No. 197S8.
DONDERDAG 11 SEPTEMBER
Anno 1924
Officieeie Kennisgeving.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van herten.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
30 Cts. per regel. Bij regelahonnement belangrijk lageren prijs.
Kleine Adverlcntiên, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en
Zaterdags 50 Cts., bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens poslrecht. Voor eventueele opzending van brieven
110 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cis.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 175 en 1835 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No, 57055 Postbus No, 54
.t
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden T2.35, per week
Builen Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week
Franco per post 2.35 rf- portokosten.
'f 0 18.
„0.18,
Bit nummer bestaat uit TWEE Bladen
EERSTE BLAD.
I GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP.
'Aan den gemeentelijken Vischwinkel
Viechmarkt 18, tel. 1225 is VIM.JU AG ver
krijgbaar SCHELVISCH k l 0.17—f 0 40,
SCHOL k f 0.15—f 0.20—f O 40, CARBONA
DEVLSCH k l 0.40 en NIEUWE HARING
(ook voor den integ) k t 0.08 per stuk.
N. C DE GIJSELAAR. Burgem.
Leiden, 11 September 1924.
Hel 100-jarig bestaan der Nnts-bibliotbeek.
Gisteren hield hel bestuur en commissa
rissen van de bibliotheek van de Maal-
sohappij „Tot Nut van 't Algemeen" een
druk bezochte receptie in een der zalen van
het iNutögcbouw aan de Sloensotiuur, al
hier. Onder de aanwezigen, die persoonlijk
hunne gelukwenschen kwamen aanbieden,
zagen wij o. a. den burgemeester, wethouder
Reimeringer en den secretaris, prof. Roes-
singii van het Hoofdbestuur van de Manisch,
lot Nul van 't Algemeen, de hoeren mr. Van
der Eist, Nord Thomson cn Vijglt van het
Departeinentsbestuur en voorts de heeren
Ter Laag en Thors van de Volkszangscbool,
Goekoop van de Leidsche Spaarbank, mej.
t'unie van het Ijcidschc Volkshuis, de
heeren Sohüdel en Van Ëcken van de Volks-
bijeenkomsten, IJdo en Van Deventer van
do Nulsspaarkas.
Verscliillende vereenigingen en particulie
ren hadden schriftelijk blijk van hun be
langstelling in het werk van de Nutsbiblio-
theek gegeven. Zoo waren o. m. felicitaties
ingekomen van de Verecniging „Oud-Lei
den" en van lezers d?r bibliotheek, o. a. den
heer Brag gaar.
Het Departemenlshesluur, de heer Ter
Laag. d; afdoeling Spaarkas en de biblio-
theekbediende Fr. Laritée hebben de jubilee-
rende Instelling mot een bloemenhulde ver
eerd, terwijl de Leidsche Spaarbank en de
Volksbijeenkomêten een getdehjke bijdrage
schonken voor nieuw aan te schaf/en boe
ken voor de bibliotheek.
De voorzitter, de heer H. E. van der
Heide Jr., sprak de aanwezigen ats volgt
toe:
„Geachte Aanwezigen,
De dag van heden heeft ons te zamen ge
tracht om een heuglijk feil, namelijk het
ÖO-jarig bestaan onzer Nulsbibliolheek, te
Herdenken.
Het is bestuur en commissarissen aange
naam op dezon, voor ons zoo godenkwaar-
digen dag U heeren afgevaardigden van het
hoofdbestuur der Maatschappij „Tot Nut
van 't Algemeen", liet Departenientsbestuur,
het Volkshuis, de Leidsche Spaarbank, en
onze Nulsinslellingen :de Volksbijoenkom-
sten, Volk9zangschool, de Spaarkas en de
.Volkstuintjes hier aanwezig te zien.
Honderd jaren, het is voorwaar geen klei-
liighcid en men kan ook van onze bibtio-
heek niet zeggen, dal haar weg altijd over
rozen is gegaan.
"Verschillende Uwer, die ons jubileum
boekje hebben ontvangen, dat Onze biblio
thecaris voor deze gelegenheid heeft geschre
ven, zullen gelezen ligbben, mot hoevele
moeilijkheden onze bibliotheek le kamjien
heefl gehad.
