Zonderlinge Kameraden No. 19710. LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 12 Juni. Tweede Biad. Anno 1924. GEMEENTEZAKEN. FEUILLETON. t foorstel tot verlenging van den arbeidsduur gemeente-personeeL In hun voorstel van 5 Februari 1923 stel ten B. en W. den Raad voor. om, met wijzi- fing van het Raadsbesluit van 28 Augus- {jo 1919, den 8-urigon arbeidsdag resp. 45- u-jga arbeidsweek, van 't gem.-pers. te ver langen door den 8l/*-urigen arbeidsdag, sop. -18-urige arbeidsweek en om voor en- jgle categorieën van ambtenaren en werk lieden een gemiddelde 48-urige arbeidsweek rcor te schrijven. In de vergadering van 26 Februari 1923 bram dit voorstel in openbare behandeling, ïjch een beslissing werd omtrent het voor- r*l toen nog niet genomen, aangezien op r^orstel van de heeren Heemskerk, Bis- >iop, Schoneveld en Jan de Lange beslo pen werd het voorstel van de agenda af te roeren en gedurende het loopende zittings- jjar niet opnieuw in behandeling te nemen. in verbond met dit besluit meenden B. en 57, in den geest van den Raad te handelen foor ook de toen aanhangige voorstellen tot reorganisatie van het georganiseerd overleg niet meer gedurende dat zittingsjaar aan de crde te stellen; zoo spoedig mogelijk na de W-stand-koming van die reorganisatie kon im over het voorstel in zake de verlenging 7»n den arbeidsduur het gevoelen van de Mgemeene Ambtenaren- en de Alge me ene tferkliedencommissie in haar nieuwe sa menstelling worden ingewonnen. Aldus is jschied Tot recht versland der zaak brengen B. a W. nog kortelings in herinnering, waar om zij verleden jaar tot indiening van hun coderwerpelijk voorstel meenden te moeten orargaan. Het voornaamste motief, waarop de Raad oo voorstel van hun College in Augustus 2)19 besloot over te gaan tot invoering van in 3-urigen arbeidsdag, resp. van de 16-urige arbeidsweek, was gelegen in het rtroven, om den arbeidsduur van het ge meente-personeel zooveel mogelijk te regc- 1» in overeenstemming met de voorschrif ten van het toenmaals bij de Stalen-G^ene- raal aanhangig ontwerp-Arboidswet. Toen ïchtor de Rijkswet bij de wet van 18 Mei 1922 S. 364 o.a in dien zin was gewijzigd, dat de 872-urige arbeidsdag, resp. 48-urige irbeidsweek. in de plaats trad van den 8-urigen arbeidsdag, resp. 45-urige arbeids teek. achtten zij het volkomen rationeel, dat ook de arbeidsduur van het gemeente- personeel dienovereenkomstig werd gewij- sigd en dit te eer, omdat, bij de allerwegen heerscluende malaise en met het oog op den toestand der gemeente-financiën, bezuini ging op de uilgaven der gemeente dringend vis geboden, en omdat het Rijk, verschil tere andere gemeenten en ook het parti- Hftlier bedrijf in verlenging van den arbeids int reeds waren voorgegaan. M \an de andere zijde meenden zij van het ^Btoecnte-personeel slechts een gering offer ■«vergen; immers, zij wezen er op, dat de Hrwrgestelde regeling niet raakt aan het Hnekloon der werklied-en, dat alleen het Hirarloon, hetwelk in hoofdzaak dient voor Hè berekening van het, overigens zooveel mo ■lelijk te beperken, overwerk, uit den aard, ■6 zaak eenigszins wodt verlaagd, terwijl ■tei slotte ook na de verbnging van den ar- H&dsduur voor den arbeider voldoende lijd Hwerblijft, om zich aan zijn gezin, zijn on-t- ■irikkeling en vêreenigingsl-even te wijden. I Vrees voor toeneming van de werkloos- Ibd behoefde ook niet te worden gekoesterd ■aangezien het voornemen was