Anno 1924
Officieele Kemsoevlng.
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
Het voornaamste nieuws
van heden.
No, 1S726.
DINSDAG 24 JÜNI
t
LAD
PRIJS DER AD VERTE NTEENl
BO Cts. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs.
Kleine Adverientiën, uitsluitend bij vooruitbetaling. Woensdags ea
ïaterdags 60 Cts., bij een maximum aantal woorden van 80.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueete opzending van brieven
10 Cis. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts.
Cl. -T—
Bureau Noordelndspleln Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 175 Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT»
Voor Lelden pet 8 maanden ƒ2.85, pet week 0.18,
Bulten Lelden, waar agenten gevestigd zijn. per week «iri#r»0.ia^
Franco per post 2.85 Hr portokosten.
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen
EERSTE BLAD.
GEMEENTELIJKE V1SCHVERKOOP.
Aan den gemeentelijken vischwinkel,
Vischmarkt 18, lel. 1225, is WOENSDAG ver
krijgbaar SCHELV1SCH a 10.18—f 0 26,
SOHOL a f 0.16—10 36, MAKREEL a f 0.18,
KABELJAUW a 10.35—f 0.40 (geh. Kabelj.
a f 0.25), TARBOT a f0.58 per pond en
NIEUWE HARING a f 0.06 per stuk.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgem.
Leiden, 24 Juni 1924.
Het lager postpersoneel en het Bezoldigings
besluit.
Naar aanleiding der Regeeringsplannen,
om belangrijke groepen ambtenaren, spe
ciaal lager Postpersoneel, uit het „Bezoldi
gingsbesluit" te lichten en deze te bezoldi
gen naar don plaatselijken loonstandaard,
hield gisteravond de atd. Leiden van den
Conlr, Ned. Amblenaarsbond een openbare
vergadering in de groote zaal van het Nuts-
gebouw, meer speciaal voor het Postperso
neel.
Als spreker was uitgenoodigd, de heer
Th. Kuiler, commies tit. te 's-Gravenhage,
Revens secretaris van de landelijke vakgroep
P.T.T.-personee! van den C.N.A.B.
De afdelingsvoorzitter, de heer M. G.
Verwey, opende de matig bezochte vergade
ring, en zette in 't kort uiteen de reden,
waarvoor deze vergadering was belegd,
waarna hij het woord gat aan den heer Kui
ler, die aanving mol zijn teleurstelling uit
ite spreken, dal het postpersoneel bij zulke
belangrijke zaken zoo weinig belangstel
ling toont. Spr. schelste den toestand voor
ihet postpersoneel vanal het jaar 1918, re
leveerde de vergissing van mr. Troelslra
en kort daarop de luwende democratie, die
Roenam in een hel zo tegen liet Overheidsbe
drijf.
De Regeering ging hierin voor, door dc
bekende mededeeling van Minister De Geer
inzake de 500 millioer.. Ook mr. Dressel-
h'uys loonde zich een volgeling van minis
ter De Geer, en trok het land in om de hetze
tegen de ambtenaren aan te wakkeren. Het
waren de ambtenaren, zoo predikte mr.
Dresselhuys, die den Staat opvraten, en
noodig was, dat het mes ar diep in gezet
werd. Ook de Christelijke pers voerde een
heftige campagne, daarmee propaganda ma
kende voor de verkiezingen, die een rech-t-
9che meerderheid in de Kamer tot gevolg
had. Toen kreeg men een aaneenschakeling
van verslechteringen voor de ambtenaren.
Spr. noemde allereerst het garantieloon
■van flGOO, de vacanlietoeslag werd afge
nomen, de vacantie werd verminderd en
Ren slotte de publicaties in de pers en de
mededeelingen in de Kamer van minister
De Geer, inzake intrekking van art. 40.
Daarna kreeg men het bekende wetje
312, dat het den ambtenaren onmogelijk
moest maken den Staat een proces aan te
doen, waarmede de Regeering een échec
leed.