Natuurlijk zal ik u niet vermoeien mei al
deze feilen op te noemen, doch ik wil, zooals
onze bibliothecaris terecht schreef, den moed
van de oprichters nog even memoreeren,
want zeker was er zelfs in die dagen moed
voor noodig, om met f 75 voor oprichlings -
kosten en f 50 jaarlijkschen steun van het de
partement, een boekenverzameling aan te
vangen, ,e meer, omdat de bibliotheek slechts
elf jaren na den Franschen tijd en negen ja
ren na den laatsten oorlog werd opgericht.
.Wij kunnen dit het best beoordeelen, omdat
we ongeveer nu weder in een zelfden tijd le
ven. Toch heeft in die moeilijke tijden de
Leidsche burgerij het streven van de op
richters gesteund. Wij brengen hier nog onze
hulde aan de oprichters onzer bibilolheek,
en ook aaii de Leidsche burgerij, die hen bij
de oprichting financieel steunde.
Meerdere moeilijke jaren heeft onze biblio
theek doorgeworsteld, in het bijzonder de ja
ren 1867, 1876 en 1887 en wederom was het
de Leidsche burgerij, die haar voortbestaan
mogelijk maakte. In 1909 werd onze biblio
theek van een andere zijde bedreigd. Het
was liet jaar, dal de openbare leeszaal „Reu-
vens" werd opgericht, en hoewel commissa
rissen ten volle de noodzakelijkheid van zulk
een inrichting inzagen, meenden zij toch, dat
door samensmelting, zooats ons toenmalig
Deparlementsbesluur dat gaarne wenschle.
bet minder ontwikkelde deel der Leidsche
burgerij daarbij schade zou lijden.
Het is in den loop der volgende jaren vol
doende gebleken, dat onze commissarissen de
zaak goed hebben ingezien, en dat wij naast
„Reuvens" evengoed in de behoefte van een
deel der Leidsche burgerij kunnen voorzien.
Wij achten ons gelukkig, aan het einde van
dit eeuwjaar van onze bibliotheek te kunnen
Setuigen, dat ze nog steeds vruchtbaar werkt.
Dat hebben wij ook voornamelijk te danken
aan onzen bibliothecaris, dep heer Winde-
mullc-r Met waarlijk nog jeugdigen werklust
heelt hij onze boekenverzameling op een goed
peil welen le houden en hij heeft ons nu een
gedenkboekje geschreven, waar in het kort.de
levenservaringen van de bibliotheek zijn ver
meld.
Al weten wij, dat de toewijding, waarmede
hij steeds de belangen onzer bibliotheek heeft
voorgestaan hem zelf voldoening geven, en
ook dat Windemuiier allerminst op eerbe
tuigingen gesteld i3, lach mogen wij niet na
laten hem hartelijk le danken voor de moeite
welke hij zich heefl gegeven, om clit werkje
samen le stellen Wij hopen van harte, dat
het hem gegeven moge zijn, nog vele jaren
voor onze bibliotheek werkzaam te zijn.
Hier past levens een woord van hulde le
brengen aan onzen oud-voorzitter, den heer
Ter Laag, die onze bibliotheek een warm
hart toedroeg, en onze vergaderingen zoo
prellig leidde
Ook onzen oud penningmeester, den heer De
Koster, brengen wij hier dank voor zijn keu
rig geldelijk beheer; ook hij maakle moeilijke
jaren mede, doch hij heeft ons altijd voor
financieelen ondergang kunnen behoeden.
Tot slot breng ik hier mijn dank aan oud
bestuursleden, oud-commissarissen, bestuurs
leden cn commissarissen voor het vele, wat
zij gedurende lat van jaren voor de biblio
theek hebben gedaan Dat de bibliotheek
steeds vruchtbaar heeft gewerkl, is voor een
niet gering deel le danken aan de hartelijke
samenwerking der functionarissen onderling
en de toewijding, waarmede zij hun laak ver
vulden. De welcnschap, dat onze Nutsbiblio-
theek slechts noode gemist kan worden door
de leden, is voor hen een aansporing om
nauw verbonden samen le werken, de biblio
theek in stand le houden en uit le breiden.
Ik hoop dan ook, dat de Ic-genwoordige be
stuursleden cn commissarissen ook in de toe
komst de hartelijke Samenwerking zullen be
waren tot meerderen bloei onzer Nutsbibtio-
theek."
