o. 25. Zaterdag 21 Juni. Anno 1924 Ferme Dick. len V' Naar liet Engels oh" ran L. TYACK. Vrij bewerkt doer C. fl. Hoofdstuk III. De VerJaars-Visite, m volgenden dag na schooltijd het .Woensdag vroeg Diak twee kaarten een envelop aan Bep. tfooie kaarten die ze altijd voor uitnoo- ingen gebruiken alsjeblieft," zei hij. er graag twee hebben, voor als ik me i. En de inkt, Bep. O ja, en ook een •e pen." fp verschafte het noodige schrijfgereed- deed Dick een groot, blauw schort en spreidde een krant onder den inkt- er uit. nou zou ik graag een tijd met rust ge worden." zei hij ernstig. „Zorg er alsjeblieft voor, dat Molly en Éefje niet enkomen. Zij maken mij altijd in de als ik bezig ben en ik moet iets heel ichtigs doen." ick bracht het grootste gedeelte van den 'ag in zijn ééntje door. Eens kwam hij de deur der zitkamer vragen, of „aard- met een lange ij of ei geschreven en eens om te zeggen, dat hij nooit schrijven klaar zou komen, als Molly leven onder het raam maakte. Maar theetijd kwam hij met zwarte vingers een krullebol. die heelemaal in de war bjj Bep. Hij hield een beschreven kaart ichtig bij een punt vast en vroeg, of zoo gaan zou. Ik heb het eerst op mijn lei geschreven." hij „en toen op de andere kaart overge- "even. Maar er waren nog fouten in en x>m heb ik 't nog eens op deze overge geven. Ik had een oude kaart van jou inden en schreef er hetzelfde op. maar erd toch heel anders, want ik veran- de namen en den datum en ook de waar we heen gaan. En in plaats ,.er zal worden gedanst" zette ik: „er aardbeien met room worden gegeten." !p nam nu de kaart, die vol inktvlekken en waarop in koeieletters stond: ongeheer Dick Robertson heeft de eer itiaoeder nit te noodigen tot het bijwo- van een partij naar de boerderij van op Woensdag 7 Juli te 3 uur. zal aardbeien met slagroom worden ten. Aan den anderen kant staat nog een Dat stond niet op jouw kaart, Bep. het hindert immers niet Ik kon het lallemaal op één kant krijgen: ik schrijf groote letters." iep keerde nu de kaart pm en las aan anderen kant: S. ïk hoop vreeselijk erg, dat U mee- Als U 't niet doet, ga ik ook niet Dick. fk vind het heel goed," zei Bep vooral S." In nou wou ik graag een postzegel ben." kondigde Dick aan. „Ik heb een •Witje. Kunnen we na de thee naar het kantoor gaan, Bep?" Je hoeft er geen postzegel op te plak- zei Bep. „Als je je brief zelf liever lts, niet aan Grootmoeder geven wilt, kun je Jan vragen hem met de andere brieven binnen te brengen." Dick verwierp dit plan echter onmidde- lïjk. „Hij zal er zoo gierig uitzien zonder post zegel." zei hij, „net alsof ik-er geen dub beltje voor overheb. Groote menschen plak ken altijd postzegels op hun brieven of la ten ze door hun bediende wegbrengen. Ik lieb geen bediende en zal er dus maar een postzegel op plakken." „Je kunt wel een postzegel van mij koo- pen, dan hoef je niet naar het postkantoor le gaan." Dit vriendelijk aanbod werd echter on- middelijk van de hand gewezen. „Ik zou liever een nieuwen willen heb ben," zei Dick: „ik wil Grootmoeder geen tweede-hands-postzegel geven." Zoo ging Bep na de thee dus met Dick en Molly naar het postkantoor. Dick voerde het woord en vroeg, of hij eens wat postze gels m och trien. De juffrouw aan het loketje had schik in den aardigen baas en voldeed glimlachend aan zijn verzoek. „Wat kosten deze?" vroeg hij. „Ik vind deze het mooist. Jij ook. Molly?" „Deze" waren postzegels van vijftien cent en Dick had maar een dubbeltje. „Neem die dan." ried Bep hem aan, ter wijl zij op een groen vel wees. „Wat kosten die. juffrouw?" „Vijf cent? O, dan kan ik er twee koopen Molly, jij mag er ook één opplakken." De postzegels werden betaald en triom fantelijk op den brief geplakt, al was het even een teleurstelling voor Molly,, dat ze den hare naast dien van Dick en niet in een andere hoek moe9t plakken. Op die voorwaarde liet haar broertje 'l haar doen. Dick ging nu met zijn brief naar buiten, liet hem in de bus glijden en kwam weer