n.
ANEKDOTES.
Spikkelorusje.
merhout is prachtig hè, ik logeer er ieder
jaar, ik hoop er dezen zomer ook weer eens
te komen.
Louis Hartkamp, al is het wat laat wil ik
je toch nog wel mijne hartelijke gelukwen-
schen aan je ouders overbrengen voor hun
zilveren feest. Ik begrijp dat het een gezel
lig drukken tijd is geweest in huis en dat je
geen vrijen tijd over had om raadsels op te
lossen.
Marietje van Went, in dit pakket was en
kel je briefje van verleden week. Bezorg het
altijd maar goed bijtijds.
Wie wil mag mij nu weer nieuwe raadsels
fen anecdotes zenden.
Allen hartelijk gegroet door
Mej. A. KOOPMANS YAN BOEEEREN.
OPLOSSINGEN DEE RAADSELS UIT
HET VORIGE NUMMER.
T. De tak van een rivier.
i. Linde, berk, wilg.
3. Konstantinopel, kop, paS, el, tin, tol,
steen.
Y StoeL
6. Aap, raap.
6. Voetbalterreiri, bal, trein.-
fL: R
tof
3! n t j
voetbal
Rot t e r d a m
s p a r f n
y a d e f
a a 1
ins
3. Osten'de.
9. Papier, pap, pier.
50EDE OPLOSSINGEN DER RAADSELS
ONTVANGEN VAN
Louis Hartkamp. Neeltje van Leeuwen
Ndeuwveen). Annie van Leeuwen. Piika en
Koos van Veen (Koudekerk). Klazdna Par-
ervliet. Maenie Metselaar. Diewertje Uit-
fcenbogaard. Marijtje Uittenbogaard. Cor
de Uittenbogaard. Hendrik Jan Broekse-
'oa. Betje Broeksema. Kika Bliek. Gerrio
Slootweg. Nita Schimmel. Dolly Sohimmel.
jfannie Gordijn. Marietje Gordijn. Gerrit
Tan der Horst. Oorrie M, de Groot. Salo
mon van Wezel. Bob Holtz. Grietje Se-
fcaatr. Maiius Segaar. Dirk de Groot. Annie
tan Weizen. Nelly van Biezen. Mien Bood.
Jaeoba de Wit. Cor van der Velden. Toos
tan der Velden. Leendert Elderhorst. Mien
Kamerling. Jaantje Kamerling. Annie en
Aikke Bonte. Nelly Weyers. Siebe de Boos.
raul de Koos. Gerrie de Koos. Ida van
Biet. Iientje Smits. Jet Smits. Clazina
jSingerling. Adriana Singerling. Johanna
y oorbrood. Semien Voorbrood. Lientje van
jder Wart. Annie Zirfezee. Nies je de Gel
der. Ina Houipt. Tonnie Houpt. Bertha
DuvaJ. Nieo Mieloo. Geertje Hoff. Marie
Xudvenhoven, Frits van Aken (2 brieven).
Adriaan Overdulve. Jan van der Heyden.
Annie van der Heyden. Annie Huisman.
Lientje de Graaf. Henk Broers. Nelly
Broers. Oorrie Mens. Nelly Mens. Marietje
Je Haas. Annie de Haas. Mijntje de Haas.
Maeziena Voorbij. Jan Voorbij. Jan Heme-
rik. Bram Hemerit. M. C. Marcelis. Engel
se Stafieleu. Lenny Parlevliet. Kens Boot.
Dirk Boot (Jolizn.). Mathilde Hassler. Cla
zina van Venetië. Alyda van der Velden.
Nellie Mulder. Bertha Mulder. Bernard
Esderts. Piet Esderts. Nelie Oostveen.
Franciscus Giezen. Kika van Leaaiwen. Ma
rie Kükler. Piet Kükler. Jo van Duuren.
Mien van Zwieten de Blom. Jo van Z wie-
ten de Blom. J. A. du Croix. Aafje Key.
Nog brieven der vorige week in dit pak-
Tet van:
Marietje van Went. Marie Vermeer.
Frits van Aken, Piet Ocatdam. H. Oost-
dam. Oorrie Oostdam. Wielde Oos+dam.
Jo de la K.ie. Bob Lan. Coba de Wit. Maar-
tje van Offeren.
"Wilt er allen toch voorral aan denken om
de brieven W3t vroeger te bezorgen, zooa
dat ik se niet een week te laat ontvang.
RAADSELS.
Vooi allen, om nit te kiezen, de kleineren 3,
de grooteren 4
I.
Ingezonden door Gerarda Burgdorfer.
Hip jan tip zat op den vloer
Hip jan tip die kon er niet over
Hip jan tip spreng in het riet.
Hip jan tip verdronk nog niet.
Ingezonden door Annie van Beek.
Mijn geheel is een spreèkwoord van 2
woorden of 11 letters, goede 2, 1, 7, 6 is
duuraan ons huis is een 3, 4, 101, 2,
5. 9 een jongensnaamvele mannen dra
gen een 3, 1, 7, 2, 62, 7, 11 een knaag
dier; 8, lr 6, 4, 10 is een vruoht.
III.
Ingezonden door het drietal Van Beek.
VERBORGEN MEISJESNAMEN.
Ik heb net tien knikkers verloren. Heb
ben jullie vandaag ook les tien gehad? (2
meisjesnamen). Wij gingen met Jan naar
school.
IV.
Ingezonden door Kika Blief,
Een rood stalletje, vol witte kippetjes,
wat is dat?
V.
Ingezonden door Toos Gaastra.
