Humor uit het Buitenland. VOOR DE HUISVROUW. in. ^rönw: Mtfn kleermakersrekening is tweemaal zoo hoog als ik dacht! 1 ,Man, triomphantelJjk: Zie je wel, ik verwachtte, al dat ze tweemaal zoo hoog zou zyn als jjj dacht dat ze a^n zou. jyrbuw: Müat ze is tweemaal zoo hoog als jij zei ^London Mail) 'QulTantlelooper: Zeg, meneer, het begint mé Dij vervelen om week' ln week" uit al die trappen op loopen om deze rekening aan te bieden. 'Artist: Nb, ik heb goed nieuws tooi je. Morgt Jgihuta ik naai do benedenverdieping. XPun^! iderwerp met een koppigen jongen man, die volstrekt niet toe wilde geven, dat hij het in zijn hart zoo heel erg met mij eens was. Zijn onberedeneerde zelf-verdediging kan dienst doen als doorsnee-tegenwerping van velen, wien het „heelemaal niets kan sche len", maar die het toch allesbehalve pret tig vinden om te moeten hooren, dat niet on-macht, doch louter gemakzucht hen ver hindert te zien in den waren zin des woords ,,Wat heb ik er nou aan", aldus mijn on bekookte jongeling, „of ik weet wat voor een veertje of bloemetje er zit op den hoed van do juffrouw, die voor me in de tram zit 1 Ik ben net zoo gelukkig als ik het niet weet". Volkomen toegeven, die wetenschap zal van weinig invloed op uw zielcheil zijn; of, ©m in den hedendaagschen trant te blijven, brcDgfc geen stuiver in uw beurs. (Is het niet een buitengewoon nare gewoonte om tegenwoordig bij alles te vragen: wat koop ik er voor 1) Maar en nu komt een hcelc groote „maar" het gaat er niet om wat ge ziet, maar of ge het ziet, of ge in staat zijt het u omringende in u op to nemen, niet alleen met uw lichamelijke oogen, doch met uw ziel. Doch wat heeft nu uw ziel te maken met den hoed van uw tram-buurvrouw of het druipneusjc-van-het-kind-naast-u of het ge zicht van den conducteur, die uw kaartje knipt Veci, zeer veell Oneindig veel!! De hoed laat u koud, de druipneus vindt ge vies, den conducteur ziet ge evenmin als do reclames op het glas. Waar is dus het verband Ik zal het u vertellen. Het is o zoo eenvoudig. Als gij vandaag dien hoed niet ziet, noch dien druipneus, noch den conducteur (elke andere combinatie is even dienstigdan ziet ge straks immers evenmin hoe moeilijk dat armenhuis-mannetje daar binnenstrom- pelt en hoe verrukt die krullenbol ginds uit het raam kijkt of hoe dood-vermoeid die bleeke vrouw-met-het-zware-pak-kran- ten daar in dien hoek neervalt. Al dit he den onbewust aan u voorbij gaat, dan zal morgen of overmorgen ook de teruggedron gen traan, het mocdelooze gebaar en de bittere glimlach van uw allcrnaasten niet door u gezien worden. Moeten wij, vrouwen, niet met zorgende, alles omvattende liefde en milde toegene genheid onze omgeving tot hulp en steun zijn Ia het niet der vrouwen taak bij uitne mendheid, om te lenigen, te troosten en op te wekken 1 En hoe kunnen we dit, wanneer het liefdevolle begrip en het diepere inzicht ons niet eigen zijn 1 Waarom zijn er vrouwen, die als bij too- verslag uw zorgen, uw angsten en bekom mernissen doen verdwijnen met een enkel mee voelend woord t Waarom hebben dezulken bijna nooit antipathieën en kunnen zo met iedereen ©vcrwc-g alsof het haar vriend was? Zeg niot het zijn allemansvrienden en zwakke karakters die met iedereen mee praten. Dat is niet waar. Do oorzaak is, dat ze zien; zo zien de tekortkomingen, ze zien do onvolkomenheden, beter nog wel- Jicht dan menig ander; maar zij Btooten zich er niet aan. Want ze zien enbc* grijpen. Zien is opmerkenals wij zien, doet onze geest mee. Kijken alleen is oppervlakkig. Als w9 slechts kijken, kunnen onze gedachten overal elders rondzwerven. Is zien zoo vermoeiend 1 Heeft u werkelijk den moed om afstom pende onverschilligheid to verkiezen boven do inspanning van het voortdurend opmer ken Opmerken is zoeken^ een zoeken, dat onzen geest levendig houdt cn dat ons on bewerkt behoedt voor traagheid en zelf zucht. En o, de jubelende kostelijke schat van lieve, innige, kleine dingen, die we al ziende bijeengaren. Een