Ge Eerste Kamer over de
MARION.
Staatsbegroting voor 1924.
No. 19646.
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 25 Maart.
Tweede Blad. Anno 1924
FEUILLETON.
GEMENGD NIEUWS.
ga-
kan het voorloopig verslag omtrent de al
gemeen© beschouwingen over de Staatsbe-
grooting voor 1921 wordt het volgende ont
leend
Kabinetscrisis. Onderscheidene
leden waren van gevoelen, dat de onrcicht
yan de rechterzijde, om het schip van staat
t© sturen wel duidelijk was gebleken en
pieenden zelfs de oplossing, die de crisis h-.d
gevonden, beschamend voor de coalitie t©
moeten noemen. Welke beteekenis, vroegön
zij zich af, valt te hechten aan de vetklari g
van het hoofd van een kabinet, dat plechtig
verzekert, de verantwoordelijkheid van een
gevallen beslissing niet te kunnen draden en
eenigen tijd later het tegenovergestelde
doet 1
Deze leden betreurden den langen duur
yan de crisis. Waarom, vroegen zij voc ls( is
niet beproefd een kabinet op democratie. Len
grondslag te vormen en waarom was thans
Ide heer De Geer niet teruggekeerd 1 De vor
ming van een z.g.n. democratisch kal. net
achtten vel© leden niet wel mogelijk. Andere
leden achtten eveneens het resultaat vau de
crisis onder de gegeven omstandighedc j
het best bereikbare.
Min istervanFinanci cd. Het
Optreden van den heer Colijn als Minister
yan Financiën was door vele leden met in
stemming begroet. Zij erkenden, dat ziju v»o-
jsitie zeer moeilijk was, maar koesterden van
hem groote verwachtingen c-n waren bereid
hem te steunen. Anderen hadden den indruk
dat de Minister wel eens plannen maakte en
die openbaarde alvorens hij terdege onder
zocht had of zij wel uitvoerbaar waren. Vela
leden, verklaarden, zich zeer wel met het be
leid van dezen minister te kunnen vereeni-
fcen.
Regeeringsbeleid. Eenige le
den betoogden, dat de Regceriog niet blijk
geeft van een vast beleid. Ook werd het ge-
yoelen geuit, dat men van het uitgeven met
&1 te ruime hand, onder het beheer der fi
nanciën van minister De Vries, thans in een
fcnder uiterst© was vervallen, dat van schriel
heid. Deze opmerkingen bleven niet zonder
tegenspraak. Men was van gevoelen, dat in
tal van gevallen het van wijs beleid getuigt,
Rekening te houden met het resultaat van
gepleegd overleg met de Staten-Generaal.
'Bezuinig ing. Men gewaagde van
het nog steeds bestaande gevaar van infla
tie, dat het meest tot uiting komt door de
stijging der waarde van het kilogram goud
hier te lande. Sommige leden konden zich
tiet in alle opzichten vereenigen met do
Wijze, waarop naar het maken van een slui
pende begrooting werd gezocht. Verminde
ring van tuitgaven, vereenvoudiging van
Öen Staatsdienst, dienden met meer kracht
ïe worden nagestreefd. De kracht zou wor
sen bevorderd, indien niet met zekeren for-
öcheii spoed radicale maatregelen werden
Uitgevaardigd, maar vooral een bedacht
zaam beleid werd ingevoerd. De bezuini
ging zou zich bij liet on d e r w ij 8 moe-
Jen beperken tot den bureaucratischeD
rompslomp, den overdreven scholenbouw,
pijn geconcentreerd toezicht, zijn dure or-
#misatie, enz., maar onaangetast diende te
hl ij ven datgene, wat een onmisbare voor
gaarde voor volksontwikkeling is De le
llen, hier aan het woord, vreesden Teeds
heekenen bij het kabinet te^ bespeuren, dat
het bezuinigingseischen ging verzwakken
bm tegelijk de inkomsten uit belastingen te
yerhoogen. Alleen in de daling van de be
grooting ligt waarde en hierop diende de
ïlegeering haar kracht te concentreer en.
JÈenige leden gaven aan het bezuinigings-
Oorspronkelijke novelle van J. C. L. B. PET.
