Zonderlinge Kameraden
No. 19757
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 6 Augustus
Tweede Blad. Anno <924.
BINNENLAND.
GEMENGD NIEUWS.
FEUILLETON.
Bestaansrecht en waaide van kleine
sanatoria voor longlijders.
T Verleden jaar heeft het dagelgksch be-
Btuur der Nederlandsche Centrale Vereeni-
rfng tot bestrijding der tobercolose een
oom missie benoemd om een onderzoek in
te stellen naar het bestaansrecht en de
waarde van zoogenaamde kleine sanatoria.
Deze commissie bestond, nadat zij eenigs-
ïins uitgebreid was, uit de artsen Kylstra,
Pelting, Kooien, Van Wayenbnrg, Jong-
mans en Van Gils.
Overwegende, dat een groot sanatorium
Biecht en een klein goed kan zijn en verder
Öe capaciteit van een inrichting de inkom-
Bten bepaalt en deze weer dé mogelijkheid
van aanstelling van volwaardige geneeskun
dige krachten en van de bekostiging van
een eerste klas bedrijf, sp'itste de commissie
oe haar gestelde vraag in tweeën.
lo. Welke eischen moeten in het alge
Been aan een sanatorium gesteld worden?
2o. In hoeverre voldoet een groot sana
torium beter aan deze eischen dan een
klein ol omgekeerd
Op de eerste vraag geeft de commissie
het volgende antwoord:
'Als eersten eisch zal men in den regel
Boeten stellen, dat aan het hoofd van een
sanatorium als geneesheer een volle werk
kracht staat, ec-n tuberculose-arts, en wel
liefst opwonend. De tegenwoordigheid van
Ben geneesheer is altijd noodig, niet alleen
Voor een plotselinge bloeding, maar ook
Vpor de psyche der patiënten, en om de
órije en discipline te handhaven. De lei
ding van het sanatorium behoort ook wer-
kelrjk in handen van den geneesheer-direc
teur te zijn. Deze wordt bijgestaan door
een directrice, die 5f zelf hoofdverpleeg
ster is, öf naast zich een hoofdverpleegster
heeft. De zusters behoeven niet allen ge
diplomeerd te zijn. Men kan rekenen on
geveer één gediplomeerde op 35 30
patiënten.
Tot de uitrusting van een sanatorium
fcehoort een eenvoudig laboratorium voor
Sputum- en urineonderzoek. Er moet ge
legenheid zgo tot het behandelen van com
plicaties. Ook moet men een Köntgenop-
ïiame kunnen maken. Of hiervoor een groote
Köutgeninstallatie noodig is, of met een
eenvoudiger toestel (heliodoor) kan worden
volstaan, wil do commissie in het midden
laten. Het geleverde werk is in hoofdzaak
afhankelijk van den man, die achter het
toestel staat. Een hoogtezon dient ook in
elk sanatorium aanwezig te zijn. Gelegen
heid voor Röntgentherapie behoeft niet voor
9lk sanatorium gevorderd te worden Voor
eenvoudige operaties, zooals b.v. het aan
leggen van een kunstmatigen pneumotho
rax, moet het sanatorium wel geoutilleerd
Betreflende de ligging van het sanato
ria is nog niet met zekerheid uitgemaakt,
jof over het algemeen het bosch of het
zeestrand de beste kansen voor genezing
b'sden. De rol, die het klimaat daarbr/ speelt,
is ook nog niet geheel vastgesteld Maar
t mag als vaststaan worden aangenomen,
t voor patiënten met neiging tot tempe-
yatuursverhooging het zeeklimaat onge-
Htenscht is.
De bodem zal niet vochtig mogen zgn,
want er moet het geheele jaar door gelegen
heid zijn tot wandelen en tot verblijf in
§e buitenlucht. Een droge, heldere atmos
feer werkt zeker gunstig op de psyche der
Zieken. Eenigszins geaccidenteerd terrein,
gooveel mogelijk tegen den wind beschermd,
verdient de voorkeur.
Er moet een verkeersmiddel zrja met het
Centrum, van waaruit het sanatorium zijm
zieken betrekt. Ofschoon overtollig bezoek
Zeer hinderlijk kan zijn voor de rust in
het sanatorium, moet dit toch van den
anderen kant niet al te veel beperkt worden.
