Zonderlinge Kameraden No. 19757 LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 6 Augustus Tweede Blad. Anno <924. BINNENLAND. GEMENGD NIEUWS. FEUILLETON. Bestaansrecht en waaide van kleine sanatoria voor longlijders. T Verleden jaar heeft het dagelgksch be- Btuur der Nederlandsche Centrale Vereeni- rfng tot bestrijding der tobercolose een oom missie benoemd om een onderzoek in te stellen naar het bestaansrecht en de waarde van zoogenaamde kleine sanatoria. Deze commissie bestond, nadat zij eenigs- ïins uitgebreid was, uit de artsen Kylstra, Pelting, Kooien, Van Wayenbnrg, Jong- mans en Van Gils. Overwegende, dat een groot sanatorium Biecht en een klein goed kan zijn en verder Öe capaciteit van een inrichting de inkom- Bten bepaalt en deze weer dé mogelijkheid van aanstelling van volwaardige geneeskun dige krachten en van de bekostiging van een eerste klas bedrijf, sp'itste de commissie oe haar gestelde vraag in tweeën. lo. Welke eischen moeten in het alge Been aan een sanatorium gesteld worden? 2o. In hoeverre voldoet een groot sana torium beter aan deze eischen dan een klein ol omgekeerd Op de eerste vraag geeft de commissie het volgende antwoord: 'Als eersten eisch zal men in den regel Boeten stellen, dat aan het hoofd van een sanatorium als geneesheer een volle werk kracht staat, ec-n tuberculose-arts, en wel liefst opwonend. De tegenwoordigheid van Ben geneesheer is altijd noodig, niet alleen Voor een plotselinge bloeding, maar ook Vpor de psyche der patiënten, en om de órije en discipline te handhaven. De lei ding van het sanatorium behoort ook wer- kelrjk in handen van den geneesheer-direc teur te zijn. Deze wordt bijgestaan door een directrice, die 5f zelf hoofdverpleeg ster is, öf naast zich een hoofdverpleegster heeft. De zusters behoeven niet allen ge diplomeerd te zijn. Men kan rekenen on geveer één gediplomeerde op 35 30 patiënten. Tot de uitrusting van een sanatorium fcehoort een eenvoudig laboratorium voor Sputum- en urineonderzoek. Er moet ge legenheid zgo tot het behandelen van com plicaties. Ook moet men een Köntgenop- ïiame kunnen maken. Of hiervoor een groote Köutgeninstallatie noodig is, of met een eenvoudiger toestel (heliodoor) kan worden volstaan, wil do commissie in het midden laten. Het geleverde werk is in hoofdzaak afhankelijk van den man, die achter het toestel staat. Een hoogtezon dient ook in elk sanatorium aanwezig te zijn. Gelegen heid voor Röntgentherapie behoeft niet voor 9lk sanatorium gevorderd te worden Voor eenvoudige operaties, zooals b.v. het aan leggen van een kunstmatigen pneumotho rax, moet het sanatorium wel geoutilleerd Betreflende de ligging van het sanato ria is nog niet met zekerheid uitgemaakt, jof over het algemeen het bosch of het zeestrand de beste kansen voor genezing b'sden. De rol, die het klimaat daarbr/ speelt, is ook nog niet geheel vastgesteld Maar t mag als vaststaan worden aangenomen, t voor patiënten met neiging tot tempe- yatuursverhooging het zeeklimaat onge- Htenscht is. De bodem zal niet vochtig mogen zgn, want er moet het geheele jaar door gelegen heid zijn tot wandelen en tot verblijf in §e buitenlucht. Een droge, heldere atmos feer werkt zeker gunstig op de psyche der Zieken. Eenigszins geaccidenteerd terrein, gooveel mogelijk tegen den wind beschermd, verdient de voorkeur. Er moet een verkeersmiddel zrja met het Centrum, van waaruit het sanatorium zijm zieken betrekt. Ofschoon