Zonderlinge Kameraden
Mo. 19727
LËIDSCH DAGBLAD, Woensdag 2 Juli.
Tweede Blad.
Anno i924.
BINNENLAND.
GEMENGD NIEI'WS.
FEUILLETON.
De gang van zaken bij den postchèque- en
girodienst
De Minister van Waterstaat beeft aan
B Slen voarziter der Tweede Kamer den vol-
fi genden brief gezonden betreffende den
V gang van zaken bij den postchèque- en
I giro-dienst:
-s-Graveahage, 30 Juni 1924.
Het komt ondeigeteekende gewensdit
ivoor, thans een overzicht te geven van
iden gang van zaken bij den postohèqu©- en
I giro-dienst na bet versohijnen van bet u
9 bij schrijven van 4 Juni j.l. toegezonden
rapport der commiasie-König ter zak© van
do wederopenstelling van den postóhèque-
S en giro-dienst.
.Reeds op 4 en 6 Juni deed de directeur
van den postchèque- en giro-dienst onder-
B géteekende naar aanleiding van bedoeld
rapport zijn voorloopige inzichten toeko-
men.
Daarna bereikte den ondergeteekende
i een rapport van 12 Juni, evenoens van den
'directeur, omtrent den inhoud waarvan htj
het volgende moge mededeelen.
Het behelst allereerst een uiteenzetting
Omtrent de bezwaren van het thans in ge-
jr briiik zijnde mechanische systeem.
Als eerste bezwaar noemt de directeur,
'dat de verschillende onderdeelen van het
bedrijf niet voldoende in elkaar grijpen,
waardoor sommige dier onderdeelen meer-
f malen tijdelijk werkloos zijn.
Tweede bezwaar is het nachtwerk, dat
|e'; bij dit systeem noodzakelijk is, duur is en
veel kans op fouten levert.
Derde bezwaar is, dat het stelsel door
den Aard der machines te subtiel is.
Zoo zijn er nog enkele meer technische
bezwaren te noemen. De directeur noemt
fer in totaal veertien. Hij aarzelt op grond
van een en ander de thans gevolg
de werkwijze te aanvaarden, te eer, daar
deze werkwijze zeer duur ia. De directeur
berekent, dafc het oefenen van een ponse-
jres gemiddeld 900 a 1000 gulden kost.
Daarbij dient dan nog het- grootc verloop
Onder het personeel in aanmerking te wor
den genomen. De kaarten kosten plm.
f133.000 per jaar. Er is ook overigens een
groot en duur materieel verbruik. Verder
eouden bij volharden bij het thans in ge
bruik zijnde meohaaiische systeem hoogc
frente en afschrijvingskosten voor de ma
chines in rekening moeten worden gebracht
(berekend op plm. f 131.000 per jaar).
Op grond van al deze bezwaren komt de
directeur tot de oonclusie, dat het M.A.
B.O.-systeem, hoe vernuftig overigens ook
(uitgedacht, voor een administratie als deze
niet heeft (voldaan. Ter oontróle op het
machinale gedeelte zou een tegenboekhou-
ding met de pen moeten word'en gevoerd.
Het hiervoor door de heeren Delprat en
't Hooft uitgedachte systeem is fchooro-
jtisdh juist, maar maakt de samenstelling
{van een goede dienstregeling moeilijk en
fcchept bovendien niet de zekerheid, dafc
men bij verdere uitzetting van het verkeer
den dienst kan meester blijven.
De slotsom van den direotour is, dafc het
bet beste zal wezen, het verlies te aanvaar
den en een nieuw systeem te kiezen in
den geest van het Belgische. Hij geeft
daarvoor verschillende argumenten, ook
Jö.a. dat het thans geen tijd meer is voo!
fcieuwc experimenten, maar het zaak is,
jfhane ten spoedigste tot heropening van
den dienst volgens een beproefd systeem
ïe geraken.
