No. 19671. LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 25 April. Tweede Blad. Anno 1924. EERSTE KAMER. GEMENGD NIEUWS. FEUILLETON. HET PLEEGKIND VAN DE DRIE CELIBATAIRS. (Vorvolg van gisteren). Begrooting 1924. AJgemeene beschouwingen. De beer RINK (Y.-B.) betoogt, dat het bezuiniginjsvraagstiik alles overheerscht. gpr. rekent daaronder ook de vereenvoudi ging van de rijksdienst, de salarissen, de fiscale politiek en de belastingwetgeving. De Staat heeft jarenlang op te groeten (toet geleefd en moet zichzelf nu herzien. j)e tekorten moeten steeds kleiner worden Opdat inflatie uitblijft en de belastingen kunnen dalen. Geschiedt dit niet, dan daalt 3e volkswelvaart Eendrachtiglijk wil spr. (amenwcrken om het heil des lands te be vorderen. Er zijn wel partijmannen die dit gjlet inzien, maar spr. houdt niet van die Opvatting. Do partijstrijd moet tot de ge ringste proporties teruggebracht worden, Jrant het nationaal belang eischt zulks Het gevaar voor inflatie bedreigt ook de klei Cere luyden, hetgeen zelfs de heer .Wijn koop toegeeft. Het sluitend maken der be- Krooting is een zaak van nationale betee- fcenis. Daarom had spr. graag een nationaal kabinet willen zien optreden. Spr. twijfelt rniet aan of dit Kabinet ziet het nationale slang in, maar spr. wenscht bewindslieden j zien opgenomen, die uit andere partijen ^an links zijn voortgekomen. Er wordt wel eens geklaagd over daling pan het peil van het Parlement; spr. vraagt (f een nationaal Kabinet niet juist geschikt Sire geweest om dit peil te verhoogen, om- it eendrachtig samenwerken het aanzien lou hebben versterkt. Er is verschil van g«- leelen bij de bezuiniging, maar juist daar na was overleg no -dig geweest tuBschen idle partijen. De reg tering zegt, dat geen Ipder Kabinet mogelijk was. Spr. vraagt Iraarop die bewering berust. De regeering la toch terdege aansprakelijk voor den gang fan zaken, maar zij geeft geen opening *an zaken, zelfs niet als daarvoor alle ge legenheid bestaat. In October kon do re- rerlng de verantwoordelijkheid riet meer agen. Toch zit zij er nog. Hoe is dit mo gelijk 1 Alleen als ieder ander Kabinet on- iiogelijk was, mocht dit teiugkeeren en fniat daarom moest het volledig duidelijk paken, dat geen ander Kabinet mogelijk fas. Zijn eigen aanzien zou hot daardoor hrbeteren. Sluit dit nu samenwerking met het Ka binet uitl Allerminst, meent spr. hij wil pet zelfs indien eenigszius mogelijk steu nen. De regeering kan spr/a steun afwijzen. Umdat zij meerderheid genoeg heeft, maar 0is opvatting zou hem grieven. Spr. gelooft en neemt aan, dat dit Kabi- Jet op oen breeder standpunt staat en kraag steun ontvangt, zelfs van zijn tegen Standers. In die veronderstelling zal spr. lijn meening uiten. Waarom neemt de re geering allerlei onderwerpen ter band, die biet nationaal zijn 1 Afschaffing der Staats loterij, verbod van crematie, Zondagswet, Yokkenwet, vallen buiten het nationale ka- ïakter en waarom zou de regeering ze en- Jtameercn, terwijl ze toch genoeg te doen liesft I Zet de regeering haar zin door, dan graait zij de schroef van den partijstrijd fcoodeloos aan. Minister Heemskerk heeft pslangs gezegd, dat voor herinvoering der Doodstraf geen algemecne opinie beBtoud In 'dat was juist. Hetzelfde geldt b.v. voor Do afschaffing der Staatsloterij. Een rofe- lendum zou uitmaken