Spr. behandelde de groote verdeeldheid
Onder het overheidspersoneel. Alleen het
postpersoneel hield er een 26-lal organi
saties op na, wat voor de Regeering aan
leiding was, tot doorzotten met haar plan
nen tot verslechtering.
Eenige verandering bracht het rapport
Staatscommissie-Stork. Van een rustige
''.oorwerking kwam evenwel niets.
Daarna kregen wij den slandplaatsaftrek,
waaromtrent de Regeering het standpunt
inneemt, dat de loonc-n gebaseerd moeten
zijn op den plaaiselijken loonstandaard.
Spr. noemt dit standpunt van een Christe
lijke Regeering demagogisch omreden juist
de loonen geregeld bij collectief contract het
gevolg zijn van gevoerden klassenstrijd.
Hu de loonen der metaalbewerkers in het
collectief contract laag zijn, is dit voor de
Regeering aanleiding, deze als basis te kie
zen voor de door haar uit te betalen sala
rissen, waarmede zij dus de resultaten van
Sen klassenstrijd aanvaardt, waartegen zij
altijd en mot haar de contessioneele or
ganisaties sterk gekant was. Thans be
reidt de Regeering voor, dat groote groepen.
Vooral van het lagere personeel, uit het
..Bezoldigingsbesluit" worden gelicht, en
®ordt voor deze groepen een loonregeling
Vastgesteld, gebaseerd op den plaatselijken
loonstandaard met een kindertoeslag. Dit
aeeft lot gevolg, dat een standplaatsaftrek
Plaats vindt van 10 pCt. voor de standplaat-
Jen 2de klasse en van 20 pCt. voor die van
3de klasse.
DR rijn dus de laagste groepen van per
soneel, zegt spreker, die deze geweldige
aderlating zullen moeten ondergaan.
Spr. noemt daaromtrent eenige voorbeel
den; o.a, zal een bostelier, indien geplaatst
j® de 3de klasse-standplaats, die voorheen
ontving f1GG0, thans ontvangen, na aftrek
i an pensioenpremie, f 1257 per jaar, of wel
®n vermindering dus van plus minus 1400.
V -^nover deze plannen der Regeering
belde spr, het optreden .van de federatie
van Overheidspersoneel, die wel in mani
festen en pamlletlen zich tot het personeel
richt, doch de eenheid onder het personeel
doet'verzwakken, door verwarring te stich
ten. Spr. zei, dat wij de taak hebben, den
voorgenomen aanslag te verijdelen door de
economische macht door middel van de or
ganisatie te verslerken, opdat bij de a.s.
verkiezingen in 1925 de ambtenaren door
middel van hun slembiljet een betere Re
geering aan het bewind kunnen brengen.
Applaus volgde op het gesprokene.
De voorzitter gat daarna aan de aanwe
zigen gelegenheid om met den spr. van ge
dachten te wisselen, waarvan door eenige
postbeambten werd gebruik gemaakt. Na
dat de spr. de opmerkingen ten genoegen
had beantwoord, sloot de voorzitter onder
een woord van dank aan de aanwezigen de
vergadering.
Stedelijk Museum „De Lakenhal".
Door den directeur van het Stedelijk Mu
seum „De Lakenhal", mr. dr. J. C. Over-
voorde, is samengesteld de tweede uitgave
van den Catalogus van voorwerpen in dit
Museum, die, voorzien van een aantal illus
traties, verschenen is bij de Drukkerij Wer
ner Co., te Wassenaar.
Deze tweede uitgave sluit zich geheel aan
bij die van 1914; alleen is een afzonderlijke
atdeeling gewijd aan de voorwerpen, afkom
stig van de voormalige stadsapotheek, en is
de onderafdeeling van de gasthuizen daar
mede in aansluiting gebracht. Alle voorwer
pen zijn opnieuw met de beschrijving verge
leken, waarbij rekening is gehouden met
een'je archiefvondsten en met de later ver
schenen literatuur. Ruim 460 aanwinsten
zijn voor het eerst in deze nieuwe uitgave
vermeld. Bij de samenstelling van de eerste
uitgave mocht de heer Overvoorde van ver
schillende zijden inlichtingen en medewer
king ontvangen. In de inleiding herdacht hij
toen in het bijzonder de heeren J. A. Frede-
riks, W. K. F. Zwierzina en dr. N. W.
