De Klui;
izenaar van
Far-End,
No. 19804
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 30 September
Tweede Blad. Anno 1924,
gemeenteraad van Leiden.
FEUILLETON.
(Vervolg van gisteren).
18o. Voorstel:
ft, tot verkoop aan de Wonmgbouwver-
(Bniging „EensgeaLndhetd" voor dan bouw
Jan 8 benéden- en 3 bovenwoningen en 14
ftemgezinswoningen, van oen terrein groot
pl.cn. 1935 M2., gelegen ten Oosten van dien
Bjlaingel, Sectie K Nie 722, 723 en 724;
b. tot wijziging van het raadsbesluit d.d.
14 Juli 1922 inzake het vedeenen van voor-
ftehotten aan die vereeniging voor den bouw
Van 72 arbeiderswoningen op bet sub a be-
Üoelid terrein;
o. tot vaststelling van den desbetrelien-
den be®rootings9taai (256)
Conform besloten.
Ü4o. Voorstel:
tot intrekking van de raadsbesluiten,
jLdT 28 April 1924 tot verkoop van ecnlge
perceelen bouwterrein, ter grootte van plan.
6200 vierk. M. en pl.m. 7490 vierk. M, aan
de Woningbouwvereeniging ,,Ons Doel";
ÉL tot verkoop aan die vereeniging;
lo. voor den bouw van 38 beneden- en 40
bovenwoningen en 2 winkels van een terrein
groot pl.m. 7450 vierk. M., deel uitmakende
Van de kadastrale perceelen Gemeente Lel
den Sectie M nis 723, 725, tot en met 729,
781, 2817, 3708 tot en met 8708;
2o. voor den bouw van 70 arbeiderswonin
gen van een terrein groot pl.m. 7490 vierk.
M,, deel uitmakende van de kadastrale per
ceelen gemeente Leiden, Sectie M, Nis 685,
086, 2817 en 8482;
o. tot wijziging van het raadsbesluit d.d.
April 1924, inzako het verleenen van voor
schotten aan die vereeniging voor den bouw
jan 60 arbeiderswoningen op een terrein
san de Roodelaan en de Pieter de la Court-
jjbaat;
d. tot vaststelling van den desbelreffenden
begrooüngsstaat- (257)
Conform besloten.
löo. Praeadvle8 op het verzoek van de
(Woningbouwvereeniging „Eensgezindheid"
öm de kosten van straalaanleg en rloleering
bij de uitvoering van woningbouwplannen
yoor rekening van de gemeente te nemen.
(258)
De heer ELKEIRBOUT meent, dat de
yereenlging wel eenig recht kan doen gel
den, gelet op de rijksregelingen en hetgeen
andere gemeenten doen. Natuurlek zgn er
fcaoeiljjkheden. Restitutie zal b.y. niet ge
geven kunnen worden, maar z.i. is wel
0en andere weg te vinden, b.v. door af-
Bohr^ving of verlenging van de annuiteit
van 60 jaar b.v. tot 7f> jaar.
05 zal nn geen voorstel doen» wellicht
koimt hfl bH de b^n-ooting hierop terug.
De heer DUBBELDEMAN voelt voor het
verzoek wel iets, al ziet hij de moeilijk
heden in, practisch gesproken. Wil men
wat, dan zal iets anders moeten worden
gezocht. Dit zou do gemeente niet kunnen
netalen, 't rjjk zon moeten helpen en daar
voor xftn do tijden voorbij; den gouden
t(jd beert men late® verloopen.
Ev zal beslist iets moeten gebeuren om
de huren te verlagen, gezien ook de loons
verlagingen.
Onjuist is het praeadvies, oordeelt spr.,
3at er hier geen woningnood meer is. 95
pot der onbewoonbaar verklaarde wonln-
C moeten nog gehandhaafd worden als
ling en van opschuiving kan geen sprake
tón, daar de krot-bewoners de huren niet
Sumien betalen.
:Wil men iets, dan aoht hij het idee
Blkerbout zoo verkeerd niet.
