No. 197S8. DONDERDAG 11 SEPTEMBER Anno 1924 Officieeie Kennisgeving. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van herten. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIEN: 30 Cts. per regel. Bij regelahonnement belangrijk lageren prijs. Kleine Adverlcntiên, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en Zaterdags 50 Cts., bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens poslrecht. Voor eventueele opzending van brieven 110 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cis. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175 en 1835 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No, 57055 Postbus No, 54 .t PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden T2.35, per week Builen Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week Franco per post 2.35 rf- portokosten. 'f 0 18. „0.18, Bit nummer bestaat uit TWEE Bladen EERSTE BLAD. I GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP. 'Aan den gemeentelijken Vischwinkel Viechmarkt 18, tel. 1225 is VIM.JU AG ver krijgbaar SCHELVISCH k l 0.17—f 0 40, SCHOL k f 0.15—f 0.20—f O 40, CARBONA DEVLSCH k l 0.40 en NIEUWE HARING (ook voor den integ) k t 0.08 per stuk. N. C DE GIJSELAAR. Burgem. Leiden, 11 September 1924. Hel 100-jarig bestaan der Nnts-bibliotbeek. Gisteren hield hel bestuur en commissa rissen van de bibliotheek van de Maal- sohappij „Tot Nut van 't Algemeen" een druk bezochte receptie in een der zalen van het iNutögcbouw aan de Sloensotiuur, al hier. Onder de aanwezigen, die persoonlijk hunne gelukwenschen kwamen aanbieden, zagen wij o. a. den burgemeester, wethouder Reimeringer en den secretaris, prof. Roes- singii van het Hoofdbestuur van de Manisch, lot Nul van 't Algemeen, de hoeren mr. Van der Eist, Nord Thomson cn Vijglt van het Departeinentsbestuur en voorts de heeren Ter Laag en Thors van de Volkszangscbool, Goekoop van de Leidsche Spaarbank, mej. t'unie van het Ijcidschc Volkshuis, de heeren Sohüdel en Van Ëcken van de Volks- bijeenkomsten, IJdo en Van Deventer van do Nulsspaarkas. Verscliillende vereenigingen en particulie ren hadden schriftelijk blijk van hun be langstelling in het werk van de Nutsbiblio- theek gegeven. Zoo waren o. m. felicitaties ingekomen van de Verecniging „Oud-Lei den" en van lezers d?r bibliotheek, o. a. den heer Brag gaar. Het Departemenlshesluur, de heer Ter Laag. d; afdoeling Spaarkas en de biblio- theekbediende Fr. Laritée hebben de jubilee- rende Instelling mot een bloemenhulde ver eerd, terwijl de Leidsche Spaarbank en de Volksbijeenkomêten een getdehjke bijdrage schonken voor nieuw aan te schaf/en boe ken voor de bibliotheek. De voorzitter, de heer H. E. van der Heide Jr., sprak de aanwezigen ats volgt toe: „Geachte Aanwezigen, De dag van heden heeft ons te zamen ge tracht om een heuglijk feil, namelijk het ÖO-jarig bestaan onzer Nulsbibliolheek, te Herdenken. Het is bestuur en commissarissen aange naam op dezon, voor ons zoo godenkwaar- digen dag U heeren afgevaardigden van het hoofdbestuur der Maatschappij „Tot Nut van 't Algemeen", liet Departenientsbestuur, het Volkshuis, de Leidsche Spaarbank, en onze Nulsinslellingen :de Volksbijoenkom- sten, Volk9zangschool, de Spaarkas en de .Volkstuintjes hier aanwezig te zien. Honderd jaren, het is voorwaar geen klei- liighcid en men kan ook van onze bibtio- heek niet zeggen, dal haar weg altijd over rozen is gegaan. "Verschillende Uwer, die ons jubileum boekje hebben ontvangen, dat Onze biblio thecaris voor deze gelegenheid heeft geschre ven, zullen gelezen ligbben, mot hoevele moeilijkheden onze