Men kan de menschen niet houden; ze wor
den onrustig, krijgen heimwee, verlangen
naar huis.
Strenge scheiding van mannen en vrouwen
in een sanatorium is absoluut noodzakelijk.
Pet zou zelfs aanbeveling verdienen, sana
toria alleen voor mannen en andere alleen
voor vrouwen te bestemmen.
Inrichtingen op conftssioneelen grond
slag kunnen zeer bevorderlijk zgn voor het
zich thuis voelen van patiënten van een
bepaalde godsdienstige, richting. Men zal
daarmee rekening moeten houden.
Al beschouwt de commissie de werkthe-
rapie als een voornamen factor b$ de
behandeling der tuberculose, toch zftn de
moeilijkheden hieraan verbonden zoo groot,
dat niet aan elk sanatorium de eisch kan
worden gesteld, gelegenheid daartoe te
geven. Om werktherapie op eenigszins uit
gebreide schaal toe te passen, dient men
wel geheel afzonderlijke inrichtingen te
hebben, al zullen deze dan ook aan een
sanatorium verbonden moeten zijn.
Een ontemettingsinstaliatie is gewenscht,
maar niet bepaald noodzakelijk, mits er in
de buurt goede gelegenheid voor ontsmetting
bestaat.
En nu de tweede vraag: In hoeverre
voldoet een groot sanatorium beter aan
deze eischen dan een klein of omgekeerd?
Onder kleine sanatoria wil de commissie
verslaan sanatoria met minder dan ze9tig
bedden. Bij een aantal van minder dan zes-
lig bedden is er in een sanatorium voor een
volle werkracht niet voldoende werk. Van
zestig tot honderd bedden kunnen door één
geneesheer worden overzien. Het werken
zonder assistent heeft echter het groote na
deel, dat de eenige geneesheer behalve in de
vacantie het geheele jaar door in touw moet
zijn. Zijn aanwezigheid is aldoor vereischt.
Zonder den steun van den leider is de direc:
trice niet tegen een twintig of vijftigtal man
nen opgewassen. Bij vrouwen kan dit nog
wel. De commissie kon het systeem van
kleine inrichtingen met één rondreizenden
speciaIi9t-tuberculose-arts niet toejuichen,
en zeker niet, wanneer dit leidt tot heel
kleine paviljoens van enkele bedden, aan
een ziekenhuis verbonden. Hoofdzaak is,
dat de medicus, die met de dagelijkschc be
handeling is belast, voor zijn taak bere
kend is. Een halve werkkracht wordt dik
wijls te veel door zijn overige bezigheden in
beslag genomen. Van den anderen kant
mag het echter misschien een voordeel hee-
len, dat hij minder kans heeft eenzijdig te
worden. Het kan voor den leider van een sa
natorium van belang zijn, voeling te houden
met de maatschappelijke zijde van de tuber-
culose-bestrijding. De wisselwerking lus-
schen hei sanatorium en een consultatie
bureau kan een zeer gunstige zijn, wanneer
één leider beide instellingen bedient.
Bij meer dan honderd'bedden wordt het
werk voor één medicus te zwaar, en minder
dan honderd en vijftig bedden geven niet
voldoende werk voor twee medici, zoodat
inrichtingen met tusschen de honderd en
honderd en vijftig bedden niet oeconomisch
zijn. Dat men door een goed salaris de be
trekking van geneesheer-directeur voor ge
zonde en uitstekende krachten aanlokkelijk
moet maken, spreekt vanzelf en geldt voor
groote als voor kleine sanatoria. Het weten
schappelijk onderzoek kan het best tot zijn
recht komen in een groot sanatorium, mits
dit niet understaffed is, en de inrichting ook
niet weer zoo groot/ dat. de geneesheer-direc
teur geheel door adminislratieven romp
slomp wordt in beslag genomen. Alleen dón
zullen de groote sana/toria klinische inrich
tingen van uitstekende hoedanigheid kun
nen zijn.