Mijn geheel van 17 woorden is een groo
te feestdag. 11, 13, 7 is een kleedingstok
voor mannen. 17, 3, 14, 12, 10, 15, 16 is
een meisjesnaam. 1, 2, 3, 4, 5, 6 is iemand
heel dierbaars. 8, 9, 10 is niet dichtbij.
VI.
Ingezonden door Haziena Voorbij.
Als 1, 2, 3, 4, 0 een deel van een plant
is, en 5, 6, 7, 8 een ander woord voor ne
vel, wie is dan mijn geheel?
VIL
Ingezonden door? zonder naam.
Ik ben een stad van 10 letters. 1, 3, 4,
5 zit aan een sohip. 1, 2, 6, 7, 3 een meisjes
naam. 5, 2, 3, 6, 10 is iets lekkers.
VIII.
Ingezonden door Nellie van Leeuwen,
plaats onder elkaar, zoodat de beginlet
ters den naam van een beroemd schilder
vormen
lo. een jongensnaam.
2o. vervoermiddel in den winter.
3o. natuurverschijnsel.
4o. werelddeel.
5o. lastdier.
6o. jaargetijde.
7o. landsverdediger.
Ingezonden door Alyda van der Velden.
Keukengeheimen
Mevrouw was uit. De papegaai Lorre
moest in de keuken staan. De meiden hiel
den veel van pannekoeken. Ze besloten
wat van hun lieveliugsgebak te maken.
Over de kooi van Lorre werd toen een
koperen emmer gezet, die mocht het niet
trien.
Toen Mevrouw thuis kwam, vroeg vc:
„Wel Lorre, hebben de meiden goed op
gepast? Waarop Lorre antwoordde:
„Toen de hemel van koper was, ging
het pannetje, sis, sis, sis.
ingezonden door Betsy Lambrechtfc.
Veelbelovende leerling.
Op de school laat de ouderwijzer aan
eenige eerstbeginnenden in lezen en spel
len een plaat zien, waarop een kat ia af
gebeeld. „Welk dier is dat? Kom Jantje
welk dier? zeg het maar/* Jantje blijft
zwijgen. „Wacht ik zal bet je vóór spel
len, zegt de meester, „ka1.,;
„Poes" roept Jantje heel trriomphante-
lijk.
Ingezonden door Betsy Lambrechts.
De veldwachter tegen een oud moede
dat hevig stond te snikken: „Zeg, vrou?
wat scheelt er aan?"
Oud vrouwtje: „Och, meneer de v
wachter, ik krijg daar een brief van i
zoon, waarin hij schrijft, dat hij korpoi
geworden is, en dat maakt me zoo ang«
weet u; want als er nu eens oorlog kc
dan loopt hij zoo'n groot gevaar, want
vijand mikt altijd op de hoogen in rai
Ingezonden door Johannes Robbers
Winkelier: „Kijk, mijnheer, dit is
hoed, die veel wordt gedragen."
Heer (verontwaardigd): „Ik zoek g
ouden hoed".
Ingezonden door Betsy Lambrechts.
Het verst zien.
Drie jongens gingen op zekeren av<
een weddenschap aan, wie hunner het v<
kon zien.
Jan: „Ik zie de spits van 'de Utrechts
Dom".
Piet: „En ik zie er een kraai op zitte
Klaas- „En ik kan de maan zien, en d
de maan toch zeker het verst van ons
van al die dingen, heb ik het gewonne
Ingezonden door Prudens Brederode.
Ook een controle.
Sergeant-majoor: „Kapitein, er 'ontbre!
drie man."
Kapitein: „Hoe weet je dat?*
Sergeant-majoor: „Omdat er drie won
te veel zijn."
Vloog spreeuwtje Spikkelorusje
In bibb'rend lente-pak
Bij Baantje, Driesj' en Doms je
Op 't piekpunt-pannedak.
Zijn voor j aars-oog enveert j es-wacht
BrrrI rilde stijf en stram,
Hij Bprik-sprïk-sprieuiwde heesdhag eaci
Hoe 'n spreeuw verkouden kwam 11?
„Wéé-rom," zei dikke Dorusje,
„Kleed jij je niet van pas?
Ik «draag nog, Spikkelorusje,
Mijn winter-overjasl"
„Kan 'k mij maar eens in elk seizoen,
Héél 't jaar twéé keer, verkleên,
Moest in April lentjurkj' aandoen,
Woei 't winterjasje héén!"
„Hé", drukijbedrijmg Driesje .Wij*
Kiep, „pés is 't half April,
Als 't doorgaat zóó, bevries j'in: ft ijl
April doet wat hij wdl!"
„Weet jij," vroeg spreeuwtje, ,,wèl ro<x
Welk plan het weertje smeedt?
Toel leg je 't mij dan óók eens uit.
Dat voortaan t béter weet???"
In warm-wol truitje, roodgekraagd
Zei kleuter-kleine Daan:
„Spikk-lorusje, als jij 't eens vraagt
Aan gindschen torenhaan?'?
„Ja, ja!" knikt spreeuwtje „maar hij'
Alleen van welke zij
De wind nu draait en woele waait,
Wat komt, weet zélfs niet hij!"
Sprak Driesje: „Domme Spikkeloor,
Gebruik toch jo vèrst-and,
Zoo Pappie leest ons 't weenrieuws
Vindt jij 't óókin de krént!"
Stil pinkt' arm Spikkelorusje
Bedroefd een biggeltraan,
Liet Driesje, Daantj' en Doms je
Aan 't vriezend venster staan,
Vloog schuw omhoog, héél verre be®
Zooht straaltje van de zon,
Diep treurd' in sprl sprl sprikgeween.
Geen spreeuwtje lezen kon!
CLARA ff®