No. 19800 LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 25 September Tweede Blad. Anno 1924, GEMEENTEZAKEN. Burgerlijke Stand v. Leiden. FEUILLETON. De Kluizenaar van Far-End, r». Kasgeldleeningen. In verband met de provinciale voorschrif ten deelen B. en W. den Raad mede, dat het him College wenschelijk voorkomt om gedurende het 4e kwartaal 1924, naar ge lang van de behoefte, tot het sluiten van kasgeldleeningen te kunnen overgaan. Ofschoon toch, behalve de tijdelijke kas- geldleening van f 200.000, die de gemeente,, ingevolge besluit van 16 Juni j.l. bij de Ko ninklijke Nederlandsche Grofsmederij heeft aangegaan, tot duaver niet tot opneming van kasgeld behoefde te worden besloten, is het, met het oog op de binnenkort aan de ge meentekas te stellen eischen voor woning bouw enz., zeer waarschijnlijk, dat, gedu rende het 4e kwartaal 1924, ter voorziening in de gewone kasbelioeften ,tot opneming van kaögeld zal moeten worden overgegaan. Het maximaal bedrag der kasgeldleeningen zouden zij, met inbegrip van de hierboven genoemde som van f 200.000, gaarne op f 1.000.000 willen zien vastgesteld. Verhuring bovenwoning Nieuwsteeg 4a. Onder verwijzing naar de desbetreffende stukken geven B. en W. den Raad in over weging de bovenwoning van het perceel Naeuwsteeg 4a tegen een huurprijs van f 400 per jaar te verhuren aan A. van Laarhoven tot en met 30 April 1926 ingaande op een nader door B. en W. te bepalen datum en onder de bepaling dat de huur daarna ge acht wordt telkens voor den tijd van één Jaar te zijn verlengd, indien zij niet drie maanden te voren door een der partijen is opgezegd. Ontbinding van huur en opnienw verhoren van perceel Breestraat 92. Bij besluit van den 21en Juni 1920 werd het winkelhuis aan de Breestraat no. 92 met inpuig van den 15en September d.a.v. voor den tijd van vijf jaren, derhalve tot 15 Sep tember 1925, verhuurd aan A. B. Timmer man, tegen een jaarlijkschen huurprijs van f 800.—. Blijkens ingekomen adressen ziet ge noemde huurder zich gaarne tusschcntijds van zijn verbintenis ontslagen, en verzoekt zijn zoon, B. J. Timmerman, in diens plaats als huurder van het pand voor den tijd van vijf jaren tegen denzelfden huurprijs in aan merking te mogen komen. Hiertegen bestaat bij B. en W. geen bezwaar. Autogaiage aan don Burcht en bestendiging van de pacht. Ingevolge Raadsbesluit van 29 Maart 1920 werd aan A. Backer wederom voor den tijd van 6 jaren, ingaande 1 Mei 1920, tegen een huurprijs van f 2900 per jaar, verpacht het voor koffiehuis bestemde gedeelte van den „Burcht" met woning c.a. en de exploi tatie van de Graanbeirrs, zoodat 30 April jls. de pacht eindigt. Eenigen tijd geleden wendde de pachter zich tot B, en W. met het verzoek het be staande koetshuis en de daarbij behoorem.de stallingen, die weinig meer aan bun doel beantwoorden, zoodanig te wijzigen, dat, met behoud van voldoende stalruimte, een behoorlijke garage voor auto's wordt ver kregen. Met de Commissie van Fabricage achten zij de bedoelde verbouwing, waarmede een uitgaaf van f 3600 zal zijn gemoeid, een al leszins wenschelijke verbetering. Aam een behoorlijke autogarage bestaat inderdaad groote behoefte, terwijl de kosten daarvan door de meerdere, pachtopbrengst kunnen worden goedgemaakt. De pachter heeft zich A.l. bereid verklaard over de verbouwings- kosten een vergoeding te betalen