Bij meer dan honderd en vijftig bedden
wordt het contact tusschen den geneesheer-
directeur en de patiënten "vrijwel verbroken.
Gedeeltelijk kan hierin worden voorzien,
doordat hij en zijn assistenten bepaalde za
len voor hunne rekening nemen.
Het persoonlijk contact met de zieken is
bij de behandeling van de tuberculose van
groote waarde.
Wat de ligging betreft; zullen groote sana
toria in het algemeen niet zoo gemakkelijk
voor iedereen bereikbaar zijn,' terwijl de
kleine die in den regel slechts uit de naaste
omgeving hun patiënten ontvangen, voor
familie en kennissen gemakkelijk te berei
ken zijn.
Hierdoor wordt het contact met het huis
gezin beter bewaard, misschien ook met den
werkgever.
Voor den huismedicus zal er meer aan
leiding en gelegenheid zijn, zich op de
hoogte te stellen van den toestand van zijn
patiënten. Doordat in een klein sanato
rium de lijders uit eenzelfde streek komen,
zullen deze elkaar beter begrijpen, en zal
hierdoor de gemoedelijkheid en de huiselijk
heid verhoogd worden, hetgeen aan de psy
chische rust ten goede komt. Dat door het te
gemakkelijk bereikbaar zijn, weer hét ge
vaar ontstaa^t voor teveel bezoek, moet ook
in het oog gehouden worden.
Bij groote sanatoria kan men, wat de lig
ging betreft, met de bodemgesteldheid, voch
tigheid van dèn grond en windsterkte meer
rekening hotiden AI heeft het klimaat mis
schien niet zoo'n overheérschenden invloed
toch zal altijd een droge landstreek met be
trekkelijke windstilte voot* de stichting van
een sanatorium de voorkeur verdienen, om
dat er gelegenheid moet zijn, bij alle seizoe
nen buiten be liggen en te wandelen. Voor
een klein sanatorium, dat op een bepaalde
streek is aangewezen, zal men allicht in dit
opzicht niet .zooveel keuze hebben, als voor
een groot.
Inrichtingen op confessioneelen gi;ondslag
zullen voor patiënten uit het geheele land
moeten gelden, en dan groot kunnen zijn; of
zij moeten gelegen zijn in streken met één
bepaalden godsdienst (b.v. het Zuiden des
lands), en kunnen dan oo"k klein zijn.
De groote sanatoria zullen in den regel
beter een volwaardige installatie kunnen be
talen, maar ook een klein sanatorium van
eenige beteekenis zal zich de noodige hulp
middelen kunnen verschaffen. Het weten
schappelijk onderzoek heeft in een groot sa
natorium meer kans mits er voldoende tijd
voor beschikbaar is. Het groote voordeel zal
daarbij zijn, dat de directeur en zijn assis
tenten elkaar steun verleenen, en door on
derlinge besprekingen de belangstelling voor
de wetenschappelijke zijde van het tubercu-
löse-vraagsluk levendig houden.
Wil men bij de behandeling ook werk
therapie toepassen, dan zal men natuurlijk
bij groote sanatoria meer keuze hebben voor
verschillende beroepen, tenzij men kleine
inrichtingen voor werknemers van een en
hetzelfde vak opricht, zooals b.v. het sana
torium voor typografen te Eerbeek.
Over het algemeen zou men kunnen zeg
gen dat ook hier een gecentraliseerde dienst
goedkeoper zal zijn dan een gedecentrali
seerde en dus een groot sanatorium voordee-
liger moet kunnen werken dan een klein.
Maar zoo eenvoudig is de zaak toch niet. Is
de verpleegprijs in groote ziekenhuizen over
het algemeen hooger dan in kleine? Boven
dien hebben de kleine gewestelijke sanatoria
het voordeel, dat zij zich verheugen in de
sympathie van het gewest, en gemakkelijk
steun van de inwoners, gemeente en provin
cie zullen krijgen. Wij zien dan ook aan het
Friesche Volkssanatorium dat dit geheel
door de. provincie wordt gedragen en waar
de verpleegprijs hel laagste is van alle groo-
tere sanatoria.