rijke oogst van kostbare herinnerin gen is ons deel, wanneer we de moeite ne men te zien met begrijpende oogen. Ik geloof, dat in deze laatste woorden 'de kern ligt van het waarachtige zien, met be grijpende oogen... Ti* Met oogen, die geen bard oordpel vormen kunnen, omdat zij begrijpen, omdat zij meevoelen het hoe cn waarom; omdat zij iets aanvoelen van den strijd van iedere handeling... Bewust zien is opmerken en er is niets, wat zoo opvoedend werkt, als opmerken. Meen niet, als ge morgen begint met be wust te gaan zien, dat ge overmorgen op eens een geheel ander mensch zjjt gewor den. Alle normale groei gaat langzaam en allé begin is moeilijk. Maar laten we niet versagen enlaten we er alsjeblieft dadelijk mee beginnen 1 In „De Manufaclurier" heelt een poosje geleden een goede raad gestaan: hoe men op chemische wijze witte wollen kousen en gebreide goederen reinigen kan. Daar dik wijle het goed ons de nog vrij hooge on kosten van uitstoomen niet meer waard is, gelooi ik mijn lezeressen wel een dienst te bewijzen aan haar dit advies van het alleszins betrouwbare vakblad bekend te maken. Probeer zoo iels vooral niet op eigen houlje; dat is te gevaarlijk, want dan loopt u kans, dat de goederen voor goed bescha digd oi bedorven worden. Voor chemische reiniging gebruikt men overmangaanzure kali en zwavelige zuren (niet: zwavelzuur!) Overmangaanzure kali lost u één dag ol langer véór het gebruik in water op; ver houding: 3 gram kali op 1/8 L. water; deze hoeveelheid is genoeg voor een wasch van plus minus 6 K.G. gebreid goed. Bij tcere, oudere weefsels raad ik u aan die oplossing wat minder sterk te maken. Het oplossen is noodig, omdat de kali- korreltjes het goed kunnen beschadigen. U moet de oplossing in een afgesloten flcsch bewaren. Nu het reinigen zelf. Vuile vlekken, ook die van olie of ander vet, tracht u eerst zooveel mogelijk met warm zeepwater uit te wasschen. Vervol gens zet u het goed één A twee minuten lang in een oplossing van 1/8 L. opgeloste kali op 6 Liler water en d a d e 1 ij k daarna doet u het in koud water, waaraan u van te yoren 1(10 Liler zwavelig zuur heeft toe gevoegd. Dit overgaan van kali-oplossing tot zwavelig zuur-oplossing moet zeer snel geschieden; u mag het dus niet eerst in ge woon water uitspoelen. In de laatste oplos sing laat u het dertig A vijl en dertig minu ten slaan; dek den emmer o{ de kuip, waar in het goed staat, met een natten doek af en draai het in dit halluur nu en dan om. Is de tijd verstreken, dan vischt u het op, slaat het flink door versch water, drukt dit water er goed uit en hangt het zoo mogelijk in de open lucht te drogen. Ten slotte rekt u de goederen in hun model en maakt ze netjes op. Vindt u, dat het goed niet voldoen de wil werd, wat bijv. met oude wol het ge val kan zijn, dan moet het nog een beetje bleeken. Uit alle streken vanTTct land bereiken mij wanhoopskreten en klachten over gebrek aan dienstpersoneel. Ja, het is een kruis en wij werden de laatste jaren door de Duitsche hulpjes wel verwend. Doch nu het eenmaal zoo is, helpt klagen ook niets. Verandering zie ik er voorshands niet meer in komen. Alle meisjes willen te genwoordig hooger op, gaan naar fabrieken, magazijnen of kantoren, en geven de brui aan het dienstbodevak. Dus moet ook de huisvrouw zich leeren aanpassen en de huig naar den wind han gen, zij zal moeien wennen aan het idee zichzelf le helpen cn eenige veranderingen te brengen in het huishoudelijk bedrijf. Tot de voornaamste en ingrijpendste ver anderingen beschouw ik het aanschaffen van het aparte eetvertrek. Waarom zouden, wij, als er geen dienstbode meer is, ons de luxe veroorloven van één kamer om het eten klaar le maken en één om het op te eten? Vroeger moest er natuurlijk een plaats in huis zijn, waar de dienstbode bezig was en zilten kon; doch waar nu de huisvrouw al het werk alleen moet doen, kan zij voor zich zeiven voor haar gezin méér wil hebben van die ruimte. Toch hebben de meeste dames een voor