's Avonds vcreenigden zich het bestuur en
commissarissen van de bibliotheek en de
heeren inr. van der Etst en Nord Thomson
van het Deparlementsbesluur zich in „Inden
Vergulden Turk", waar de bibliotheek een
diner aanbood en de avond feestelijk werd
.doorgebracht.
Hel heeft de jubileerende instelling in deze
dagen niet aan belangstelling ontbroken cn
vol goeden moed gaat (hans de bibliotheek de
tweede eeuw tegemoet.
Christctijk-Historischo Landdag te Voorburg.
Gistermiddag werd vanwege de Kanier-
kring-Vereen. Leiden van de Chr.-Hist. Unie
eerst in den tuin later in de zaal van de
uitspanning „De Wijkerbrug" (e Voorburg,
een landdag gehouden waaraan de Harmo-
nie-atdee1ing „Sononta" van de Christelijke
Verecniging van Jonge Mannen le 's Graven-
hage, onder leiding van den directeur Willem
Klinkerf, tiaar medowerking verleende.
De opkomst was eerst vrij matig, waartoe
liet min of meer wisselvallige weer zeker
heefl medegewerkt, terwijl ook, zooals ons
werd medegedeeld, er veel le weinig publi
citeit aan was gegeven. Later kwamen er nog
velen op, onder de aanwezigen waren ook
een aantal vrouwen.
Te twee uur speelde de muziek een opge-
wekten marsch en riep de aanwezigen om
liet spreekgestoelte lieen, waarna mr, dr. J.
S c li o k k n g, voorzitter van het Hoofdbe
stuur der Chr.-Historische Unie en lid der
Tweede Kamer in gebed voorging.
Vervolgens zongen de aanwezigen gemeen
schappelijk Psalm 95 f en 4, waarna de
lieer Schokking weer liet woord nam, voor
het houden van de
Openingsrede.
Spr. ving aan met op le nierken dat tiet een
goede gedachte van den Kaïnerkring Leiden
was geweest, om een openluchlmeeling te
houden. Het weer viel niet mee cn daarom
heeft het bestuur overwogen of liet niet be
ter zou zijn in de zaal te vergaderen. Toen is
men begonnen hier te spreken. Mocht er een
meerderheid zijn, die nu of straks liever in
de zaal wil bijeenzijn, dan kon men toch nog
daarheen verhuizen. Bedenkende, dat een sa
menkomst overdag altijd beperkt blijft tot een
klein deel van de belangsteltenden, meent
spr. over de opkomst tevreden te mogen zijn.
Het is een zeer belangrijke vraag hoe de
belangstelling in ons staatkundig leven kan
worden gewekt, geleid en bewaard, en die
vraag zal spr.'s betoog beheerscheu. Onze
Staatsinrichting is historisch geworden en
als zoodanig hebben wij tiaar le aanvaarden.
Wij leven in een conslitutioneele monarchie
onder de regeering van II. M. de Koningin,
welke regeering door Ilaar wordt gedeeld met
de Slaten-Generaal. Daarin bestaat kort aan
geduid onze Staatsinrichting. In de Stalen-
Generaal is in de laatste jaren nog al een
groote verandering gekomen. De invloedsfeer
der Tw. Kamer vooral is steeds grooter ge
worden en spr. durft wel zeggen, dat de grens
der uitbreiding is bereikt. Misschien is nog
een verlaging van de leeftijdsgrens der kie
zers mogelijk, maar verder kan men niet
gaan, nu ook de vrouw tot de stembus is toe
gelaten.
Er is over die voortdurende uitbreiding
zeer verschillend geoordeeld. Het komt er in
dezen op aan scherp te zien, want de erva
ring leert, dat men dikwijls met de staalkun
dige inrichting slecht op de hoogte is, ook
onder dat deel van het volk, waarvan men
het niet zou verwachten.
Volgens spr. is de staalkundige ontwikke
ling van ons volkleven een natuurlijke ont
wikkeling, Spr. zou het witten vergelijken
met de ontwikkelingrvan het üidividueclc te
ven. De kring van deelnemer aan hel Staats
leven behoorde steeds grooter le worden.
