R.H.W. Limonades
Zonderlinge Kameraden
No. 19715.
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 18 Juni.
Tweede Blad*.
Anno 1924.
UIT DE RAADZAAL
EERSTE KAMER.
Keelontsteking1
Abdijsiroop i
TWEEDE KAMER.
FEUILLETON.
-9e brugwachterskwesde.
Een vrouw in het üallcge
van Cnratoren van het
Gymnasium? Slansver-
iiaaiing. Verlenging ar
beidsduur van gemeente-
personeel.
Als een zittend lid van den llaad heen
gaat, wordt onmiddellijk als de opvolger-
(ster) aangewezen de eerste der pretenden-
tsn van de partij cardidatenlijst en mag
deze zoo spoedig mngeliik zitting nemen. En
zoo gebeurde het ook Maandag, dat de heer
R. Zuidema reeds, geluk gewentclit door den
Voorzitter, naast zijn partijgenoot Elkerboul
zitting genomen had vóór de Voorzitter wij
len den heer Pera had herdacht.
't Is weer eens zoo'"echt vervelende
praatzitting geweest, dat een nieuweling,
die er nog niet aan gewend is, geneigd zou
rijn er voor goed den brui aan te geven.
Was een groote agenda, zeker; maar
de voorstellen van eenig belang; geldle
ningen, woningbouw enz. gingen weder zon
der discussie onder den hamer door, zooals
dit in den regal pleegt te geschieden, terwijl
over minder belangrijke zaken men denke
jan het voorstel Witman.; c.s., om B. en
ÏV. uit te noodigen hel voor eenige jaren
geven ontslag aan een paar brugwachters
alsnog eervol tc verleenen over en weer
werd gepraat. En deze zaak heefl den Raad
reeds eenige malen 1 cziggehouden. Het
stond al vast, dal het college van B. en ,T
traaraan het recht om ai ot niet eervol ont
slag aan deze beambten te geven, is ver
leend. niet op zijn besluit zou terugkomen.
Ten overvloede had de Voorzitter eenige
zittingen geleden dit nog goed laten voelen.
Waarom dan toch er mee gekomen? De
[laad had al bij meerderheid van stemmen
trorklaard de straf zwaar te vinden; een
schrale troost, maar toch een troost voor
deze mannen. De voorsteller beliep alleen
de kans, dat dit College nu ook niet met
zijn voorstel meeging, en dan zou die troost
hun ook ontnomen zijn. En zoo is het ook
geschied, zoodat een uur vruchteloos, en af
en loe zelfs onaangenaam debat, voor de
betrokkenen een averechtsch gevolg heeft
gehad.
Dal prof. Eerdmans met anderen een lans
brak voor de benoeming van een vrouw in
hel College van Curatoren van hel Gymna
sium, nu het percentage meisjes-leerlingen
er vrij groot is, kunnen wij hegrijpen en bil
lijken. De stemmen hebben nu over zijn
voorstel, om de aanbeveling, waarop twee
mannen voorkwamen, terug le zenden, ge
staakt, zoodat in de volgende vergadering
da beslissing er over eerst zal vallen. Hoe
tie moge zijn, wij gelooven, dat in ieder
yval eerlang de vrouw ook in dit curalo-
am haar intrede zat doen.
Wat de voorstellen betreffende een h'y-
.«Ihccaire en een kasleening aangaat, daar-
;ver was eenig verschil. Mevrouw Van
Ilallie en de heer Eikerhout waren blijkbaar
ran meening, dat de laatste leening iets
roordeeiiger had afgesloten kunnen worden.
Vooral in dit opzicht hebben wij een sterk
vertrouwen in het College van B. en W. en
mo[ name in den burgemeester, die in zulke
aken zeker meer bevoegd is dan deze op
ponenten.