dat een verplette- lende meerderheid daar tegen is. Schaft de IPgeering ze af, dan verrijzen de clande stiene loterijen ais paddestoelen u-t den grond. Spr. merkt op d;ü wat de lootwet betreft, gerwerping niet beteekent, dat alles voor de floot was uitgesloten. Ze beteekende alleen, 1st de Kamer de parti] koos van minister De Deer in het conflict (ussclien dezen en het Kabinet. De regeering moet itu niet met een Slootwet komen of zij moei er bij bepalen, Dat later wordt bepaald wat het tijdstip van uilvoering zal zijn. Alleen daardoor zou zij het votum van 26 October verdedigen. Met de politiek van de regeering ten aan- ïien van de huwende ambtenares, is spr. het plet eens. De regeering moet geen dwang vindt. Bovendien had de regeering dit punt niet bij algemeenen maatregel moeten rege len. Nopens art. 40 Pezoldigingsbesluit staat hij grootendeels aan de zijde der Regeering. De Kroon had, heeft en zal hebben de be voegdheid om de salarissen vast te stellen. Arlikel 40 is in aanhef overbodig en de tweede helft is daarmede in strijd. De Kroon kan haar eigen macht niet bij Kon. Besluit beperken en dus was zij verplicht art. 40 in te trekken. Van verkregen rechten kan z. i. geen sprake zijn. Spr. kan zich echter niet vereenigen met het wetje dat den ambtenaren de gelegenheid wil ontnemen om zich bij den rechter op art 40 le beroepen. Ten slotte spreekt hij de hoop uit dat hij gelegenheid zal hebben met dit Kabinet sa men te werken. De heer VAN LANSCHOT (R.K.) betoogt dat bij de Vloolwet de Eerste Kamer is be handeld gelijk het ging bij den vrede van Utrecht; wij handelen over u, met u en zon der u. De heer VERKOUTEREN (C.H.): Den vrede van Rijswijk bedoelt ul (Gelach.) De heer VAN LANSCHOT R.K.) onlkent, dal de regeering te korl is gescholen in re- geertaak. Hij wijst samenwerking lusschen S.D.A.P. en R.K. af. De R.K. arbeiders zul len wel wijzer zijn. Gaarne blijft spr. met andere groepen van rechts samenwerken. Ten aanzien van de financieele vragen constateert spr., dat niemand van de opposi tie een algemeen plan heeft opgesteld voor het sluitend maken der begrooting. Vol ver- wachling hoopt hij op een uiteenzetting van den heer Wibaut over diens vage plan. De heer WIBAUT (S.D.) verwijt de Regee ring dat zij een toestand liet ontstaan waarin zoo n groot tekort ontstond. Tusschen den Mi nister van Financiën en spr. bestaat geen verschil van meening len aanzien van de dekking der tekorten, maar wel over het tem po en de wijze waarin verschil beslaat. De Minister bezuinigde met het potlood en niet met oordeel en hij wil te snel aan het eind zijn. Ook gaf de Minister te weinig cijfers en mag dus een ander niet vaagheid verwijlen. Zoo was het len opzichte van de salarisver laging beier geweest geen cijfer vóóraf te ge ven, want dat lijkt op dicleeren van zijn wil. Humoristisch acht spr. de uitdrukking „kleine retouches" die de Minister hier en daar wil aanbrengen. Wat de minister wil is noch door noch builen georganiseerd overleg te verkrijgen en spr. betwijfelt of hel den Mi nister gelukt een sluilend budget te leveren, indien hij bijv. niet verder gaat met bezuini gingen op militaire uilgaven. Voor spr. staat het vast, dat 't voor kleine stalen 'n onnoeme lijke, een misdadige dwaasheid is om den échijn aan le nemen van zich te kunnen ver dedigen als hel op