uizenaar van
Far-End,
No. 19803
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 29 September
Tweede Blad. Anno 1924.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
v
Eet nieuwe bezoldigingsbesluit voor de
Rijksambtenaren.
De voornaamste bijzonderheden en bepa-
tingc-n uit het dezer dagen aan de vakbon
den toegezonden j.ontwerp-besluit tot vast
stelling van regelen ten aanzien van de be
zoldiging van burgerlijke Rijksambtenaren
komen thans in ,,De Tol.' voor.
Het is der ltegeering aldus luidt dc
jtoelichtmg om meerdere redenen nojd-
eakelijk voorgekomen het vigeerend Bezol
digingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren
op yerschillende punten te herzien.
In hoofdzaak komt die herziening op het
navolgende neer:
Het iste lid van het nieuwe artikel 1 be
doelt:
lo. aan de Departementen de noodzake
lijke vrijheid van beweging op het gebied
,van de vaststelling der salarissen terug tc
geven, zonder dat de weg wordt geopend
tot concurrentie tusschen verschillende tak
ken van Staatsdienst (vaststelling van Sil-
lari snor men voor ambtenaren, die een jaar
wedde genieten, cn verwijzing naar de loon
regeling der Rijks werklieden);
2o. gelijke waardeoring van overecii-
komstigen arbeid verrichtende categorieën
van Rijksambtenaren cn een behoorlijke
verzorging van de belangen van Rijks
schatkist tc Waarborgen, o.a. door bij do
vaststelling der salarissen de medewerking
te eisohen van den Minis'S&f" van Finan
ciën, terwijl daarenboven voor de hand ligt,
'dat het Centraal Bureau van voorbereiding
Ivoor ambtenarenzaken vooraf dient te wor
den gehoord.
De wijziging, aangebracht in het tweede
lid van het geldende artikel, beoogt de ver
mindering voor jeugdige ambtenaren onaf
hankelijk te maken van de aanvangswe&tfe,
aan het ambt verbonden. Wordt hierdoor
voor sommige categoriecn het bedrag der
vermindering verhoogd, door het opnemeu
van een nieuwe tweede alinea wordt de
vermindering beperkt tot f 100 voor de jeug
dige ambtenaren, die niet kunnen inwonen
bij het gezin (van ouders, grootouders,
pleegouders e.d waartoe zij behooren.
Het nieuwe artikel 1 luidt in concept als
volgt
Ait. 1. 1. De bezoldiging van de bur
gerlijke Rijksambtenaren, behalve van hen,
wier bezoldiging elders, bij de wetrof alge-
meenen maatregel van bestuur, wordt gere
geld, wordt, behoudens het bepaalde in ar
tikel' 2-1, met inachtneming van de hierna
volgende regels en van de in bijlage A ge
stelde normen, door ons voor ieder depar
tement cn do daaronder ressorteerende
diensttaken cn inrichtingen afzonderlijk
vastgesteld op voordracht van onzen Mi
nister, hoofd van het betrokken Departe
ment van Algemeen Bestuur, met medewer
king van onzen Minister van Financien.
2. Voor elk jaar of gedeelte van een jaar,
dat een ambtenaar, die IS jaar of ouder
doch beneden den 21-jarigen leeftijd is,
worden vcor dc ambten, waarbij periodie
ke verhoogingen worden toegekend, de aan-
vangswedden verminderd met f 100.
Deze vermindering blijft beperkt tot f 100
Voor hen, wier aangewezen standplaats,
naar het oordeel van onzen Minister, hoofd
van het betrokken Departement van Alge
meen Bestuur, of door dezen aan tc wijzen
autoriteit, ten opzichte van de woonplaats
van het gezin, waartoe zij behooren, zooda
nig is gelegen, dat zij bij dat gezin niet kun
nen inwonen
3. Met ingang van den eersten dag der
maand, waarin de 21-jarige leeftijd wordt
bereikt, treedt de ambtenaar in het genot
van de aan ziin ambt verbonden aanvaagst-
wedde. Diensttijd, welke vóór dien dag is
vervuld, telt niet mede voor dc periodieke
verhoogingen.