(Nadruk verboden).
15) SLOT.
„Nu is alles weer goed", ging zij door;
.beusch, mijn jongen."
Over haar schouder zag ik het gezichl
van den dokter, die heilig tegen mij knikte.
Ik begreep, wat hij bedoelde.
„Maar je moet nog kalm zijn, Marion",
Rnlwoorddo ik; „je moet nu zorgen, dat je
heel rustig blijfl. zoodal je gauw weer heele-
maat beter bent. Toe, kindje, beloof het mij."
„Ik beloot hel je", antwoordde zij, met
iels van de oude flinkheid; „ik zai mijn best
Boen."
■Zij ging zillen op mijn knie. Even meende
Ik den harden trek weer op haar gezicht le
izien, en mijn hart kromp ineen van angst,
piaar het duurde slechts een oogenblik.
„Miss Grened", zei toen de dokter, „het is
Beter, dat u zich niet te veel vermoeit. Uw
Verloofde kan Woensdag terugkomen. Het is
jniot mijn bedoeling onaangenaam te zijn;
piaar het lijkt me beter, dat u nu terugaal
haar uw kamer."
„Doe het, liefste", fluisterde ik; „het is
heler, en ik kom Woensdag terug."
„Goed", zei ze eenvoudig, cd kuste mij op
mijn mond, en (oen zij wegging, keek zij nog
tienmaal om, met liefdevolle oogen.
■Zwijgend zaten de dokier en ik tegenover
lelkaar.
„Het is mijn schuld niet", begon ik einde
lijk; „ik had niets gezegd."
„Dat weet ik", antwoordde hij, „daarom
begrijp ik liet juist niet."
„Wat doet het cr toe, of wij het begrij
pen", zei ik vrooiijk, „het is heerlijk zoo."
Toen begon hij le lachen, en stak mij de
Band toe ten afscheid.
„Ais er iets bijzonders geheurl, schrijft u
Bel?" vroeg ik nog.
„Ik zal er aan denken."
Fluitend liep ik de laan in naar hel sta
llen van Seethwood.
plan-S[ibaut 'de voorkeur. Onderscheidene
leden stemden in met de plannen, door dé
Regeering in uitzicht gesteld. Zij zagen
niet in, dat de noodzakelijke bezuiniging
op de uitgaven van het onderwijs zou ver
kregen worden, indien de Regeering zich
beperkte tot die zaken, welke hierboven
waren genoemd. Acht men de plannen der
Regeering niet juist, laat men dan met an
dere komen. Met nadruk kwamen vele le
den op tegen de bewering, dat opgehouden
moest worden met het doen van uitgaven
voor de defensie. Ons onafhankelijk volks
bestaan dient verdedigd te worden tegen
ieder, die daarop een aanslag wenscht té
plegen. Men wees ook op het feit, dat in
landen, waar de arbeiderspartij aandeel in
de regeering had, van ontwapening niet
bleek. In Engeland behoorden tot de eerste
der regeeringsdaden de bouw van vijf krui
sers en uitbreiding der luchtvloot.
De departementen vana lge-
m e e n bestuur. Opgemerkt werd,
dat de Ministers moeten beginnen met de
kosten hunner departementen te verminde
ren.
Staatszorg. Een lid beschouwde
de veel te uitgebreide staatszorg als de
voornaamste oorzaak onzer finaucieele el
lende.
Salarisverlaging. Dc voor
genomen intrekkiog van art. 40 van het Be
zoldigingsbesluit vond bij onderscheidene
ledeu weinig instemming. Zij oordeelden
den Staat zoowel moreel als juridisch ver
bonden. Zij zagen in dit artikel een collec
tief contract, dat niet eenzijdig kon wor
den ingetrokken. Wanneer de zaak op de
juiste wijze was aanhangig gemaakt bij het
georganiseerde overleg, had een oplossing
van de moeilijkheden wel kunnen gevonden
worden. Andere leden merkten op, dat
handhaving van dit artikel niet mogelijk is
gebleken en dat er hier geen sprake is van
een contract. Dezo leden waven van oor
deel, dat ten minste 70 pCt. der bevolking
aan cle zijde der regeering staat in deze
zaak.