de verlen- Hging van den arbeidsduur slechts geleidelijk ■i> te voeren door het niet-vervullen van Hiacalures, zoodat in verband met de ver- Hoging van den arbeidsduur geen personeel ■vi worden ontslagen. De motieven, die B. en W. destijds lol in- Hü&ning van het voorstel noopten, gelden Haar hun meoning nog in sterkere mate dan ■^rieden jaar. De financiëele toestand van de gemeente ■Mi is er sindsdien niet gunstiger op ge- Harden; ondanks een belangrijk batig saldo H~er 1922 van f 419.541, kon de begrooting Hitor 1924 niet anders sluitend worden ge- Htoakt dan door tevens te beschikken over ■&n aanzienlijk deel (f297.708) van het te ■terwaehlen batig saldo over 1923, hetwelk Naar 't Engelsch van LEONARD MERRICK. Geautoriseerde vertaling van Mej. E. H. i.O, mijn Hemel! Een groot succes. Ja, als h eenmaal „een groot succes" hebt, dan ben fier! Als een vrouw een groot succes heeft tersikt. dan kan zij de Albert Hall vullen en tfere'd in beroering brengen. Zij kan zelfs p Kngelschen in geestdrift ontsteken; die JP de tribunes ademloos doen luisteren, al khben zij dan ook geen stoelen en strijdt r- tegen hun gebruiken om op den grond te n. De zangers, die „groot succes" heb- I -D, zijn vorsten op hel podium 1 Al kunnen 1 ook niet acleeren, niet praten, al zijn ze lia '?om a's £anzen' God heeft hun een- L die wondermacht geschonken; nie- ar>Q weel waarom. En soms geeft Hij IJ® met Zijn andere hand een zwarte huid; ^rnand weet waarom...." L 1J die onverwachte toespeling op zijn Ltur> schrikte mrs. Tremlett op of zij geslo- I .rWasi en haar dochter prevelde: ■km dacht, dat u iets voor mij hadt L ri-n doen. Maar ik zie, dat u het erg I js van mij vindt." Lj* h«b u nog niet gehoord. Ik waar- lüt U 11 en^e' jnaar wAt voor soort leven l^fi be.®inne- Ik zou voor u billen 13 Waf u a* maar ©enigszins mogelijk fjfir u voor een sbtn? Zingt u eens w enij." nu ®fel, Ownie I" riep de hospita; „de feitelijk geheel aan hot dienstjaar 1925 had moeten ten goede komen. Zouden eventueel batige sald(, tol de vorming waarvan ook de winsten van eenige bedrijven medewer ken, komen le ontbreken, dan is, indien mede de uitgaven niet sterk besnoeid wor den, belastingverhooging onvermijdelijk, terwijl anderzijds het ernstig streven moet zijn den belastingdruk, waaronder thans de ingezetenen reeds zuchten, zooveel mogelijk te verlichten, hetgeen, zooals bekend is, voor het belastingjaar 1924/25 lot hun leedwezen nog niet mogelijk was. Bij het Rijk en bij tal van gemeenten, in Amsterdam reeds sinds 1 Juli 1923 en nagenoeg in het geheele particulier bedrijf is thans de 87*-urige arbeidsdag, resp. 48- urige arbeidsweek ingevoerd; het is dus al leszins rationeel, dat ook de arbeidsduur van het Leidsche gemeente-personeel daar mede in overeenstemming wordt gebracht. Met leedwezen hebben B. en W. daarom uit het advies van de algemeene commis sion van het georganiseerd overleg bemerkt, dat alle vertegenwoordigers der organisaties en twee van de zes vertegenwoordigers der gemeente zich hebben verklaard legen dezen maatregel. Niettemin meenen B. en W. op boven staande gronden het yooratel te moeten blij ven handhaven. Benoemingen en ontslag. Tor vervulling van de vacature in het Ooilege van Ouratoren van heb Gymnasium, ontstaan door het overlijden van mr. J. C. van der Lip, worden door dit College aanbevolen: lo. mr. P. E. Briët, advocaat en procureur2o. prof. mr. D. van Blom, hoogleeraar, beiden