Ook over het voorste! om B. en W. te
machtigen de drie perccelcn Iloogcwoerd en
Steenscliuur le koop aan le bicden, is nogal
vat gezegd. Men is ten slotte met het amen
dement van den heer Huurman meegegaan,
i de gebouwen aan de Hoogewoerd eerst
al te breken of le lalen afbreken, omdat
men vreesde, dat anders het gevaar blecr,
dal zij slechts wal werden opgelapt. En men
venschte daar nu één of meer gebouwen,
(lie tot een sieraad van dit stadsgedeelte
binnen slrekkeh. Wij meenen ook, dat men
daarvoor wel een offer mag brengen; het
raakt ook de toekomst van de stad.
Men moet al hijzonder dogmatisch zijn om
in een geval als dit, vol te houden dal de
temeente haar bezittingen niet mag ver
kopen.
De heer Groeneveld, die in deze richting
een voorstel deed, kreeg slechts enkelen zij
ner parlijgenooten mee. Laat ons hopen, dat
er eenige haast mee gemaakt wordt en dat
aan den hoek van deze nieuwe straat eer
lang een winkelhuis verrijst, dat het schoon
van dit stadsgedeelte verhoogt.
Dat de vraag nog 'eens nader onder de
oogen zal worden gezien of het inderdaad
beter i3 om hel Kort-Galgewater geheel
voor het motorverkeer open te stellen, zoo
als de heer Groeneveld lanceerde, dan wel
van één zijde uit, zooals B. en W. wilden,
lijkt ons een verstandig besluit.
Dat de Raad niet op het verzoek van het
bestuur der R.-K. Par. Jongensscholen is in
gegaan, om gelden beschikbaar te stellen
voor den aanleg van een centrale verwar
ming in twee hunner scholen, lijkt ons mede
verstandig, afgezien van de vraag omtrent
de veel genoemde gelijkstelling van het
openbaar en bijzonder onderwijs, waarover
men in het debat zich een enkele maal nog
al eens warm maakte. De schoolstrijd kwam
hierbij weer eens om den hoek kijken.
De consequentie er van zou geweest zijn,
dat de aanvragen daartoe ook van andere
schoolbesturen binnenkwamen en dat er
op aangedrongen zou worden ook de open
bare scholen hierin te doen deelen. En
wie de berekening van den wethouder
heeft gevolgd, wat de meerdere kosten er
van zouden zijn, moet zich verheugen, dal
de Raad met B. en W. is meegegaan. En
het doet ons genoegen, dat de heer Oost-
dam in dezen zijn parlijgenooten afviel cn
tevens te vernemen, dat de wethouder San
ders, die nu afwezig was, ook de afwijzing
wilde. 'I Is nu maar le hopen, dat hoogcre
autoriteiten niet uitmaken, dat de wet de
gemeente toch lot toegeven dwingt, zooak
de heer Wilmer schijnt te meenen.
Dat de avondzitting zou worden in beslag
genomen door het voorstel lot verlenging
van den arbeidsduur van de werklieden en
ambtenaren in dienst der gemeente, hadden
wij wel gevreesd, gezien de overvolle pu
blieke tribune, de bekende breedsprakigheid
van een deel der Baadsleden en de slechts
gewoonte, dat bij de meeste fracties niet
één, hoogstens twee, maar verschillende 1j-
den het woord over hetzelfde onderwerp
voeren, ook al wijken de meeningen niet
van elkaar af. En toch is dat jammer. Was
het voorstel inzake verhooging der pensioen
bijdragen Maandag nog in behandeling ge
komen, dan had men dezelfde argumenten
moeilijk weder uit den treure kunnen her
halen,. wat straks wel het geval zal zijn.
Dan gaat men ook over dat voorstel nog
een avond vol praten.
AI het praten der hoeren heeft toch niets
gebaat. B. en W. hebben met hun zeer ge
matigd en billijk voorstel en tegenover de
vele amendementen over de geheele linte
gezegevierd. Hoe men zulk een voorstel, dat
vee! bescheidener i3 dan vele van die, welke
in andere gemeenten zijn gedaan en aan
vaard, waar sociaal-democraten in het Cot-
'sge van B. en W. zitten, aan de reactie
kan toeschrijven, is ons een raadsel en ach
ten wij een totale miskenning van den wer-
kelijken toestand der maatschappij waarin
wij leven.
