Zonderlinge Kameraden
No. 19710.
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 12
Juni.
Tweede Biad. Anno 1924.
GEMEENTEZAKEN.
FEUILLETON.
t
foorstel tot verlenging van den arbeidsduur
gemeente-personeeL
In hun voorstel van 5 Februari 1923 stel
ten B. en W. den Raad voor. om, met wijzi-
fing van het Raadsbesluit van 28 Augus-
{jo 1919, den 8-urigon arbeidsdag resp. 45-
u-jga arbeidsweek, van 't gem.-pers. te ver
langen door den 8l/*-urigen arbeidsdag,
sop. -18-urige arbeidsweek en om voor en-
jgle categorieën van ambtenaren en werk
lieden een gemiddelde 48-urige arbeidsweek
rcor te schrijven.
In de vergadering van 26 Februari 1923
bram dit voorstel in openbare behandeling,
ïjch een beslissing werd omtrent het voor-
r*l toen nog niet genomen, aangezien op
r^orstel van de heeren Heemskerk, Bis-
>iop, Schoneveld en Jan de Lange beslo
pen werd het voorstel van de agenda af te
roeren en gedurende het loopende zittings-
jjar niet opnieuw in behandeling te nemen.
in verbond met dit besluit meenden B. en
57, in den geest van den Raad te handelen
foor ook de toen aanhangige voorstellen tot
reorganisatie van het georganiseerd overleg
niet meer gedurende dat zittingsjaar aan de
crde te stellen; zoo spoedig mogelijk na de
W-stand-koming van die reorganisatie kon
im over het voorstel in zake de verlenging
7»n den arbeidsduur het gevoelen van de
Mgemeene Ambtenaren- en de Alge me ene
tferkliedencommissie in haar nieuwe sa
menstelling worden ingewonnen. Aldus is
jschied
Tot recht versland der zaak brengen B.
a W. nog kortelings in herinnering, waar
om zij verleden jaar tot indiening van hun
coderwerpelijk voorstel meenden te moeten
orargaan.
Het voornaamste motief, waarop de Raad
oo voorstel van hun College in Augustus
2)19 besloot over te gaan tot invoering van
in 3-urigen arbeidsdag, resp. van de
16-urige arbeidsweek, was gelegen in het
rtroven, om den arbeidsduur van het ge
meente-personeel zooveel mogelijk te regc-
1» in overeenstemming met de voorschrif
ten van het toenmaals bij de Stalen-G^ene-
raal aanhangig ontwerp-Arboidswet. Toen
ïchtor de Rijkswet bij de wet van 18 Mei
1922 S. 364 o.a in dien zin was gewijzigd,
dat de 872-urige arbeidsdag, resp. 48-urige
irbeidsweek. in de plaats trad van den
8-urigen arbeidsdag, resp. 45-urige arbeids
teek. achtten zij het volkomen rationeel,
dat ook de arbeidsduur van het gemeente-
personeel dienovereenkomstig werd gewij-
sigd en dit te eer, omdat, bij de allerwegen
heerscluende malaise en met het oog op den
toestand der gemeente-financiën, bezuini
ging op de uilgaven der gemeente dringend
vis geboden, en omdat het Rijk, verschil
tere andere gemeenten en ook het parti-
Hftlier bedrijf in verlenging van den arbeids
int reeds waren voorgegaan.
M \an de andere zijde meenden zij van het
^Btoecnte-personeel slechts een gering offer
■«vergen; immers, zij wezen er op, dat de
Hrwrgestelde regeling niet raakt aan het
Hnekloon der werklied-en, dat alleen het
Hirarloon, hetwelk in hoofdzaak dient voor
Hè berekening van het, overigens zooveel mo
■lelijk te beperken, overwerk, uit den aard,
■6 zaak eenigszins wodt verlaagd, terwijl
■tei slotte ook na de verbnging van den ar-
H&dsduur voor den arbeider voldoende lijd
Hwerblijft, om zich aan zijn gezin, zijn on-t-
■irikkeling en vêreenigingsl-even te wijden.
