SIC TRANSIT GLORIA.
LONDENSCHE BRIEVEN.
voordat het te laat is!!
vastgelegd: een beroep op bet kiezersvolk
Maar jawel, nu aarzelt men weer die con
clusie te aanvaarden, want de rechter-par-
kijen vreezen voor zoo'n treden voot de kie
ners. Mogelijk is straks allo drukte voor
niets geweest en blijft alles bij het oude.
En kan straks de zaak van voren af aan be
ginnen. Leve de par tij-politiek
Regeeringscrises zijn er voorts nog in Zwe-
'den en Zuid-Slavië. In 't eerstgenoemae
land schijnt de oplossing nabij door een te
rugkeer van het socialistische ministerie
Branting, in het koninkrijk der Serven,
Kroaten en SI oven en kan de crisis tot olb>"-
lei incidenten voeren, waarvan de gevolgen
nog niet tc overzien zijn voor den ganschen
Balkan.
In Spanje gaat het met het directorium
al meer bergafwaarts. Het lijkt on6 toe, dat
het zelf gaarne terug zou willen, zoo het den
terugweg maar zag
En wanneecr we ten slotte nog wijzen op
de presidents campagne in Amerika, den
strijd in China en elders, dan meenen we
voldoende te hebben aangetoond, hoe i»—
menteel allerwege inwendig wordt gestre
den op eenigerlci manier.
(Van onzen Parijschon Correspondent).
(Nadruk verboden).
Parijs, 13 October.
Een aanzienlijke vreemdeling was afge
stapt in een van de allerduurste hotels van
Parijs, in de rue Rivoli, in gezelschap van
lijn secretaris, een Portugees. De bezoeker
was een Spanjaard en had zich onder den
naam en den titel: Comle de Madrid inge
schreven in hot bolel-regislcr. Hij maakte
enorme verteringen zoowel in als buiten het
hotel, en nog niet lang was hij hier of hij
had den weg naar Monlmartre gevonden.
Weldra was de graaf een van de meest ge
ziene personen in de dansgelegenheden lus-
schen de Chaussee d' An tin en den boulevard
de Clichy. Daar waar „le lout Paris" ver
schijnt: op de generale repetilies in de ge
subsidieerde schouwburgen, op de dancing
teas en in de mondaine restaurants van het
Bois, kon men geregeld den jongen graaf
zien.
Een eigenaardig avontuur zou oen einde
maken aan dit leventje-van-vroolijken-
Frans. De jeugdige edelman maakte het ook
weieens wat te bont, en na een zooveelste
flesch champagne te hebben geledigd ver
loor hij zijn onberispelijke houding, sloeg
een taaltje uit dat men niet van een aristo
craat zou verwachten en loonde een smaak,
welke al heelenal in strijd was met zijn af
komst en mot zijn bestemming. Zoo gaf hij
Lijv. als zijn liefste wensch te kennen om
in Parijs oen „boite de nuit" op te richten.
Doch men nam die uitlatingen niet au
Senieux, schreef ze toe aan de opwinding en
de enerveerende omgeving.
Op zekeren avond, een week ongeveer ge
beden, verliet de graaf zijn hotel op weg
naar dat centrum van donkerst Parijs, waar
hij sinds eenigen tijd een ziekelijk, ontaard
genoegen schepte in het ondernemen van
nachtelijke verkenningstochten. Onverge-
zeld slenterde hij in de rue des Francs-
Burgeois, en maakte daar kennis met een
keurig gekleed heerschap, dat blijkbaar met
hetzelfde doel als hij naar deze wijk geko
men was. Al spoedig bleek echter dat zijn
nieuwe kennis heel wat beter op de hoogte
was dan hij met de topografische en histo
rische eigenaardigheden der buurt. De
heeren gingen samen op stap. De vreemde
ling toonde den Spaanschen edelman de
place des Vosges, deed interessante verha
len over den kardinaal De Richelieu, gaf
jtllerlei geschiedkundige herinneringen en
anecdotes. Tot dusver was alles goed ge
gaan en de graaf amuseerde zich kostelijk
met de verhalen van zijn gids. Toen stelde
deze hem voor, om oen „historisch huis" te
gaan bezichtigen in de rue des Tournel les,
een huis, waar volgens hem Hendrik
IV o. a. veel over de vloer was gekomen.