bibliotheek le kamjien heefl gehad. Natuurlijk zal ik u niet vermoeien mei al deze feilen op te noemen, doch ik wil, zooals onze bibliothecaris terecht schreef, den moed van de oprichters nog even memoreeren, want zeker was er zelfs in die dagen moed voor noodig, om met f 75 voor oprichlings - kosten en f 50 jaarlijkschen steun van het de partement, een boekenverzameling aan te vangen, ,e meer, omdat de bibliotheek slechts elf jaren na den Franschen tijd en negen ja ren na den laatsten oorlog werd opgericht. .Wij kunnen dit het best beoordeelen, omdat we ongeveer nu weder in een zelfden tijd le ven. Toch heeft in die moeilijke tijden de Leidsche burgerij het streven van de op richters gesteund. Wij brengen hier nog onze hulde aan de oprichters onzer bibilolheek, en ook aaii de Leidsche burgerij, die hen bij de oprichting financieel steunde. Meerdere moeilijke jaren heeft onze biblio theek doorgeworsteld, in het bijzonder de ja ren 1867, 1876 en 1887 en wederom was het de Leidsche burgerij, die haar voortbestaan mogelijk maakte. In 1909 werd onze biblio theek van een andere zijde bedreigd. Het was liet jaar, dal de openbare leeszaal „Reu- vens" werd opgericht, en hoewel commissa rissen ten volle de noodzakelijkheid van zulk een inrichting inzagen, meenden zij toch, dat door samensmelting, zooats ons toenmalig Deparlementsbesluur dat gaarne wenschle. bet minder ontwikkelde deel der Leidsche burgerij daarbij schade zou lijden. Het is in den loop der volgende jaren vol doende gebleken, dat onze commissarissen de zaak goed hebben ingezien, en dat wij naast „Reuvens" evengoed in de behoefte van een deel der Leidsche burgerij kunnen voorzien. Wij achten ons gelukkig, aan het einde van dit eeuwjaar van onze bibliotheek te kunnen Setuigen, dat ze nog steeds vruchtbaar werkt. Dat hebben wij ook voornamelijk te danken aan onzen bibliothecaris, dep heer Winde- mullc-r Met waarlijk nog jeugdigen werklust heelt hij onze boekenverzameling op een goed peil welen le houden en hij heeft ons nu een gedenkboekje geschreven, waar in het kort.de levenservaringen van de bibliotheek zijn ver meld. Al weten wij, dat de toewijding, waarmede hij steeds de belangen onzer bibliotheek heeft voorgestaan hem zelf voldoening geven, en ook dat Windemuiier allerminst op eerbe tuigingen gesteld i3, lach mogen wij niet na laten hem hartelijk le danken voor de moeite welke hij zich heefl gegeven, om clit werkje samen le stellen Wij hopen van harte, dat het hem gegeven moge zijn, nog vele jaren voor onze bibliotheek werkzaam te zijn. Hier past levens een woord van hulde le brengen aan onzen oud-voorzitter, den heer Ter Laag, die onze bibliotheek een warm hart toedroeg, en onze vergaderingen zoo prellig leidde Ook onzen oud penningmeester, den heer De Koster, brengen wij hier dank voor zijn keu rig geldelijk beheer; ook hij maakle moeilijke jaren mede, doch hij heeft ons altijd voor financieelen ondergang kunnen behoeden. Tot slot breng ik hier mijn dank aan oud bestuursleden, oud-commissarissen, bestuurs leden cn commissarissen voor het vele, wat zij gedurende lat van jaren voor de biblio theek hebben gedaan Dat de bibliotheek steeds vruchtbaar heeft gewerkl, is voor een niet gering deel le danken aan de hartelijke samenwerking der functionarissen onderling en de toewijding, waarmede zij hun laak ver vulden. De welcnschap, dat onze Nutsbiblio- theek slechts noode gemist kan worden door de leden, is voor hen een aansporing om nauw verbonden samen le werken, de biblio theek in stand le houden en uit le breiden. Ik hoop dan ook, dat de Ic-genwoordige be stuursleden cn commissarissen ook in de toe komst de hartelijke Samenwerking zullen be waren tot meerderen bloei onzer Nutsbibtio- theek." 