van 8 pet., waarmede de jaarlijksche lasten, uit een en ander voor de gemeente voortvloeiende, ge acht kunnen worden te zijn gedekt. Het kwam hem intusschen gewenscht voor gelijktijdig met deze aangelegenheid de ver pachting van den „Burcht" c.a. gedurende het volgend vijfjarig tijdvak te behandelen. Bij de daarover met den lieer Backer ge voerde besprekingen bleek deze genegen de pacht onder de bestaande voorwaarden wederom voor f 2900 aan te gaan .vermeer derd met f 288 zijnde de vergoeding over de Verbouwingskosten van het koetshuis en met f 10 wegens rente van de kosten van ver betering van oen schoorsteen in de Graan - beurs, te zamen alzoo de ronde som f 3200 per jaar. Mocht de autogaxage vóór 1 Mei a,s. gereed komen, dan gaat de desbetref fende vergoeding evenzoo veel vroeger in. De bestaande huurprijs, verhoogd als is aangegeven, komt B. en YY. alleszins vol doende voor, zoodat het bij hun College geen bezwaar ontmoet de pacht op dezen voet wederom voor den tijd van 5 jaren te ver lengen. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage geven zij den Raad mitsdien in overweging lot de verhu ring te besluiten. De ontsierende schutting bij de Morschpoort wordt verwijderd. Zoowel bij de behandeling van de ge meen tehegroot mg voor 1924 als door den Bond „Heemschut" bij een tot B. en W. ge richt schrijven, werd gewezen op de ontsie rende omgeving van de Morschpoort en werd daarbij de wenschelijkheid uitgespro ken, dat de daar aanwezige schutting van het belendende kazerneterrein, welke de artistieke lijnen van dit bouwwerk aan hel oog onttrekt en het geheele aspect van de poort bederft, z^u worden verwijderd en de poort vrij zou komen te staan. Bovendien zou het daar geplaatste urinoir naar een andere plaats dienen te worden verwezen. B. en W, vonden in een en ander aanlei ding zich ter zake van de schutting mei de militaire autoriteiten alhier in verbinding te stellen. Nadat hun gebleken was, dat van die zijde in beginsel geen bezwaar bestond tegen een achteruitzetting van de bedoelde schutting en ontruiming van den vrijko- memden grond, richtten zij zich lot den Mi nister van Oorlog, met verzoek in deze zijne medewerking te willen verleenen. Tot hunne voldoening verklaarde de Mi nister zich daartoe gaarne bereid, echter met dien verstande, dat Z.E. bezwaar had tegen het weder ter beschikking slel-len van de gemeente van den grond, nader door Z.E. aangegeven. De Minister verbond aan zijne toezegging de voorwaarde, dat de uit deze teruggave voortvloeiende werken, n.l. het verplaatsen van de schutting, het afbreken van de berg plaats, het weder plaatsen van die loods op het terrein van de Infirmerie en het maken van een deur in den uitbouw der kazerne, voor rekening van de Gemeente zullen ge schieden. Op grond van deze onderhandelingen kon de Wethouder van Fabricage in de Verga dering van don 21en Juli j 1., op een desbe treffende vraag van den heer Groeneveld, mededeel en, dat ten aanzien van de Morsch poort nagenoeg tot overeenstemming was gekomen en dat op een spoedige afdoening werd gehoopt. Ofschoon met de toezegging van den Mi nister van Oorlog de poort wel niet volko men vrij zon komen te staan, achtten B. en W. toc'h, dat hiermee een aanmerkelijke verbetering van den thans beslaanden toe stand zou zijn te verkrijgen; zij verklaarden zich daarom jegens den