overtollig bezoek Zeer hinderlijk kan zijn voor de rust in het sanatorium, moet dit toch van den anderen kant niet al te veel beperkt worden. Men kan de menschen niet houden; ze wor den onrustig, krijgen heimwee, verlangen naar huis. Strenge scheiding van mannen en vrouwen in een sanatorium is absoluut noodzakelijk. Pet zou zelfs aanbeveling verdienen, sana toria alleen voor mannen en andere alleen voor vrouwen te bestemmen. Inrichtingen op conftssioneelen grond slag kunnen zeer bevorderlijk zgn voor het zich thuis voelen van patiënten van een bepaalde godsdienstige, richting. Men zal daarmee rekening moeten houden. Al beschouwt de commissie de werkthe- rapie als een voornamen factor b$ de behandeling der tuberculose, toch zftn de moeilijkheden hieraan verbonden zoo groot, dat niet aan elk sanatorium de eisch kan worden gesteld, gelegenheid daartoe te geven. Om werktherapie op eenigszins uit gebreide schaal toe te passen, dient men wel geheel afzonderlijke inrichtingen te hebben, al zullen deze dan ook aan een sanatorium verbonden moeten zijn. Een ontemettingsinstaliatie is gewenscht, maar niet bepaald noodzakelijk, mits er in de buurt goede gelegenheid voor ontsmetting bestaat. En nu de tweede vraag: In hoeverre voldoet een groot sanatorium beter aan deze eischen dan een klein of omgekeerd? Onder kleine sanatoria wil de commissie verslaan sanatoria met minder dan ze9tig bedden. Bij een aantal van minder dan zes- lig bedden is er in een sanatorium voor een volle werkracht niet voldoende werk. Van zestig tot honderd bedden kunnen door één geneesheer worden overzien. Het werken zonder assistent heeft echter het groote na deel, dat de eenige geneesheer behalve in de vacantie het geheele jaar door in touw moet zijn. Zijn aanwezigheid is aldoor vereischt. Zonder den steun van den leider is de direc: trice niet tegen een twintig of vijftigtal man nen opgewassen. Bij vrouwen kan dit nog wel. De commissie kon het systeem van kleine inrichtingen met één rondreizenden speciaIi9t-tuberculose-arts niet toejuichen, en zeker niet, wanneer dit leidt tot heel kleine paviljoens van enkele bedden, aan een ziekenhuis verbonden. Hoofdzaak is, dat de medicus, die met de dagelijkschc be handeling is belast, voor zijn taak bere kend is. Een halve werkkracht wordt dik wijls te veel door zijn overige bezigheden in beslag genomen. Van den anderen kant mag het echter misschien een voordeel hee- len, dat hij minder kans heeft eenzijdig te worden. Het kan voor den leider van een sa natorium van belang zijn, voeling te houden met de maatschappelijke zijde van de tuber- culose-bestrijding. De wisselwerking lus- schen hei sanatorium en een consultatie bureau kan een zeer gunstige zijn, wanneer één leider beide instellingen bedient. Bij meer dan honderd'bedden wordt het werk voor één medicus te zwaar, en minder dan honderd en vijftig bedden geven niet voldoende werk voor twee medici, zoodat inrichtingen met tusschen de honderd en honderd en vijftig bedden niet oeconomisch zijn. Dat men door een goed salaris de be trekking van geneesheer-directeur voor ge zonde en uitstekende krachten aanlokkelijk moet maken, spreekt vanzelf en geldt voor groote als voor kleine sanatoria. Het weten schappelijk onderzoek kan het best tot zijn recht komen in een groot sanatorium, mits dit niet understaffed is, en de inrichting ook niet weer zoo groot/ dat. de geneesheer-direc teur geheel door adminislratieven romp