Op 13 Juni werd onder voorzitterschap
tfcan den ondergeteekende een vergadering
gehouden ten cenfcralen giro-kanbore, ten
fcinde den stand te bespreken cn tot een
bp lossing der vraagstukken te komen. Tor
vergadering waren aanwezig de directeur-
generaal der Posterijen en Telegrafie 6n
verder de heeren mr. A. Tak, prof. J. Q.
Dh. Yolmer, Duynstee, de directeur en tie
ónderijdirecteur van den dienst en verder
de bedrijfsohefs. Het resultaat der be
sprekingen was, dafc aan de heeren prof.
lYolmer, Duynstee en Lazonder werd vetf-
•ochfc, het M.A.B.O.-systeem nog eens te
Willen beoordeelen en binnen 14 dagen met
definitieve voorstellen te willen komen.
Inmiddels bereikten den ondergeteoken-
de bij aohrijven van 17 Juni de voorstellen
van don directeur omtrent verschillende
vraagstukken, door de commissie-König
behandeld, ter sprake van welke vóór het
heropenen van den dionsfc zal moeten -ijn
beslist.
Deze voorstellen houden in:
a. afschaffing van de rente voor de saldo;
b. bestendigen van het kosteloos gireeren;
o invoeren van een progressief stortinga-
rechl; d. invoeren van een progressief ohè-
que-reohte. voorloopig geen vestiging
van girokantoren te Amsterdam en Botter
dam
Eon beslissing omtrent andere punten,
door do oomraissie-König ter sprake ge
bracht, zon naar het oordeel van den direc
teur de opening van den dienst slechts
bunnen vertragen.
Dio beslissing ware derhalve uit te stol
len. Het alles overheersohende belang is
thans opening van den dienst in zijn meesL
eenvoudigèn vorm.
De on J '.rgetoekende heeft rich met do
voorstellen van den directeur vereenigd.
Bij schrijven van 21 Juni bereikte den
ondergeteekende hot rapport van de hee
ren La^oader, Volmer en Duynstee. Dit
rappo;f komt tot de volgende conclusies:
De pons- en printmaohines zijn voor een
bedrijf als de giro in beginsel niet ge-
eigiend. De directeuren der postchèque- «n
girodiensten te Berlijn, Brussel en Parijs
zijn van hetzelfde oordeeL
Op grond van een reeks technische over
wegingen bomen de heeren dan tot de oon
clusie, dat heb M.A.B.O.-systeem het
eerste systeem, dat voor uitvoering met
pons- en printmachines in aanmerking
komt niet aanbevelenswaardig is. Evea-
zoo wordt geoordeeld ten aanzien van het
systeem onder direotie van den heer
't Hooft voorbereid. In de huidige omstan
digheden gaat het er om, een systeem te
kiezen, waarvan het welslagen verzekerd
is, d.w.z. een gecentraliseerd, dat zijn deug
dclijkheid in do praotijk heeft bewezen.
Daarom is, naar het oordeel der heercö,
het Belgische systeem aangewezen. Zij
stellen dus voor enkele ambtenaren van
het centrale Girokantoor naar Brussel te
zenden, ten einde rioli daar in den kortst
mogelijken tijd op de hoogte te stellen
van den dienst. Zoo zal een kern van des
kundigen worden gevormd, waardoor in
voering van het Belgische systeem en spoe
dige opening van den dienst zullen verze
kerd zijn.
De ondergeteekende heeft zioh mefc dit
advies vereenigd.
Inmiddels zijn op 23 Juni de directeur
van den dienst, de inspecteur Duynstee en
enkele chefs naar Brussel vertrokken.
Aangezien, zooals boven gezegd, is beslo
ten tot afschaffing der rente van he-fc saldo
der rekoningen, is een wijziging der Pbsfc-
wet noodzakelijk. Het ontwerp daartoe
heeft het departement van ondergeteeken
de verlaten, terwijl ook de samenstelling
van een nieuwe girobesluit gereed is ge
komen.
De Minister van Waterstaat,
(get.) G. J. VAN SWAAY.