Is het waar wat de Voorzitter onder (ee
kenen van instemming van een groot deel
van den Raad opmerkte: Hadden wij maar
meer gevraagd en waren wij eerst tot dit
matig voorstel onder dan druk der vertegen
woordigers der organisaties gekomen, dan
wa3 het mooi geweest, want dan hadden die
vertegenwoordigers lot hun leden kunnen
zeggen, dat zij dit op hel College hadden
„veroverd"?
Zou dan de politiek enkel zijn jagen naar
de volksgunst?
Vergadering van gisteren.
In memoriam jhr. De Savornin Lobman,
Aan tiet begin der rergadering wijdt de
VOORZITTER eenige woorden aan de na
gedachtenis van jhr. mr. A. F. de Savornin
Lobman.
De MINISTER VAN WATERSTAAT, de
heer VAN SWAAY, sloot zich namens de
Regeering bij de woorden van den Voorzit
ter aan.
Waterstaatsbegrootmg.
Aan de orde is de begrooting van Water
staat voor 192-f.
De heer SMEENGE (V. B.), de beraad
slagingen voortzettend, zegt, dat de Mi
nister aan de binnenscheepvaart een dienst
heelt bewezen door voor verbetering van
enkele vaarwegen gelden beschikbaar le
stellen. Spr. vestigt d? aandacht op de ver
betering, die ook ten aanzien van den Rijn
en de Lek noodig is. Zoodra er geld .voor
ta vinden is, hoopt hij, dat dit daarvoor zat
worden aangewend.
Wat den vaarweg Rotterdam-Amsterdam
betreft, hel voornaamste obstakel is wel de
sluis bij Gouda. Met de verbetering daarvan
behoeft wel geen dag meer te- worden ge
wacht. De heer Smeenge vraagt waarom
wordt getreuzeld met de verbetering der
Vlissingsche haven. Het nut van dezen wet-
lelijken maatregel staat toch'wel vast na de
aanneming van de motie-Van der Voort van
Zijp in de Tweede Kamer. Het bedrag, hier
mee gemoeid, is niet zoo groot, 6 miltioen,
waarvan provincie en gemeente een belang
rijk deel betalen. Spr. zou het wenschelijk
achten, indien de Minister met een supple-
foire begrooling kwam, om dit werk direct
ter hand te kunnen nemen. Er is in Neder
land nog niet iels dergelijks voorgekomen,
dit een wet. in 1919 aangenomen, nu nog
onuitgevoerd ligt.
De heer WIBAUT (S.-D.) sluit zich aan
bij den heer Smeenge in zake de haven van
Vlissingen. Hij heelt haar lijdensgeschie
denis van begin af gevolgd. De mogelijk
heid, die in 1873 werd geuit en nu nog
door den heer Arntz, nl. dat Vlissingen een
concurrent van Rotterdam zou worden, i3
uitgeslofen. Vlissingen zou een haven voor
snelverkeer moeten zijn, een aanloophaven
en geen doorvoerhaven, zooals Rotterdam.
Als aanloophaven zou zij voor ons land en
voor de internationale scheepvaart van
groote beteekenis kunnen worden.
Lange jaren is de verbetering der haven
in studie geweest. Telkens zijn er andere
plannen gemaakt. Eindelijk werd in 1919
een wetsontwerp aangenomen lot uitbrei
ding der haven. Thans is er slechts een be
gin gemaakt. Gebeurt er som3 wat achter
de schermen? Waarom wordt er zoo ge
heimzinnig gedaan ten aanzien van de uit
voering dezer wet? Spr. vraagt den datum,
waarop de aanbesteding zal plaats hebben
van de verdere havenwerken.
