Recal Zeep De Kl uizenaar van Far-End. No. 19794 LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 18 September Tweede Blad. Anno 1924. BINNENLAND. EERSTE KAMER. d® vermaarde^*- FranscheZeap 1 De Pers over de Millioenen-Nota. FEUILIETON. N-i- Begrooting Posterijen, Telegrafie en Telefonie 1925. ingediend is een ontwerp van web tot fegeling yan de inkomsten en uitgaven van He Posterijen, de Telegrafie, en Telefonie (voor het dienstjaar 1925. Aan de Memorie yan Toelichting is het volgende ontleend: (Het is den Minister een voldoening te kunnen constateeren, dat de voorloopig bekende bedrijfsuitkomsten over 19-23 en de exploitatie-ontvangsten uit het post-, tele- graaf- en telefoonverkeer over de eerste maanden van 1924 ten duidelijkste er op 'wijzen, dat, hoewel het economisch leven zich nog niet zoodanig heeft hersteld, dat 3e staat van vóór den oorlog reeds is be reikt, bij het onderwerpelijk Staatsbedrijf *Och verschijnselen aanwezig zijn, welke goede hoop voor de toekomst wettigen. Met de stijging der opbrengst van de Posterijen, de Telegrafie en de Telefonie In Ï924 gaat gepaard een inkrimping, waar mogelijk, der exploitatie-uitgaven; als re sultaat hiervan meent de Minister er op Ce Soogen rekenen, dat de exploitatie van deze •I .-.leken van dienst over dat jaar een winft S'al opleveren. Nadrukkelijk wordt er echter op gewezen, Hat bij vorenstaande beschouwingen geen tekening is gehouden met de bedrijfsuit komsten van den postckèque cn girodienst. De voorbereidingen tot wederopenstelling van dien dienst verkeeren bij het samen stellen van deze begrooting in een stadium, Hat ook nog niet voor 1925 kan worden be rekend, welke uitkomsten deze dienst zal opleveren. De onder Inkomsten en Uit gaven" opgenomen cijfers zijn dan ook, voor zooveel den postcheque- en girodienst betreft, als zeor vooarloopige te beschouwen. Inkomsten. De exploitatie-inkomsten Voor de drie diensten posterijen, telegra- flo en telefonie (artikelen 1, 2 en 3 der in komsten) zijn voor 1925 in totaal geraamd Op f80.934.930. Yoor 192-4 werden zij geraamd op f 76.979.900 alzoo voor 1925 meer f 3.955.030 of nl. méér voor A. posterijen f 1.144.500, B telegrafie f 846.200, O telefonie f 1.964.330 tezamen f 3.955.030. A. Posterijen. Geraamd is voor 1925 f 52.913.800 voor 1925 alzoo meer f 1.144.500. f 52.913.8000, voor 1925 alzoo meer f 1.44.500. 'B. Telegrafie. Yoor 1925 wordt een op brengst geraamd van f 6.915.600, terwijl de raming voor 1924 f 6.039.400 bedroegalzoo meer voor 1925 f 846.200. Telefonie. Yoor 1925 is de opbrengst geraamd op f 19.961.030. De raming voor 1924 bedroeg f 17.996.700; alzoo meer f 1.964.330. Uitgaven. In de begrooting voor 1924 werd voor exploitatie-uitgaven toegestaan een bedrag van f81.544.887. De uitgaven volgens de art. i tfm. 73 van de onderwer- pelijke begrooting zijn uitgetrokken voor f 8Ö.793.3S6. Hierin is begrepen wegens ka pitaals-uitgaven f 10.345.280, wegens uitkee- ring aan 'e Rijks middelen ten bedrage van 'de zuivere winst f 5.773.417, totaal de som van f 16.118.703. Blijft voor gewone uitgaven f 73.674.683. Yoor 1925 wordt mitsdien voor expl. uitga ven minder aangevraagd dan voor 1924 f 7.870.304. Voorshands is bij de raming van het arti kel betreffende het aandeel van den post- chèque- en girodienst in de uitgaven uan- genomen, dat de voortzetting van den dienst gecentraliseerd zal plaats vinden, doch bij het ontbreken van eenigen maatstaf om trent de hoeveelheid arbeid, welke in dezen exploitatievorm van het kantoorpersoneel zal worden geëdscht, is de raming voor hot jaar 1925 voorloopig gesteld op de helft van het voor 192-1 geraamd bedrag. De reclame op