slomp wordt in beslag genomen. Alleen dón zullen de groote sana/toria klinische inrich tingen van uitstekende hoedanigheid kun nen zijn. Bij meer dan honderd en vijftig bedden wordt het contact tusschen den geneesheer- directeur en de patiënten "vrijwel verbroken. Gedeeltelijk kan hierin worden voorzien, doordat hij en zijn assistenten bepaalde za len voor hunne rekening nemen. Het persoonlijk contact met de zieken is bij de behandeling van de tuberculose van groote waarde. Wat de ligging betreft; zullen groote sana toria in het algemeen niet zoo gemakkelijk voor iedereen bereikbaar zijn,' terwijl de kleine die in den regel slechts uit de naaste omgeving hun patiënten ontvangen, voor familie en kennissen gemakkelijk te berei ken zijn. Hierdoor wordt het contact met het huis gezin beter bewaard, misschien ook met den werkgever. Voor den huismedicus zal er meer aan leiding en gelegenheid zijn, zich op de hoogte te stellen van den toestand van zijn patiënten. Doordat in een klein sanato rium de lijders uit eenzelfde streek komen, zullen deze elkaar beter begrijpen, en zal hierdoor de gemoedelijkheid en de huiselijk heid verhoogd worden, hetgeen aan de psy chische rust ten goede komt. Dat door het te gemakkelijk bereikbaar zijn, weer hét ge vaar ontstaa^t voor teveel bezoek, moet ook in het oog gehouden worden. Bij groote sanatoria kan men, wat de lig ging betreft, met de bodemgesteldheid, voch tigheid van dèn grond en windsterkte meer rekening hotiden AI heeft het klimaat mis schien niet zoo'n overheérschenden invloed toch zal altijd een droge landstreek met be trekkelijke windstilte voot* de stichting van een sanatorium de voorkeur verdienen, om dat er gelegenheid moet zijn, bij alle seizoe nen buiten be liggen en te wandelen. Voor een klein sanatorium, dat op een bepaalde streek is aangewezen, zal men allicht in dit opzicht niet .zooveel keuze hebben, als voor een groot. Inrichtingen op confessioneelen gi;ondslag zullen voor patiënten uit het geheele land moeten gelden, en dan groot kunnen zijn; of zij moeten gelegen zijn in streken met één bepaalden godsdienst (b.v. het Zuiden des lands), en kunnen dan oo"k klein zijn. De groote sanatoria zullen in den regel beter een volwaardige installatie kunnen be talen, maar ook een klein sanatorium van eenige beteekenis zal zich de noodige hulp middelen kunnen verschaffen. Het weten schappelijk onderzoek heeft in een groot sa natorium meer kans mits er voldoende tijd voor beschikbaar is. Het groote voordeel zal daarbij zijn, dat de directeur en zijn assis tenten elkaar steun verleenen, en door on derlinge besprekingen de belangstelling voor de wetenschappelijke zijde van het tubercu- löse-vraagsluk levendig houden. Wil men bij de behandeling ook werk therapie toepassen, dan zal men natuurlijk bij groote sanatoria meer keuze hebben voor verschillende beroepen, tenzij men kleine inrichtingen voor werknemers van een en hetzelfde vak opricht, zooals b.v. het sana torium voor typografen te Eerbeek. Over het algemeen zou men kunnen zeg gen dat ook hier een gecentraliseerde dienst goedkeoper zal zijn dan een gedecentrali seerde en dus een groot sanatorium voordee- liger moet kunnen werken dan een klein. Maar zoo eenvoudig is de zaak toch niet. Is de verpleegprijs in groote ziekenhuizen over het algemeen hooger dan in kleine? Boven dien hebben de kleine gewestelijke sanatoria het voordeel, dat zij zich verheugen in de sympathie