4. Wij behouden ons voor tc bepalen, dat
voor met name te noemen ambten do aau-
vangstbczoldiging alsmede de periodieke
verhoogiingen worden vc'minderd, indien
in verband met den arbeidstijd daartoe ter
men aanwezig zijn.
5. Ten aanzien van daarvoor door ons in
■het bijzonder aan te wijzen ambten zal onze
Minister, hoofd van het betrokken Depar
tement van Algemeen Bestuur, met afwij
king van de in bijlage A gestelde normen,
een lagere bezoldiging kunnen vaststellen
wegens minderen omvang van het ambt,
wegens waarneming daarvan te zameh met
oen ander of wegens toelaatbare bijverdien
sten, daaruit voortvloeiende.
0. Voor, zoover een ambtenaar in de
maand, waarin zijn benoeming ingaat, den
18-jarigen leeftijd nog niet bereikt, stelt
het gezag, dat hem benoemt, de wedde vast
op 'n bedrag, lager dan de aanvangswedde,
dat in verband met den jeugdigen leeftijd
en de te stellen eischen geacht lean worden
behoorlijk te zijn. Indien in het besluit van
benoeming geen dag van ingang is ver
meld, treedt, voor de toepassing van dit
lid, daarvoor in de plaats, de dag, waarop
het ambt wordt aanvaard
Artikel 2 luidt als volgt:
Art. 2. 1. De bezoldiging, voor zoover
noodig verminderd overeenkomstig het be
paalde bij art. 1, 2e lid, wordt, behoudens
do in dit besluit gemaakte beperkingen,
met inbegrip van de in de artfc. 19 en 20
bedoelde toelagen, voor de gemeenten of
onderdooien van gemeenten, gerangschikt in
dc 2e en 3e klasse, onderscheidenlijk ver
minderd met 4 en 8 ten honderd. De aftrek,
in den vorigen volzin bedoeld, heeft niet
plaats voor ambten, waaraan een vaste be
zoldiging is verbonden.
2. Aftrek van kost cn inwoning heeft
plaats over de volle weddeliet overblij
vende bedrag wordt, zoo noodig, vermin
derd naar gelang van de klasse, op de wijze
als bij het eerste lid van dit artikel be
paald.
Art. 3 sub 1 bevat het volgende:
Wij behouden ons voor ten aanzien van
bepaalde amlfen, met afwijking van het
bepaalde in het vorig artikel, een bijzon
dere regeling te treffen.
Kost en inwoning.
In art 0 lezen we
Art. G. 1. Voor het genot van kost cn
inwoning wordt voor die ambten, waarbij
periodieke verhoogingen worden toegekend,
voor zoover bij dit besluit niet anders is be
paald, op de bezoldiging een aftrek toege
past:
bij een aanvangswedde van minder dan
f 1300, van f 420 per jaar
bij een aanvangstwedde van f 1300 tot
f 1600, van een door onzen Minister, Hoofd
van hef betrokken Departement van Alge
meen Bestuur, vaf:t (e stellen bedrag, hei-
welk ten minste f 420 en ten hoogste (510
per jaar zal bedragen:
bij een aanvangswedde van f 1600 lol
f 2200, van een door onzen Minister, Hoofd
van hel betrokken Departement van Alge
meen Bestuur, vast te stellen bedrag, het
welk ten minste f 510 en ten hoogste f 600
per jaar zal bedragen,
bij een aanvangswedde van f2200 tot
f2800, van (810 per jaar.
bij een aanvangswedde van f 2800 tol
f 3100, van (1020 per jaar
bij een aanvangswedde van f 3100 tot
hooger. van f 1200 per jaar.