Herziening salarissen Rijkspersoneel.
Gisteren is het comité ter behartiging der
algemeene belangen van het overheidsper
soneel (A. C. 0. P.) te 's-Gravenbage in ver
gadering bijeengekomen ter bespreking van
den brief aan de Regeering als antwoord op
de door de subcommissie uit de cenlral-ï
commissie voor georganiseerd overleg ge
stelde vier vragen, welke vragen verband
hielden met het door genoemde subcom
missie uit to brengen prae-advies inzake
herziening der salarissen.
Na breedvoerige besprekingen werd voor
gesteld, dal het antwoord der Regeering ge
heel onvoldoende was. De Regeering heeft
o.m. geen aanleiding kunnen vinden om af
te zien van de door haar voorgestelde nieu
we redactie van art. 1 van het Bezoldigings
besluit, zoodat in het vervolg de centrale
commissie alleen maar zal hebben mee te
pralen over enkele kernsalarissen, terwijl
over de overige salarissen prae-adviezon
zullen worden uitgebracht door de dienst-,
resp. bijzondere commission. Hierdoor wordt
het verband tusschen de verschillende
groepen van Rijkspersoneel uit elkaar ge
rukt en dreigt de salarisrc-gèling weer de
zelfde chaps te worden als van voor 1918.
Ook acht de Regeering het niet noodig
meerdere kernsalarissen ter kenni9 van de
centrale commissie; te brengen, niettegen
staande deze van gfoole groepen personeel,
als de dienst der P. T. T. van het Rijks
tucht- en opvoedingswezen, van de artil
lerie-inrichtingen, e.A, niet bekend zijn. Bo
vendien zijn de voorgestelde kernsalarissen
25 pet. en meer lager voor sommige ambten
dan de miniroum-saiarissen, welke thans in
het Bezoldigingsbesluit van 1920 voor doze
ambten voorkomen. Het comité heeft zijn
houding ten opzichte van de besprekingen
over deze aangelegenheden in de vergade
ring der subcommissie van 2 Juli a s. be
paald. De Regeering wenscht ten slotte
uiterlijk 16 Juli a.s. advies te ontvangen
van de centrale commissie, aangezien zij
anders zich genoodzaakt ziet deze belang
rijke zaak zonder dat advies af te doen. De
vergadering der centrale commissie is thans
geconvoceerd op 16 Juli a.s., waarna het
comité zal overwegen wat na den dan ge
schapen toestand zal moeten geschieden.
Na het conflict in de Twentsche textiel
nijverheid.
De lieer Van R&vesleijn, lid van de
Tweede Kamer, heeft aan den Minister van
Justitie de volgende vragen gericht:
Is het den Minister bekend, dat de heeren
J. Brommert, lid van het bestuur der com
munistische partij en penningmeester-
secretaris van de afdeeling Holland der In
ternationale Arbeitcr Hilfe (I. A. II.), en G.
van 'i Reve, lid van de redactie der „Tri
bune", op Donderdag 19 Juni j.l. te En
schede zijn in hechtenis genomen en naar
de gevangenis te Almelo zijn overgebracht,
waar zij alsnog in arrest worden gehouden?
Is het den Minister bekend op welken
grond deze aanhouding en gevangenhouding
Ï3 gesohied?
Indien de aanhouding van beide perso
ren, zooals meegedeeld is na informatie bij
de politieautoriteiten, geschied is naar aan
leiding van het vermoeden, dat beide aan
gehoudenen zich aan een spreekdelict zou
den hebben schuldig gemaakt in een ver
gadering, waar beiden een redevoering
hielden over het onderwerp: „Kan de strijd
gewonnen worden?", met welken strijd de
strijd der Enschodesche en Twentsche tex
tielarbeiders werd bedoeld, acht de Minis
ter het dan in overeenstemming met de let
ter en den geest der wel, dat de verdachten,
ook nadat proces-verbaal is opgemaakt, in
hechtenis zijn gehouden en nog worden ge
houden, waar immers van beide verdachten
in geen geval kans bestaat, dat zij zich
door de vlucht aan een evenlueele straf
vervolging zouden onttrekken en er even
min mogelijkheid is op een herhaling van
het geïncrimineerde delict, daar immers de
aanleiding hiertoe, de slaking, reeds is ge
ëindigd?