vechten aankomt. Neder land moet niet het standpunt innemen dat het alleen aan een internationale ontwape ning kan deelnemen. Dat moet Engeland wel doen, maar daarom zal Mac Donald ook wel eer) ontwapeningsconferentie bijeen roepen. Indien spr. niet de hoop kan koesteren dat eenmaal de oorlog zal verdwijnen, dan zou hij wanhopen aan de beschaving en haar uit bouw. Wat de inflatie belreft, spr. betreurt het dat het antwoord van den Minister op spr.'s vra gen in het Voorloopig Verslag meer leuk dan ernstig was. Gaat het wel aan dat de Regee ring haar souvereine taak overdraagt aan de Nederlandsche Bank. Dit leidt lot financieele dictatuur, waartegen spr. zich verzet, gelijk legen elke dictatuur, die juist de democratie dringt naar hel parlementaire stelsel. Infla tie is een ramp voor de niet-rijken, en ze dient dus geweerd. Maar men mag niet met het gevaar voor inflatie schermen om aller lei sociale verbeteringen tegen te gaan. Dat is ook een gevaar voor den Staat. Een finan cieele gestie die het economisch leven drukt of de ontwikkeling daarvan tegengaal. is ook nadeelig. Leeningen voor kapitaalsuitgaven zijn onvermijdelijk. Een winstbelasting is niel hetzelfde als een dividendbelasting. De winstbelasting moet drukken op de werkelijke winst en niet wat de vennootschappen als zoodanig aanwijzen. Tal van trucs worden nog steeds gebezigd om aan een winstbelasting (e ontkomen en daaraan wil spr. een eind maken. Hoeveel maatregelen in het leven roepen; zij heeft ,zoo'n belasting zal opbrengen kan spr. niet Ëleen met het dienstbelang le rekenen en schatten maar dal het veel zal zijn is wel ze- id kunnen nagaan of het dienstbelang na- ker. Het is geen diefstal of roof als men van deel van het huwelijk der ambtenares onder- een conjunctuurwinst een deel tot zich neemt voor den Staat Als deze belasting is inge,- voerd is ze evengoed een recht als een eigen domsrecht De heer VAN LANSCHOT (R.K.): Dat is een natuurrecht. Dc heer WIBAUT (S.D.): Een natuur recht Wie heeft het ooit gehoord. Spr. wil geen wijziging der forensen-be lasting, die pas is vastgesteld. Er zijn onrede lijkheden, maar die zijn le herstellen zonder wetswijziging. Ten slotte behandelt hij de financieele ver houding tusschen rijk en gemeente; die hij dringend wenscht te wijzigen. Met het in trekken der nood-uitkeering 1923 heeft de Regeering de gemeenten gedupeerd. Spreker dient een motie in waarin nooduitkeering oyer 1923 alsnog wordt gevraagd op grond van de toezegging van minister De Geer. De heer H. FRANSSE (A.R.) betreurt het dal de Eerste Kamer niets afweet van en niet gekend is in de gebeurtenissen der cri sis. Dat neemt niet weg dat spr. zijn steun aan dit Kabinet geeft. Vdor overleg tusschen alle partijen is spr. wel le vinden. De vergadering wordt verdaagd tol heden elf uur. Het weer, dat langzaam aan zachter wordt, en de zon, die af en loe schijnt, bevorderen den bloei van narcis sen en hyacinten. De bloemenvelden staan thans aardig in bloei en wie genieten wil van deze lenleweelde, kome nul Op werk dagen is er een rustige gelegenheid om te wandelen en te fietsen. Bij gunstig weer mag er Zondag een groote drukte verwacht worden. Aan den straatweg is veel te zien (builen de kom der gemeenten in de bollen streek vanzelf), maar het meeste natuurlijk aan de zijwegen en bij voorkeur dis ten westen