No. 19794. DONDERDAG 18 SEPTEMBER Anno 1924 Offlcieele Kennisgeving. STAOSraWS. Het voornaamste nieuws; van heden. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTS NT EEN: 30 CU. per r»gel. Bij regelabonnement belangrijk" lageren prijs, Kleine Adv«rto=diën, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags én I Zaterdags 50 Cts., bij een maximum aantal woorden van 80, Incasso volgons postrecht. Voor eventueele opzending van brieven j'ip Cts. porto te betalen. >- Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175 en 1835 Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT) Voor Leiden per 8 maanden 'f 2.35, per week rffrr.y. 0.18, Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week ...v.»,, „0,18, Franco per post f 2.35 -f- portokosten. Bit nummer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP. Aan den gemeentelijken vischwinkel Visohmarkt 18 tel. 1225 is Vrijdag verkrijg baar VERSCHE HARING a f 0.17, SCHEL- iJIISCH a f 0.21—1 0.39, SCHOL a t 0.19— t 0.40, KABELJAUW a f 0.40—f 0.45 (Ge- heele kabelj. a f 0.30) per pond. N. C DE GIJSELAAR, Burgem. Leiden, 18 September 1924. De gemeentebegrooting voor 1925. IV. Slot Vóór wij van de Uitgaven afscheid ne men, moeten wij nog een enkel woord ter rechtvaardiging van de Commissie voor de Volksbijeenkomslen zeggen. Uit het feit, dat yoor deze Commissie het gewone jaarlijk- pche subsidie, dat zij sinds langen tijd ge noot, niet meer was uitgetrokken, trokken ■ook wij de conclusie, dat zij Ln het a.s. win terseizoen geen bijeenkomsten meer zou houden. Nader blijkt ons, dat dit wel het 'gevat zal zijn. De Commissie zal, ook al zijn haar geldmiddelen niet zeer gunstig, trachten zichzelve te redden. Zij meende, met het oog op den financieelen toesland der gemeente en bij het streven om te bezuini gen, geen aanspraak op gemeentegelden voor dit dool te moeien maken, zeker een lofwaardige handelwijze, waarmede zij an deren lichamen, die ook subsidies uit de ge meentekas genieten, een lofwaardig voor beeld geeft. Zij kon trouwens ook niet vermoeden, dat ideze begrooting zoo'n gunstig aspect zou op leveren. als zij doet. Het eerste hoofdstuk der Inkomsten, in komsten uit vroeger diensten, wijst een vrij Vaststaand bedrag aan van f 912,876, tegen 1 717,249 in 1924. Dit komt, omdat de reke ning over 1923, met welk batig slot dit hoofdstuk aanvangt, zoo buitengewoon gun stig is geweest. Valt het vermoedelijk batig slot van den dienst van dit jaar ook zoo mee, dan wordt de eindrekening voor 1925 nog beter. De inkomsten, onder Algemeen Beheer" bijeengebracht, wijzen met een totaal van f 219.485 een verhooging van ongeveer I 3000 aan, waartoe verschillende posten hebben bijgedragen. Hetzelfde geldt voor hel hoofdstuk, waarin de inkomsten inzake de -/penbare veiligheid zijn verzameld; het bedrag is een weinigje hooger geraamd dan verleden jaar. De voor- naamsle post is die betreffende .verhaal van pensioenbijdragen", tot een bedrag van ruim f 13.000. Het hoofdstuk „Volkshuisvesting" is ln totaal geraamd op f 890.000, tegen ruim f 728.000 in 1924. De voornaamste ontvangsten in dit hoofd stuk zijn rente en aflossingen van do kapi talen, aan Woninghouwvereenigingen en yoor den gemeentelijken woningbouw ver- Urekt, en onder deze bedragen zijn er, die lop deze begrooting voor het eerst voorko men, zooals een post van f 21.475 voor rente ten aHossing, terzake van den bouw van Ï48 gemeentewoningen aan den llaagweg, idem van de vereeniging „Ons Doel" betref lende den bouw van 70 woningen ten Oos ten van de