Indien de aanhouding- geschied is op
grond van de verdenking, dat zij zich bei
den of één van beiden zouden hebben schul
dig gemaakt aan overtreding van een arti
kel van het Wetboek van Strafrecht, be
trekking hebbende op misdrijven tegen het
openbaar gezag, moeten dan niet dezelfde
overwegingen, namelijk dat herhaling is uil
gesloten en onttrekking aan de vervolging
onmogelijk is, tot onmiddellijke invrijheids-
slelling aanleiding geven?
Is de Minister niet van oordeel, dal de
plotselinge aanhouding en gevangenhouding
op zich zelf voor beide personen in hun
qualiteit en werkkring een straf is, niet in
overeenstemming met de beleekenis van het
vermoede delict, terwijl bovendien, indien
vrijspraak bij eventueele vervolging mocht
volgen, gelijk in een overeenkomstig geval
geschied is met den propagandist der S. D.
P., L. de Visser in 1918, die onder gelijke
omstandigheden ;n hechtenis is genomen en
gevangen gehouden, terwijl hij door de
rechtbank is vrijgesproken, nog veel groo-
ter onrecht zou blijken le zijn geschied?
Bjj Kon. besluit zjjn benoemd tot of
ficier in de orde van Oranje-Nassau II.
le Boeuf, te Brussel, gedelegeerd commis
saris van de Mjjnbouwmaatschappjj t,Laura
en .Vereeniging", te Eygelshoven, en W. J.
B. Schweitzer, te Heerlen, directeur dier
Maatschappij;
is de gouden eere-medaille, verbonden
aan de orde van Oranje-Nassau, toegekend
aan H. F. Grondqs, opzichter der ontsmet
tingen bij den gemeentelijken reinigings- en
ontsmettingsdienst te Utrecht;
is aan J. F. Keulers, koster on organist
van de Roomseh-Katholieke kerk te Lut-
terade-Krawinkel (Geleen), verleend de eere-
medaille, verbonden aan de orde van Oranje-
Nassau, in zilver.
Tot directeur van de gasfabriek en de
waterleiding te Kampen, is met 10 stemmen
benoemd de heer G. J. van Goor, te Steen-
wijk; de heer E. A. van Daalen, te Katwijk,
kreeg 9 stemmen.
Geslaagd is fa Den Haag voor het
onderwijzersexamen moj. A. H. M. Boelens,
te Woerden.
Gisteren is verschenen het „Staatsblad"
No. 319, wet van 30 Juni, tot wijziging van
de Leerpliohtwet en van de Lager-ouder-
wijöwet 1920.
De Bondsraad van den Algem. Nederl.
Bond van arbeiders in hel bakkers-, choco
lade- en suikerbewerkingsbedrijf heeft naar
aanleiding van het voorontwerp van wet tot
wijziging van de bepalingen der Arbeiders-
wet voor bakkerijen, besloten, binnenkort in
de groote plaatsen des lands openbare ver
gaderingen te beleggen Ier bestrijding van
de aanhangige voorstellen en verder in de
maand September te 's-Gravenhage een bui
tengewoon congres le houden. De bondsraad
heeft zijn goedkeuring gehecht aan de vol
gende eischen:
a. alle dispensaties omtrent een algemeen
vroegeren aanvangstijd dan G uur des voor
middags uit de wet te doen lichten; b. voor-
arbeid slechts lo vergunnen in bedrijven
met vanaf 9 volwassen arbeiders voor ten
hoogste een uur; c. betere handhaving van
de wet te verkrijgen door aanstelling voor
het bakkersbedrijf van speciaal technisch
bevoegde personen.