Over het algemeun moet dus, naar de
meening der commissie aan groote sana
toria de voorkeur worden gegeven; maar in
bijzondere gevallen kunnen ook kleine, mits
behoorlijk ingerichte sanatoria van groot nut
zijn, o.a. indien zij b.v. aan een consultatie
bureau in een groote stad zijn verbonden.
Eén lid der commissie zou aan beide soor
ten een plaats willen geven. De behande
ling gedurende de eerste acht weken zou hij
in een groot; volledig uitgerust sanatorium
willen doen geschieden. Van de behandeling
in de eerste acht weken hangt veel af voor
hel verder verloop van de ziekte, en na acht
weken is ook gewoonlijk de prognose wel
vastgesteld. Daarna zou de behandeling in
kleine eenvoudig ingerichte sanatoria kun
nen plaats hebben, waarbij het aanbeveling
verdient, dat deze in verbinding staan met
een groot sanatorium.
Gistermorgen geraakte een 4-
jarig knaapje, dat met eenige vriendjes
op de Fijnjekade te Den Haag speelde,
onder een stapel hout, dat aangevoerd werd,
waardoor het aan het hoofd werd gewond.
Het werd naar het Gem. Ziekenhuis aan
den Zuidwal vervoerd, waar het is over
leden.
Een antobns, die met een ge
zelschap van zeven personen uit Stompwijk een
uitstapje maakte naar Schiedam, is op dén
Schiedamscheweg nabg de Hooge Boomen
omgeslagen. De chauffeur wilde uitweken
voor een auto, die naast het trottoir stond
en zich plotseling in beweging zette. Hjj
reed daartoe naar de tramrails, maar nam
bg het terugwijken een te korten draai,
zoadat het voertuig omsloeg. Alle inzitten
den bekwamen lichte verwondingen. Een
vrouw was zoodanig door den schrik be
vangen, dat het noodig was haar naar het
ziekenhuis te Rotterdam te brengen
Dinsdagmiddag isde 42-j a r i-
ge arbeider C. v. V wonende te Zwanenburg
nabij Halfweg, bi) het station van de Ned.
Spoorwegen te Amsterdam tusschen ran-
gcerende treinen geraakt en onmiddellijk ge
dood. De ongelukkige laai een weduwe met
6 kinderen achter.
De vorige weck ia melding ge
maakt van de arrestatie in een café aan het
Damrak te Amsterdam van een adjunct
commies der beiasti gen, d.e verdacht werd
een bedrag van ongeveer f400 te hebben
verduisterd. Het nadere onderzoek, waar
bij de verdachte een volledige bekentenis
heeft afgelegd, bracht evenwel aan bef
licht, dat de gepleegde verduistering even
wel veel omvangrijker is dan men aan
vankelijk vermoedde, aldus „Het Volk".
De betrokken ambtenaar deed al sinds
jaren dienst aan een der loketten van het
belastingkantoor aan het Haarlemmerplein.
Nu ruim twee jaar geleden pleegde bg
zrjii eerste fraude, door een kleine be
lastingschuld, die iemand kwam betalen,
niet aan den kassier af te dragen, maar
in eigen zak te steken. Het biljet van
Uen belastingschuldige voorzag hy echter
van de voreischte kwijting en ook in de
kohieren boekte hij de belastingschuld als
voldaan. Zoo werkte hij geleidelijk door.
Zoowel waarschuwingen als dwangbevelen
wist hg te verdonkeremanen en telkens
weer' eigende hij zich kleinere en grootere
bedragen, die aan zgn loket werden betaald,
toe. Eenmaal verduisterde hg op die wgze
zplfs een post van ongeveer drie duizend
gulden.
Tot dusver is kunnen worden vastgesteld,
aldus het blad, dat deze ambtenaar zich
in ruim twee jaar een bedrag van 25 ik
30 duizend gulden heeft toegeëigend.
