Recal Zeep
De Kl
uizenaar van
Far-End.
No. 19794
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 18 September
Tweede Blad.
Anno 1924.
BINNENLAND.
EERSTE KAMER.
d® vermaarde^*-
FranscheZeap 1
De Pers over de Millioenen-Nota.
FEUILIETON.
N-i-
Begrooting Posterijen, Telegrafie en
Telefonie 1925.
ingediend is een ontwerp van web tot
fegeling yan de inkomsten en uitgaven van
He Posterijen, de Telegrafie, en Telefonie
(voor het dienstjaar 1925. Aan de Memorie
yan Toelichting is het volgende ontleend:
(Het is den Minister een voldoening te
kunnen constateeren, dat de voorloopig
bekende bedrijfsuitkomsten over 19-23 en de
exploitatie-ontvangsten uit het post-, tele-
graaf- en telefoonverkeer over de eerste
maanden van 1924 ten duidelijkste er op
'wijzen, dat, hoewel het economisch leven
zich nog niet zoodanig heeft hersteld, dat
3e staat van vóór den oorlog reeds is be
reikt, bij het onderwerpelijk Staatsbedrijf
*Och verschijnselen aanwezig zijn, welke
goede hoop voor de toekomst wettigen.
Met de stijging der opbrengst van de
Posterijen, de Telegrafie en de Telefonie In
Ï924 gaat gepaard een inkrimping, waar
mogelijk, der exploitatie-uitgaven; als re
sultaat hiervan meent de Minister er op Ce
Soogen rekenen, dat de exploitatie van deze
•I .-.leken van dienst over dat jaar een winft
S'al opleveren.
Nadrukkelijk wordt er echter op gewezen,
Hat bij vorenstaande beschouwingen geen
tekening is gehouden met de bedrijfsuit
komsten van den postckèque cn girodienst.
De voorbereidingen tot wederopenstelling
van dien dienst verkeeren bij het samen
stellen van deze begrooting in een stadium,
Hat ook nog niet voor 1925 kan worden be
rekend, welke uitkomsten deze dienst zal
opleveren. De onder Inkomsten en Uit
gaven" opgenomen cijfers zijn dan ook,
voor zooveel den postcheque- en girodienst
betreft, als zeor vooarloopige te beschouwen.
Inkomsten. De exploitatie-inkomsten
Voor de drie diensten posterijen, telegra-
flo en telefonie (artikelen 1, 2 en 3 der in
komsten) zijn voor 1925 in totaal geraamd
Op f80.934.930.
Yoor 192-4 werden zij geraamd op
f 76.979.900 alzoo voor 1925 meer f 3.955.030
of nl. méér voor A. posterijen f 1.144.500,
B telegrafie f 846.200, O telefonie f 1.964.330
tezamen f 3.955.030.
A. Posterijen. Geraamd is voor 1925
f 52.913.800 voor 1925 alzoo meer f 1.144.500.
f 52.913.8000, voor 1925 alzoo meer f 1.44.500.
'B. Telegrafie. Yoor 1925 wordt een op
brengst geraamd van f 6.915.600, terwijl de
raming voor 1924 f 6.039.400 bedroegalzoo
meer voor 1925 f 846.200.
Telefonie. Yoor 1925 is de opbrengst
geraamd op f 19.961.030. De raming voor
1924 bedroeg f 17.996.700; alzoo meer
f 1.964.330.
Uitgaven. In de begrooting voor 1924
werd voor exploitatie-uitgaven toegestaan
een bedrag van f81.544.887. De uitgaven
volgens de art. i tfm. 73 van de onderwer-
pelijke begrooting zijn uitgetrokken voor
f 8Ö.793.3S6. Hierin is begrepen wegens ka
pitaals-uitgaven f 10.345.280, wegens uitkee-
ring aan 'e Rijks middelen ten bedrage van
'de zuivere winst f 5.773.417, totaal de som
van f 16.118.703.
Blijft voor gewone uitgaven f 73.674.683.
Yoor 1925 wordt mitsdien voor expl. uitga
ven minder aangevraagd dan voor 1924
f 7.870.304.
Voorshands is bij de raming van het arti
kel betreffende het aandeel van den post-
chèque- en girodienst in de uitgaven uan-
genomen, dat de voortzetting van den dienst
gecentraliseerd zal plaats vinden, doch bij
het ontbreken van eenigen maatstaf om
trent de hoeveelheid arbeid, welke in dezen
exploitatievorm van het kantoorpersoneel
zal worden geëdscht, is de raming voor hot
jaar 1925 voorloopig gesteld op de helft
van het voor 192-1 geraamd bedrag.