Posthumus. Bij deze tweede uitgave voegt
hij daaraan toe een woord van bijzonderen
dank aan den onder-directeur, den heer A.
Coert, en den concierge, den heer J. W.
Broekhuijzen, voor de medewerking van hen
bij de nieuwe uitgave ondervonden.
Uit het „Voorwoord" van den samenstel
ler blijkt, dat hef Stedelijk Museum zijn ont
slaan dankt aan het verzoek, door de hee
ren B. W. Wttewaal en mr. C. W. Ilubrechl
in 18G9 tot den Gemeenteraad gericht, om
van gemeentewege een museum te stichten.
Dit leidde tot de benoeming van een Com
missie, waarin, naast de voorstellers, zitting
hadden, de heeren mr. K. J. F, C. Kneppel-
hout van Sterkenburg, mr. S. C. Snellen van
Vollenhoven, J. L. Cornet, jhr. mr. J. N. van
Puttkamer en jhr. W. I. C. Rammelman Else
vier.
De oproep, door deze commissie tot be
sturen en particulieren gericht, bleef niet on
beantwoord en weldra kon naar een te stich
ten museum worden omgezien. Men koos
hiertoe „De Lakenhal", het statige gebouw
met het deftige voorplein, in 1639 door den
bekwamen stadsarchitect Arent van t Gra-
vensande ontworpen. Naarmate de verzame
lingen zich uitbreidden, werd meer en meer
liet bezwaar ondervonden, dat het gebouw,
hoe belangrijk ook uit kunst- en historisch
oogpunt, als museum niet aan alle eischen
kon voldoen.
Gedeeltelijk werd aan dat bezwaar te ge-
moet gekomen door den aanbouw van een
kunstzaal voor de belangrijkste schilderijen,
welke door den heer D. Harlevelt in 1890 tot
nagedachtenis aan den heer H. G, Harlevelt
werd gesticht.
Hierdoor kon echter slechts tijdelijk in het
gebrek aan ruimte worden voorzien en reeds
lang werd dan ook de noodzakelijkheid van
uitbreiding der expositieruimte gevoeld; doch
alle plannen stuitten af op de daaraan ver
bonden geldelijke lasten, totdat het prachtige
aanbod van mr. G. P. D. Pape, mede ter her
innering aan zijn voor-overleden broeder mr.
C. W. J. J. Pape, gedaan, om uit eigen mid
delen een museum te stichten ter uitbreiding
van en in aansluiting aan de bestaande
„Lakenhal", welk museum reeds in 1922
voor het publiek kon worden opengesteld.
Het museum had oorspronkelijk een sterk
sprekend zuiver Leidsch locaal-historisch ka
rakter. Eerst toen de vergroolmg van het
museum en een daarbij toegestane uitbrei
ding van het crediet daartoe de gelegenheid
bood, kon ook aan de kunstnijverheid een
voorloopig nog beseheiden plaats worden in
geruimd.
Slechts voor één atdeeling was reeds vroe
ger een uitzondering gemaakt en wel voor de
schilderskunst, wegens de overwegende be-
teekenis van de Leidsche School op dit ge
bied. Het groot aantal doeken, grootendeels
van Leidsche meesters, was echter, op enkele
gunstige uitzonderingen na, van zeer infe
rieure kwaliteit en gaf alzoo een valsch
beeld van de Leidsche Schilderschool. Hierin
is gelukkig sedert het begin dezer eeuw ge
leidelijk verandering gekomen, zoodat de
schilderijen-atdeeling nu althans een bena
derend beeld geeft van de betoekenis der
Leidsche schilderschool, al blijven hier ook
nog belangrijke gapingen merkbaar ook met
het bijeenbrengen van werken van moderne
Leidsche meesters werd een begin gemaakt.
Door raadpleging van de uitvoerige cata
logus zal men het bovenstaande bevestigd
vinden en tevens het verlangen in zich voe
len opkomen zich door een bezoek aan het
museum er zich van te overtuigen.