alhier. Ter vervulliug van de vacature in do Plaatselijke Schoolcommissie, ontstaan 'dcor het bedanken van mevTouw Drever- manDe Kruyf, worden door deze oommis sie ter benoeming aanbevolen lo. J. W. v. Hees2o. G. G. Oolin. Tor voorziening in de vacature van plaatsvervangend lid-werknemer van hot bestuur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs, ontstaan door hot bedanken van den beer W. C. van der Blij, heeft het bestuur on derstaand dubbeltal den Raad ter aanbo- veling doen toekomen: de heeren J. G. Valkenburg, SteenBtraat 35, en J. Th. do Boer, Ververstraat 27. In overeenstemming met het gevoelen van den inspecteur bieden B. en W. don Raad hierbij de volgende voordracht aan ter benoeming van een fröbelonderwijzeres aan de Buitengewone Schooi voor L.O.: lo. mej. G. do Vos, onderwijzeres aan een gemeentelijke bewaarschool te Dordreobt 2o, mej. M. van Klaveren, onderwijzeres bij het openbaar bewaarsohoolonderwijs to Leiden 3o. mej. G. A. Groene veld, help ster bij het openbaar bewaarsohoolonder wijs te Rotterdam. Door B. en W. wordt op haar verzoeft mevr. B. AlterDe Jong wederom aanbe volen ter benoeming van etadsvroodvrouw voor dén tijd van drie jaren, ingaande op 1 Juli a.s. Door B. en W. wordt mede voorgesteld om aan mej. A. Lens, op haar verzoek, met ingang van 1 Juli a.s., eervol ontslag te verleenen als onderwijzeres aan do Meis jesschool voor U.L.O. Eindelijk wordt den Raad door B. en W. in overweging gegeven, den onderwijzer O. A. Aders te verplaatsen van de Oon- trale school voor het 7de leerjaar, naar de flohool aan de Medusastraat A en do on derwijzeres mej. O. A. A. de Jong, van deze sok ooi voor het 7de leerjaar naar de school aan de Medusastraat B. Wijziging der Verordening op het Rijden. B. en W. stelden in handen van de Com missie voor de Strafverordeningen het lot den Raad gerichte adres van de N.V. Auto mobiel- en Motorhandel „Het Motorhuis", e.a., waarbij gevraagd wordt art. 25 van de verordening op liet Rijden zoo te willen wij zigen, dat voortaan het Kort-Galgewater met automobielen in beide richtingen mag worden bereden. De Commissie deelt om trent deze aangelegenheid het volgende mede: Art. 25 van de verordening op liet Rijden verbiedt aan bestuurders van motorrijtuigen op meer dan twee wielen te rijden o.a. op menschen van het salon zijn thuis co je weet hoe die klagen over ieder geluid." „U wordt nog altijd „Ownie" genoemd, naar ik hoor?" vfoeg hij. „Moeder heeft mij eenmaal zoo genoemd, toén ik nog een klein kind was," zij wees met de hand onder tafel, „en sindsdien ben ik altijd „Ownie" gebleven; ik denk, dat ik ook wel nooit anders zal lieelen, ofschoon ik eigenlijk „Lilian Augusta" ben gedoopt. Ik heb een tweede alt. Ik zal oen volgenden keer voor u zingen, als die menschen uit zijn," voegde zij er bij met een vinnig lachje. „Je moet altijd in de eerste plaats om je huurders denken I Die hoorden baby eens, in den nacht, huilen en zij vonden het toen verwonderlijk, dat wij haar niet in het ko lenhok sloten. Zoo iets schenen zij althans te meenen „O, neen. maar lieve, dat meenden zij nietl" luidde het zwak protest van mrs. Tremlett. „Mrs. Wilcox was met erge hoofd pijn naar bed gegaan toen zij net op punt van inslapen wa3Maar ze zei enkel. „Zij klaagde er toch over, omdat zij dacht, dat het van beneden kwam. Toen zij hoorde, dat hel mijn baby was, stond zij versteld over de onbeschaamdheid, dat de dochter van een hospita een kind durfde hebben. Niet, dat ik het haar kwalijk neem" zij sprak intussclien op zeer spijligen toon „een huis, waar zij kamers verhuren is ook niet de geschikte plaats voor een kind, dat wéét ik. 