De heer DE JONGE (S.-D.) bespreekt
onderscheidene kleine punten. Ten aanzien
van de Peelconcessie hoopt hij, dat de
Staat deze zaak ter hand zal nemen en men
niet den weg der particuliere concessies zal
blijven bewandelen.
Waarom weigert men nog steeds de ver
tegenwoordiging der arbeiders in den Mijn-
raad? Waarom zijn de arbeiders wel in a
Hooegen Raad van Arbeid verlegenwc jr-
digd en niet in den Mijnraad? De Regcering
mist toch in dit college de adviezen van
mannen uit de practijk
Het Staatstoezicht op de mijnen is onvol
doende, ook door de le lage salarieering der
ambtenaren. De arbeidersconlroleurs missen
de bevoegdheid om dwaug tot naleving der
bepalingen uit te oefenen. Voor de onder-
grondsche werken dienen meer controleurs
te worden aangesteld, hoewel de bovcn-
grondsche arbeid niet minder gevaarlijk is.
Ook daar is toezicht dringend noodig.
Spr. zet ton slotte uiteen, dat hij een
Slaatsmijnbedrijf verkieslijker acht dan een
dergelijk bedrijf, overgeleverd aan par
ticulieren willekeur. De loonen bij particu
liere mijnondernemers zijn nog 30 1 10
pCt. lager dan die bij de Staatsmijnen. Van
Katholieke zijde heelt het Slaatsmijnbedrijf
allerlei aanvallen. Men wil van die zijde
de onbeperkle oppermacht hebben in hel
mijnwezen en blijkbaar Limburg voor de
Katholieke bezitters reserveeren.
De heer MOLTMAKER (S.-D), behoort
tot degenen, die zich afvragen waarom hel
belangrijke Departement van Waterstaat
steeds wordt bestuurd door personen, die
zich in de uitgebreide taak, die zij le ver
vullen hebben, niet thuis gevoelen. Hij haalt
eenige uitspraken aan van R.-K. en Chris
telijke vakorganisaties, waarin het vertrou
wen in deze regeering en in dezen Minister
wordt opgezegd. Onder het spoorwegper
soneel zijn er maar weinigen, die vertrou
wen in dezen Minister hebben. Men krijgt
ook den indruk, dat niet de minister, doch
de betreffende hoofdambfenaar op spoor
wegwezen de lakens uitdeelt.
De autobussen hebben in on3 land een
anarchie teweeggebracht. Maatregelen hier
tegen zijn van dit Departement niet uit
gegaan. De autobus behoort in geen enkel
opzioht aan de eischen te voldoen, die hier
worden gesteld aan het spoor- en tram
wezen.
Ligt het niet tn de lijn van spoor- en
tramwegondernemingen om b'eslag te leg
gen op het aulobuswezen
De spoorwegen dienen intensiever te
worden geëxploiteerd. Vooral op Zondag
dient het vervoer tegen verlaagd larief
plaats te hebben. Het publiek gaat and»
meer en meer uit met den autobus.
Spr. bepleit verbetering der wachtkamers
en coupê's derde klasse. Waarom wordt er
geen proef genomen met zittingen van ge
vlochten riet? Voor langere afstanden is
dit zeer wenschelijk.
De inkomsten voor de spoorwegen komen
toch voornamelijk van de derde-klasse
reizigers.
Spr. vraag! een onderzoek naar de moge
lijkheid van het aanbrengen van automati
sche koppelingen, die in het buitenland ook
zijn ingevoerd. Deze kunnen groote onge
lukken voorkomen. Het grootste percentage
der ongevallen betreft het rangeerend per
soneel.
Wat de tarievenpolitiek betreft, 9taal spr.
aan de zijde der Regcering. De tarieven zijn
hier te lande niet hooger dan in andere
landen met normals valuta. Spr. komt op
tegen te vérgaande maatregelen van bezu;-
niging, welke de veiligheid andere in ge
vaar zullen brengen. Hij is niet gerust op
de bevoegdheden, die de personeelraad zal
krijgen. De regeling der dienst- en rust
tijden voor het spoorwegpersoneel wordt
steed3 verslecht. Het zou wenschelijk zijn
als de Minister terugkwam op zijn herrubri-
ceeringsbeschikkingen voor die groepen,
welke voortdurend ingespannen arbeid ver
richten.