De gehuwde ambtenares.
Een aantal leden had tegen het standpunt
der Regeering ten deze bezwaar. In het
ontslaan uit den dienst, als de ambtenares
een huwelijk aangaat, zag men een aanslag
op haar rechten als ambtenares. Onder
scheidene leden waren van meening, dat te
dezen opzichte de Regeering met bijzondere
omstandigheden had rekening te houdeD.
Zij betreurden, dat hier ruw was ingegre
pen. Er hadden ook milde overgangsbepa
lingen moeten zijn gemaakt en een ruimere
uitlegging van het begrip: „kostwinster".
Andere leden konden zich zeer goed ver
eenigen met het door de regeeriDg ingeno
men standpunt.
Bezuiniging "s in &p e c t i e.
Men vroeg, hoe het instituut der bezuini-
gingsinspcctie werkt.
Belastingen. Eenige leden von
den het door den Minister van Financiën
aangekondigde voornemen, tot het ontwer
pen van verteringsbelastingen over te gaan
in hooge mate bedenkelijk. Dergelijke hef
fingen toch zullen de nijverheid pijnlijk
treffen of het kunstleven ernstig bedreigen.
Gevraagd werd, hoe de Regeering staat te
genover de vervanging van de dividend- en
tantième-belasting door een belasting van
do door naamlooze vennootschappen wer
kelijk gemaakte winst.
Belastingontduiking. Ge
wezen werd o.a. op het feit, dat tal van
HOOFDSTUK XIV.
Den volgenden dag werd ik naar het bu
reau van politie geToepen. Ik ging er onmid
dellijk heen cn trol in de kamer van den
commissaris Lizzv Grened. Toen ik binnen
kwam, keek zij mij aan met een tartenden,
vijandigen blik.
„Meneer Dorring", begon de commissaris,
„deze dame beweert niets met den moord
uit te slaan te hebben. Wilt u mij zeggen,
welke redenen u hebt haar te verdenken?1'
Ik vroeg hem of ik alles mocht zeggen,
wat ik van den moord afwist. Mijn verzoek
werd toegestaan. Daarna verhaalde ik de
geschiedenis zooals ik haar had gezien in
het Rotterdamsche cabaret.
Toen ik had geëindigd, barstte het meisje
in snikken uit.
„U hoort het", riep zij toen, „dat ik het
niet heb gedaan. Ik heb hem zelfs niet aan
geraakt. Maar James wilde, dal wij er heen
gingen, om geld los te krijgen. Alles is van
hem uitgegaan."
„U geeft dus toe, dal het zoo is gebeurd?"
vroeg de commissaris.
„Ja", antwoordde zij, zonder meer.
,.Goed, u kunt gaan. Meneer Dorring, wilt
u nog even blijven? Ik heb u nog iets te
vragen."
Toen het meisje door een agent was weg
geleid, vroeg hij:
„Waarom hebt u dit alles niet vedeld,
voordat uw verloofde werd veroordeeld?"
„Omdat ik het toen niet wist."
„Hoe weet u het dan nu?"
Jk dacht even na en antwoordde:
„Ik geloof, dat hel het beste is. dat ik u
de volle waarheid vertel." En ik vertelde
hem mijn wedervaren mee in het „Cabaret
Mondain."
Toen ik had geëindigd, voegde ik er bij:
„U gelooft mij natuurlijk niet."
,,0, dat wel", antwoordde hij.
„Maar?"
„U leunt mij natuurlijk niet kwalijk
nemen, dat ik een beetje soeptisch sta tegen
over de waarde van dergelijkeHij
zooht naar een woord, „van dergelijke be
wijzen."
„Maar zij heeft bekend" wierp ik hem
tegen.
„Dat is zoo", gaf hij toe, „en wanneer de
andere feilen kloppen mei uw voorstelling,
kunt u er vrij zeker van zijn, dat uw ver
loofde ontslagen zal worden van alle
schuld,"
lieden en vooral dikwijls zeer bekwame be
lastingambtenaren zich als belastingadvi
seurs gingeD vestigen en dan hun hulp ver
leenden tot ontduiking van belastiDg.