's Avonds vcreenigden zich het bestuur en commissarissen van de bibliotheek en de heeren inr. van der Etst en Nord Thomson van het Deparlementsbesluur zich in „Inden Vergulden Turk", waar de bibliotheek een diner aanbood en de avond feestelijk werd .doorgebracht. Hel heeft de jubileerende instelling in deze dagen niet aan belangstelling ontbroken cn vol goeden moed gaat (hans de bibliotheek de tweede eeuw tegemoet. Christctijk-Historischo Landdag te Voorburg. Gistermiddag werd vanwege de Kanier- kring-Vereen. Leiden van de Chr.-Hist. Unie eerst in den tuin later in de zaal van de uitspanning „De Wijkerbrug" (e Voorburg, een landdag gehouden waaraan de Harmo- nie-atdee1ing „Sononta" van de Christelijke Verecniging van Jonge Mannen le 's Graven- hage, onder leiding van den directeur Willem Klinkerf, tiaar medowerking verleende. De opkomst was eerst vrij matig, waartoe liet min of meer wisselvallige weer zeker heefl medegewerkt, terwijl ook, zooals ons werd medegedeeld, er veel le weinig publi citeit aan was gegeven. Later kwamen er nog velen op, onder de aanwezigen waren ook een aantal vrouwen. Te twee uur speelde de muziek een opge- wekten marsch en riep de aanwezigen om liet spreekgestoelte lieen, waarna mr, dr. J. S c li o k k n g, voorzitter van het Hoofdbe stuur der Chr.-Historische Unie en lid der Tweede Kamer in gebed voorging. Vervolgens zongen de aanwezigen gemeen schappelijk Psalm 95 f en 4, waarna de lieer Schokking weer liet woord nam, voor het houden van de Openingsrede. Spr. ving aan met op le nierken dat tiet een goede gedachte van den Kaïnerkring Leiden was geweest, om een openluchlmeeling te houden. Het weer viel niet mee cn daarom heeft het bestuur overwogen of liet niet be ter zou zijn in de zaal te vergaderen. Toen is men begonnen hier te spreken. Mocht er een meerderheid zijn, die nu of straks liever in de zaal wil bijeenzijn, dan kon men toch nog daarheen verhuizen. Bedenkende, dat een sa menkomst overdag altijd beperkt blijft tot een klein deel van de belangsteltenden, meent spr. over de opkomst tevreden te mogen zijn. Het is een zeer belangrijke vraag hoe de belangstelling in ons staatkundig leven kan worden gewekt, geleid en bewaard, en die vraag zal spr.'s betoog beheerscheu. Onze Staatsinrichting is historisch geworden en als zoodanig hebben wij tiaar le aanvaarden. Wij leven in een conslitutioneele monarchie onder de regeering van II. M. de Koningin, welke regeering door Ilaar wordt gedeeld met de Slaten-Generaal. Daarin bestaat kort aan geduid onze Staatsinrichting. In de Stalen- Generaal is in de laatste jaren nog al een groote verandering gekomen. De invloedsfeer der Tw. Kamer vooral is steeds grooter ge worden en spr. durft wel zeggen, dat de grens der uitbreiding is bereikt. Misschien is nog een verlaging van de leeftijdsgrens der kie zers mogelijk, maar verder kan men niet gaan, nu ook de vrouw tot de stembus is toe gelaten. Er is over die voortdurende uitbreiding zeer verschillend geoordeeld. Het komt er in dezen op aan scherp te zien, want de erva ring leert, dat men dikwijls met de staalkun dige inrichting slecht op de hoogte is, ook onder dat deel van het volk, waarvan men het niet zou verwachten. Volgens spr. is de staalkundige ontwikke ling van ons volkleven een natuurlijke ont wikkeling, Spr. zou het witten vergelijken met de ontwikkelingrvan het üidividueclc te ven. De kring van deelnemer aan hel Staats leven behoorde steeds grooter