Door een toeval is men deze verduiste
ring op het spoor gekomen. Iemand, die
van den ontvanger een aanmaning kreeg
om zgn bealstingschuld te voldoen, begaf
zich, met zgn reeds afbetaald aanslagbiljet,
naar het kantoor, teneinde daarmede aan
te toonen, dat hij zijn verplichtingen jegens
den fiscus reeds was npgekomen. Toen hij
daar kwam, bevond zich toevallig een
andere ambtenaar aan bet loket en zoo
werd de naar men meende eerste en eenige
verduistering van een paar honderd gulden
ontdekt. Daarop volgde de arrestatie van
den schuldigen ambtenaar. Bij een huis
zoeking kwamen ettelijke belaslingbescheiden
voor den dag. Van verschillende personen
had hg de geheel afbetaalde aanslagbiljetten
ingehoudin, tirwgl hg ook ainmrniiigo.i en
zelfs dwangbevelen verdonkeremaande, als
hg de daarbg geïnde bedragen althans niet
afdrosg. Do meeste bélastingposten, die hij
verduisterde, noteerde hij in een zakboekje.
Het is gebleken, tjat de betrokken amb
tenaar, die een bescheiden inkomen ge
noot en daarvan een gezin had te onder
houden, een zeer losbandig leven leidde.
Het omvangrijke justitieele onderzoek is
nog in vollen gang.
Op de uitbreidingswerken van
bet Centraal Station te Amsterdam heeft
een doodelijk ongeval plaats gehad.
Nabjj de Zaanstraat, waar de nieuwe
spqgrbaan in de richting Zaandam in aan
leg is, werd een der werklieden der aan
nemersfirma, die dat werk uitvoeren, in
net schaftuur door een uit Uitgeest ko
menden trein overreden en gedood.
Zijn l(jk is naar het Binnengasthuis over
gebracht.
Zaterdagmiddag arr iv e erd.e.n
225 adspiranten, leden van den Ned. Typo
grafenbond te Laren met het doel Zondag een
landdag te honden. De jongens overnachtten
in tenten op het Zeveneind. Des avonds werd
de 16-jarige W., van Amsterdam, ongesteld.
Hij werd in het St. Jans Ziekenhuis op
genomen en overleed er des nachts ten
gevolge van hartzwakte. De landdag werd
afgelast en de jongelui togen huiswaarts.
Toen de moeder van W. Zondag fu het
ziekenhuis kwam en den dood van haar
zoon vernam, zeeg zrj ineen. Haar toestand
was van dien aard, dat zij in het ziekenhuis
is opgenomen.
Het hoofdbestuur van den Ne-
derlar.dschen Bioscoopbond he;ft am a~ zjfa
leden verboden de film van het Internatio
naal Eucharistisch Congres, welke Willy,
Mullens in opdracht van personen buiten
het bioscoopbedrijf heeft opgenomen, te
vertoonen. Het is n.1. van oordeel, dat men
van de zjjde van het uitvoerend comité van
het Eucharistisch Congres opzettelijk het
bioscoopbedrijf heeft genegeerd door zijn
leden uit te sluiten van de gelegenheid tot
het maken van opnamen van de bijeen
komsten in het Stadion. Het schijnt in de
bedoeling te liggen het verbod te haud-
havcn totdat do Bond volledige opheldering
en algeheele voldoening heeft gekregen om
trent dit opzettelijk negeeren
Te Didam viol het kind van den
arbeider Wolters zoodanig, dat het een been
brak .De moeder bracht het naar het zie
kenhuis en onderwal viel een ander kind
tegen het brandende fornuis en brandde
beide handen. Een derde kind kwam onder
een stoomfiets, brak een been en werd
aan het hoofd gewond.
Onder stucadoors te Almelo ia
een werkstaking uitgebroken. De staking
omvat 15 man. De stakers eischen loons-
verhooging van 74 tot 82 cent.
Op de zuivelfabriek te Bedum
(Gr.) i3 gisteren de werkman D. door een
luik gevallen en op den vloer terecht ge
komen. Hig is spoedig aan de gevolgen
overledeh.
De 17-jarige C. H. T. te Dieps wal
(Leek Gr.), die op 19 Juli bij een b^jst tegen
den buik werd getrapt, is aan de gevolgen
daarvan overleden.
Het echtpaar H. v. A. te Bakkum
moest eenige oogenbükken van huia en
legde zijn kind van omstreeks 9 maan
den te slapen tusschen een paar kinderen
van pl.m. 5 en 8 jaar. Toen zij omstreeks
10 uur thuis kwamen was hot jongste over
leden, vermoedelijk door verstikking.