De vraag' wordt gestold of de invloed van
liet Parlement niet moet worden beperkt en
of het zich niet lieert overleefd of zooals
het wel eens wordt gevraagd of het haar
geld wel waard is
Dit is zelfs een hoofdvraag geworden, die
in verschillende landen Linnen en huiten
Europa wordt gesteld.
De critiek op liet parlement komt van
twee tegenovergestelde kanten.
Van den eenen kant komt deze critiek van
de communisten. Deze critiek gaat hier van
uit dat het volk moet regeeren, d. w. z. de
massa. En waar tiet Parlement daaraan vol
gens de communisten niet voldoet, wil men
tiet verdringen voor de massa-tegeoring. Van
den anderen kant komt de critiek van de
fascisten en wié daaraan.verwant zijn Deze
meencn, dat dc regeering van enkelen of
slechts van een enkelo moet uitgaan. Men
zoekt daar naar den sterken man.
Deze beide groepen staan slechts schijn
baar tegenover elkaar, waar zij heiden op
radicale verandering aandringen. Daarom is
zelfs samenwerking van deze uilersten denk
baar. En wij moeten-daarvoor oog hebben en
bij voortduring dient men daarop de aandacht
te vestigen.
De Chr.-Historiselien kc-eren zich zoowel
tegen liet streven der fascisten als tegen de
communisten.
liet is den Chr.-Historischen niet le doen
om het Parlement te beknotten. Zij willen
slechts, dat het zooveel cn zoo goed moge
lijk de regeering met de Kroon deelt.
Daarvoor is noodig kennis van zaken en
beleid. En daarin ligt het groole belang van
het beginsel, waarvan men uitgaat, toegepast
op concrete zaken.
Er wordt echter wet eens te eenzijdig op
de concrete dingen gelet, ook bij de belijders
van liet Christelijk beginsel
Er i3 verschil lusschen regcering en gerc-
geerdenliet volk is meegeroepen tot regee
ren.
Wij behoeven echter niet toe te staan, dal
j wij geregeerd worden door een autocraat, die
tiet wel goed vóór kan hebben maar ook het
tegendeel. Men moet aan liet volk, ook aan
ons volk echter laten verstaan, dat een an-
dere macht regeert, dan de volksvertegen -
woordiging, die alteen regeert.
Daardoor heeft de critiek uit de volksver
tegenwoordiging over de Regeering een eigen
aardig karakter.
Deze critiek mag nooit belichamen deze
gedachte, dat de Kroon in wezen niets
anders is dan de uilvoerster van den wil
der vertegenwoordiging.
Dej>erlcing van de macht der volksverte
genwoordiging wii de Ohr.-Historische
Partij niet, maar zij wensoht en spr wil
dit beide uitspreken dat de volksverte
genwoordiging tiaar plaats tegenover dc Re
geering begrijpt.
Zij moet ook in dit opzicht tiaar verant
woordelijkheid beselfen en gevoelen.
Spr. vraagt zich af of de Staatkundige
Gerei Partij dit wel behoorlijk besett af
gaande op uitspraken dier Partij met betrek
king tol de Ohr.-Hist. Unie.
Een andere gedachte wilde spr. nog naar
voren brengen: de politieke belangstelling
mag nooit uitgaan van liet eigenbelang. Met
de sociaal-democraten wil spr. deze belang
stelling niet bezien uitsluitend van tiet be
lang der arbeiders cn evenmin met de kapi
talisten uil het oogpunt van het kapita
lisme.
Spr. herinnert er onder luid applaus aan,
dat ons Vorstenhuis nooit zijn eigen Belang
heefl gezocht en op den voorgrond heelt ge
steld, en daaraan is het te danken geweest,
dat de leus der revolutie in 1918 een leus is
gebleven en de roep er naar oen vergissing
is geweest.
Wanneer wij als Ohr.-Hisloriscliën, aldus
besloot spreker, een beginsel hebben te ver
tegenwoordigen, dan toeteen wij dit ook aan
het beginsel van den vrede in deze wereld,
waarbij spr. denkt aan de vergaderingen
van den Volkenbond te Genóve,
De volkeren slaan thans voor de gewel
digste problemen: de drang naar het inter-
nafelisme aan den eenen kant en de liefde
voor eigen tand en eigen taal en verster
king van het nationalisme.