Heerenstraat en van „De Een dracht" Het hoofdstuk „Openbare Werken" levert .vergeleken bij dat van het vorig jaar, een Weinig meer aspect, al ts de totale raming I 178.660, slechts f 1600 hooger dan voor .1924. De post „Heffing voor het gebruik van 'openbare gronden en wateren is op 122.500 geraamd, welk bedrag in 1923 werkelijk is ontvangen Verleden jaar stond er over ge raamd f 17.500. Het bruggeld en het havengeld is reeds i.ts lager geraamd dan op de vorige begroo ting. Vermoedelijk is daarbij al rekening ge houden met een door B. en W. voor te stel len verlaging. De jaost „Havengeld", uitge trokken op f 33.000, ls iets meer dan verle den jaar. Er werd in 1923 echter ruim f 34,000 ontvangen. Het bedrag, aan pen sioenbijdragen te ontvangen eindelijk, wordt ook met f 1000 hooger geraamd. De eerste post van het hoofdstuk: „Eigen dommen, niet voor den openbaren dienst bestemd" .betreffende de opbrengst van de huur van huizen, enzis ongeveer f 2500 hooger geraamd dan het vorig jaar. De an dere posten komen zoo ongeveer met die ,van het vorig jaar overeen. Het hoofdstuk, waarin de inkomsten van het onderwijs worden geraamd, is, evenals het dit was bij de uitgaven, zeer omvang rijk. De ontvangsten vatten echter niet mee. Hot totaal der inkomsten van het lager on derwijs is geraamd op f 525.943, tegen f 547.326 in 1924. Blijkens de rekening werd in 1923 werkelijk ontvangen f 694.689.18. Daaruit zou men de hoop mogen koesteren, dat de eindrekening ook nu wel eens mes kan vallen. De schoolgelden voor het ge- ,woon openbaar lager onderwijs zijn geraamd »p f 63000, tegen f 4600 in 1924. Daar te genover staat echter, dat de vergoeding van het Rijk f 38.000 lager is geraamd. Er is Voor uitgetrokken f 420.993. Ook voor het uitgebreid lager onderwijs wordt een geringere Rijksvergoeding ver wacht. Trouwens ook de opbrengst van het schoolgeld wordt hier, met f 7000, f 5000 lager geraamd dan verleden jaar. De totale ontvangsten voor het bijzonder lager onderwijs worden aanzienlijk hooger geraamd, dan verleden jaar: f 66,800 tegen i 56.000 op de vorige begrooting. Voor de schoolgelden alleen is f 64.000 uitgetrok ken, ol f 1000 meer dan de opbrengst die van het openbaar onderwijs wordt ver wacht. De ontvangsten voor het Middelbaar on derwijs zijn geraamd op f 67.350 of ruim f 1000 minder dan in het vorig jaar. Af gaande op de werkelijke onlvangsten ln 1923, welke Blechts hebben bedragen ruim f 68.000, lijkt de raming eer je hoog dan te laag. Voor de ontvangst uit schoolgelden wordt nu echler f 26.000 tegen f 24.000 ia 1924 uitgetrokken. De bijdragen van andere gemeenten in de kosten van dit onderwijs, die afhangen van het aantal leerlingen, welke uit buitenge meenten van het onderwijs protiteeren, valt blijkbaar niet mee. Op de vorige begrootiDg was daarvoor f 21.500 uitgetrokken; er werd echter in het jaar 1923 nog geen f 14.000 uit dien hoofde ontvangen. Een bedrag van f 16.200 lijkt dus nog groot genoeg. Ook de ontvangsten van het gym nasium zijn aanmerkelijk lager geraamd: f 52.800 tegen f 69.045 verleden jaar. De subsidie van het Rijk, waarvoor ver leden jaar f 80.000 was uitgetrokken, wordt nu slechts op f 21.000 geraamd. De inkomsten van het nijverheidsonder wijs worden geraamd op f 6800, zijnde bij dragen in de kosten van gemeenten, waar uit leerlingen van dit onderwijs protiteeren. Het hoofdstuk: „Ondersleuning aan be- hoeftigen en werkloozen", dat, zooals wij bij de uitgaven hebben gezien, groole offers vraagt, brengt betrekkelijk weinig op. De voornaamste