't Is enkel misschien wat hard voor baby; dat is Alles!" Lee was heel blij, toen hij opstond, dal de piano nog niet open was gegaan. Dat zij een luchtkasteel bouwde, daar twijfelde hij niet aan, en hij zag er vreeselijk tegen op het te verstoren. De vrouw van twee en dertig, die „zooveel lessen" had gehad, ver- het Korl-Galgcwater. Met den commissaris vam politic, komt het de Commissie onge- wenscht voor. lu-t Kort-Galge water open te stellen voor het rijverkeer niet automobie len in beide richtingen. Met het oog toch op de aldaar beslaande scherpe hoeken zouden botsingen daarvan gemakkelijk het gevolg kunnen zijn, te meer, waar het verkeer met automobielen op het Kort-Galge water al lengs drukker is geworden. liet door de adressanten tot slaving van het verzoek aangevoerde bezwaar, dal be stuurders van voertuigen, komende uit de Morschstraat, geen voldoende uitzicht heb ben op de aldaar passeerende trams, zoodat het beter zou zijn hen het Kort-Gal ge water van uit de Smidssloeg in de richting van de Beestenmarkt te laten berijden, lijkt niet van eenige overdrijving vrij. Met de noodige voorzichtigheid, welke de bestuurders in acht behooren te nemen, kunnen hier bot singen gemakkelijk worden voQrkomen. Kan dus het verzoek van de adressanten, om het automobiel verkeer op het Korl- Galgewatcr onbeperkt toe te laten, naar de meening der Commissie niei worden inge willigd, geen bezwaar bestaat er bij haar noch bij den commissaris van politie, tegen, dat toegestaan wordt deze straat met auto mobielen te berijden van de zijde van de Beestenmarkt in de richting van de Smids- sleeg. Ook met andere voertuigen mag. yol- gens art. 7 der verordening op het Rijden, op het Kort-Galge water niet anders dan in die richting worden gereden. Op grond van het bovenstaande geven zij Ln overweging over <>e gaan tot wijziging der verordening, in dien geest. Verkoop van perceelen aan de Hoogewoerd en het Steenschnnr. Nu de werkzaamheden voor de tramver- binding LeidenVoorburgDen Haag bin nen de gemeente zijn afgeloopen en de hul zen Hoogewoerd Nis. 1 en 3 geheel en Nis. 5 en 7 gedeeltelijk zijn afgebroken, zoodat de Korevaarstraat tlhans- tot haar volle breed te kan worden aangelegd, moet worden be slist, wal moet worden gedaan met het resteerende gedeelte der perceelen aan de Hoogewoerd Nis. 5 en 7 en met het perceel Sleenschuur No. 2, dat door de Tramweg- Maatschappij ingevolge de overeenkomst van 1919 kosteloos aan de gemeente moet wor den overgedragen. Na ampele overweging zijn B. en W. van oordeel, dat het behoud van geen dezer per ceelen voor gemeentelijke doeleinden noo- dig is; de perceelen Hoogewoerd Nis. 5 en 7 speciaal No. 5 zouden, indien men ze wilde verhuren, zelfs ingrijpende verbou wingen moeten ondergaan, ten einde er iets bruikbaars van te maken. Het komt hun daarom en ook de Commissie van Fabri cage raadzaam voor, deze perceelen alle van de hand te doen. De vraag is nu op welke wijze dit, met het oog op de belangen van de gemeente, het best kan plaats vinden. Op dit punt n.l. loopen de meeningen in hot College uiteen. De minderheid, en met haar de Commissie van Fabricage, is van meening, dat de perceelen Hoogewoerd 5 en 7 