Kapitaalvlucbt. Enkele leden
verwachtten van den Minister, dat hij een
einde zou weten te maken aan de vlucht
van het Nederlandsch kapitaal naar het
buitenland, dat soms een gevolg was van
gebrek aan vaderlandsliefde, maar meer
nog van te groote fiscaliteit.
Nederlandsch© Bank. Ter
sprake kwam een artikel van den president
der Bank, waarin deze de mogelijkheid be
spreekt, dat de Ned. Bank zich eventueel
gedwongen zou kunnen zien, indien niet
werd aangestuurd op beperking deT uitga
ven, om het verleenen van crcdieten aan
den Staat tijdelijk stop te zetten. Onder
scheidene leden oordeelden een eventueel©
bemoeiing ten deze ontoelaatbaar. "Was
teeds vToeger de oppervoogdij der Bank
over de gemeente-financiën geoefend, be
denkelijk, een dergelijke supercontróle over
de Staatsfinanciën zou onduldbaar zijn.
Ioeicfo werkelijk deze bedreiging zou wor
den uitgevoerd, zouden, naar deze leden
meenden, er termen aanwezig-zijn, om het
octrooi der Bank niet te vernieuwen. Zeer
vele leden prezen echter het wijs beleid
van de Bank, dat tot het veiligstellen van
den gulden niet weinig heeft bijgedragen.
Naar aanleiding van deze opmerkingen wer
den eenige vragen gesteld, welke de mee
ning der regeering ten deze is.
Arbeidswetgeving. Gewaagd
werd van de noodzakelijkheid, gelegenheid
tot arbeidsverruiming te geven als in het
buitenland de werktijden langer worden en
concurrentie van onzen kant onmogelijk
wordt. Zooals thans dc toestand is, wordt
de Nederlandsch© arbeider zelf het slacht
offer der buitenlandsche mededinging. Men
was van oordeel, dat de vergunningen voor
overwerk, die thans verleend worden aan
iedere firma afzonderlijk, een meer alge
meen karakter moeten dragen.
Rijk en gemeenten. Algemeen
meende men bij de Regeering een groeiend
streven të ontwaren, tal van Rijksuitgaven
af te wentelen op de gemeenten. De hou
ding der Regeering tegenover de gemeenten
werd in 't algemeen weinig sympathiek ge
noemd. Het sterkst kwam dit tot uiting in
de houding der nooduitkeering. Vele leden
konden dit niet goedkeuren na de toezeg
gingen. van den minister van financiën en
in verband met de lasteD, die onderschei
dene nieuwe wetten op de gemeente leggen.
Een 150 A 800 werlcloozen, vel»
eenigd ia liet Ooinitó van Actie uit do
Werirloozen, welk comité aoli van Eet V'--
A. C. Leeft algesoheide», rijn gistermiddag
nadat zij in vergadering in de Lange Lom
bardstraat in Den Haag, waar 600 A GOO
werkloozen bijeen waren, toegesproken wa
ren door don heer L. de Viseer, naar Bet
vergadergebouw van den Gemeenteraad in
do Javastraat getrokken, om te protes-
teeren tegen het intrekken van den werk-
looizensteun. Een motie, die in dio verga
dering was aangenomen, werd aan den
waarnemenden burgemeester, dr. W. W.
v. d. Afeulen, overhandigd, dio toezegde
een deputatie uit hef. bestuur na de inter,
pellatic De Visser, te sullen ontvangen. De
werkloozen werden door de politie op eeni
gen afstand van het gebouw, aam de over
zijde der straat gehouden. Tegen twee uur
zijn do werkloozen heengegaan om te stonf-
pclen, dooh zij sullen daarna weer terng-
Hiermee was hel onderiioud afgeloopen.
„Ik zei nog, dat ik steeds bereid was tot
liet geven van alle inlichtingen, die hij noo-
dig kon hebben, en nam daarmee afscheid
van hem.
■Den volgenden Woensdag ging ik weer
naar Seethwood. Ik trof Marion veel ver
helend; de vreeselijkc ervaringen van de
laalste weken hadden weinig sporen bij haar
achtergelaten.
