Een Kort Ritje.
Een Brief aan Moed<
Leiden te gaan. 2 van je 3 nieuwe raadsels
hebben al eens in de kindercourant gestaan.
Lientje de Graaf, ik ben niet zooals jij,
als het heel warm is. vooral als er onweer
in de lucht zit, dan heb ik dikwijls hoofd
pijn. Waar precies woon je, want als ik er
dan langs tram. zal ik eens kijken naar den
tuin. Einde der volgende week ga ik eens
naar Noordwijk met de tram. dus dan kom
ik immers langs je huis?
Nellie van klaveren, zit jij ook al lekker
in een prieeltje aan mij te schrijven? Ik
denk bepaald dat er een nest is als je een
grooten vogel ziet vliegen met een worm in
den bek en als je daarna erg gepiep hoort;
ik hoop voor je dat je de vogeltjes zult zien
uitvliegen.
Mien Boon, als die dag voorbij zal zijn,
Waar het geheimpje mee in verband staat,
dan schrijf je het mij zeker wel, wat het is
geweest.
Nellie van Biezen dat is geen jonge poes
meer als die al 11 jaar is, maar katten kun
nen wei 18 jaar worden. De poes hier in
huis wordt 1 Juni al 10 jaar dus is ook niet
zoo jong meer.
Haziena Voorbij, je hebt verleden week
weer een aardige fietstocht gemaakt. Je
schreef: ik zend u hierbij 4 raadsels en
10 anecdotes. Maar er was geen enkele
anecdote bij. Die dan later maar eens.
De drie zusjes Uit ten bogaard, ik kan nu
nog niets beloven, want ik ben Zondags zoo
dikwijls uit visité, maar als ik kan, dan zal
ik het eens doen op een middag. Hoe heet
de halte, die het dichtste bij jullie huis is?
Ja wat hebben we de laatste dagen dikwijls
onweer gehad: ik vind het ook zoo verve
lend, want met onweer is het meestal erg
benauwd.
En nu dus maar weer met plezier de
prijsraadsels opgelost. Wie niet ondertee
kent, kan niet meeloten, denkt daaraan.
Hartelijk gegroet door
Mej. A. KOOPMANS VAN BOEKEREN.
OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT HET
VORIGE NUMMER.
1'. De kikvorsoh.
2- Arbeid adelt. Raad, bel, Arie, baard,
rat, dadel.
3- Nettie, Eva, Stien, Janna.
4. Een mond met tanden.
b. Moeders verjaardag. Jas, Gerarda,
Moeder, ver.
6. Bloemist.
7. Maastricht. Mast, Marie", taart
8. Izaük.
Slede.
Regen.
.Amerika, Azië, Australië, Afiika.
Ezel.
Lente.
Soldaat Israëls.
GOEDE OPLOSSINGEN DER RAAD
SELS ONTVANGEN VAN
Kobus van Veen (Koudekerk); Neeltje
)Van Leeuwen (Nieuwveen); Annie van
Leeuwen; Lyda van Beek; Annie Zirkzee;
Clazina Singerling; Adriana Singerling;
Senrien Voorbrood; Johanna Voorbrood;
Adriaah Overdulve; Nico Mieloo, Corrie
van Breda: Lenny Parlevliet; Nellie van
I Klaveren; Lena Planken Wim den Dopper
Corry den Dopper; Lientje de Graaf; Aatje
Krassenburg; Betje Broeksema; Hendrik
Jan Broeksema; Annie Bonte; Akke Bonte;
Nellie van Biezen; Mien Boon; Piet Nie-
iboer; Jet du Croix; Bob Lan; Toos Gaastra
Siebe de Roos; Paul en Gerrie de Roos;
Aafje Key; Clasina Lepelaar; Adrie Kes-
selring; Marietje de Haas; Annie de Haas;
J Mijntje de Haas; Nellie Oost veen: Annie
Huisman; Janny Gordijn; Marietje Gor-
jdijn; Corrie LTittenbogaardMarijtje Uit-
l tenbog-aardDiewertje Uittenbogaard
Dolly Schimmel; Rie van Staveren; Ma-
thilde Hassler; Annie van Weizen; Bertha
j MulderLouis HartkampMarietje van
I Went; Jan Hemerik; Bram Hemerik; Marie
jKiikler Piet Kükler; Jo Liese; Marie Spoor
Nellie Mulder; Mien van Zwieten de Blom;
Nita Schimmel; Fransisca Giezen; Coba
Ide Wit; Gerrit van der Horst; Martha Mar-
cehs; Jo van Duren; Piet Esderte; Bernard
Esderts; Gerrie Slootweg; Rika van Leeu
wen; Haziena Voorbij; Jan Voorbij; Lien
tje van der Wart; Koba van der Wart;
Mien RemmelenkampGeertje Hoff; Marie
Kuivenhoven; Frits van Akefi; Nellie Mens;
Corrie Mens: Ina Houpt; Tonnie Houpt,
Ida van Riet; Creta en Stiena Sirag (2
brieven)» Suze en Izak Kret; Bertha Du-
val; Henk Broers; Nelly Broers; Niesje de
Gelder; Johny Backer; Klaz^na Parlevliet;
Nelly Weyers.
Nog brieven der vorige week in dit pak
ket ontvangen van: Annie van Staden, Jan
en Free v. d. Bom, T-ouise Boekkooi, Conny
van der Voorde. En verder verscheidene
brieven zonder naam.
PRIJSRAADSELS.
Voor grooteren.
De grooteren moeten deZe 4 raadsels alle
maal oplossen.
I.
Mijn geneei i<? een bekend spreekwoord,
dat uil 5 woorden en 25 letters bestaat.
3, 12, 9. 21. 23. 17, 20, 9 is een dorp in
Noord-Brabant.