van den straatweg Leiden-Haarlem. Uit Roelotarendsveen meldt men ons: Donderdagmiddag ont spoorde alhier de locomotief van den goe derentrein De oorzaak van het ongeval was, dat de arbeider-lelegralist v. V. ver zuimde den wissel over te zetten, waardoor de trein op het stootblok reed. De locomo tief ontspoorde geheet en kwam in het mulle zand terecht. Het stootblok werd bijna geheel vernield. Eenige materieele schade werd aangericht. Onmiddellijk werd tele grafisch om een andere locomolief ge vraagd. Persoonlijke ongelukken kwamen gelukkig niet voor. Gisterochtend, omstreeks elf uur, is op de Prins Hendrikkade, te Amster dam een 16-jarige wielrijdster door een vrachtauto overreden en gedood. Te B r 0 e k 0 p-L angendijk ia uit een sloot bij baar woning het lijk opge haald van Geertje Borsten, die vermist werd. De uitvoervergunningen voor don verkootp van paarden naar Duitsch land zijn geëindigd. In Nederland kan tot ongeveer half Mei nog pp Duitsche aankoo. pen worden gerekend. Uit Amersfoort is dezer da gen aan een vorrekcniDgshurean te Am sterdam een brief verzonden, aangeieekend, maar zonder aangifte van waarde. De brief, welke ruim f 210 moest bevatten, bleek bij aankomst geen geldswaarde in te houden. Het ondorzock heeft geleid tot ar restatie van den afzender, J. F. G., te Amersfoort. De2e heeft bekend, den brief zonder geldefijken inhoud te hebben ver zonden. Naar „De Ne'd." verneemt zul- lon de plannen der directie vaD de Gel- dersoh-Overijselsohe Stoomtram-Maatschap pij lot loonsverlaging van f 1 per week voor de werklieden en f 50 per jaar voor de ambtenaren niet tot uitvoering komen. De politie te Wij kb ij-D u u r - stede heeft gisteravond doodo kalveren van den koopman. Van R. in beslag geno men, welke waarschijnlijk bestemd waren voor een worstfabriek. Op last van de justitie is te Veenendaal opgegraven het lijk van bak ker Van der B., die den loden dezer 's mor gens vroeg dood in zijn bakkerij is gevon den. Er loopen gefuchten, dat hij niet zijn natuurlijken dood zou zijn gestorven. In Erp, bjj .Veghel, beersoht in hevige mate mond- en klauwzeer. Op niet minder dan is stallen is deze ziekte geconstateerd. De groote uitbreiding schijnt te wijten aan het feit, dat landbouwers verzuimd hebben, tijdig aangifte te doen. Eerst op 16 April, toen de politie en de veeartsenijkundige dienst er keDnis van hadden gekregen begonnen de aangiften. In bet gehucht Éeidonk staat een stoom- zuivellabriekje met plm. 60 leveranciers. Vermoedelijk zijn nu de eerste aangetaste veestallen bun melk blijven leveren on daar er op deze fabriok niet gepasteuriseerd werd, had de ziekte spoedig een grooton omvang aangenomen. Reeds de helft van de koeien der lovo- ranoiors moet aangetast zijn, terwijl het niet onmogelijk is, dat de ziekte spoedig algemeon wordt. Nu reeds heeft zij onder het jonge vee en ook onder 'de biggen danig huisgehou den. Omstreeks zes uur gister' avond is brand uitgebroken in bet perceel Pelstorstraat, te Groningen, waarin do fir ma Gebrs, Fleurke een kaashandel dreef. De brand is ontstaan, doordat een ketel, waarin parafine, bestemd voor het para- fineeren van kaas, verwarmd werd, omviel en in een petroleumtoestel tereoht kwam. De vlammen bepaalden zioh tot bet inwen dige van het gebouw, doch er ontwikkel de zioh een geweldige, kwalijk riekendo