Gisteren is te Utrecht een buitenge
wone algemeene vergadering- gehouden van
het Chr. Nationaal Vakverbond, voorname
lijk gewjjd aan de herdenking van het 15-
jarig bestaan.
De aangesloten organisaties hebben tal
van afgevaardigden gezonden. O.a. waren
verder aanwezig de heeren P. van Vliet Jr.
en K. A. Grondijs als vertegenwoordigers
van „Patrimonium", de heer Broen namens
den Chr. Nationalen Werkmansbond, en de
heer Altema voor de Chr. Vereeniging van
den ^Handeldrijvenden en Iudustrieelen Mid
denstand, benevens prof. Slotemaker 6e
Bruine, lid van de Eerste Kamer, eu af
gevaardigde van de Chr. Werkgevers vereeni
ging en liet Ned. Luth. Werkliedenverbond.
Na het zingen van het Bondslied en ge
bed, hield de heer K. Kruithof, de voor
zitter van het Verbond, een rede ter ope
ning. waarin hij allereerst een overzicht
gaf van den groei van het Verbond in de
afgeloopen jaren. Het hoogtepunt in het
ledental werd bereikt op 1 October 1920
met 76.756 leden. Per 1 April I.l. was het
ledental 52.889. Echter is er thans weer
kentering ten goede.
»Spr. herinnerde aan het arbeidsgeschil in
Twente. In het waarachtig belang der ar
beiders zou het geweest zijn, als op 15 Mei
1.1. het geschil was beëindigd. De moderne
organisatie was echter niet van de partij.
Stenhuis was de les, dat het zonder de
Christelijke organisaties niet ging, weer ver
geten. Het was een dol avontuur, dat met
een smadelijken nederlaag eindigde. Den
smaad ën hoon over de Christelijke Orga
nisaties uitgestort, gaat spr. voorbij.
Na eenige bespreking werd vastgesteld
het „Rapport in zake de Christelijke Be
sturenbonden; de plaats, die zjj in de Chris
telijke arbeidersbeweging behooren ïn te
nemen; samenstelling, taak en inrichting".
Dit rapport, samengesteld door de commissie
van samenwerking tusschen de algemeene
Christelijke sociale bonden en het' C.N.V.,
moet ook nog behandeld worden door „Pa
trimonium", Christelijk Nat. Werkmansbond
en Ned. Luth. Werkliedenverbond.
De heer J. Schouten, lid van de Tweede
Kamer, sprak daarna over het onderwerp;
„Geestesgesteldheid ea werkelijkheid".
Hierop volgde een levendige gedachten-
wisseling.
In don gisteren gehouden feestavond van
het 15-jarige Chr. Nationaal Vakverbond
heeft prol dr. J. R. Slotemaker do Bruine,
lid van de Eerste Kamer, de feestrede uit
gesproken. Spr. wees er op, dat, hoewel
de Christelijke vakbeweging een moeilijken
tjjd beleeft, er toch ook lichtpunten zijn.
Langzamerhand, zeide hij, komt de erken-
ning der Christelijke vakbeweging, de er
kenning, dat deze een openbaring moet wor
den in het Christelijk bezit, evenals de Zen
ding en dat ook die vakbeweging een plaats
krijgt in het denken en iQ het gebed der
meuschen. Zoo is er vooruitgang, al gaat het
langzaam. Spr. noemde het voorts een ver
kwikking, dat al is de Christelijke vakbe
weging teruggeloop en, die terugloop niet
zoo groot is als de anderen. By den op
bloei in 1919 was er veel gemengd volk,
dat met Israël mede optrok. Na een paar
jaar zien wij nu, dat wij er niet slechter
voorstaan dan de anderen, zxinder dat w(j
iets aau onze beginselen hebben tekort go-
daan. Spr. besloot met een krachtig op
wekkend woord.
Do avond werd verder opgeluisterd 'met
muziek en voordrachten.