In de rue des Tournelles, op het aange
wezen nummer, is een klein, vies kroegje.
J3e bezoekers traden cr binnen; veel bij
zonders was er niet Le zien. Maar de boven
vertrekken meende de nieuwe kennis, wa
ren heel merkwaardig. Samen stommelden
de beide heeren een smal houten trapje op,
dat naar de „koningskamer" heette te voe
ren. De Spanjaard ging voorop, en nauwe
lijks was hij hel vertrekje in kwestie bin
nengetreden of de deur sloeg achter hen
dicht en twee kerels, zeelui, richtten een
revolver op hem en rieden hem op weinig
vriendelijken toon aan om al het geld en de
sieraden, welke hij bij zich droeg, aan hen
al te geven. Een gewoon geval van afper
sing en berooving.
Doch het ging niet zoo vlot als de boeven
godacht hadden. Met een sprong was de
graaf bij het raam, rukte het open en begon
in de nachtelijke straat om hulp te schreeu
wen. Het toeval wilde echter, dat juist twee
politie-agenten langs kwamen, die het ge
roep hoorden. Zij stormden het trapje op, en
overmeesterden de schurken, die met een
stevig armbandje om de polsen werden weg
gebracht naar „monecrlje". De graaf van
Madrid kwam met den schrik vrij.
Of neennu begon eindelijk eerst
het avontuur voor hem. Want al was het
dan ook tegen wil en dank, hij kwam nu in
aanraking mot de politie. En een courant,
hot groote Parijsche dagblad „qui voit lout,
qui sait tout et qui dit tout" gelijk het
zelf van zichzelf te getuigen pleegt had
de lucht van het gebeurde gekregen en
bracht den volgenden morgen het heele ver
haar ervan in kleunen en geuren, het alleen
nog wat mooier en pikanter makend, door
er bij te fantajseeren, dat.het de Spaan-
sche kroonprins was, wien de onaangename
geschiedenis was overkomen. Natuurlijk
volgde er denzelfden avond nog een com
muniqué van de Spaansche ambassade,
waarin absoluut ontkend werd, dat de troon
opvolger hier het slachtoffer zou geweest
zijn van een ziekelijken lust in nachtelijke
avonturen in de crapuleuse wijken van Pa
rijs. De prins van Aöturiö, zoo werd er aan
toegevoegd, heeft de laatste weken Madrid
fcelfs geen oogenblik verlalon. Eategorischer
kon het al niet.
Het gevolg was, dat heel Parijs geïntri
geerd was door de vraag wie zich dan wel
in werkelijkheid achter het incognito „Graaf
van Madrid" verborg. Het hotel, dat tot
nu toe het volste vertrouwen had gehad in
zijn defligen gast, liet het gepeperde reke
ningetje naar de kamers brengen, doch dit
kwam onbetaald terug. Had men dan met
een oplichter te doen? liet geval werd steeds
geheimzinniger. Tenslotte ging zelfs dc mi
nister van Binnenlandsche Zaken zich er
mee bemoeien, en het resultaat van het offi
cieel onderzoek was, dat de autoriteiten
aanleiding vonden om dezen onnutten
vreemdeling, die aansloot gaf met zijn nach
telijke boemel-partijen, een briefje thuis te
sturen, waarin hem bevolen werd om
binnen de 24 uur het land te verlaten.
Hel land uitgezet! Het meest vernederen
de wat iemand wel kan overkomen. Want
dezen maatregel neemt men alleen tegen
lieden, die Frankrijk in gevaar brengen of
wel zoozeer zich misdragen, dat men hun
gedwongen aftocht noodzakelijk acht.