van het gewest, en gemakkelijk steun van de inwoners, gemeente en provin cie zullen krijgen. Wij zien dan ook aan het Friesche Volkssanatorium dat dit geheel door de. provincie wordt gedragen en waar de verpleegprijs hel laagste is van alle groo- tere sanatoria. Over het algemeun moet dus, naar de meening der commissie aan groote sana toria de voorkeur worden gegeven; maar in bijzondere gevallen kunnen ook kleine, mits behoorlijk ingerichte sanatoria van groot nut zijn, o.a. indien zij b.v. aan een consultatie bureau in een groote stad zijn verbonden. Eén lid der commissie zou aan beide soor ten een plaats willen geven. De behande ling gedurende de eerste acht weken zou hij in een groot; volledig uitgerust sanatorium willen doen geschieden. Van de behandeling in de eerste acht weken hangt veel af voor hel verder verloop van de ziekte, en na acht weken is ook gewoonlijk de prognose wel vastgesteld. Daarna zou de behandeling in kleine eenvoudig ingerichte sanatoria kun nen plaats hebben, waarbij het aanbeveling verdient, dat deze in verbinding staan met een groot sanatorium. Gistermorgen geraakte een 4- jarig knaapje, dat met eenige vriendjes op de Fijnjekade te Den Haag speelde, onder een stapel hout, dat aangevoerd werd, waardoor het aan het hoofd werd gewond. Het werd naar het Gem. Ziekenhuis aan den Zuidwal vervoerd, waar het is over leden. Een antobns, die met een ge zelschap van zeven personen uit Stompwijk een uitstapje maakte naar Schiedam, is op dén Schiedamscheweg nabg de Hooge Boomen omgeslagen. De chauffeur wilde uitweken voor een auto, die naast het trottoir stond en zich plotseling in beweging zette. Hjj reed daartoe naar de tramrails, maar nam bg het terugwijken een te korten draai, zoadat het voertuig omsloeg. Alle inzitten den bekwamen lichte verwondingen. Een vrouw was zoodanig door den schrik be vangen, dat het noodig was haar naar het ziekenhuis te Rotterdam te brengen Dinsdagmiddag isde 42-j a r i- ge arbeider C. v. V wonende te Zwanenburg nabij Halfweg, bi) het station van de Ned. Spoorwegen te Amsterdam tusschen ran- gcerende treinen geraakt en onmiddellijk ge dood. De ongelukkige laai een weduwe met 6 kinderen achter. De vorige weck ia melding ge maakt van de arrestatie in een café aan het Damrak te Amsterdam van een adjunct commies der beiasti gen, d.e verdacht werd een bedrag van ongeveer f400 te hebben verduisterd. Het nadere onderzoek, waar bij de verdachte een volledige bekentenis heeft afgelegd, bracht evenwel aan bef licht, dat de gepleegde verduistering even wel veel omvangrijker is dan men aan vankelijk vermoedde, aldus „Het Volk". De betrokken ambtenaar deed al sinds jaren dienst aan een der loketten van het belastingkantoor aan het Haarlemmerplein. Nu ruim twee jaar geleden pleegde bg zrjii eerste fraude, door een kleine be lastingschuld, die iemand kwam betalen, niet aan den kassier af te dragen, maar in eigen zak te steken. Het biljet van Uen belastingschuldige voorzag hy echter van de voreischte kwijting en ook in de kohieren boekte hij de belastingschuld als voldaan. Zoo werkte hij geleidelijk door. Zoowel waarschuwingen als dwangbevelen wist hg te verdonkeremanen en telkens weer' eigende hij zich kleinere en grootere bedragen, die aan zgn loket werden betaald, toe. Eenmaal verduisterde hg op die wgze zplfs een post van ongeveer drie duizend gulden. Tot dusver is kunnen worden vastgesteld, aldus het blad, dat deze