De reclame op poststukken.
In antwoord op een schrijven aan don
Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw in zake de bekende reclame op
poststukken, ontving, naar ,,D© Maas
bode" meldt, de Algemeene Nederlandscho
Zuivelband d.d. 10 September bet volgende
sohrijven
,,Naar aanleiding van Uw neven vermeid
schrijven heb ik de eer U te berichten, dat
Hoor mij bij mijn Ambtgenoot van Water
staat er op aangedrongen is maatregelen
te treffen opdat het door U bedoelde re
clameopschrift uit het poststempel zal ver
dwijnen.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw,
Yoor den Minister,
De Seoretaris-Qeneraal,
(w. g.) J. B. KAN."
H. M. de Koningin-Moeder heeft gister
middag een bezoek aan het' Sint-Antonius-
Gasthuis te Utrecht gebracht. Tegen den tijd
van aankomst hadden zich voor het zieken
huis een groot aantal belangstellenden aan
beide zijden van den weg opgesteld. Zoodra
de auto, waarmede H. M. van Soestdijk
kwam, zichtbaar werd, steeg er een luid ge
juich uit de menigte op. De auto reed daarop
langzaam tusschen de rijen toeschouwers op
en de hartelijke toejuichingen, welke door
Koningin Emma vriendelijk werden beant
woord, hielden eerst op, toen de auto bin
nen het hek van den ingang van het zieken
huis stilhield. De ingang, zoomede de vesti
bule van de inrichting waren versierd met
planten en bloemen, terwijl in het voorpor
taal nog aangebracht was een baldakijn van
rood fluweel.
In de vestibule hebben dr. W. A. Boekel-
man, geneesheer-directeur, en zuster Wil-
helmina, moeder-overste, de Koningin-Moe
der ontvangen. Een dochtertje van eerstge
noemde bood haar bloemen aan. In de re
gentenkamer, waarheen het gezelschap zich
daarna begaf, was mede ter verwelkoming
aanwezig mgr. Van de Wetering, aartsbis
schop van Utrecht, als voorzitter van het
college van regenten der stichting. Nadat
H. M. zich met den aartsbisschop onder
houden en haar naam in het boek der be
zoekers gezet had, werd de kapel bezichtigd.
Onder begeleiding van orgelspel werd H. M.
door de zusters toegezongen „Domine sal-
vam fac reginam nostram".
Begeleid door den geneesheer-directeur en
de moeder-overste heeft H. M. daarop alle
zalen en vertrekken der inrichting bezich
tigd. In de verschillende afdeelingen werden
de betrokken geneesheeren aan haar voor
gesteld. Voor de patiënten had zij bloemen
en platen medegebracht.
Na den rondgang werden in de regenten
kamer verschillende regenten aan H. M.
voorgesteld en werd de thee rondgediend.
Bij Kon. besluit is benoemd lot officier
in de orde van Oranje-Nassau A. M. Donner
J.Hzn. secretaris-penningmeester van het
curatorium van de Theologische School te
Kampen, predikant bij de Geref. Kerk te
Amersfoort; i9 benoemd tot ridder in de
orde van Oranje-Nassau mej. F. J. van Beeck
Calkoen, presidente van liet bestuur der Jo-
hanna-stichting te Utrecht; is, met ingang
van 1 October a.s., aan dr. J. Veth, op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend als buiten
gewoon hoogleeraar aan de Rijksacademie
van Beeldende Kunsten te Amsterdam.
Het Centraal Stembureau voor de ver.
kiezing van de leden van Provinoialc Staten
van Zuid-Holland heeft gisteren ter voor
ziening in de vacature, ontstaan door het
overlijden van den heer A. 0. Volker, tol
lid van de Staten benoemd verklaard mevr.
M. A. Oohen Tervaert geb. Israëls, te
's-Gravenhage.
De kosten ter uitvoering van de Itij-
wietbelaetingwet worden geraamd op plm.
f 144.000, zijnde f 34.000 wegens kosten van
aanmaak, verpakking en verzending der
rijwielplaatjes, en f 110.000 als vergoeding
aan de postadministratie voor de-n verkoop
van de rij wiel merken. v
Ingediend is een wetsontwerp tot be
schikbaarstelling van een renteloos voor
schot van op zijn hoogst f 270.000 ten be
hoeve van de watervoorziening van Zuid-
Limburg.
