GRAMOLA
H. 6. VAN LUIJKEN
No. 1SS5».
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 4 April.
Tweede Blad. Anno 1924
w
fJ
(J
(J
i}
tJ
M
#T
■l TWEEDE KAMER.
W Vraag uitvoerige beschrijving der
Product van „HIS MASTERS VOICE"
187.50
U Nieuwe Rijn 87 Tel. 35
FEUILLETON.
HET PLEEGKIND VAN DE
DRIE CELIBATAIRS.
AANTAL EN SOORTEN DER OPENBARE EN BIJZONDERE SCHOLEN VOOR LAGER ONDERWIJS TE LEIDEN, BENEVENS DE
STATISTIEK VAN HET AANTAL ONDERWIJZERS EN LEERLINGEN OVER 1923
Openbare Scholen. Toestand op 31 December 1923.
Hoofd
Aantal ondorw.
Aanta
Vakonderwijzers
riaals der schoof Aard der school
buiten 'l hoofd
teerlingen
Handw.
Gymn.
Teek.
Aalmarkt
Opieldingssch. voor
A, Wisse
8
244 j. cn
m.
2
2
Gymn. en
H. B. S
Boommarkt
opl. sch. v
U L. 0
G. Bruyntjes
7
201 meisjes
1
Fielerskerkstraaf
M. L
3. (1878;
P. A Hibma
11
292 jongens
1
1
Broeslraat
U. L. 0.
A. C J. Wissel
8
180 meisjes
1
1
Langebmg A
OpL'sch. v
U. L. 0.
A. J. J. Verbrugge
5
198 cn
01
2
P
J»
J. J. Yerhage
5
193
f»
i
g
1
Hcerenslraat
G. W. Huibreclitsen 5
1G8
X
2
Maresinge! A
91
P. C. Scbreuder
0
198
2
E
W. v. d. Laan
5
195
IJ
i
o
Oude Vest
Leerschool
W. Koops Azn.
13
3G0
U
2
2
Plantsoen A
Sch. v. eindonderw.
F. A. Scliillhuizen
5
179
3
2
B
T
M. W. Karstens
5
192
4
2
Schuttersveld A
11
J. C. B Hüner
5
.192
2
B
1}
W. F. Zeefenberg
0
387
2
Duivenbodestr. A
•T. J. V. Bostelen
5
.172
M
4
2
B
K>
J. C. van Schaik
D
I8G
1
Haverstraa! A
II. D. Vricsema
0
158
3
1
B
>1
J. Droese
D
IGt
'i
2
P. Krugcrslraat A
W. A. Kriest
6
173
9»
2
F
A. Uiltenbroek
5
189
>1
2
1
Zuidsingel A
D. C Schuit
5
212
II
1
2
B
T. G. Hoeks
5
212
2
Medusastraat A
>1
A 1 lorree
5
192
1)
4
2
B
tl
M. J. Krop
C
233
4
2
V rouwenkerksteeg
A
D. Bosnia
5
108
M
2
1
B
A. Dirks
D
179
»J
1
V. d. Werfslraat
Centr. 7e
Ieer.seh'.
F. n. N. Bloemink
9
248
n
2
2
CaeciliaslTaat
BuilengcW.
L. 0.
P. Boel Jr.
5
8S
ft
-
Op 31 December
1923 was liet
aantal (over 28 scholen) Totaal
170
5553
30
4G
3
Op 31 December
1922 was het
aantal (over 28 scholen) Totaal
.174
5428
Op 31 December
1921 was het
aantal (over
18 scholen) Tolaal
214
555G
Bijzondere Scholen. Toestand op 31 December 1923.
Hoofd
Aantal onderw.
Aantal
Vakonderwijzers
riaals der school
Aard dor school
buiten 't hoofd
leerlingen
Handw. Gymn. Teek.
Noordeinde 38
L. 0.
G. J. W. de Reuver
2
72
j.
en m.