ambtenaar zich in ruim twee jaar een bedrag van 25 ik 30 duizend gulden heeft toegeëigend. Door een toeval is men deze verduiste ring op het spoor gekomen. Iemand, die van den ontvanger een aanmaning kreeg om zgn bealstingschuld te voldoen, begaf zich, met zgn reeds afbetaald aanslagbiljet, naar het kantoor, teneinde daarmede aan te toonen, dat hij zijn verplichtingen jegens den fiscus reeds was npgekomen. Toen hij daar kwam, bevond zich toevallig een andere ambtenaar aan bet loket en zoo werd de naar men meende eerste en eenige verduistering van een paar honderd gulden ontdekt. Daarop volgde de arrestatie van den schuldigen ambtenaar. Bij een huis zoeking kwamen ettelijke belaslingbescheiden voor den dag. Van verschillende personen had hg de geheel afbetaalde aanslagbiljetten ingehoudin, tirwgl hg ook ainmrniiigo.i en zelfs dwangbevelen verdonkeremaande, als hg de daarbg geïnde bedragen althans niet afdrosg. Do meeste bélastingposten, die hij verduisterde, noteerde hij in een zakboekje. Het is gebleken, tjat de betrokken amb tenaar, die een bescheiden inkomen ge noot en daarvan een gezin had te onder houden, een zeer losbandig leven leidde. Het omvangrijke justitieele onderzoek is nog in vollen gang. Op de uitbreidingswerken van bet Centraal Station te Amsterdam heeft een doodelijk ongeval plaats gehad. Nabjj de Zaanstraat, waar de nieuwe spqgrbaan in de richting Zaandam in aan leg is, werd een der werklieden der aan nemersfirma, die dat werk uitvoeren, in net schaftuur door een uit Uitgeest ko menden trein overreden en gedood. Zijn l(jk is naar het Binnengasthuis over gebracht. Zaterdagmiddag arr iv e erd.e.n 225 adspiranten, leden van den Ned. Typo grafenbond te Laren met het doel Zondag een landdag te honden. De jongens overnachtten in tenten op het Zeveneind. Des avonds werd de 16-jarige W., van Amsterdam, ongesteld. Hij werd in het St. Jans Ziekenhuis op genomen en overleed er des nachts ten gevolge van hartzwakte. De landdag werd afgelast en de jongelui togen huiswaarts. Toen de moeder van W. Zondag fu het ziekenhuis kwam en den dood van haar zoon vernam, zeeg zrj ineen. Haar toestand was van dien aard, dat zij in het ziekenhuis is opgenomen. Het hoofdbestuur van den Ne- derlar.dschen Bioscoopbond he;ft am a~ zjfa leden verboden de film van het Internatio naal Eucharistisch Congres, welke Willy, Mullens in opdracht van personen buiten het bioscoopbedrijf heeft opgenomen, te vertoonen. Het is n.1. van oordeel, dat men van de zjjde van het uitvoerend comité van het Eucharistisch Congres opzettelijk het bioscoopbedrijf heeft genegeerd door zijn leden uit te sluiten van de gelegenheid tot het maken van opnamen van de bijeen komsten in het Stadion. Het schijnt in de bedoeling te liggen het verbod te haud- havcn totdat do Bond volledige opheldering en algeheele voldoening heeft gekregen om trent dit opzettelijk negeeren Te Didam viol het kind van den arbeider Wolters zoodanig, dat het een been brak .De moeder bracht het naar het zie kenhuis en onderwal viel een ander kind tegen het brandende fornuis en brandde beide handen. Een derde kind kwam onder een stoomfiets, brak een been en werd aan het hoofd gewond. Onder stucadoors te Almelo ia een werkstaking uitgebroken. De staking omvat 15 man. De stakers eischen loons- verhooging van 74 tot 82 cent. Op de zuivelfabriek te Bedum (Gr.) i3 gisteren de werkman D. door een luik gevallen en op den vloer terecht ge