le worden. De vraag' wordt gestold of de invloed van liet Parlement niet moet worden beperkt en of het zich niet lieert overleefd of zooals het wel eens wordt gevraagd of het haar geld wel waard is Dit is zelfs een hoofdvraag geworden, die in verschillende landen Linnen en huiten Europa wordt gesteld. De critiek op liet parlement komt van twee tegenovergestelde kanten. Van den eenen kant komt deze critiek van de communisten. Deze critiek gaat hier van uit dat het volk moet regeeren, d. w. z. de massa. En waar tiet Parlement daaraan vol gens de communisten niet voldoet, wil men tiet verdringen voor de massa-tegeoring. Van den anderen kant komt de critiek van de fascisten en wié daaraan.verwant zijn Deze meencn, dat dc regeering van enkelen of slechts van een enkelo moet uitgaan. Men zoekt daar naar den sterken man. Deze beide groepen staan slechts schijn baar tegenover elkaar, waar zij heiden op radicale verandering aandringen. Daarom is zelfs samenwerking van deze uilersten denk baar. En wij moeten-daarvoor oog hebben en bij voortduring dient men daarop de aandacht te vestigen. De Chr.-Historiselien kc-eren zich zoowel tegen liet streven der fascisten als tegen de communisten. liet is den Chr.-Historischen niet le doen om het Parlement te beknotten. Zij willen slechts, dat het zooveel cn zoo goed moge lijk de regeering met de Kroon deelt. Daarvoor is noodig kennis van zaken en beleid. En daarin ligt het groole belang van het beginsel, waarvan men uitgaat, toegepast op concrete zaken. Er wordt echter wet eens te eenzijdig op de concrete dingen gelet, ook bij de belijders van liet Christelijk beginsel Er i3 verschil lusschen regcering en gerc- geerdenliet volk is meegeroepen tot regee ren. Wij behoeven echter niet toe te staan, dal j wij geregeerd worden door een autocraat, die tiet wel goed vóór kan hebben maar ook het tegendeel. Men moet aan liet volk, ook aan ons volk echter laten verstaan, dat een an- dere macht regeert, dan de volksvertegen - woordiging, die alteen regeert. Daardoor heeft de critiek uit de volksver tegenwoordiging over de Regeering een eigen aardig karakter. Deze critiek mag nooit belichamen deze gedachte, dat de Kroon in wezen niets anders is dan de uilvoerster van den wil der vertegenwoordiging. Dej>erlcing van de macht der volksverte genwoordiging wii de Ohr.-Historische Partij niet, maar zij wensoht en spr wil dit beide uitspreken dat de volksverte genwoordiging tiaar plaats tegenover dc Re geering begrijpt. Zij moet ook in dit opzicht tiaar verant woordelijkheid beselfen en gevoelen. Spr. vraagt zich af of de Staatkundige Gerei Partij dit wel behoorlijk besett af gaande op uitspraken dier Partij met betrek king tol de Ohr.-Hist. Unie. Een andere gedachte wilde spr. nog naar voren brengen: de politieke belangstelling mag nooit uitgaan van liet eigenbelang. Met de sociaal-democraten wil spr. deze belang stelling niet bezien uitsluitend van tiet be lang der arbeiders cn evenmin met de kapi talisten uil het oogpunt van het kapita lisme. Spr. herinnert er onder luid applaus aan, dat ons Vorstenhuis nooit zijn eigen Belang heefl gezocht en op den voorgrond heelt ge steld, en daaraan is het te danken geweest, dat de leus der revolutie in 1918 een leus is gebleven en de roep er naar oen vergissing is geweest. Wanneer wij als Ohr.