1
1
11
L. 0.
A. L. L. Gathier
12
352
1
Pasteurslraat A
L. 0.
A. v. d. Baan
G
138
1
B
L. 0.
J. Kalsbeck
7
290
ii
4
1
Middelslegraclit
L. 0.
P. C. Zandce
G
282
1
1
—4
Pietersk.gracht
L. 0.
A. J. Doorneveld
G
223
ij
13
3
1
Stadhouderstaan
L. 0.
S. Gaaslerland
G
182
11
l
Lusthoflaan
L. 0.
G. Bakcma
G
250
'L
Hoogt. ICcrkgr.
L. 0.
W. Vros
8
63
ii
r.k
1
1
•H
Rapenburg 4S
L. 0.
D. Meijer
G
218
ii
1
U. L. 0.
P. Snijders
■5
96
»i
V
48
L. 0.
W. P. Melicf
9
310
r:«'
H
Pelikaanstraat 20
L. 0.
A. v. d. Meer
G
264
1
L. 0.
A. v. Zoeten
G
800
i'
2(1)
1
L. 0.
W. M. Beenakker
7
304
2(1)
Ilaarl.strnal 240
U. L. 0.
J. L. v. Heteren
35
531
—4
Haarl.straat 32,'34
U. L. 0.
G. Nootenboom
8
74
Vw
1
L. 0.
F. B v. Warenbur»
7
257
ij
Hoogewoerd 57
U. L. 0.
v. Zaaien
S
202
7
37
L. 0.
J. M. Balvers
G
227
M.
Verl. Oosterstr.
L. 0.
W. A. Bodenes
2
106
j-
en m.
1
4—1
Verl. Muunikensti'.
L. 0.
P. Hcrfkens
2
112
n
1
H
Noordeinde 1
L. 0.
M. v. Warneten
l
122
li
1
Op 31 December
1923
was het aantal
(over
23 scholen) Totaal
139
4975
23
11
0
Op 81 December
1922
was liet aantal
(over
20 scholen) Tolaal
130
4547
Op 31 December
1921
was het aantal
(over 15 scholen) Totaal
127
4318
1) onderw. ook schoonschrijven.
r ~r
f (Zitting van gisteren.!
Regeling van werkzaamheden.
De VOORZITTER slc-ll voor eenige ont
werpen aan de agenda toe te voegen, o.a.
flo begrooting van Curacao en Suriname,
Conform besloten.
De heer SCHAPER (S.D.) vraagt liet onl-
werp-Albarda (Twente) morgen reeds le be
handelen.
De VOORZITTER zegt dat het Eindver
slag nog niel is verschenen en dat het niet
gewenschl is dit ontwerp tusschen de be-
grootingshoofdslukkcn door lo behandelen.
Hij znl spoedig voorstellen om hel te be
handelen.
De heer SCHAPER (S.D.) meent dal er al
Zooveel door elkaar wordt behandeld, dat dit
geen bezwaar kan zijn. Hij vraagt wanneer
de Voorzitter behandeling zal voorstellen?
De VOORZITTER wil zich beraden zoo
dra bet Eindverslag is verschenen.
STAATSBEGROOTING VAN 1921
Hoofdstak IX (Waterstaat).
Voortgegaan wordt met Hooldsl. IX (Wa
terstaat) der Slaatsbegrooling voor 1921.
Aid. Mijnwezen.
De Minister van Waterstaat, de heer v.
SWAAY, zegt, dat er vele deskundigen in
het mijnwezen waren, nog veel meer z.g.
deskundigen zijn. Gaarne verneemt spreker
precicse gegevens van de afgevaardigden en
dan is hij bereid er met do directie over te
praten. Met algomeene opmerkingen komt
men niet veel verder. Men moet cijfers niet
losmaken van het geheel en ze vooral moge
lijkerwijze hernieuwen. Men moet niet klak
keloos de staatsmijnen met de particuliere
mijnen vergelijken. Dal is niet billijk, net
verwijl over te langzame exploitatie is niel
juist, hetgeen spr. mol eenige cijfers over de
productie nader toelicht. De heer Hermans is
te algemeen in zijn kritiek en schaadt daar
door het preslige van do directie hetgeen spr.
niel in hol belang der zaak acht.