Wanneer is de pensioenregeling te ver
wachten, in 1920 reeds toegezegd? Toen
deze Minister reeds demissionair was, heeft
hij een brief aan de spoorwegdirectie ge
schreven, waarin .werd aangedrongen op
een loonsverlaging van 10 pOt. Er komt
door al deze dingen een groeiende ontstem
ming onder het personeel, dat thans weer
in onzekerheid verkeert ten aanzien van het
volgend jaar, een ontstemming, die tot
explosies kan aanleiding geven.
Wil de Minister mededeelen, welke hou
ding hij zal aannemen legen vele tramlij
nen, die zonder concessie worden geëxploi
teerd? Vele reglementen zijn door den mi-
nisier goedgekeurd, waarin met geen enke
len wensch van het personeel is rekening
gehouden. Het minimum aantal vrije Zon
dagen dient op 26 te worden gesteld.
De vergadering wordt verdaagd tot heden
Woensdag, elf uur.
RECLAME.
Ccatarrh, bronchitis, schorheid.
Gebruik AKKER's I
3193
(Vergadering van gisteren.)
Na afhandeling en goedkeuring van ver
schillende kleine ontwerpen en eonelusies
was aan de orde het voorstel-llutgers c.a.
tot wijziging der Drankwet:
Plaatselijke keuze.
v Mevrouw BRONSVELD— VITRINGA
(R.-K.) behandelt de kwestie los van de
drankbestrijding. Zij meent, dat niet weer
legd is het bezwaar, dat bij dit onlwe.p
een volksreferendum wordt ingevoerd, dat
de Grondwet niet kent. Spr. ziet niet in
waarom wij een buitengewonen weg moe
ten inslaan om te bereiken, wat door voor
beeld en voorlichting ook is te bereiken.
Dwangmiddelen bebbea dikwijls iets zeer
nadeeligs in hun effect en spr. is daar niet
vóór.
RECLAME.
Overal verkrijgbaar. 9230
LET OP ILUVRELSMEKK R. II. W.
Mevrouw BAKKER—NORT (V.-D.) aobt
bezwaren van plaatselijke keuze grooter
dan de voordeelen. Zij vindt het ontwerp
in strijd met de Grondwet, die geen refe
rendum kent. Misschien zou dat niet zoo
heel erg zijn ais het algemeen bdaog hier
deze afwijking eisobte, maax dat is mot
het geval. Hot middel acht tij ondoelmatig
en ondoeltreffend en onnoodig.
Do heer DRE6SELHUYS (V.-B.) zogt
dab zijn fractie voornemens is tegen aifc
ontwerp te stemmen: Er was i. geea
aanleiding om dit ontwerp weer in te dioj
een nadat het een paar jaar gcloden iff
verworpen.
Spr.'8 hoofdbezwaar is, dat de weta-»
dwang, die in dit ontwerp Ligt, niet zijn
grondslag vindt in de noodzakelijlchoid.
Dwang is geen opvoedingsstelsel, golijk de
ervaring heeft geleerd, en daarom is 8pr.
er tegen. Zedelijke middelen hebben bij
de drankbestrijding veel succes gehad cn
het is niet noodig cn niet gewensóbt, dat
daaraan dwangmiddelen worden gepaard.
Het drankgebruik ia sedert 1898 van 8.8-
Liter per hoofd teruggoloopen tot 2.10 Li
ter. Het is liet succes der zedelijke midd<y
len van de drankbestrijding en juist daar
om is bet niet gewensóbt daaraan dwang-»
middelen toe te voegen.
Spr. vraagt welke rechtsgrond er is, dat
de éón een glas bier mag drinken en den
ander verboden wordt een glas sterken
"drank te drinken.