De Raad voor Leeuwarden heeft mot
19 tegen 7 stemmen besloten, om niet mee
te gaan met de door den Minister van
Onderwijs geëischte salarisvermindering van
de leeraren aan het gemeentelijk gymna
sium (5 en 1G pCt. vermindering, over
eenkomstig de regeling voor Rijksambtena
ren), maar zjjn vrijheid ten aanzien van
de salariëering dier leeraren te hernomen
met opoffering van de Rijksbijdrage. De
gemeente geeft door deze beslissing een
jaarlijksche bijdrage van f 17.000 A f 18.000
prjjs.
Giste ravor d tegen elven is
do Reguliersdwj.isstraat cn omgeving te
Amsterdam in rep en roer gebracht door
een moordaanslag van een man op ziju
gewezen minnares en haar tevenwoordigen
minnaar.
De vrouw wandelde met naai „verloot-
de" en li aar broer in de Rcgulicrsdwars-
straat, toen plotseling haar vroegere min
naar op haar aanvloog cn haar met een
dolkmes snijwonden toebracht in den hals
en aan de kin. Vervolgens richtte de man
zijn wapen tegen den verloofde van bot
meisje en bracht hem eenige minder ern
stige stoken toe aan hals cn polsen. De
broer en het mc-isje wilden daarop dcu
aanrander te lijf gaan. La&tslgcnocmdo
schrok daardoor 300, dat hij dwars door
een winkelruit poogde tc ontkomen, welke
vreemdsoortige vlucht 1» ij met verschil len
de wonden 'aan handen en gelaat morSt
bekoopen.
De dader werd op het politiebureau ver
bonden en daar voorloopig aangehouden.
l>e ernstig gewonde vrouw is naar het
Binnengasthuis vervoerd cn daar ter ver
pleging opgenomen. Er bestaat geen di
rect levensgevaar. Ook haar tegenwoor
dige minnaar werd daar verbanden
Als bijzonderheid zij nog vermeld, dat
de vrouw, op wie nu de moordaanslag ge
pleegd werd, een paar maanden geleden
ook het slachtoffer is geweest van een ern
stige steekpartij op den O.Z. Achterburg
wal. Zij kreeg toen een zware borstwonde.
Gisteravond ongeveer zos
uur is een stuk kozijnstoen van oen raam
dér tweede verdieping van een gebouw in
de Valkenburgerstraat to Amsterdam naar
beneden gevallen. Het zware stuk steen
kwam terecht tusschen een groepje vau
vijf mannen, die op een kist zalen le pra
ten. Twee van hen, de 48-jarige Polak, loo_
per van de diamantslijpcrij-Rudelshcim, en
de GO-jarigc Appelboom werden zeer ern
stig aan het hoofd verwond. Polak klaagde
bovendien over inwendige pijn. De getrof
fenen zijn in het TsraSlietisoli Z ckenhuie
opgenomen.
Naar aanleiding van bot
grootc oponthoud voor bet verkeer tc Vot-
8cn ten gevolge van liet varen met slechts
Haar 't Engeiscb van LEONARD MERRICK.
1 Geautoriseerde vertaling vaa Mej. E, H.
B2)
Vivian en Own ie waren de eenigen, die
S>oit vroegen naar zijn werk, en voor den
terneergeslagene is dat vragen van zoo ge
heel ongelijk-denkenden nog onaangenamer
jdart in het geheel geen. Geen vreemden kon
den verder van elkaar af zijn dan deze
Stiefbroers, ofschoon zij myriaden herinne
ringen gemeen hadden. Het is niet de lengte
.van lijd, die den mensclien in slaat stelt
jelkaar le begrijpen; het is het temperament.
De wereld loopt over van menschenparen,
die wel veertig jaar tegenover elkaar heb
ben gezeten en nog doof zijn voor eikaars
luimen en blind voor eikaars stemmingen,
Jn. oen, die hen pas even kent, kan wel het
Juiste weten te zeggen legen beiden
Vivian had !het dichten aangemoedigd,
Zoolang hij dacht, dat het geld zou opbren
gen; maar nu het niet betaald werd, was hij
Ifjp meening, dat het meer in de lijn was
Om in iels anders te handelen. Er was niets
Onpraotisch in den zoon van wijlen mr.