-Hisloriscliën, aldus besloot spreker, een beginsel hebben te ver tegenwoordigen, dan toeteen wij dit ook aan het beginsel van den vrede in deze wereld, waarbij spr. denkt aan de vergaderingen van den Volkenbond te Genóve, De volkeren slaan thans voor de gewel digste problemen: de drang naar het inter- nafelisme aan den eenen kant en de liefde voor eigen tand en eigen taal en verster king van het nationalisme. Maar dit is een schijnbare tegenstelling. Er is oen zoeken naar elkaar toe en daarom is het geen loul geweest, dat wij ons hebben aangesloten bij den VolkenSond. Eerst ale men zioh algemeen op dit plan weet te verheffen, dat landen en volken elkander noodig hebben, dan eerst kon men echter aan ontwapening denken. Dan kan men vooral naar liet Christelijk beginsel die richting uitgaan, omdat God het wil, dat de volkeren lot elkaar komen, omdat zij allen in Ilcm gelijk zijn. Wie goiooven haasten niet en wie zoo tiet geloof aan een tijd, dat er geen oorlogen meer zullen, zijn, opvat, zal zeker in deze richting werken, maar hij zal niet eenzijdig van ons land eischcn, dat het nu roeds tol ontwapening overgaat. Na het beëindigen der rede, die tuide werd toegejuicht, stelde spr. aan de aanwe zigen de vraag ol zij ook liever met het oog op de temperatuur cn den luin naar de zaal wenschlen te verhuizen, waarloe vrij wel eenstemmig werd besloten. De zaal liep geheel vot. Het bleek, dat er onder de rede nog veel meer bij gekomen waren. Het woord werd daarop gegeven aan h^t Kamerlid den. heer J, 5? e 11 k a m p, die er den slag van heeft om iels, wal droog - eenvoudig is, op humoristische wijze en soms zeer raak te zeggen waardoor hij de lachers op zijn hand weet te krijgen. tot titel van zijn onderwerp dal hij vrij ruim opvatte, had hij gekozen. Overheid en Landbouw. Vroeger, zoo ving hij aan, bemoeide zich de overheid weinig met landbouw in ons land en stond de handel op den voorgrond. Ook de boer had daaraan schuld, tiij was va-ak te laks Het is nu anders geworden, in bet boerenbedrijf en zoo kwam een steeds verder doorgaande overheidsbemoeiing mede door verbetering van verkeersmiddelen, door onderwijs en organisatie. Vleeschkeuring, en keuring van vee en producten werd noodig. omdat liet bedrijf moest kunnen coneurreercn op de wereld markt. Onderwijsinrichtingen werden alter- wege geopend en daarvan werd dankbaar door den boerenstand gebruik gemaakt. Ontwikkeling is voor den landbouw on ontbeerlijk, maar hij vreest toch wel, dal bel overdreven intellect, hetwelk in de maatschappij een grool fiasco is gebleken, beslag zat leggen op liet landhouwleven, Thans moest op de overheidsbemoeiing, ge dwongen door den nood der tijden, inge krompen worden. Of de landbouw hiervan veot schade zal ondervinden is nog niet zoo zeker. Men heefl de overbrenging van Land bouw naar Binnenlandsche Zaken gecrili- seerd, maar men kreeg in minister Ruys de Bcerenbrouck een landbouwminister, die er wezen mag Wat de landbouwbegrooiing be treft, zouden billijkerwijze wel sommige posten ten laste van andere dienstvakken worden gebracht, b.v. de Landbouwschool te Wageningen ten laste van onderwijs, de koloniale school ten taste van Koloniën Een moeilijk vraagstuk is voorls het be volkingsprobleem Hieraan zitlen andere problemen vast, die van de duurte, dc beid •- ontginning en het pachtvraagstuk. De duurte kan nooit komen door toedoen van den boerenstand. Als de boerenstand zulke groole winsten maakle als sommigen ver onderstellen zou er wel meer kapilaaJIrek naar den landbouw zijn. terwijl het tegen deel het geval is. Ook de heidcontginning is urgent. Door oen ver doorgevoerde in- disleualisatie wordt men geheel afhankelijk van het buitenland, wij moeten daarom zoo veel mogelijk zelf verbouwen. Particuliere ontginning is vrijwel slop gezet, men komt er helaas niet meer mee uit. Van de droog making