De Klui; izenaar van Far-End, No. 19804 LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 30 September Tweede Blad. Anno 1924, gemeenteraad van Leiden. FEUILLETON. (Vervolg van gisteren). 18o. Voorstel: ft, tot verkoop aan de Wonmgbouwver- (Bniging „EensgeaLndhetd" voor dan bouw Jan 8 benéden- en 3 bovenwoningen en 14 ftemgezinswoningen, van oen terrein groot pl.cn. 1935 M2., gelegen ten Oosten van dien Bjlaingel, Sectie K Nie 722, 723 en 724; b. tot wijziging van het raadsbesluit d.d. 14 Juli 1922 inzake het vedeenen van voor- ftehotten aan die vereeniging voor den bouw Van 72 arbeiderswoningen op bet sub a be- Üoelid terrein; o. tot vaststelling van den desbetrelien- den be®rootings9taai (256) Conform besloten. Ü4o. Voorstel: tot intrekking van de raadsbesluiten, jLdT 28 April 1924 tot verkoop van ecnlge perceelen bouwterrein, ter grootte van plan. 6200 vierk. M. en pl.m. 7490 vierk. M, aan de Woningbouwvereeniging ,,Ons Doel"; ÉL tot verkoop aan die vereeniging; lo. voor den bouw van 38 beneden- en 40 bovenwoningen en 2 winkels van een terrein groot pl.m. 7450 vierk. M., deel uitmakende Van de kadastrale perceelen Gemeente Lel den Sectie M nis 723, 725, tot en met 729, 781, 2817, 3708 tot en met 8708; 2o. voor den bouw van 70 arbeiderswonin gen van een terrein groot pl.m. 7490 vierk. M,, deel uitmakende van de kadastrale per ceelen gemeente Leiden, Sectie M, Nis 685, 086, 2817 en 8482; o. tot wijziging van het raadsbesluit d.d. April 1924, inzako het verleenen van voor schotten aan die vereeniging voor den bouw jan 60 arbeiderswoningen op een terrein san de Roodelaan en de Pieter de la Court- jjbaat; d. tot vaststelling van den desbelreffenden begrooüngsstaat- (257) Conform besloten. löo. Praeadvle8 op het verzoek van de (Woningbouwvereeniging „Eensgezindheid" öm de kosten van straalaanleg en rloleering bij de uitvoering van woningbouwplannen yoor rekening van de gemeente te nemen. (258) De heer ELKEIRBOUT meent, dat de yereenlging wel eenig recht kan doen gel den, gelet op de rijksregelingen en hetgeen andere gemeenten doen. Natuurlek zgn er fcaoeiljjkheden. Restitutie zal b.y. niet ge geven kunnen worden, maar z.i. is wel 0en andere weg te vinden, b.v. door af- Bohr^ving of verlenging van de annuiteit van 60 jaar b.v. tot 7f> jaar. 05 zal nn geen voorstel doen» wellicht koimt hfl bH de b^n-ooting hierop terug. De heer DUBBELDEMAN voelt voor het verzoek wel iets, al ziet hij de moeilijk heden in, practisch gesproken. Wil men wat, dan zal iets anders moeten worden gezocht. Dit zou do gemeente niet kunnen netalen, 't rjjk zon moeten helpen en daar voor xftn do tijden voorbij; den gouden t(jd beert men late® verloopen. Ev zal beslist iets moeten gebeuren om de huren te verlagen, gezien ook de loons verlagingen. Onjuist is het praeadvies, oordeelt spr., 3at er hier geen woningnood meer is. 95 pot der onbewoonbaar verklaarde wonln- C moeten nog gehandhaafd worden als ling en van opschuiving kan geen sprake tón, daar de krot-bewoners de huren niet Sumien betalen. :Wil men iets, dan aoht hij het idee Blkerbout zoo verkeerd niet. Do heer KNUTTEL gelooft ook, dat er Iets zal moeten gebeuren om de huren te Verlagen; z.i zal dat moeten tón: bouwen rut gemeentewege. De VOORZITTER meent, dat men afdwaalt tot de vraag, hoe het mogelijk 13 de huren te verlagen. Vele voreenigen zijn mede zelf de s' Lula van de hooge huren. Late® de hoeren Zich nu toch wenden tot hun Kamerafgevaar- (Bgden. De heer v. STRALEN: U is tooh ook Kamerlid. ,s; De VOORZITTER: U is slecht op de hoogte der parlementaire gewoonten blijk baar. De Tweede Kamer pleegt te komen voor de Eerste. Waarom ontvangen de woningbouwvereeni- glngen met lage huren niet, wanneer er nieuwe bewoners komen, om voor duurdere blokken de huren te kunnen verlagen? Zeker, de annuïteiten zouden op te voeren tón, maar wanneer depressie intreedt en de staatsschuld geconverteerd wordt, zouden de annuïteiten ook dalen, dat moet men niet vergeten- Er zal straks inderdaad iets moeten ge beuren door samenwerking van rijk, ge steenten, enz. Wat de heer D. betreft» zeer veel is hier gebouwd. 