0.06 per stuk. N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester Leiden, 21 October 1924. V* HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeen© kennis, dat door hen aan J. E. E. Dinncwet en J. Kortenoeveu en rechtverkrijgenden vergunning is ver leend tot oprichting van een bewaarplaats voor benzine op het perceel Haag weg No 46, Sectie O. No. 704. N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. .VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 21 October 1924. Dr. Herman-Coster-Herdenkinfl. Hedenvoormiddag circa elf uur kwamen op het voorplein van het Universiteitsge bouw alhier een aantal vertegenwoordigers van corporaties en bijzondere personen bijeen, om een hulde te brengen aan de na gedachtenis van dr. Herman Coster ter ge legenheid van het feit, dat het heden juist 25 jaar geleden is, dal hij met vele andere dappere Zuidafrikaners en Hollanders in den slag bij Elandslaagle het leven liet. Dat hier dit feit werd herdacht, is te danken geweest hieraan, dat in den muur van het gebouw tegenover de Academie oen gedenksteen te zijner nagedachtenis is ge plaatst. Behalve de vertegenwoordigers van ver buigingen en corporaties, die met Zuid- Afrika in verband slaan, waren ook aan wezig tal van personen, die herinneringen aan dien tijd hadden bewaard, waaronder eenige oud-strijders, benevens de burgemees ter en een der wethouders van Alkmaar, de geboorteplaats van Herman Coster, de hee- ren mr. Wendelaar en Rengers, benevens de president-curator en de secretaris van het College van Curatoren, jhr. mr. dr. N. C. de Gijselaar en mr. A. E. Boddaert, de heer A. L. Reimeringer, wethouder dezer ge meente, benevens een aantal dames en hee- ren, onder wie vele studenten. Ook. buiten het hek van hel Universiteits gebouw hadden vele belangstellenden zich verzameld. Nadat de vele kransen voor hel gedenk- teeken op tafels waren nedergelegd, trad mr. J. C. Kakebeeke, uit Deventer, naar voren, om namens de leden van het Hol landercorps oud-strijders van Elandslaagte het woord te voeren ter herdenking van het feit, zooals hij zeide, dat het heden een kwart-eeuw geleden is, dat onze onvergete lijke luitenant dr. Herman Coster, met meerdere leden van ons corps, op het slag veld van Elandslaagte hun leven lieten in den strijd der beide kleine Zuidafrikaansche republieken legen het machtige Brilsche wereldrijk. Dit feit, meenden wij, aldus spr mocht niet onopgemerkt voorbijgaan, en het' doet ons dan ook weldadig aan, dal zoovelcn, die wij uilnoodigden bij deze herdenking aanwe zig te zijn, aan ons verzoek hebben gehoor gegeven. De groole schare aanwezige belangstel - lenden is ons het beste bewijs, dat nog steeds in ons Ncderlandsche volk natrilt die vloed van geestdrift, die het bezielde bij het mee leven van den ongelijken worstelstrijd van onze stamverwanten, en het beste bewijs, dat wij, leden van het Iloilander-corps, niet tevergeefs dien strijd hebben medcgeslreden. Ik behoef u niet te schetsen, wie en wat dr. Herman Coster geweest is. Zijn hoog staand en innemend karkter, zijn groote ta lenten, zijn schitterende loopbaan als Staats- procureur tijdens de vervolging van de Ja- nieson-raidors, zijn u allen bekend. Niet minder is u bekend van welke beleekenis dit karakter en die loopbaan van dezen voor- treffelijken Nederlander zijn geweest voor don naam van ons volk in het verre Zuid- Afrika. Een man als hij bracht den naam van ons geheele volk naar boven. Ik behoef u dit alles niet nader mee te deelen. Het zijn feiten van algemcene bekendheid, waar voor wij hem niet dankbaar gneoeg kunnen zijn. Waar ik echter hel onschatbare voorrecht heb gehad gedurende zijn laatste levensja ren, tot op het slagveld van Elandslaagte toe, dagelijks met hem om te gaan, daar is het mij een behoefte op deze plaats, die ook hem, als oud-Leidsch student', zoo dierbaar was, hem te belichten, zooals