Nu zouden we misschien nooit van het
geval gehoord hebben, en nimmer de echten
naam van den graaf hebben vernomen, in
dien deze laalsle, in misplaatslen overmoed,
niet had bekend gemaakt wie hij was. De
boemelende jonkman, wiens hoogste aspira
ties waren om een nacht-gelegenheid in
Monlmartre op le richten, was.... prins
Louis Ferdinand van Orleans Bourbon, in
fant van Spanje, kleinzoon van koning
Louis-Philippe van Frankrijk. Hij is een
zoon van prins Antoine, infant van Spanje,
hertog van Galliera, en van prinses Eulalie
de Bourbon, infante van Spanje en hertogin
van Galliera, zuster van koning Alfonso
XII. Hij is een kleinzoon ook van den her-
log van Monlpensier, van koningin Isabella
II, etc., etc.
Het land uitgezet wegens onzedelijken
levenswandel en wangedragEn tegelij
kertijd kon men in de Spaansche staatscou
rant lezen, dat de koning den infant al zijn
rechten en titels heeft ontnomen, aangezien
hij zich deze onwaardig heeft getoond
Gold het oen anderen buitenlandschen
prins, dan zou de geschiedenis nog minder
pijnlijk zijn. Vooral in Parijs zwerven zoo
veel telgen rond van vorstenhuizen, die in
deze woelige tijden aan lager wal geraakt
zijn en degenereeren. Doch dit is meer dan
oen bladzij chrcnique scandaleuse uit de
Gotha. Het is, weer ©ens, een treffend
staaltje van wat er over is gebleven van de
Bourbons en de Orleans, door alle eeuwen
wollige koningen van Frankrijk. Een van de
laatste stamhouders van 't geslacht: de
hertog van Montpensier, broeder van den
koning, is enkele maanden geleden overle
den: mijnheer wascommis-voyageur
voor een automobiel-fabrikant. Thans is
Louis Ferdinand, als een „ong-ewenschte
gast", die aanstoot gaf aan de openbare eer
baarheid, het land zijn land uitgezet
onder escorte van twee gendarmes. Zijn
hotel-rekening heeft hij niet oens kunnen
betalen, want do maande!ijksche toelage
van 40,000 frs., welke hij genoot, had mon
seigneur opgemaakt met zijn talrijke vrien
den en vriendinnen van Monlmartre, waar
hij zich „thuis" voelde, klandizie, zoekend
voor zijn nieuwe onderneming: „Au Roi-
Riant".
Ziedaar liet laatste hoofdstuk van het zoo
schoon begonnen geschiedenisboek „Le
Livre d'Or des Rois de France" .Sic transit
gloria
LEO FAUST.
(Van onzen Londenschen Correspondent.)
De vronw in h6t bedrijfsleven.
Londen, 14 October 1924.
Is er wel een 9lad in de wereld, waar
vrouwen zoo ruim deelnemen aan het be
drijfsleven als in Londen? Die vraag stelt
men zich vaak wanneer men 's morgens
in bus, tram of ondergrondse hen trein op
weg is naar het werkcentrum van de stad.
De bus, de tram, het treinrijtuig bevat meer
vrouwen dan mannen. Een groot deel van
de VTouwen verlaat het voertuig aan een
station van het „West End", waar zij als
verkoopsters werken in de winkels. Maar-
een niet gering deel blijft zitten tot de
„City", waar de kantoren zijn van handels
huizen, bankiers, scheepvaart- en verzeke
ringsondernemingen. Zij vertegenwoordigen
te zamen een nieuw type vrouw, dat zich
vooral gedurende en na den oorlog heeft
ontwikkeld. Velen zijn jong, anderen vaa
önschatbaren leeftijd. Meestal zijn zij met
zorg gekleed; het is le zien aan de uiter
sten; haar schoeisel is de uitkomst van
practischen zin en elegantie. En dat meng-
sel van utiliteit en sierlijkheid vindt men
in het gansche beeld van „the business girl"
terug. Zij draagt kleine, geestig gevormde
hoeden op een „bobbed of shingled" hoofd.