Maar dit is een schijnbare tegenstelling.
Er is oen zoeken naar elkaar toe en daarom
is het geen loul geweest, dat wij ons hebben
aangesloten bij den VolkenSond.
Eerst ale men zioh algemeen op dit plan
weet te verheffen, dat landen en volken
elkander noodig hebben, dan eerst kon men
echter aan ontwapening denken. Dan kan
men vooral naar liet Christelijk beginsel die
richting uitgaan, omdat God het wil, dat de
volkeren lot elkaar komen, omdat zij allen
in Ilcm gelijk zijn. Wie goiooven haasten
niet en wie zoo tiet geloof aan een tijd, dat
er geen oorlogen meer zullen, zijn, opvat, zal
zeker in deze richting werken, maar hij zal
niet eenzijdig van ons land eischcn, dat het
nu roeds tol ontwapening overgaat.
Na het beëindigen der rede, die tuide
werd toegejuicht, stelde spr. aan de aanwe
zigen de vraag ol zij ook liever met het oog
op de temperatuur cn den luin naar de zaal
wenschlen te verhuizen, waarloe vrij wel
eenstemmig werd besloten.
De zaal liep geheel vot. Het bleek, dat er
onder de rede nog veel meer bij gekomen
waren.
Het woord werd daarop gegeven aan h^t
Kamerlid den. heer J, 5? e 11 k a m p, die
er den slag van heeft om iels, wal droog -
eenvoudig is, op humoristische wijze en
soms zeer raak te zeggen waardoor hij de
lachers op zijn hand weet te krijgen.
tot titel van zijn onderwerp dal hij vrij
ruim opvatte, had hij gekozen.
Overheid en Landbouw.
Vroeger, zoo ving hij aan, bemoeide zich
de overheid weinig met landbouw in ons
land en stond de handel op den voorgrond.
Ook de boer had daaraan schuld, tiij was
va-ak te laks Het is nu anders geworden, in
bet boerenbedrijf en zoo kwam een steeds
verder doorgaande overheidsbemoeiing mede
door verbetering van verkeersmiddelen, door
onderwijs en organisatie.
Vleeschkeuring, en keuring van vee en
producten werd noodig. omdat liet bedrijf
moest kunnen coneurreercn op de wereld
markt. Onderwijsinrichtingen werden alter-
wege geopend en daarvan werd dankbaar
door den boerenstand gebruik gemaakt.
Ontwikkeling is voor den landbouw on
ontbeerlijk, maar hij vreest toch wel, dal
bel overdreven intellect, hetwelk in de
maatschappij een grool fiasco is gebleken,
beslag zat leggen op liet landhouwleven,
Thans moest op de overheidsbemoeiing, ge
dwongen door den nood der tijden, inge
krompen worden. Of de landbouw hiervan
veot schade zal ondervinden is nog niet zoo
zeker. Men heefl de overbrenging van Land
bouw naar Binnenlandsche Zaken gecrili-
seerd, maar men kreeg in minister Ruys de
Bcerenbrouck een landbouwminister, die er
wezen mag Wat de landbouwbegrooiing be
treft, zouden billijkerwijze wel sommige
posten ten laste van andere dienstvakken
worden gebracht, b.v. de Landbouwschool
te Wageningen ten laste van onderwijs, de
koloniale school ten taste van Koloniën
Een moeilijk vraagstuk is voorls het be
volkingsprobleem Hieraan zitlen andere
problemen vast, die van de duurte, dc beid •-
ontginning en het pachtvraagstuk. De duurte
kan nooit komen door toedoen van den
boerenstand. Als de boerenstand zulke
groole winsten maakle als sommigen ver
onderstellen zou er wel meer kapilaaJIrek
naar den landbouw zijn. terwijl het tegen
deel het geval is. Ook de heidcontginning
is urgent. Door oen ver doorgevoerde in-
disleualisatie wordt men geheel afhankelijk
van het buitenland, wij moeten daarom zoo
veel mogelijk zelf verbouwen. Particuliere
ontginning is vrijwel slop gezet, men komt
er helaas niet meer mee uit. Van de droog
making der Zuiderzee moet men ook niet
alles verwachten, terwijl in Friesland pol
ders zijn die de poldorlaslen niet kunnen
oplirengen.