Ik sprak ook nog dokier Tanlle, die van
oordeel was, dat zij vrijwel was genezen. Op
mijn vraag, of zij eventueel als getuige kon
optreden, antwoordde hij hevesligend.
Eenige dagen Tater kreeg ik een oproeping,
om als geluige te dienen in de zaak tegen
Lizzy Grened.
Den chauffeur was men nog steeds niet op
het spoor gekomen.
De zaal was bij na even vol als de vorige
maal, maar de stemming van Marion en mij
was heel wal vroolijker.
De zitting eindigde met de veroordeeling
van Lizzy Grened, wegens diefstal, en mede
plichtigheid lol moord.
Tegelijkertijd werd in deze zaak Marion
ontslagen van alle rechtsvervolging.
Met het gevoel, ot wij een hel hadden ver
laten, om er nimmer meer terug te keeren,
wandelden Marion en ik gearmd het ge
bouw uit.
Een man kwam ons met haastige stappen
te gemoet. Het was mr. Bolins. Hij had zijn
ernstige manieren laten varen en was stu
dentikoos opgewonden.
„Dit moet gevierd worden!" riep hij uit;
„een fuif met champagne in Savoy. Ik geef
vacanlie, en voorschotten op salarissen, en
fuifen met champagnel"
En zoo geschiedde het.
HOOFDSTUK XV.
Eenige dagen later wandelden Marion en
ik door Kensington Gardens. Zonder ergens
anders ook voor te hebben dan voor elkaar
en genietend van de rust, die wij eindelijk
hadden verworven, wandelden wij de paden
langs.
Plotseling teek ik op; de omgeving kwam
mij Bekend voor en met een rilling herkende
ik den vijver, waar ik den vijver, waar ik
had gestaan op den avond na de veroordee
ling van Marion.
„Wat is er?" vroeg zij.
En toen vertelde Ik het geheele verKa'af.
keeren om te Wijven manifesteeren totdat
hun deputatie gehoord ia.
Naar aanleiding van deze actie deelt de
heer Hoejenbos, directeur van Maatschap
pelijk Hulpbetoon, mede dat in do
naand Maart ongeveer 33 werkloozen is
aangezegd, dat zij na eenige weken niet
meer van den steun zouden kunnen trek.
ken. Dit zijn hoofdzakelijk ongeorganiseer
de werklieden, waarvan de meosten zeer
langen tijd werkloos waren. De heer Hoe
jenbos had namelijk den indruk, dat deze
personen niet intensief genoeg naar weri
zochten en dat zij al te zeer op Maatschap
pelijk Hulpbetoon leunden. Nu dan ooi in
do lente de werkloosheid in Den Haag af
neemt, meende de heer Hoejenbos, dat
deze personen, na een tijdige waarsohu-
wing, geacht konden worden, wel werk te
zullen vlndevi
Ingevolge van twijfel en bij groote ge
zinnen wordt zooveel mogelijk de steun
nog gegeven. De personen, die bij de nu
gevoerde actie betrokken waren, behoor
den, naar de heer Hoejenbos meende, tot
de bovengenoemde groep van werkloozen.
Aan den Beboter weg, te Haar
lem, is gistermiddag een vrij ernstig onge
luk gebeurd. Een militaire fouragewagen
kwam om drie uur van de cavaleriekazerne.
Ter hoogte van de Cronjéstraat schrok het
paard van een militairen motorrijder, waar
door do wagen den trottoirband rankte.
D0 kisten, waarmee de wagen beladen was,
sloegen door de spiegelruit van den bloe
menwinkel van H. Jansen. De bestuurder,
do milioien Schutte, werd van den wagen
geslingerd en geraakte onder do uit do uit
stalkast terugvallende kisten. Gcwopd
werd hij opgenomen en per brancard naar
de kazerne gevoerd. Hot paard had ztoh
losgerukt en verwondde een voorbijganger.
Het werd daarna gegrepen. De schade i»
aanzienlijk.