Do heer KNUTTEL gelooft ook, dat er
Iets zal moeten gebeuren om de huren te
Verlagen; z.i zal dat moeten tón: bouwen
rut gemeentewege.
De VOORZITTER meent, dat men afdwaalt
tot de vraag, hoe het mogelijk 13 de huren
te verlagen.
Vele voreenigen zijn mede zelf de
s' Lula van de hooge huren. Late® de hoeren
Zich nu toch wenden tot hun Kamerafgevaar-
(Bgden.
De heer v. STRALEN: U is tooh ook
Kamerlid.
,s; De VOORZITTER: U is slecht op de
hoogte der parlementaire gewoonten blijk
baar. De Tweede Kamer pleegt te komen
voor de Eerste.
Waarom ontvangen de woningbouwvereeni-
glngen met lage huren niet, wanneer er
nieuwe bewoners komen, om voor duurdere
blokken de huren te kunnen verlagen?
Zeker, de annuïteiten zouden op te voeren
tón, maar wanneer depressie intreedt en
de staatsschuld geconverteerd wordt, zouden
de annuïteiten ook dalen, dat moet men niet
vergeten-
Er zal straks inderdaad iets moeten ge
beuren door samenwerking van rijk, ge
steenten, enz.
Wat de heer D. betreft» zeer veel is
hier gebouwd. 4600 inwoners tó° ®r, af
gezien van de annexatie, bijgekomen, 1620
woningen zjn er 6jgebouwd en weldra zullen
het er 2329 zijn.
Gemiddeld mag iedere woning gerekend
worden voor 4'/t personen. Dus ruimte voor
10.000. Mogelijk is zelfs een te veell
De onbewoonbaarverklaring geldt voor
namelijk om verhooging der huren tegen te
gaan. Anders was niet zooveel door God. Sta
ten goedgekeurd, die toch al erg royaal wa
ren. Er waren werkelijk vele woningen, due
nog zoo slecht niet waren.
Hier is ontzettend veel meer gebouwd
dan voor loeneming der bevolking na ai-
keuring van krotten noodig was. De loonen
worden lager, moet de gemeente de huren
dan bijpassen?
Maar op zichzelf heeft het vraagstuk van
huurverlaging bij dit punt iet te maken.
Er waren werkelijk vele woningen, die
nog zoo slecht nie waren.
De heer DUBBELDEMAN erkent, dat de
voorzitter veel waars zei. Deze verwees hem
naar zijn Kamergenooten. De heer Sohaper
heeft het vaak geprobeerd, tevergeefs. Laat
de heer Eikerbout zich dan sens tot zijn Ka-
merpartijgenooten wenden.
Bij de cijfers van den voorzitter is z. i.
geen rekening gehouden met het voortduren
der huwelijken.
De VOORZITTER: Het sterven gaat toch
ook door.
De heer DUBBELDEMAN herhaalt, dat
95 pCt. der onbewoonbaar verklaarde wo
ningen nog bewoond zijn. 't Is om huurver-
hooging tegen te gaan, maar daarin ligt
al het bewijs, dat de woningen slecht zijn
(Ontkenningen). Maar spr. ontkent ook, dat
dit de reden der afkeuring was. In orde is
het du9 nog niet met den woningtoestand.
De VOORZITTER: Gebouwd worden Log
709 huizen, d. i. driemaal zooveel als er
huizen afgekeurd zijn.
De heer DUBBELDEMANKunt u zeggeu,
hoeveel menschen nog op een woning wach
ten? Laat de wethouder den "mond dan eens
opendoen. Er is geen woningbeursl Spr. zal
er het beste maar van hopen, gelijk hij reeds
eerder eindigde.
De heer ELKERBOUT zegt, dat voor dezo
Vereeniging niet opgaat, wat de voorzitter
zed over niet willen verhuren tegen hoogeren
prijs van oudie blokken.
Ter gelegener lijd zal spr. op deze kwes
tie terugkomen.
De heer WITMANS komt er tegen op, dat
er weldra zou zijn een overschot van wo
ningen. Dit ontkent hij.