poststukken. In antwoord op een schrijven aan don Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw in zake de bekende reclame op poststukken, ontving, naar ,,D© Maas bode" meldt, de Algemeene Nederlandscho Zuivelband d.d. 10 September bet volgende sohrijven ,,Naar aanleiding van Uw neven vermeid schrijven heb ik de eer U te berichten, dat Hoor mij bij mijn Ambtgenoot van Water staat er op aangedrongen is maatregelen te treffen opdat het door U bedoelde re clameopschrift uit het poststempel zal ver dwijnen. De Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, Yoor den Minister, De Seoretaris-Qeneraal, (w. g.) J. B. KAN." H. M. de Koningin-Moeder heeft gister middag een bezoek aan het' Sint-Antonius- Gasthuis te Utrecht gebracht. Tegen den tijd van aankomst hadden zich voor het zieken huis een groot aantal belangstellenden aan beide zijden van den weg opgesteld. Zoodra de auto, waarmede H. M. van Soestdijk kwam, zichtbaar werd, steeg er een luid ge juich uit de menigte op. De auto reed daarop langzaam tusschen de rijen toeschouwers op en de hartelijke toejuichingen, welke door Koningin Emma vriendelijk werden beant woord, hielden eerst op, toen de auto bin nen het hek van den ingang van het zieken huis stilhield. De ingang, zoomede de vesti bule van de inrichting waren versierd met planten en bloemen, terwijl in het voorpor taal nog aangebracht was een baldakijn van rood fluweel. In de vestibule hebben dr. W. A. Boekel- man, geneesheer-directeur, en zuster Wil- helmina, moeder-overste, de Koningin-Moe der ontvangen. Een dochtertje van eerstge noemde bood haar bloemen aan. In de re gentenkamer, waarheen het gezelschap zich daarna begaf, was mede ter verwelkoming aanwezig mgr. Van de Wetering, aartsbis schop van Utrecht, als voorzitter van het college van regenten der stichting. Nadat H. M. zich met den aartsbisschop onder houden en haar naam in het boek der be zoekers gezet had, werd de kapel bezichtigd. Onder begeleiding van orgelspel werd H. M. door de zusters toegezongen „Domine sal- vam fac reginam nostram". Begeleid door den geneesheer-directeur en de moeder-overste heeft H. M. daarop alle zalen en vertrekken der inrichting bezich tigd. In de verschillende afdeelingen werden de betrokken geneesheeren aan haar voor gesteld. Voor de patiënten had zij bloemen en platen medegebracht. Na den rondgang werden in de regenten kamer verschillende regenten aan H. M. voorgesteld en werd de thee rondgediend. Bij Kon. besluit is benoemd lot officier in de orde van Oranje-Nassau A. M. Donner J.Hzn. secretaris-penningmeester van het curatorium van de Theologische School te Kampen, predikant bij de Geref. Kerk te Amersfoort; i9 benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau mej. F. J. van Beeck Calkoen, presidente van liet bestuur der Jo- hanna-stichting te Utrecht; is, met ingang van 1 October a.s., aan dr. J. Veth, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als buiten gewoon hoogleeraar aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam. Het Centraal Stembureau voor de ver. kiezing van de leden van Provinoialc Staten van Zuid-Holland heeft gisteren ter voor ziening in de vacature, ontstaan door het overlijden van den heer A. 0. Volker, tol lid van de Staten benoemd verklaard mevr. M. A. Oohen Tervaert geb. Israëls, te 's-Gravenhage. De kosten ter uitvoering van de Itij- wietbelaetingwet worden geraamd op plm. f 144.000, zijnde f 34.000 wegens kosten van aanmaak, verpakking en verzending der rijwielplaatjes, en f 110.000 als vergoeding aan de postadministratie voor de-n verkoop van de rij wiel merken. v Ingediend is een wetsontwerp tot be schikbaarstelling