15, 1, 16, 14 is een jongensnaam.
Een 13, 23, 2, 25 is een oneerlijk mensch.
7, 4, 8, 5 is een kleur.
Een 19, 6, 11, 9 is een bewoner van een
klein koninkrijk in Europa.
Een 22, 15, 3 is een deel van een etmaal.
10, 11, 24, 18 is nooit koud.
II.
Maak van deze 10 letters een groot dier.
c, e, h, i, o, o, r, r, s. n.
III.
Schrijf onder elkaar:
lo. een stad in Nederland:
2o. een rivier in Nederland;
3o. een stad in Italië.
De beginletters moeten weer een rivier
in Nederland vormen.
IV.
Mijn eerste is schoon (netjes)'-: mijn tweede
is een man uit een land in den Atlantischen
Oceaan. Mijn geheel is van voren naar
achteren en van achteren naar voren ge
lezen een jongensnaam.
Voor kleineren.
De kleineren moeten deze 4 raadsels allé-,
pi aal oplossen.
I.
Welk lichaamsdeel van een roofdier wordt
met denzolfden naam genoemd als iets, dat
door menschen wordt gedragen aan de
voeten?
II.
Mijn geheel van 11 letters is een mooi
dorp in Noord-nol land.
5, 3, 7, 8 is een deel van je hoofd.
1, 9, 11 is rond.
2, 6, 7, 10 is een meisjesnaam.
5. 6, 11, 3. 4, 7 is een heel groote vrucht.
III.
Op de zig-zag kruisjeslijn komt van boven
naar beneden een stad in Limburg. 10 woor
den van 4 letters,
x een klein grijs diertje.
x een groote rivier in ons land
x winterverblijf voor het vee.
x verkorte jongensnaam.
x hoofdbedekking.
x klein gewichtje,
x een bloem.
x een getal.
e x liet tegenovergestelde van valsch.
x lichaamsdeel van een dier.
IV.
Mijn eerste wordt in de meeste huizen
gevonden, mijn tweede wordt door jullie be
woond, mijn geheel vindt je in sommige
vruchten.
Alle brieven met raadseloplossingen moe
ten op het adres voorzien rijn van mijn
naam, dien vindt men toch duidelijk i
meld onder de correspondentie.
Er wordt aan de redactie van het ..Leïds
Dagblad" andere veel moeite veroorzaa
als er niet duidelijk op het adres staat V<
wie de brieven zijn. Willen alle kin«fo
daar nu voortaan goed aan denken?
„Kijk eens, vrienden," zei Grijphand,
Aap, „daar ligt mijnheer Hippo, het
paard, in het zonnetje te slapen. Vóór
wakker wordt, sla ik hem mijn springt
bij wijze van teugel om den hals. Da<
spring ik vlug op zijn rug, laat hem Ick
en maak de reis om de wereld."
„Ga je gang; wij zullen toekijken."
wourdden de vriendjes.
Behoedzaam sloop Grijphand nu n
mijnheer Hippo, sloeg den „teugel" om
hals en klom op zijn rug.
Natuurlijk werd mijnheer Hippo dadel
wakker en het kostte Grijphand niet de ra
ste moeite hem aan het loopen te krijgen.
„Vaarwel vrienden! Vaarwell" riep Qt\
hand nu. „Ais we elkaar weerzien, heb ik
reis om de wereld gemaakt."
Maarin het volgend oogenblik
merkte hij tot zijn schrik, dat mijnheer H
po regelrecht naar den vijver liep, die
vlak bij was.
„Stop even! Stop even! Ik wil afstappei
schreeuwde Grijphand.
,,'k Denk er niet aan!" luidde echter
antwoord van mijnheer Hippo.
En vóór de ruiter één woord meer kon z
gen, was er op eens een vreeselijk geplas
gingen mijnheer Hippo en Grijphand sara
in het ijskoude water kopje onder.
Grijphand liet den „teugel" nu los en kla
terde haastig tegen den oever op, zoodat i
spoedig weer op het droge kwam. Wat 'n j
luk, dat hij zoo goed kon klimmen!
Hij ging nu naar zijn vrienden terug
riep uit:
„Dat is mijn eerste ritje, maar ook ra
laatste geweest!"
De vrienden lachten en mijnheer Hip
schaterde het uit Toen hij eindelijk vrat
bedaren gekomen was, zei hij:
,,'t Is nooit verstandig een paardje te be
den, dat je niet kent."
En gelijk had mijnheer Hippo, al was
in onze oogen dan ook niet bepaald
paard j e.
door C. H.
Jet en Tommy van der FJier,
Zijn voorzien van postpapier,
Moedertje is uit de stad.
Zij logeert bij Tante Mat.
't Tweetal zat zich te vervelen.
Wist niet recht meer, wat te spelen.
Eindelijk zegt Tom tegen Jet:
Kom, een brief op touw gezetf
Eerst 't adres op 't envelop.
Zoo dat staat er netjes op.
Nu begonnen met den brief:
Allerbeste Moederlief!
Maar nu verder, wat zal 't zijn?'
Dat ik stout was tegen Trijn?
Oppert Tom, een echte guit,
Of van die gebroken ruit?
Nee. zegt Jet schrijf dat maar ai
Want 't doet Moeder vast verdriet;
Ook niet, dat ik school moest blijven
En de leesles overschrijven.
Maar wat dan? vraagt Tom nu we
'k Weet heusch niets te schrijven me
Och, zucht Jet, 'k wou dat Moes w
Dat haar tweetal haar zoo mistl
Ha! roept Tom, nu weet ik wel,
Wat 'k met reuzenletters spel:
Moesje, komt n ganw weerom
Bij uw lieve Jet en Tom?