van gemeentewege moeten worden afge broken en de vrijkomende grond publiek of ondershands moet worden verkocht, omdat naar haar oordeel alleen op die wijze een behoorlijke bebouwing van dit zoo gunstig gelegen terrein kan worden verkregen, welke tot verfraaiing van dit gedeelte der stad zou kunnen medewerken. Wel is waar zal ver koop van de perceelen, zooals die thans slaan, wellicht plus minus f8000 meer op brengen dan wanneer de grond, ontdaan van de huizen wordt verkocht, maar zij acht dit geldelijk offer gerechtvaardigd ter ver zekering van een doeltreffende bebouwing. De meerderheid van het College, acht de opoffering van een zoodanig bedrag in de tegenwoordige tijdsomstandigheden niet wel te rechtvaardigen, en meent, dat het door de minderheid gewcnschle doel ook is te verkrijgen, zonder dat de gemeente eerst de heide huizen afbreekt. Het komt haar voor, dat aan heit particulier initiatief veUig kan worden overgelaten, op welke wijze dat de bebouwing van dit terrein zal uitvoeren. De gemeente heeft trouwens, door de ver- eischtc goedkeuring van de bouwplannen en van den gevel, genoegzamen invloed, om vulde hem met medelijden en met mede gevoel, en gedurende de dagen, die volgden, verloor zij haar bekoring niet voor hem want hij zag haar veel en tolkens kwam zij weer terug op wat zij eenmaal als haar verlangen had uitgesproken. Bij haar eerste onlmoetingen had zij zich geschaamd om met hem te loopen en daar zij met iederen stap, dien zij deed, aan zijn kleur dacht, had zij altijd de minst druk be zochte plaatsen gekozen Maar die verlegen heid legde zij al heel gauw af en zij begon nu met recht trotseh te gaan op zijn steeds toenemende attentie. Zij hield zich voor, dat hel niet was. of zij met een gewonen neger liep, of rrtet oen beroemden neger, die niet gekend werd. Bijna alle menschen, die zij tegenkwamen, wisten, dat hij Elisha Lee was, en zij behoefde zich heusch niet te schamen om met hem gezien te worden. Bij nadere kennismaking leek hij haar ook minder terugstootenji Zij herinnerde zich, dat zij wel negers had gezien met veel wij der neusgaten dan die haar een week terug ook nog zoo wijd hadden geleken, en zijn lippen staken nu niet meer zoo ver vooruit als in 't eerst. Jammer maar, dat zij zoo donker waren! Was h-H niet door zijn lip pen gekomen, dan zou hij werkelijk in het geheel niet terugstootend zijn geweest; er was niets griezeligs alleen in een donkere huid, als je er maar aan wende! En hij ge droeg zich immers uitstekendI Wat zijn ooren betreft, als die enkel maar wit waren geweest, dan zouden het de aardigste ooren zijn, die zij ooit aan een mannen hoofd had gezien: kleine, lecre, ooren, dicht legen het hoofd aan. En hij kon haar echt boeien. Ge lijk de meeslen van zijn volk, wist hij goed le vertellen en hij leende lal van anekdoten van muzikale beroemdheden. He' was, als daar ter plaatse een behoorlijken toestand in het leven le roepen. Zij acht het daarom de voorkeur le verdienen om de huizen Hoo gewoerd Nos. 5 en 7 in het openbaar of ondershands te verkoopen, zooals zij er thans slaan; alleen eenige betimmeringen van waarde zullen er eerst uit moeten wor den verwijderd. Wat het perceel Sleenschuur No. 2 (het voormalige kantoorgebouw der N.V. Hoo- genstraaten Co.) aangaat, dit is thans nog eigendom van de Tramweg-Mij., doch moet, als hierboven is vermeld, kosteloos aan de gemeente worden overgedragen. Ten einde te