4600 inwoners tó° ®r, af gezien van de annexatie, bijgekomen, 1620 woningen zjn er 6jgebouwd en weldra zullen het er 2329 zijn. Gemiddeld mag iedere woning gerekend worden voor 4'/t personen. Dus ruimte voor 10.000. Mogelijk is zelfs een te veell De onbewoonbaarverklaring geldt voor namelijk om verhooging der huren tegen te gaan. Anders was niet zooveel door God. Sta ten goedgekeurd, die toch al erg royaal wa ren. Er waren werkelijk vele woningen, due nog zoo slecht niet waren. Hier is ontzettend veel meer gebouwd dan voor loeneming der bevolking na ai- keuring van krotten noodig was. De loonen worden lager, moet de gemeente de huren dan bijpassen? Maar op zichzelf heeft het vraagstuk van huurverlaging bij dit punt iet te maken. Er waren werkelijk vele woningen, die nog zoo slecht nie waren. De heer DUBBELDEMAN erkent, dat de voorzitter veel waars zei. Deze verwees hem naar zijn Kamergenooten. De heer Sohaper heeft het vaak geprobeerd, tevergeefs. Laat de heer Eikerbout zich dan sens tot zijn Ka- merpartijgenooten wenden. Bij de cijfers van den voorzitter is z. i. geen rekening gehouden met het voortduren der huwelijken. De VOORZITTER: Het sterven gaat toch ook door. De heer DUBBELDEMAN herhaalt, dat 95 pCt. der onbewoonbaar verklaarde wo ningen nog bewoond zijn. 't Is om huurver- hooging tegen te gaan, maar daarin ligt al het bewijs, dat de woningen slecht zijn (Ontkenningen). Maar spr. ontkent ook, dat dit de reden der afkeuring was. In orde is het du9 nog niet met den woningtoestand. De VOORZITTER: Gebouwd worden Log 709 huizen, d. i. driemaal zooveel als er huizen afgekeurd zijn. De heer DUBBELDEMANKunt u zeggeu, hoeveel menschen nog op een woning wach ten? Laat de wethouder den "mond dan eens opendoen. Er is geen woningbeursl Spr. zal er het beste maar van hopen, gelijk hij reeds eerder eindigde. De heer ELKERBOUT zegt, dat voor dezo Vereeniging niet opgaat, wat de voorzitter zed over niet willen verhuren tegen hoogeren prijs van oudie blokken. Ter gelegener lijd zal spr. op deze kwes tie terugkomen. De heer WITMANS komt er tegen op, dat er weldra zou zijn een overschot van wo ningen. Dit ontkent hij. Woningen van een huur van f2.75 zijn er wel 600 te kort. Voor deze huren is ech ter niet te bouwen, tenzij met subsidie en daarover zou nader gepraat moeten worden. De VOORZITTER zegt, dat de heer Wit- mane langs hem heen gaat. Hij had alleen het oog op het aantal, niet op een zeker type. De heer KNUTTEL meent, dat tegengaan van lioogere huren niet de aanleiding kan zijn voor afkeuring. Hij acht dit van het standpunt van den voorzitter wat immoreel. Afgekeurd zijn de woningen, omdat ze niet deugen en zoo zijn er nog zoovele, die thans bewoonbaar hoeten. Blijkbaar voelt men aan de zijde van den voorzitter niet, hoe slecht vele gezinnen hul zen, let slechts op hetgeen de voorzitter zeide Er zal voorzien moeten worden in hui zenbouw van lageren huur, maar zoolang dat niet gebeurt, zal hij ook voor op zich zelf niet juiste voorstellen of verzoeken stemmen. De VOORZITTER zal hierop niet ingaan; zoo debatteert hij niet. Het voorstel van B. en W. wordt aange nomen met 801 stem. Tegen de heer Knuttel. De heer KNUTTEL vraagt het woord voor een persoonlijk feit. Hij heeft op geen oli- behoorlijke