Van ieder genotmiddel kan misbruik
maakt worden, maar daarvoor vervalt bet
genotmiddel niet als genotmiddel.
Plaatselijke Keuze heeft liet meeste kans
van slagen in plaatsen, waar het grootst
aantal drankbestrijders is. Juist dus daar,
waar zij het meest noodig zou zijn, heeft
zij de minste kans van ingevoerd to wor
den.
Het voorstel is practiaoh niete andere
dan propaganda en het is ook als zooda*
nig bedoeld. Een eerste stap naar de droog
legging, meer niet; middel en geon dock-
Ten slotte formuleert spr. de constifcu-
tioneele bezwaren. Het voorstel past niet
in ons constitutioneel stelsel, gelijk mi
nister Cort v. d. Linden indertijd duidelijk
heeft uitééngezet. De Kroon komt voor een
beslissing, die zij feitelijk niet kan recht
vaardigen. Zij beslist immers dat in de ééne
plaats des lands een andere wet zal be
staan dan in de andere. D»ic beslissing is
nimmer goed te verdedigen
Moj. GROENEWBG (S.-D.) verdedigt
bot ontwerp, dat het resultaat der Drank
bestrijding moet vastleggen. Iedere wetge
ving beperkt de vrijheid ic eenigo mate.
Ook de Drankwet beperkt haar. Dab v^>
len hun broodwinning zullen verliezen, ia
juist, maar het geld voor drank uitgege
ven is beter te besteden.
Plaatselijke keuze on propaganda voor
geheelonthouding staan niet tegenover,
maar raast elkaar. Er zijn strekon, die
rijp tijn voor plaatselijke keiue en bet i8
juist van belang, dat de resultaten daar
worden vastgelegd voor het opgroeiende
geslacht, dat zonder alcohol is opgevoed
en niet meer den strijd tegen den drank
zal moeten voeren.
De hoe:* OUD (V.-D.) ontwikkelt oonsti-
tulioicele bezwaren tegen de Plaatselijke
Keuze, die niet past in onze wetgeving. Hij
«luit zich daarbij aan bij mr. Dresselhuys.
Mej. WESTERMAN (V.-B.) steunt de
opvatting van mevr. BronsveldVitringa.
Zij wil op den ingeslagen weg der drank
bestrijding doorgaan en geen dwangmid
delen toepassen.
De heer RUTGERS (A.-R.) verdedigt het
ontwerp. Het wil een geleidelijke werking,
gelijk die ook in (5e Drankwet is bedoeld
en het is alleen de bedoeling wat sneller
op te schieten dan de Drankwet wil. De
rechtsgrond van het vei$>od is dezelfde als
die van de Drankwet cn daarop wordt
Kaar 't Engelschi van LEONARD MERRICK.
Geautoriseerde vertaling vaa Mej. E. H,
10)
Ba trein leek hem le vliegen over den
en ineens kreeg hij een vreeselijken
angst wat die tweede deur soms wel eens
*on binnen lalen, cf in spijt van de fooi
-7 daardoor niet eens iemand zou kunnen
binnendringen! De minuten vlogen, en in
lederen paal of hoorn, dien zij voorbij snel
den, zag hij een gevaar.
Waarom?" zei hij eindelijk.
.-Waarom?" Zij begreep er niels van.
..Waarom zou het u niet mogelijk zijn,
andere dagen te hebben, die even goed
zijn?"
Hij
was nu vreeselijk zwart. Zij wend
de hel gelaat af, eer zij sprak;
«Hoe zou dal kunnen?"
"Ik he'o u lief," fluisterde hij
'ij had geen woorden. Hij slond op en
L'? naast haar zillen. Zij voelde zijn hand
■'oir de haoy grijpen onder de deken en zij
i? j 36 hoe die trilde. Zou zij hem haar
■"na lalen vallen?
"f had hij ze.
"Verschrik ik je?"