Minister bereid diens toezegging te aanvaarden, behoudens de goedkeuring van den Raad. Deze goed keuring wordt nu door hen gevraagd als mede een bedrag van f 400 voor de daar voor te verrichten werkzaamheden. Een verzoek om subsidie afgewezen. In een adres verzoekt liet bestuur van het Nederlandsch 'Instituut voor Volkshuis vesting en Sledebouw om aan het Instituut een subsidie toe te kennen, of, zoo daar tegen overwegende bezwaren bestaan, de gemeente als lid te doen toetreden. Blijkens Statuten en het Huishoudelijk Reglement zou het lidmaatschap voor onze gemeente een jaarlijksche uitgaaf van f 100 meebrengen, terwijl het bedrag der subsidie uiteraard niet is bepaald. Hoewel B en W. het werk van het Insti tuut waardeeren en het zouden betreuren, indien dit lichaam tengevolge van finan- cieele omstandigheden moest worden opge heven, zoo kunnen zij toch geen vrijheid vinden tot inwilliging van het verzoek te ad vise eren. Zooals uil het overzicht van de verrich tingen van het Instituut blijkt, bemoeit dit zich met meer algemeene vraagstukken, die zeker niet van belang zijn ontbloot, doch waarbij onze gemeente slechts in verwij derd verband is betrokken. Een recht- strecksch belang van de gemeente Leiden bij de werkzaamheid van het Instituut is dan ook niet aan ba wijzen. En aangezien nu de Vereeniging van Nederlandsche Ge meenten, waarvan Leidein wel deel uit maakt, zich ook reeds meer of minder op het gebied van liet Instituut beweegt, achten zij het niet verantwoord in de tegenwoordige omstandigheden, nu alle uitgaven, die niet strikt noodzakelijk zijn, moeten worden ver meden, bovendien nog geiden ten behoeve van genoemd Instituut beschikbaar te stel len. Dit is ook in overeenstemming met de gedragslijn, die tegenover andere vereeni- gingen wordt gevolgd. Daar komt bij, dat, zoo er al ooit voor onze gemeente aanleiding beslaan heeft het Instituut financieel te steunen, daartoe in elk geval thans, nu de ergste woningnood na de voltooiing van de in uitvoering en in voorbereiding zijnde plannen als gelenigd mag worden beschouwd, nog veel minder reden aanwezig is. Ook de Rijksregeering verleent aan het Instituut geen subsidie meer, hoewel de in standhouding van het Instituut toch onge twijfeld meer een algemeen dan een lokaal belang is te achten. Verkoop van grond aan Eensgezindheid. Op verzoek van B. en W. heeft de Mi nister van Arbeid, Handel en Nijverheid zich bereid verklaard over het le kwartaal van dit jaar weder voorschotten te reserveeren ten behoeve van den bouw van een aantal woningen, ditmaal door de vereeniging „Eensgezindheid" óp een terrein, gelegen nabij den Zijlsingel, aan de Broersloot. Op dit terrein kunnen blijkens het ontwerp, waarmede B. en W. zich vereenigen, nog geplaatst worden 3 beneden- en 3 bovenwo ningen en 14 ccnsgezinshuizen. Na den bouw van deze 20 woningen en na uitvoering van bet bouwplan der 72 woningen, dat 14 Juli 1924 werd behandeld, zal de vereeniging, rr.et de reeds gestichte complexen, aldaar een goed afgerond geheel hebben verkregen, en haar laak, althans in deze omgeving, voorloopig als geëindigd kunnen beschou wen. De kosten der bedoelde 20 woningen mo gen, wat den eigenlijken bouw betreft, niet meer dan f 2500 per woning bedragen, zoo- dat in totaal niet meer dan 20 maal f 2500 is f 50.000 kan worden toegestaan, terwijl voor grondaankoop, slraataanleg