wijze gedebatteerd. De VOORZITTER blijft daarbij, daar de heer Knuttel zei, dat hij voor deze toestan den niets zou voelen De heer KNUTTEL blijft de toestanden slecht oordeelen. U wilt er toch niet inwonen en ik ook niet! lGo. Voorstel in zaké de instelling van een gemeentelijken Dienst voor Sociale Za ken. (252) De heer WILMER, herinnert ex aan, bij de vorige begrooting hierop al te hebben aangedrongen en hij wil uitspreken, dat met dit voorstel een belangrijk iels is bereikt voor de sociale zaken en hij brengt de® wethouder alle hulde. Dit wit echter nog niet zeggen, dat de oplossing, door B. en W. gegeven de eenige wenschelijke is en hij behoudt zich zijn stem inzake de amende menten voor tot hij den wethouder gehoord heeft, van wien hij gaarne oen volledige udtoenzetting had. Met wijzigingen raadt hij echter groote voorzichtigheid aan. Blijken er in de prac- tijk fouten, dan zullen B. en W. wed met wijzigingen komen, meent hij. De heer VAN STRALEN spreekt zijn vol doening uit over dit voorstel van B. en W,, dat principieel in de richting va® zijn frac tie gaat. Het is oen nieuw terrein dat uitge breid zal worden op den duur; nu is deze dienst nog wei wat heel eenvoudig. Den heer Wilmor wijst spr. er op, dat zijn amendementen principieels dingen ra- kien diie z. i. bij de inrichting direct geregeld dienen te worden. Spr. hoopt tenslotte dat een goed hoofd voor dezen dienst zal zijn te vinden. De heer EERDMANS wijst er op, dat te voren deze dienst al is aangekondigd in de pers on spr. hoopt, dat dit niet is uitgegaan van het stadhuis. Spr. vreest overigens dat deze dienst straks wel eens uitgebreid zou kunnen wor den buiten mate gelijk al vaker geschiedde. Dc heer OOSTDAM sluit zich hij dit laat- sic aan. B.v. met emigratie is men z. i. al le ver gegaan. De VOORZITTER aoht dit toch niet ftan de orde. Bij art. 2 is hel amendement v. STRA LEN. Artikel 2 worde gelezen als volgt: 1. De dagolijksche leiding van dien Dienst is onder toezicht van B. en W. opgedragen aan oen Directeur, die door den Gemeente raad wordt benoemd op aanbeveling van B. en W. 2 Het verder aan don dienst verbonden personeel wordt benoemd en ontslagen door B. en W. Deze licht dit nader toe. Deze belangrijke zaak dient z. i. in zooverre tot do raads- compentientie gebracht die den raad den leider beneemt. Overlaten 'aan B. en W. acht hij niet ge- wienscht. Van speoiailen aard acht hij dezen dienst niet, die van groote beteekenis is voor T algemeen en dit nog meer zal wor den, meent hij. Praotisoh zal de directeur bovendien wei de leidende figuur zijn, niet de wethouder. Mevr. v. ITALLIE dantot ook B. en W. voor dit ontwerp, dat naar eenheid streeft. Jammer vindt zij het daarom, dat B. en W. oen controverse in hiet leven roepen door de 'benoeming van don directeur aan zich te willen houden. De VOORZITTER: niet wij maken de controverse. Mevr. v. ITALLIE zou gaarne zien, dat B. en W. in dezen terugtraden. De heer WITMANS, de hulde aan B. en W. doelend, ziet niet In, waarom de direc teur van deze secretarieafdeeling niot door B. en W. zou kunnen worden benoemd ge lijk met alle andera secretarieafdeelingen. Spr. begrijpt het bezwaar daartegien niet. B. en W. zijn niet democratisch, soil, maar zij komen toch met dit voorstel en daarom wil hij hen niiet in dezen ©enigszins tegen werken of wat ook. De heer v. ROSMALEN verklaart namens zijn fractie dat deze zal stemmen voor het amendement. De VOORZITTER raadt afwachten van het antwoord van dien wethouder aan, voor zoo'n uitspraak te geven. Waartoe zou dit anders dienen? Wethouder SANDERS kam de heer Wil- mer toezoggen dat B. en W. met wijzigin gen zullen komen, zoo In de practijk fouten blijken. Wat