Van do contact-commissie heeft spr. veel
goeds gezien en hij betreurt liet dal een con
flict is uitgebroken, tusschen liaar en de di
rectie van dc Orunjc-Nassaumijn. Spr. hoopt
dat dit geschil spoedig zal zijn opgelost.
Afd. Scheepvaart.
De lieer BRAUTIGAM (S.D.) bespreekt het
in dienst nomen van Chineezen aan boord
der schepen, terwijl er veel werkloosheid
hecrsclit onder liet Ncderlandsciie zeevolk.
Vervolgens bespreekt bij hel onvoldoende
logies aan boord dor schepen en bepleit hij
doorvoering der Londonschc Conventie voor
Nederland.
De heer WIJNKOOP (C. Pr.) sluit zich
grootendeels bij den vorigen spreker aan. Hij
wil alleen de Aziaten niet weren, doch zo ge
lijkelijk betalen als do Europecërs. Hij dient
een motie in, waarin hij de gelijkheid van
loon wil vastgesteld zien.
Deze motie wordt later behandeld.
Do MINISTER kan met deze molie niet
meegaan, omdat het te ver gaat loonen als
onderdeel der veiligheid te beschouwen waar
over de Regeering heelt te waken. In zake het
logies zegt spr. een onderzoek toe. Wat de
Londcnsche conventie belreft, geeft spr. de
voorkeur aan een internationale regeling.
9349
RECLAME.
VOLGENS NEVENSTAAND MODEL
OVERTREFT in weergave alle andere merken
5 jaar garantie op alle onderdeeien
Lenig agent derGramof Co.
Limited Hayes - England:
De heet BRAUTIGAM (S.D.) bespreekt den
trourigen toestand waarin velen verkccren
die menschenlcvens hebben gered.
De MINISTER zegt dat hij bereid is dat
punt dat niet in de stukken is behandeld, na
der tc onderzoeken.
De heer DÜYS (S.D.) bespreekt eveneons
dit punl en dringt' aan op steun voor ben, die
veie levens redden en lhans in behoeftige om
standigheden verkeeren Deze menschen die
zoovele levens redden, zijn thans zeil schip
breukelingen in dc maatschappij.
Spr. wil het onderzoek niet langer afwach
ten doch dient een motie in waarin de Mi
nister wordt verzocht een regeling voor deze
menschen tc treffen, hetzij door een pen
sioenregeling, hetzij op een andere wijze.
Vooral dringt spr. aan op groolc spoed.
De molie zal op een later le bepalen dag
doch vüur het zomerreces worden behandeld.
Dc MINISTER zegl dal hel onderzoek is
afgetoopen. Het onderzoek heeft geleerd dat
er pl.m. 100 personen zijn die in aanmerking
komen en dat dit 30 a 00 000 'sjaars zal
kosten.
Hoewel men meende, dal er veel voor een
regeling viel te zeggen, maar dal het onder
de huidige financieelc omstandigheden on
mogelijk was dit bedrag beschikbaar te stel
len.
Hoofdstuk IX wordt goedgekeurd met 58
tegen 10 stemmen.
Zniderzeefoads.
Aan de orde is het onlwerp-Zuiderzee-
londs voor 1924.
De heer VAN DEN HEUVEL (A -R.)
vraagl of voor dit fonds nu een afzonderlijke
financiering zal plaats hebben. Spr. acht dit
gewenschl.
Vervolgens vraagl hij inlichtingen over
den stand Ier drooglegging van de Wierin-
gcrwaard.
De regeling der schadeloosstelling voor de
Zuiderzeevisschcrs acht spr. urgent.
Do heer STAALMAN (V.-B.) betreurt het
dat zoo weinig voortgang wordt gemaakt
mei dc toepassing der steunregeling voorde
gedupeerde Zuiderzeevisschcrs. Hij wijst
daarbij op de malaise in de vakken, die ver
band houden met de visscherij: zeilmakers,
boolherstellcrs, nettenmakers, enz. Deze
categorieën verdienen ook alleszins hulp.