2. Voor het genot van woning wordt, be
halve in de gevallen, dait dit genot in hol
bijzonder is of wordt toegekend als beloo
ning voor bet vervullen eener nevenbetrek
king, op de bezoldiging mei inbegrip van de
in de artikelen 16, 19, 20 en 27 bedoelde
toelagen, een aftrek toegepast van 15 ten.
honderd. Heeft de inwoning ten doel de be
waring van hel gebouw of van hetgeen daar
in voor 's Rijks dienst aanwezig is, dan be
draagt de aPbrek 10 ten honderd. Indien de
ambtenaar aantoont, dal de huurwaarde der
woning, bepaald naar artikel 10 der wel op
de personecle belasting 189C, minder be
draagt dan de aftrek, wordt deze op het
bedrag van die huurwaarde gesteld, met
dien verstande, dal de aftrek voor inwoning
wegens bewaring nimmer daalt benedcu
een bedrag overeenkomend met 7 ten hon
derd, en voor inwoning, die niet mei bewa
ring gepaard gaat, beneden een bedrag,
overeenkomend met 10 ien honderd van de
bezoldiging, met inbegrip van de in artikelen
16, 19, 20 en 27 bedoelde toelagen.
Arl. 7 luidt in zijn nieuwen vorm geheel
als volgt
Art. 7. 1. Hol genot der bezoldiging
vangt aan met den dag, waarop de benoe
ming ingaat. Bijaldien in het besluit van be
noeming geen datum van ingang is vermeld,
vangt het genot der bezoldiging aan met
don dag, waarop het ambt wordt aanvaard,
2 Bij overgang in 's Rijks dienst naar een
andere betrekking wordt, indien die betrek
king wordt aanvaard met ingang van den
dag, waarop het ontslag uil de oude betrek
king nog niet is ingegaan, de bezoldiging
in de oude betrekking niet langer uitbetaald
dan tot den dag, waarop het genot der be
zoldiging in de nieuwe betrekking aanvangt.
De positie der kostwinners.
Van bijzonder belang is voorls nog art 27:
Arl. 27. 1. Aan reeds op 1 Januari 1925
in dienst zijnde^manneliikc ambtenaren, die
vóór 1 October 1925 zijn gehuwd en aan de
overige ambtenaren, op 1 Januari 1925 in
dienst, die ten genoegen van onzen Minis
ter, liootd van betrokken Departement van
Algemeen Bestuur, of door dezen aan te wij
zen autoriteit, kunnen aanloonen. dal
zij op 1 Januari 1925 uit andere hoofde
kostwinner zijn van een gezin, wordt ge
durende hel jaar 1925 een persoonlijke toe
lage lokkend ten bedrage van het nadee-
hg verschil tusschen 85 ten honderd van
het bedrag, dal zij op 1 Januari 1925 zou
den hebben genoten aan wedde en toelagen,
volgens de arikelen 19 en 31 van hel Bezol
digingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren
1920 (Staatsblad No. 37). zooals dal luidde
voor de daarin bij Koninklijk besluit van
23 April 1924 (Staalshlad No. 200) aange
brachte wijzigingen, indien dit van kracht
ware gebleven, en hel bedrag, dat zij thans
op 1 Januari 1925 genieten aan wedde en
torlogen, als bedoeld in de artikelen 16.
19 en 20
2 De persoonlijke toelage, bedoeld in hel
eerslc lid, wordt herzien met ingang van
den datum:
a. van verhöoging der wedde (met uil-
zondering van die op grond van het eerste
lid van artikel 2),
b van wijziging in de toelagen, als be
doeld in de artikelen 16, 19 en 20.
Do toelichting op art. 27 zegt:
Dii artikel beoogt de salarisverlaging, die
eventueel van de herziening van het bezol
digingsbesluit het gevolg zal zijn, voor ge
huwden en kostwinners tot een bepaald per
centage (15 pCl. voor ambtenaren op jaar
loon en zoogenaamde ambtenaren-werk
lieden, werkzaam in een gemeente der l9te
en 20 pCi. voor ambtenaren werklieden
werkzaam in een gem der 3de klasse) (zie
artikel 24) te beperken. Om voor een toe
lage, als waarop dit artikel het oog heeit^
in aanmerking te komen, moet men vóór
1 October 1924 gehuwd zijn. Deze grens is
gesteld ten einde misbruik legen le.gaan.
Voor het zijn van kostwinner uit -anderen
hoofde schijnt zulk een grens nicl gewenscht
omdat men ook door omstandigheden, van
zijn wil onafhankelijk, in de positie ya.ö
kostwinner kan geraken.