Sommigen hebben een kleine „city-bag" bij
zich, welke zij, zoodra zij op haar gemak
zitten, met keurig gehandschoende handen
openen om er brieven of couranten uit tc
halen Zij hebben zich een pose aangewend
van onverschilligheid en zakelijkheid, de
zelfde, die in de mannelijke Engelschen zoo
sterk opvalt. De lijn van den mond is vaak
energiek en vastbesloten, hetgeen trouwens
een kenmerk is van vele Engelsche vrou
wen, Ilaar intree in het domein van den
man heeft haar ook iets mannelijks gegeven
in haar houding, kleeding en manieren.
Wanneer men in het bedrijfsleven zelf
met deze vrouwen in aanraking komt, dan
ondervindt men, dat zij zeer zelfbewust
zijn maar ook wat de Engelschen
noemen „selfconcious", d.w.z. dat zij haar
eigen persoon geen oogenblik kunnen ve_-
geten. Het laatste maakt verlegen en om die
verlegenheid te verbergen overdrijven zij
haar zelfbewustheid, zoodat zij hooghartig
schijnen. De wijze, waarop een verkoopster
in de voornaamste afdeelingen van groote
warenhuizen een klant behandelt, zou noch
een patroon noch het publiek in Holland
kunnen bekoren. Er is een zekere mate van
onverschilligheid en afwezigheid in haar
houding, welke weinig bevorderlijk zijn voor
den omzet Maar dat optreden van de ver
koopster behoort min of meer bij de manie- f
ren van het land en het heeft als zoodanig
de sanctie van het gebruikelijke.
In de „City" is de positie anders. De
meeste vrouwen, die wij in den trein heb
ben gezien, werken in de City-kantoren als
machineschrijfslers en (of) stenografen. Of
zij hebben ander emplooi, dat nauwgezet
heid of machinale reactie eischl; twee din
gen, waarvoor de vrouwelijke geest, naar
de ervaring heeft geleerd, zich somtijds goed
leent. Er zijn uiteraard ook vrouwen ge
noeg in de kantoren van de „City", die zich
een verantwoordelijke, organisatorische of
administratieve positie hebben kunnen ver
overen. Aan deze kan men merken, dat de
emancipatie der vrouwen nog jong is. Haar
houding verraadt het. En al is dit verschijn
sel zeker niet tot Engeland beperkt, het is
er, vanwege het groote aantal vrouwe»!,
dat mannen in goede betrekkingen heeft
vervangen, het meest opvallend. Indien- ge
u uw kleinheid niet bewust zijt, dan zal de
officieele vrouw w een postkantoor of de
verantwoordelijke vrouw op een handels
kantoor ze u leeren. De attentie, welke zij
u geeft, is sober, haar woorden zijn wei
nig cn bondig. Het is duidelijk, dat haar
houding een gevolg is van overdreven eigen
waarde en van de vrees, dat ge haar als
vrouw niet op haar waarde in haar positie
zoudt kunnen schallen. Indien de emanci
patie der vrouw een eeuw oud was, dan
zouden haar bondigheid en haar pijnlijke
zelfbewustheid afwezig zijn.
Maar nu moeten wij ons afvragen of de
emancipatie wel ooit haar-eeuwfeest zal
vieren. Niemand minder dan miss Bondfield,
een onder-minister in het huidige Britsche
kabinet, heeft haar sterke stem gevoegd bij
het koor ,dat zingt om terugkeer van de
vrouw naar den huiselijken aard, de keu
ken en de wasch.
