Ge Eerste Kamer over de MARION. Staatsbegroting voor 1924. No. 19646. LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 25 Maart. Tweede Blad. Anno 1924 FEUILLETON. GEMENGD NIEUWS. ga- kan het voorloopig verslag omtrent de al gemeen© beschouwingen over de Staatsbe- grooting voor 1921 wordt het volgende ont leend Kabinetscrisis. Onderscheidene leden waren van gevoelen, dat de onrcicht yan de rechterzijde, om het schip van staat t© sturen wel duidelijk was gebleken en pieenden zelfs de oplossing, die de crisis h-.d gevonden, beschamend voor de coalitie t© moeten noemen. Welke beteekenis, vroegön zij zich af, valt te hechten aan de vetklari g van het hoofd van een kabinet, dat plechtig verzekert, de verantwoordelijkheid van een gevallen beslissing niet te kunnen draden en eenigen tijd later het tegenovergestelde doet 1 Deze leden betreurden den langen duur yan de crisis. Waarom, vroegen zij voc ls( is niet beproefd een kabinet op democratie. Len grondslag te vormen en waarom was thans Ide heer De Geer niet teruggekeerd 1 De vor ming van een z.g.n. democratisch kal. net achtten vel© leden niet wel mogelijk. Andere leden achtten eveneens het resultaat vau de crisis onder de gegeven omstandighedc j het best bereikbare. Min istervanFinanci cd. Het Optreden van den heer Colijn als Minister yan Financiën was door vele leden met in stemming begroet. Zij erkenden, dat ziju v»o- jsitie zeer moeilijk was, maar koesterden van hem groote verwachtingen c-n waren bereid hem te steunen. Anderen hadden den indruk dat de Minister wel eens plannen maakte en die openbaarde alvorens hij terdege onder zocht had of zij wel uitvoerbaar waren. Vela leden, verklaarden, zich zeer wel met het be leid van dezen minister te kunnen vereeni- fcen. Regeeringsbeleid. Eenige le den betoogden, dat de Regceriog niet blijk geeft van een vast beleid. Ook werd het ge- yoelen geuit, dat men van het uitgeven met &1 te ruime hand, onder het beheer der fi nanciën van minister De Vries, thans in een fcnder uiterst© was vervallen, dat van schriel heid. Deze opmerkingen bleven niet zonder tegenspraak. Men was van gevoelen, dat in tal van gevallen het van wijs beleid getuigt, Rekening te houden met het resultaat van gepleegd overleg met de Staten-Generaal. 'Bezuinig ing. Men gewaagde van het nog steeds bestaande gevaar van infla tie, dat het meest tot uiting komt door de stijging der waarde van het kilogram goud hier te lande. Sommige leden konden zich tiet in alle opzichten vereenigen met do Wijze, waarop naar het maken van een slui pende begrooting werd gezocht. Verminde ring van tuitgaven, vereenvoudiging van Öen Staatsdienst, dienden met meer kracht ïe worden nagestreefd. De kracht zou wor sen bevorderd, indien niet met zekeren for- öcheii spoed radicale maatregelen werden Uitgevaardigd, maar vooral een bedacht zaam beleid werd ingevoerd. De bezuini ging zou zich bij liet on d e r w ij 8 moe- Jen beperken tot den bureaucratischeD rompslomp, den overdreven scholenbouw, pijn geconcentreerd toezicht, zijn dure or- #misatie, enz., maar onaangetast diende te hl ij ven datgene, wat een onmisbare voor gaarde voor volksontwikkeling is De le llen, hier aan het woord, vreesden Teeds heekenen bij het kabinet te^ bespeuren, dat het bezuinigingseischen ging verzwakken bm tegelijk de inkomsten uit belastingen te yerhoogen. Alleen in de daling van de be grooting ligt waarde en hierop diende de ïlegeering haar kracht te concentreer en. JÈenige leden gaven aan het bezuinigings- Oorspronkelijke novelle van J. C. L. B. PET. (Nadruk verboden). 