Woningen van een huur van f2.75 zijn
er wel 600 te kort. Voor deze huren is ech
ter niet te bouwen, tenzij met subsidie en
daarover zou nader gepraat moeten worden.
De VOORZITTER zegt, dat de heer Wit-
mane langs hem heen gaat. Hij had alleen
het oog op het aantal, niet op een zeker type.
De heer KNUTTEL meent, dat tegengaan
van lioogere huren niet de aanleiding kan
zijn voor afkeuring. Hij acht dit van het
standpunt van den voorzitter wat immoreel.
Afgekeurd zijn de woningen, omdat ze niet
deugen en zoo zijn er nog zoovele, die thans
bewoonbaar hoeten.
Blijkbaar voelt men aan de zijde van den
voorzitter niet, hoe slecht vele gezinnen hul
zen, let slechts op hetgeen de voorzitter zeide
Er zal voorzien moeten worden in hui
zenbouw van lageren huur, maar zoolang
dat niet gebeurt, zal hij ook voor op zich
zelf niet juiste voorstellen of verzoeken
stemmen.
De VOORZITTER zal hierop niet ingaan;
zoo debatteert hij niet.
Het voorstel van B. en W. wordt aange
nomen met 801 stem. Tegen de heer
Knuttel.
De heer KNUTTEL vraagt het woord voor
een persoonlijk feit. Hij heeft op geen oli-
behoorlijke wijze gedebatteerd.
De VOORZITTER blijft daarbij, daar de
heer Knuttel zei, dat hij voor deze toestan
den niets zou voelen
De heer KNUTTEL blijft de toestanden
slecht oordeelen. U wilt er toch niet inwonen
en ik ook niet!
lGo. Voorstel in zaké de instelling van
een gemeentelijken Dienst voor Sociale Za
ken. (252)
De heer WILMER, herinnert ex aan, bij
de vorige begrooting hierop al te hebben
aangedrongen en hij wil uitspreken, dat met
dit voorstel een belangrijk iels is bereikt
voor de sociale zaken en hij brengt de®
wethouder alle hulde. Dit wit echter nog
niet zeggen, dat de oplossing, door B. en W.
gegeven de eenige wenschelijke is en hij
behoudt zich zijn stem inzake de amende
menten voor tot hij den wethouder gehoord
heeft, van wien hij gaarne oen volledige
udtoenzetting had.
Met wijzigingen raadt hij echter groote
voorzichtigheid aan. Blijken er in de prac-
tijk fouten, dan zullen B. en W. wed met
wijzigingen komen, meent hij.
De heer VAN STRALEN spreekt zijn vol
doening uit over dit voorstel van B. en W,,
dat principieel in de richting va® zijn frac
tie gaat. Het is oen nieuw terrein dat uitge
breid zal worden op den duur; nu is deze
dienst nog wei wat heel eenvoudig.
Den heer Wilmor wijst spr. er op, dat
zijn amendementen principieels dingen ra-
kien diie z. i. bij de inrichting direct geregeld
dienen te worden.
Spr. hoopt tenslotte dat een goed hoofd
voor dezen dienst zal zijn te vinden.
De heer EERDMANS wijst er op, dat te
voren deze dienst al is aangekondigd in de
pers on spr. hoopt, dat dit niet is uitgegaan
van het stadhuis.
Spr. vreest overigens dat deze dienst
straks wel eens uitgebreid zou kunnen wor
den buiten mate gelijk al vaker geschiedde.
Dc heer OOSTDAM sluit zich hij dit laat-
sic aan. B.v. met emigratie is men z. i. al le
ver gegaan.
De VOORZITTER aoht dit toch niet ftan
de orde.
Bij art. 2 is hel amendement v. STRA
LEN.
Artikel 2 worde gelezen als volgt:
1. De dagolijksche leiding van dien Dienst
is onder toezicht van B. en W. opgedragen
aan oen Directeur, die door den Gemeente
raad wordt benoemd op aanbeveling van
B. en W.
2 Het verder aan don dienst verbonden
personeel wordt benoemd en ontslagen door
B. en W.
Deze licht dit nader toe. Deze belangrijke
zaak dient z. i. in zooverre tot do raads-
compentientie gebracht die den raad den
leider beneemt.