ik hem in den da- gel ijkschen omgang heb leeren kennen. Coster was een man van ongeëvenaard redenaarstalent. Zijn betoogtrant was een voudig, helder en onweerstaanbaar. Niet te verwonderen was dan ook. dat rechlzoeken- ®°n bij voorkeur hun belangen aan hem op droegen, toen hij aftrad als Staatsprocureur, zoadat hij binnen' korben tijd daarna een schitterende rechtspraktijk had. Dr. Coster was echter niet alleen eenvou dig in zijn betoogtrant, hij was ook, zooals hoogstaande mannen altijd zijn, eenvoudig van karakter. Juist daardoor won hij zeer spoedig hel hart van de Boerenbevolking. Of zijn cliënt een goudmagnaal uit Jo hannesburg of een achterveldsche Boer was, dat maakte ui de behandeling van hun be langen en van hun persoon niet het minste onderscheid; ja, ik kreeg wel eens den in druk', zeide spr. o. m dat de achlervelder met meer sympathie en tegemoetkoming be handeld werd dan de goudmagnaat. Dikwijls spraken wij in de jaren '98 en '99 over de toenemende kans op oorlog, en telkens viel het mij dan op, hoe toegevend en vredelievend zijn algemeene politieke op vattingen waren. Als wij. jongeren, ons geduld schenen be verliezen onder hel tergend gesar van Chamberlain en de zijnen, was hij het al tijd, die voor oogen hield, wat een oorlog in het algemeen en voor de Republieken in het bijzonder zou beteekenen. Hij doorzag hel en voorvoelde het naderend onheil. Wij niet. Zoo naderde dan eindelijk de ramp, niet tegenstaande van Transvaalsche zijde maar steeds door toegegeven werd. Ik heb reden te veronderstellen, dat ook dr. Cosier niet onschuldig was aan dit voortdurende toe geven. Maar het was nu eenmaal besloten, dat de Republieken zouden verdwijnen, zoo- dat zelfs hel uiterste toegeven niet hielp. Do door Engeland gewenschfce oorlog kwam. Hoe zou de houding van de Hollanders zijn, die bij duizenden in do Transvaal woon den? Zij behoefden immers niet mee te vechten, doch waren alleen verplicht, vol gens 's lands wetten en besluiten van d?n Uitvoerenden Raad, tot bewakings- en po litiediensten. Bij ieder commando vond men Hollan ders bij tientallen (men vergote niet The- ron's Verkenningskorps), maar wij, Preto ria-Hollanders, vonden het beter door een massale actie aan te tooncn, dat wij wilden deelen in het te wachten leed. Een gevoel van trots doorstraalt ons, oud-leden van het Hollandercorps, nog tot op den huidigen dag, wanneer wij er aan terugdenken, dat wij mee hebben gedaan aan deze mas sale actie, al eindigde zij na korten tijd in de nederlaag van Elandslaagte, waar ve len onzer sneuvelden en de meesten in krijgs gevangenschap geraakten. Dr. Coster werd een onzer vier luite nants, het Volksraadslid Verselewel de "WiTt Hamer onze kapitein, en Jan Lombard* ran Bethal, onze commandant Op den dag van het uitbrekon van den oorlog overschreden wij den historischen Laing's Nek, waar d£ overwinning van Amajuba was gevierd. Ai wat Emgelseh was vluchtte. Het maakte ons jongeren overmoedig. Niet aldus onze luitenant Coster. Hoe was hij veranderd sedert de oorlog onafwendbaar bleek! Anders zoo gemoedelijk en met groo- ten zin voor humor en opgewektheid, was hij dóór en dóór ernstig geworden. Het was of hij het naderende onheil voorvoelde. De slag van Elandslaagte begon. Spr. wilde waar nog zoovelen hem te kennen hadden gegeven, hier het woord te voeren, niet te veel van d& aandacht der aanwezigen vergen en moest dus verwijzen naar de voortreffelijke schets van dien slag, geschre ven door kapitein De Witt Hamer* en on langs algemeen verspreid. Slechts in kort© trekken schetste hij het verloop van den slag Hoewel gewond, wist ik, aldus spr., in de ingevallen duisternis te ontkomen. Hoe bit ter heb ik geleden, toen ik tijdens mijn vlucht de zekerheid verkreeg, dat ook Cos- Ier tot do gesneuvelden behoede, hij, de man, aan wien ik persoonlijk zulke gróote verplichtingen had, en dien ik dagelijks