Harris; hij behoorde lot de soort jongelui,
jjftn wie wel met zekerheid gezegd kan wor
sen, dat hij het verder zal brengen, al wa-
Jen zijn zakken voor het oogenblik ook nog
toeg en zou zijn geweten mogelijk Wel
ffMiige veeren laten bij dit proces.
Vivian kwam zoo nu en dan eens, maar
hij was nooit een trouwe kameraad.
En langzamerhand begon David de een
zaamheid, die hem eerst zoo'n verlichting
was geweest, vervelend ie vinden; er ont
waakte in hem een verlangen naar sympa
thie, naar teederheid, een gevoel van bit-
ler-achterstaan, als hij in den spiegel keek
en wisl, dat hij deze dingen nooit verwach
ten kon. Het gelaat van ieder meisje werd
hem een spiegel, waar hij zich van af
wendde.
Als hij maar weinig op zak had, gebruikte
hij zijn middagmaal in een vegetarisch
restaurant; een gelegenheid, waar een
eigendommeiijke geur hing en waar men
voor zes stuivers een maal kreeg, beslaande
nit drie gerechten. Een van de vrouwelijke
bedienden aldaar was heel aardig en allen
hadden zij ondeugende blikken en woorden
op fluistertoon gesproken, voor de geregelde
bezoekers, die hun honger stilden met brood
-en koffie, of het een of ander schoteltje, met
een heel verlokkelijke naam en een heel
leelijken smaak. Maar tegen David deed
geen van haar ooit eens aardig. Eens had hij
den moed genomen om wat meer te zeggen
tegen de kellnerm dan „twee zacht gekookte
eieren als 't u blieft" en met het hooghartig
optrekken van haar wenkbrauwen had zij
hem al vernietigd, nog eer zij zich om
keerde.
Dikwijls zag hij op straal een neger, zwart
als Elisha wa3 geweest, en tusschen de
menigte door plachten de blikken van beide
vreemdelingen elkaar -te ontmoeten, terwijl
zij zich tot elkaar voelden aangetrokken
door iets, dat dieper nog ging dan enkel
nieuwsgierigheid. Maar geen van beiden
konden zij den hoogen hoed afnemen en
leggen: „Op ons alle twee rust een vloek,
laat ons daarom vrienden zijn", want de
macht der beschaving gedoogde dit niet, ter
wijl zij dit anders wel hadden mogen doen,
daar zij door hun gelaatskleur toch niet op
één lijn gesteld werden, met de „beschaafde
blanken."
Vrouwen, niet in tastbaren vorm, deelden
het zolderkamertje met David. En soms was
zij blond en dan weer was zij donker, maar
altijd was zij mooi, want op twin tig jarigen
leeftijd is de gave, die de man het meest
acht in de vrouw, lieftalligheid; op dertig-
jarigen leeftijd is het versland, en op zijn
veertigste stelt hij waardecring van zijn
eigen persoon in haar het hoogst.
Van de droomvrouwen, wie hij hel hof
mocht maken, hoorde David vele oden. In
het eerst waren zijn bezoeksters koude
schoonheden uit een kapperswinkel, en be
deesd aanschouwde hij ze. Maar zoo lang
zamerhand kreeg hij zijn stern terug en ver
telde hij haar hoe een raam in het zolder
kamertje was geweest, eer zij er waren; en
terwijl hij praatte namen de gestalten ge
daanten aan van vleesch en bloed, de lip
pen fluisterden hem woorden van liefde
terug, zij deelden hem vertrouwelijkheden
mee, spraken lieflijke waan-woorden en
dan
Nu.... dan klopte de sloüs, met krul
spelden in het haar, met een afgewezen ge
dicht; ende kamer was weer een
zaam.... Het dunnen deeltje voor de uit
gevers nam langzaam in omvang toe; de een
of andere slechte invloed van het daglicht
scheen het vers te bevriezen, dal hij zoo vol
gloed verlaten had, zoo dikwijls was een
nacht van vervoering ,den dag daarop ge
volgd door een avond van neerslachtigheid.