Botsing tnssehen trein en tram.
Tussch'en de electrisch'e tram, die om
11 u. 10 m. uit Scheveningen naar hier ver
trekt en den trein der S.S. uit Utrecht, die
om 12 u. 2 m. hier arriveert, heeft bij het
kruispunt der baan achter „Tuinstaidwijk",
vlak bij de stad, hedennacht goed twaalf uur
een botsing plaats gehad, die wonder boven
wonder slechts materieele 3chade heeft ver
oorzaakt.
Er hing een zware mist, die de direote
oorzaak is geweest van deze ten slotte nog
zoo goed afgeloopen botsing, welke.zich al
dus heeft toegedragen:
Bij de kruising staat een wachthuisje der
tram. De baanwachter daar heeft tot taak
te letten op de spoorbaan en de trams het
sein veilig of onveilig te geven. Om zich te
dezen aanzien te oriënteeren, belt hij gere
geld den treinwachter aam het wachthuisje
bij de brug over de Nieuwe Vaart op. Dat
heeft hij ook tegen den nacht gedaan,
maar hij ontving geen antwoord. Vermoede
lijk doordat er een defect was aan de tele
foon. Door den mist had hij geen uitzicht en
hij gaf aanvankelijk de uit Den Haag nade
rende tram liet sein veilig met het daarvoor
gebruikelijke groene licht. Dit, in plaats van
de tram in ieder geval te doen stoppen, ten
einde zich eerst ter dege te oriënteeren, ten
aanzien van den trein, die toch tegen dat
oogenblik verwacht kon worden. Door het
sein veilig reed de tram door. Vlak bij de
Spoorbaan gekomen, gaf de Baanwachter
die opeens den trein zag naderen, nog plot
seling het sein onveilig (rood licht).
Het was te laat om de tram nog te doen
stoppen en de bestuurder had de tegenwoor
digheid van geest den leerling, die de tram
bediende, toe te roepen: Zet op 9, d.w.z.,
doe de tram zoo hard gaan als kam, waar
aan deze onmiddellijk voldeed. Dat is de
redding geweest. Nu kwamen de beide
eigenlijke wagens der tram, waarin de pas
sagiers waren gezeten, nog over de spoor
baan heen, terwijl de trein den derden wa
gen, een reservewagen, die 's avonds bij de
brug aan den Vliet pleegt te worden aange
koppeld, in de flank reed. Anders was de
trein ongetwijfeld op epn der passagierswa
gens geloopen.
In dezen reserve-wagen zat slechts een
conducteur als passigier. Deze was juist
naar achteren in den wagen geloopen, waar
een krant lag, om die te nemen. Daardoor
is hij den dans ontsprongen, daar de trein
den wagen juist aanreed daar, waar hij
eerst gezeten was. Hij had slechts wat pijn
aan een knie.
De reservewagen is een 20 M. op zij ge
gooid en vrijwel vernield. Zonde van den
mooien, nieuwen wagenl Hij is dwars over
de baan komen te staan maar was zooda
nig beschadigd, dat men hem hedenmorgen
in twee stukken heeft „gebrand" en hij zal
wel geheel gesloopt moeten worden.
Door den zwaren schok is ook de trein
baan vernield. De rails knapten af en leid
den locomotief en tender recht de sloot in.
De locomotief kwam met den kop rechtop
in de sloot te staan. Machinist en stoker
kregen het eerst te kwaad onder de op hen
vallende kolen, maar kwamen er goed af.
De machinist kreeg slechts een bloedneus.
Oogenblikkelijk hebben zij den stoom doen
ontsnappen, etc. Ook de drie achterste wa
gons van den trein derailleerden door den
schok, maar bleven overeind slaan, ter
wijl de eersle goederenwagen achter den
tender heel licht werd beschadigd.