betreft de publicatie in de pers, deze is niet geschied door een der ambtenaren van het stadhuis. Maar in dc diverse be trokken commissies zitten een 61 men- sohen en een daarvan is wellicht loslippig geweest. De dienst is vasl omlijnd, kan hij den heer Eoxdmans verzekeren, wat le groote uitbreiding betreft. Wat betreft de benoeming door B. on W. of door den raad, het praeadvies ia uit voerig daarover, hierop neerkomende, dat met de uitvoering van eon wet belast wor den B. en W. en dit geldt hier voor de werkloosheid-verzekering. Waar deze niet aan den dienst is te onttrekken moet de be noeming aao B. en W. 1., ij ven. Hier hebben we te doen mot een zuivere secretarie af- deeling en gelijk bij alle andore afdeelin- gen moeten B. en W. dus benoemen. Dat zou ook niet anders gaan. Bij geen enkele afdeeling van dezen nu tot één gebrachte® dienst is ooit het per soneel buiten B. en W. om benoemd. De heer v. STRALEN ziet in het pers bericht in dit geval geen bezwaar. Zoo vast omlijnd aoht spr. dezen dienst ook niet, herhaalt hij en wat benoeming betreft, heeft de wethouder hem niet overtuigd. Onder den dienst valt ook de arbeidsbeurs waarvan de directeur door den raad werd benoemd. De VOORZITTERBij uitzondering, dat behoefde niet. De heer v. STRALEN: Dat kan hier dan toch ook en hij aoht dit in belang van de gemeenschap en van den dienst. De heer v. d. WALL is door den wethou der overtuigd, dat de benoeming aan B. on W. moet zijn. De VOORZITTER aoht het theoretisch zuiver, dat B. on W. altijd benoemen, daar die bij hun jasje zijn to krijgen. Hoe kun nen B. en W. bovendien echter werken met door den raad aangewezen personeel? Vooral waar de wethouder de leiding be houdt? Met genoegen heeft spr. gezien dat de de- democraat Witmana dit inzag.' De democra tie ligt niet in de benoeming. Stel b.v. dat do raad het hoofd van de afdeeling mili taire zaken benoemde 1 De heer EERDMANS steunt B. en W. in dezen.' Te meer gezien de woorden in het amendemont-v. Stralen ,,op aanbeveling van B. en W wat al zeer ruim is. Op voordracht van B. en Wwas nog. begrensd. De heer SIJTSMA dient een sub-amende ment in van deze strekking. Nadat de heer OOSTDAM B. en W. heeft gesteund, wijst de heer v. ECK er op, dat ook de secretaris toch door den Raad wordt benoemd, waarmee li en W. samenwerken. De VOORZITTER: De staat veel onaf hankelijker. De heer v. EÖKDe raad staat toch aan het hoofd dor gemeente. De VOORZITTER: Dat is maar gedeel telijk. Veel gaat alleen B, on W. aan en de raad is alleen verantwoordelijk aan zijn geweten en de kiezers. De heer V. EOK wil in deze-vrij blijven, ook wat betreft op aanbeveling of op voor dracht, waar alleen het eerste die vrijheid geeft, al wil hij met de wensohen van B. en W. in de aanbeveling neergelegd, reke ning houden. De VOORZITTER verklaart, dat B. en W. aan benoeming door hen moeten vast houden om niet den dienst te ontwriohten. De heer WILBRINK meent, dat B. en W. in deze zeer ver zouden gaan als zij de verantwoordelijkheid niet zouden kunnen dragen bij benoeming door den raad en hij ziet daarin ook geen reden. Het subamendement-S ij tsma wordt verworpen met 2013 stemmen. Voor de heeren Dubbeldeman, Kooistra, Gtroeneveld, Sijtsma, v. Hamel, v. Stralen, Rosmalen. Wilmcr, Spendel, Wilbrink, Ei kerbout, Eerdmans en mevr. v. Itallie. Het amendemon t-v. Stralen wordt verworpen met 1718 stommen. Voor de S.D.AP. en de heeren Heems kerk, Wilbrink, Sijtema, v. d. Reyden, Ros malen, Knuttel, Spendel en mevr. v. Itallie. Bg art. 5 is het amendement v. Stralen: Artikel 5 worde gelozen als volgt: „In geval van werkstaking of uitsluiting zal door den Dienst geen bemiddeling wor den verleend. Aanvragen