15) SLOT. „Nu is alles weer goed", ging zij door; .beusch, mijn jongen." Over haar schouder zag ik het gezichl van den dokter, die heilig tegen mij knikte. Ik begreep, wat hij bedoelde. „Maar je moet nog kalm zijn, Marion", Rnlwoorddo ik; „je moet nu zorgen, dat je heel rustig blijfl. zoodal je gauw weer heele- maat beter bent. Toe, kindje, beloof het mij." „Ik beloot hel je", antwoordde zij, met iels van de oude flinkheid; „ik zai mijn best Boen." ■Zij ging zillen op mijn knie. Even meende Ik den harden trek weer op haar gezicht le izien, en mijn hart kromp ineen van angst, piaar het duurde slechts een oogenblik. „Miss Grened", zei toen de dokter, „het is Beter, dat u zich niet te veel vermoeit. Uw Verloofde kan Woensdag terugkomen. Het is jniot mijn bedoeling onaangenaam te zijn; piaar het lijkt me beter, dat u nu terugaal haar uw kamer." „Doe het, liefste", fluisterde ik; „het is heler, en ik kom Woensdag terug." „Goed", zei ze eenvoudig, cd kuste mij op mijn mond, en (oen zij wegging, keek zij nog tienmaal om, met liefdevolle oogen. ■Zwijgend zaten de dokier en ik tegenover lelkaar. „Het is mijn schuld niet", begon ik einde lijk; „ik had niets gezegd." „Dat weet ik", antwoordde hij, „daarom begrijp ik liet juist niet." „Wat doet het cr toe, of wij het begrij pen", zei ik vrooiijk, „het is heerlijk zoo." Toen begon hij le lachen, en stak mij de Band toe ten afscheid. „Ais er iets bijzonders geheurl, schrijft u Bel?" vroeg ik nog. „Ik zal er aan denken." Fluitend liep ik de laan in naar hel sta llen van Seethwood. plan-S[ibaut 'de voorkeur. Onderscheidene leden stemden in met de plannen, door dé Regeering in uitzicht gesteld. Zij zagen niet in, dat de noodzakelijke bezuiniging op de uitgaven van het onderwijs zou ver kregen worden, indien de Regeering zich beperkte tot die zaken, welke hierboven waren genoemd. Acht men de plannen der Regeering niet juist, laat men dan met an dere komen. Met nadruk kwamen vele le den op tegen de bewering, dat opgehouden moest worden met het doen van uitgaven voor de defensie. Ons onafhankelijk volks bestaan dient verdedigd te worden tegen ieder, die daarop een aanslag wenscht té plegen. Men wees ook op het feit, dat in landen, waar de arbeiderspartij aandeel in de regeering had, van ontwapening niet bleek. In Engeland behoorden tot de eerste der regeeringsdaden de bouw van vijf krui sers en uitbreiding der luchtvloot. De departementen vana lge- m e e n bestuur. Opgemerkt werd, dat de Ministers moeten beginnen met de kosten hunner departementen te verminde ren. Staatszorg. Een lid beschouwde de veel te uitgebreide staatszorg als de voornaamste oorzaak onzer finaucieele el lende. Salarisverlaging. Dc voor genomen intrekkiog van art. 40 van het Be zoldigingsbesluit vond bij onderscheidene ledeu weinig instemming. Zij oordeelden den Staat zoowel moreel als juridisch ver bonden. Zij zagen in dit artikel een collec tief contract, dat niet eenzijdig kon wor den ingetrokken. Wanneer de zaak op de juiste wijze was aanhangig gemaakt bij het georganiseerde overleg, had een oplossing van de moeilijkheden wel kunnen gevonden worden. Andere leden merkten op, dat handhaving van dit artikel niet mogelijk is gebleken en dat er hier geen sprake is van een contract. Dezo leden waven van oor deel, dat ten minste 70 pCt. der bevolking aan cle zijde der regeering staat in deze zaak. De gehuwde ambtenares. Een aantal leden had tegen het standpunt der Regeering ten deze bezwaar. In het ontslaan uit den dienst, als de ambtenares een huwelijk aangaat, zag men een aanslag op haar rechten als ambtenares. Onder scheidene leden waren van meening, dat te dezen