rookmassn, die hot blitssehingawerk be moeilijkte. De waterschade is grooter dan de door het vuur veroorzaakte sohade. Uit Flnsterwolde wordt ge- meld, dat de arbeiders, een kleine dui zend, werkzaam bij de indijking van den Carel-Coenraad-poldor den arbeid neer legden. Zij vragen loonuitkeering voor ver- ïoopen uren. Men meldt aan de „N. R. Cl. u i t Zeeland: Er werden weer oesters ontdekt in den mond der Wester-Schelde; maar het is gebleken dat de waarde niet groot is, hoewel de gevonden schelpdieren groot van stuk wa ren. In 1910 werd ook zoo'n groote oeslerbank ontdekt en gingen korsloomboolen van Icr- seke, een treiler van IJmuiden en een van Ostende er heen. De korboot bracht 300 man den mee de eerste maal. De Ireiler uit IJmui den ving in eenige uren 70,000 stuks, maar die te Ostende slechts 100 manden. Deze in de Noordzee gevangen oesters werden eerst op verschillende banken in de Oosler-Schelde en de Grevelingen uitgezet, doch omdat zij zeer vuil waren en aangetast door boorspons, werd dat uitzaaien op die banken verboden. Het geldelijk voordeel was ten slotte in 1910 niet groot, al waren de oesters groot, goed van visch enz. In de eerste plaats werd over den smaak afwisselend geoordeeld; veel waren bezet met boorspons, wat natuurlijk de ver koopwaarde deed verminderen, Men was ook bang het opgekorde goed uit diep water ge- vischt, pl.m. 14 vadem, over te brengen op ondiep waier, omdat men bang was, dat dit nadeelig zou werken. Feitelijk dus weinig succes, wal ook nu wel het geval zal zijn. Hoe was dat m 0 g e 1 ij k? Rechter: „Hoeveel malen kuste hij u?" Aanklaagster: ,,lk was zoo beduusd, dal ik me dat niet kan herinneren." Rechter: „Wal? Terwijl de overtreding vlak onder uw neus plaals had''" BUITENLANDSCH GEMENGD. Te Chicago za! een nieuw holel worden gebouwd, dat het grootste ter wereld moet worden. De aankondiging, op zijn Amcri- kaansch, luidt als volgt: Het hotel zal koslen zeventien millioen dollars, de inrichting drie millioen. Hel land waarop hel hotel gebouwd worden zal, kost Iwinlig millioen. Het liulel zal 2268 kamers tellen, wat 63 kamers meer is dan het holel, dal op het oogenblik de eer geniet hel groot ste le Koelen (het hotel Pennsylvania te New, York). W^'veer het een gast behagen zou, iederen racht in een andere kamer te sla pen, zou hij zes jaar ouder zijn, voor hij van alle kamers had gebruik gemaakt. De geza-» menlijke lengte van de gangen bedraagt vier mijlen (6 kilometer), en voor het gebouw zal een oppervlakte van 3acre aan venster" glas noodig zijn. De Amerikaansche president Coolidgd heeft gebroken met het gebruik van den» handruk-aan-iedereen, die anders bij popu» laire recepties tol de lasten van het pres!" dentschap behoorde en die voor de bezon-» kers een feest, voor den president altijd oen marteling was. Er is nu iets nieuws bedachts minder laslig voor den president, maar oolj minder w aardig. Thans wandelen de bezoe-» kers door de werkkamer van den president, die aan zijn schrijftafel zit te arbeiden. D«| President kijkt niet eens op; en de bezoe-» kers bekijken hem oens va® terzij en zijn dan weer het vertrek uit vóór zij het weten, maar praktisch is het toch ook wel weer. Bij Roqueforl werd op den spoorwegovei» gang een aulo, waarin zich een cchlpaad mei twee kinderen bevonden, door den snel-» trein gegrepen, en totaal