posten zijn subsidies van de provincie en bijdragen van particulieren in de kosten van verpleging van arme krank zinnigen, resp. op f 74.733 en f 13.000 ge raamd De afdeling „Ondersteuning aan werk loozen", waarvan de uilgaven nog op f 210,000 worden geraamd, heeft in hel ge heel geen inkomsten. Het hoofdstuk „Betastingen" is er een, waarvan de inkomsten de uitgaven verre overtreffen. De totale opbrengst is geraamd op f 2 307.340, tegen f 2.470.175 in 1924. De roden voor deze lagere raming ligt in de voorgestelde vermindering van de plaatse lijke directe belasting en de afschaffing van de zakelijke belasting op het bedrijf, zooals wij bij het overzicht der uitgaven meer uit voerig deden uitkomen. De overige posten: opcenten op de hoofdsom der belasting op de gebouwde, de ongebouwde eigendommen en op de personeele belasting zijn hooger geraamd. De belasting op looneelvoorstellingen en andere vermakelijkheden is op f 48.000 ge raamd ol f 2000 lager dan in 1924. Het vergunningsrecht is ook iets lager dan een jaar tevoren. Zoo komen wij eindelijk tot de bedrijven, wel eens de kurk genoemd, waarop de ge- meente-iinanciën drijven. Wij hebben bij de Lichtfabrieken hoofdzakelijk acht te daan op twee posten: de winsl en de retributie voor het leggen van hoofdleidingen en hoofdkabels in gemeentegrond, wel eens verkapte winst genoemd. En deze cijfers zijn groot. Zoo wordt de winst der Gasfabriek voor 1925 geraamd op f 102.400. Nu is de gasprijs wel verlaagd maar als wij beden ken, dat in 1923 deze winst ruim het dub bele heeft bedragen, dan mogen wij wet met stelligheid aannemen, dat het geraamde cijfer door de werkelijkheid zal worden overtroffen. Do winst der Electricileitsfabriek wordt op f 126,200 geraamd. In 1923 heeft zij een werkelijke winst van f 206.650 opgeleverd. Wij mogen zeker, als de toestanden niet minder worden, wij hopen immers nog op beterl minstens wel een gelijk winst cijfer verwachten. Aan retributie van do Gasfabriek, wordt f 68.000 verwacht, zeker ook te weinig als men in aanmerking neemt dat in 1923 deze post een bedrag van f 75.000 heeft opgeleverd. De opbrengst der retributie van de Electricileitsfabriek wordt geraamd op f 84 000. De exploitatie der geslichlen „Endegeest", „Voorgecst" en „Rhijngecst" leveren niet zooveel winst op. Voor 1925 wordt het batig saldo geraamd op f 1800. Wij hebben er wel mood op, dat de rekening zal meevallen In 1923 is de werkelijke winst geweest ruim f 67.000. Bovendien brengt de exploitatie er van ook vele indirecte voordeelen mee. Men flsnke maar eens aan de voeding en klee ding van zulk een groot aantal verpleegden en aan het talrijk personeel, waarvan ne ringdoenden uit de gemeente profileeren. Ook het Openbaar Slachthuis, waartegen indertijd zooveel oppositie is geweest en waarin door velen een strop voor de ge meente werd gezien, leverde tn 1923 een zuivere winst op van f 27.530. Heel voor zichtig is de winst voor 1925 op f 25.000 geraamd. Van de overige diensten, Reinigings- en Ontsmelting9dienst, Grondbedrijf, Keurings dienst van Waren, Gemeentelijke Bank-van- Leening en het gemeentelijk vischbedrljf is het winstcijfer op nihil uitgetrokken, wat nog niot zeggen wil, dat er niets bij moet. Met uitzondering van het Grondbedrijf en het Vischbedrijf, dat zich trouwens wel kan bedruipen hebben deze diensten ook weer een geheel ander karakter dan de eerstge noemde bedrijven. Wanneer wij bijv. uit de Bank-van-Leening een voordeeltje zouden trachten te halen, dan zou men de gemeente daarover hard kunnen vallen en met recht Woensdag 24 September zal de Raad, in secties verdeeld, de begrooting vertrouwelijk bespreken ,ter voorbereiding van de open bare behandeling eenige weken later. Wij vermoeden, dat er wel veel over ge praat zal worden, maar dat er niet veel ver anderingen in zullen worden aangebracht Speciale Dahlia-keuring met Frnlt-tentoon- Bteiling in de Stadszaal. De afdeeling Leiden en Omstreken van de Kon. Ned. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde heeft,, in samenwerking met de Ned. Dahlia-Vereeniging en de Vasle-keu- ringscommissie, een tentoonstelling van Dahlia's in de Stadszaal aangericht, waar aan verbondon werd een afdeeling fruit, dte al do zalen van de Stadszaal in beslag neemt. Voor een mooie aankleeding Is tevens gezorgd. In de vestibule zijn reeds planten groepen geplaatst met enkele dahlia's er tusschen, die reeds tot een bezoek uitnoodl- gen. Ook trekken daar eenige stands, dfe betrekking hebben op tuinbouw en plant kunde, de aandacht. Wanneer men echter de groote zaal binnentreedt, vindt men eerst de eigenlijke tentoonstelling, door den aan blik waarvan men met bewondering vervuld wordt. Zoowel in de zaal zelve als on het podium is het ééne groole kleurenschitte ring van rein wit tot purperrood met al de schakeeringen van kleuren er tusschen. In het midden steekt er boven uit de bloeiende Agave, die maar éénmaal in een menschen- leven bloeit, om dan gelijk aller menschen lot is, te sterven. In den foyer vindt men een herhaling van wat beneden te zien is, iets anders ge varieerd, terwijl in de Kleins zaal een keur van fruit is tentoongesteld, alleen reeds ge noeg om or de tentoonstelling voor te be zoeken. Is een bezichtiging overdag reeds een ge not, vooral bij avond, beschenen door de eleclrische verlichting, zal men zich ver plaatst wanen in een sprookjesachtig too- veriand. Onzen stadgenoot den heer J. G. Ballego, onder wiens leiding de opstelling plaats had komt met de 35 40 inzenders, die het beste van hun aldoor verfijnde kweekkunst hier hebben tentoongesteld, de eer van deze zeldzaam schoone expositie toe. Dat de cultuur van de dahlia's, die even als de bloembollencultuur een internatio naal karakter heeft, zulk een hoogte heeft bereikt als ook weder deze keuring laat zien, dankt zij naast het initatief van tal van kweekers, waaronder vooral eenige uit Leiden vooraan staan, aan de drie boven genoemde organisaties. Wanneer oen kweeker een dahlia bezit, waarvan hij eenige verwachting heeft, dan biedt hij deze ter keuring bij de Keurings commissie aan. Valt hem het eerste-jaars- certificaat te beurt, dan zendt hij de bloem het volgende jaar weder in. Blijkt zij aan de verwachting te hebben voldaan, dan wordt zij bekroond met oen eerete-klasee-oertiff- caat, doch dan is zij er nog niet. Dan moet zij in den proeftuin van de Aig. Vereeniging voor Bloembollencultuur nog haar supe- rieuriteii van kweekplaat aantoonen. Blijkt, dat zij ook deze proef kan doorstaan, dan ontvangt de eigenaar het proeftuincerüfi- caat. Zoo is dan eindelijk de herhaaldelijk aan een ernstige keuring onderworpen dahlia een tiptop bloem geworden en kan de eigenaar haar onderwerpen aan de bij zonder strenge keuring, om in aanmerking te komen voor den wisselbeker, geschonken door een lid van het Hoofdbestuur van de Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde, den heer 's Jacob, die, zooals mon weet, ook door een Leidschen' kweeker word verworven. Het doei der tentoonstellingen, zooals wij er hier nu een hebben en die, naar wij ho pen en