I Vrees voor toeneming van de werkloos-
Ibd behoefde ook niet te worden gekoesterd
■aangezien het voornemen was de verlen-
Hging van den arbeidsduur slechts geleidelijk
■i> te voeren door het niet-vervullen van
Hiacalures, zoodat in verband met de ver-
Hoging van den arbeidsduur geen personeel
■vi worden ontslagen.
De motieven, die B. en W. destijds lol in-
Hü&ning van het voorstel noopten, gelden
Haar hun meoning nog in sterkere mate dan
■^rieden jaar.
De financiëele toestand van de gemeente
■Mi is er sindsdien niet gunstiger op ge-
Harden; ondanks een belangrijk batig saldo
H~er 1922 van f 419.541, kon de begrooting
Hitor 1924 niet anders sluitend worden ge-
Htoakt dan door tevens te beschikken over
■&n aanzienlijk deel (f297.708) van het te
■terwaehlen batig saldo over 1923, hetwelk
Naar 't Engelsch van LEONARD MERRICK.
Geautoriseerde vertaling van Mej. E. H.
i.O, mijn Hemel! Een groot succes. Ja, als
h eenmaal „een groot succes" hebt, dan ben
fier! Als een vrouw een groot succes heeft
tersikt. dan kan zij de Albert Hall vullen en
tfere'd in beroering brengen. Zij kan zelfs
p Kngelschen in geestdrift ontsteken; die
JP de tribunes ademloos doen luisteren, al
khben zij dan ook geen stoelen en strijdt
r- tegen hun gebruiken om op den grond te
n. De zangers, die „groot succes" heb-
I -D, zijn vorsten op hel podium 1 Al kunnen
1 ook niet acleeren, niet praten, al zijn ze
lia '?om a's £anzen' God heeft hun een-
L die wondermacht geschonken; nie-
ar>Q weel waarom. En soms geeft Hij
IJ® met Zijn andere hand een zwarte huid;
^rnand weet waarom...."
L 1J die onverwachte toespeling op zijn
Ltur> schrikte mrs. Tremlett op of zij geslo-
I .rWasi en haar dochter prevelde:
■km dacht, dat u iets voor mij hadt
L ri-n doen. Maar ik zie, dat u het erg
I js van mij vindt."
Lj* h«b u nog niet gehoord. Ik waar-
lüt U 11 en^e' jnaar wAt voor soort leven
l^fi be.®inne- Ik zou voor u billen
13 Waf u a* maar ©enigszins mogelijk
fjfir u voor een sbtn? Zingt u eens
w enij."
nu ®fel, Ownie I" riep de hospita; „de
feitelijk geheel aan hot dienstjaar 1925 had
moeten ten goede komen. Zouden eventueel
batige sald(, tol de vorming waarvan ook
de winsten van eenige bedrijven medewer
ken, komen le ontbreken, dan is, indien
mede de uitgaven niet sterk besnoeid wor
den, belastingverhooging onvermijdelijk,
terwijl anderzijds het ernstig streven moet
zijn den belastingdruk, waaronder thans de
ingezetenen reeds zuchten, zooveel mogelijk
te verlichten, hetgeen, zooals bekend is, voor
het belastingjaar 1924/25 lot hun leedwezen
nog niet mogelijk was.
Bij het Rijk en bij tal van gemeenten,
in Amsterdam reeds sinds 1 Juli 1923 en
nagenoeg in het geheele particulier bedrijf
is thans de 87*-urige arbeidsdag, resp. 48-
urige arbeidsweek ingevoerd; het is dus al
leszins rationeel, dat ook de arbeidsduur
van het Leidsche gemeente-personeel daar
mede in overeenstemming wordt gebracht.
Met leedwezen hebben B. en W. daarom
uit het advies van de algemeene commis
sion van het georganiseerd overleg bemerkt,
dat alle vertegenwoordigers der organisaties
en twee van de zes vertegenwoordigers der
gemeente zich hebben verklaard legen dezen
maatregel.
Niettemin meenen B. en W. op boven
staande gronden het yooratel te moeten blij
ven handhaven.
Benoemingen en ontslag.
Tor vervulling van de vacature in het
Ooilege van Ouratoren van heb Gymnasium,
ontstaan door het overlijden van mr. J.