De toelage wordt voorloop!g lol het jaar
1925 beperkt. Van de ontwikkeling van den
economischen toestand in dat jaar zal af
hangen, of deze termijn al dan niet behoort
te worden verlengd, c. q. nadere voorzienin
gen noodig zijn
Bovenbedoelde en roods meergenoemde
artt. 16, 19 en 20 bevatten bepalingen in
zake een verhoogde aanvangswedde, terwijl
we hier de volgende alinea's cileeren:
Art. 19. 1. Wij behouden ons voor le
Tegel en de toekenning van toelagen aan
ambtenaren, aan wie zoodanige eischcn g*»
sleld worden, dat hun positie en taak een
bijzonder karakter dragen, hetwelk hen on
derscheidt van de overige in denzelfden
rang of dezelfde klasse werkzame personen
in hun dienslkring.
2. De toelage wordt bepaald op ten hoog
sle 20 len hondird van de genoten wedde
en bedraagt voor de gemeenten of onder-
deelen van gemeenten van de 1ste klasse
tien gulden of een veelvoud daarvan.
3. Wij houden ons voor le regelen de lo.,*-
kenning van toelagen aan ambtenaren bij
de Tweede Kamer der Stalen-Generaal, we
gens de bijzondere omstandigheden, waar
onder zij hun werkzaamheden verrichten.
Ari. 20. 1. Zoolang een mannelijk
ambtenaar naar de regelen der voor hem
geldende salarisregeling, gerekend naar een
gomeenle der eerste klasse, een wedde ge
niet, die, met inbegrip van de in artikelen
16 .-n 19 bedoelde toelagen, minder dan
f 2UU0 bedraagt, wordt hij bij of na het
volbrengen van hel 23sle levensjaar, indien
hij gehuwd is en len minste 2 dienstjaren
heeft, in het genot gesteld van een toelage
van f 200 of, indien bet maximum van de
schaal, waarin de ambtenaar is gerang
schikt, een bedrag van f 2000 overschrijdt,
van f 300, zulks met dien verstande, dat de
toekenning der toelage het bedrag aan wed.
de en toelagen, als bedoeld in de artikelen
16, 19 en dit artikel, niet doet stijgen boven
f 2000, noch boven het maximum van de
schaal, waarin de ambtenaar is gerangschikt.
Bij verhooging van wedde, bij toekenning
of verhooging van een toelage, als bedoeld
in de artikelen 16 en 19, welke ingaan na
den dag van ingang van de toelage, als in
dit artikel bedoeld, wordt laatstgenoemde
toelage verminderd met het bedrag van de
periodieke verhooging (eventueel na aftrek
van het bedrag der toelage volgens artikel
16), van de toelage, als in artikel 16 of ar
tikel 19 bedoeld, en van de verbooging van
zoodanige toelagen.
IS ij het vervaren of verminderen van een
toelage, ttN bedoeld in artikel 16 of arti
kel 19, ingaande na den dag van ingang van
de toelage, als in dit artikel bedoeld, wordt
laatstbedoelde toelage herzien met inacht
neming van vorengenoemde bepalingen.
De oude en de nieuwe regeling.
Vergelijking van de oude met de nieuwe
regeling doet zien, dat:
lo. vroeger een bepaald loon werd gega
randeerd, terwijl thans slechts op een con
crete wedde, eon afloopende, immers o.a
door periodieke verhoogingen in te verdie
nen, bijslag wordt gegeven
2o vroeger geen leeftijdsgrens was ge
steld voor gehuwden, terwijl de nieuwe re
geling de aanspraak eerst laat. ingaan na
het 23ste levensjaar en bij het volbrengen
van een bepaalden diensttijd;
3o. overigens do grens der Balarissen,
waartoe het loon kan worden opgevoerd,
van f 1600 tot f 2000 is verhoogd.
Het spreekt vanzelf, dat bij benoeming
of bevordering tot een betrekking, gerang
schikt in een anderen rang of een andere
klasse, deze toelage opnieuw moet worden
berekend.
Voor het jaar 19-25 is het percentage van
den kinderbijslag van 2\ op 3 pCt. ge
bracht.
De salarisnormen.