enz. f 23700 wordt vereischt, alsmede een bedrag van f 4000 voor het maken van een lijdelijke kade langs de Broersloot, welke uitgaaf voor rekening van de gemeente moet worden ge nomen. Het ligt in de bedoeling om deze 20 wo ningen niet als een afzonderlijk geheel te exploileeren, doch ze te voegen bij de hier- voren genoemde 72 woningen; beide groepen woningen zullen dus als één plar. worden beschouwd. Blijkens de exploitatie-raming van het vergroot'e plan, waarvoor geen bijdrage In een eventueel tekort wordt genoten, moet de gemiddelde huurprijs op f5.87 per week en per woning worden gesteld. Een dergelijke huurprijs vormt ongetwijfeld een vrij belang rijk bedrag en is ook hooger, dan den laat- slen tijd aan exploitalie-begrootingen ten grondslag behoefde te worden gelegd. Dit is voor een niet onaanzienlijk deel het gevolg van de eischen van de rijksautoriteilen, die een groot aantal eengezinswoningen in het plan wenschten te zien opgenomen. Voor de uitvoering van het complex der 20 woningen is, met inbegrip van den voor straat bestemden grond, een terrein benoo- digd ter grootte van 2550 vierk. M., zoodat, ook thans een prijs van f3 per vierk. M., aannemende, wegens grondaankoop door de vereeniging is verschuldigd f7650. Aange zien intusschen, alleen het eigenlijk bouw terrein, ter oppervlakte van pl.m. 1935 vierk. M, in eigendom wordt overgedragen, be draagt de verkoopprijs van dat terrein f 3.951/8 per vierk. M. Geen kosten van etraa'aanleg bij woning plannen voor rekening van de gemeente. Do woningbouwvereniging „Eensgezind heid" verzoekt den Raad de kosten voor slraataanleg en rioleering bij uitvoering van woningbouwplannen voor rekening van de gemeente te nemen, welke kosten thans ten laste van het bouwplan der betrokken ver- eenigingen wordt gebracht en deel uitmaak ten van den kostprijs der woningen, zoodat de over die kosten verschuldigde rente en aflossing uit de huuropbrengst indien en voorzoover althans geen bijdrage in het ex ploitatietekort is verleend moeten wor den gevonden. Hierbij moet intusschen wor den opgemerkt, dat als regel ten laste van een bouwplan eener vereeniging niet meer komt dan een straat/breedte van 20 M., zoo dat, indien een straat breeder is, de aanleg, rioleering enz. over die meerdere breedte door de gemeente wordt gedragen, terwijl, zoo de bebouwing aan één zijde van den weg is gelegen, met in-achl-neming van genoem de maximum-breedte, de vereeniging in het algemeen slechts de kosten van den aanleg van de halve straat behoeft le betalen. Dat de bouwvereenigingen met de uitgaven van rioleering en bestraling worden belast is gegrond op de bij verordening van 18 Dec. 1913 vastgestelde regelen voor den aanleg van straten en wegen, welke Tegelen even eens van toepassing zijn ten aanzien van den particulieren woingbouw. Inwilliging van het verzoek van de ver eeniging „Eensgezindheid" zou dus zijn ln strijd met het stelsel in genoemde verorde ning neergelegd en er bestaat dan ook, zoo wel bij B. en W. als bij de Commissie van Fabricage, overwegend bezwaar aan den wensch van adressante gevolg te geven. Het stelsel der verordening is toch zeer rationeel. Immers, het is een algemeen bekend feit, dat terreinen, die nog niet bouwrijp zijn ge maakt, d.w.z. die niet zijn gelegen aan aan gelegde stralen, goedkooper zijn, dan ter reinen, waarop