Wat dus een groote ramp had kunnen
worden, is afgeloopen met een sisser, be
trekkelijk genomen. Want behalve schrik en
ontsteltenis heeft niemand overigens letsel
bekomen. Politie en personeel hebben de
reizigers in den nacht over de treinbaan
naar de Heerenstraat gebracht, van waar
allen huiswaarts konden gaan, de eryaring
van een trein- of trambotsing rijker zon
der nadeelige gevolgen
Hedenmorgen is men direct aan hol op-
ruimingswerk begonnen. De reohterbaan der
tram is totaal vernield, de slukken waren
meters ver weggeslagen. De linkerbaan was
minder beschadigd en tegen een uur of haJf-
elt kon daar de tram at weer passeeren. De
treinbaan is eveneens zwaar beschadigd,
zoodat de treinpassagiere daar moeten over
stappen. Men hoopt echter heder, zoo onge
veer gereed te komen in zooverre, dat het
overstappen overbodig wordt. De baan is
echter zoo getroffen, dat daaraan nog wel
wat gedaan zal moeten worden
De politie doet natuurlijk onderzoek naar
de schuldvraag en daarvan zal men vermoe
deüjk nog wel nader'vernemen.
Bij het opruimingswerk heeft nog een
klein ongeval plaats gehad. De werkman J.
J. S. kreeg een koubeitel die wegschoot, te
gen het onderlijf. Hij is in het Acad. Zie
kenhuis behandeld. Zijn letsel is gelukkig
niet ernstig.
De Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen heeft voor het studiejaar
19241925 voor het afnemen van hel apo
thekersexamen versterkt de faculteit der wis-
en natuurkunde aan de Rijksuniversiteit al
hier met de na te noemen, niet tot de hoog
leeraren ot lectoren der universiteit behoo-
rende deskundigen: dr. J. J. van Eek, pri
vaat-docent aan de Rijksuniversiteit alhier;
G. F. A. ten Bosch, oud-apotheker bij het
Acad. Ziekenhuis alhier, en A. II. S'-hirm,
gemeente-apotheker te 's Gravenhage.
Men verzoekt ons mede te deelen, dat
ffarrer de Ie Roi, uit Niederschelden a.Sieg.
a.s. Woensdag 25 Juni in het Wijkgebouw
„Phebe", Oude Vest 91, sen voordracht zat
■houden over het werk der Duitsehe Bahn-
botsmission bd alles, wat daarmede samen
hangt. In de eerste plaats is deze voordracht
bestemd voor de Duitsehe meisjes in onze
stad; maar ieder, die Duitsch verslaat en
een hart heeft voor dit liefdewerk ,zal wel
kom zijn, zoowel mannen als vrouwen.
De Leidsche Winkelweek-Commissie
brengt in een circulaire nog eens onder het
oog de pracht-gelegenheid voor den Leid-
schen Middenstand en in het bijzonder den
Lcidschen winkelstand om door middel van
de winkelweek van 26 September tot en met
4 October te loonen, dat Leiden voor een be
langrijk gedeelte van de provincie Zuid-Hol
land de winkelstad bij uitnemendheid is en
dat, wat keuze van artikelen belrett, op welk
gebied ook, Leiden zelfs voor grootere plaat
sen niet onder doet, en men daarbij te Lei
den veel goedkooper zal kunnen slagen. De
Commissie vertrouwt, dat alle Leidsche win
keliers een flinke propaganda, waarbij dui
delijk naar voren komt, dat Leiden met zijn
thans prachtige en snelle tram- en autobus
verbinding met Den Haag, toch is en blijtt
de stad, waar men zijn inkoopen het beste
en voordeeligste doet, zullen toejuichen en
daaraan hun medewerking ten volle zullen
geven.
Het is de bedoeling der Commissie binnen
kort een voor alle Leidsche winkeliers toe
gankelijke propaganda-vergadering te hou
den, waarin het nut en het voordeel, zoowel
voor het publiek als voor den winkelier, van
een degelijk georganiseerde week bespro
ken zal worden.
Met de verschillende Buurl-Commissièn, ia
het bijzonder der winkelbuurten, zal over
leg gepleegd worden, opdat de straat- en ge
velversiering- en -verlichting in die buur
ten reeds bij het begin der winkelweek ge
reed is en funclionneert.