Van den dag af waarop een meisje voor
het eerst op een schrijfmachine leerde tik
ken en dat was lang nadat Betje Wolf
en Aagje Deken haar romans in brieven
schreven en lang nadat Rosa Bonheur haar
wilde veulens en paarden schilderde
heelt men bij herhaling hooren twisten over
de vraag of de vrouw tevreden moet zijn
met de huishouding of dat zij de wereld in
moet gaan om „carrière te maken". Het is
een onderwerp dat ruim gelegenheid geeft
voor discussie. Aan beide zijden zijn vele
en goede argumenten aan te voeren. Maar
het is meer dan twijfelachtig of het geschil
punt ooit zal worden opgelost De minst ver
starden onder ons zullen graag willen toe
geven, dat een vrouw, even goed als een
man, het volste recht heeft de bijzondere
talenten, welke zij bezit, voor haar ambi
ties of haar glorie uit te buiten. In de laat
ste jaren is dit trouwens in ruime mate ge
schied; en hier evenals in andere lan
den vindt men tegenwoordig vrouwen in
posities, welke een vroegere generatie zich
niet zou hebben gedroomd. Maar afgeschei
den van deze bijzondere gevallen, zijn er
ook onder de vrouwen niet veel, die heil
zien in een vrouwelijke emancipatie, die in
haar consequenties tenslotte het huishouden
bijna zou uitschakelen. In dit land zijn er
symptomen genoeg aan le wijzen voor een
ontwikkeling in die richting. In het Noor
den van deze stad. in de omgeving van St.
John's Wood, werden eenige jaren geleden
enorme blokken „flats" opgericht voor al
leen-wonende, werkende vrouwen. De term
„alleen-wonende vrouw" alleen verdort de
ziel. De blokken waren terstond boordevol.
En ze slaan cr nu als monumenten van de
moderne emancipatie, zonder luister en
zonder hoop. Toch; wanneer ge die; koele
hallen betreedt, zult ge leeren, dat de wer
kelijkheid heler is dan de schijn, althans
hier. Want in de lange donkere gangen,
waaraan, de zeshonderd „flats" liggen, staan
soms kinderwagens.en bijwijlen hoort
ge door de steënen wanden heen het gekraai
of geschreeuw van een kindje, dat als mu
ziek in uw ooren klinkt
De kinderen in de „flats" zijn het
symptoom der reactie. Wij hebben in deze
kwestie telkens actie en reactie gehad. Reeds
vóór den oorlog baanden vrouwen, niet te-
vree met haar successen in de wereld der
wetenschap, zich een weg naar de „City"-
kanloren. De komst van „the business girl"
bereidde de komst voor van de „vrijgezelle".
Maar zoodra haar eisch voor politieke ge
lijkheid was ingewilligd, begon de reactie
zich te doen gelden. De lof van het vrouw-
i zijn en van het huiselijk leven werd gezon
gen. En nu heeft miss Margaret Bondfield
zelve, de eerste vrouwelijke minister, hel
i oude geschil doen herleven door te verkla
ren, dat de vrouw, die de functies van haar
sexe vervult en haar leven wijdt aan het
opvoeden van het gezin en het maken van
flinke karakters, het schoonste werk van de
wereld doet. Zij vreest helaas dat velen van
haar geslacht voor het werk niet meer ge
schikt zijn.
Het merkwaardige is, dat de uitlating van
de vrouwelijke minister, welke reeds dateert
van eenigen tijd terug, niet zooals men
zou hebben verwacht het strijdpunt weer
in al zijn felheid doen ontbranden. Eenige
vrouwen, die trots-zijn op haar emancipatie,
hebben weliswaar een protest doen hooren,
maar van een eenigszins georganiseerd ver
weer in het kamp* der moderne vrouwen is
geen sprake geweest. Moet deze lakschheid
uitgelegd worden.als een teeken, dat men in
het hart miss Bondfield gelijk gaat geven?
De huisvrouw zelve heeft het natuurlijk te
druk om zich in het dispuut te mengen.