van werkgever of werk nemers, betrokken bij c.d werkstaking of uitsluiting, worden niet in behandeling ee nomen." De heer v. STRALEN acht uit ervaring; teen bemiddeling het waarschijnlijkst om eren dienst buiten het conflict te doen blijven, en zoodoende neutraal. De heer HEEMSKERK acht het blijven buiten het conflict gewenschl, maar daarom behoeft elke bemiddeling nog niet uitge sloten. Een govaar ziet spr. echter hierin, dat door het laaghouden van uitkoecingen ©to. te veel pressie geoefend zou kunnen wor den en daarmee zag hij gaarne rekening gehouden. De heer KNUTTEL mosut, dat er bij werkstaking geen vacature 13, en bg in menging wordt derhalve partij gekozen. De heer ELKERHOT zegt, dat in andere plaatsen de arbeidsbeurs wordt bemiddelt in zulke gevallen, dus ziet iij bet ook hier niet gaarne. Wethouder SANDERS meent, dat door zich te onthouden van ieder 0 bcmnddeiilig» de arbeidsbeurs niet meer neutraal zou zj". Wanneer twee mensoheu staken iu een be drijf is er toch geen st"';iug. En hoe, wanneer de soc.-dem. niet staken, de Chr. of R.-K. b.v. wol, of omgekeerd? Z.I zal do arbeidsbeurs goed doen geregeld een onderzoek in to stellen. Bovendien is er dan nog de partij der we: 1: evers, met uitsluiting, enz. Spr. wil alles doen om de werkgevers het vertrouwen in de arbeidsbours te doen herwinnen en hg hoopt dit te bereiken. (Het amendement v. Stralen zou daarmede niet in overeenstemming zgn. In enkele plaatsen bestaat slechts wat de heer Eiken bout zeide. De heer BAART bogrgpt niet, dat men nu Amsterdam achterwege laat, waarmee anders altijd voor don draad wordt gekomen De heer WILBRINK acht geheel uit schakelen ook ongewenscht. De heer ZUIDEMA erkent, dat de arbeidau beurs zooveel mogelijk neutraal moet blijven. Daarom moet z.i. liet voorstel van B. en iW. worden aangenomen. Het amendement v. STRALEN wordt mef 1815 stemmen verworpen Voor: de S.D.A.P. en de heeren Knuttel Sjlsma, v. Rosmalen, Witmars, ElkerbouC en de dames v. Itallie en Dietrich. Bj art. 10 stelt de heer KNUTTEL vaoi uitkeering te kunnen geven aan alle valide personen, die geen uitkeering uit een werkloozenkas genieten. De heer v. STRALEN stelt yoor: In sub 0. van artikel 10 worde aohter hot woord „voorzien" toegevoegd de woor den „voor zoover zij door don aard vaa hun werk geen lid kunnen zgn van een vak- vereenigiDg." Sub d. te doen vervallen. Bij wil uitsluiten wie lid van een or< ganisatie kan zijn,*maar dit niet is. De heel Knuttel is toch ook voor organisatie. De heer KNUTTEL: Zeker, maar niet met de hongerzweep. De heer v. STRALEN acht niet-aangeglo- tenen in dezen tgd uit den boozc. Ovengong weet hjj geen manier, buiten de vakvor- eeniging om, om zich tegen de werkloosheid te voorzien. Ambtenaren kunnen lid van een organi satie zij" en daarom -stelt hg voor schrapping van d. De heer HEEMSKERK meent, dat volgens het amendement KNUTTEL het B. A. zou verdwijnen. De gomeente mag z.i. overigens niemand dwingen lid te zijn van eon vakvereeniging, al vindt lij het vreesolgk. Do heer v. ECK meent, dat de heer KNUTTEL te veel de vakorganisatie uit liet oog verliest ,een element, dat ieder, die den klassenstrijd arkent, steeds juist in het oog moet houden. De heer KNUTTEL is nog sterker voor vakorganisatie dan de heer v. Eek, maar maar deze versterken met de hongerzweep acht hjj verkeerd, evenals het uitsluiten van andere arbeiders van steun. De heer WILBRINK wijst or op, fioe de heer v. Eek volkomen de bedoeling duide lijk maakte van het amendement v. Stralen door MARGARET PEDLER. Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT. 42) Maar voor liet oogenblik was er niets te Üoen dan Brady op zijn plaats te zetten en te hopen, dat Molly gauw terug zou koeren, „Wel, Brady," zei ze kalm, „ik denk, dat meneer Kent goed genoeg chauftoeren kan om juffrouw Moldy veilig en wèl weer thuis te brengen. Ik geloof niet, dat er eenige re den tot bezorgdheid is." Brady staarde haar aan met zijn waterige oogen. „U heeft hot niet begrepen, juffrouw," zei hij norsoh. „Meneer Kent is heelemaal niet van plan juffrouw Moldy veilig terug te brengen. Zo hadden hun bagage bij hun in de auto en meneer Kent 9topte aan het Gliff Hotel om het reservoir te laten vullen en nam zoo iets van een half dozijn blikken benzine mee." In een oogenblik stond de yreeselijke be teekenis van de heele geschiedenis haar voor den geest. Moliy was er van door ge gaan, weggeloopen met Lester Kent! Het was nu gemakkelijk genoeg, met de bijzonderheden, die Brady langzaam en on verbiddelijk opgesomd had, le begrijpen hoe alles in zijn werk was gegaan, welke betee kenis ieder klein feit als oen nieuwe scha kel in den ketting van den waarschijnlijken loop der gebeurtenissen kreeg. Moliy'g ongewone geheimzinnigheidhaar vreemd, onberekenbaar humeur; haar ver warring, toen zij hoorde, dait zij op Gree n-acres verwacht werd, terwijl zij van te vo ren al had afgesproken Lester Kent in Old- hampton te ontmoeten, en ten slotte de plot selinge „teouvaitterij", die tijdens haars va- diers afwezigheid zich had geopenbaard en die haar een middag zonder toezicht had be zorgd. En de gelegenheid voor het nemen van alle maatregelen, diie waarschijnlijk al beraamd waren en alleen op het geschikte oogenblik voor uitvoering wachtten, had zij gekregen, toen zij naar het postkantoor moest om voor haar vader het telegram te verzenden; het was even «gemak keft ijk twee telegrammen te zenden als één. De kleur verdween langzaam van Sara's gelaat, toen de volle beteekenis van dit alles tot haar doordrong, en zij wankelde even op haar knieën. Met ruwe vriendelijkheid stak Brady een vuile hand uit om haar te steu nen. „Houd u maar bedaard, juffrouw. Ze zul len niet heel ver komen. Ik heb1, om zoo te zeggen, het benzine-reservoir niet gevuld," hij grijnsde „en van de kannen, die ik in de aulo heb gezet, zijn er niet meer dan twee waar wat in zit. De rest waren alle maal leeg" zijn heele gezicht was één grijns „die heb ik netjes achterin gescho ven. Meneer Kent zal geen tachtig mijl ver zijn of hij zal moeten stoppen; geloof dat maarl" Sara keek naar Brady's slim, vriendelijk gezicht, met een bijna hartelijken blik. „Waarom deedt je dat?" vroeg zij snel. „Meneer Kent had nog wat van me te goed van deze laatste drie jaar," antwoord de hij goedmoedig. „En ik vergeet nooit terug (e betalen. Ik was u óók wat schuldig, juf frouw, .Want ik ben niet vergeten, hoe u voor me gesproken hebt, toen. ik op stroapen betrapt wieT." Sara stak hem onwillekeurig de hand toe en Brady kwam s oh aapachtig met zijn groo te®, vullen poot voor den dag. „Je hebt mij meer dan terugbetaald, Brady," zei ze-warm. „Dank je wel," Haastig ging zij den '.;eg op en Liet Brady staan, die beurtelings naar zijn rechterhand en haar verdwijnende gestalte staarde. „Ze is echt vriendelijk, die juffrouw Ten- nant," en met deze overtuiging zwaaide hij heen ,om zich een roes te gaan drinken in den „Vroolijken Zeeman." Zwarte Brady was eigenlijk niet meer dan een onverklaar baar mengelmoes van goede en slechte in gevingen, óók van beteren stand. Zoodra zij thuis kwam, vloog Sara naar boven naar Molly's kamer. Daar stond Jane Grab te staren naar al de blijken van een overhaast vertrek om haar heeneen omge vallen stoel hier, een feege hoedendoos daar, laden opengetrokken, kleeren overal ver spreid. In haar hand had zij een pakje van den apotheker, keurig gelakt