had leeren kennen als een der beste mcnschen, dien ik ooit op mijn levensweg had ontmoet. Heeft het leven en sterven van Coster ons kis te zeggen? vroeg spr. hierna. Zeer veel, zou ik zeggen, antwoordde hij, en vooral in lijden als wij thans beleven, nu, dank zij de jongste bijeenkomst van den Volkenbond te Genèvc, de begrippen van arbitrage, vei ligheid en ontwapening zooveel aan vast heid hebben gewonnen. Hoe zou dr. Cosier, tegen den oorlog ge kant als hij was, belang gesteld hebben in het werk van den Volkenbond! Welk een "prominent aandeel zou hij wellicht in dien arbeid gehad hebben, ware hij in leven ge bleven. Maar men begrijpe dr. Costers karakter wèl. Hij zou nimmer, ondanks zijn groote vredelievendheid, hebben kunnen meegaan met diegenen, die, zonder er op te letten hoe ver wij nog afstaan van den algemeenen wereldvrede, de ontwapening van hun va derland proclameeren. Zijn leven en sterven hebben ons geleerd, 1 het de plicht van ieder weldenkend dat mensch is om naar de mate van zijn krach ten dien wereldvrede te helpen voorberei den en bevorderen, omdat oorlog de vloek van de menschheid is; maar tevens dit, dat, zoolang die wereldvrede nog een ideaal blijft, het beter zoowel voor een volk als voor een individu is, om met eere te gronde te gaan dan met oneer te blijven voortleven. Dr. Herman Coster, aldus besloot spr., wij, uw medo-oua-strijders van Elandslaagte, brengen aan uw nagedachtenis op deze u zoo bekende plaats van uw geliefde Leidsche Universiteit een woord van eerbied en tevens van dankbaarheid voor alles, wat gij voor ons geweest zijL Wij zullen u* nimmer ver gelen. Ten slotte had spr. nog een verzoek le doen en wel d t. De oud-strijders van Elands laagte hebben zich tot laak gesteld om ter eere van hun gevallen krijgsmakkers op een daartoe zeer geschfkle plaats op het slagveld "een gedenkteeken op te richten. Reed3 is een groot deel van het' benoodigde bedrag bij een. Zij zouden zoo gaarne hunne nog in Zuid-Afrika wonende medestrijders binnen kort willen berichten, dat het geheele te* noödigde bedrag er is. De Engelschen heb ben tal van gedenkleekens voor hun ge sneuvelden opgericht; laten wij, Nederlan ders, niet langer achterblijven, en laat ons toonen, dat ook wij onze helden weten te eeren. Gij kunt thans, alzoo spr., de nagedachte nis van hen allen, dus ook van dr. Herman Coster, niet beter eeren, dan door voor dat doel een gift, "hetzij groot of klein, te doen toekomen aan de Nederlandsche Zuid-Afri- kaansche Yereeniging, Keizersgracht 141, te Amsterdam. Na deze laatste rede. wefke duor de aanwezigen met stille aandacht werd ge volgd, al viel het soms moeilyk om deze en ander6 sprekers te verstaan vanwege het gerq aan den overkant en het rumoer, dat later de leerlingen, die daar een school gebouw verlieten, maakten, (de politie had aan den kant der Academie het vervoer per as stopgezet). Nadat de heer Kakebeeke was uitge sproken, verleende prof. dr. P. J. Blok de navolgende sprekers nog het woord, die, vóór zij een krans hechtten aan den ge denksteen, in kortere of langere toespraken i de nagedachtenis van dr. Herman Coster j huldigden en met eerbied spraken van het j ideaal, waarvoor hij had geslredien en het i leven liet. Het eerst verkreeg nu het woord jhr. mr. De Jong, voorzitter van het Herman Coster-fonds, die er aan herinnerde, dat juist als een blijk van groote waardeering van dozen grooten Nederlander en acade mieburger liet Fondi was gesticht. Met stille vereering hechtte mr. De Jonge den eersten krans aan den gedenksteen. Uit naam van de Ned.-Zuid-Afrikaansche Ver- eenigiiig on van de Ned.