opzichte de Regeering met bijzondere omstandigheden had rekening te houdeD. Zij betreurden, dat hier ruw was ingegre pen. Er hadden ook milde overgangsbepa lingen moeten zijn gemaakt en een ruimere uitlegging van het begrip: „kostwinster". Andere leden konden zich zeer goed ver eenigen met het door de regeeriDg ingeno men standpunt. Bezuiniging "s in &p e c t i e. Men vroeg, hoe het instituut der bezuini- gingsinspcctie werkt. Belastingen. Eenige leden von den het door den Minister van Financiën aangekondigde voornemen, tot het ontwer pen van verteringsbelastingen over te gaan in hooge mate bedenkelijk. Dergelijke hef fingen toch zullen de nijverheid pijnlijk treffen of het kunstleven ernstig bedreigen. Gevraagd werd, hoe de Regeering staat te genover de vervanging van de dividend- en tantième-belasting door een belasting van do door naamlooze vennootschappen wer kelijk gemaakte winst. Belastingontduiking. Ge wezen werd o.a. op het feit, dat tal van HOOFDSTUK XIV. Den volgenden dag werd ik naar het bu reau van politie geToepen. Ik ging er onmid dellijk heen cn trol in de kamer van den commissaris Lizzv Grened. Toen ik binnen kwam, keek zij mij aan met een tartenden, vijandigen blik. „Meneer Dorring", begon de commissaris, „deze dame beweert niets met den moord uit te slaan te hebben. Wilt u mij zeggen, welke redenen u hebt haar te verdenken?1' Ik vroeg hem of ik alles mocht zeggen, wat ik van den moord afwist. Mijn verzoek werd toegestaan. Daarna verhaalde ik de geschiedenis zooals ik haar had gezien in het Rotterdamsche cabaret. Toen ik had geëindigd, barstte het meisje in snikken uit. „U hoort het", riep zij toen, „dat ik het niet heb gedaan. Ik heb hem zelfs niet aan geraakt. Maar James wilde, dal wij er heen gingen, om geld los te krijgen. Alles is van hem uitgegaan." „U geeft dus toe, dal het zoo is gebeurd?" vroeg de commissaris. „Ja", antwoordde zij, zonder meer. ,.Goed, u kunt gaan. Meneer Dorring, wilt u nog even blijven? Ik heb u nog iets te vragen." Toen het meisje door een agent was weg geleid, vroeg hij: „Waarom hebt u dit alles niet vedeld, voordat uw verloofde werd veroordeeld?" „Omdat ik het toen niet wist." „Hoe weet u het dan nu?" Jk dacht even na en antwoordde: „Ik geloof, dat hel het beste is. dat ik u de volle waarheid vertel." En ik vertelde hem mijn wedervaren mee in het „Cabaret Mondain." Toen ik had geëindigd, voegde ik er bij: „U gelooft mij natuurlijk niet." ,,0, dat wel", antwoordde hij. „Maar?" „U leunt mij natuurlijk niet kwalijk nemen, dat ik een beetje soeptisch sta tegen over de waarde van dergelijkeHij zooht naar een woord, „van dergelijke be wijzen." „Maar zij heeft bekend" wierp ik hem tegen. „Dat is zoo", gaf hij toe, „en wanneer de andere feilen kloppen mei uw voorstelling, kunt u er vrij zeker van zijn, dat uw ver loofde ontslagen zal worden van alle schuld," lieden en vooral dikwijls zeer bekwame be lastingambtenaren zich als belastingadvi seurs gingeD vestigen en dan hun hulp ver leenden tot ontduiking van belastiDg. Kapitaalvlucbt. Enkele leden verwachtten van den Minister, dat hij een einde zou weten te maken aan de vlucht van het Nederlandsch kapitaal naar het buitenland, dat soms een gevolg was van gebrek aan vaderlandsliefde, maar meer nog van te groote fiscaliteit. Nederlandsch© Bank. Ter sprake kwam een artikel van den president der Bank, waarin deze de mogelijkheid be spreekt, dat de Ned. Bank zich eventueel gedwongen zou kunnen zien, indien niet werd aangestuurd op beperking deT uitga ven, om het verleenen van crcdieten aan den Staat tijdelijk stop te zetten. Onder scheidene