Wat de pacht aanbelangt moet dankbaar
bot wérk der pachlcomnussie worden ver
meld, maar toch kan de conclusie niet an
ders zijn, dan dal de staat weinig aan dit
moeilijke punt doen kan.
Met allerlei utopistisch geschrijf bereikt
men niets, als men datgene nagaat wat U.v.
van de zijde "der S. D. A I'. over agrarische
zaken' wordl gezegd, baalt men de schou
ders op; oen toonen van misstanden, anders
niels.
De boerenstand moet zioh nooit laten ver
leiden tot belangenpotitiek. Men heeft ge
zegd: Bij de aanslaande verkiezingen zal
wel weer legen den landbouw gesjaeeld
worden van aap wat heb je mooie jongen
Spr. trekt zicli daar niels van aan, hij is
zelf een jong van dien aap en zal roods
daarom de Loerënbelangen niet uilschake
len. (luid gelach). Docll van uil lieginsel-
slandpunt is een lielangenpolitiek ten
ecncnmale verwerpelijk.' De strijd onzer da
gen, aldus besloot spr., gaat er om of de
Christelijke ol de moderne wereldbeschou
wing den toon aan zal geven in ons volks
leven. Daarom is eisoh van Ohr. beginsel le
steunen de hCr.-Hisl. beginselen die alleen
kracht van verweer in zich verbergen.
Deze rede werd ook warm toegejuicht.
Hierna werd even gepauzeerd.
Vóór de pauze deelde de Voorzitter nog
mede, dat in de voormiddag bijeenkomst
van het bestuur met de Persveroeniging
„Groen van Prinsloror", die „dc Zuid-Hol
lander" uitgeeft, heeft vergaderd. „Dc Zuid-
Ifollamder" wordt in vele plaatsen in dc pro
vincie gelezen, doch dit moet nog veel meer
het geval zijn en daarom drong hij aan op
bet nemen van een abonnement en op het
zich aansluiten bij de Persveroeniging,
waarvan het lidmaatschap f2 bedraagt.
Na de pauze word gezongen Gezang 268
vers 1 en daarna het woord gegeven aan
den lieer II. \V. T i 1 a n u s, lid der Tweede
Kamer dit tol onderwerp had gekozen
Volkskracht.
Hij wenschle dil onderwerp niet in hel
algemeen te behandelen, dooh zich le bcpa-
len lot de kracht, die schuilt in het Neder-
landsche Volk; hij is van meening, dat in
dagen, als wij thans beleven, nu een inter
nationale golfstroom, weliswaar niet door
de wereld, maar dan toch door een gedeelte
van Europa, trekt, hel niet ondienstig is, er
oan le herinneren, dal wij vormen een
eigen volk, met eigen taak, eigen karakter,
zeden en denkwijze. Evenals voor liet per
soonlijke- en het gezins-leven concentratie
en bezinning gebiedend noodig zijn, om het
eigen karakter le bewaren, acht liij dit ook
voor het volksleven noodig, in dit verband-
wijst bij op de groote beteekenis van dan
Zondagsrust voor hel persoonlijke- en het
gozinsleven en betrert hij het, dat den taaL
slen tijd herhaaldelijk exlra-Zondagstretnen
worden ingelegd: hij wil vrijheid voor die-
BINNENLAND.
Onthulling van een gedenkteeken op hel
graf van den Leidschen geneesheer Nijkamp
te Katwijk-aan-Zee.
De Chr.-HisL Landdag te Voorborg.
De Memorie van Antwoord inzake de Ta*
riefwet.
Een verzoek van de centrale commissie
voor georganiseerd overleg in ambtenarenzak
ken aan de Regeering betredende de salaris*
vermindering.
BUITENLAND,
De zitting van den Volkenbond te Gen&ve,
Wat de Roerbezetting opleverde.
Algemeene staking in de Oostenrijkschtf
metaal-industrie.
De Amerika ansche millionairs-moordenaars
tot levenslang veroordeeld.
genen, clie omtrent de Zondagsheiliging an
ders denken, doch wenscht- geen aanmoedi-.
ging, met toelating der llogeoring, om do
Zondagsrust te verstoren, waardoor z. i, do
volkskracht wordt geschaad. (Luide leeke-
nen van instemming).