komen. Hig is spoedig aan de gevolgen overledeh. De 17-jarige C. H. T. te Dieps wal (Leek Gr.), die op 19 Juli bij een b^jst tegen den buik werd getrapt, is aan de gevolgen daarvan overleden. Het echtpaar H. v. A. te Bakkum moest eenige oogenbükken van huia en legde zijn kind van omstreeks 9 maan den te slapen tusschen een paar kinderen van pl.m. 5 en 8 jaar. Toen zij omstreeks 10 uur thuis kwamen was hot jongste over leden, vermoedelijk door verstikking. De slachtoffers van een berg tocht. - Omtrent het ongeluk .waarbij drie H. B. S.-scholieren te Bandoeng, Hendrik Pie- ter Maasdam, oud 18 jaar, Jan Dirk en Anthonie Hendrik van Deelen, oud resp. 18 eu 16 jaar, om het loven kwamen, deelde bet „A. I. D. de Pr. Bode" uitvoerige bij zonderheden mede, ook wat aangaat het hoogst moeilijke bergingswerk. Voor het opsporingswerk, waaraan ook tal van particulieren, politie, dessa-Iieden enz, deelnamen, waren drie compagnieën infan terie, twee uit Tjimahi, een uit Bandoeng, aangewezen. Het was de compagnie yan kapitein Roos, (lie do lgken vond. Hoe moeilijk dit werk was, kan uit het volgende blijken. t an het meer in den krater af loopt een vrij diep hoofdravgn naar de Kawa Ratoe. Het ravijn eindigt in een eenige meters hoogen wand. Boven dien Wand ein digt een pad, dat van den scheidingsmuur tusschen de beide hoofdkraters komt. Dit pad houdt op boven de plaats waar dé jon gens gevonden zijn en waar een offerplaats voor inlanders is. De heer Roos verklaarde: Boven den plas, waarin de jongens lagen, verheft zich een uitstekende steen, waarop hij drie ransel3 en een foto-toestel zag liggen. Hij is daarop afgegaan, lieg om het rotsblok heen en zag de jongens liggen. HeP-vermoeden is ge wettigd, dat zij het pad, hetwelk zg van Naar 't Engelsch van LEONARD MERRICK. Geautoriseerde vertaling van Mej. E. H. f>2 (Slot). „Wat is mijn zonde?" riep hij. „Waarom zou de vrijheid van andere mannen mij ont zegd zijn? Ik heb dezelfde gevoelens, dezelf de behoeften, dezelfde God legde ze in mij. U is zoo rechtschapen, u wijst mij mijn plicht; hebt u dan geen plicht jegens mij? De wereld verkondigt luide de Schrift, die ons leert, dat alle menschen broeders zijn, en vervolgt mij, terwijl zij die uit kraamt. Zoolang ik mij herinneren kan, is hét zoo geweest. Mijn eigen moeder schaam de zich over mij. Op school baden zij God, de Joden en de ongeloovigén te vergeven. „Neem hun alle hardheid uit het harte" en kwamen uit den dienst en sloegen den neger. Als man hob ik nooit een vriend ge had. Is het barmhartig, is het rechtvaardig een paria te maken van mij? Waarom zou ik geschuwd worden? Het leven werd mij geschonken, ik vroeg er niet om!" „Neen," zei ze vriendelijk, „maar zoudt u het kunnen hebben, dat uw kind dit tegen u zei? Het is een gevoellooze .ongenadige wereld. Als ze bewijzen, dat het een schoone wereld is, zeggen ze een leugen. Zij spreken niet de oogen gesloten voor al wat pijnlijk is om te zien. Toen Browning schreef: „God is in Zijn Hemel, alles is in orde met de we reld." denk ik, dat God dit met ontzetting aanhoorde. Ik weot,- dat. u gelooft in een leven hiernamaals, waar al de oneffenheden van ons wereld-bestaan uit den weg geruimd zullen zijn, alle kromme ruggen .en andere ongerechtigheden. Tracht dan sterk te we zen en wacht op de verklaring en de ziel, waar u van sprak. En u hebt uw werk, om u te helpen, als ik maar kon werken zooals u." Ik ben niet „rechtvaardig," ik ben