der Zuiderzee moet men ook niet alles verwachten, terwijl in Friesland pol ders zijn die de poldorlaslen niet kunnen oplirengen. Wat de pacht aanbelangt moet dankbaar bot wérk der pachlcomnussie worden ver meld, maar toch kan de conclusie niet an ders zijn, dan dal de staat weinig aan dit moeilijke punt doen kan. Met allerlei utopistisch geschrijf bereikt men niets, als men datgene nagaat wat U.v. van de zijde "der S. D. A I'. over agrarische zaken' wordl gezegd, baalt men de schou ders op; oen toonen van misstanden, anders niels. De boerenstand moet zioh nooit laten ver leiden tot belangenpotitiek. Men heeft ge zegd: Bij de aanslaande verkiezingen zal wel weer legen den landbouw gesjaeeld worden van aap wat heb je mooie jongen Spr. trekt zicli daar niels van aan, hij is zelf een jong van dien aap en zal roods daarom de Loerënbelangen niet uilschake len. (luid gelach). Docll van uil lieginsel- slandpunt is een lielangenpolitiek ten ecncnmale verwerpelijk.' De strijd onzer da gen, aldus besloot spr., gaat er om of de Christelijke ol de moderne wereldbeschou wing den toon aan zal geven in ons volks leven. Daarom is eisoh van Ohr. beginsel le steunen de hCr.-Hisl. beginselen die alleen kracht van verweer in zich verbergen. Deze rede werd ook warm toegejuicht. Hierna werd even gepauzeerd. Vóór de pauze deelde de Voorzitter nog mede, dat in de voormiddag bijeenkomst van het bestuur met de Persveroeniging „Groen van Prinsloror", die „dc Zuid-Hol lander" uitgeeft, heeft vergaderd. „Dc Zuid- Ifollamder" wordt in vele plaatsen in dc pro vincie gelezen, doch dit moet nog veel meer het geval zijn en daarom drong hij aan op bet nemen van een abonnement en op het zich aansluiten bij de Persveroeniging, waarvan het lidmaatschap f2 bedraagt. Na de pauze word gezongen Gezang 268 vers 1 en daarna het woord gegeven aan den lieer II. \V. T i 1 a n u s, lid der Tweede Kamer dit tol onderwerp had gekozen Volkskracht. Hij wenschle dil onderwerp niet in hel algemeen te behandelen, dooh zich le bcpa- len lot de kracht, die schuilt in het Neder- landsche Volk; hij is van meening, dat in dagen, als wij thans beleven, nu een inter nationale golfstroom, weliswaar niet door de wereld, maar dan toch door een gedeelte van Europa, trekt, hel niet ondienstig is, er oan le herinneren, dal wij vormen een eigen volk, met eigen taak, eigen karakter, zeden en denkwijze. Evenals voor liet per soonlijke- en het gezins-leven concentratie en bezinning gebiedend noodig zijn, om het eigen karakter le bewaren, acht liij dit ook voor het volksleven noodig, in dit verband- wijst bij op de groote beteekenis van dan Zondagsrust voor hel persoonlijke- en het gozinsleven en betrert hij het, dat den taaL slen tijd herhaaldelijk exlra-Zondagstretnen worden ingelegd: hij wil vrijheid voor die- BINNENLAND. Onthulling van een gedenkteeken op hel graf van den Leidschen geneesheer Nijkamp te Katwijk-aan-Zee. De Chr.-HisL Landdag te Voorborg. De Memorie van Antwoord inzake de Ta* riefwet. Een verzoek van de centrale commissie voor georganiseerd overleg in ambtenarenzak ken aan de Regeering betredende de salaris* vermindering. BUITENLAND, De zitting van den Volkenbond te Gen&ve, Wat de Roerbezetting opleverde. Algemeene staking in de Oostenrijkschtf metaal-industrie. De Amerika ansche millionairs-moordenaars tot levenslang veroordeeld. genen, clie omtrent de Zondagsheiliging an ders denken, doch wenscht- geen aanmoedi-. ging, met toelating der llogeoring, om do Zondagsrust te verstoren, waardoor z. i, do volkskracht wordt geschaad. (Luide leeke- nen van instemming). Hoewel