De slachtoffers van een berg
tocht. - Omtrent het ongeluk .waarbij drie
H. B. S.-scholieren te Bandoeng, Hendrik Pie-
ter Maasdam, oud 18 jaar, Jan Dirk en
Anthonie Hendrik van Deelen, oud resp.
18 eu 16 jaar, om het loven kwamen, deelde
bet „A. I. D. de Pr. Bode" uitvoerige bij
zonderheden mede, ook wat aangaat het
hoogst moeilijke bergingswerk.
Voor het opsporingswerk, waaraan ook tal
van particulieren, politie, dessa-Iieden enz,
deelnamen, waren drie compagnieën infan
terie, twee uit Tjimahi, een uit Bandoeng,
aangewezen. Het was de compagnie yan
kapitein Roos, (lie do lgken vond. Hoe
moeilijk dit werk was, kan uit het volgende
blijken.
t an het meer in den krater af loopt
een vrij diep hoofdravgn naar de Kawa
Ratoe. Het ravijn eindigt in een eenige
meters hoogen wand. Boven dien Wand ein
digt een pad, dat van den scheidingsmuur
tusschen de beide hoofdkraters komt. Dit
pad houdt op boven de plaats waar dé jon
gens gevonden zijn en waar een offerplaats
voor inlanders is.
De heer Roos verklaarde: Boven den plas,
waarin de jongens lagen, verheft zich een
uitstekende steen, waarop hij drie ransel3
en een foto-toestel zag liggen. Hij is daarop
afgegaan, lieg om het rotsblok heen en zag
de jongens liggen. HeP-vermoeden is ge
wettigd, dat zij het pad, hetwelk zg van
Naar 't Engelsch van LEONARD MERRICK.
Geautoriseerde vertaling van Mej. E. H.
f>2 (Slot).
„Wat is mijn zonde?" riep hij. „Waarom
zou de vrijheid van andere mannen mij ont
zegd zijn? Ik heb dezelfde gevoelens, dezelf
de behoeften, dezelfde God legde ze in mij.
U is zoo rechtschapen, u wijst mij mijn
plicht; hebt u dan geen plicht jegens mij?
De wereld verkondigt luide de Schrift,
die ons leert, dat alle menschen broeders
zijn, en vervolgt mij, terwijl zij die uit
kraamt. Zoolang ik mij herinneren kan, is
hét zoo geweest. Mijn eigen moeder schaam
de zich over mij. Op school baden zij God,
de Joden en de ongeloovigén te vergeven.
„Neem hun alle hardheid uit het harte" en
kwamen uit den dienst en sloegen den
neger. Als man hob ik nooit een vriend ge
had. Is het barmhartig, is het rechtvaardig
een paria te maken van mij? Waarom zou
ik geschuwd worden? Het leven werd mij
geschonken, ik vroeg er niet om!"
„Neen," zei ze vriendelijk, „maar zoudt u
het kunnen hebben, dat uw kind dit tegen
u zei? Het is een gevoellooze .ongenadige
wereld. Als ze bewijzen, dat het een schoone
wereld is, zeggen ze een leugen. Zij spreken
niet de oogen gesloten voor al wat pijnlijk
is om te zien. Toen Browning schreef: „God
is in Zijn Hemel, alles is in orde met de we
reld." denk ik, dat God dit met ontzetting
aanhoorde. Ik weot,- dat. u gelooft in een
leven hiernamaals, waar al de oneffenheden
van ons wereld-bestaan uit den weg geruimd
zullen zijn, alle kromme ruggen .en andere
ongerechtigheden. Tracht dan sterk te we
zen en wacht op de verklaring en de ziel,
waar u van sprak. En u hebt uw werk, om
u te helpen, als ik maar kon werken zooals
u." Ik ben niet „rechtvaardig," ik ben niet'
zeer geduldig, ik ben even hartstochtelijk in
opstand gekomen, als u, als het u tol lroo9t
kan zijn, het te weten, ik lijd als ui
Wij zijn gelijk, wijdheiden, u en ik, Werden
niet voor geluk geschapen."