C. van der Lip, worden door dit College
aanbevolen: lo. mr. P. E. Briët, advocaat
en procureur2o. prof. mr. D. van Blom,
hoogleeraar, beiden alhier.
Ter vervulliug van de vacature in do
Plaatselijke Schoolcommissie, ontstaan
'dcor het bedanken van mevTouw Drever-
manDe Kruyf, worden door deze oommis
sie ter benoeming aanbevolen lo. J. W. v.
Hees2o. G. G. Oolin.
Tor voorziening in de vacature van
plaatsvervangend lid-werknemer van hot
bestuur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs,
ontstaan door hot bedanken van den beer
W. C. van der Blij, heeft het bestuur on
derstaand dubbeltal den Raad ter aanbo-
veling doen toekomen: de heeren J. G.
Valkenburg, SteenBtraat 35, en J. Th. do
Boer, Ververstraat 27.
In overeenstemming met het gevoelen
van den inspecteur bieden B. en W. don
Raad hierbij de volgende voordracht aan
ter benoeming van een fröbelonderwijzeres
aan de Buitengewone Schooi voor L.O.:
lo. mej. G. do Vos, onderwijzeres aan een
gemeentelijke bewaarschool te Dordreobt
2o, mej. M. van Klaveren, onderwijzeres
bij het openbaar bewaarsohoolonderwijs to
Leiden 3o. mej. G. A. Groene veld, help
ster bij het openbaar bewaarsohoolonder
wijs te Rotterdam.
Door B. en W. wordt op haar verzoeft
mevr. B. AlterDe Jong wederom aanbe
volen ter benoeming van etadsvroodvrouw
voor dén tijd van drie jaren, ingaande op
1 Juli a.s.
Door B. en W. wordt mede voorgesteld
om aan mej. A. Lens, op haar verzoek, met
ingang van 1 Juli a.s., eervol ontslag te
verleenen als onderwijzeres aan do Meis
jesschool voor U.L.O.
Eindelijk wordt den Raad door B. en W.
in overweging gegeven, den onderwijzer
O. A. Aders te verplaatsen van de Oon-
trale school voor het 7de leerjaar, naar de
flohool aan de Medusastraat A en do on
derwijzeres mej. O. A. A. de Jong, van
deze sok ooi voor het 7de leerjaar naar de
school aan de Medusastraat B.
Wijziging der Verordening op het Rijden.
B. en W. stelden in handen van de Com
missie voor de Strafverordeningen het lot
den Raad gerichte adres van de N.V. Auto
mobiel- en Motorhandel „Het Motorhuis",
e.a., waarbij gevraagd wordt art. 25 van de
verordening op liet Rijden zoo te willen wij
zigen, dat voortaan het Kort-Galgewater
met automobielen in beide richtingen mag
worden bereden. De Commissie deelt om
trent deze aangelegenheid het volgende
mede:
Art. 25 van de verordening op liet Rijden
verbiedt aan bestuurders van motorrijtuigen
op meer dan twee wielen te rijden o.a. op
menschen van het salon zijn thuis co je
weet hoe die klagen over ieder geluid."
„U wordt nog altijd „Ownie" genoemd,
naar ik hoor?" vfoeg hij.
„Moeder heeft mij eenmaal zoo genoemd,
toén ik nog een klein kind was," zij wees
met de hand onder tafel, „en sindsdien
ben ik altijd „Ownie" gebleven; ik denk, dat
ik ook wel nooit anders zal lieelen, ofschoon
ik eigenlijk „Lilian Augusta" ben gedoopt.
Ik heb een tweede alt. Ik zal oen volgenden
keer voor u zingen, als die menschen uit
zijn," voegde zij er bij met een vinnig lachje.
„Je moet altijd in de eerste plaats om je
huurders denken I Die hoorden baby eens,
in den nacht, huilen en zij vonden het toen
verwonderlijk, dat wij haar niet in het ko
lenhok sloten. Zoo iets schenen zij althans
te meenen
„O, neen. maar lieve, dat meenden zij
nietl" luidde het zwak protest van mrs.