van een renteloos voor schot van op zijn hoogst f 270.000 ten be hoeve van de watervoorziening van Zuid- Limburg. Op de begrooting van het Departe ment van Finanoiën voor 1925 is een post van f 25.000 uitgetrokken voor de aanschaf fing van electriesohe boekhoudmachines, welke noodig is in verband met de voorge nomen opheffing der betaalmeesterskanto ren, waarvan de werkzaamheden met behul® dezer machines, naar verwacht wordt, door het thans bestaand personeel der afdeeling Generale Thesaurie zullen worden verricht,, .Verwacht wordt, dat de opheffing van het ambt van Rijksbetaalmeester, waartoe in beginsel is besloten, in de eerste helft van 1925 zal kunnen geschieden. Blijkens de Memorie van Toelichting 'op het hoofdstuk „Oorlog" der Staatsbegroo- ting voor 1925, bedraagt hot totaalcijfer der geraamde uitgaven, voortvloeiende uit het houden van herhalingsoefeningen in 1925, f 1.395.787. De commissie yan rapporteurs uit de Tweede Kamer voor de nieuwe Tarief wet heeft liet ontwerp voor openbare behande^ ling vatbaar verklaard. De Raad van Amsterdam heeft gister avond met 29 tegen 10 stemmen een motie aangenomen, waarbij de bevoegdheid van B. en W., ora vergunningen voor avondver- koop te verleenen, wordt opgeheven. De Minister van Binnenl. Zaken ïs voornemens het Rijkskrankzinnigengesticht te Grave tegen 1 Januari buiten gebruik te stellen. Het hoofdbestuur van de Broederschap der Notarissen heeft een adres ingediend te gen het wetsontwerp tot bevordering van de richtige heffing van de directe belas tingen. Blijkens het verslag van 'de Hollandschfi Maatschappij van Landbouw over 1923— 1924, door het hoofdbestuur uitgebracht aan de algemeen© vergadering te Hoorn, bedroeg het aantal leden in 1923 8545, tegen 9200 in 1922; een vermindering alzoo van 655. Het verslag van de afdeeling boekhou den vermeldt een minder aangenaam feit. Het overzicht van de drie contróle-sta- tions, KoaScontróle Zuid-Holland voor vol vette kaas, Kaascontrölestation Zuid-Hol landBrabant en Botercontrölestation Z. Ho lland, meldt o.a., dat over de bruikbaar heid van de kaasmerken kan worden ge zegd, dat zij voor de volvette kaas uitsta kend voldoen en dat voor de niet-volvette kaas gezegd kan worden, dat het tegen woordige merk wel niet volmaakt is, maar zeer zeker bruikbaar te noemen is. Het jaarverslag van het Botercontröle- Btation Zuid-Holland noemt, als een van de redenen van het bedanken voor vele oud-le den, de noodzakelijkheid om Australische boter en margarine te verkoopen. Ook eeni- ge van de bedrijven, die thans nog als lid zijn aangesloten, hebben een groote behoef te om meer vrijheid in hun zaken te hebben voor den verkoop van ongecontroleerde bo ter on hebben weder grooten drang bij het bestuur uitgeoefend, om deze grootero be wegingsvrijheid te krijgen. Dit gevoelt zeer goed, dat de concurrentie voor sommige bedrijven het bestaan aanmerkelijk moeilij ker maakt; doch de vraag, hoe kunnen wij aan de werkelijke bezwaren van sommige leden tegemoet komen, zonder het grond plan cipe van de botercontröle aan te tas ten, heeft nog geein oplossing gevonden. Een zeer bedrieglijke campagne is ge opend door eenige margarinefabrikanten, dio bij hun propaganda een zeer bijzondere voorkeur blijken te hebben voor alles, wat met melk en boter samenhangt. Al 8 mislei dend mag bijv. worden opgevat, wanneer een bepaald soort margarine wordt aange prezen als ,,in alle opzichten gelijk aan roomboter, alleen in prijs daarmede ver schillend" of een zin als deze „waarom al leen dure roomboter gebruikt, terwijl u hetzelfde voor de helft minder kunt krij gen." Wanneer „respectabele" menschen, die als „faire" concurrentie