„Vergeef mij." zei David, ,,ik had kunnen
bedenken, dat u leed." U begrijpt mij I
Maar u heeft mij altijd begrepen."
Het drong opeens tot hem door, dal van
haar de brieven kwamen, die hij als een
schat bewaarde. Het was ook zoo moeilijk
aan te nemen, dat de geest van dat kleine,
kromme vrouwtje, die hem een vreemde
leek, hem in waarheid zoo nabij was. Zelfs
hun verwantschap liet hem dat gevoel van
verlatenheid behouden. Het was nog naar
Hilda, dat zijn hart uitging. Hilda, ontbloot
van al de hoedanigheden, waarmee hij zijn
liefde had gerechtvaardigd, maar steeds op
permachtig, nog Hilda!
„Hoe vreemd toch," prevelde hij. „Uw
brieven plachten mij zeer gelukkig te ma
ken. En de brieven zijn toch echt, nietwaar?
Ik dacht, dat ik haar al zoo liefhad om „wat
zij schreef, maar nu.
„.Heeft u haar lief om haar zelfs wille.
„JaVivian zal haar nu trouwen.
Vivian zou blij zijn, als hij wist wat ik nu
wist; hij is bang, dat zij niet ora hem geeft.
Alsals zij soms twijfelt, of hij haar lief
heeft, kunt u haar zeggen, hoe ik weet, dat
dit zoo is. Gisteren blufte ik tegenover hem.
Wat zal hij mij vandaag dan uitlachenI"
„Het spijt mij zoo voor u. Ik weet wel, dat
is een versleten uitdrukking; het leek zelfs
een beleediging, toen ik ze zoeven gebruik
te; maar wat moet ik nu anders zeggen? De
verlichting zal komen. U zult uw leed in uw
poëzie uitzingen ,-u zult iets moois en groots
schrijven, daar zal het lijden u toe inspiree-
ren, en u zult weten, dat het mooi en groot
is. De smart zal eenigermale gelenigd wor
gden, doordat u voelt, dal u haar zoo goed
onder woorden brengt."
Peinzendd'keek hij over haar heën.
„Ja,* *zei hij, ,,'t klinkt niets mooi. Maar
'fis waar. Zijn we dan zóó oppervlakkig?"
„Wij?" zuchtte ze. „Ik ben geen artiste, ik
kan mij niet uiten. Ik dacht vroeger wel,
maar och, dat heeft immers niets hiermee te
maken."
„Vertelt u hel mij eens!" zei hij.
„Ik dacht eens, dat ik genie had; ik dacht
niet, dat een kleine gave, als de mijne, zich
zoo sterk zou doen gevoelen. Als de men
schen wisten van enkele dingen, die ik in
mijn leven gedaan heb, daa zouden zij me
uitlachen, omdatomdat men het recht
niet heeft ticli zóó te voelen en middelmatig
te zijn; het is dwaas. Wist u als kind, dat u
die kracht in u hadt?"
1 „Ik heb er altijd naar verlangd. Ik her
inner mij nog, hoe ik mijn vader eens mee
deelde, dal ik het in mij had. Naderhand
verloor ik de hoop .Ik ben zoo ellendig ge
dweest." i
„Dat kon ik hooren aan uw werk; u
scheen soms3voor mij te spreken. Ik heb u al
zoo lang willen danken daarvoor, eer ik den
moed vatte.o.Had ik oenig idee gehad van
wal er van komen kon En ik had bijna
den brief verscheurd, dat is nog het
mooiste!" u
„Ik heb mij telkens afgevraagd wat u zou
zeggen ,ais u mij zag. Ik was bang, dat ik
nooit meer iels van u zou hooren, als u wist
van mijn uiterlijk. Ik zou toch van u hebben
gehoord, is het niet?"
„Ja."
„Zal ik nog van u hooren?"
Verwonderd keek zij naar hem op.
„Meent u dat?" weifelde zij. „Zou u graag
nog van mij hooren?"
„Ik weet niet," antwoordde hij.
„Het zou de smart-levendig houden. U zou
niet in staat ziin ze te dragen.
Hij dacht een oogenblik na, peinzende.