Aan de ontworpen salarisnormcn onilco-
nen we het volgende
Departementen van Algemeen Bestuur en
daarmede gelijkgestelde inrichtingen: Re
ferendaris, f 4500—f 5100; 3 tweejaarlijkschc
vei hoogingen van f 300.
Hoofdcommies f3400f 1400; 3 tweejaai-
lijksche verhoogingen van f 200 en 4 twee
jaarlijkschc verhoogingen van f ICO.
Oommies, f 2400f 3400 3 tweejaarlijk-
Eohc verhoogingen van f 2<00 en 4 tweej aar-
lijk sche verhoogingen van f 100.
Adjunct-commies, f 1700—f 2600 3 twee-
jaarlijksche verhoogingen van f200 cn 3
twcejaarlijksohe verhoogingen van f 100.
Klerk, f 1100—f2000 2 tweejaarlijksche
verhoogingen van f 2O0 en 5 tweejaarlijkschc
verhoogingen van f 100.
Schrijver, f lV-O—f 1700 2 tweejaarlijk
sche vorhoogingen van f 200, 2 tweejaarlijk-
verhoogingen van f200 en 5 tweejaarlijk
schc verhoogingen van f 100 en 2 twecjaar-
lijksche verhoogingen van f 50.
Govan gen is wezen: Directeur of directrice
van een gesticht der 2de klassef 3400
f4400; 3 tweejaarlijkschc verhoogingen van
f -200 en 2 tweejaarlijksche verhoogingen
van f 100.
Adjunct-directeur, f 3100—f 3700 2 twee
jaarlijksche. verhoogingen van f 200 en 2
tweejaarlijksche verhoogingen van f 100.
Directeur of directrice van een gesticht
der 4e klasse, f 2100—f 32003 tweejaarlijk
sche verhoogingen van f 200 en 2 tweejaar
lijksche verhoogingen van f 100.
Commies ter directie, f 2300—f 2900 2
tweejaarlijksche verhoogingen van f 200 en
2 tweejaarlijksche verhoogingen van f 100.
Huismeester, f 1300—f 2200 3 fcweejaar.
lijksche verhoogingen van f 200 en 3 bwee-
jaarlijksohc verhoogingen van f 100.
Bewaarder, f 1300—f 1800 5 twoejaarlyk-
sche verlioogmgen van f 100.
Rijksuniversiteiten en Technische Hooge-
school: Conservator f3000—f5000; 4 twee-,
jaarl. verhoogingen van f 300 en 4 twee
jaarlijksche verhoogingen van f 200.
Administrateur bij het college van cura
toren f 2600—f 3800; 6 tweejaarlijksche
verhoogingen van f 200.
Vast assistent bij de Techn. Iloogcschool
f 2400—1 3600; 6 tweejaarlijkschc verhoo
gingen van f 200.
Leeraar aan een hoogere burgerschool met
vijfjarigen cursus (uitgezonderd die in het
leekenen cn in de lichamelijke oefening):
bij nunder dan 21 lessen per week f 125
per wekolijksche les, na 2, 4. 6. 8, 10. 12.
14, 16. 18 en 20 dienstjaren telkens le ver-
hoogen met f 12.50 per wekelijksche les.
Voor lessen boven 20 wordt het salaris
verhoogd met f 50 per wekelijksche les, na
2, 4, 6, 8. 10. 12, l i. 16, 18 en 20 dienst
jaren telkens le verhoogen mei f5 per we
kelijksche les.
Aan uoclorcn, gepromoveerd aan een Ne-
derlandsche universiteit ol lioogeschool,
wordt na 22 dienstjaren nog een verhooging
toegekend van f 12.50 per wekelijksche le9
bij minder dan 21 lessen en voor lessen bo
ven de 20 van f 5 per wekelijksche les.
Leeraar in het tcekenen aan een hoogere
burgerschool met vijfjarigen cursus:
1115 per wekelijksche les na 2, 4, 6, 8,
10. 12, 14, 16, 18 en 20 dienstjaren telkens
te verhoogen met f 12.50 per wekelijk
sche les.