Over de wijze, waarop deze winkelweek
overigens georganiseerd zal worden, zullen
de Leidsche winkeliers, die zich voor deel
neming doen inschrijven, zelf een beslissing
kunnen nemen.
Gaarne zal de Commissie desbetreffende
voorstellen van winkeliers spoedig ontvan
gen.
Bij de heden door B. en W. ten Stad-
huize gehouden aanbesteding van het dem
pen van Gooien en het maken van riclee-
ringen, in vijf perceelen, waren ingekomen
elf inschrijvingen, t.w. van: A. Ph. Bles,
Oegstgeest, perceel 1 f 25.000, perceel 5
f 3400; H. Bake en H. Steenkist, Haarlem,
1. f24.870, 2. f2510, 3. f8980; 4. f9990;
5. f5690; J. Warnaar: 1. f23.999; 2. f2400;
3. f8700; 4. f8990; 5 f4070; A. J. de Later
en P. H. Meyers: 1. f 23.G60; 2 f 2600; 3.
f 7900; 4 f9500; 6. f4300; C. J. van Val-
deren: 1. f22.880; 2. f2423; 3. f7777; 4.
f8000; 6. f5567; P. Kooiman, Uithoorn:
1. f20.500; 2. f2620; 3. f8100; 4. f7990;
J. Ph. Straathof: 1. f21.414; 2. f3333; 3.
f 10.332; 4. f9518; 5 f5700; J. Chr. van
Evert: 1. f22.489, 2 1 1967; 3 17967; 4
4. f8895; 5. 13357; W. F. Marcelis en H C.
Heemskerk: 1. 119.720; 2. 12402; 3. 18139:
4. 17797; 6. 13500; P. L. Neuteboom: 2.
12983; 3. 111.250; P. Teeuw, Sliedrecht:
4. 18600; 5. 13000.
Zooverre geen woonplaats is vermeld ia
deze Leiden
De collecle voor het fonds tot aanmoe
diging en ondersteuning van den Gewapen-
den Dienst heeft de vorige week opgebracht
117 40.
Hedennacht goed halftwee, is, ver
moedelijk tengevolge van de mist, die er
hing, een auto in het water gereden aan de
Haarlemmervaart. Het geschiedde bij dc
bocht, ongeveer tegenover het molentje aan
de overzijde der vaar!. In de auto bevon
den zich vijf personen, de bestuurder-eige
naar bloemist F. uit Sassenheim en de echt
paren Jansen en De Mooi, wonende aan den
Morschweg alhier. Auto met inzildenden reed
met flinke gang het water in. Van de auto
passagiers wisten zich beide echtparen te
redden, maar de bestuurder R, 49 jaar oud,
is verdronken. Eerst geruimen tijd later
werd hij opgehaald en hoewel nog de be
kende pogingen tot het behouden van dren
kelingen werden aangewend, kon slechls
den dood worden geconstateerd.
Van de auto was niets meer te zien. Een
stok met een roode vlag er aan gat de
plaats der ligging hedenmorgen aan.
In den loop van den dag is de auto op
gehaald.
Wijziging Lager-Onderwijs-wet 1920.
Ingediend is een wetsontwerp lot wijzi
ging van de Lager-Onderwijs-wet 1920.
Aan de memorie van toelichting wordt
ontleend, dat bij algemeenen maatregel van
besluur voor de vrouwelijke Rijksambtena
ren de regel is gesteld, dat op het sluiten
van een huwelijk ontslag volgt.
Hetzelfde motief, dat tot dat Kon. besluit
heeft geleid, n.l. dat het werkzaam-zijn van
oen gehuwde vrouw in een ambtelijke be
trekking in het algemeen niet gewenscht is,
kan gelden voor een Gemeenteraad ten op
zichte van de onderwijzeressen aan openn
bare lagere scholen.
BINNENLAND.
Botsing tasschen trein en tram achter
„Tuinstadwijk" te Leiden.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging van de Lager-Onderwijs-wet.
Voorgesteld wordt een wijziging der Ra
denwet.
Wijziging van de indeelingsbeschikking
lichting 1924.