beschouwen, dan moeten wij, aldus het verslag, wel zeer ernstig vrcezen voor de handelingen van niet-respeotabele menschen, in geval van opheffing van de wet op den beperkten aft- voer van boter. Het ledental bedroeg 31 December 1923 67 <166). daarvan zijn 34 (34) zuivelfabrie ken, 17 (17) melkinrichtingen, 10 (11) land bouwers en G (4) handelaren. Bovendien staan 85 (83) filialen van leden onder contrólo, zoodat totaal 152 (149) be drijven gecontroleerd worden. Do productie waarvoor in 1923 contribu tie betaald werd, (dus de boteromzet gedu rende 1922) wa§ 3.161.785 K.G. (2.695 036 K.G.) en wordt voor 1924 geraamd op 3.092.400 KG. Het reserve-fonds bedraagt thans de som van £32.673.34^. Onder groote belangstelling had gister middag te Kampen cfe inwijding plaats van het nieuwe gebouw van de Theologische School der Geref. Kerken in Nederland, waarbij minister De Visser het woord voer de. Geheel de stad was in vlaggentooi en de locaaltrein van Zwolle voerde stroomen oud- lecrlinge# en vrienden der School uit alle deelen des lands naar het aloude stadje. Naar aanleiding van het ontslag van twee arbeiders op de Staatsmijn „Emma", aangezegd wegens het buiten werktijd ver spreiden van geschriften van de Vrijden- kersvereeniging „De Dageraad", heeft deze Yereeniging zich gewend tot de Ministers van Arbeid en Waterstaat met het volgende schrijven Het zij ons vergund, Uwe Excellenties het volgende onder de aandacht te brengen: Aan twee leden der Vrijdenkersvereeni- ging „De Dageraad", H. Smink en A. W. G. Schreyer, wonende te Rumpen en resp. 61/» en 7 jaar, tot volle tevredenheid hunner superieuren werkzaam bij de staatsmijn „Emma", werd door den heer Bedrijfsinge- nieur per 1 October a.s. ontslag aangezegd, niet wegens tekortkomingen, welke nadeelig zouden zijn voor het bedrijf, maar wegens het verspreiden van geschriften, die, hoewel zich richtende tegen een geestelijke richting, in geen geval beoogde het prestige van den Staat te benadeelen. Waar de Grondwet aan eiken Nederlan der het recht waarborgt de hem juist voor komende wereldbeschouwing te omhelzen en te propageeren, mits hij aaarbij de ove rige wetten des lands eerbiedigt, achten wij het ontslag met dit recht in strijd en wen den wij ons tot Uwe Excellenties, met het volle verhjpuwen, dat deze kwestie de vol ledige aandacht van Uwe Excellenties zal hebben, en verzoeken wij Uwe Excellenties hun invloed aan te wenden, het ontslag zoo niet ongedaan te maken, dan toch te doen opschorten en een volledig onderzoek ter plaatse te doen Instellen. Het bestuur van den Tedingerbroek- polder, dat zich niet kan vereenigen met do opheffing van de bewaking van den spoorwegovergang van den Veenweg, zijn de de hoofdverbinding van Delft, via Noot dorp en Voorburg met Leidschendam, zal, nu een protest bij de betrokken autoriteiten geen resultaat heeft opgeleverd, trachten, aan de hand van de concessie-voorwaarden, langs civiel-reohtelijken weg de Maatschap pij tot Exploitatie van de Staatsspoorwegen te dwingen, den overweg wederom te doen bewaken. De verwachting, dat op elk van de groo te ontvangkantoren der directe belastingen een klerk door plaatsing van een kasregister zou vrijkomen, is geen werkelijkheid ge worden. De proef met een kasregister aan het lste kantoor te Amsterdam genomen, heeft dit uitgewezen, zoodat op voorstel van de bezuinigingsoommïssie van verdere aanschaffing van kasregisters voor den dienst der directe belastingen is afgezien. (Zitting van gisteren). Commissie-benoeming. Herbenoemd worden tot leden der Huis houdelijke Commissie de heeren De Yos van Steenwijk en Rink, en tot leden der Gem. Oommissie voor do