oordeel tegen de combinatie: eetkamer en keuken een dwaas, want onverstandig vooroordeel. Toevallig ontmoette ik dezer dagen een pas getrouwd vrouwtje, dat hier in geheel mijn opvatting was toegedaan, en de vereeniging keuken-eetkamer reeds in praktijk had gebracht Het beviel haar opperbest „Kijk eens," zei ze, „toen mijn man en ik trouwplannen maakten, waren wij het er roerend over ééns, dal het véél gezelliger was in een eigen, hoe klein ook, nestje te kruipen, dan op koude, vreemde, ongezel lige kamers te gaan. Van het eerste oogen- blik af aan nam ik me echter voor niet al 1 e e n Henks huishoudster te wezen, doeh te zorgen, dat ik met m ij n taak klaar kwam in denzelfden tijd, dat h ij hel brood voor ons verdiende. Als hij nu thuis komt, zijn we voor elkaar en voor onze liefheb berijen. Maar natuurlijk moest ik ons huisje en mijn werk daarnaar inrichten. Wil je mijn eetkamer-keuken eens zien?" En zij bracht me in een keurig helder en vroolijk vertrek met allerlei origineele inventies: .een Engelsche vatenwasscher, een houten borden droger, een gasoven en een elec- trisch komfoor. Ja, de aanschaffing was vrij kostbaar, doah nu zij het eenmaal heeft en zelf met zorg in orde kan houden, is zij toch per slot van rekening heel goedkoop uit. De muren bleken met afwaschbaar pa pier behangen te zijn; voor de ramen en jm het fornuis met aanrecht en gootsteen zog ik leuke, geruite, cretonnen gordijntjes, waardoor alles wat „ongezellig" slaat, aan het oog onttrokken kan worden. De meu belen waren groen geverfd en op den vloer lagen mallen, omdat het op linoleum zoo gauw krast en rubber haar veel le duur was. De geheele keuken, verf van houtwerk, behang, gordijnen en mallen, was in wit en groen gehouden, wat heel aardig paste bij haar servies, dat in een muurkast achter kleine vierkante ruitjes pronkte. Ik was verrukt van het interieur, en het vrouwtje vertelde, dat zij er zoo'n heerlijk opwekkende ontbijtkamer aan had, want 's morgens vroeg scheen het zonnetje juist naar binnen. Alles, wat grof werk is, en waarvoor een paar maal per week een werkvrouw komt helpen, zooals schuren, poelsen, messenslij per, gebeurt, evenals het aardappelschillen en groenten schoonmaken, huiten in e«i soort kleine bijkeuken. Ik heb vroeger nooit een oudcrwetsche keukenprinses gezien, die Irotscher was op „haar" keuken met glimmend koper, etc., dan deze jonge vrouw, die geen huissloof is, maar toch glunderde over het resultaat van haar eigen practisch bedenksel. De Britsche Rijkstentoonstelling te Wembley. Hei Palace oi Industry. De vorige maal vertelde ik van een paar afmetingen van het Palace of Engineering; het Palace of Industry, het nijverheids gebouw, is slechts weinig kleiner, ook opge trokken in gewapend beton ,en bestemd om permanent tentoonstellingen te herbergen. Een Hollander, en vooral zijn vrouw, kijkt hier zijn of haar oogen uit en zal vast minstens een dag noodig hebben om deze afdeeling te bezichtigen. Het heeft veel van de ons bekende jaarbeurzen weg, maar het is natuurlijk mooier, ruimer, grooter en kost baarder. In dit paleis wordt ook veel gede monstreerd; enorme machines zijn hieT op gesteld; men kan 20 minuten lang doorloo- pen voor men één bedrijf heeft afgezien. De breede halls zijn overdekt met daken van ijzer en glas. Iedere exposant bouwde een eigen huisje van cement of hout en verf de het in een vroolijke maar lichte kleur. Wit is de hoofdzaak van de binnenafwer king; alle zuilen, wanden en ijzerwerk zijn wit. Een breode fries langs alle muren in diverse tinlen, (vooral blauw, geel en groen) de nijverheid in beeld brengend, en de leuke, sprekende maar nooit schreeuwende reclameplaten brengen de kleur in het ge bouw. Wat is dat reclame-maken ontwik keld in de laatste jaren; leelijke, grove, onaethetische reproducties ziet men haast niet meer. Soms zijn ze grotesk en grillig, maar de kleur is altijd goed en de teekening Verraadt de hand van den artiest. De groole, ruime stands worden