verwachten, door velen zal worden bezocht, is de waarde van de dahlia bij het groote publiek voor kamer- en tuinversic- ring te demonstreeren. De zeer gewaardeer de eigenschap van de Ned. dahlia is vooral gelegen in haar rechtstaand-en steil, waar van er ook op deze tentoonstelling zijn, die een lengte hebben van meer dan een hal ven meter, zoodat de bloemen ver boven de bladeren uitsteken. Wij zullen na doze aJgemeene opmerkin gen, die de groote beteekenis van de dahlia- cultuur kensohetsem, morgen nog een en ander van de afzonderlijke inzendingen meedcelcn. Hedenmiddag te halfdrie werd zij in te genwoordigheid van de hoofdbesturen der der bovengenoemde Vereenigingen, de in zenders en een aantal dames en heeran ge- noodigden officieel geopend. Allereerst nam de Voorzitter van de Ned. Dahlia-Vereeniging en der afd. Leiden van de Ned. Maalschappij voor Tuinbouw- en Plantkunde, de heer E. Th. Witte het woord. Hij vindt het een goede gewoonte, dat de voorzitter van een feestvierende vereeni ging aanvangt met te bedanken. Een ge vaar is daar echter steeds aan verbonden, namelijk, dat men iemand vergeel, die dan boos wordt. Spreker wil dit voorkomen door allen gezamenlijk, hoog en laag, groot en klein, hartelük dank te zeggen voor den sleun en de medewerking bij het tot stand komen van deze keuring en tentoonstelling verleend. De Kon. Ned. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde, wordt wel eens vergeleken bi) een moeder. Het is een ietwat vreemde moeder; in den tijd van 51 jaar baarde zij toch niet minder dan 43 dochteren, waarbij er zijn, die nu reeds bijna 60 jaar oud zijn en zich toch nog in blakenden welstand be vinden. Het is een moeder, die wat men noemt de eeuwige jeugd heelt en welke kracht er nog van haar uitgaat, bleek ver.- loden jaar ter gelegenheid van het Interna tionaal Tuinbouwcongres. De Leidsche afdeeling is een van haar oudsle dochters; zij is meer dan 48 jaaVoud en hoewel moeder weet, dat zij best op eigen beenen kan slaan, houdt zij toch nog steeds een wakend oog over haar en biedt zij haar, waar noodig, de behulpzame hand. De Nederlandsche Dahlia-Vereeniging is een van haar jongste dochters, en met deze toont moeder, dat zij met haar tijd weet mede te gaan. Allen welen, dat de tegen woordige meisjes anders zijn dan die van vroeger, zij zijn zelfstandiger, levenslusti ger en springen wel gens graag uit den band. Ook met de Dahlia-Vereeniging is dit het geval, ook zij houdt van zelfstandig op treden, zij wil haar zaakjes gaarne zelf be redderen en moeder laai haar gaan, doch is Bleeds bereid haar met raad en daïd lur zijde te staan. Voor deze aangename verhouding, die tusschen de maatschappij met haar Vasle Keuringscommissie eenerzijds, de Nederl. Dahlia-Vereeniging en de Leidsche afdee ling anderzijds bestaat, waardoor het alleen mogelijk is, dat speciale tentoonstellingen als deze goed slagen, daarvoor, zegt spreker beide hartelijk dank. Hierna verkreeg de Voorzitter der Kon. Ncd. Maalschappij voor Tuinbouw en Plant kunde, jhr. G. F. van Tels, Huize Valken bosch, bij Zeist, het woord. Hij ving aan met even geestig als vriendelijk te reageeren op de vriendelijke rede van den heer Witte. Over de dahlia's zou hij niet veel meer zeg gen. Hij had dit bij vorige gelegenheden al meermalen gedaan. Wel wilde hij met vol doening constateeren, dat er eenige opleving is waar te nemen in den handel, ook in dien van bloemen en bloembollen. Meer en meer krijgt de Nederlandsche handel op ditigebied vasten voet in het buitenland, dank zij