wel een stratenplan is uitge voerd. Dit verschil in prijs zal in liet alge meen nauw verband houden met de kosten van het maken der straten. Het gevolg van het door de vereeniging „Eensgezindheid" voorgestane denkbeeld, dal natuurlijk ook voor den particulieren bouw zou moeten gelden, is dus, dat de gemeente de kosten van den slraataanleg betaalt, doch dat de meerdere waarde van den grond, die op haar beurt weder lot uiting komt in den koop- of huurprijs der woningen en in vele gevallen ongeveer gelijk zal staan met het bedrag dier kosten, ten bate van den grondexploi- tant komt. Op deze wijze wordt een breede groep van ingezetenen de belastingbeta lers benadeeld ten bate van enkele per sonen. Dai zulks zeer ongemotiveerd zou zijn, behoeft geen verder betoog. En het is even onredelijk, de door adressanle ge- wenschte regeling alleen te laten gelden voor den vereenigingsbouw. Afgezien hiervan, dat alsdan de meest schromelijke onbillijkheid wordt begaan te genover den particulieren woningbouw, verdient een dergelijke regeling ook afkeu ring, omdat zij juist den terugkeer tot nor male omstandigheden zou bemoeilijken. Het doel moet zijn, dat de particuliere bouw evenals voorheen ook in de toekomst weder de leidende rol vervult bij de voorziening in de woningbehoefte en. dat de bouwvereeni gingen slechts aanvullend optreden. Dit doel i zou niet worden verwezenlijkt, wanneer I een regeling werd getroffen, die de particu liere ondernemers tegenover den bouw door of vanwege de pverheid in een zoo ongun stige positie plaatste. B. en W. stellen daarom den Raad voor afwijzend op hel verzoek te beschikken. Verkoop van grond aan de Woningbouw ver. „Ons Doel". In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage geven B. en W. den Raad in overweging. A. in te trekken de besluiten d.d. 28 April 1924: lo. tot verkoop aan de vereeniging „Ons Doel" ben behoeve van den bouw van 50 woningen, van een perceel bouwterrein ter oppervlakte van pl.m. 5200 M2.; 2o. tot verkoop aan die vereeniging, ten behoeve van den bouw van 70 woningen, van een perceel bouwterrein, ter oppervlak te van pl.m. 7490 M2,. B. aan de wonimgbouwvereeniging „Ons Doel" in hel belang van de verbetering van die volkshuisvesting te verkoopen: lo. ten behoeve van den bouw van 38 be neden- en 4-0 bovenwoningen en 2 winkels een terrein, ter oppervlakte van pl.m. 7450 M2., togen den prijs van f3.11 per M2. 2o. ten behoeve van den bouw van 70 ar beiderswoningen een terrein, ter opper vlakte van pl.m. 7490 M2., tegen den prijs van f 2.961/i per M2. C. Het besluit d.d. 28 April 1024 tot Kef verleenen van voorschotten ingevolge de woningwet aan de vereeniging „Ons DoeT voor den bouw van 50 arbeiderswoningen op een terrein aan de Roode Laan en de Pieter de la Courtslraat te wijzigen als volgt: lo. in onderdeel I wordt gelezen i) in plaats van f 165940.f 266195.— in plaats van f 35940.f 64195. en in plaats van f 130000.f 202000. 2o. in voorwaarde b. van onderdeel III wordt gelezen in plaats van 25 beneden- en 25 bovenwoningen: „88 beneden- en 40 bo-« venwoningen en 2 winkels"; 3o. in voorwaarde k. van onderdeel Hl wordt het cijfer 3 vervangen door 4; 4o. aan de voorwaarden van onderdeel III wordt toegevoegd de volgende voor-' waarde „v. de belegging van de kasgelden „waaronder begrepen die, welke betrekking „hebben op het eerste bouwplan aan de „Rijndijkstraat moet geschieden op door „B. en W. te bepalen wijze." RECLAME. De ondraaglijke jeuk en pijn van aambeien worden onmiddellijk verzacht door aanwen ding van Foster's Zalf. Inderdaad een pro baat geneesmiddel. Per doos f 1.75; per tube f 1.