leden oordeelden een eventueel© bemoeiing ten deze ontoelaatbaar. "Was teeds vToeger de oppervoogdij der Bank over de gemeente-financiën geoefend, be denkelijk, een dergelijke supercontróle over de Staatsfinanciën zou onduldbaar zijn. Ioeicfo werkelijk deze bedreiging zou wor den uitgevoerd, zouden, naar deze leden meenden, er termen aanwezig-zijn, om het octrooi der Bank niet te vernieuwen. Zeer vele leden prezen echter het wijs beleid van de Bank, dat tot het veiligstellen van den gulden niet weinig heeft bijgedragen. Naar aanleiding van deze opmerkingen wer den eenige vragen gesteld, welke de mee ning der regeering ten deze is. Arbeidswetgeving. Gewaagd werd van de noodzakelijkheid, gelegenheid tot arbeidsverruiming te geven als in het buitenland de werktijden langer worden en concurrentie van onzen kant onmogelijk wordt. Zooals thans dc toestand is, wordt de Nederlandsch© arbeider zelf het slacht offer der buitenlandsche mededinging. Men was van oordeel, dat de vergunningen voor overwerk, die thans verleend worden aan iedere firma afzonderlijk, een meer alge meen karakter moeten dragen. Rijk en gemeenten. Algemeen meende men bij de Regeering een groeiend streven të ontwaren, tal van Rijksuitgaven af te wentelen op de gemeenten. De hou ding der Regeering tegenover de gemeenten werd in 't algemeen weinig sympathiek ge noemd. Het sterkst kwam dit tot uiting in de houding der nooduitkeering. Vele leden konden dit niet goedkeuren na de toezeg gingen. van den minister van financiën en in verband met de lasteD, die onderschei dene nieuwe wetten op de gemeente leggen. Een 150 A 800 werlcloozen, vel» eenigd ia liet Ooinitó van Actie uit do Werirloozen, welk comité aoli van Eet V'-- A. C. Leeft algesoheide», rijn gistermiddag nadat zij in vergadering in de Lange Lom bardstraat in Den Haag, waar 600 A GOO werkloozen bijeen waren, toegesproken wa ren door don heer L. de Viseer, naar Bet vergadergebouw van den Gemeenteraad in do Javastraat getrokken, om te protes- teeren tegen het intrekken van den werk- looizensteun. Een motie, die in dio verga dering was aangenomen, werd aan den waarnemenden burgemeester, dr. W. W. v. d. Afeulen, overhandigd, dio toezegde een deputatie uit hef. bestuur na de inter, pellatic De Visser, te sullen ontvangen. De werkloozen werden door de politie op eeni gen afstand van het gebouw, aam de over zijde der straat gehouden. Tegen twee uur zijn do werkloozen heengegaan om te stonf- pclen, dooh zij sullen daarna weer terng- Hiermee was hel onderiioud afgeloopen. „Ik zei nog, dat ik steeds bereid was tot liet geven van alle inlichtingen, die hij noo- dig kon hebben, en nam daarmee afscheid van hem. ■Den volgenden Woensdag ging ik weer naar Seethwood. Ik trof Marion veel ver helend; de vreeselijkc ervaringen van de laalste weken hadden weinig sporen bij haar achtergelaten. Ik sprak ook nog dokier Tanlle, die van oordeel was, dat zij vrijwel was genezen. Op mijn vraag, of zij eventueel als getuige kon optreden, antwoordde hij hevesligend. Eenige dagen Tater kreeg ik een oproeping, om als geluige te dienen in de zaak tegen Lizzy Grened. Den chauffeur was men nog steeds niet op het spoor gekomen. De zaal was bij na even vol als de vorige maal, maar de stemming van Marion en mij was heel wal vroolijker. De zitting eindigde met de veroordeeling van Lizzy Grened, wegens diefstal, en mede plichtigheid lol moord. Tegelijkertijd werd in deze zaak Marion ontslagen van alle rechtsvervolging. Met het gevoel, ot wij een hel hadden ver laten, om er nimmer meer terug te keeren, wandelden Marion en ik gearmd het ge bouw uit. Een