De heer BRAAT (Plalt. Tartij) wil ook
schadeloosstelling aan landbouwers, wier
land onteigend wordt voor de uitbreiding der
groote steden.
De MINISTER zegt, dat spoedig een ba',
slissing zal moeten worden genomen ieR
aanzien van do voorlzetling der Zuiderzee-,
werken. Dan zal ook de kwestie van de fi
nanciering ter sprake komen. I
De verleening van steun aan de Zuider-i
zoevisschers is in voorbereiding. Het is een
omvangrijk werk.
Ilei ontwerp wordt goedgekeurd.
Begrooting P. T. T.
Aan de orde is de begrooling van Puste.-,
rijen, Telegrafie en Telefonie.
De VOORZITTER zegl. da! er 13 spreke»
zijn. Hij slelt voor 12 minuien per spreker
(e geven.
Conform bcslofcn. 1
Do heer DE GROOT (V.-B.) wensch! af
schaffing van de kindertoelagen, welke een
oorlogsmaatregel waren en welke dienen lo
verdwijnen. Hij wijst eenige bezuinigingen,
die aangebracht kunnen worden, aan. Ilij
vraagt voorts meer zelfstandigheid voor da
directeuren.
De heer VAN BRAAMBEEK (S.-D.) meent
dat hot publiek terecht ontevreden is over
den Postdienst. De dienst is verminderd, de
tarieven zijn verhoogd, enz. Spr..gelooft, dat
er een overcompleet is aan hooger personeel
en dal daardoor de dienst duur wordt. Mot
de wensch<"-n uit liet lager personeel ge.
komen, houdt men te weinig rekening. Spr.
vraagt nu eens een volledig grondig onder
zoek van den locsland van den dienst, nicf
alleen door mensehen uit den dienst zelf.
De heer WINTER MANS (R.-K. zegt ver
leden jaar al gepleit te hebben voor vereen
voudiging van den kantoordienst. De ter on.
derzoek ingestelde Commissie acht vereen
voudiging dringend noodig, maar de Minisler
acht ze zonder nadere argumenteering
niet gewenscht.
Do classificatie der kantoorhouders is nog
sleeds niet herzien, helgecn spr. noodig acht,
ook met het oog op bezuinigingen.
De heer BEÜMER (A.-R.) bespreekt hel
Ulreehlsche kanloor en vraagt waarom dit
r.og niet is betrokken. Ilij wijst op liet ge.
vaar in de Potterstraat aldaar.
Do heer VAN SASSE VAN 1JSSELT (R.-
IO zegt, dat het personeel vele rechtmatigs
grieven heeft en dal daarvan weinig nolilis
wordt genomen. Ilij vraagt den Minister
meer aandacht daaraan te schenken.
De lieer VAN VOORST TOT VOORST (R.<
IC.) bepleit centralisatie van den telefoon
dienst ten plattclandc.
Geauthoriseerde vertaling naar het
Engeiseh van E. PHILIPS—OPPENI1EIM,
door Mevrouw v. d. W.
(Nadruk verboden).
G) t
„Hel was heelemnal geen attaque," zeide
ik ernstig. „Hij werd geduod met een soort
luchlpistool door iemand, die aan mijn
lafe! za'. Ik vind, dat u onmiddellijk de po
litie moet waarschuwen. De naam van den
man is Grooten; maar ik weet niets anders
van hem."
De gérant was een oogenblik sprakeloos.
Ilei kind keek mij ernstig aan.
„Deed die kleine, oude mijnheer hel, die
bij u zal?" riep zij uil. „Ik zag hem aan
Charing Cross Slalion."
„Ja, dal was bij," antwoordde ik'.
liet kind wendde zich af.
„Misschien heb ik dan loeii vrienden in
de wereld," mompelde zij.