Zondag Gjuli a.s. zal vanwege
den Bond van Friesohe Vereenigingen bui
ten Friesland" te Bilthoven een groote
„Friezendei"' worden gehouden, waaraan
ondor meel' verbonden zal zijn een Zang-
wedBtrijd voor Friosohe koren en kwartet
ten. De „Selsbtppon" van Amersfoort,
Amstordam, Arnhem, Den Haag, Haarlem,
Leiden, Nijmegen, Rotterdam, Utrecht,
Wcesp, Zaandam en Zwolle hebben reeds
bun medewerking toegezegd, verscheidens
daarvan met hun zangkoren.
Men meldt, dat deNederlnnd-
sche Spoorwegen dit jaar de bekende va-
canti.-kaarten (f 10, f7.50 en f5) ook met
Pasohen en Pinksteren verkrijgbaar zullen
stellon, nl. van 16 t/m. 23 April en van 8
tv'm. 11 Juni.
Gistornacht is, doordat een
jas te dicht bij een brandende kaohcl hing,
brand ontstaan bij van K. op het Oord-
veld te Ede. Door den harden wind is het
huis totaal afgebrand.
Te Arnhem ts op het terrein
van de Vereeniging voor Schoolwerkluinen
bij het park „Son9beek" met de wichelroede
geloopen door den heer W. Vermeulen. Op
twee plaatsen werden wateraders aange
toond. Men vermoedde er wel water (het
terrein ligt niet ver verwijderd van den
grooten vijver van „Sonsheek"), maar de
juiste plaats was onbekend.
Eenderlijdersaan nekkramp
te Arnhem is tn het militair hospitaal
overleden. De toestand van den anderen
patient is gunstiger. Tot nog toe deden
zioh öiet meer gevallen van meningitis voor.
„Arme, arme jongen", zei ze peinzend,
terwijl zijn mijn baar streelde.
„Laten we er maar niet meer aan den
ken", antwoordde ik; „nu kan ons niets
meer overkomen."
En zwijgend liepen wij verder; dankbaar,
dat dit alles achter den rug was.
Wij waren op een der hoofdwegen aange
komen. Het was geen druk uur en slechts
enkele auto's reden met matige vaart over
het asphalt.
Ineens drukte Marion mijn arm vaster
tegen zich aan.
„O Rupert", zei zeEn toen voelde ik
een ruk, ik hoorde een kreet van Marion en
een man tilde haar in de auto, die eenige
passen verder stond.
Ik herkende James Foster. De aulo reed
langzaam weg. Ik zag radeloos om mij heen.
Een auto kwam zaohtje3 aanrijden. Ik riep
den bestuurder toe:
„Gauwl Mijn meisje 1 Zij zullen haar doo-
denl Daar in die auto!" En ik wees op den
wagen, die een paar honderd meter voor ons
een heek omreed.
„Stap in", antwoordde kortaf de man.
„Een oogenblik was ik wanhopig; het was
een gewone Ford, waarmee wij de anderen
moesten achtervolgen. Maar het blikken
voerluig bewees wat het waard was. In en
kele minuten had het zijn volle snelheid be
reikt en stoof den weg af, achter de schur
ken aan. In een halfuur hadden wij de stad
verlaten en waren op een open weg.
De bestuurder ging gemakkelijker zillen
en drukte het gaspedaal in.
Een stofwolk voor ons wees de plaals aan,
waar de andere auto zich moest bevinden.
Angsiig lette ik op, en na een kwartier
kwam het mij voor, dal wij naderden.
„Wij winnent" riep ik uit.
Hij knikte even en staarde toen weer slrak
naar den weg. Na een halfuur waren wij
den voorsten wagen tot op honderd meter
genaderd. Ik zag een gezichl uil den wagen
steken.
Plotseling hoorde ik eenige knallen en
direct daarop zwenkt de Ford gevaarlijk over
den weg.
Het gelaat van den bestuurder vertrok
niet. Zijn handen klemden vasler om het
rad en stoolend en krakend zetten wij de
achtervolging voort.