Op de begrooting van het Departe
ment van Finanoiën voor 1925 is een post
van f 25.000 uitgetrokken voor de aanschaf
fing van electriesohe boekhoudmachines,
welke noodig is in verband met de voorge
nomen opheffing der betaalmeesterskanto
ren, waarvan de werkzaamheden met behul®
dezer machines, naar verwacht wordt, door
het thans bestaand personeel der afdeeling
Generale Thesaurie zullen worden verricht,,
.Verwacht wordt, dat de opheffing van
het ambt van Rijksbetaalmeester, waartoe
in beginsel is besloten, in de eerste helft
van 1925 zal kunnen geschieden.
Blijkens de Memorie van Toelichting
'op het hoofdstuk „Oorlog" der Staatsbegroo-
ting voor 1925, bedraagt hot totaalcijfer der
geraamde uitgaven, voortvloeiende uit het
houden van herhalingsoefeningen in 1925,
f 1.395.787.
De commissie yan rapporteurs uit de
Tweede Kamer voor de nieuwe Tarief wet
heeft liet ontwerp voor openbare behande^
ling vatbaar verklaard.
De Raad van Amsterdam heeft gister
avond met 29 tegen 10 stemmen een motie
aangenomen, waarbij de bevoegdheid van
B. en W., ora vergunningen voor avondver-
koop te verleenen, wordt opgeheven.
De Minister van Binnenl. Zaken ïs
voornemens het Rijkskrankzinnigengesticht
te Grave tegen 1 Januari buiten gebruik te
stellen.
Het hoofdbestuur van de Broederschap
der Notarissen heeft een adres ingediend te
gen het wetsontwerp tot bevordering van
de richtige heffing van de directe belas
tingen.
Blijkens het verslag van 'de Hollandschfi
Maatschappij van Landbouw over 1923—
1924, door het hoofdbestuur uitgebracht
aan de algemeen© vergadering te Hoorn,
bedroeg het aantal leden in 1923 8545, tegen
9200 in 1922; een vermindering alzoo van
655. Het verslag van de afdeeling boekhou
den vermeldt een minder aangenaam feit.
Het overzicht van de drie contróle-sta-
tions, KoaScontróle Zuid-Holland voor vol
vette kaas, Kaascontrölestation Zuid-Hol
landBrabant en Botercontrölestation Z.
Ho lland, meldt o.a., dat over de bruikbaar
heid van de kaasmerken kan worden ge
zegd, dat zij voor de volvette kaas uitsta
kend voldoen en dat voor de niet-volvette
kaas gezegd kan worden, dat het tegen
woordige merk wel niet volmaakt is, maar
zeer zeker bruikbaar te noemen is.
Het jaarverslag van het Botercontröle-
Btation Zuid-Holland noemt, als een van de
redenen van het bedanken voor vele oud-le
den, de noodzakelijkheid om Australische
boter en margarine te verkoopen. Ook eeni-
ge van de bedrijven, die thans nog als lid
zijn aangesloten, hebben een groote behoef
te om meer vrijheid in hun zaken te hebben
voor den verkoop van ongecontroleerde bo
ter on hebben weder grooten drang bij het
bestuur uitgeoefend, om deze grootero be
wegingsvrijheid te krijgen. Dit gevoelt zeer
goed, dat de concurrentie voor sommige
bedrijven het bestaan aanmerkelijk moeilij
ker maakt; doch de vraag, hoe kunnen wij
aan de werkelijke bezwaren van sommige
leden tegemoet komen, zonder het grond
plan cipe van de botercontröle aan te tas
ten, heeft nog geein oplossing gevonden.
Een zeer bedrieglijke campagne is ge
opend door eenige margarinefabrikanten,
dio bij hun propaganda een zeer bijzondere
voorkeur blijken te hebben voor alles, wat
met melk en boter samenhangt. Al 8 mislei
dend mag bijv. worden opgevat, wanneer
een bepaald soort margarine wordt aange
prezen als ,,in alle opzichten gelijk aan
roomboter, alleen in prijs daarmede ver
schillend" of een zin als deze „waarom al
leen dure roomboter gebruikt, terwijl u
hetzelfde voor de helft minder kunt krij
gen."