Do gérant, Iluber was- zijn naam, be
greep er niels van.
«Een luchlpistool zou evenveel leven ge
maakt hebben als een revolver," zeide liij.
Gr-atson? V3n hd2ecn 0 ze''' mijnheer
„Dat is hu en twijfel," anlwoordde ik
ven u moet de politie er onmiddellijk mede
m I nnis stellen. Die man haaide hel
P '.ooi uil zijn zak en wilde het mij laten
z on maar hij schoot het af. Hij vertelde
mij, dat hef een nieuwe uitvinding was, ge
koeld in Amerika, en dal hel geheel geluid
loos was."
De gérant haastte zich uit de kamer. Hot
kind en ik waren alleen, uitgezonderd de
man op de sofa. Zoo nu en dan kreunde hij
en maakte dan een geluid, dat mij deed hui
veren. 1-Iet kind daarentegen was onbewo
gen. Zij keek mij met haar donkere oogen
aan.
„Gelooft u, dal hij weg zal komen?"
vroeg zij ernstig.
„U meent den man, die majoor Dclaliaye
doodde?"
„Ja."
„Ik acid het zeer waarschijnlijk". Hij heeft
een goeden voorsprong en ik veronderstel,
dat liij zijn plannen gemaakt heeft."
„fk hoop, dat liet hem gelukt," mompel
de zij hartstochtelijk. „Ik zou hem gaarne
willen helpen."
„U weel volslrekt nief, wie hij is?"
vroeg ik. „ik geloof niet, dal zijn ware naam
Grooten is."
Zij schudde hel hoofd.
„lk had hem nog nooit in mijn leven ge
zien," zeide zij, „en indien ik hef wisl, zou
ik het niemand vertellen."
Eindelijk kwam de dokier. In werkelijk
heid was hel slechls vijf minuten geleden,
dat om hem was gestuurd; maar de tijd
kroop langzaam in do kleine kamer. On
middellijk daarna kwam Hubcr, de gérant,
weer binnen, gevolgd door een politie
agent. Wij wachtten allen op het onderzoek
van den dokter. Ik haalde een stoel voor het
kind^ cn zij bedankte mij met een Hauwen
glimlach. Zij bleef zitten met den rug naar
de sofa. Het gaf te denken, dat zij niel de 1
minste belangstelling toonde voor den ge
wonde. De dokter was eindelijk me! zijn on
derzoek klaar. Hij kwam naar ons loc. i
„De wond is zec-r eigenaardig,"' zeide hij,
„en ik ben bang, dat hot moeilijk zal zijn
den kogel le verwijderen; maar de wond op
zichzelf is niet gevaarlijk. Hel is niets dan
een vtceschwond; hij heeft echter een hevi-
gen schok gekregen en zijn haTtslag bevalt
mij niet. Hij kan veilig vervoerd worden.
Al3 u dat wcnscht, zal il; telefonecren om
oen ambular.cewagen en hem naar het hos
pitaal brengen. Weet u iels omirent dit ge
val, agent?"
„Tot nog toe weinig, mijnheer," ant
woordde de agent. „Ik wensohte gaarne van
dezen mijnheer hel signalement te hooren
ran den persoon, die hem liet pistool liet
zien. De portier zag hem weggaan, naar ik
hoor, en een van de kellners zag iels in zijn
hand. Was hij een vriend van u, mijn
beer?"
„Ik wec-t ailcen zijn naam," antwoordde
ik. „Hij noemde zich Groolen en naar mijn
oordcel is hij een vreemdeling, ofschoon
hij vloeiend Engeiseh sprak, nij leek onge
veer vijftig jaar, was glad geschoren en
van gemiddelde lengte."
„Dat is vrij vaag," merkte de agenl op.
„Had hij niet iels bijzonders, iets eigenaar
digs, dat zijn identiteit lean vaststellen?"
„Niets, voor zoover ik mij dal kan her
inneren," antwoordde ik.
„Hoe was hij gekleed?"
..Eenvoudig', ik weet niel meer, hoe hij
gekleed was."