niet' zeer geduldig, ik ben even hartstochtelijk in opstand gekomen, als u, als het u tol lroo9t kan zijn, het te weten, ik lijd als ui Wij zijn gelijk, wijdheiden, u en ik, Werden niet voor geluk geschapen." „Vergeef mij." zei David, ,,ik had kunnen bedenken, dat u leed." U begrijpt mij I Maar u heeft mij altijd begrepen." Het drong opeens tot hem door, dal van haar de brieven kwamen, die hij als een schat bewaarde. Het was ook zoo moeilijk aan te nemen, dat de geest van dat kleine, kromme vrouwtje, die hem een vreemde leek, hem in waarheid zoo nabij was. Zelfs hun verwantschap liet hem dat gevoel van verlatenheid behouden. Het was nog naar Hilda, dat zijn hart uitging. Hilda, ontbloot van al de hoedanigheden, waarmee hij zijn liefde had gerechtvaardigd, maar steeds op permachtig, nog Hilda! „Hoe vreemd toch," prevelde hij. „Uw brieven plachten mij zeer gelukkig te ma ken. En de brieven zijn toch echt, nietwaar? Ik dacht, dat ik haar al zoo liefhad om „wat zij schreef, maar nu. „.Heeft u haar lief om haar zelfs wille. „JaVivian zal haar nu trouwen. Vivian zou blij zijn, als hij wist wat ik nu wist; hij is bang, dat zij niet ora hem geeft. Alsals zij soms twijfelt, of hij haar lief heeft, kunt u haar zeggen, hoe ik weet, dat dit zoo is. Gisteren blufte ik tegenover hem. Wat zal hij mij vandaag dan uitlachenI" „Het spijt mij zoo voor u. Ik weet wel, dat is een versleten uitdrukking; het leek zelfs een beleediging, toen ik ze zoeven gebruik te; maar wat moet ik nu anders zeggen? De verlichting zal komen. U zult uw leed in uw poëzie uitzingen ,-u zult iets moois en groots schrijven, daar zal het lijden u toe inspiree- ren, en u zult weten, dat het mooi en groot is. De smart zal eenigermale gelenigd wor gden, doordat u voelt, dal u haar zoo goed onder woorden brengt." Peinzendd'keek hij over haar heën. „Ja,* *zei hij, ,,'t klinkt niets mooi. Maar 'fis waar. Zijn we dan zóó oppervlakkig?" „Wij?" zuchtte ze. „Ik ben geen artiste, ik kan mij niet uiten. Ik dacht vroeger wel, maar och, dat heeft immers niets hiermee te maken." „Vertelt u hel mij eens!" zei hij. „Ik dacht eens, dat ik genie had; ik dacht niet, dat een kleine gave, als de mijne, zich zoo sterk zou doen gevoelen. Als de men schen wisten van enkele dingen, die ik in mijn leven gedaan heb, daa zouden zij me uitlachen, omdatomdat men het recht niet heeft ticli zóó te voelen en middelmatig te zijn; het is dwaas. Wist u als kind, dat u die kracht in u hadt?" 1 „Ik heb er altijd naar verlangd. Ik her inner mij nog, hoe ik mijn vader eens mee deelde, dal ik het in mij had. Naderhand verloor ik de hoop .Ik ben zoo ellendig ge dweest." i „Dat kon ik hooren aan uw werk; u scheen soms3voor mij te spreken. Ik heb u al zoo lang willen danken daarvoor, eer ik den moed vatte.o.Had ik oenig idee gehad van wal er van komen kon En ik had bijna den brief verscheurd, dat is nog het mooiste!" u „Ik heb mij telkens afgevraagd wat u zou zeggen ,ais u mij zag. Ik was bang, dat ik nooit meer iels van u zou hooren, als u wist van mijn uiterlijk. Ik zou toch van u hebben gehoord, is het niet?" „Ja." „Zal ik nog van u hooren?" Verwonderd keek zij naar hem op. „Meent u dat?" weifelde zij. „Zou u graag nog van mij hooren?" „Ik weet niet," antwoordde hij. „Het zou de smart-levendig houden. U zou niet in staat ziin ze te dragen. Hij dacht een oogenblik na, peinzende. „Uw-brieven maakten mij gelukkig," her haalde hij. „ze zijn geweest