de paraatheid onzer kweekers, die in de moei lijke tijden hun best deden en nu daarvan, naar hij hoopt, weldra de vruchten zullen plukken. Ook het welgeslaagd Seplember- congres heeft daartoe medegewerkt, zooals ook de samenwerking van de organisaties, welke zich de bevordering dezer cultuur ten doel stellen. Niet minder verheugt spr. zich in de mede werking van de gemeente Leiden, om deze tentoonstelling te doen slagen, en hij spreekt den wensch uit, dat zoowel de Maatschappij waarvan spr. voorzitter is, alB de Dahlia- Vereeniging, ook met Leiden zullen meele ven, waar het zich opmaakt zijn 350-jarig Ontzet luisterrijk te vieren. Eindelijk werd het woord gegeven aan jhr. mr. dr. N. C. de Gijselaar, onze burge meester, om de tentoonstelling te openen. Hij hield daarbij de volgende rede: „Ter gelegenheid van de opening der Spe ciale Dahliakeuring op 20 September 1920, had de heer Pera, als waarnemend burge meester, gelegenheid er op te wijzen hoe een dergelijke tentoonstelling hier ter stede alle reden van bestaan had, aangezien de cul tuur dezer zoo fraaie bloemplanten hier steeds een voorname plaats heeft ingeno men. Met alle recht bracht hij toen hulde aan mannen als Arentz en Rodbard, wier aan winsten een welverdiende reputatie genoten tot vér over onze landsgrenzen. Sinds de keuring van 1920 zijn weder vier jaar verloopen. In 1921 werd de Speciale Daliliakeuring in den Dierentuin te 's Gra - venhage gehouden; deze is een zeer groot succes geweest en werd mede bezocht door Z. K. H. den Prins der Nederlanden. Zeker is het een groote voldoening te mogen con stateeren, dat het wederom een Leidsche kweeker, de heer J. G. Baltego, was, die daar den wisselbeker van de Ned. Dahlia-Veree niging met de verscheidenheid „Mevrouw Ballego" mocht verwerven. Verscheidene Leidsche kweekers verwierven ook daar on derscheidingen. Van 22 lot 26 September werd in het jaar 1922 de Speciale Dahliakeuring te Haarlem gehouden. Deze is uitnemend geslaagd; de geheele stad stond die dagen als het ware in het teeken der Dahlia's. Ook op deze keu ring verwierf het meerendeel der Leidsche kweekers onderscheidingen, en tot vreugde stemt het zeker, dal het wederom de heer Ballego was, die den eerepalm mocht weg dragen. Doordat aan de door hem in den handel gebrachte verscheidenheid „Mr. Dres- selhuys" de wisselbeker werd toegekend, is het een Leidsch ingezetene, die den eersten wisselbeker, voor een tuinbouwproduct in Nederland uitgeloofd, definitief in zijn be zit kreeg. Het jaar 1923 was en voor den Neder- landschen Tuinbouw én voor onze Dahlia- kweekers van groot belang. Toen toch vierde de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde haar gouden Jubileum. Zij deed dit door het houden van hot zoo uitnemend geslaagde Internationale Tuinbouwcongres, waaraan door de Amster- damsche Afdeeling dier Maatschappij groote BINNENLAND. Opening der vieidaagsche dahlia- en fruit' tentoonstelling ln de Stadszaal te Leiden. De begrooting van Posterijen, Telegrafie en Telefonie voor 1925: verwachting, dat de exploitatie over dit jaar winst zal geven. Minister Rnys dringt aan op verwijdering van een reclame op Poststukken. BUITENLAND. Verder resultaat te Genéve verkregen. BritBche verontwaardiging over een Duitsoh dementi. De komende parlementaire periode in Eu» getand. De metaalarbeiders8taking te Weenen voorloopig bijgelegd. luister werd bijgezet door do prachtige Alge-, meene Nederlandsche en Nederlandsch-Indi- sclie Bloemententoonstelling. De Nederland sche Dahlia-Vereeniging werkte