man kwam ons met haastige stappen te gemoet. Het was mr. Bolins. Hij had zijn ernstige manieren laten varen en was stu dentikoos opgewonden. „Dit moet gevierd worden!" riep hij uit; „een fuif met champagne in Savoy. Ik geef vacanlie, en voorschotten op salarissen, en fuifen met champagnel" En zoo geschiedde het. HOOFDSTUK XV. Eenige dagen later wandelden Marion en ik door Kensington Gardens. Zonder ergens anders ook voor te hebben dan voor elkaar en genietend van de rust, die wij eindelijk hadden verworven, wandelden wij de paden langs. Plotseling teek ik op; de omgeving kwam mij Bekend voor en met een rilling herkende ik den vijver, waar ik den vijver, waar ik had gestaan op den avond na de veroordee ling van Marion. „Wat is er?" vroeg zij. En toen vertelde Ik het geheele verKa'af. keeren om te Wijven manifesteeren totdat hun deputatie gehoord ia. Naar aanleiding van deze actie deelt de heer Hoejenbos, directeur van Maatschap pelijk Hulpbetoon, mede dat in do naand Maart ongeveer 33 werkloozen is aangezegd, dat zij na eenige weken niet meer van den steun zouden kunnen trek. ken. Dit zijn hoofdzakelijk ongeorganiseer de werklieden, waarvan de meosten zeer langen tijd werkloos waren. De heer Hoe jenbos had namelijk den indruk, dat deze personen niet intensief genoeg naar weri zochten en dat zij al te zeer op Maatschap pelijk Hulpbetoon leunden. Nu dan ooi in do lente de werkloosheid in Den Haag af neemt, meende de heer Hoejenbos, dat deze personen, na een tijdige waarsohu- wing, geacht konden worden, wel werk te zullen vlndevi Ingevolge van twijfel en bij groote ge zinnen wordt zooveel mogelijk de steun nog gegeven. De personen, die bij de nu gevoerde actie betrokken waren, behoor den, naar de heer Hoejenbos meende, tot de bovengenoemde groep van werkloozen. Aan den Beboter weg, te Haar lem, is gistermiddag een vrij ernstig onge luk gebeurd. Een militaire fouragewagen kwam om drie uur van de cavaleriekazerne. Ter hoogte van de Cronjéstraat schrok het paard van een militairen motorrijder, waar door do wagen den trottoirband rankte. D0 kisten, waarmee de wagen beladen was, sloegen door de spiegelruit van den bloe menwinkel van H. Jansen. De bestuurder, do milioien Schutte, werd van den wagen geslingerd en geraakte onder do uit do uit stalkast terugvallende kisten. Gcwopd werd hij opgenomen en per brancard naar de kazerne gevoerd. Hot paard had ztoh losgerukt en verwondde een voorbijganger. Het werd daarna gegrepen. De schade i» aanzienlijk. Zondag Gjuli a.s. zal vanwege den Bond van Friesohe Vereenigingen bui ten Friesland" te Bilthoven een groote „Friezendei"' worden gehouden, waaraan ondor meel' verbonden zal zijn een Zang- wedBtrijd voor Friosohe koren en kwartet ten. De „Selsbtppon" van Amersfoort, Amstordam, Arnhem, Den Haag, Haarlem, Leiden, Nijmegen, Rotterdam, Utrecht, Wcesp, Zaandam en Zwolle hebben reeds bun medewerking toegezegd, verscheidens daarvan met hun zangkoren. Men meldt, dat deNederlnnd- sche Spoorwegen dit jaar de bekende va- canti.-kaarten (f 10, f7.50 en f5) ook met Pasohen en Pinksteren verkrijgbaar zullen stellon, nl. van 16 t/m. 23 April en van 8 tv'm. 11 Juni. Gistornacht is, doordat een jas te dicht bij een brandende kaohcl hing, brand ontstaan bij van K. op het Oord- veld te Ede. Door den harden wind is het huis totaal afgebrand. Te Arnhem ts op het terrein van de Vereeniging voor Schoolwerkluinen bij het park „Son9beek" met de wichelroede geloopen door den heer W. Vermeulen. Op twee plaatsen werden wateraders aange toond. Men vermoedde er wel water (het terrein ligt niet ver verwijderd van den