Het is niet mijn bedoeling geweest het
geschil in Nederland, en vooral niet onder
mijn lezeressen, wakker te maken. Ik mag
cr geen oordeel over uitspreken; de zaak is
veel te omvattend en gewichtig. Misschien
is tusschen de regels door te lezen, dat ik
geneigd ben aan den kant van miss Bond
field te gaan staan. Ik ben een man en
de aard verloochent zich niet. Maar het was
slechts mijn bedoeling de kwestie van de
vrouw in het bedrijfsleven weer te geven,
zooals ze zich hier in Engeland doet gelden,
waar ze met de gebruikelijke openhartig
heid, welke haar het best dient, wordt be
sproken.
RECLAME.
Hoesten is een verschijnsel van den
strijd, dien het lichaam voert tegen
alles wat de ademhaling belemmert.
Zuiver Uw luchtwegen en kom
de natuur te hulp met de slijm-
oplossende en ontsteking genezende
D« groote fiocoDB
lijn voordctHgeji
8275
SCHEEPSTIJDINGEN.
ROTTERDAMSCHB LLOYD.
TABANAN, thuisr., pass. 16-10 Tcrim.
SAMARINDA, thuisr., pass. 16-10 Perim.
INSULINDE, thuisr.. 17-10 v. Singapore.
DJEMBER, thu'sr., 17-10 te Marseilla.
TJER1MAI, uitr., 17-10 y. Colombo.
PATRIA, 18-10 y. Rott. tl Batavia.
HOLLANDAMERIKA LIJN.
LEERDAM, Roti d. New Orleans, 16-10 v.
Vigo.
DINTBLDIJK, 15-10 v. Roti te Seattle.
IJSSELDIJK, 16-10 y. New Orleans- n. Rott
HOLLAND—BRITSCH-INDIE LIJN.
SOMMELSDIJK, thuisr., i7-10 te Pondi-
cherry. t
STOOMVAART-MIJ. „NEDERLAND".
SEMBILAN, 16-10 y. Amsi n. Hamburg.
KONINGIN DER NEDERL, thuisr., 16.10
y. Colombo.
JOHAN DE WITT, Ihu'sr., 18-10 te Genua
verwacht. j
KON. WEST-IND. MAILDIENST
VAN RENSSELAER, 15-10 v. Barbados a
Amsterdam.
STOOMVAART-MAATSCHAPPIJ „OCEAAN"
MELAMFUS, Java a Amsi, pass. 17-10
Gibraltar.
AUTOLYCUS, Japan a Rott.i 16-10 te
Penang.
PALAMED, Java n. Aunt., pass. 17-1Q Gi-
KON. HOLL. LLOYD.
ORANIA, thuisr., 17-10 v. Leixoes.
MAASLAND, uitr., 16-10 te Pernambuco.
FLANDRIA, uitr., 17-10 y. 'Bahia.
ZAANLAND, thuisr., 20-10 bij Las Palmas
verwacht. i
BOE ROE, thuisr., 15-10 v. Penang.
STOOMVAART-MAATSCHAPPIJ „OCEAAN"
CITY OF PEKING, Japan n. Rett, 15-10
y. Colombo.
NEDERL. EN VREEMDE SCHEPEN.
SLIEDREQHT, New-Orleans a Vigo, was
16-10 340 mijlen v. Bermuda.
PROOYON, 16-10 y. Rott. te Montevideo.
Wm VAN DRIEL Sr., 16-10 v. Tunis a
Rott
IJSELDIJK, 16-10 v. New-Orleans a Rott.
MERAK, 16-10 v. Sydney C. B. n. Montreal.
CLIFFWOOD, 16-10 v. New-Orleans n. Rott
ALDEBARAN, 16-10 v. Montreal n. Antw.
KARL HANS, 14-10 v. Norfolk a Rott
MAASBRUG, 15-10 v. Quebec a Rott
IJSELHAVEN, 15-10 y. Quebec n. Bremen.
