ferhaal van Knagelijntje. De Visite. De Kindernachtwacht. Voor het eerst naar school. CORRESPONDENTIE. enkele ruit, geen vaas, ja zelfs geen bleef heel. lelijk snelden de soldaten binnen en :Q alle katten, behalve natuurlijk die, uit de ramen waren gesprongen, aerigaard was van schrik meer dood rend. Hij koek eenige oogenblikken rsuft om zich heen, maar toen liep z, zoo vlug als zijn beenen hem kon ragen. bad den moed niet naar zijn eigen erug te keeren, want de geschiede- et de katten was al heel spoedig bekend en iedereen lachte hem er ft. Langen tijd zwierf hij als een Dan in de wereld rond, zich zooveel ik schuilhoudend, want hij vreesde ureod, dat de Koning hem gevangen [en nemen en verantwoordelijk stel err de aangerichte schade, el ijk stierf hij doodarm. elijntje was een kleine grijze muis, de keukenkast leefde met zijn vader n moeder en een heeleboel kleine 3 en zusjes. lad in die kast heel wat lekkers om cuzelen: eindjes kaars, kaas en ook st, die uit een papieren zak op den del. Het grootste geluk van Knage- ?as echter hierin gelegen, dat hij wel 0 kans had, om, als de dienstbode de (trommel open had laten staan, daar te sluipen en een heerlijk stukje be- e aachtig te worden. 0 op zekeren dag wilde de keukenmeid n 'pudding klaarmaken. a ze den zak met rijst opnam, begon de s [>r het gat op den grond te vallen en ii 1 een groot deel door het gat, dat ,t jntje gemaakt had. n was de keukenmeid nijdig. B weet wel wat dat is, zeide zij, dat 4 ervelende muis weer. Ik zal eens een e ?tten! riep ze uit. ging ze de straat op en kocht éen ral. Thuisgekomen bakte 2e een a ;aas, hing dat in de val op en zette B] n de keukenkast. et tas rook zeer lekker, uurde niet lang of Knagelijntje en al ertjes en zusjes kwamen vroolijk pie- 1 lit het gat te voorschijn om eens te waar die heerlijke lucht toch wel van- 11 tram. ze de kaas zagen, waren ze dol van toen moeder muis de val zag, schrok i >m dadelijk allemaal hier, kinderen, Jullie moeten nooit iets eten wat in -1 3 hangt, dat er uitziet als dat huis en oom van jullie heeft vroeger ook n lekker stukje kaas gegeten, dat in gelijk huisje opgehangen was, maar lern nooit meer teruggezien, loeder muis dreef al haar kindertjes t muizengat terug. Knagelijntje kroop achter een jam- en wachtte, totdat zijn moeder uit cht verdwenen was. kroop hij te voorschijn en weer snoof igelijk de lekkere geuren van de ge- kaas op. rook die kaas toch lekker 1 elijntje kroop door de nauwe deur heen en narn een klein hapje van ie3 ere kaas iigl Rangl rrrrrrt! laps was het deurtje achter hem >1» *Uen- ge lijntje zat gevangen in het kleine ukenmeid had gehoord, dat de val lagen was en ze liep vlug naar de 'lachte en nam het valletje mee. ia vulde ze een grooten teil met wa- l chudde Knagelijntje uit de val in het ai hem zoodoende te verdrinken. Knagelijntje verdronk gelukkig niet. meid had de teil veel te vol met wa- l; an, zoodat hij de kans zag, toen ze 1 -n omdraaide, naar den rand toe te !)e eh er uit te klauteren. Toen hij een- 1 den grond stond ,nam hij de beenen wat hij loopen kon naar zijn eigen was de keukenmeid dol van kwaad- door C. H. De kind'ren hadden roaaz'len, Mijn poppekinders, hoor! En ie zat mij te vervelen, Want Moes was uit met Door Maar plofs'ling kwam visite, Wie 't waren, wist ik gauw, Ik hoorde in de gang reeds Geblaf en gemiauw. Ik liet de gasten binnen; Het waren Witj' en Fan, Zoo onverwacht visite, Daar houd ik altijd van. - i Wij gingen deftig zitten. De gasten vonden 't fijn, Om bij hun vrouwtje Miesje Eens op bezoek te zijn. Natuurlijk ging 'k trakféëren:, Op appels, wortels, koek. s Je zit toch op geen droogje Bij iemand op bezoek! Ik koos maar waarvan ikke Het allermeeste hou. De gasten vonden t lekker En zeiden: „Waf!Miauwl" Toen z' afscheid namen, zei ik: Het