voorkomen, dat twee transportak ten moeten worden opgemaakt, is de Tram weg-Mij. bereid bevonden de gemeente te machtigen dit perceel le verkoopen, waarna na zij haar medewerking tot de overdracht aan den kooper ral verleenen. Op grond van het bovenstaande geven B. en W. alsnu als College den Raad in over weging te besluitenhen te machtigen de» perceelen Ildogewoerd Nis. 5 en 7, onafge broken en nadat daaruit de betimmeringen van waarde zijn verwijderd, alsmede het perceel Steenschuur No. 2, in het openbaar of ondershands le koop aan te bieden. Uit den aard der zaak zal het definitieve be sluit tot verkoop nader bij den Raad aan hangig worden gemaakt. Verkoop van grond ten behoeve van de Woningbonwvereeniging „De Eendracht*". Onder mededeeling, dafc sdj zioh alsnog tot den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid hebben gewend, om den aan- vangstermijn andermaal te verlengen, ge ven B. en W. den Raad in overeenstemming met bet advies van de Commissie van Fa- brioage, alsnu in overweging: Aan de te Leiden gevestigde woning- bouwvereoniging ,,De Eendracht" te ja be hoeve van den bouw van 14 beneden- on 14 bovenwoningen en 2 winkels met pak huizen en 2 bovenwoningen te verkoopon een op de situatie in rood aangegeven ter rein ter oppervlakte van 1960 M2,, doel uitmakende van het kadastrale perceel der gemeente Leiden, Sectie N. No. S19, gelegen aan den Lage-Rijndijk, tegen een prijs van f3.82 per M2. en mitsdien afwij zend te beschikken 'op het verzoek dor Vereeniging om den voor voortuintjes be stemden grond kosteloos af te staan en tevens om 's Raads besluit van 30 April 1923, gewijodgd bij besluit van 5 November 1923, inzake het verleenen van hypothe caire voorschotten aan de woningbouw ver eeniging „De Eendracht" ten behoeve van den bouw van 124 woningen op oen terrein benooaden den Lago-Rijndijk (plan IV) tc wijzigen als volgt: In het besluit, overeenkomende mot O sub I der oonclusio van het desbetreffend voorstel van te lezen in plaats van „ecu houwvoorscbot, groot f325.000": „een bouwvoorftnbot. groot f 377.775" en in plaats van „een groadvoaraoliot. groot f 82.420"„een grondvoorscbot, groot f 97.835". Medewerking aan de Eerste Leidsche Schoolvereeniging. Bij adres d.d. 27 Maart 1921 hoeft uot bestuur der Eerste Leidsohe Sohoolverceni- ging den Raad verzocht de noodige gelden beschikbaar te stellen voor aanschaffing van leermiddelen in verband met de uitbreiding der school met een 6e leerjaar op 1 Sep tember a.e., voor hot aanbrengen van een nood trap aan bet schoolgebouw en voor de verbetering van het terrein voor liohame- lij'ke oefeningen. Na het overeenkomstig het bepaalde in art. 77 der Lager-Ondcr- wijs wet 1920 gepleegde overleg heeft bot bestuur bij schrijven van 17 Mei j.l. het bovenbedoeld adres teruggenomen en ver vangen door een adres, waarbij alleen voor aanschaffing van leermiddelen en verbete ring van de speelplaats, tevens dienende als terrein voor lichamelijke oefeningen, gelden worden aangevraagd. Aangezien bij de eerste inrichting van de sohool dezer Vereeniging sleohts vooi de eerste vijf leerjaren leermiddelen zijn aangeschaft en de door het bestuur ver langde vorbetering van bet evengonoemd terrein ook B. en W. gewensoht voorkomt, bestaat tegen inwilliging van het bij het voelde zij zich dichter bij het podium, als zij zoo bij den artist op zijn kamers zat en in zijn vertrouwen werd genomen. Maar ofschoon zij