WINTERSWIJK, Rott a Montreal, pass.
16-10 Belle Isle.
TRECARRELL, Port Plrie n. Rott., 14-10
y. Port Said.
SANTA THERESA, 13-10 v. Santos a Rott
BLAIRGOWRIE, 15-10 v. Rott. te Quebec.
GRENA, 16-10 v. Rott. te Quebec.
ALF, 15-10 v. Rott te Quebec.
GRELHEAD, 16-10 v. Baltimore n. Rott
BALUCHISTAN, 16-10 v. Rott te Quebec.
KATE, 16-10 v. Sydney C.B. n. Rott
HELENE, 15-10 v. Braila te Hamburg.
Verwachte Nederlandsche passagiers- en
postschepen, met den datum van ver
moedelijke aankomst.
Van Oost-Indië.
JOHAN DE WITT, 25-10 te Amsterdam.
TABANAN, 25-10 te Marseille; 1-11 te Rott.
KONINGIN DER NEDERL., 31-10 te Genua;
8-11 te Amst.
INSULINDE, 8-11 te Marseille; 15-11 te
Rott
Van West"Indië.
VAN RENSSELAER, 31-10 te Amsterdam.
Van Zuid-Amerika.
ORANIA, 20-10 te Amsterdam.
GELRIA, 9-11 te Amsterdam.
VOLENDAM, 11-11 te Rotterdam.
Van Noord-Amerika.
ROTTERDAM, 3-11 te Rotterdam.
RECLAME.
MIJNHARDT's
- Zenuw-Tabletten 75
Laxeer-Tabletten. .60"
Hoofdpijn-Tabletten co*
BU Apotli-en Drogisten.
8281
Over Liefde en nog een
paar andere dingen.
door AMY VORSTMAN—TEN HAVE.
Liefde1 Wat een afgezaagd onder
werp
Is er ooit over eenig ander ding meer
geschreven mefc minder kennis van zaken 1
Liefde is gemeen goed...», 1
De benaming is versleten op de lippen
van de heele menschheid......
Dichters raken er over in vervoering
Het onbenulligste broodschrijvertje ge
bruikt de Liefde (mefc een groote L) als
voedingsbodem voor de baccillen van z'n
kwijnende fantasie.
Liefde is een etiket, dat in de meeste
gevallen verkeerd opgeplakt wordt.
Het is een schuilnaam voor hartstocht,
voor flirt, voor eigenbelang en nog een
heeleboel meer
Dat is liefde met een verkeerd fabrieks
merk
De kwaliteit deugt niet en het stempel
evenmin.
Het is de vrees voor onszclven en de
lafheid,, die op den bodem van onze ziel
ligt en die on3 doet krimpen voor Let
oordeel van onze medemenschen, die ons
liefde laat huichelen, waar niets meer dan
dan sleur cn gewoonte zijn overge
bleven van een gevoel, dat ook in den
eersten aanleg met liefde niets uitstaande
had.
Liefde kan niet in een adem genoemd
worden met vriendschap, adoratie, kame
raadschap, verliefdheid of welke andere
menschelijke aandoeningen ge maar beden
ken wilt. Liefde is een ding apart. Hot
staat alleen en er is niets, dat het even-
aardt...... Er zijn weinig andere dingen, die
den invloed van de liefde op het mensche-
lïjk leven nabij komen
Waarom is er dan eigenlijk zoo weinig
liefdeen zooveel van al het andere f
Zou het waar zijn, dat het tegenwoordig
geslacht niet meer in staat is, om behoor
lijk lief te hebben, zóó als eenige beroemd
geworden liefdes uit de geschiedenis ons
dat in herinnering brengen
Een krantenartikelen dan nog wel
over liefde
Fi done! Over liefde spreekt men niet.