Wanneer „respectabele" menschen, die
als „faire" concurrentie beschouwen, dan
moeten wij, aldus het verslag, wel zeer
ernstig vrcezen voor de handelingen van
niet-respeotabele menschen, in geval van
opheffing van de wet op den beperkten aft-
voer van boter.
Het ledental bedroeg 31 December 1923
67 <166). daarvan zijn 34 (34) zuivelfabrie
ken, 17 (17) melkinrichtingen, 10 (11) land
bouwers en G (4) handelaren.
Bovendien staan 85 (83) filialen van leden
onder contrólo, zoodat totaal 152 (149) be
drijven gecontroleerd worden.
Do productie waarvoor in 1923 contribu
tie betaald werd, (dus de boteromzet gedu
rende 1922) wa§ 3.161.785 K.G. (2.695 036
K.G.) en wordt voor 1924 geraamd op
3.092.400 KG.
Het reserve-fonds bedraagt thans de som
van £32.673.34^.
Onder groote belangstelling had gister
middag te Kampen cfe inwijding plaats van
het nieuwe gebouw van de Theologische
School der Geref. Kerken in Nederland,
waarbij minister De Visser het woord voer
de. Geheel de stad was in vlaggentooi en de
locaaltrein van Zwolle voerde stroomen oud-
lecrlinge# en vrienden der School uit alle
deelen des lands naar het aloude stadje.
Naar aanleiding van het ontslag van
twee arbeiders op de Staatsmijn „Emma",
aangezegd wegens het buiten werktijd ver
spreiden van geschriften van de Vrijden-
kersvereeniging „De Dageraad", heeft deze
Yereeniging zich gewend tot de Ministers
van Arbeid en Waterstaat met het volgende
schrijven
Het zij ons vergund, Uwe Excellenties het
volgende onder de aandacht te brengen:
Aan twee leden der Vrijdenkersvereeni-
ging „De Dageraad", H. Smink en A. W. G.
Schreyer, wonende te Rumpen en resp. 61/»
en 7 jaar, tot volle tevredenheid hunner
superieuren werkzaam bij de staatsmijn
„Emma", werd door den heer Bedrijfsinge-
nieur per 1 October a.s. ontslag aangezegd,
niet wegens tekortkomingen, welke nadeelig
zouden zijn voor het bedrijf, maar wegens
het verspreiden van geschriften, die, hoewel
zich richtende tegen een geestelijke richting,
in geen geval beoogde het prestige van den
Staat te benadeelen.
Waar de Grondwet aan eiken Nederlan
der het recht waarborgt de hem juist voor
komende wereldbeschouwing te omhelzen
en te propageeren, mits hij aaarbij de ove
rige wetten des lands eerbiedigt, achten wij
het ontslag met dit recht in strijd en wen
den wij ons tot Uwe Excellenties, met het
volle verhjpuwen, dat deze kwestie de vol
ledige aandacht van Uwe Excellenties zal
hebben, en verzoeken wij Uwe Excellenties
hun invloed aan te wenden, het ontslag zoo
niet ongedaan te maken, dan toch te doen
opschorten en een volledig onderzoek ter
plaatse te doen Instellen.
Het bestuur van den Tedingerbroek-
polder, dat zich niet kan vereenigen met
do opheffing van de bewaking van den
spoorwegovergang van den Veenweg, zijn
de de hoofdverbinding van Delft, via Noot
dorp en Voorburg met Leidschendam, zal,
nu een protest bij de betrokken autoriteiten
geen resultaat heeft opgeleverd, trachten,
aan de hand van de concessie-voorwaarden,
langs civiel-reohtelijken weg de Maatschap
pij tot Exploitatie van de Staatsspoorwegen
te dwingen, den overweg wederom te doen
bewaken.
De verwachting, dat op elk van de groo
te ontvangkantoren der directe belastingen
een klerk door plaatsing van een kasregister
zou vrijkomen, is geen werkelijkheid ge
worden. De proef met een kasregister aan
het lste kantoor te Amsterdam genomen,
heeft dit uitgewezen, zoodat op voorstel
van de bezuinigingsoommïssie van verdere
aanschaffing van kasregisters voor den
dienst der directe belastingen is afgezien.
(Zitting van gisteren).
Commissie-benoeming.