-Zuid-Afrikaansche Voorschotkas sprak vervolgens prof. dr. J. W. Pont, eveneens den nog niet vergeten I held huldigend met een krans. Achtereenvolgens spraken vervolgens nog, ieder voor hun vereeniging een krans aan biedend, de hoeren vanwege het Algemeen Ned. Yerbond mr. P. J. de Kantcr namens erkentelijke Zuidafrikaners dr. W. J. Leyds, vanwege den Senaat der Leidsche Universi teit, de rector-magnificus prof. dT. A. C. Blok, namens het Besluursfonds voor Volks onderwijs in Zuid-Afrika dr. Mansfeit, na mens de Handelskamer* van de Unie van Zuid-Afrika de heer Spielhaas, namens het Leidsch Studentencorps de praescs de heer Dudok van ITeel, de directeur der Ned. Zuid- Afrikaansche Stoomvaartmaatschappij na mens de Zuid-Afr. Sludenlcnvereeniging te Amsterdam (S. A. S. V.), de heer Philips Bo>tha, namens de afdeeling Leiden van het Alg. Ned. Verband dr. Wicherink alhier, uit naam van het Delftsche Studentenverbond de heer Verhoef, terwijl eindelijk.de burge meester van Alkmaar, mr. Wendelaar, de rij der spr. sloot terwijl de wethouder de heer Rengers de laatste krans aan den ge denksteen hechtte Hiermede verklaarde prof. dr. P. J. Blok de eenvoudige, maar indrukwekkende plech tigheid voor gesloten. Het Leidsche Volkshuis. In de laatste decenniën der vorige eeuw drong onder den invloed van de veldwin nende humanitaire begrippen in de kringen der hoogere klassen en onder een groot deel der burgerij meer en meer het be9ef door, dat men jegens de arbeiders en de daar mede gelijkstaande klassen verplichtingen had, ook in dien zin, dat er iels gedaan moest worden in het belang van geestelijke ontwikkeling en zedelijke vorming en daar door tot verhooging van hun levensgeluk. Uit dat besef is ook geboren het Leidsche Volkshuis, de stichting, die morgen haar 25-jarig bestaan feestelijk zal herdenken. De stichting is tot stand gekomen op ini tiatief van die fieeren professoren mrs. H. L. Drucker, H. B. Greven en W. van der Vlugt. De akte van stichting werd opgemaakt door den notaris mr. J. A. F. Coebergh, die zich geheel belangloos met deze zaak belastte en het document kunstig gecalligrapheerd aan het bestuur ten geschenke aanbood. Omtrent de statuten der stichting was door de stich ters vooraf overleg gepleegd met degenen, die worden uitgenoodigd voor de eerste maal in het bestuur zitting te nemen en zich daartoe bereid verklaarden. Bepaald werd o. a dat het bestuur bestaat uit vijf tien leden. Daarvan zullen minstens twee moeten behooren tot het vrouwelijk geslacht,, terwijl ten minste drie zullen moéten behoo ren lot de arbeidende en daarmede gelijk staande klassen der bevolking. Met afwij king van den regel, dat om de twee jaren drie der bestuursleden aftreden, hebben de stichters levenslang sitting in het bestuur. Wanneer een vacature ontstaat, maakt hel bestuur een tweetal op en noodigt B. en W. dier gemeente Leiden uil, een keuze daaruit te doen. Van het allereerst optredend be stuur was prof. mr. H. L. Drucker voorzit ter, prof. mr. W. van der Vlugt ondervoorz., prof. mr. H. B. Greven penjiingm., terwijl mr. A. Engel als secretaris optrad. Nadat plan en inrichting van het gebouw na rijpe overweging door het bestuur, in hoofdtrekken waren vastgesteld, werd de leiding van den bouw opgedragen aan den heer W. C. Mulder, architect alhier. Met algemeene stemmen werd de betrek van directrice aangeboden aan mej. E. C. Knappert, destijds directrice van het Wijk- gebouw van den Protestantenbond alhier, die deze betrekking aanvaardde. Het monumentale gebpuw met twee groo te zalen voor lezingen, tentoonstellingen enz. en talrijke clublokalen, verrees aan den Apothekersdijk, terwijl op het overgebleven terrein aan de Haarlemmerstraat winkel huizen werden gemaakt, die aan de stich ting bleven behooren, en die konden wor den verhuurd, terwijl de huur dier winkels zou strekken om evenlucele tekorten op oe exploitatie le dekken. De bouwkosten en de inrichting van de verschillende lokalen werden in hoofdzaak door vrijwillige bij dragen en rentelooze voorschollen gedekt. Wijlen prof. Drucker maakte, door een vor stelijke gift vooral de stichting uit onbekrom pen beurs