En waarom niet, als ik u verzoeken mag
Zijn wij dan werkelijk zóó diep gezonken,
dat liefde voor ons synoniem is met „iets,
waarover men niet spreekt"
Niet omdat er iets „bij" is. Spreken twee
menschen, die waarachtig liefhebben, niet
over het machtige gevoel, dat hen beweegt,
maar omdat waarachtige liefdo niet go-
sproken, maar geleefd wordt.
Waarachtige liefde kleurt ons denken efi
doen en in staat is ons in-wezenlijk zoo
danig te veranderen, dat wij als herboreiï
door het leven gaan.
Liefhebben is een ambt. i
Waarom leeren wij dansen..-., en lezen
en schrijvenen vreemde talen spre
kenwaarom leeren wij een handwerk^
om in ons levensonderhoud te voorziener
en waarom leeren wij niet liefhebben, omi
de nóoden van onze ziel te bevredigen?
Zonder voorbereiding geen resultaat
Dit geldt voor het leven en ook voor dei
liefde.
De man of de vrouw, tot wie ouvoorbe-
reid de liefde komt, zal na den eersten
roes niet in staat blijken de liefde to
onderhouden.
De liefde is tweeledig: hjj, die slechts
neemt zonder te geven, put zijn reserves
uit.
Het is een algemeen verbreid dwaalbegrip^-
dat een wederzijds geuite liefde een toe
stand van voldane energie-loosheid geschat
pen heeft: het is precies andersom.
De momenteele bevrediging van een be
antwoorde genegenheid brengt de onmiddel
lijke zorg voor de instandhouding dier ge
negenheid met zich medo.
Ons opvoedings-systeem omvat een enorme
verscheidenheid, doch het onderwijs in de
liefde heeft hier geen plaats kunnen vinden;,-
In het voorjaar houden wij groote schooft-
maak: we poetsen en boenen en stoffen
We vernieuwen hier en daar en houden
overal een geduchte opruiming. Na die
vaak onpleizierige operatie ziet ons huis er
weer keurig uit.
„Ten minste tóónbaar", zegt de overdre
ven nette huisvrouw, wie het nooit schoon
genoeg naar den zin is.
Waarom houden we niet eenmaal per jaar
zoo'n groote schoonmaak in ons hart?
Waarom ons hart niet eens duchtig ge
keerd, gestoft en opgepoetst? Zoodat alle
verkeerde dingen er vanzelf uitvallen, de
verborgenste hoekjes eens aan het dag
licht van ons spiedend oog komen en op?r
dat de goede wil en al die beste bedoelingen,-
die onderin liggen en die zoowaar heelemaal
onder het stof van onverschilligheid en
beslommering geraakt zjjn, eens fonkel
nieuw en glimmend ons tot sieraad strekken?.
Een frissche wind van eerlijk zelfonder
zoek vaagt alle spinraggen en muizenissen
weg en vernieuwd, verjongd en opge
knapt staan wij weer daar!
Ten minste tóónbaar4
Is ons hart wel altijd toonbaar?
Zijn al onze fraaie en blinkende gevoe
lens van liefde niet heel dikwijls mislei
dingen, die berusten op zelfbedrog?
De liefde gelooft alles, hoopt alles en
verdraagt alles. I
Dat hebben we wel eens meer gehoord.
Maarde liefde vraagt tevens den
geheelen mensch (en dat staat er niet bjj
Niemand zal verwachteD, dat zqn kan
toorwerk zichzelf klaar stoomt, wanneer hij
er niet meer aan doet, dan er levendig be
lang in stellen
Evenmin zal de huisvrouw met een be
langstellende blik zonder meer haar
eten gekookt en haar kamer gestoft krijgen...
Er is meer toe noodig: Wij moeten ar-
beidea
Met de liefde is het precies eender: een
lofzang, rijkelijk overgoten met tranen van
aandoening zonder meer zal geen
enke»e liefde in stand houden: wij moeten
arbeidea Wij moeten even goed arbeiden
aan onze hef de als aan ons levenswerk.
De liefde is een ambt en een beurs, die
onder den invloed der tijden niet meer