Stenographie de heeren Yetrheijen, Van Wassenaar van Oat- wijck, en Slingenborg. Adres van Antwoord. Het concept-adres van Antwoord wordt ter tafel gebracht. De Kamer gaat in de afdeelingen ter behandeling van dit con cept. De vergadering wordt verdaagd tot mor gen elf uur. Dit ontwerp-adres luidt als volgt: Mevrouw, De Eerste Kamer der Staten-Goneraal efolclë hef op hoogen prijs Uwe Majesteit vergezeld van Zijne Koninklijke Hoogheid 'den Prins der Nederlanden, weder te nricü den der Volksvertegenwoordiging te zien. 2. Hot was der Kamer aangenaam va# Uwe Majesteit te mogen vernemen, dat hoewel alle zorgen nog niet zijn weggeno men, gehoopt mag worden, dat de econo* mische crisis thans haar diepste punt beeft bereikt en dat zelfs voor het oogenblik in sommige opzichten eenige, zij het geringd opleving van handel, landbouw en nijvec* heid valt waar te nemen. Erkentelijk is zij voor Uwer Majesteff verzekering, dat, indien de bij de Statett* Generaal nog aanhangige maatregelen van financieelen aard tot stand komen, heji vooruitzicht gewettigd is, dat "de gewong uitgaven en inkomsten voor het dienstjaai 1925 in evenwicht zullen zijn. 4. Dankbaar is zij voor de mededeeling, dat, wanneer met onverzwakten ijver naaj verdere bezuiniging wordt gestreefd, med<J daardoor de voor het herstel van de volks- welvaart onmisbare voorwaarden IninnoiJ worden geschapen. 5. Zij verheugt er zich «ver, dat de be trekkingen met de andere Mogendheden van den meest vriendschappelijken aard rijn. 6. Yan de gewichtige medejdeelingeri oni< trent den financieelen en economischer» toestand der Overzeesche gewesten nam de Kamer met waardeering kennis en zij spreekt den wensch uit, dat ook in Suriname de nog steeds moeilijke tijden weldra eofl einde mogen nemen. 7. Zij vernam met belangstelling, 'dat be-» langrijke voorstellen van verschillenden aard, hot Rijk zoowel binnen als buiten Europa betreffende, aan de St-uten-Gone- raal ter overweging zullen worden aange boden. 8. Yan ganscher harte 'dankt zij Uwe Mah jesteit voor de bede, dat God zijn zegert schenke aan den arbeid der Staton-Gene- raal. RECLAME. 6911 De „N. R. Ct." (lib.) zegl, dal er vergelen wordt, dat het niet uitsluitend de directe belastingen zijn, die de productieve kracht van een volk benadeelen, doch dat bet de druk van het gansche samenstel van belas tingen is, die belemmerend werken kan. Het blad acht 't een volstrekt onjuiste gedachte, zich te verbeelden, dat het geheel van las ten zonder schade voor de economische sa menleving gevoegelijk kan worden var zwaard, mils men maar zorg draagt, dat die verzwaring zich niet in verhooging van directe belasting manifesteert. Nu het Tariefsvoorstel er is, blijkt ook, dat de vermindering der directe blasting achterwege blijft. Het blad zegt dan: De gansche herziening is meer zuiver een wijziging, waarbij nieuwe last wordt opgelegd, ook op de schouders, die heetten niet meer te kunnen torsen. Dank zij dezen last de regcering schijnt op aanneming van dc voorstellen vast te rekenen wordt nu voor 1926 een sluitend budget verkregen. Troonrede en millioenennota hetfen een juichkreet aan. Wij zien ln dit opzicht vooralsnog de keerzjjde van de medaille, en vreeze.i, dat een op deze wijze verkregen evenwicht op de begrooting, groote schade zal doen aan het productieve vermogen des lands en dus op den duur zijn nadeelen niet zal kunnen verbloemen. Naar onze wijze van zien en cijforoj, sluit de begrooting met een tekort van ten minste 13 millioen, dat als hoogere op brengst uit de herziening van het Tarief wordt becijferd, die naar wij hopen hot Staatsblad niet moge bereiken. Dit is niet- door MARGARET PEDLER. Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT. 32) „Niet op het oogenblik, misschien, maar later zou je dat toch wol. Wat de menschon .van iemand denken, wat zij van iemand zeggen, kan het verschil uitmaken lussclien hemel en hel." Hij sprak met moeite, alsof een vreeseiijke herinnering zijn woorden tegenhield. „En zou je denken, dat ik het gevoel zou kunnen verdragen, dat ik den mensohen een gelegenheid had gegeven om over jou te kletsen? Ik zou hun tongen lie- ler eerst afsnijdenI" voegde hij er woest Jan toe. Hij trok zijn jas uit, en begon, zittend op een rotsblok, zijn schoenen uit te doen, ter wijl Sara hem zwijgend met groote, som bere oogen stond aan te staren. Nu slond hij op, blootshoofds en met bloote voeten. Onder hot magere, verbrand de gelaat leek zijn hals wit als die van een vrouw, terwijl hot dunne zijden overhemd de krachtige schouders sterk deed uitko men. Zijn doordringende oogen staarden rechtuit over den afstand, dien hij moest af leggen. Een straal van de ondergaande zon rustte op hem en zooals hij daar stond in het licht, was er iels als een glorie om hem !hem van standvastigheid en heldhaftige zekerheid. Een kreet kwam van Sara's lippen. „Garlihl Garthl" Onwillekeurig noemde zij hem bij zijn voornaam. „Je moet piet gaan! Je moei niet gaar," - t Hij draaide zich om en toon hij haar bleeke, ontdane gelaat zag, kwam er plotse ling oen lioht in zijn oogenin dien blik lag ongeloovigheid, maar tegelijk een onnoem lijk verlangen. Met twee passen was hij naast haar en had haar bij de schouders ge grepen. „O Saral" Gejaagd, heesch en onbe- heerscht slootte hij de woorden er uit „Geef je dan om me?" Een oogenblik aarzelde hij en scheen zich in bedwang te houden, toen nam hij haar in zijn armen en kuste haar wild op oogen, lippen en hals. „Liefstel. O. liefslel" Zij hoorde hoe hij de afgebroken woorden stamelde, terwijl zij willoos in zijn armen lag; toen voelde zij, dat hij haar van zich af zette, zacht, maar beslist, en zij stond al leen, even wankelend. Een lange siddering voer door haar lichaam. Garthl" Zij wist niet, of dat woord haar werkelijk over de lippen kwam of het alleen de kreet was van haar heele ziel, zóó dringend, zóó altes-overheerschend, dat het een werkelijke klank scheen. Er volgde geen antwoord. Hij was weg en door den lichten nevei kon zij zien hoe hij door de grijze golven met krachtige slagen zijn doel te gemoet ging. Zij bleef onbeweeglijk slaan; haar oogen volgden hem onafgewend. Hij zwom gemak kelijk met een stevigen slag, die hem snel vooruit deed schieten. Een zucht van ver lichting ontsnapte aan haar lippen. Hij was ten minste een kranig zwemmer; dat was in ieder geval in zijn voordeel. Toen mat zij met haar blik den verderen afstand tot aan de kust en het scheen haar alsof een eindelooze watervlakte nog voor hem lag. En al dien lijd was bij eiken slag die sterke, geweldige stroom tegen hom, vechtend tegen het krachtige, gespierde lichaam, dat hem wilde weerstaan. Zij wrong de handen in doodsangst. Waar om had zij hem laten gaan? Wat kon het haar schelen of de mensehen kletsten? Wat was oen bezoedelde naam, om er een men- schenleven tegenover te stellen? O, zij waa krankzinnig geweest, dat zij hem had laten gaan. De mist werd dichter. Hoe zij zich ook in spande, zij kon niet langer het donkere hoofd boven het water zien, en de beweging van zijn armen, als groole, witte dorsch- vlegels in het vale licht, en de gedachte kwam bij haar op, dat als uitputting hem overviel of de snelle stroom hem naar bene den trok, zij het zelfs niet weten zout Een wee gevoel van onmacht kwam over haar. Zij kon niet anders doen dan wachten, hulploos