was me heusch een faestl JjF Zijn jullie ooit zoo prettig En deftig uit geweest?. Ik kom ook eens bij jullie, Trakteer je dan je gast - t Op chocolade-muizen? -vw\ r-1 'k Wed, dat je mij yairastl j— heid, toen ze zag, dat Knagelijntje verdwe nen was. Zij schreeuwde en riep de kat, die zou dat ondier wel vangen en dooden. Maar, Knagelijntje had heelemaal geen Zin om door een kat opgegeten te worden en slaagde er in heelhuids weer bij zijn moeder, vader en broertjes en zusjes te komen. Nadat hem dit avontuur overkomen was, luisterde Knagelijntje steeds naar hetgeen zijn moeder hem zeide en deed precies wat zij zei, dat goed voor hem was. lederen avond om half acht Loopt docr de straten de kindernachtwacht, Blaa-st op een mooie reuaentrompet Wel een kwartier lang: „Tetteretet 1" Roept dan met luide vèr klinkende stem Duidelijk en met de noodage klem: „Niemand mag zich op straat meer wagen 1 De klok heeft juist half acht geslagen, De kippetjes slapen al en ook de haan, Dus kinderen, ge moet ook naar bed toegaan Ruim op je speelgoed en niet lang gezeurd, Want anders, weet je wat dan gebeurt? Kom ik naar binnen en met mijn pantoffel Sla ik bij allen een flinken roffel, Waarop, dat weet jullie allen wel. Goenacht dus gewen9okt, en o zoo snel 1 Tetteretet Ben je al in bed? Je oogjes dan fluks dicht gedaan... Kinderen kijkt, eens of je 'm ziet gaan 1 Kleine Elsje heb je angst Voor de school? Kom vat toch moedT Kijk Pieterbaas gaat al zoo lang En het bevalt hem goed 1 Piet zegtspelen, springen dansen, Mag men niet, stil moet men zijn, En men mag zich niet bewegen, 't Schoolgaan is niet fijn 1 Flsje, ga maar gauw naar binnen Hoor! daar gaat de bel. Het lezen en het schrijven, Dat bevalt je well Dat dacht ik wel, dat er velen zouden ontbreken met de feestdagen, dat velen ei eens op uit zouden trekken met het mooie weer. De eerste Paaschdag was ook wel een dag om de menschen naar buiten te lukken met dien heerlijken zonneschijn. Ik begrijp dat velen van jullie hebben genoten, zocals ik al in verscheidene brieven las. Als jullie deze correspondentie leest, is de vacantie al weer voorbij en is iedereen al weer aan het werk gegaan. Ik ben ook al weer een poosje thuis in Den Haag en alles gaat dus weer iedere week den gewonen gang. Marie van Dijk, dank voor je aardiger: Paaschgroet. Heb je prettig veel gewandeld de beide feestdagen? Geertje HoII, is het plan doorgegaan, dat je naar Sassenheim zou gaan? Waren er al mooie bloemenvelden te zien, of nog niet veel bijzonders? Marie Kuivenhoven, zoo leelijk vond ik dat volstrekt niet, wat je voor mij opschreef Dat vindt je zeker wel heerlijk om eens een dagje naar je grootouders te gaan. Hennie van der Lelie, je bent welkom als je je bij de raadseljeugd wilt aansluiten. Ina en Tonnie Houpt, hadden jullie ook een aardige vacantie? Groeien de kuikentjes goed? In Kloosterzande waren ook een massa kuikens, jonge eendjes en gansjes, je zou er schik in gehad hebben. Louise Boekooi en Annie van der Most van Spijk, ik ben altijd tevreden als mijn raadseljeugd mij op gewoon papier schrijft, als ze geen mooi postpapier hebben. Bernard en Piet Esderls, nu weet ik het goed van het portret, het is Piel. die zit, en Bernard staat naast hem. Nelly de Boer. ik vond het heerlijk toen ik buiten logeerde, als het mooi weer was Heb jij ook een tuintje, waarin je allerlei kunt zaaien en .planten? Fransisca Giezen, was het een prettig vroolijk weekje in Den Haag? Waar logeer de je? En ben je nog naar Scheveningen ge weest of naar het groote boseh? Mien Remmelenkamp, doordat er een kleine vergissing was bij dat eene woord, heb ik hel natuurlijk aan niemand als een fout aangerekend, die dat woordje niet had gevonden. Annie en Metba van Oort, ik feliciteer

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 17