Het was een manuscript vol droeve verras
sing. Maar eindelijk was het dan toch af;
zei is hij wist er niets meer aan te ver
anderen.
Toen begonnen de zwerftochten en na
verloop van tijd vond het e-en onderdak,
maar het werd daar niét liefderijk behan
deld en bracht hern weinig waardecring en
geen geld. Hij had haast zelf niet geweten,
hoe Yurig hij er voor gebeden had, tot hij
hel als mislukt moest beschouwen; evenmin
had hij beseft hoe hij kracht had geput uit
de hoop op succes, lot hij die hoop moest
opgeven. En tegelijk, dat hij hel vertrouwen
in zijn werk verloor, werd het gevoel van
verlatenheid dieper, llecl zijn gemoed kwam
in opstand, als hij van den spiegel in de toe
komst keek en zich steeds alleen zag. Om
dat zijn ellende zich uiten wilde, nam hij
de pen weer op; maar ofschoon de belang
stelling in zijn kunst mettertijd herleefde,
bleef de bitterheid steeds over in zijn ge
moed. Naarmate de jaren verliepen, ging hij
een wrok koesleren tegen zijn eigen per
soon; een naijver op iederen winkelbedien
de, die uit liefde gekust werd door een
dienstmeisje.
HOOFDSTUK XI.
Professor Lorrenford had vijf dochters,
maar enkel de oudste en de jongste waren
ongetrouwd; de anderen hadden haar eigen
huishouden.
De woning, die, wat de inrichting betrof,
in vrij vervallen slaat verkeerde, stond in
een fatsoenlijke straat in Beckenhamplon
een van die straten, waar de bewoners om
den anderen naar een „betalende logée"
uitzien, maar huiveren bij de gedachte aan
een kostganger.
Op de deur kondigde oen koperen plaat
uan, dat professor Lorrenford onderricht
gaf in muziek en voordracht, en sinds on
heuglijke tijden waren er al vergeefsclie po
gingen in het werk gesteld, om den dienst
meisjes voor alle werk tc bewogen, haar
mouwen neer le siroopen als zij open deden.
In de eet-, die iegelijk zitkamer was,
want het salon werd uitsluitend gehouden
om overdag leerlingen in te ontvangen, lag
op een goeden middag een jong meisje op de
sofa bij een vuur, dat wel eens opger ookt
mocht worden. Haar grijze, stralende oogen
en de wijze, waarop zij hel zware haar ge
vlochten droeg, gaven haar (eer gezichtje
een uitdrukkingsvolheid, een voornaamheid,
die zij weer verstoorde als zij lachle. Haar
wijze van lachen was misschien een beetje
dwaas. Als haar mond in rust was, leek zij
een vrouw om voor te knielen; lachte zij
dan was zij enko! een heel aardig meisje
met een blank gezichtje en kuiltjes in de
wangen.
Zij droeg een li< hl-blauw flanellen och
tendjapon, met veel lint gegarneerd, en nu
zij, daar op de sofa zittende, niet lachte,
maar bezig was om do vlerken van Cv-n zee
meeuw op haar besten hoed te hechten, had
zij weer dal air van diepzinnig overpeinzen,
waar degenen, die met haar samen waren,
zich altijd verlegen onder voelden, tot zij
ontdekten, dal zij hier toch waarlijk niet
ontzet door behoef Jen te wezen. Dit was
Hilda, de jongste dochter van den professor.
De oudste was Hebe gedoopt; maar, over
eenkomstig haar verlangen, noemde nie
mand haar zoo, evenmin als zij dien naam
ooit schreef.
(Wordt vervolgd.)
1