verpletterd. De vrouw en één kind werden gedood, d4 vader en het andere kind kregen levens-» gevaarlijke verwondingen. Bij een mijngasonlplofiing le Marcinelleh nabij Charleroi zijn 2 personen gewond en 7, personen gedood, onder wie een ingeniem die gisteren juist van zijD huwelijksreis le, ruggekeerd was. Een tachtigtal jonge communisten, zooge> naamde freie Zunftgenossen die Zaterdag» avond bij Buchow in de Zwilsersche Marken kampeerden, hebben drie padvinders, di< blijkbaar tot rechtscho vereenigingen behoor., den, overvallen. Een hebben zij gedood dook een dolksteek in de longen; de tweede hcefi een messteek in den rug gekregen maar zal waarschijnlijk gered worden; de derde werij slechts duchtig afgeranseld. De jeugdige corm munisten hadden alles goed overlegd. ZIJ verdeelden zich in twee groepen en richtten; een soort van klopjacht in op de padvinders. Wat hen hiertoe heeft doen besluiten is hel feit, dal het hun sinds cenigen tijd verboden was in het bosch van Buchow te kampeeren. Daar haden de rechlsche padvinders voof gezorgd, zoo meenden de Zunflgenossen. Na den moord kwamen or een paar bosch'-» wachters Ier plaalse die er nog in slaagden Iwee van de jonge moordenaars in hechtenis (e nemen. Zij werden naar het politiebureau van Buchow gebracht, maar moesten week op vrije voelen gesteld worden toen de jeug, dige gezellen naar het dorp kwamen en dreigden het bureau te bestormen. Er waf niel voldoende politie beschikbaar om de ke» relljes in bedwang te houden. De „Bórsen' Courier" schrijft naar aanleiding van dia moordpartij: „Deze lage en lafte moord bewijst lol welk* resultaten de nietsontziende ophitsende pro-» paganda in deze verkiezingsperiode, waarbij de felste haat tegen de eigen volksgenootcD gepredikt en alle gevoel van samenhoorig-» heid onderdrukt wordt, reeds geleid heeft. Dis agitatoren wenden zich bij voorkeur tot d» jeugd... Het is zeer te betreuren dat d» jeugd, welke nog niet in slaat is zich een zelf standig oordeel te vormen over de politiek, toch in den strijd der parlijen betrokken wordt en juist door de ultra's van rechts en van links hef slerksle beïnvloed wordt." De politie te Marseille is een internatio nale dievenbende op liet spoor gekomen, die er haar werk van maakte de poslstoomsche- pen van Marseille naar Buenos Ayres te be stelen. Men schat, dat de bende tot dusver zes millioen frank gestolen heett. Dinsdag a.s. zal een zekere majoor For bes Leilh in een 14 pk. reisaulo. uitgerust met een filmtoestel en een aantal kleine wa penen, uil Londen vertrekken voor een reis van 5000 mijl naar Qiiella, een buitenpost in Noord-West-Indic. Forbes Leilh neemt, behalve een filmman. een persoon mede, die een dagboek zal houden. Hij wil een poging doen om de plaals zijner bestemming door woestijnen en langs de meest verlaten plaat sen der wereld te bereiken, -zonder andero hulp dan zijn auto en zijn eigen vernuft. Bc-hatvc dc overtocht over hel Kanaal en Ceauthoriseerde vertaling naar het Engelsch van E. PHILIPS—OPPENHEIM, door Mevrouw v. d, W, (Nadruk verboden) 22) >,lk bemerk," zeide hij, „dat ik niet ver telen 'en. Dal is zeer vleiend. Mijn vrien den buitenslands hebben mij verteld, dat ik iedurendr de iaatsle twaalf maanden veel leranderd ben." ."O&Wlwijfeld, u is veranderd," gaf ik „Df omstandigheden, waaronder wij zaaj' voor liet eorsl ontmoetten, waren niet p? z.