Overlaten 'aan B. en W. acht hij niet ge-
wienscht. Van speoiailen aard acht hij dezen
dienst niet, die van groote beteekenis is
voor T algemeen en dit nog meer zal wor
den, meent hij.
Praotisoh zal de directeur bovendien wei
de leidende figuur zijn, niet de wethouder.
Mevr. v. ITALLIE dantot ook B. en W.
voor dit ontwerp, dat naar eenheid streeft.
Jammer vindt zij het daarom, dat B. en W.
oen controverse in hiet leven roepen door
de 'benoeming van don directeur aan zich te
willen houden.
De VOORZITTER: niet wij maken de
controverse.
Mevr. v. ITALLIE zou gaarne zien, dat
B. en W. in dezen terugtraden.
De heer WITMANS, de hulde aan B. en
W. doelend, ziet niet In, waarom de direc
teur van deze secretarieafdeeling niot door
B. en W. zou kunnen worden benoemd ge
lijk met alle andera secretarieafdeelingen.
Spr. begrijpt het bezwaar daartegien niet.
B. en W. zijn niet democratisch, soil, maar
zij komen toch met dit voorstel en daarom
wil hij hen niiet in dezen ©enigszins tegen
werken of wat ook.
De heer v. ROSMALEN verklaart namens
zijn fractie dat deze zal stemmen voor het
amendement.
De VOORZITTER raadt afwachten van
het antwoord van dien wethouder aan, voor
zoo'n uitspraak te geven. Waartoe zou dit
anders dienen?
Wethouder SANDERS kam de heer Wil-
mer toezoggen dat B. en W. met wijzigin
gen zullen komen, zoo In de practijk fouten
blijken.
Wat betreft de publicatie in de pers, deze
is niet geschied door een der ambtenaren
van het stadhuis. Maar in dc diverse be
trokken commissies zitten een 61 men-
sohen en een daarvan is wellicht loslippig
geweest.
De dienst is vasl omlijnd, kan hij den
heer Eoxdmans verzekeren, wat le groote
uitbreiding betreft.
Wat betreft de benoeming door B. on W.
of door den raad, het praeadvies ia uit
voerig daarover, hierop neerkomende, dat
met de uitvoering van eon wet belast wor
den B. en W. en dit geldt hier voor de
werkloosheid-verzekering. Waar deze niet
aan den dienst is te onttrekken moet de be
noeming aao B. en W. 1., ij ven. Hier hebben
we te doen mot een zuivere secretarie af-
deeling en gelijk bij alle andore afdeelin-
gen moeten B. en W. dus benoemen. Dat
zou ook niet anders gaan.
Bij geen enkele afdeeling van dezen nu
tot één gebrachte® dienst is ooit het per
soneel buiten B. en W. om benoemd.
De heer v. STRALEN ziet in het pers
bericht in dit geval geen bezwaar. Zoo vast
omlijnd aoht spr. dezen dienst ook niet,
herhaalt hij en wat benoeming betreft,
heeft de wethouder hem niet overtuigd.
Onder den dienst valt ook de arbeidsbeurs
waarvan de directeur door den raad werd
benoemd.
De VOORZITTERBij uitzondering, dat
behoefde niet.
De heer v. STRALEN: Dat kan hier dan
toch ook en hij aoht dit in belang van
de gemeenschap en van den dienst.
De heer v. d. WALL is door den wethou
der overtuigd, dat de benoeming aan B.
on W. moet zijn.
De VOORZITTER aoht het theoretisch
zuiver, dat B. on W. altijd benoemen, daar
die bij hun jasje zijn to krijgen. Hoe kun
nen B. en W. bovendien echter werken met
door den raad aangewezen personeel?
Vooral waar de wethouder de leiding be
houdt?