hij tegenover het internationalisme; geenszins afwijzend staat, meent hij toch dat onze politiek in de eerste plaats een natio nale politiek moet zijn; daarom is het, vooral in deze lijden van druk en zorgen, noodig eens te wijzen op de krachten in ons eigen volk en op dc bijzondere plaats, die Neder-, land, in Europa cn in Azië, zoowel in geoi grafisch als in historisch opzicht, in de we reld inneemt en waardoor iedere vergelijking van ons land met een land als bijv. Dene marken totaal mank gaat. Wijzend o.m. op een uitlating van den President van do Ka-, mer van Koophandel te Amsterdam,, gelooft hij. dal in tiet jaar 1923 het dieptepunt van dc hier heerschende depressie heeft gelegen en dat de Staat voor 1925 op een ruimer vloeien der middelen mag hopen; dit evenwel mag niet doen verslappen de pogingen, om het Staatshuishouden te versoberen en tot in^ perking van den Staatsdienst tc geraken. De vraag stellend, waarin onze volkskracht schuilt, wijst hij af dc gedachte, dat militaire kracht een weerspiegeling zou zijn van de volkskracht, toch vergete men niet, dat het onlwapëningsvraagsluk is een internationaal vraagstuk en dat door den laatsten wereld oorlog de beteekenis van Nederland in het neutraliteitsprobleem, niet is verkleind maar vergroot. Bij den krachligen wensch, die ook onder de Chr.-Historischen leeft, om tot be-s perking der bewapening te komen, mag z. i, niet uit het oog worden verloren, dal de Vol kenbond nog geenszins universeel is, dat Amerika zich vooralsnog afzijdig houdt, dat Rusland zich zeer militaristisch vertoont, dal er ook buiten Europa problemen zijn, waarin on9 land als koloniale mogendheid betrokken kan worden en dat thans weliswaar het pro- bleem van arbitrage, veiligheid en ontwape ning le Gcnève is aan do orde gesteld, doch dat men nog slechts er aan toe is een onder zoek in le stellen naar dc mogelijkheid om ten aanzien van hel Statuut van het Hof van Internationale Justitie te komen lot een clau-. sule van verplichte arbitrage. Niet in de mi litaire kracht van een volk, doch in arbeid-, zaamheid, ondernemingsgeest, studiezin ca kunstzin, goede zeden en gewoonten moet de volkskracht tot uiting komen, waarvan de diepste grond schuilt in den godsdienstzin. Ook deze spr. werd zeer toegejuicht. Naar aanleiding van zijn peroratie verzocht liij de aanwezigen aan le heffen het „Wien Neerlands Bloed" dat daarop slaande werd gezongen. Het slotwoord werd gesproken door ds. I. Voorsleegh, pred. bij de Ned.-IIerv. Gcm. te Katwijk-aan-Zee, die zich mol hel oog op den tijd zeer moe3t beperken. Hij nam tot uit gangspunt van zijn korte opwekking het vreemde woord Efficiency dat naar li ij opmerkte langzamerhand bur* gerrechl in onze taal heeft gekregen. Hel i9 moeilijk tc vertalen. Wel kan hij zeggen wat het niet beteekent. In verband met staatkunde en politiek beschouwd, is hel het tegenge stelde van alles, wal naar lauwheid en laks heid zweemt, 't Gaat in hel staalkundig lc-. ven om ernstige en gewichtige dingen, waar aan alle lauwheid vreemd moet zijn. 't Gaat er om of Christus ook in liet Staatsleven zal heerschen. Daarom moet ieder Christen ook Efüciency-man en vrouw zijn, het klaroen blazen, paraat zijn en cordaal. Zoo beteekent het vreemde woord: van de zaak maken wat er van gemaakt moet worden cn wat dat is zeggen u de mooie Chrislclijk-Hislorische beginselen, zeide spr., er op wijzende, dat het laster is wanneer de Herv. Gcref. Staats partij van de Chr.-Historischen zegt dat ztl den Paus aanhangen en met do Katholieke®

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 1