Voor lessen boven 20 wordt het salaris
verhoogd me tf 50 per wekelijksche les, na
2, 4, 6, 8, 10, 12, 14. 16, 18 en 20 dienst
jaren telkens te verhoogen mei f 5 per
wekelijksche les.
Leeraar in de lichamelijke oefening aan
een hoogere burgerschool met vijfjarigen
cursus:
bij minder dan 21 lessen per week f 110
per wekelijksche les, na 2, 4, 6, 8 en 10
dienstjaren telkens ie verhoogen met f 5,
na 12, 14, 16 en 18 dienstjaren telkens met
f 7.50 per wekelijksche les.
Voor lessen boven 20 wordt hel salaris
verhoogd niet f 50 per wekelijksche les. na
2, 4, 6, 8, 10, 12, 14, 16, 18 en 20 dienst
jaren telkens te verhoogen met f 5 per we
kelijksche les.
Departement van Financiën, Directe Be
lastingen, Invoerrechten cn accijnzen, alge-
meenc dienst: Ontvanger van een kantoor
der 2e klasse, f 4000f 5000; 2 tweejaar
lijksche verhoogingen van f 300 cn 2 twee
jaarlijksche verhoogingen van f 200.
Adjunct-inspecteur f2400f5000; G twee
jaarlijksche verhoogingen van f 300 en 4
tweejaarlijksche verhoogingen van f 200.
Ontvanger van een kantoor der 4de klasse
f 2800--f 3400; 3 tweejaarlijksche verhoo
gingen van f 200.
Kommies le klasse, f 1500f 2300, 8
tweejaarlijksche verhoogingen van f 100.
Accountantsdienst: Adjunct-accountant,
f 2000I 4400, 12 tweejaarlijksche verhoo
gingen van I 200.
Grondbelasting: Controleur (hoofd van
een controle) f 3000f 5100, 12 tweejaar
lijksche verhoogingen van f 200.
Adjunct-controleur f 2000f 3400; 7
tweejaarlijksche verhoogingen van f 200.
Rijkswaterstaat: Ingenieur f2400f5400
6 jaarlijksche verhoogingen van f 200 en 6
tweejaarlijksche verhoogingen van f 300.
Technisch ambtenaar f 1300I 4000; 11
tweejaarlijksche verhoogingen van f 200.
Opzichter le klasse f 2800f 3800; 5
tweejaarlijksche verhoogingen van f 200.
Ambtenaar voor den algcmecnen dienst,
f 1100—f 3000; 6 tweejaarlijksche verhoo
gingen van f 200 en 7 tweejaarlijksche ver-
hoogingen van f 100.
Bureelamblcnaar f 1100—f 2800, 5 twee
jaarlijksche verhoogingen van f 200 en 7
tweejaarlijksche verhoogingen van f 100.
Rijkstoczicht op de spoorwegen: Rijksin
genieur f 2800f 5400 4 jaarlijksche ver
hoogingen van f 200 en C tweejaarlijksche
vcrlioogingen van f 300.
Technisch ambtenaar le klasse, f 3200—»
f 4000. 4 tweejaarlijksche verhoogingen
vin f 200.
Opzichter f 1800f 4000. 11 tweejaar-*
lijksche verhoogingen van f 200.
Adjunct-ingenieur f 2400 —13400, 5 jaari
lijksche verhoogingen van f 200.
Teekenaar f 1100f2000; 2 tweejaarlijk-
door MARGARET PEDLER.
Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT.
41)
„Ik zou hem graag nog zien," antwoordde
li ij eenvoudig. „We hebben elkaar in ver
scheiden jaren niet gezien, niet meer sinds
de gezondheid van mijn vrouw mij naar
Mon'kshaven li:-ft gebracht; maar wij wa
ren altijd goede vrinden, hij en ik. Geluk
kig heb ik met dr. Mitchell kunnen afspre-
Jcen, dat hij mijn patiënten overneemt, en
wanneer jij voor alles hier in huis wilt zor
gen, Sara, dan behoef ik over niels te lob
ben terwijl ik weg ben."
„NatuuMijk wil ik dal. Ik waardeer hel
zeer, dat je mij je heele familie durft toe
vertrouwen," glimlachte zij.