hunkerde naar het po dium en dagelijks van dit eerzuchtige stre ven sprak, was zij toch geen eerzuchtige vrouw in den zin, waarin vele vrouwen eer zuchtig zijn, die de bureaux belegeren van de agenten voor concerten en tooneelvoor stellingen. Zij was ontevreden met haar be staan. Het was volstrekt niet, dat haar hart zoozeer uitging naar bekendheid. Zij had geld noodig; de manier, waarop zij dit zou verdienen, was haar bijzaak. Als zij ver zorgd was achtergebleven, zou zij er in het geheel niet naar verlangd hebben om te zingen. Zij vond het leven zuur. AU school meisje wist zij al, dat haar uiterlijk schoon geschaad werd door haar omgeving; toen zij twaalf jaar was, voelde zij, dat het hatelijk kaartje van: „Gemeubileerde aparlemen- len te huur", haar als erg .goedkoop le krijgen" brandmerkte. Met dit kaartje had zij haar cachet van bevalligheid als het ware verloren. Die kringen, waarin jonge meisjes naar bals gaan en met jongelui op de trappen zitten, waren voor haar even on toegankelijk als een rijtuig met twee paar den. Zij had niets te verwachten. Zij keek neer op den winkelstand en de renteniers- klasse zag evenzeer neer op haar. Zij kon zelfs geen novellen schrijven, zooals haar vader, in de hoop daarmee uit haar om geving te komen. Zij was getrouwd op haar vijf-en-twinligste; dus niet zoo gauw, ah zij onder gelukkiger omstandigheden het hu welijksbootje zou zijn ingestapt, en ook niet zoo goed als, bijvoorbeeld, wanneer niet dal kaartje in hel venster had gestaan. Zij was getrouwd met een bont handel aar. Zelfs dit was een verbetering voor haar ge laatste adres gedaan verrock bij hun Ooi- lege geen bedenking. Onder mededeeling, dat de met een en ander gemoeide kosten in totaal op f IO59 worden geraamd en dat het bos tuur by eijn aanvrage de wettelijke voosrsohriften in acht genomen heeft-, geven B. en W. in overweging: a. medewerking te verlecnon aan hot bestuur der Eerste Leidsohe SohooJverco- niging alhier, tot do aanschaffing van leer middelen voor het met 1 September 1924 aan de sohool dier Vereeniging te verbin den 6de leerjaar en tot vorbetering van het terrein voor lichamelijke oefeningen, overeenkomstig do aanvrage b. over te gaan t«ot vaststelling van den hierbij overgclegden begrootingsstaat mo del D, groot f 1060, ten einde ons Ooilege in staat te stellen te zijner tijd de benoo- digde gelden ter beschikking van het Schoolbestuur te stellen. Geen medewerking ten behoeve dei R.-K. Parochiale Scholen inzake aanleg van een centrale verwarming. Bij zijn adres van 24 Maart j.l. vcraoobt het bestuur der R.-K. Parochiale Jongens scholen onder R.-K. Parochiaal Kerkbe stuur gelden besohikbaar te stellen voor verandering van de inrichting van het soboolgobouw aan do Pelikaanstraat 20 en do Haaa-lemmerstraat 210, bestaande in oen inrichting voor verwarming), waarvffli de exploitatie goedlkooper zou zijn dan die van kolcnkaohcls. B. on W. achten inwilliging van het vor- zoek bedenkelijk. Wordt het toegestaan, dan zal men ook moeten voldoen aan eon twoedo verzoek van hebzelfdo bestuur voor het aanleggen van centrale verwarming in zijn soboolgebouwcn aan bot Rapenburg en Pieterskerkhof, wat te zomen de ge meente f 27.000 zou kosten. Bovendien is afwijziog ook wettelijk mo gelijk naar bet oordeel van B. en W., aangozion de gebouwen ook zonder heb aanleggen van centrale verwarming zeer goed bruikbaar zijn. Daarom stellen B. cn W. voor afwijoend