—. 7233 GEBOREN: Berfcus, Z. v. J. Singoling en G. v. d. Nat. Corneille Jean Marie, Z. v. J. H. Kramers en G. A. de Vlaming PJoij- sier. Izaak, Z. v. J. H. Vavier en M. E. Thiel, Julia Maria, D. y. M. J. A. Bron^ geest en J. J. Gunther. Cornelis, Z. v. J. v Velzen en A. v. Duivenvoorde. Hon- riette Priscilla Dorothea, D, v. A. Eekhof en G. Bosoh. Jacob, Z. v. J. Hasselbach en S. M. Schreuder. Johanna Maria, D, v. P. Bij en L. v. d. Ouweelen. Jacob, Z v. J. J. Meel en D. J. Wendt. Joj hanna, D. v. A. J. v. d. Berg en G. v. d. Linden. Jacobus Petrus Frans. Z. v. T. J. M. Damave en G. J. M. v. Ruijven. Roza Cornelia, D. v. P. Guley en O. Otte, Arend, Z. v. A. Yelsink en H. J. Ycy gelenzang. Elisabeth, D. v. F. H. E* Gul jé cn J. M- Berge. Johannes Wilhel mus, Z. v. O. v. d. Berg en J. M. de Gunst, Catharina, D. v. L. Eradus en B. O. W. Klamer. Anton, Z. v. A Fallaux en M. Cornelisse. Adriana, D. v. D. Beijland en A Adema. Johan Damian, Z. v. J. D. Degreef cn E. v. d. Hoek. Henderik, Z, v. H. Pcnnings en A J. Gerritsen. Wil-» lem, Z. v. J. Brokke en W. P. Svvaak. Jacobus, Z. v. J. Noppe en C. J. Marijt, Willem., Z. v. P. v. Vliet en M. J. Zitman, Johannes Philippus, Z. v. H. Oudshoorn cn R. v. d. Reek. Adrianus Zaoherias, Z. v. A. Z. Vermey en S. M. v. d. Kaaij. Cornelie Jacoba, D. v. J. W. II. v, d. Hen-» vel en J. C. Oarton. Maria Geertruida, D. v. H. Ycldhuysen en O. Borger, Susanna Catharina, D. v. O. v. d. Keur en C. Zwaan. Johan, Z. v. J. Kluivers en J. S. v. d. Klaauw. Johannes Hendrik, Z. v, J H Borg-meijer en M. P. Mollen- kamp. GEHUWDH. Klerekoper wedn. ent M. G. Roggeveen wede. J. J. v. d. Sluifl jm. en M. Schneider jd. P. H. Smith jm, en A. O. ILuner jd. A. Spek jm. en A» de Wolf jd. L. M. H, v. Platerink jm. en J. W. Oudshoorn gesch. P. öossee en M. P. A Planjer. J. Eikerbout jm. en C. Wassenburg jd. H. Mark jm. en E. Kruit jd. H. Crama jm. en M. J. G. Planken A. de Vogel gesch. .en N. v„ d. Water jd. OVERLEDEN: H. H. M. Berkeljon D. 31 j. W. J. Jong, wede. Prevoo, 69 j. G, de Grauw, m. 53 j. E. P. Robbers— Mieremet wede. 74 j. P. W. Kamp—» Wessels, vr. 33 j. J. Hasselbach, Z. 2 d. H Botermans, m. 26 j. L- Grube wede. Bruins 78 j.B. Hoogenboom m. 81 j. H. Tegel aar Z. 37 j. W. D. Regeer ra. 72 j. O. A. W. Sjardijn wede. v. Heus- den 70 j. door MARGARET PEDLER. Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT. 88) Hij nam haar in de armen en kusle haar met al de onstuimigheid van zijn twee en twintig jaren. Bij de aanraking van zijn warme lippen werden de hare wit. Een oogenblik, toen zij in zijn armen rustte, doorboorde haar de herinnering aan die an dere armen, die haar als in een schroef van slaaJ omkneld hadden gehouden, en aan wilde, hartstochtelijke kussen, in vergelij king waarmee Tims liefkoozingen, half- echuw, half-eerbiedig, waren als helder wa ter naast glocienden, rooden wijn. Met een ruk maakte zij zich uit zijn om helzing los. Zou zij dan nooit vergeten, zou zij altijd moeten herinneren, vergelijken? O, mocht God haar dan bijstaan I „Neen", zei ze kalm. Je behoeft geen lang gezicht te zetten. Maar