in het kantoor terug. „Wilt u er vooral aan denken, dat u mijn brieven aan Grootmoeder laat bezorgen?" vroeg hij nu aan de juffrouw. „En wilt u de postzegels alstublieft heel zwart stem pelen?" De vriendelijke juffrouw beloofde hem dit. Ik geloof niet .dat géén uitnoodiging Grootmoeder in haar heele leven zóóveel plezier gedaan had, als de kaart, die zij den volgenden morgen aan het ontbijt ontving en waarop Dick heel deftig een schriftelijk antwoord kreeg, dat eveneens over de post verzonden werd. „Nou weet u. wie ik vragen wou." riep hij uit, terwijl hij uitgelaten door de kamer danste. „Ik kon het u niet eerder zeggen, want dan zou het geen verrassing meer ge weest zijn. U vondt het immers niet erg van dat P. S., is het wel. Grootmoeder? Juf zei, dat het eigenlijk niet hoorde, maar ik geloof, dat zij van zulke dingen geen verstand heeft." Grootmoeders oogen glinsterden weer net ab Eefje's oogen, wanneer zij ging schreien. Maar Grootmoeders ge2icht lach te, terwijl zij antwoordde: ..Het deed mij juist zooveel plezier. Dick; ik vond je P. S. het mooiste van je heele uitnoodiging." Ik kan jullie onmogelijk alle heerlijkhe den van Dick's verjaardag opnoemen Dick was zóó opgewonden bij het vooruitzicht van zijn „visite", dat hij niet eens veel aandacht wijdde aan de cadeautjes, die hij kreeg; hij danste maar door de kamer en riep telkens uit: „Vanmiddag gaan we naar de boerderij van Japiksl Hoeral" totdat Molly plotse ling zei: „In dat pakje zit iets levends, Dick;" Ik zal eens kijken." „Nee; Bep zegt, dat je nooit brieven ol pakjes van een ander mag openmaken I" riep Dick nu van het andere einde der ka mer. *,Goed; maak jij het dan open," zei Molly terwijl Dick naar de tafel liep. „Iets levends" bleekeen snoezig, klein, rond klokje te zijn, dat hij op den schoor steen in zijn slaapkamer kon zetten. Nadat het door allen bewonderd was en de andere pakjes eveneens uitgepakt waren, zei Groot-, moeder: „Laten we nu eerst ontbijten, kinderen, want Dick moet naar school." De kinderen gingen nu om de ontbijtta fel zitten. Het was mooi, zonnig weer en toch niet al te warm. Het ritje naar de boerderij was heerlijk en allen genoten. Dick drukte zijn tevredenheid uit door te zeggen, dat de weg erheen „bijna even mooi als ïndië" was. Nooit werd een gast meer geëerd dan Grootmoeder door haar jeugdigen gastheer. Hij wilde vóór alles, dat Grootmoeder ple zier had en liet haar geen oogenblik aan haar lot over, zoodat zij hem eindelijk met moeite moest overhalen met de anderen te gaan spelen, terwijl zij met een boek in bet priëel zat. „Ik geloof, dat het beter is als ik u ge zelschap bliif houden," zei hr\ terwijl bij verlangend keek naar Bep. die met Moily en Eefje op het groote grasveld stond. ^.Maar er kan mij hier niets overkomen," zei Grootmoeder, „en ik zou graag willen, dat je prettig ging spelen. Ik ben eigenlijk een beetje moe en zou graag wat rustig willen zitten." „Maar zult u u dan niet eenzaam voe- „Nee, zeker niet. Jullie komen hier straks terug om aardbeien met room te eten en ik heb een mooi boek oan te lezen." „Bent u nergens bang voor?" vroeg Dick nog. „Ik dacht, dat vrouwen altijd gauw bang waren, als ze alleen zijn." „Nee, ik zou niet weten, waarvoor ik op het oogenblik bang moest zijn," zei Groot moeder glimlachend. „De lucht is zóó hea der, dat we wel geen onweer zullen krij gen en „Bent u bang voor onweer?" vroeg Dick onmiddellijk. „Ik houd er niet erg van, als ik alleen ben; maar je zou bi; me terug kunnen ko men, zoodra er een bui opstak. Ga dus met de anderen spelen vent, en heb veel ple zier!" Dick sprong nu meer dan hij liep en was weldra bij Bep en de zusjes. Nadat 2ïj allerlei spelletjes gedaan had den, zei Bep tegen don jarige: „Ik ben blij, dat mijn Dick zoo lief voor Grootmoeder is."' Zij zaten onder een boom en Bep was be zig een krans van madeliefjes te winden terwijl de zusjes de bloemen daarvoo-" plukten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 15