Met genoegen heeft spr. gezien dat de de-
democraat Witmana dit inzag.' De democra
tie ligt niet in de benoeming. Stel b.v. dat
do raad het hoofd van de afdeeling mili
taire zaken benoemde 1
De heer EERDMANS steunt B. en W. in
dezen.' Te meer gezien de woorden in het
amendemont-v. Stralen ,,op aanbeveling
van B. en W wat al zeer ruim is. Op
voordracht van B. en Wwas nog. begrensd.
De heer SIJTSMA dient een sub-amende
ment in van deze strekking.
Nadat de heer OOSTDAM B. en W. heeft
gesteund, wijst de heer v. ECK er op, dat
ook de secretaris toch door den Raad wordt
benoemd, waarmee li en W. samenwerken.
De VOORZITTER: De staat veel onaf
hankelijker.
De heer v. EÖKDe raad staat toch
aan het hoofd dor gemeente.
De VOORZITTER: Dat is maar gedeel
telijk. Veel gaat alleen B, on W. aan en
de raad is alleen verantwoordelijk aan zijn
geweten en de kiezers.
De heer V. EOK wil in deze-vrij blijven,
ook wat betreft op aanbeveling of op voor
dracht, waar alleen het eerste die vrijheid
geeft, al wil hij met de wensohen van B.
en W. in de aanbeveling neergelegd, reke
ning houden.
De VOORZITTER verklaart, dat B. en
W. aan benoeming door hen moeten vast
houden om niet den dienst te ontwriohten.
De heer WILBRINK meent, dat B. en
W. in deze zeer ver zouden gaan als zij de
verantwoordelijkheid niet zouden kunnen
dragen bij benoeming door den raad en hij
ziet daarin ook geen reden.
Het subamendement-S ij tsma
wordt verworpen met 2013 stemmen.
Voor de heeren Dubbeldeman, Kooistra,
Gtroeneveld, Sijtsma, v. Hamel, v. Stralen,
Rosmalen. Wilmcr, Spendel, Wilbrink, Ei
kerbout, Eerdmans en mevr. v. Itallie.
Het amendemon t-v. Stralen
wordt verworpen met 1718 stommen.
Voor de S.D.AP. en de heeren Heems
kerk, Wilbrink, Sijtema, v. d. Reyden, Ros
malen, Knuttel, Spendel en mevr. v. Itallie.
Bg art. 5 is het amendement v. Stralen:
Artikel 5 worde gelozen als volgt:
„In geval van werkstaking of uitsluiting
zal door den Dienst geen bemiddeling wor
den verleend.
Aanvragen van werkgever of werk
nemers, betrokken bij c.d werkstaking of
uitsluiting, worden niet in behandeling ee
nomen."
De heer v. STRALEN acht uit ervaring;
teen bemiddeling het waarschijnlijkst om
eren dienst buiten het conflict te doen
blijven, en zoodoende neutraal.
De heer HEEMSKERK acht het blijven
buiten het conflict gewenschl, maar daarom
behoeft elke bemiddeling nog niet uitge
sloten.
Een govaar ziet spr. echter hierin, dat
door het laaghouden van uitkoecingen ©to.
te veel pressie geoefend zou kunnen wor
den en daarmee zag hij gaarne rekening
gehouden.
De heer KNUTTEL mosut, dat er bij
werkstaking geen vacature 13, en bg in
menging wordt derhalve partij gekozen.
De heer ELKERHOT zegt, dat in andere
plaatsen de arbeidsbeurs wordt bemiddelt
in zulke gevallen, dus ziet iij bet ook hier
niet gaarne.
Wethouder SANDERS meent, dat door
zich te onthouden van ieder 0 bcmnddeiilig»
de arbeidsbeurs niet meer neutraal zou zj".
Wanneer twee mensoheu staken iu een be
drijf is er toch geen st"';iug. En hoe,
wanneer de soc.-dem. niet staken, de Chr.
of R.-K. b.v. wol, of omgekeerd? Z.I zal
do arbeidsbeurs goed doen geregeld een
onderzoek in to stellen. Bovendien is er
dan nog de partij der we: 1: evers, met
uitsluiting, enz.