het huwelijk is een ernstig ding, Tim; als je 't wèl beschouwt," „Lieveling", hij sprak nu plotseling op vriendelijk-ernstigen toon „je moet mij niet verkeerd begrijpen. Huwelijk met jou is het mee9t ernstige en wonderlijke en zalig ding, dat ooit ogn man zou kunnen ten deel vallen. Wanneer jij mijn vrouw lienl, zal Ik er God eiken dag van mijn leven voor i danken. Alle vroolijkheid en grapjes en non- eens zijn maar kleine golfjes van geluk, die WBt d« Iruat aanslaan. Maar daarachter la altijd de groole zee van mijn liefde voor jou, de stille, diepe wateren, Sara," Sara zweeg. Het besef van de leedere, ridderlijke, vereerende liefde, die deze jonge man aan haar voelen logde, maakte haar klein, maakte haar beschaamd en bedroefd, dat zij hem zoo weinig er voor teruggeven kon. Zij stak hem haar heide iianden toe en met een stem, die even trilde, zei ze zacht: „Tim, mijn beste Tim, ik zal mijn best doen je niet teleur te stellen". HOOFDSTUK XV. De naam Durward. De Durwards ontvingen het nieuws van de verloving van hun zoon met ongeveinsde verrukking. Geoffrey was stralend van vol doening, dat zijn persoonlijke verwachtingen vervuld werden, en Elisabeth was nooit lie ver geweest dan in de dagen, die nu volg den. Zij liep rond zoo stralend en tevreden als een kind, dat zijn grootstcn wensch ver vuld heeft gekregen, en zelfs de vreemde, achterdochtige terughoudendheid, die ge woonlijk in haar blik lag, moest nu wijken voor het stralend geluk, dat er in scheen. Zij drong er op aan, dat de datum van het huwelijk spoedig vastgesteld zou worden, en Sara, die een mismoedig gevoel had, dat niets er in den grond veel op aankwam, stemde er zonder eenige opgewektheid in toe. Gedreven door allerlei tegenstrijdige in vloeden, had zij de schepen achter zich ver brand, en hoe eer alle teekenen van dien brand vernietigd waren, des te beter. Maar op het verdere voorslel van de Dur wards, dat zij met hen mee zou gaan naar Barrow Court in plaats van naar Monks- haven terug te keeren, ging zij met kalme beslistheid niet in. „Neen, dal kan ik niet doen", zei ze, „Ik heb dokter Dick beloofd, dat ik terug zou komen." Elisabeth glimlachte luchtig. Blijkbaar had zij geen gewetensbezwaren, om een be lofte niet te houden. „Dat is gemakkelijk te schikken", ver klaarde zij. „Ik zal aan je dierbaren dokter schrijven en zeggen, dat wij je niet kunnen missen." Zoo ver het haar betrof, zou Sara graag hot voorslel van Elisabeth hebben aange nomen. De gedachte naar Monkshaven te rug te gaan, was haar ontzettend pijnlijk; hoeveel herinneringen zouden haar daar beslormenl Maar zij had Selwyn beloofd, dal zij terug zou komen, en zij had oen af keer een belofte niet na le komen, zelfs tn een betrekkelijk onbelangrijke zaak, zooals deze scheen. Elisabeth kwam in verzet. „Je stelt dr. Selwyn hoven ons," verklaar de zij, in heilige verbazing. „Ik bob het hem eerst beloofd," antwoord de Sara. „Tn mijn plaats zou jij hetzelfde doen." Elisabeth schudde hel hoofd. „Dat zou ik niet," antwoordde zij mot grootc beslistheid. „De menscheu, die ik liefheb, komen eerst; de rest koml er niet op aan." „Dan ben ik blij, dat ilc lot die menscheu behoor," antwoordde Sara lachend, „En dan moet ik je zeggen, dat ik je hoogst immoreel vindt." Elisabeth keek haar nadenkend aan. „Misschien ben ik dat," Stemde zij toe. „Ten minste van een