mogelijk. Op 22 October 1899 werd het gebouw na een korte toespraak van den voorzitter ge opend in tegenwoordigheid van den burge meester en verscheidene leden van het ge meentebestuur, vertegenwoordigers van cor poration, en andere genoodigden. De instelling mocht zich spoedig in de belangstelling van het deel van de Leidsche bevolking, waarvoor het weid geslicht, ver heugen. De verschillende kringen, die men onder het woord „volk" samenvat, vond men onder hen geregeld vertegenwoordigd. Het eerste jaar sloot do exploitatie met een tekort van even f 500, wat voor een stichting, die voel geeft en weinig daarvoor terug eischt, zeker een niet al le onbevre- digiyid resultaat. Van den aanvang af was in hel Volks huis huis dc gelegenheid geopend tot hel bij wonen van allerlei lessen in taal, lezen, schrijven, rekenen, fröbelen, vorsteUen, naaien, mazen, knippen, wasch op doen, gymnastiek, verbandleer, zang, meetkunde, boekhouden, moderne talen, enz., enz. Aanvankelijk kostten deze lessen 2Va ct. per les, in den loop der jaren opgevoerd lot 10 cents per les. Verder werden er verschil lende clubs gevormd, kosteloos rechtskun dig advies gegeven, voordrachten- en mu ziekuitvoeringen gehouden, tentoonstellingen aangericht en eindelijk bezit het Volkshuis een zeer bezochte leeszaal en een welvoor ziene bibliotheek. Dit programma, dat wij overnr«-?-en uit een der eerete jaarverslagen, kan óök nog gelden voor dezen tijd. Het laatste jaar- I verslag maakt melding van ongeveer dui zend deelnemers en deelneemsters aan de verschillende lessen en cursussen. In de i laatste jaren gaan ook geregeld clubs voor I eenigen tijd naar buiten en vinden een frisch en gezond buitenverblijf, op heb buiten Hoorne boeg van den heer en m?j. Pijnappel, te Hilversum. In de verslagen der laatste jiren wordt echter door het bestuur steeds met nadruk i gewezen op den hoogst ongunst gen finanti- eelen toestand, waarin zich het Volkshuis bevindt. In het laatste verslag wordt gezegd, dat de geldolijke nood thans zoo hoog is ge stegen, dat het een vraag wordt van z^jn of niet-zij'n. De schuldenlast, ont staan o.a. door den gedwongen aanleg van eleclrische installatie, gedurende de oor logsjaren, is thans geklommen tot circa f8000. Het zou voor het bestuur, alsmede voor de tjverige en sympathieke directrice, mej. Funke, dia in 1915 mej. Knappert, na haar benoeming van directrice van „Ons Huis", te Amsterdam, verving, een heerlijke voldoening zijn, indien dit jubileumjaar eens aanleiding kon wezen, dat volksvrienden I de financieele zorg der stichting kwamen verlichten. In ieder geval hopen wij, dat de Leidsche bevolking morgen met belang- stelling van dit jubileum kennis zal nemen -en dat velen het bestuur, de directrice en haar staf van medewerksters morgen op de I receptie geluk zullen wenschen en de lezing bijwonen van mr. dr. A. M. Joekes, uit Den Haag. Voor de avondbijeenkomst zal onze stadgenoot prot dr. K. H. Roessingh een herdenkingsrede houden. Wolly, de honoer„konin0". Wolly is verlost. Gisteravond heeft het uur der bevrijding geslagen. Vóór de Stads- zaal was het gedrang enorm. Stellig wacht ten daar eenige duizenden nieuwsgierigen op het oogenblik, dat Wolly het gebouw zou verlaten. Binnen was hel echter aanvanke lijk niet druk, doordat slechts weinigen zoo onverstandig waren f 1.50 le offeren voor een toegangsbewijs. Of ze gelijk hadden de afwezigen. Want er was toch eigenlijk bitter weinig te zien daar in de kleine Stadszaal. Wolly voelde zich blijkbaar zeer behagelijk in z'n kooi en bleef er, met een lachend ge zicht, zitten tot ruim 9 uur. Intusschen was een ruit uitgesneden en hem wat water, be nevens een glas room met suiker gegeven, terwijl vervolgens een jongeman, genaama BINNENLAND. Herdenking van den slag bij Elandslaagt» te Leiden. Het jubileum van het Leidsche Volkshuis De vliegtocht NederlandIndië wordt dit jaar