„Uw-brieven maakten mij gelukkig," her
haalde hij. „ze zijn geweest al wat ik had,
zonder die zat ik armer zijn. Ja, ik moet ze
hebben. Ik zal trachten niet aan haar te den
ken, terwijl ik ze lees. Ik zal ze lezen voor
wat ze zijn, wat ze waren eer ik haar zag."
.Dit is dan niet het eind?"
„Als u zeker is, dat u het verlangt, schrijf
mij dan, ik zal altijd antwoorden," be
loofde hij.
Het scherpe uit hun loon van spreken
9leet; zijn toorn jegens haar was bekoeld.
Langzamerhand begonnen zij vrijer te
praten. Hij legde af de houding van een boel-
vaardige tegenover den rechter, de zwak
heid was geheel aan de zijde van den man
het werd haar taak om te troosten.
Dankbaarheid, dat zij hem had ingelicht)
begon zoo gaandeweg het duistere van zijn
blik te verhelderen, in hem en haar sche
merde een bewustzijn, doordat zij toch nooit
meer zoo geheel alleen konden wezen.
Toen zij hem naar de deur uitgeleidde,
was er nog geen uur verloopen, sinds hij
haar zijn verwijten deed, en op den drempel
vatte hij haar beide handen en hij sprak:
„'t Is geen afscheid."
Op den ochtend, loen Davids vader een
blonde vrouw aan het strand te Brighton
volgde, speelde het orkest „La Fille de Ma
dame Angot," toen David Bee's handen
vatte en zij sprak: ,/t Is geen afscheid,"
was de tegenwoordige eeuw geboren.
Zoo ver als David Lee en Ilebe Sorr^n-
ford hun levens geleefd hebben, is de ge
schiedenis van die levens verteld. Waar die
eindigt, begint een andere en sommigen van
ons moet het wel lijken, of de geschiedenis
van hun vriendschap enkel kan eindigen,
wanneer de man of de vrouw sterft. Want
de sympathie tusschen deze twee, die in
geest één zijn, kan niet sterven. Die moet
langer duren dan hun passies: ik, die heb
gezegd, wat geweest is, geloof, dat het lan
ger moet duren dan de lichamen, die de zie
len verloochenen.
De bladzijden van de geschiedenis zijn
onbeschreven en wij kunnen niet anders
dan vermoeden, hoe de Tijd ze zal invul
len. Maar als Hilda Vivian's vrouw is. ge
worden, heeft het geen verbazing te heoten
om te meenen, dat Bee haar nieuw tehuis
zal maken, doch bij dat van David, en dat
zoo lang de Natuur in hen beiden spreekt,
de gestalten van de vreemde kameraden
iederen dag in de een of andere dorpsstraat
zullen opgemerkt worden en daar zoo dik
wijls samen zullen voorbijgaan, tot ten slotte
d? dorpelingen hen niet moer nawijzen. Ge-
.lijk voelende in hun idealen en hun op
vattingen van het schoone, zelfs in hun
zwakheden, hoe zouden zij dan van elkaar
kunnen gaan!
Verderop, in de ongeschreven geschiede
nis, zie ik geen scheiding dan de nacht.....
Ik zie ze samen werken, samen hopen
hopen op onsterflijkheid voor Davids gedich
ten, die deze misschien niet verkrijgen zul
len, maar beiden gelukkiger, moediger: ieder
van hen versterkt door de liefde van de
ander.
Als de naam van Ownie niet meer wondt
uitgesproken en zij rust als: „Lilian
Augusta, weduwe van Elisha Lee," zie ik ze
nog samen en denk, dat er geen gevoelen is
in het hart van zijn kameraad, waar David
geen deelgenoot van werd, alleen zal zijn
geschiedenis niet kunnen bogen op liefde,
die de vrouw den man schenkt, daar, waar
kinderenzingen.
Als ik niet verkeerd zie, zal hij die eens
ook genieten, maar die zal dan loeren ken
nen waar de algemeene menschen min of
meer volkomen zijn en hel licht helderder
is, en in de wereld, waar de kleur Van de
huid niet kan uitstooten en een vergroeiing
van hel lichaam geen vervloeking kan
..zijn.
S