Z'J schudde hei hoofd,
r ou m'jR 'even voor je kannen
O; a's je maar een beelje, een héél
ikük e''e van 011 ^uden dan za'
"ton zoo goed voor je zijn. Hel behoeft je
,e berouwen. Ik zal alles geven,
wat je hebben will. Ik heb je lief; voor jou
was het, dat ik vanavond zon». Geen blanke
zou je kunnen aanbidden, gelijk ik. Kan je
dan niet het onderscheid vergelen? Dat is
wreed tegenover mij. Neen, neen, niet
wreed; je kan nooit wreed zijnl Ik weet, ik
weet, dat het heel natuurlijk is, hoe je me
niet kunt begrijpen; je vervult mijn ziel,
maar je kijkt niet dieper dan mijn huid."
„Ik mag je heel graag," antwoordde haar
slem,
„Wil je mijn vrouw zijn?"
„Ja," zei ze.
Zij sloot de oogen en liel zich door hem
kussen.
HOOFDSTUK Y.
En zij had geen berouw van Haar belofle,
zoo min als de ontsteltenis van haar moe
dor van eenigen anderen invloed op haar
was dan dat zij des te gewilliger het oor
leende aan zijn bede om ioch maar zoo
gauw mogelijk te trouwen. Het huwelijk zou
piaals hebben op het eind van de volgende
maand. Zij aanvaardde zelfs zijn liefkoo-
zingen zonder ai te zeer terug te schrikken
en bood haar eigen kussen, als verg.eding
voor de juweeien, die hij haar mee bracht.
Slechts ééns gedurende de verloving schrik
te zij van haar eigen gedachten. Het viel
haar namelijk in, dat hij wel eens zijn slem
kon verliezen. Ja, verbeeld je zóó iets; dan
zou zij alles voor niels hebben gedaan. Hij
zou niet te helpen wezen en zij zou haar
leven lang gekelend zijn aan een neger, die
door haar onderhouden moest worden. Wat
een toekomst! Wat een hel. Op het oogen-
lilik, dat zij zich hel meest ontzet voelde
door dezen inval, trof hel haar ook,
want Irouw woonde zij iederen Zondag de
godsdienstoefening bij dat deze ramp
misschien de juiste slraf zou zijn voor de
zonde, die zij bedreef, door haar betere ge
voelens te onderdrukken. Zij was bezweken
voor een verleiding; wie weel, of de gevol
gen, die zij dragen moes!, nu niet als een
zware lasl op haar ruslcn zoudenI
Karakteristiek was hel, hoe zij geheel uit
het oog verloor, dat hef Ioch wel wal onbil
lijk zou zijn den man zoozeer le treffen, om
'.aar die zedeles te gevener zijn vele Chris
tenen, die figuurlijk gesproken het
huis in brand zouden slaken om een varken
le braden. En op zijn minst zoo velen, die
hun belangen trachten overeen te brengen
met hun geweten door een rechtvaardig bid
den. De naam van „Vivian" kwam wel
degelijk voor in Ownies gebed. Zij bad om
de kracht om haar moederlaak le vervullen
tegenover Vivian.
Ook was zij vast-baslolen, dal zij al heel
gauw na haar huwelijk Lee zou overreden
zijn leven le verzekeren. Door ervaring
wordt men wijs, en deze voorzorgsmaatregel
was in haar eerste huwelijk verzuimd.
Natuurlijk kende zij het temperament van
den neger niet; anders zou zij geweten heb
ben, dat gr niets beslaat, waar die zoozeer
afkeerig van is als van voorzorgsmaatrege
len te treffen legen onvoorziene omstandig
heden, en dat zij met evenvee! kans van
slagen er bij hem op aangedrongen kon
hebben, dat liij zag een blanke huid met
een kleur te krijgen.