Spr. wil alles doen om de werkgevers
het vertrouwen in de arbeidsbours te doen
herwinnen en hg hoopt dit te bereiken.
(Het amendement v. Stralen zou daarmede
niet in overeenstemming zgn. In enkele
plaatsen bestaat slechts wat de heer Eiken
bout zeide.
De heer BAART bogrgpt niet, dat men
nu Amsterdam achterwege laat, waarmee
anders altijd voor don draad wordt gekomen
De heer WILBRINK acht geheel uit
schakelen ook ongewenscht.
De heer ZUIDEMA erkent, dat de arbeidau
beurs zooveel mogelijk neutraal moet blijven.
Daarom moet z.i. liet voorstel van B. en
iW. worden aangenomen.
Het amendement v. STRALEN wordt mef
1815 stemmen verworpen
Voor: de S.D.A.P. en de heeren Knuttel
Sjlsma, v. Rosmalen, Witmars, ElkerbouC
en de dames v. Itallie en Dietrich.
Bj art. 10 stelt de heer KNUTTEL vaoi
uitkeering te kunnen geven aan alle
valide personen, die geen uitkeering uit
een werkloozenkas genieten.
De heer v. STRALEN stelt yoor:
In sub 0. van artikel 10 worde aohter
hot woord „voorzien" toegevoegd de woor
den „voor zoover zij door don aard vaa hun
werk geen lid kunnen zgn van een vak-
vereenigiDg."
Sub d. te doen vervallen.
Bij wil uitsluiten wie lid van een or<
ganisatie kan zijn,*maar dit niet is. De heel
Knuttel is toch ook voor organisatie.
De heer KNUTTEL: Zeker, maar niet
met de hongerzweep.
De heer v. STRALEN acht niet-aangeglo-
tenen in dezen tgd uit den boozc. Ovengong
weet hjj geen manier, buiten de vakvor-
eeniging om, om zich tegen de werkloosheid
te voorzien.
Ambtenaren kunnen lid van een organi
satie zij" en daarom -stelt hg voor schrapping
van d.
De heer HEEMSKERK meent, dat volgens
het amendement KNUTTEL het B. A. zou
verdwijnen.
De gomeente mag z.i. overigens niemand
dwingen lid te zijn van eon vakvereeniging,
al vindt lij het vreesolgk.
Do heer v. ECK meent, dat de heer
KNUTTEL te veel de vakorganisatie uit
liet oog verliest ,een element, dat ieder,
die den klassenstrijd arkent, steeds juist
in het oog moet houden.
De heer KNUTTEL is nog sterker voor
vakorganisatie dan de heer v. Eek, maar
maar deze versterken met de hongerzweep
acht hjj verkeerd, evenals het uitsluiten
van andere arbeiders van steun.
De heer WILBRINK wijst or op, fioe de
heer v. Eek volkomen de bedoeling duide
lijk maakte van het amendement v. Stralen
door MARGARET PEDLER.
Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT.
42)
Maar voor liet oogenblik was er niets te
Üoen dan Brady op zijn plaats te zetten en
te hopen, dat Molly gauw terug zou koeren,
„Wel, Brady," zei ze kalm, „ik denk, dat
meneer Kent goed genoeg chauftoeren kan
om juffrouw Moldy veilig en wèl weer thuis
te brengen. Ik geloof niet, dat er eenige re
den tot bezorgdheid is."
Brady staarde haar aan met zijn waterige
oogen.
„U heeft hot niet begrepen, juffrouw," zei
hij norsoh. „Meneer Kent is heelemaal niet
van plan juffrouw Moldy veilig terug te
brengen. Zo hadden hun bagage bij hun in
de auto en meneer Kent 9topte aan het Gliff
Hotel om het reservoir te laten vullen en
nam zoo iets van een half dozijn blikken
benzine mee."
In een oogenblik stond de yreeselijke be
teekenis van de heele geschiedenis haar
voor den geest. Moliy was er van door ge
gaan, weggeloopen met Lester Kent!