„Met liet volste vertrouwen," antwoordde
hij. „Ik behoef niet bang te zijn, dat er iets
verkeerd loopt, wanneer jij aan het roer
•staat."
„Hoe lang denk je weg te blijven?" vroeg
Sara nog.
„Een paar dagen op zijn hoogst. Ik hoop
overmorgen weer terug te zijn."
Zonder Selwyns vriendelijke tegenwoor
digheid scheen het huis uitgestorven. Zelfs
fJaite Crab scheen den invloed van zijn af
wezigheid te -ondergaan en hanteerde haar
potten en pannen minder luidruchtig,
hetgeen ongetwijfeld de rust en de stilte
ten goede kwam terwijl Molly bepaald
gebukt was en rusteloos de kamers in cn
uHlieo als een rondspokende schim.
„Wat ter wereld mankeert jou?" vroeg
Sara haar lachend. „Is je. vader nooit eer
van luiis geweesl? Je dwaalt rond als Óen
onrustige geestP'
„Ik ben ook een onrustige gocsl," ant
woordde Molly bruusk. „Ik heb een gevoel
alsof ik kou gevat heb en ik heb altijd lie
ver, d it vader over mij doktert, als ik ziek
ben."
„Ik kan oen gevatte koude ook behande
len, hoor," verzekerde Sara vroolijk. „Neem
vanavond een voetbad met mosterd on blijf
morgen in bed."
Molly overwoog liet voorgestelde genees
middel zwijgend
„Misschien blijf ik morgen wel in bed."
zei ze ten laatste, half onwillig. „Zou jc hel
heel erg vinden? We zouden naar de La
vendel-tante gaan, weet je wel?"
„Dan'ga ik alleen. In ieder geval," zei ze
glimlachend, „wanneer je veilig in bed. ligt,
bin ik er zeker van, dat je geen kwaad uit
voert, wanneer de dokter weg Lsl Maar ik
denk wel, dal hel heote bad je weer in orde
zal maken."
„Ja, ik hoop het ook," stemde Molly hcop-
*ol toe.
Maar den volgenden morgen bleof zij in
bed, snuffend en klagend over hoofdpijn, en
pathetisch berustend bij de gedachte, dien
dag onder de wol door te brengen. Hst was
duidelijk, dat zij andere menschen niet met
haar gezelschap kon opschepen, en 's mid
dags installeerde Sara haar dus gmooglijk
met een nieuwe novelle cn een doos siga-
Tftten naast haar bed en ging atlem den
weg op naar „Rozenhof."
Daar vond zij Garth Trent, die naast de
rustbank van Herrick zal, in oen enthusiast
gesprek over amateur-fotografie verdiept.
Maar zoodra zij binnenkwam, verdween de
opgewekte, belangstellende uitdrukking van
zijn gelaat en heel spoedig na de thee nam
hij afscheid en geen vriendelijke smeek
beden van de Lavendel-tante konden hein
overhalen langer le blijven.
Sara voelde zich gekwetst en boos Sedert
den dag van den tocht naar Duivelskop-
eiland, had Tromt h aar gezelschap strikt
vermeden, zoo dikwijls de omstandigheden
dat veroorloofden, en zij begreep zeer good,
dal haar tegenwoordigheid op „Rozenhof"
oorzaak was van zijn vroeg vertrek dien
middag.
Een flikkering van toorn schoot uil haar
zwarte oogen, toen hij haar de hand gif tol
afscheid.
„Het spijt mij,'dat ik u weggejaagd heb,"
zei zij scherp, op nauwelijks hoorbaren toon,
waarin een bitterheid klonk, even groot als
de zijne. Hij antwoordde niet, liet alleen
haar hand dadelijk los, alsof iols in haar
woorden oen wonde plek in hem had aan
geraakt.
„Wat jammer, dat mijnheer Trent zoo
gauw al weg moest," merkte juffrouw Lavi-
nia op, met onschuldige spijl, toen hij de
kamer verlaten had. „Ik ben bang, dat wij
hem er nooit toe zullen krijgen werkelijk
gezellig te zijn, die arme, beste man! Ilij
schijnt oen bootje uit zijn humeur te wezen
vandaag, geloof jè ook niet?" op ©enigszins
aarzelenden toon
„Hij is een lomperd!" viel Sara kort,
maar kraoh-lig uit.