dool breede zijgangen gescheiden; hier en daaj onderbreken bloemperken of eeDige bloem-' bakken langs de vensters der huisjes de éla- lages, die zonder uitzondering met smaak a durl zijn ingericht. Er zit gang en ambits in den opzet. Dat voelt een ieder, die hia binnentreedt. Het eerste komen we-ean de katoen, wol en gemengde sloffen-afdeelingen, die een groole ruimte beslaan. Tot de gemengde stol len behooren zij, jaeger, linnen, fantasie- stoffen, garneeringen, hoeden, handschoe nen, ondergoed enz. Hel is aardig om hier het „never old ging ham" weer le zien: liet ruitjeskaLoew,waar in ook onze grootmoeders rondflaneerden en dat nu in waschechle kleuren in den han del is. f Het gansche proces van ontwikkeling der verschillende sloffen kan men in deze afdee- lingen volgen, o. a. wordt door de machine; de geschiedenis --an het katoen verteld van he>t oogenblik, dat hot aan de plant greeif tot het moment, dat het als kleedingstuk voor het winkelraam ligt. Bovendien is hel bedrijf ook op de film te zien. Van de zijde is eveneens de ontwikkeling van rups let robe te volgen. Al deze zaaltjes zijn vroolijk beschilderd. De friezen dragen soms grap pige, toepasselijke teekoningen, zooals h.z parodieën op de kaloenteell en -fabricage. Het moet al heel gek loopen als Felix ol Bonzo bij zoo iels niet te pas komen. Alk Engelschen hebben n.l. de Felicilis ol een Bonzomanie; hel schijnt dat die twee dwaze uitbeeldingen hen nooit vervelen kunnenl In deze afdeelingen wordt iederen middaf ook een gratis modeshow gehouden, waar niet bijzonder gedistinge->de manneguqios op gramofoonmuziek nog al leuke jurken verloonen. Het Huis Réville van Hannovei Square bracht echter de allermooiste mode; daarover vertel ik in een afzonderlijken brief. Liever neem ik u ditmaal vlug mee langs de interessante slands met huis industrie uit de Hooglanden, langs de naal- denmakcrij ,en den mooien Ulslerhoet, waar Iersch linnen wordt bewerkt en Ier- sche nellen geknoopt, naar de afdeelingen waar men de afwerking van het huis de monstreert, zooals b v. de mooie en prat- tische Hope's vensters, die in Iwee helden opengaan en ieder een afzonderlijk rolgor dijn dragen. Deze ramen zijn ook voor hel Rotterdamsclie Stadhuis gemaakt en maken hel uilzien vrij en ruim, terwijl ze hoven- dien gemakkelijk „afgetapt" kunnen wor den. O, o, wal heb ik dikwijls aan die typisch Hollandsche „iap"gewoonte gedacht, als hier in Londen d» ramen bekeek, waar zel den gordijnen voor hangen, maar waar V tóch haast niot door naar binnen kunt zien. omdat de Engelsche huisvrouw de Jap- sport" blijkbaar niet kent of denkt: ik d* 't niet '1 is morgen tóch weer vuil; du' dat is verloren moeilel Wat het gas in het leven der vrouw he- feckent, laat men zich o.a. zien ia eef ruime zaal, waar rondom oen reeks van i* niertjes „the sloen ages" der vrouw Te'"jv non. Nu ze zit bij een gaskacheltje, als bat; in de wieg slaapt Spelende en snoepen» KindeTS van oen jaar ol 8 zijn het v0'2®y tafreel en zoo gaat hel door: in keuken, W* en linnenkamer, bij hel bad en hel tfj! in bibliotheek en muziekkamer, tot laalslc interieur ccd oude dame bij ban?1* laat zien. Overai is gas voor licht warmte. -r; Een andere afdeeling vertoont de ;°or linoleum en hoe deze vloerbedekking w- gemaakt Ook is hel heel aardigom tSj hoe men do mooie verflinlen krijgt te- tegenwoordig zulke bijzondere resul'latP a, reikt worden; bovendien een goede beid om de nieuwste nuances ie leeren nen. Optimistische dame: Kijk eens conducteur, daar beR Je een etuiver. Kun Je me nu nog een goed hoekplaatsje bezorgen, lefsl vooruit-rijden? (Humorist)' Tlaar-speclalist; j— U zul» moeten toestemmen mijnheer? dat uw geval meer een distributie- dan een producUtS; probleem la (Humorist)' Hechter: Gehuwd? Getuige: Ja, (weemaal. Rechter; -Ouderdom? Getuige: .Vijf-en-twintlg Jaaf, Rechter: Ook tjveemaat? -j v ÏPMsIng SÜnw.I '.De 'droom vaa 3tn jrocigangefcJ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 10