grooten vijver van „Sonsheek"), maar de juiste plaats was onbekend. Eenderlijdersaan nekkramp te Arnhem is tn het militair hospitaal overleden. De toestand van den anderen patient is gunstiger. Tot nog toe deden zioh öiet meer gevallen van meningitis voor. „Arme, arme jongen", zei ze peinzend, terwijl zijn mijn baar streelde. „Laten we er maar niet meer aan den ken", antwoordde ik; „nu kan ons niets meer overkomen." En zwijgend liepen wij verder; dankbaar, dat dit alles achter den rug was. Wij waren op een der hoofdwegen aange komen. Het was geen druk uur en slechts enkele auto's reden met matige vaart over het asphalt. Ineens drukte Marion mijn arm vaster tegen zich aan. „O Rupert", zei zeEn toen voelde ik een ruk, ik hoorde een kreet van Marion en een man tilde haar in de auto, die eenige passen verder stond. Ik herkende James Foster. De aulo reed langzaam weg. Ik zag radeloos om mij heen. Een auto kwam zaohtje3 aanrijden. Ik riep den bestuurder toe: „Gauwl Mijn meisje 1 Zij zullen haar doo- denl Daar in die auto!" En ik wees op den wagen, die een paar honderd meter voor ons een heek omreed. „Stap in", antwoordde kortaf de man. „Een oogenblik was ik wanhopig; het was een gewone Ford, waarmee wij de anderen moesten achtervolgen. Maar het blikken voerluig bewees wat het waard was. In en kele minuten had het zijn volle snelheid be reikt en stoof den weg af, achter de schur ken aan. In een halfuur hadden wij de stad verlaten en waren op een open weg. De bestuurder ging gemakkelijker zillen en drukte het gaspedaal in. Een stofwolk voor ons wees de plaals aan, waar de andere auto zich moest bevinden. Angsiig lette ik op, en na een kwartier kwam het mij voor, dal wij naderden. „Wij winnent" riep ik uit. Hij knikte even en staarde toen weer slrak naar den weg. Na een halfuur waren wij den voorsten wagen tot op honderd meter genaderd. Ik zag een gezichl uil den wagen steken. Plotseling hoorde ik eenige knallen en direct daarop zwenkt de Ford gevaarlijk over den weg. Het gelaat van den bestuurder vertrok niet. Zijn handen klemden vasler om het rad en stoolend en krakend zetten wij de achtervolging voort. Plotseling stopte de auto voor ons. Ik zag iemand er uit springen en grijpen in de ge reedschapskist, die op de treeplank was vastgemaakt. Hij haalde een zwaren sleutel ^Gisternaoht ia ingebroken bij don Blager B. aan de Kesselskado te Maastricht. De dief heelt zich meester ge maakt van een geldtakje met 20 gulden, een portefeuille met 500 franca en bovou- diem heeft, hij sohoon ondergoed van den slager aangetrokken, terwijl hij het vuile ondergoed liet liggen. Aan den Bril te Kerkrade is een autobus, komende van den Kerkraad» scihen berg en bestemd voor Heerlen, om geslagen. Hoewel de autobus vol reizigers zat, bekwamen deze sleohts builen en schrammen. De bus, waarvan alle ruiten werden vermeld, kon de reis niet voort» zetten. Op het spoorwcgcmplace» ment te Heerlen is gistermiddag een ran- geerendo goederentrein, dio teruggezet werd, op een stootblok geloopen. De ach terste wagen, een bagagewagen, liep over het stoobblok heen en kwam terecht in het onderste gedeelte van het liooge seinhuis, waarvan do muren in stukkon violen. In dit gedeelte van het seinhuis bevonden zich do trekstangen en draden der wissels van <Bt doel van het spoonvogomphvo- raent. D&e braken, waardoor do wissola cn seinpalen van dit gedeelte van het era» plaoement niet meer bediend bonden wor den, zoodat de treinen aanvankelijk niet meer bet station Heerlen binnen konden komen. Aanrienlijke treinvortraging was biervan het gevolg. De materieels schade is groot. Vader: „Jongen, waarom kool je zoo laat thuis?" Zoon: „Yador, ik heb school moeten blij- von." Vader: „Waarom?" Zoon: Ik wist niet meer, waar de Py reneeën lagen." Vader: „Wees dan ook niet zoo Blordig, jongen. Houd je rommel beter bij elkaar.