wachten tot op zijn terugkomst of eindelooze uren van eenzaamheid haar zou den vertellen, dat hij den strijd legen de grijze watermassa had gewonnen of verlo ren. Een wanhopige snik ontsnapte aan haar keel. „O Godl Laat hem weer hij mij terugko men. Laat hem Icrugkomenl" Het geluid van roeiriemen en Set regel matig geplas van het waler drong tot liaar door, gedempt door den dikken mist. Toen volgde een bons van de boot, die tegen de houten pier landde, en een stem, Garths stem die riep. Zij vloog op van den grond, waarop zij was neergevallen, en kwam naar hem toe, hem aanstarend met oogen, die als twee donkere plekken in haar wilte gezicht ston den. „Ik dacht, dat je' dood was," zei ze maf. „Ik bedoel verdronken. Och ja, natuurlijk, dat is hetzelfde; is het niet?,, En zij lachte, oen schrille, heesche lach van overspannen zenuwen. Garth keek haar oplettend aan. „Neen, ik ben levend en wel, dank je," zei hij met den vasten wil zijn slem opge wekt en gewoon te laten klinken. „Maar jij ziet er half bevroren uit. Waarom heb je in vrede de plaid niet om je heen geslagen? Stap nu in de boot, dan zal ik je instop pen." Zij gehoorzaamde willoos, en in een paar minuten gleden zij over het water zoo snel als de mist hel toeliet. Sara zweeg gedurende den terugtocht. Het 6cheen haar, dat zij uren, een eeuwig heid, had doorgebracht in een doodsangst, die ten slotte zijn hoogte punt had bereikt in de overtuiging, dat Garth de kust niet had kunnen bereiken. En nu zij wist, dat hij be houden was, kwam de reactie na die gewel dige angst en spanning en was zij, volko men slap cn uitgeput, nog maar half in slaat het wonder te beseffen. Toen ten laatste Selwyns huis bereikt was, kon zij met blijkbare inspanning het zoo ver brengen, dat zij Garths kalme ver ontschuldiging voor het ongeval van dien middag kon beantwoorden. „Al was het dan jouw schuld, dat we op het eiland strandden," zei ze met oen flauw glimlachje, „het is toch in elk geval aan jou te danken, dat ik vannacht onder een be hoorlijk dak zal slapen in plaats van de halve stad ergernis te gevent" Zij zweeg even, en vervolgde leen op onzekeren toon: „Dank je hartelijk schijnt wel belachelijk weinig voor alles, wat je gedaan hebt „Ik heb niets gedaan," viel hij bruusk In de rede. V „Je hebt je loven gewaagd." Een ongeduldige uitroep van zijn kant volgde. „En als ik dat deed? Ik waagde iets van geen waarde, dat verzeker ik je. noch voor mijzelf, noch voor iemand anders." Toen voogde hij er practisch aan toe: „Laat Jane Crab je wat warmen bouillon geven en ga naar bed. Je bent doodop." Sara knikte. Haar glimlach was nu meer natuurlijk „Dat zat ik doen," zei ze. „Goeden nacht dan." En wat zenuwachtig stak zij hem de hand toe. Hij nam die, hield die stevig in de zijne, en keek haar aan met een vreemde uitdruk king in de oogen, bijna of scheen het de uitdrukking van een man, die in zijn geest het beeld van een gelaat, dal hij nooit zal weerzien, wil vastleggen, opdat hij in een eenzame toekomst troost kan vinden in de herinnering. „Vaarwell" zei hij eindelijk heel ernstig, En met een vreemden, halt-biilcren, half- teederen glimlach voegde hij er bij: „Ik zal toch altijd dezen eenen dag hebben, waar voor ik den gocten dankbaar kan zijn," HOOFDSTUK XII. Herroepen. Sara lag lang wakker dien nacht. Order de goedmoedige, vriendelijke zorgen van Jane Crab, had het gevoel van lichamelijke uitputting plaats gemaakt voor een heerlijk gevoel van physiek en geestelijk welbeha gen en, bevrijd van de belemmering van materieele narigheid, vlogen haar gedach ten terug naar de gebeurtenissen van den dag. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5