Tremlett. „Mrs. Wilcox was met erge hoofd
pijn naar bed gegaan toen zij net op punt
van inslapen wa3Maar ze zei enkel.
„Zij klaagde er toch over, omdat zij dacht,
dat het van beneden kwam. Toen zij hoorde,
dat hel mijn baby was, stond zij versteld
over de onbeschaamdheid, dat de dochter
van een hospita een kind durfde hebben.
Niet, dat ik het haar kwalijk neem" zij
sprak intussclien op zeer spijligen toon
„een huis, waar zij kamers verhuren is ook
niet de geschikte plaats voor een kind, dat
wéét ik. 't Is enkel misschien wat hard voor
baby; dat is Alles!"
Lee was heel blij, toen hij opstond, dal de
piano nog niet open was gegaan. Dat zij
een luchtkasteel bouwde, daar twijfelde hij
niet aan, en hij zag er vreeselijk tegen op
het te verstoren. De vrouw van twee en
dertig, die „zooveel lessen" had gehad, ver-
het Korl-Galgcwater. Met den commissaris
vam politic, komt het de Commissie onge-
wenscht voor. lu-t Kort-Galge water open te
stellen voor het rijverkeer niet automobie
len in beide richtingen. Met het oog toch op
de aldaar beslaande scherpe hoeken zouden
botsingen daarvan gemakkelijk het gevolg
kunnen zijn, te meer, waar het verkeer met
automobielen op het Kort-Galge water al
lengs drukker is geworden.
liet door de adressanten tot slaving van
het verzoek aangevoerde bezwaar, dal be
stuurders van voertuigen, komende uit de
Morschstraat, geen voldoende uitzicht heb
ben op de aldaar passeerende trams, zoodat
het beter zou zijn hen het Kort-Gal ge water
van uit de Smidssloeg in de richting van de
Beestenmarkt te laten berijden, lijkt niet
van eenige overdrijving vrij. Met de noodige
voorzichtigheid, welke de bestuurders in
acht behooren te nemen, kunnen hier bot
singen gemakkelijk worden voQrkomen.
Kan dus het verzoek van de adressanten,
om het automobiel verkeer op het Korl-
Galgewatcr onbeperkt toe te laten, naar de
meening der Commissie niei worden inge
willigd, geen bezwaar bestaat er bij haar
noch bij den commissaris van politie, tegen,
dat toegestaan wordt deze straat met auto
mobielen te berijden van de zijde van de
Beestenmarkt in de richting van de Smids-
sleeg. Ook met andere voertuigen mag. yol-
gens art. 7 der verordening op het Rijden,
op het Kort-Galge water niet anders dan in
die richting worden gereden.
Op grond van het bovenstaande geven zij
Ln overweging over <>e gaan tot wijziging der
verordening, in dien geest.
Verkoop van perceelen aan de Hoogewoerd
en het Steenschnnr.
Nu de werkzaamheden voor de tramver-
binding LeidenVoorburgDen Haag bin
nen de gemeente zijn afgeloopen en de hul
zen Hoogewoerd Nis. 1 en 3 geheel en Nis.
5 en 7 gedeeltelijk zijn afgebroken, zoodat
de Korevaarstraat tlhans- tot haar volle breed
te kan worden aangelegd, moet worden be
slist, wal moet worden gedaan met het
resteerende gedeelte der perceelen aan de
Hoogewoerd Nis. 5 en 7 en met het perceel
Sleenschuur No. 2, dat door de Tramweg-
Maatschappij ingevolge de overeenkomst van
1919 kosteloos aan de gemeente moet wor
den overgedragen.
Na ampele overweging zijn B. en W. van
oordeel, dat het behoud van geen dezer per
ceelen voor gemeentelijke doeleinden noo-
dig is; de perceelen Hoogewoerd Nis. 5 en 7
speciaal No. 5 zouden, indien men ze
wilde verhuren, zelfs ingrijpende verbou
wingen moeten ondergaan, ten einde er
iets bruikbaars van te maken. Het komt hun
daarom en ook de Commissie van Fabri
cage raadzaam voor, deze perceelen alle van
de hand te doen.
De vraag is nu op welke wijze dit, met
het oog op de belangen van de gemeente,
het best kan plaats vinden.