en met een eti ket; zij frommelde hei heen en weer in haar bevende, rimpelige, oude vingers. Bij het hooren van Sara's voetslappen draaide zij zich om met een uitroep van .er- lichting. „O, juffrouw Saral Gelukkig, dat u er bent! Wait is er toch gehemd Juffrouw Molly lag hier nog geen drie kwartier gele den in bed!" Haaf kralenoogjes dwaalden de kamer rond en plotseling was zij met een sprong bij de toilettafel. „Hier, juffrouw, daar is een briefje, dat zij voor u heeft achtergelaten!" riep zij uit, pakte bet beet en duwde het Sara in die hand. Het was een krabbeltje in Moflly's groot, onregelmatig, kinderlijk handschrift, een pathetisch mengsel van een bekentenis en een verdediging. „Ik voel me echt een draak, Sallylief, jou achter te laten om vader alles te zeggen; maar het was mijn eenige kans om weg te komen, want ik weet, dat vader mij nog in geen jaren en jaren toestemming zou hebben gegeven om te trouwen. Hij wil niot begrij pen, dat ik volwassen ben, en Lester en ik konden niet ad dien tijd wachten. „Ik yoelde rne als een bedriegster gister avond, toen ik je al die drukte over mijn zoogenaamde verkoudheid bezorgde, jou engel. Vergeef het mij alsjeblieft. En je moet bij ons komen en een tijdje blijven logeeren zoodira wij van onze huwelijksreis terug zijn. Morgenochtend trouwen wij. Molly. „P.S. Wees maar niet bezorgd, het is alles goed voor elkaar en in orde. Ik ga recht streeks naar het huis van een van Lesters zusters in Londtem. „P.P.S.S. Ik ben waanzinnig gelukkig." Sara's oogen waren vochtig, toen zij liet haastig gekrabbelde briefje doorgelezen had. „Morgen trouwen wijl" Dat blinde, aandoen lijke vertrouwen daarop! En wanneer zwar te Brady de waarheid had gesproken, wan neer Lester Kent oen gehuwd man was, zou dat „-morgen" eén jong meisje, eigenzinnig en voi goed vertrouwen, doen veranderen in iets, waaraan Sara niet durfde denken. De gedachte aan den blik van die goud bruine oogen, wanneer Molly de waarheid zou hooren, bracht haar een snik in de keel. Zij wendde zich tot Jane Grab. „Luister eens, Jane," zei ze kort en bon dig. „Juffrouw Molly is er vandoor met me neer Kent. Zij denkt, dat hij haar trouwen zal. Maar dat kan hij niet doen, hij ik aJ ge trouwd „Groote Hemell" Alleen maar die oene uitroep, en teen be-i gon Janes onderlip krampachtig tc triitem twee tranen kwamen uil haar oogjes en het heele gezicht vertrok als dat van een baby, Sara pakte haar bij den arm en schudde haar heen en weer. „Huil niet!" zei ze heftig. „Daar is géén lijd voor! We moeien haar redden, we moe ten haar terughalen, vóórdat iemand het Weet. Begrijp je? Houd dadelijk met dat ge huil op!" Jane gaf onmiddellijk gevolg aan deze ter- sche, gebiedende wijs en slikte snuffend haar tranen op. Plotseling viel baar oog op het pakje van eten apotheker, dal zij nog in de hand geklemd hield. „Wal een doortraptheid van d'rl" riep zij verontwaardigd uit. „Mij te vragen naar den apotheker te gaan, om aspirine te haten voor d'r hoofdpijn! En ik, dwaas, niets ver moedend, ik ga d'r heenl Daar heb je 'f spull" En venijnig slingerde ze het pakje togen den grond. „Nou, juffrouw Molly zal nou wat ergors 1e verduren hebben dan hoofdpijn, denk ik!" „Maar dat mag juist niet, Jane! We 0106-- ten haar op de een of andere manier terug" haten." Hoewel Sara mot groote overtuiging sprak, werd zij inwendig verteerd doof angst, WaJt konden zij doen, twee zwakke vrouwen? En tot vvien konden zij zicÜ wenden om hulp? Miles? Die was kreupel* Hij kon evenmin holpen als zijzelve. En Selwyn was weg, buiten het bereik! „Wij moeten haar terughalen," herhaald# zij koppig. UlU.ÏSf (Wordt verrolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5