- Een net, ordelijk mensch moet altijd we ten, waar z'n boeltje ligt." SF BUITENLANDSCH GEMENGD. Op 19 April zal het 100 jaar geleden zijn, dat lord Byron (e Missolongi is gesionen. Deze gebeurtenis zal mei groote plechtig heid in Griekenland worden herdacht. De Grieksche kruiser Averof en een flotielje torpedojagers, benevens eenige eenheden van de Engelschc vloot zullen deelnemen aan de vierdaagsche feestelijkheden, die op 16 April te Missolongi beginnen. Te Athene wordt een standbeeld, le Missolongi een ge denkzuil onlhuld ter eert van den Engelsche dichter. Te Athene zal bij dete gelegenheid ook een slraat naar Shelley genoemd wor den. De universilcit van Athene zal eere doctoraten verleenen aan lord Balfour, lord Cecil, bissohop Gore. Ilnd\ard Kipling en het Lagerhuislid T. P. O'Connor. Gisterochtend is een onbekende de woning binnengedrongen van den heer Slalilman. directeur van de werf Vuikan te Hamburg, van wien hij een milliocn mark eiachte. Een bediende heeft den indringer neergeschoten. Uit het kantoor der registratie in de rue de Ia Banque te Parijs is een pakket zegels (ge zegeld papier) gesloten ter waard.; van 530.000 frank, n.l. 1700 zegels van 300 fr. elk. Men meent aanwijzingen le hebben nopens den dader. Te Berlijn is aar lioud n de 32-jarige ziekenverpleegster Erna W., die verdacht wordt haar schoonmoeder, haar eersten man, diens broeder, en haar tweeden man te hebben vermoord. er uit en wilde liet portier openen. Ik gaf een schreeuw. „Hij wil haar dooden", gilde ik. De man klemde zijn vingers om liet stuur rad, zoodat het vleesch bij de gewrichten van zijn vingers wit zag. 'l'oenhoorde ik een gekraak en een ge schuifel, een vreeselijkcn gil, ik voelde een schok en wij slonden naast de andere auto stil. De man met de Ford had den chauffeur overreden. Toen hoorde ik: „Goddome." Op de voorbank zat, mot een van woede vertrokken gezichl, een man. Ik begreep, dat dit de Hollander was. Hij wilde te voet er vandoor gaan, maar zonder een spier van zijn gelaat te vertrekken nam mijn geleider een bandenpomp, die naast zijn voeten lag, en gaf den ander een welherekenden slag op den schedel. De man viel voor dood terug, Toen bezag de chauffeur met een vies ge zicht dc pomp, alsof het hem onaangenaam was, dat deze de vettige haren van den Hol lander had aangeraakt, en legde haar zorg vuldig terug op haar plaals. Zakelijk opende hij het portier en ver klaarde. Ongekwetst, alleen (lauw gevallen", waar na hij zich met een beleefde buiging tot mtj wendde: „Mag ik mij voorstellen? Mijn naam is Slone?" Inderdaad. Hij verdiende dien naam. Hij vervolgde: „De dame zal goed achterin zitten. Neemt u naast haar plaats. Ik zorg voor de ande ren." Ik tilde Marion uil de aulo en zette haar achterin de Ford. Zij sloeg de oogen op en keek mij aan. „Ik wist, dat je zou komen", zei ze en sloot toen haar oogen weer. „Kan ik u helpen?" vroeg ik aan mr. Slone. „Het is al klaar", anlwoordde hij en beurde de twee beweginglooze lichamen voor in de aula. Toen zette hij handig een nieuw wiel er aan, wiesch zorgvuldig zijn handen met ben zine en stuurde de Ford terug naar de 6lad- Zonder iets te zeggen reed hij door naar het bureau van politie. De beide mannen werden naar binnen go to- ht en vóór ik hem kon bedanken, was hij in zijn vehikel verdwenen, jftt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5