°°d?.nig;n aard, om die te vergeten. lan ll"1'1'"' '}-Ca mi'n vr'end» d-n heer Al- liifc^r zer'r." gaf hij loe mei een hofle- h("i»a „Ik ben zeer ver- Een L 'k u 'ocva'bg weer ontmoette, land r a»00 gsleden kwam ik in Enga- ten i,miMr lk n'el gedacht eer dan mor- hadl 1 2ei;oeS"i hebben u le zien. U b'ooremr r We' vcnvacllt eer ic,s van mij le I Mwr1lk?n,.'k nie' 2a«gen," antwoordde ik. 3a; wil 1 -?E u Verzekering geven, ïëel htii f*"1 verschillende redenen, ben di- ^'er le z'en- *-r z'Jn vele za- feesprek üclgaarae met u wenschen le j snitnheUoei?"dan Wederl£eeriS' Met J Icel *°edl" antwoordde ik, I „U helpt haar om haar lijd nuttig te be steden; het doel mij genoegen dat le heb ben onldekt. Ik zag gisteren in de Mordaunt" Rooms Iwee van haar miniaturen." „Isobel heeft gaven," zeide ik. „Wij doen ons best, om haar te helpen die te ontwik kelen.' De lieer Grooien wendde zich tot mij. „Waarom heeft u geweigerd gebruik te maken van het geld, dat ik voor haar be schikbaar stelde bij de London en .West minster Bank?" „Omdat wij Diet wisttn, met welk recht u voor haar zorgt." De heer Grooten glimlachte als een sphinx zou geglimlacht hebben. De uilwer- kïng daarvan op ons was, dat wij ons heel jong en onervaren voelden. „Mijn recht zal wel even groot zijn als het uwe." „Misschien," zeide ik. „In ieder geval blijft het geld daar op haar naam staan. Later heeft zij het wellicht meer noodig dan nu." De heer Grooien scheen die gedachte eenigszins vermakelijk le vinden. „Neen," zeide hij, „ik acht dat niet waar schijnlijk. U hadt dat geld gerust kunnen ge bruiken nu gij dat echter niet hebt gedaan nu, het is van weinig belang Ik ver onderstel. dat er pogingen zijn gedaan, om het kind aan uw zorgen te onttrekken?" „Verschillende. Madame Richard en lady Delahaye waren beiden even volhardend." Grooten knikte. „U heeft een zeer groot beleid getoond, door le weigeren haar aan één van de iwee af te staan." „En vandaag." vervolgde ik, „is er een derde persoon bijgekomen, die de zorg op zich wil nemen. De Aartshertogin van Brist- law zelve heefl aangeboden ons te ontlasten van onze voogdij." De heer Grooien liet zijn sigaret vallen en scheen zich dat niel bewust te zijn. Hij deed len minste geen poging om haar op le ra pen. Hij trilde, alsof iemand hem een klap had gegeven. Hij was, voor iemand, die ove rigens zoo kalm was, blijkbaar diep onder den indruk. „De Aartshertogin heeft Isobel ge- zienl" mompelde hij. „Zij ontmoetten elkaar toevallig eenige dagen geleden in Mordaunt Rooms. De Aartshertogin was vergezeld van een jong meisje van ongeveer Isobels leeftijd. Wij stonden plotseling tegenover elkaar en de gelijkenis lusschen de twee meisjes was zóó treffend/ dat wij allen verbaasd waren. Het was een1 zeer bijzonder oogenblik. Wij ver lieten de tentoonstelling onmiddellijk. De Aartshertogin zond iemand van haar gevolg achter ons aan. Ik heb loen met haar een en ander omtrent Isobel besproken." „Kunt u dat gesprek weergeven?" „In 't kort, ja," antwoordde ik. „De Aarts hertogin zinspeelde er ronduit op, dal zij gelooide, dat Isobel morganatisch aan haar familie was geparenteerd. Zij wenschte haar onder haar eigen hoede te nemen en voor haar te zorgen." „En u?" „Ik vond het hel beste, daarover eerst eenigen tijd na te denken. Ik was van plan