Miles 9dhudde hel hoofd
„Neon, dót is hij nieü," zei hij. „Maar hij
is oen door en door ziek man. Ik ben er
zeker van, dat hij zijn ziel vroeger geweldig
gewond moet hebben."
„Hij behoeft dan toch zoo niet met het
feit te koop te loopen," wierp Sara onver
zoenlijk tegen „We krijgen allen ons deel
van tegenspoed. Garlh stelt zich aan alsof
hij er liet monopolie van heeft."
„Er zijn wel wonden, die niet verborgen
kunnen worden," antwoordde Miles rustig.
Sara glimlachte even. Je moest toch altijd
bukken voor Herricks ruime verdraag zaaim-
iieid ten opzichte van de menschelijke na
tuur.
Het was bijna oen uur later, toen zij ein
delijk huiswaarts ging; in haar hart was,
ondanks haarzelf, iets van de vriendelijke
zachtmoedigheid, die deel schoen uit te ma
ken van de atmosfeer van „Rozenhof."
Buiten wachtte haar de kalme rust vol
zoeten reuk van den Juni-avond. Teere
zachte geuren dreven over de heggen en
velden daarachter, en nu en dan klonken
een paaT tonen van hot gezang van een
merel uit een naburig boschje, plotseling af
brekend cn wegstervend in slaperige, tevre
den kweolgeluidjes.
Over de baai stond de zon laag aan den
horizon en schoot over hel water lange stra
len van goud en oranje, die versplinterden
in duizenden kleine flikkerlichtjes, wanneer
oen rimpeling over het water gleed en er
moe speelde
Allee was zoo rustig cn kalm en Sara
wandelde langzaam verder, half-wakker
droomend onder dein invloed van deze vre
dige atmosfeer Zelfs de veelvuldige verwar
ringen en moeilijkheden van het leven sche
nen op den achtergrond ie raken en minder
belangrijk te worden bij de aanraking van
de troostende hand van Moeder Natuur. Ten
slotte was er nog zoo veel, zoo heel veel,
dat mooi en heerlijk was. waarvan men ge
nieten kon.
Het is meestal in oogonblikken als deze,
wanneter wij verzinken in kalme lijdelijk
heid, dal het Lol zich voorneemt ons een
meer actieve rol toe te bodeeten.
In dit bijzondere geval nu nam hel Lot de
weinig aanlokkelijke gedaante aan van zwar
ten Brady, die plotseling uil de heg langs
den weg kwam tusschen krakende lakken
en vallende steenen cn voor Sara's verbaas
de oogen stond, juist toon zij het huis na
derde.
„Neem u mij niet kwalijk, juffrouw,"
Brady trok even aan oen lok van krullig,
zwart haar „ik was juist op weg naar uw
huis."
„Naar Sunnyside? Wel, is vrouw Brady
weer ziek?" vroeg Sara vriendelijk.
„Neen, juffrouw, dank u, zij maakt het
nogal aardig goed Hij hield een oogen-blik
op, alsof hij niet wist, hoe verder le gaan.
Toen barstte hij los: „Hot is over juffrouw
Molly, omdat de dokter niet thuis is."
„Over juffrouw Molly?" Sara voelde piot
sol ing een steek in haar hart. „Wat bedoel
je? Gauw, Brady, wal is ot?"
„Wel, juffrouw, ik heb d'r zooeven zien
wogrije naast meneer Kent in z'n groolo
auto Ze sloegen den weg naar Linden in
en Brady schuifelde verlogen met
zijn voeten, „en omdat meneer Kent oen ge
trouwde maai is, mag ik een boon zijn al3-
tie wat goeds met juffrouw Molly voor-
heeft."
Sara kon we-1 stampvoeten van kwaad
heid. Zoo'n dwaas kind, zoo'n onzinnig
dwaas kind, om zoo maar op een avond een
auto-rit te gaan makenI Een of ander man'
kement, ton gevolge daarvam laat thuisko
men en heel Monkshaven zou vol ver
halen zijn er overl
(Wordt vervolgd).