al wat ik had, zonder die zat ik armer zijn. Ja, ik moet ze hebben. Ik zal trachten niet aan haar te den ken, terwijl ik ze lees. Ik zal ze lezen voor wat ze zijn, wat ze waren eer ik haar zag." .Dit is dan niet het eind?" „Als u zeker is, dat u het verlangt, schrijf mij dan, ik zal altijd antwoorden," be loofde hij. Het scherpe uit hun loon van spreken 9leet; zijn toorn jegens haar was bekoeld. Langzamerhand begonnen zij vrijer te praten. Hij legde af de houding van een boel- vaardige tegenover den rechter, de zwak heid was geheel aan de zijde van den man het werd haar taak om te troosten. Dankbaarheid, dat zij hem had ingelicht) begon zoo gaandeweg het duistere van zijn blik te verhelderen, in hem en haar sche merde een bewustzijn, doordat zij toch nooit meer zoo geheel alleen konden wezen. Toen zij hem naar de deur uitgeleidde, was er nog geen uur verloopen, sinds hij haar zijn verwijten deed, en op den drempel vatte hij haar beide handen en hij sprak: „'t Is geen afscheid." Op den ochtend, loen Davids vader een blonde vrouw aan het strand te Brighton volgde, speelde het orkest „La Fille de Ma dame Angot," toen David Bee's handen vatte en zij sprak: ,/t Is geen afscheid," was de tegenwoordige eeuw geboren. Zoo ver als David Lee en Ilebe Sorr^n- ford hun levens geleefd hebben, is de ge schiedenis van die levens verteld. Waar die eindigt, begint een andere en sommigen van ons moet het wel lijken, of de geschiedenis van hun vriendschap enkel kan eindigen, wanneer de man of de vrouw sterft. Want de sympathie tusschen deze twee, die in geest één zijn, kan niet sterven. Die moet langer duren dan hun passies: ik, die heb gezegd, wat geweest is, geloof, dat het lan ger moet duren dan de lichamen, die de zie len verloochenen. De bladzijden van de geschiedenis zijn onbeschreven en wij kunnen niet anders dan vermoeden, hoe de Tijd ze zal invul len. Maar als Hilda Vivian's vrouw is. ge worden, heeft het geen verbazing te heoten om te meenen, dat Bee haar nieuw tehuis zal maken, doch bij dat van David, en dat zoo lang de Natuur in hen beiden spreekt, de gestalten van de vreemde kameraden iederen dag in de een of andere dorpsstraat zullen opgemerkt worden en daar zoo dik wijls samen zullen voorbijgaan, tot ten slotte d? dorpelingen hen niet moer nawijzen. Ge- .lijk voelende in hun idealen en hun op vattingen van het schoone, zelfs in hun zwakheden, hoe zouden zij dan van elkaar kunnen gaan! Verderop, in de ongeschreven geschiede nis, zie ik geen scheiding dan de nacht..... Ik zie ze samen werken, samen hopen hopen op onsterflijkheid voor Davids gedich ten, die deze misschien niet verkrijgen zul len, maar beiden gelukkiger, moediger: ieder van hen versterkt door de liefde van de ander. Als de naam van Ownie niet meer wondt uitgesproken en zij rust als: „Lilian Augusta, weduwe van Elisha Lee," zie ik ze nog samen en denk, dat er geen gevoelen is in het hart van zijn kameraad, waar David geen deelgenoot van werd, alleen zal zijn geschiedenis niet kunnen bogen op liefde, die de vrouw den man schenkt, daar, waar kinderenzingen. Als ik niet verkeerd zie, zal hij die eens ook genieten, maar die zal dan loeren ken nen waar de algemeene menschen min of meer volkomen zijn en hel licht helderder is, en in de wereld, waar de kleur Van de huid niet kan uitstooten en een vergroeiing van hel lichaam geen vervloeking kan ..zijn. S

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5