aan deze tentoonstelling mede, doordat zij er haar eer ste internationale tentoonstelling aan ver - bond. Deze keer stoute onderneming is een vol slagen succes geworden, omdat de superiori teit van de Nederlandsche Dahlia's boven de Engelsche, Duilsche, Belgische en Hon- gaarsche er zoo duidelijk aan het licht trad. Door de huitenlandsche juryleden werd on omwonden erkend, dat de Nederlaaidsche Dahliabloemen verreweg aan de spits staan, en deze erkenning had des te meer waarde, aangezien verscheidene der voornaamste kweekers, waaronder niet minder dan drie Leidsche, zich bereid verklaarden hun kwec- kerijen aan de huitenlandsche vertegen woordigers te taiten zien, waardoor deze zich konden overtuigen, dat de op de tentoonstel ling uitgestalde bloemen bij duizendtallen hier te lande gekweekt worden; een over tuiging, die natuurlijk bevorderlijk is ge weest voor den afzet van Holiandsolie Dahliaknollen naar het buitenland. Ook hot jaar te voren was belangrijk voor onze kweekers, want aan de inzendingen, die ln 1922 te Parijs en Londen werden ge. daan, werd krachtdadig door de Leidienaart deelgenomen en in de Stamboeken der Cer tificaten van de Royal Horticultural Society en van do Sociêté Nationale d'Horticullure de Franco komen verscheidene namen van Leidsche kweekers voor. Ook aan de inzen dingen, die dit jaar weder door de Ned. Dahlia-Vereeniging in de Horticultural Half te Londen weid tentoongesteld, werd door hier ter stede gevestigde kweekers een zeer werkzaam aandeel genomen. Onder lat van in den lande en vér daar buiten steeds met eore genoemde Dahlia- kweekers zijn er dus meerdere, die hier ter slede gevestigd zijn, die er het hunne loc bijdragen om den goeden naam, die Leiden op hel gebied van dezen zoo bijzonderen tak van bloemencultuur reeds jaren heeft, te lielpen handhaven. Moge ook deze spe ciale Keuring, waaraan deze keer een Fruit- tentoonslclling verbonden werd, daartoe het hare bijdragen. En hiermede verklaar ik de tentoonstel ling voor geopend." Protestvergadering Overheidspersoneel. In de Nutszaal had gisteravond een open bare protest vergadering plaats uitgaande van de plaatselijke prganisaties van A. C. O. P. en C. N. O. G De opkomst was uitstekend. De leider van den avond, de lieer Schiil Ier achte protest zeer op zijn plaats gezien de nieuwe verslechteringen, die de regee ring wil. Het zou, verzekerde hij, wei eens kunnen komen tot verzet tegen de reactio naire bende, die steeds op de ambtenaren losbreekt. Hij gaf daarop het woord aan den heer L. J. Bakker, If. B lid van den Ned Bond van Werklieden Verslechteringen is alles wat de klok thans slaat, aldus deze spr.; het is het on derwerp in de sociëteiten en '1 geldt het rijk zoowel als voor de gemeenten en provin cies waarover hij het vooral zal hebben. Men spreekt niet meer over loonsverlaging, alleen over de vraag: hoe veel, men spreekt niet meer over werktijdverlenging, alleen over: hoe ver. 't Is mode geworden. En daarbij blijft het niet, deze liefhebberij komt uit de sociëteiten in de gemeenteraden en Prov. Slalen en veel lijd heeft rnen niet, in tegenstelling met 1918 en 1919 en nog in 1920, hoewel toen de kentering al l>egon. Voor verbetering moet lang beraadslaagd worden, voor verslechtering schijnt dit ni-t noodig, het kan in een ommezien en alles durft men daarbij aan, spr. geeft voorbeel den ais de 56-uren-week voor de conlinu- arbeiders, die tol dusver beneden de andere arbeiders feleveci etc. Alsof kennis noodig

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 1