Op dit punt n.l. loopen de meeningen in
hot College uiteen. De minderheid, en met
haar de Commissie van Fabricage, is van
meening, dat de perceelen Hoogewoerd 5 en
7 van gemeentewege moeten worden afge
broken en de vrijkomende grond publiek of
ondershands moet worden verkocht, omdat
naar haar oordeel alleen op die wijze een
behoorlijke bebouwing van dit zoo gunstig
gelegen terrein kan worden verkregen, welke
tot verfraaiing van dit gedeelte der stad zou
kunnen medewerken. Wel is waar zal ver
koop van de perceelen, zooals die thans
slaan, wellicht plus minus f8000 meer op
brengen dan wanneer de grond, ontdaan
van de huizen wordt verkocht, maar zij acht
dit geldelijk offer gerechtvaardigd ter ver
zekering van een doeltreffende bebouwing.
De meerderheid van het College, acht de
opoffering van een zoodanig bedrag in de
tegenwoordige tijdsomstandigheden niet wel
te rechtvaardigen, en meent, dat het door
de minderheid gewcnschle doel ook is te
verkrijgen, zonder dat de gemeente eerst de
heide huizen afbreekt. Het komt haar voor,
dat aan heit particulier initiatief veUig kan
worden overgelaten, op welke wijze dat de
bebouwing van dit terrein zal uitvoeren.
De gemeente heeft trouwens, door de ver-
eischtc goedkeuring van de bouwplannen en
van den gevel, genoegzamen invloed, om
vulde hem met medelijden en met mede
gevoel, en gedurende de dagen, die volgden,
verloor zij haar bekoring niet voor hem want
hij zag haar veel en tolkens kwam zij weer
terug op wat zij eenmaal als haar verlangen
had uitgesproken.
Bij haar eerste onlmoetingen had zij zich
geschaamd om met hem te loopen en daar
zij met iederen stap, dien zij deed, aan zijn
kleur dacht, had zij altijd de minst druk be
zochte plaatsen gekozen Maar die verlegen
heid legde zij al heel gauw af en zij begon
nu met recht trotseh te gaan op zijn steeds
toenemende attentie. Zij hield zich voor, dat
hel niet was. of zij met een gewonen neger
liep, of rrtet oen beroemden neger, die niet
gekend werd. Bijna alle menschen, die zij
tegenkwamen, wisten, dat hij Elisha Lee
was, en zij behoefde zich heusch niet te
schamen om met hem gezien te worden. Bij
nadere kennismaking leek hij haar ook
minder terugstootenji Zij herinnerde zich,
dat zij wel negers had gezien met veel wij
der neusgaten dan die haar een week terug
ook nog zoo wijd hadden geleken, en zijn
lippen staken nu niet meer zoo ver vooruit
als in 't eerst. Jammer maar, dat zij zoo
donker waren! Was h-H niet door zijn lip
pen gekomen, dan zou hij werkelijk in het
geheel niet terugstootend zijn geweest; er
was niets griezeligs alleen in een donkere
huid, als je er maar aan wende! En hij ge
droeg zich immers uitstekendI Wat zijn
ooren betreft, als die enkel maar wit waren
geweest, dan zouden het de aardigste ooren
zijn, die zij ooit aan een mannen hoofd had
gezien: kleine, lecre, ooren, dicht legen het
hoofd aan. En hij kon haar echt boeien. Ge
lijk de meeslen van zijn volk, wist hij goed
le vertellen en hij leende lal van anekdoten
van muzikale beroemdheden. He' was, als
daar ter plaatse een behoorlijken toestand
in het leven le roepen. Zij acht het daarom
de voorkeur le verdienen om de huizen Hoo
gewoerd Nos. 5 en 7 in het openbaar of
ondershands te verkoopen, zooals zij er
thans slaan; alleen eenige betimmeringen
van waarde zullen er eerst uit moeten wor
den verwijderd.