conventioneel stand punt bezien. Vast en zeker zou ik nooit een van die zoogenaamde moreele bezwaren het geluk: laten bederven .van demand, die Ik liefhad. Maar ik geloof, dat jij dat wol zoudt doen, en zoo zouden wij allen opgeofferd worden ter wille van die onnoozele belofte, die je aan dr. Selwyn gedaan hebt." Sara lac-hle en kusle haar. „Ik vrees, dat het zoo zal moeien," zei ze. Wanneer iets haar had kunnen verzoe nen met dj; opoffering, die zij zich oplegde door naar Monkshaven terug te keeren, dan was het wel de hartelijkheid geweest, waar mede zij hij haar terugkomst werd begroet. Selwyn en Molty haalden haar van heit slation af en Jane Crab, uitgedost met een nieuwe muls en schort, die zij voor deze ge legenheid gekregen had, stond aan heit hek teen eindelijk de ponywagen voor het huis stilhield. Zelfs mevrouw Selwyn had zich de inspanning getroost beneden te komen en wachtte in den hall om de teruggekeerde zwerfster te begroeten. „Hot zal een groote troost zijn je weer hier te hebben, beste," zei ze met ongewone hartelijkheid in haar slem en plotseling voelde Sara zich beloond voor de vele moei lijke uren, die zij boven in die weelderige, overdreven-warm zitkamer had doorge bracht met te traöhten de belangstelling van mevrouw Selwyn voor iets anders dan haar eigen gewichtige persoon te winnen. „Je ziel er magerder uit," zei Selwyn zon der veel omslag, toen Sara haar hoed en mantel afdeed. „Wat heb je uitgevoerd?" Zij bloosde. „O, dal komt van het zwieren, denk ik. rk heb gewoonweg in een roes geleefd. Hel hindert niet, dokter Dick, je zult me wel weer aandikken met jullie gezonden, lan- delijken kost en je frissche buitenlucht. Goede Hemell" riep zij uit. toen hij zijn grooten duim en wijsvinger om haar smalle len pols sloot en bedenkelijk het schudde. „Kijk niet zoo ernstig I Ik heb ali tijd tot'de mageren behoord, hoorl" „Ik vind niet, dat Londen deugt voor je", bromde Selwyn ontevreden. „Je pols is even onrustig als een primitieve tmderwetsche bioscoopfilm. Je moest niet zoo'n hurrie maken om weer van ons weg te loopen. Bo vendien. wij kunnen hot niet zonder je stel len, beste." Met een schok schoot Sara do gedachte aan haar naderend huwelijk door het hoofd. Hoe ter wereld moest zij liet aan deze goede I vrienden, die er zoo vast op rekenden, dat zij hij hen zou blijven, vertellen, dat zij bin nen drie maanden dat was de langste fermijn, dien Elisabeth wilde wachten i hen voorgoed ging verlaten? Het was onmo gelijk hun zoo'n koud stortbad le geven te midden van de vreugde en de hartelijkheid van hun begroeiing, en zij besloot te wach ten tot ten minste den volgenden dag met hun het feit van haar verloving le vertellen. Toen de morgen kwam, deden dezelfde argumenten dienst voor een verder uilstel len en naarmate do dag voorbijging, werd het steeds moeilijker het onderwerp op d« proppen te brengen. En in deze andere omgeving, te midden van andere invloeden, kwam voor Sara bijna onvermijdelijk de reactie. Niet, dat zij bepaald berouw bad over haar engagement^ maar toch was zij op dit oogeinblik zoo on gevoelig ten opzichte er van, dat zij een' weerzin voelde bij do gedachte aan de ge- lukwensohen en al de vriendelijke, goedgoe meende drukte, die het bekend worden on- middelLtjk ten gevolge zou hebben. (Wordt vervolgd)'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5