Herbenoemd worden tot leden der Huis
houdelijke Commissie de heeren De Yos
van Steenwijk en Rink, en tot leden der
Gem. Oommissie voor do Stenographie de
heeren Yetrheijen, Van Wassenaar van Oat-
wijck, en Slingenborg.
Adres van Antwoord.
Het concept-adres van Antwoord wordt
ter tafel gebracht. De Kamer gaat in de
afdeelingen ter behandeling van dit con
cept.
De vergadering wordt verdaagd tot mor
gen elf uur.
Dit ontwerp-adres luidt als volgt:
Mevrouw,
De Eerste Kamer der Staten-Goneraal
efolclë hef op hoogen prijs Uwe Majesteit
vergezeld van Zijne Koninklijke Hoogheid
'den Prins der Nederlanden, weder te nricü
den der Volksvertegenwoordiging te zien.
2. Hot was der Kamer aangenaam va#
Uwe Majesteit te mogen vernemen, dat
hoewel alle zorgen nog niet zijn weggeno
men, gehoopt mag worden, dat de econo*
mische crisis thans haar diepste punt beeft
bereikt en dat zelfs voor het oogenblik in
sommige opzichten eenige, zij het geringd
opleving van handel, landbouw en nijvec*
heid valt waar te nemen.
Erkentelijk is zij voor Uwer Majesteff
verzekering, dat, indien de bij de Statett*
Generaal nog aanhangige maatregelen van
financieelen aard tot stand komen, heji
vooruitzicht gewettigd is, dat "de gewong
uitgaven en inkomsten voor het dienstjaai
1925 in evenwicht zullen zijn.
4. Dankbaar is zij voor de mededeeling,
dat, wanneer met onverzwakten ijver naaj
verdere bezuiniging wordt gestreefd, med<J
daardoor de voor het herstel van de volks-
welvaart onmisbare voorwaarden IninnoiJ
worden geschapen.
5. Zij verheugt er zich «ver, dat de be
trekkingen met de andere Mogendheden
van den meest vriendschappelijken aard
rijn.
6. Yan de gewichtige medejdeelingeri oni<
trent den financieelen en economischer»
toestand der Overzeesche gewesten nam de
Kamer met waardeering kennis en zij
spreekt den wensch uit, dat ook in Suriname
de nog steeds moeilijke tijden weldra eofl
einde mogen nemen.
7. Zij vernam met belangstelling, 'dat be-»
langrijke voorstellen van verschillenden
aard, hot Rijk zoowel binnen als buiten
Europa betreffende, aan de St-uten-Gone-
raal ter overweging zullen worden aange
boden.
8. Yan ganscher harte 'dankt zij Uwe Mah
jesteit voor de bede, dat God zijn zegert
schenke aan den arbeid der Staton-Gene-
raal.
RECLAME.
6911
De „N. R. Ct." (lib.) zegl, dal er vergelen
wordt, dat het niet uitsluitend de directe
belastingen zijn, die de productieve kracht
van een volk benadeelen, doch dat bet de
druk van het gansche samenstel van belas
tingen is, die belemmerend werken kan. Het
blad acht 't een volstrekt onjuiste gedachte,
zich te verbeelden, dat het geheel van las
ten zonder schade voor de economische sa
menleving gevoegelijk kan worden var
zwaard, mils men maar zorg draagt, dat
die verzwaring zich niet in verhooging van
directe belasting manifesteert.
Nu het Tariefsvoorstel er is, blijkt ook,
dat de vermindering der directe blasting
achterwege blijft. Het blad zegt dan:
De gansche herziening is meer zuiver
een wijziging, waarbij nieuwe last wordt
opgelegd, ook op de schouders, die heetten
niet meer te kunnen torsen.
Dank zij dezen last de regcering
schijnt op aanneming van dc voorstellen
vast te rekenen wordt nu voor 1926
een sluitend budget verkregen. Troonrede
en millioenennota hetfen een juichkreet
aan. Wij zien ln dit opzicht vooralsnog
de keerzjjde van de medaille, en vreeze.i,
dat een op deze wijze verkregen evenwicht
op de begrooting, groote schade zal doen
aan het productieve vermogen des lands en
dus op den duur zijn nadeelen niet zal
kunnen verbloemen.
Naar onze wijze van zien en cijforoj,
sluit de begrooting met een tekort van ten
minste 13 millioen, dat als hoogere op
brengst uit de herziening van het Tarief
wordt becijferd, die naar wij hopen hot
Staatsblad niet moge bereiken. Dit is niet-
door MARGARET PEDLER.
Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT.
32)
„Niet op het oogenblik, misschien, maar
later zou je dat toch wol. Wat de menschon
.van iemand denken, wat zij van iemand
zeggen, kan het verschil uitmaken lussclien
hemel en hel." Hij sprak met moeite, alsof
een vreeseiijke herinnering zijn woorden
tegenhield. „En zou je denken, dat ik het
gevoel zou kunnen verdragen, dat ik den
mensohen een gelegenheid had gegeven om
over jou te kletsen? Ik zou hun tongen lie-
ler eerst afsnijdenI" voegde hij er woest
Jan toe.
Hij trok zijn jas uit, en begon, zittend op
een rotsblok, zijn schoenen uit te doen, ter
wijl Sara hem zwijgend met groote, som
bere oogen stond aan te staren.
Nu slond hij op, blootshoofds en met
bloote voeten. Onder hot magere, verbrand
de gelaat leek zijn hals wit als die van een
vrouw, terwijl hot dunne zijden overhemd
de krachtige schouders sterk deed uitko
men. Zijn doordringende oogen staarden
rechtuit over den afstand, dien hij moest af
leggen. Een straal van de ondergaande zon
rustte op hem en zooals hij daar stond in het
licht, was er iels als een glorie om hem
!hem van standvastigheid en heldhaftige
zekerheid.
Een kreet kwam van Sara's lippen.
„Garlihl Garthl" Onwillekeurig noemde zij
hem bij zijn voornaam. „Je moet piet gaan!
Je moei niet gaar," - t
Hij draaide zich om en toon hij haar
bleeke, ontdane gelaat zag, kwam er plotse
ling oen lioht in zijn oogenin dien blik lag
ongeloovigheid, maar tegelijk een onnoem
lijk verlangen. Met twee passen was hij
naast haar en had haar bij de schouders ge
grepen.
„O Saral" Gejaagd, heesch en onbe-
heerscht slootte hij de woorden er uit „Geef
je dan om me?"
Een oogenblik aarzelde hij en scheen zich
in bedwang te houden, toen nam hij haar
in zijn armen en kuste haar wild op oogen,
lippen en hals.
„Liefstel. O. liefslel"
Zij hoorde hoe hij de afgebroken woorden
stamelde, terwijl zij willoos in zijn armen
lag; toen voelde zij, dat hij haar van zich af
zette, zacht, maar beslist, en zij stond al
leen, even wankelend. Een lange siddering
voer door haar lichaam.
Garthl"
Zij wist niet, of dat woord haar werkelijk
over de lippen kwam of het alleen de kreet
was van haar heele ziel, zóó dringend, zóó
altes-overheerschend, dat het een werkelijke
klank scheen.
Er volgde geen antwoord. Hij was weg en
door den lichten nevei kon zij zien hoe hij
door de grijze golven met krachtige slagen
zijn doel te gemoet ging.
Zij bleef onbeweeglijk slaan; haar oogen
volgden hem onafgewend. Hij zwom gemak
kelijk met een stevigen slag, die hem snel
vooruit deed schieten. Een zucht van ver
lichting ontsnapte aan haar lippen. Hij was
ten minste een kranig zwemmer; dat was in
ieder geval in zijn voordeel.
Toen mat zij met haar blik den verderen
afstand tot aan de kust en het scheen haar
alsof een eindelooze watervlakte nog voor
hem lag. En al dien lijd was bij eiken slag
die sterke, geweldige stroom tegen hom,
vechtend tegen het krachtige, gespierde
lichaam, dat hem wilde weerstaan.
Zij wrong de handen in doodsangst. Waar
om had zij hem laten gaan? Wat kon het
haar schelen of de mensehen kletsten? Wat
was oen bezoedelde naam, om er een men-
schenleven tegenover te stellen? O, zij waa
krankzinnig geweest, dat zij hem had laten
gaan.
De mist werd dichter. Hoe zij zich ook in
spande, zij kon niet langer het donkere
hoofd boven het water zien, en de beweging
van zijn armen, als groole, witte dorsch-
vlegels in het vale licht, en de gedachte
kwam bij haar op, dat als uitputting hem
overviel of de snelle stroom hem naar bene
den trok, zij het zelfs niet weten zout
Een wee gevoel van onmacht kwam over
haar. Zij kon niet anders doen dan wachten,
hulploos wachten tot op zijn terugkomst of
eindelooze uren van eenzaamheid haar zou
den vertellen, dat hij den strijd legen de
grijze watermassa had gewonnen of verlo
ren. Een wanhopige snik ontsnapte aan
haar keel.