Wat het perceel Sleenschuur No. 2 (het
voormalige kantoorgebouw der N.V. Hoo-
genstraaten Co.) aangaat, dit is thans
nog eigendom van de Tramweg-Mij., doch
moet, als hierboven is vermeld, kosteloos
aan de gemeente worden overgedragen. Ten
einde te voorkomen, dat twee transportak
ten moeten worden opgemaakt, is de Tram
weg-Mij. bereid bevonden de gemeente te
machtigen dit perceel le verkoopen, waarna
na zij haar medewerking tot de overdracht
aan den kooper ral verleenen.
Op grond van het bovenstaande geven B.
en W. alsnu als College den Raad in over
weging te besluitenhen te machtigen de»
perceelen Ildogewoerd Nis. 5 en 7, onafge
broken en nadat daaruit de betimmeringen
van waarde zijn verwijderd, alsmede het
perceel Steenschuur No. 2, in het openbaar
of ondershands le koop aan te bieden. Uit
den aard der zaak zal het definitieve be
sluit tot verkoop nader bij den Raad aan
hangig worden gemaakt.
Verkoop van grond ten behoeve van de
Woningbonwvereeniging „De Eendracht*".
Onder mededeeling, dafc sdj zioh alsnog
tot den Minister van Arbeid, Handel en
Nijverheid hebben gewend, om den aan-
vangstermijn andermaal te verlengen, ge
ven B. en W. den Raad in overeenstemming
met bet advies van de Commissie van Fa-
brioage, alsnu in overweging:
Aan de te Leiden gevestigde woning-
bouwvereoniging ,,De Eendracht" te ja be
hoeve van den bouw van 14 beneden- on
14 bovenwoningen en 2 winkels met pak
huizen en 2 bovenwoningen te verkoopon
een op de situatie in rood aangegeven ter
rein ter oppervlakte van 1960 M2,, doel
uitmakende van het kadastrale perceel
der gemeente Leiden, Sectie N. No. S19,
gelegen aan den Lage-Rijndijk, tegen een
prijs van f3.82 per M2. en mitsdien afwij
zend te beschikken 'op het verzoek dor
Vereeniging om den voor voortuintjes be
stemden grond kosteloos af te staan en
tevens om 's Raads besluit van 30 April
1923, gewijodgd bij besluit van 5 November
1923, inzake het verleenen van hypothe
caire voorschotten aan de woningbouw ver
eeniging „De Eendracht" ten behoeve van
den bouw van 124 woningen op oen terrein
benooaden den Lago-Rijndijk (plan IV) tc
wijzigen als volgt:
In het besluit, overeenkomende mot O
sub I der oonclusio van het desbetreffend
voorstel van te lezen in plaats van „ecu
houwvoorscbot, groot f325.000": „een
bouwvoorftnbot. groot f 377.775" en in
plaats van „een groadvoaraoliot. groot
f 82.420"„een grondvoorscbot, groot
f 97.835".
Medewerking aan de Eerste Leidsche
Schoolvereeniging.
Bij adres d.d. 27 Maart 1921 hoeft uot
bestuur der Eerste Leidsohe Sohoolverceni-
ging den Raad verzocht de noodige gelden
beschikbaar te stellen voor aanschaffing van
leermiddelen in verband met de uitbreiding
der school met een 6e leerjaar op 1 Sep
tember a.e., voor hot aanbrengen van een
nood trap aan bet schoolgebouw en voor de
verbetering van het terrein voor liohame-
lij'ke oefeningen. Na het overeenkomstig
het bepaalde in art. 77 der Lager-Ondcr-
wijs wet 1920 gepleegde overleg heeft bot
bestuur bij schrijven van 17 Mei j.l. het
bovenbedoeld adres teruggenomen en ver
vangen door een adres, waarbij alleen voor
aanschaffing van leermiddelen en verbete
ring van de speelplaats, tevens dienende
als terrein voor lichamelijke oefeningen,
gelden worden aangevraagd.
Aangezien bij de eerste inrichting van
de sohool dezer Vereeniging sleohts vooi
de eerste vijf leerjaren leermiddelen zijn
aangeschaft en de door het bestuur ver
langde vorbetering van bet evengonoemd
terrein ook B. en W. gewensoht voorkomt,
bestaat tegen inwilliging van het bij het
voelde zij zich dichter bij het podium, als
zij zoo bij den artist op zijn kamers zat en
in zijn vertrouwen werd genomen.