vrij zeker voortgezet. De minister van Waterstaat heelt de ver wachting uitgesproken, dat de nieuwe pen sioenregeling voor hot spoorwegpersoneel te gelijk met de voorstellen tot wijziging van de Pensioenwet 1922 in de Tweede Kamer behandeld zal kunnen worden. Regeling van den arbeid in bloemenbinde. rijen. BUITENLAND. De Duitsche Rijksdag ls tenslotte ontbon den De politieke crisis in Zuid-Slavië. Besluiten van het radicale congres in Frankrijk. M&Uhè us, als lid der conlróle-commissie, de dwaasheid had aan Wolly, „namens het Leidsche publiek", een gouden zegelring le overhandigen. De overhandiging zeil inle- resseerl natuurlijk niemand, en ons aller minst, maar wij willen toch even opmerken dat de heer M. wel wat héél ver ging door zulks (e doen „namens het Leidsche pu bliek". Was het wonder dat vele aanwezi gen paf slonden en het brave contröle-lid flink werd gehoond? Even over negen toen er heel wal publiek was bij gekomen, door dat de toegangsprijs tot 35 cent was ver laagd wal zullen de liaanlje-de-voor9ten een spijt hebben gehad van hun haastige komst I werd de kooi geopend en liep Wolly, ondersleund door een tweetal per sonen, naar een kamerlje achter het podium waar de barbier gereed stond om hem een ietwat dragelijker aanzien te geven. Terwijl kort daarna nog honderden op de Breestraat stonden te wachten, vertrok hij door een achteruilgang naar hel slation. Ondanks 19 dagen hongeren en dorst lijden ging hij te voetl Merkwaardig. En merkwaardig was het trouwens ook dal Wolly onmiddellijk na z'n bevrijding reeds bonbons zal te eten. Men had ons van Fe voren zoo stellig ver zekerd dat lxet levensgevaarlijk voor hetn was, indien hij gedurende de eerste twee dagen iets anders dan room of melk zou gebruiken. Dr. E. A D. E. Carp, toegelaten als privaal-dooenl bij de faculteit der genees kunde, om onderwijs te geven in de klini sche psychiatrie, hoopt zijn werkzaamheden aan te vangen met het houden eencr open bare les op Vrijdag 24 October a.s., des na middags te kwartier over vier uur, in het klein-auditorium van hel Universiteits gebouw. Zaterdag 1 November is het vijf en twintig jaar geleden, dat prof. dr. J. M. Janse aan de universiteit alhier het hoog- leoraaTsambt m de plantkunde aanvaardde. Aanvankelijk bestond bij zijn amblgenooten, vrienden, oud-leerlingen en leerlingen het plan, hem op dien dag hulde te brengen, Daarvan is echter afgezien, omdat prof. Janse dezen dag onopgemerkt wenscht te laten voorbij gaan. De lustrumcommissie van het L. S. C. is mei haar plannen voor de viering van het lustrum Ier gelegenheid van het 350- jarig beslaan der Leidsche Hoogeschool na genoeg gereed. De luslrumleeslen zullen plaats hebben in Juni van Maandag tot en met Vrijdag Dal de datum thans nog niet kan worden vastgesteld vindl zijn oorzaak in hel openluchtspel, een avondopcnlucht- spel, gebouwd op een historisch feit uit den strijd lusschcn Spanje en Holland, eenigs- zins fantastisch uitgewerkt. Ten einde dit zooveel mogelijk tot zijn rechl te laten ko men is de afwezigheid van maanlicht ver- cischt. Aan de Sterrenwacht is verzocht te willen mededeelen wanneer zulks hel geval is. Wanneer dit bekend is, kan worden be paald in welke week de lustrumviering zal plaats hebben. Met het oog op de voorberei ding van dit spel, dal zal geschieden op hel terrein aan den ZoeteTwoudsche-Singu, waar het openluchtspel op 3 en 4 Oclober is opgevoerd, bevinden eenige leden der lus trumcommissie zich te Brussel. Door het collegium van het L. S C. zijn dezer dagen de tribunes, die pas hebben dienst gedaan, gekocht. De eerste dag van het lustrum zal vol gens de voorloopige plannen beginnen met de feestelijke inhaling der reünisten, waar na de praeses van het L. S. C. hen in hot groot-auditorium der Universiteit met een feestrede zal verwelkomen. Des middags ia

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 1