Hoewel hij tegenover het internationalisme;
geenszins afwijzend staat, meent hij toch dat
onze politiek in de eerste plaats een natio
nale politiek moet zijn; daarom is het, vooral
in deze lijden van druk en zorgen, noodig
eens te wijzen op de krachten in ons eigen
volk en op dc bijzondere plaats, die Neder-,
land, in Europa cn in Azië, zoowel in geoi
grafisch als in historisch opzicht, in de we
reld inneemt en waardoor iedere vergelijking
van ons land met een land als bijv. Dene
marken totaal mank gaat. Wijzend o.m. op
een uitlating van den President van do Ka-,
mer van Koophandel te Amsterdam,, gelooft
hij. dal in tiet jaar 1923 het dieptepunt van
dc hier heerschende depressie heeft gelegen
en dat de Staat voor 1925 op een ruimer
vloeien der middelen mag hopen; dit evenwel
mag niet doen verslappen de pogingen, om
het Staatshuishouden te versoberen en tot in^
perking van den Staatsdienst tc geraken.
De vraag stellend, waarin onze volkskracht
schuilt, wijst hij af dc gedachte, dat militaire
kracht een weerspiegeling zou zijn van de
volkskracht, toch vergete men niet, dat het
onlwapëningsvraagsluk is een internationaal
vraagstuk en dat door den laatsten wereld
oorlog de beteekenis van Nederland in het
neutraliteitsprobleem, niet is verkleind maar
vergroot. Bij den krachligen wensch, die ook
onder de Chr.-Historischen leeft, om tot be-s
perking der bewapening te komen, mag z. i,
niet uit het oog worden verloren, dal de Vol
kenbond nog geenszins universeel is, dat
Amerika zich vooralsnog afzijdig houdt, dat
Rusland zich zeer militaristisch vertoont, dal
er ook buiten Europa problemen zijn, waarin
on9 land als koloniale mogendheid betrokken
kan worden en dat thans weliswaar het pro-
bleem van arbitrage, veiligheid en ontwape
ning le Gcnève is aan do orde gesteld, doch
dat men nog slechts er aan toe is een onder
zoek in le stellen naar dc mogelijkheid om
ten aanzien van hel Statuut van het Hof van
Internationale Justitie te komen lot een clau-.
sule van verplichte arbitrage. Niet in de mi
litaire kracht van een volk, doch in arbeid-,
zaamheid, ondernemingsgeest, studiezin ca
kunstzin, goede zeden en gewoonten moet de
volkskracht tot uiting komen, waarvan de
diepste grond schuilt in den godsdienstzin.
Ook deze spr. werd zeer toegejuicht. Naar
aanleiding van zijn peroratie verzocht liij
de aanwezigen aan le heffen het „Wien
Neerlands Bloed" dat daarop slaande werd
gezongen.
Het slotwoord werd gesproken door ds. I.
Voorsleegh, pred. bij de Ned.-IIerv. Gcm. te
Katwijk-aan-Zee, die zich mol hel oog op den
tijd zeer moe3t beperken. Hij nam tot uit
gangspunt van zijn korte opwekking het
vreemde woord
Efficiency
dat naar li ij opmerkte langzamerhand bur*
gerrechl in onze taal heeft gekregen. Hel i9
moeilijk tc vertalen. Wel kan hij zeggen wat
het niet beteekent. In verband met staatkunde
en politiek beschouwd, is hel het tegenge
stelde van alles, wal naar lauwheid en laks
heid zweemt, 't Gaat in hel staalkundig lc-.
ven om ernstige en gewichtige dingen, waar
aan alle lauwheid vreemd moet zijn. 't Gaat
er om of Christus ook in liet Staatsleven zal
heerschen. Daarom moet ieder Christen ook
Efüciency-man en vrouw zijn, het klaroen
blazen, paraat zijn en cordaal. Zoo beteekent
het vreemde woord: van de zaak maken wat
er van gemaakt moet worden cn wat dat
is zeggen u de mooie Chrislclijk-Hislorische
beginselen, zeide spr., er op wijzende, dat
het laster is wanneer de Herv. Gcref. Staats
partij van de Chr.-Historischen zegt dat ztl
den Paus aanhangen en met do Katholieke®