Maar ofschoon zij hunkerde naar het po
dium en dagelijks van dit eerzuchtige stre
ven sprak, was zij toch geen eerzuchtige
vrouw in den zin, waarin vele vrouwen eer
zuchtig zijn, die de bureaux belegeren van
de agenten voor concerten en tooneelvoor
stellingen. Zij was ontevreden met haar be
staan. Het was volstrekt niet, dat haar hart
zoozeer uitging naar bekendheid. Zij had
geld noodig; de manier, waarop zij dit zou
verdienen, was haar bijzaak. Als zij ver
zorgd was achtergebleven, zou zij er in het
geheel niet naar verlangd hebben om te
zingen. Zij vond het leven zuur. AU school
meisje wist zij al, dat haar uiterlijk schoon
geschaad werd door haar omgeving; toen zij
twaalf jaar was, voelde zij, dat het hatelijk
kaartje van: „Gemeubileerde aparlemen-
len te huur", haar als erg .goedkoop le
krijgen" brandmerkte. Met dit kaartje had
zij haar cachet van bevalligheid als het
ware verloren. Die kringen, waarin jonge
meisjes naar bals gaan en met jongelui op
de trappen zitten, waren voor haar even on
toegankelijk als een rijtuig met twee paar
den. Zij had niets te verwachten. Zij keek
neer op den winkelstand en de renteniers-
klasse zag evenzeer neer op haar. Zij kon
zelfs geen novellen schrijven, zooals haar
vader, in de hoop daarmee uit haar om
geving te komen. Zij was getrouwd op haar
vijf-en-twinligste; dus niet zoo gauw, ah zij
onder gelukkiger omstandigheden het hu
welijksbootje zou zijn ingestapt, en ook niet
zoo goed als, bijvoorbeeld, wanneer niet dal
kaartje in hel venster had gestaan.
Zij was getrouwd met een bont handel aar.
Zelfs dit was een verbetering voor haar ge
laatste adres gedaan verrock bij hun Ooi-
lege geen bedenking.
Onder mededeeling, dat de met een en
ander gemoeide kosten in totaal op f IO59
worden geraamd en dat het bos tuur by
eijn aanvrage de wettelijke voosrsohriften
in acht genomen heeft-, geven B. en W.
in overweging:
a. medewerking te verlecnon aan hot
bestuur der Eerste Leidsohe SohooJverco-
niging alhier, tot do aanschaffing van leer
middelen voor het met 1 September 1924
aan de sohool dier Vereeniging te verbin
den 6de leerjaar en tot vorbetering van
het terrein voor lichamelijke oefeningen,
overeenkomstig do aanvrage
b. over te gaan t«ot vaststelling van den
hierbij overgclegden begrootingsstaat mo
del D, groot f 1060, ten einde ons Ooilege
in staat te stellen te zijner tijd de benoo-
digde gelden ter beschikking van het
Schoolbestuur te stellen.
Geen medewerking ten behoeve dei R.-K.
Parochiale Scholen inzake aanleg van
een centrale verwarming.
Bij zijn adres van 24 Maart j.l. vcraoobt
het bestuur der R.-K. Parochiale Jongens
scholen onder R.-K. Parochiaal Kerkbe
stuur gelden besohikbaar te stellen voor
verandering van de inrichting van het
soboolgobouw aan do Pelikaanstraat 20 en
do Haaa-lemmerstraat 210, bestaande in
oen inrichting voor verwarming), waarvffli
de exploitatie goedlkooper zou zijn dan die
van kolcnkaohcls.
B. on W. achten inwilliging van het vor-
zoek bedenkelijk. Wordt het toegestaan,
dan zal men ook moeten voldoen aan eon
twoedo verzoek van hebzelfdo bestuur voor
het aanleggen van centrale verwarming in
zijn soboolgebouwcn aan bot Rapenburg
en Pieterskerkhof, wat te zomen de ge
meente f 27.000 zou kosten.
Bovendien is afwijziog ook wettelijk mo
gelijk naar bet oordeel van B. en W.,
aangozion de gebouwen ook zonder heb
aanleggen van centrale verwarming zeer
goed bruikbaar zijn.