„O Godl Laat hem weer hij mij terugko
men. Laat hem Icrugkomenl"
Het geluid van roeiriemen en Set regel
matig geplas van het waler drong tot liaar
door, gedempt door den dikken mist. Toen
volgde een bons van de boot, die tegen de
houten pier landde, en een stem, Garths
stem die riep.
Zij vloog op van den grond, waarop zij
was neergevallen, en kwam naar hem toe,
hem aanstarend met oogen, die als twee
donkere plekken in haar wilte gezicht ston
den.
„Ik dacht, dat je' dood was," zei ze maf.
„Ik bedoel verdronken. Och ja, natuurlijk,
dat is hetzelfde; is het niet?,,
En zij lachte, oen schrille, heesche lach
van overspannen zenuwen.
Garth keek haar oplettend aan.
„Neen, ik ben levend en wel, dank je,"
zei hij met den vasten wil zijn slem opge
wekt en gewoon te laten klinken. „Maar jij
ziet er half bevroren uit. Waarom heb je in
vrede de plaid niet om je heen geslagen?
Stap nu in de boot, dan zal ik je instop
pen."
Zij gehoorzaamde willoos, en in een paar
minuten gleden zij over het water zoo snel
als de mist hel toeliet.
Sara zweeg gedurende den terugtocht.
Het 6cheen haar, dat zij uren, een eeuwig
heid, had doorgebracht in een doodsangst,
die ten slotte zijn hoogte punt had bereikt in
de overtuiging, dat Garth de kust niet had
kunnen bereiken. En nu zij wist, dat hij be
houden was, kwam de reactie na die gewel
dige angst en spanning en was zij, volko
men slap cn uitgeput, nog maar half in
slaat het wonder te beseffen.
Toen ten laatste Selwyns huis bereikt
was, kon zij met blijkbare inspanning het
zoo ver brengen, dat zij Garths kalme ver
ontschuldiging voor het ongeval van dien
middag kon beantwoorden.
„Al was het dan jouw schuld, dat we op
het eiland strandden," zei ze met oen flauw
glimlachje, „het is toch in elk geval aan jou
te danken, dat ik vannacht onder een be
hoorlijk dak zal slapen in plaats van de
halve stad ergernis te gevent" Zij zweeg
even, en vervolgde leen op onzekeren toon:
„Dank je hartelijk schijnt wel belachelijk
weinig voor alles, wat je gedaan hebt
„Ik heb niets gedaan," viel hij bruusk In
de rede. V
„Je hebt je loven gewaagd."
Een ongeduldige uitroep van zijn kant
volgde.
„En als ik dat deed? Ik waagde iets van
geen waarde, dat verzeker ik je. noch voor
mijzelf, noch voor iemand anders." Toen
voogde hij er practisch aan toe:
„Laat Jane Crab je wat warmen bouillon
geven en ga naar bed. Je bent doodop."
Sara knikte. Haar glimlach was nu meer
natuurlijk
„Dat zat ik doen," zei ze. „Goeden nacht
dan." En wat zenuwachtig stak zij hem de
hand toe.
Hij nam die, hield die stevig in de zijne,
en keek haar aan met een vreemde uitdruk
king in de oogen, bijna of scheen het
de uitdrukking van een man, die in zijn
geest het beeld van een gelaat, dal hij nooit
zal weerzien, wil vastleggen, opdat hij in
een eenzame toekomst troost kan vinden in
de herinnering.
„Vaarwell" zei hij eindelijk heel ernstig,
En met een vreemden, halt-biilcren, half-
teederen glimlach voegde hij er bij: „Ik zal
toch altijd dezen eenen dag hebben, waar
voor ik den gocten dankbaar kan zijn,"
HOOFDSTUK XII.
Herroepen.
Sara lag lang wakker dien nacht. Order
de goedmoedige, vriendelijke zorgen van
Jane Crab, had het gevoel van lichamelijke
uitputting plaats gemaakt voor een heerlijk
gevoel van physiek en geestelijk welbeha
gen en, bevrijd van de belemmering van
materieele narigheid, vlogen haar gedach
ten terug naar de gebeurtenissen van
den dag.
(Wordt vervolgd).