„Heel gij ecnig? vermoedens van zijn
plan? Sprak hij over majoor Delabaye, alsof
hij hem kende?"
Jk schudde het hoofd.
„Wij beiden hebben allecr. opgemerkt,"
zeide ik langzaam, „dal dit jonge meisje
zeer bang scheen I zijn voor haar met
gezel, cn ik geloof ni-'., dat wij ?en giui3li-
gen indruk van hem hebben gekregen, nij
beeit eclilcr op geen enkele wijze te kennen
gegeven, dat zijn plan was om tussehen-
beidc te komen."
„Kan bet geen ongeluk geweest zijn?"
vroeg mijnheer Iluber.
„lk zou dat ook gedacht hebben," anl
woordde ik, „indien hij niel onmiddellijk
was heen gegaan. Hij verdween zóó spoedig
dal ik hem zelfs niet zag gaan."
„Zal u toevallig bij hem aan tafel?"
vroeg de agent.
„Neen, wij kwamen le zamen hier. Wij
ontmoetten elkaar aan Charing Cros3 Sta
tion en hij sprak mij aan. Hij wisl mijn
naam en herinnerde er mij aan, dat wij
elkaar eens hadden ontmoet in de Vage-
bonds Club."
„Kon u zich hem herinneren?"
„Dat deed ik niel."
„En later?"
„Wij hebben een poos samen gepraat en
loen wij uit het stalion kwamen, noodigde
hij mij uit mede te gaan lunchen."
„Kwam hij met den trein aan of moest
hij iemand afhalen?" vroeg de agent.
„Noch hel een, noch het ander, voor zoo
ver ik kan nagaanhij scheen daar ie lan-
lerfanlen. Maar ik moei u vertellen, dal wij
majoor Delahayc cn dit jonge meisje zagen
komen met den trein van het vasteland cn
hij scheen in hen belang to stollen."
„Kende u hem?" vroeg de agenl aan het
meisje.
,Neen, ik heb" hem aan het slalion niet
opgemerkt. Ik zag hem met dezen heer aan
tafel zitlen; maar ik ben er vrij zeker van,
dat ik hem nooit in mijn leven gezien heb."
Dc agent borgde hel opschrijfboekje op.
„Hel spijt mij, dal ik u moet lastig val
len," zeide hij, „maar ik aoiit het beter, dat
u allen meegaat naar den hoofdcommissaris
in Bowstrecf."
„fk ben gaarne daartoe bereid," zeide ik,
„ofschoon ik niet meer weet te vertellen,
dan ik reeds deed."
Het kind kwam plotseling naar mij loc.
Zij pakte mij bij den arm met haar dunne,
slecht gehandschoende vingers. Haar oog-n
smceklcn mij.
„Mag ik mei u mede gaan? V wilt mij
loch niet alleen laten?"
„Do jongedame wordt ook verzocht onT
mee le gaan," merkte de agenl op.
„Wij gaan natuurlijk allen le zamen,"
zeide ik vriendelijk. l
HOOFDSTUK V.
Komende van het politiebureau, slaken
wij de straat over en waren in een dar
nauwe straten in de buurt van Covent Gar
den. De lucht was hier bezwangerd met den
geur van witte cn paarse seringen, die met
manden vol langs den weg stonden. Het
meisje kneep haar oogen half dicht.
„Heerlijk," riep zij uil. „Dal doet mij den-
den aan St.-Argueill Tc Londen zijn dus
ook bloemen?"
Ik kocht haar een bos, waarvan zij dm
heerlijken geur in verrukking opsnoof.
„Ach!" zeide zij treurig, „ik was geheel
vergelen, dat er nog mooie dingen ir. Te we
reld waren. Ik dank u zeer, mijnheer
Arnold."
„Op uw leeftijd." zeide ik opgewekt, zult
ge spoedig ondervinden, dal de wereld en
zelfs Londen een schatkamer is van mooie
dingen."
-1
(Wordt vervolgd).
'B
CM