Weldra in 48 minuten van Den Haag
naar Amsterdam.
BÜITENLAND.
Mao Donald en Herriot over hun onl-
■oeting.
Dnitschland schijnt van plan de militaire;
•ontrole toe te laten.
De Spaansche premier is naar Marokko
vertrokken.
Smnts is afgetreden. Hertzog kabinets
formateur.
Naar de opvatting van de administratieve
jurisprudentie vormt echter de L. O.-wet
1920 een beletsel om krachtens algemeenen
regel aan deze onderwijzeressen bij huwe^
lijk ontslag te verleenen.
Wijziging van deze wet komt den Minis
ter gewenscht voor; maar hij meent bij zijn
voorstel niet verder te moeten gaan dan het
wegnemen van de bestaande belemmering.
Het voorstel strekt dus om den Gemeente
raad vrijheid te laten, niet om hem tot het
verleenen van ontslag bij huwelijk te ver
plichten.
De Minister acht het wenschelijk, dat bï]
deze gelegenheid tevens de bevoegdheid aan
den Gemeenteraad wordt toegekend welke
de besturen der bijzondere scholen reeds
hebben om te bepalen, dat het bereiken
van ten minste den 65-jarigcn leeftijd zon
der meer tot ontslag zal leiden.
Ook het maken van een dergelijke bepa^
ling wordt door de wet, zooals zij thans
luidt, belet.
Verder wordt voorgesteld, dal in deze
beide soorten van gevallen, waarin hét
ontslag berust op een verordening van den
Gemeenteraad, dat ontslag zelf verleend zal
worden door B. en W., omdat een nadere be
slissing van den Raad dan overbodig is.
Voor ontslag wegens leeftijd is de bepaling
opgenomen, dat de Raad zich kan voorbe
houden, in bepaalde gevallen de toepassing
van den gestelden regel telkens voor een
jaar op te schorten. Het beginsel, dat het
aangaan van een huwelijk tot ongevraagd
ontslag van een onderwijzeres kan leiden,
is bij hel bijzonder onderwijs toe te passen
door bij een dergelijk ontslag het recht van
beroep uit te sluiten, zooals dit reeds hel ge
val is bij ontslag van den onderwijzer of de
onderwijzeres, die 65 jaar of ouder is.
Wijziging der Radenwet.
Ingediend is een welsonlwerp tot wijzi
ging van de Radenwet, waarvan de memorie
van toelichting zegt:
Ingevolge het bepaalde bij art. 97 der Ra
denwet moeten de leden van de Raden van
Arbeid voor de eerste maal aftreden op den
eersten Dinsdag van October 1925. Mitssr
dien zou in den loop van 1925 een verkie
zing voor leden van de Raden van Arbeid
moeten worden gehouden. In verband met
de plannen van den Minister inzake de her
ziening van de sociale verzekering, welke
plannen mede insluiten verandering in dc
organisatie van de verzekering, verdient het
z. i., mede met het oog op de kosten van
zoodanige verkiezing 300,000 a 400 000
gulden aanbeveling, voorloopig de over
gangsregeling van art. 96a der Radenwet te
laten voortbestaan. Bij aanneming van het
voorstel zal de overgangsregeling lot 1928
blijven werken.
Een verdere wijziging beoogt ter wegne
ming van gerezen twijfel uitdrukkelijk in de
wet te bepalen, dat reis- en verblijfkosten,
toegekend ingevolge art. 83, aan leden van
den verzekeringsraad, ten laste komen van
de verzekeringsfondsen.
Wijziging van de indeelingsbeschikking
lichting 1924.
Omtrent de dienstplichtigen der lichting
1924, die voor de opleiding tot officier of tot
onderofficier worden aangewezen, is bij mi-
nisterieele beschikking nader het volgende
bepaald:
a. Zij, die bij de infanterie cn de wielriji
ders worden bestemd, worden op 21 Juli
rechtstreeks gezonden naar de scholen voor
verlofsofficieren te Amersfoort en Breda; op
6 October en 17 November naar een nader t*
I bepalen garnizoen; _j_»