Daarom stellen B. cn W. voor afwijoend
op het verzoek te beschikken.
Op gnond van het bovenstaande geven
B. en W. tevens in overweging
a. afwijzend te beschikken op het ver
zoek van genoemd Bestuur alhier om de
noadige gelden besohikbaar te stellen voor
het aanbrengen van centraio verwarming
in de sahoolgebouwcn aan het Pieterskerk
hof 4 en het Rapenburg 48
b. voor het overige, t.w. de vervanging
van do bestaande gasverlichting in heb
sdboolgcbouw aan het Rapenburg 48 door
eleotrisohc verlichting, medewerking te
yerleonen
c. over te gaan tot vaststolling van don
hierbij overgelogdon begrootingsstaat mo
del D, gio&t- f2650, ten einde hun Ooilego
in staat to stellen de voor de sub b be
doelde verandering van de inrichting van
dat gebouw benoodigdc gelden te zijner
tijd ter beschikking van het Schoolbestuur
te stellen.
Verhooging bijdragen voor weduwen- en
weezen-pensioen.
Ter motiveering van het voorstel in zake
de verlenging van den arbeidsduur van het
gemeente-personeel, doden B. en W. onder
meer een beroep op den financieelen toe
stand van de gemeente, die, behalve door
verhooging van de inkomsten, slechts door
belangrijke inkrimping der uitgaven te ver
beteren i3. Aangezien verhooging van de in
komsten, in hot bijzonder verhooging van
de opbrengst der belasting naar het ioko-
•men, gedurende de eerstvolgende jaren naar
hun meening vrijwel uilgesloten moet wor
den geacht, treedt uit den aard der zaak be
zuiniging op de uilgaven der gemeente op
den voorgrond. Daarop is dan ook gedurende
de laatste jaren in het bijzonder het stre
ven van B. en W. gericht. Verschillende
daanloe strekkende maatregelen konden
reeds, gedeeltelijk ook met 's Raads mede
werking worden genomen. Het is B. en W.
echter gebleken, dat met de tot heden be
reikte resultaten niet kan worden volstaan
en dat nog naar meerdere middelen moet
worden omgezien, welke tot bereiking van
het gewenschle doel kunnen leiden. En
woest; zij droeg haar eerste Zeehondenstel
en genoot betrekkelijke weelde. Maar de
zaak was bankroet gegaan en mr. Harris
was overleden. Toen bleef haar niet veel
anders over dan maar weer terug te kceren
naar de woning met de „gemeubileerde ap
partementen le huur." In de zitkamer van
het hotel zong zij dan ten slotte voor Lee.
Hij had haar en mrs. Tremlett op de lunch
genood; zich afvragend hoeveel hij met mo
gelijkheid aan zoo'n maaltijd toch wel kon
ten koste leggen, maar de hospita had ver
klaard, dat zij met den besten wil niet weg
kon, en Ownie was alleen gekomen: „maar
voor tien minuten; enkel om even zijn mee
ning le hooren."
Zij had hem verzocht haar het lied te
laten zingen zonder haar in de rede te val-
len-en hij had niets gezegd tot zij ldaar was.
Het had hem onaangenaam aangedaan haar
te hooren zingen; gedurende enkele minuten
had hij haar oogen en heur haar bijna ver
geten. Zijn dikke, zwarte vingers bleven op
het 9lotaccoord rusten met dankbaarheid en
teleurstelling; hij wist niet hoe hij haar uit
den waan zou brengen, dat zij met haar
slem niets beginnen kon.
„Nu?" vroeg zij.
Hij sloeg een E. F en Fis aan, nog aarze
lend.
„U gebruikt te veel kracht daar, om den
toon van uw stem te laten zwellen. Dat zijn
uw zwakke noten; de mijne ook. Het zijn
de zwakke noten van alle tenors en sopra
nen. Na G is de crescendo gemakkelijk ge
noeg, maar E, F en Fis blijven ontzettend
lastig."
„Noemt u mijn slem een sopraan?" vroeg
zij. „De omvang
(Wordt vervolgd)