de geschiedenis van de familie der Aarts hertogin eens na le slaan." „U deedt geen belofte?" „Zeker niet. Om u de waarheid le zeg gen, maakte de tegenwoordigheid van lady Delahaye bij de vorstelijke familie geen aan genomen indruk op mij. Ik heb geen ver trouwen in de goede bedoelingen van lady Delahaye ten opzichte van Isobel." De heer Grooien keek mij vluchtig aan. „Toch," zeide hij zachtjes, „wordt er ver teld, dat u en lady Delahaye zeer goede vrienden zijn geweest." „Dal doet hier niels Ier zake. Ik kende haar vóór haar huwelijk, maar heb haar sinds dien tijd zeer weinig gezien. Hel staal vast, dat onze verhouding op het oogenblik ternauwernood vriendschappelijk kan wor den genoemd. Wij hebben een verschil van inzicht betreffende onze voogdijschap over Isobel. Lady Delahaye keurt haar tegen woordigheid .hier niet goed." De heer Grooten glimlachte „Dat is begrijpelijk. Mag ik verder een lipanigszin» onbescheiden vraag doen? U waaTt hedenavond, geloof ik, de gasten van baron von Leibingen, die, zooals ik begrijp, een persona grata is bij de Aartshertogin. Ik veronderstel, dat die samenkomst in ver band slond met Isobel?" „Isobel was daarvoor de eenige aanlei ding," antwoordde ik. „De Aartshertogin is een volhardende vrouw. Zij wilde niet aan nemen, dat mijn antwoord op haar eerste aanbod beslissend was. Zij gaf de zaak in handen van den heer von Leibingen en on- gelwijfeld was hij, lot op het laatst van ons onderhoud, toen hij zijn bedaardheid ver loor, een zeer flinke afgezant. Hij bewees ons vrij duidelijk, dal het onze plicht was Isobel af te staan aan hen, die meer rechl hadden om de zorg voor haar op zich le nemen, en bij besloot met on3 chóques te overhandigen zij waren elk vijf duizend pond groot, nietwaar, Allan?" De |^er Grooien leunde in zijn sloel ach terover en lachte in stille. „Die arme von Leibingen," mompelde hij; „hij doel zijn geheele leven niels anders dan domliedenl Toch, vriend, ben ik bang. dat deze zorg, die ik zoo gedachtenloo3 op uw schouders legde, zal blijken zeer moei lijk le zijn. En u ziet, dat ik u zelfs geen chèques aanbied." Allan slond plotseling op. „U biedt ons geen chique aan, mijnheer Grooien," zei hij rustig, „omdat u meer van de zaak alweet. Er is echter een andere mry- nier, waarop u ons kunt beloonen voor de niet geringe onaangenaamheden, die wij hebben ondervonden. U kunt onze taak lichter maken en waardiger; u kunt ons een vraagbeantwoorden, die, ik geloof dal te mogen zeggen, wij het recht hebben te doen." De heer Grooten boog het hoofd een wei nig voorover. Hij maakte geen opmerking. Allan wendde zich tot mij. „Arnold," zeide hij, „het is meer jouw werk dan het mijne, want jij bent hel ge weest, die den eersten stap hebt gedaan. Ik wensch mij daarin niel ongepast te mengen. IIoc dan ook, ik geloof, dal de lijd gekomen is, dat, in ieder geval aan ons, het geheim van Isobels verleden wordt geopenbaard. Wij zouden zooveel slerker staan door de waarheid le welen. Je vriend, mijnheer Grooien, kan ons alles duidelijk maken, als hij wil. Vraag hem om dat te doen. Ik ga nog verder, ik durf zells zeggen, dat wij het rechl hebben daarop aan le dringen." De heer Grooten zat bewegingloos. Op zijn gezicht was nauwelijks te lezen, of hij een woord van Allan had gehoord (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5