Het was nu gemakkelijk genoeg, met de
bijzonderheden, die Brady langzaam en on
verbiddelijk opgesomd had, le begrijpen hoe
alles in zijn werk was gegaan, welke betee
kenis ieder klein feit als oen nieuwe scha
kel in den ketting van den waarschijnlijken
loop der gebeurtenissen kreeg.
Moliy'g ongewone geheimzinnigheidhaar
vreemd, onberekenbaar humeur; haar ver
warring, toen zij hoorde, dait zij op Gree
n-acres verwacht werd, terwijl zij van te vo
ren al had afgesproken Lester Kent in Old-
hampton te ontmoeten, en ten slotte de plot
selinge „teouvaitterij", die tijdens haars va-
diers afwezigheid zich had geopenbaard en
die haar een middag zonder toezicht had be
zorgd. En de gelegenheid voor het nemen
van alle maatregelen, diie waarschijnlijk al
beraamd waren en alleen op het geschikte
oogenblik voor uitvoering wachtten, had zij
gekregen, toen zij naar het postkantoor
moest om voor haar vader het telegram te
verzenden; het was even «gemak keft ijk twee
telegrammen te zenden als één.
De kleur verdween langzaam van Sara's
gelaat, toen de volle beteekenis van dit alles
tot haar doordrong, en zij wankelde even op
haar knieën. Met ruwe vriendelijkheid stak
Brady een vuile hand uit om haar te steu
nen.
„Houd u maar bedaard, juffrouw. Ze zul
len niet heel ver komen. Ik heb1, om zoo te
zeggen, het benzine-reservoir niet gevuld,"
hij grijnsde „en van de kannen, die ik
in de aulo heb gezet, zijn er niet meer dan
twee waar wat in zit. De rest waren alle
maal leeg" zijn heele gezicht was één
grijns „die heb ik netjes achterin gescho
ven. Meneer Kent zal geen tachtig mijl ver
zijn of hij zal moeten stoppen; geloof dat
maarl"
Sara keek naar Brady's slim, vriendelijk
gezicht, met een bijna hartelijken blik.
„Waarom deedt je dat?" vroeg zij snel.
„Meneer Kent had nog wat van me te
goed van deze laatste drie jaar," antwoord
de hij goedmoedig. „En ik vergeet nooit terug
(e betalen. Ik was u óók wat schuldig, juf
frouw, .Want ik ben niet vergeten, hoe u
voor me gesproken hebt, toen. ik op stroapen
betrapt wieT."
Sara stak hem onwillekeurig de hand toe
en Brady kwam s oh aapachtig met zijn groo
te®, vullen poot voor den dag.
„Je hebt mij meer dan terugbetaald,
Brady," zei ze-warm. „Dank je wel,"
Haastig ging zij den '.;eg op en Liet Brady
staan, die beurtelings naar zijn rechterhand
en haar verdwijnende gestalte staarde.
„Ze is echt vriendelijk, die juffrouw Ten-
nant," en met deze overtuiging zwaaide hij
heen ,om zich een roes te gaan drinken in
den „Vroolijken Zeeman." Zwarte Brady
was eigenlijk niet meer dan een onverklaar
baar mengelmoes van goede en slechte in
gevingen, óók van beteren stand.
Zoodra zij thuis kwam, vloog Sara naar
boven naar Molly's kamer. Daar stond Jane
Grab te staren naar al de blijken van een
overhaast vertrek om haar heeneen omge
vallen stoel hier, een feege hoedendoos daar,
laden opengetrokken, kleeren overal ver
spreid. In haar hand had zij een pakje van
den apotheker, keurig gelakt en met een eti
ket; zij frommelde hei heen en weer in haar
bevende, rimpelige, oude vingers.
Bij het hooren van Sara's voetslappen
draaide zij zich om met een uitroep van .er-
lichting.
„O, juffrouw Saral Gelukkig, dat u er
bent! Wait is er toch gehemd Juffrouw
Molly lag hier nog geen drie kwartier gele
den in bed!"