op het verzoek te beschikken. Op gnond van het bovenstaande geven B. en W. tevens in overweging a. afwijzend te beschikken op het ver zoek van genoemd Bestuur alhier om de noadige gelden besohikbaar te stellen voor het aanbrengen van centraio verwarming in de sahoolgebouwcn aan het Pieterskerk hof 4 en het Rapenburg 48 b. voor het overige, t.w. de vervanging van do bestaande gasverlichting in heb sdboolgcbouw aan het Rapenburg 48 door eleotrisohc verlichting, medewerking te yerleonen c. over te gaan tot vaststolling van don hierbij overgelogdon begrootingsstaat mo del D, gio&t- f2650, ten einde hun Ooilego in staat to stellen de voor de sub b be doelde verandering van de inrichting van dat gebouw benoodigdc gelden te zijner tijd ter beschikking van het Schoolbestuur te stellen. Verhooging bijdragen voor weduwen- en weezen-pensioen. Ter motiveering van het voorstel in zake de verlenging van den arbeidsduur van het gemeente-personeel, doden B. en W. onder meer een beroep op den financieelen toe stand van de gemeente, die, behalve door verhooging van de inkomsten, slechts door belangrijke inkrimping der uitgaven te ver beteren i3. Aangezien verhooging van de in komsten, in hot bijzonder verhooging van de opbrengst der belasting naar het ioko- •men, gedurende de eerstvolgende jaren naar hun meening vrijwel uilgesloten moet wor den geacht, treedt uit den aard der zaak be zuiniging op de uilgaven der gemeente op den voorgrond. Daarop is dan ook gedurende de laatste jaren in het bijzonder het stre ven van B. en W. gericht. Verschillende daanloe strekkende maatregelen konden reeds, gedeeltelijk ook met 's Raads mede werking worden genomen. Het is B. en W. echter gebleken, dat met de tot heden be reikte resultaten niet kan worden volstaan en dat nog naar meerdere middelen moet worden omgezien, welke tot bereiking van het gewenschle doel kunnen leiden. En woest; zij droeg haar eerste Zeehondenstel en genoot betrekkelijke weelde. Maar de zaak was bankroet gegaan en mr. Harris was overleden. Toen bleef haar niet veel anders over dan maar weer terug te kceren naar de woning met de „gemeubileerde ap partementen le huur." In de zitkamer van het hotel zong zij dan ten slotte voor Lee. Hij had haar en mrs. Tremlett op de lunch genood; zich afvragend hoeveel hij met mo gelijkheid aan zoo'n maaltijd toch wel kon ten koste leggen, maar de hospita had ver klaard, dat zij met den besten wil niet weg kon, en Ownie was alleen gekomen: „maar voor tien minuten; enkel om even zijn mee ning le hooren." Zij had hem verzocht haar het lied te laten zingen zonder haar in de rede te val- len-en hij had niets gezegd tot zij ldaar was. Het had hem onaangenaam aangedaan haar te hooren zingen; gedurende enkele minuten had hij haar oogen en heur haar bijna ver geten. Zijn dikke, zwarte vingers bleven op het 9lotaccoord rusten met dankbaarheid en teleurstelling; hij wist niet hoe hij haar uit den waan zou brengen, dat zij met haar slem niets beginnen kon. „Nu?" vroeg zij. Hij sloeg een E. F en Fis aan, nog aarze lend. „U gebruikt te veel kracht daar, om den toon van uw stem te laten zwellen. Dat zijn uw zwakke noten; de mijne ook. Het zijn de zwakke noten van alle tenors en sopra nen. Na G is de crescendo gemakkelijk ge noeg, maar E, F en Fis blijven ontzettend lastig." „Noemt u mijn slem een sopraan?" vroeg zij. „De omvang (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5