Iniu3scoen verschenen er berichten in de
bladen ejyer werden geschenken afgegeven
van kunstbroeders, Van muziekvereenigin-
gen^-en van het publiek. Zelfs mrs. Trem-
letf begon tie zeggen, dat hel „zoo toch maar
hét beste zou zijn." Een man. die groote zil
veren trekpotten kreeg van totaal onbeken
den, vond zij, macht toch ook aanspraak
maken op meer eerbied dan zij hem lot nog
toe betoond had. Haar kleinkind en het aan
komend verpleegster-kindermeisje zouden
bij haar blijven tol de wittebroodsweken
om waren.
De huwelijksvoltrekking had plaats te
Londen en Ownie en Lee vertrokken naar
Parijs, waar hij zingen moest.
Al3 mrs. Lee dagboek had gehouden van
dit tijdvak in haar leven, zou dit een van de
boeiend3le menschel ijke documenten zijn
geweest, ofschoon men veel van het boeien
de tusschen de regels door had moeten
lezen, daar zij niels had geërfd van die gave
van haar vader, om zich gemakkelijk uit te
drukken. Het zou het voortdurend dimi
nuendo moeten zijn, dat het overgaan in den
anderen sleutel deed gevoelen. Zij bleven le
Parijs bijna vijf weken en eer er veertien
dagen voorbij waren, voelde zij geen gewe
tensbezwaar meer. Zij was er nu gelalen
onder. Niet, dat zij dit voor zich zelve er
kende, zij zou hel niet in haar dagboek ge
schreven hebben; zij zag er ook niet naar
uit, maar haar begeerige, bekromfren ziel
voelde zich voldaan, ofschoon haar oogen
nog naar sympathie uitgingen.
Vreemden gaven haar die. Zij zag er veel
beter uit in de kostbare japonnen, die Lee
haar kocht. Dat echte lieftalligheid zich-
zelve tooit, is wel de grootste dwaasheid,
die de dichter van „De Jaargetijden" kon
hebben gezegd, en de Engelschen en Ame
rikanen spraken waardcerend van die
knappe Vrouw, die een neger had ge
trouwd.
Er zijn vrouwen, wien meelijden al even
aangenaam is aI3 lawaai voor de menigle,
en Ownie Lee, die de knagingen van het ge
weten niet geheel tot zwijgen had kunnen
bren»en, vond de noodige bedwelming daar
voor in de gewaarwording, dat de inenschen
haar in zekeren zin beklaagden De inne
mende glimlach, die haar altijd zoo goed
had gestaan, won nog aan uitdrukking. Lu-
cretia kon dien van haar overgenomen heb
ben, als zij het Bois de Boulogne had rond
gereden, in plaats van zich dood te steken.
En Lee.Lee was vreugde-dronken. En
hij voelde zich nog niet gedcsillusionneerd.
Hij had geen vurige liefde, geen leedorheid
geen goed verst in verwacht. Hel was hem
al genoeg, als hij zijn brandende liefde meer
aan onverschilligheid mocht verkwisten. Hij
trilde bij de aanraking van de koele vrouw,
die zijn vervoering aanvaardde, met zulk
een hooghartige kalmte: Maar geld uitgeven,
om haar sieraden te koopen; diamanten, die
zouden fonkelen aan haar vingers en op
haar borst, was zijn genot.
Hij had een contract voor een lournée
door Engeland voor zeshonderd pond per
week, en op éfn orhtend gaf hij wel het ho
norarium van een veertien dagen uit aan
juweeien voor haar. Als hij in de foyers en
op straat de blikken van de mannen las,
juichte het in hem; zij benijdden hem haar
bezit, die verwaande druktemakers, die er
zich zoozeer op lieten voorstaan, dat zij met
een blanke huid geboren waren! Hij ver
vloekte hen hartgrondig; maar dan voelde
hij zich verreweg de haas: de vrouw, die
hen Irok, was de zijnel
Toch was het hij een gelegenheid, nag
eer de willebroodswi ken orn waren, dat de
bewondering, die zij wekte, hem juist wel
heel onaangenaam anndeedt; ja, hem zelf.
door het dolle heen deed zijn van drift en
aanleiding gaf tot e>n geweldige uitbar
sting.
(Wordt vervolgd).