Haaf kralenoogjes dwaalden de kamer
rond en plotseling was zij met een sprong
bij de toilettafel. „Hier, juffrouw, daar is een
briefje, dat zij voor u heeft achtergelaten!"
riep zij uit, pakte bet beet en duwde het
Sara in die hand.
Het was een krabbeltje in Moflly's groot,
onregelmatig, kinderlijk handschrift, een
pathetisch mengsel van een bekentenis en
een verdediging.
„Ik voel me echt een draak, Sallylief, jou
achter te laten om vader alles te zeggen;
maar het was mijn eenige kans om weg te
komen, want ik weet, dat vader mij nog in
geen jaren en jaren toestemming zou hebben
gegeven om te trouwen. Hij wil niot begrij
pen, dat ik volwassen ben, en Lester en ik
konden niet ad dien tijd wachten.
„Ik yoelde rne als een bedriegster gister
avond, toen ik je al die drukte over mijn
zoogenaamde verkoudheid bezorgde, jou
engel. Vergeef het mij alsjeblieft. En je moet
bij ons komen en een tijdje blijven logeeren
zoodira wij van onze huwelijksreis terug zijn.
Morgenochtend trouwen wij. Molly.
„P.S. Wees maar niet bezorgd, het is alles
goed voor elkaar en in orde. Ik ga recht
streeks naar het huis van een van Lesters
zusters in Londtem.
„P.P.S.S. Ik ben waanzinnig gelukkig."
Sara's oogen waren vochtig, toen zij liet
haastig gekrabbelde briefje doorgelezen had.
„Morgen trouwen wijl" Dat blinde, aandoen
lijke vertrouwen daarop! En wanneer zwar
te Brady de waarheid had gesproken, wan
neer Lester Kent oen gehuwd man was, zou
dat „-morgen" eén jong meisje, eigenzinnig
en voi goed vertrouwen, doen veranderen
in iets, waaraan Sara niet durfde denken.
De gedachte aan den blik van die goud
bruine oogen, wanneer Molly de waarheid
zou hooren, bracht haar een snik in de keel.
Zij wendde zich tot Jane Grab.
„Luister eens, Jane," zei ze kort en bon
dig. „Juffrouw Molly is er vandoor met me
neer Kent. Zij denkt, dat hij haar trouwen
zal. Maar dat kan hij niet doen, hij ik aJ ge
trouwd
„Groote Hemell"
Alleen maar die oene uitroep, en teen be-i
gon Janes onderlip krampachtig tc triitem
twee tranen kwamen uil haar oogjes en het
heele gezicht vertrok als dat van een baby,
Sara pakte haar bij den arm en schudde
haar heen en weer.
„Huil niet!" zei ze heftig. „Daar is géén
lijd voor! We moeien haar redden, we moe
ten haar terughalen, vóórdat iemand het
Weet. Begrijp je? Houd dadelijk met dat ge
huil op!"
Jane gaf onmiddellijk gevolg aan deze ter-
sche, gebiedende wijs en slikte snuffend
haar tranen op. Plotseling viel baar oog op
het pakje van eten apotheker, dal zij nog in
de hand geklemd hield.
„Wal een doortraptheid van d'rl" riep zij
verontwaardigd uit. „Mij te vragen naar den
apotheker te gaan, om aspirine te haten
voor d'r hoofdpijn! En ik, dwaas, niets ver
moedend, ik ga d'r heenl Daar heb je 'f
spull" En venijnig slingerde ze het pakje
togen den grond. „Nou, juffrouw Molly zal
nou wat ergors 1e verduren hebben dan
hoofdpijn, denk ik!"
„Maar dat mag juist niet, Jane! We 0106--
ten haar op de een of andere manier terug"
haten."
Hoewel Sara mot groote overtuiging
sprak, werd zij inwendig verteerd doof
angst, WaJt konden zij doen, twee zwakke
vrouwen? En tot vvien konden zij zicÜ
wenden om hulp? Miles? Die was kreupel*
Hij kon evenmin holpen als zijzelve. En
Selwyn was weg, buiten het bereik!
„Wij moeten haar terughalen," herhaald#
zij koppig.
UlU.ÏSf
(Wordt verrolgd).