Plotseling stopte de auto voor ons. Ik zag
iemand er uit springen en grijpen in de ge
reedschapskist, die op de treeplank was
vastgemaakt. Hij haalde een zwaren sleutel
^Gisternaoht ia ingebroken
bij don Blager B. aan de Kesselskado te
Maastricht. De dief heelt zich meester ge
maakt van een geldtakje met 20 gulden,
een portefeuille met 500 franca en bovou-
diem heeft, hij sohoon ondergoed van den
slager aangetrokken, terwijl hij het vuile
ondergoed liet liggen.
Aan den Bril te Kerkrade is
een autobus, komende van den Kerkraad»
scihen berg en bestemd voor Heerlen, om
geslagen. Hoewel de autobus vol reizigers
zat, bekwamen deze sleohts builen en
schrammen. De bus, waarvan alle ruiten
werden vermeld, kon de reis niet voort»
zetten.
Op het spoorwcgcmplace»
ment te Heerlen is gistermiddag een ran-
geerendo goederentrein, dio teruggezet
werd, op een stootblok geloopen. De ach
terste wagen, een bagagewagen, liep over
het stoobblok heen en kwam terecht in het
onderste gedeelte van het liooge seinhuis,
waarvan do muren in stukkon violen. In
dit gedeelte van het seinhuis bevonden
zich do trekstangen en draden der wissels
van <Bt doel van het spoonvogomphvo-
raent. D&e braken, waardoor do wissola
cn seinpalen van dit gedeelte van het era»
plaoement niet meer bediend bonden wor
den, zoodat de treinen aanvankelijk niet
meer bet station Heerlen binnen konden
komen. Aanrienlijke treinvortraging was
biervan het gevolg. De materieels schade
is groot.
Vader: „Jongen, waarom kool
je zoo laat thuis?"
Zoon: „Yador, ik heb school moeten blij-
von."
Vader: „Waarom?"
Zoon: Ik wist niet meer, waar de Py
reneeën lagen."
Vader: „Wees dan ook niet zoo Blordig,
jongen. Houd je rommel beter bij elkaar.-
Een net, ordelijk mensch moet altijd we
ten, waar z'n boeltje ligt."
SF
BUITENLANDSCH GEMENGD.
Op 19 April zal het 100 jaar geleden zijn,
dat lord Byron (e Missolongi is gesionen.
Deze gebeurtenis zal mei groote plechtig
heid in Griekenland worden herdacht. De
Grieksche kruiser Averof en een flotielje
torpedojagers, benevens eenige eenheden
van de Engelschc vloot zullen deelnemen
aan de vierdaagsche feestelijkheden, die op
16 April te Missolongi beginnen. Te Athene
wordt een standbeeld, le Missolongi een ge
denkzuil onlhuld ter eert van den Engelsche
dichter. Te Athene zal bij dete gelegenheid
ook een slraat naar Shelley genoemd wor
den. De universilcit van Athene zal eere
doctoraten verleenen aan lord Balfour, lord
Cecil, bissohop Gore. Ilnd\ard Kipling en
het Lagerhuislid T. P. O'Connor.
Gisterochtend is een onbekende de woning
binnengedrongen van den heer Slalilman.
directeur van de werf Vuikan te Hamburg,
van wien hij een milliocn mark eiachte. Een
bediende heeft den indringer neergeschoten.
Uit het kantoor der registratie in de rue de
Ia Banque te Parijs is een pakket zegels (ge
zegeld papier) gesloten ter waard.; van
530.000 frank, n.l. 1700 zegels van 300 fr.
elk. Men meent aanwijzingen le hebben
nopens den dader.
Te Berlijn is aar lioud n de 32-jarige
ziekenverpleegster Erna W., die verdacht
wordt haar schoonmoeder, haar eersten
man, diens broeder, en haar tweeden man
te hebben vermoord.
er uit en wilde liet portier openen. Ik gaf een
schreeuw.
„Hij wil haar dooden", gilde ik.
De man klemde zijn vingers om liet stuur
rad, zoodat het vleesch bij de gewrichten
van zijn vingers wit zag.
'l'oenhoorde ik een gekraak en een ge
schuifel, een vreeselijkcn gil, ik voelde een
schok en wij slonden naast de andere
auto stil.
De man met de Ford had den chauffeur
overreden. Toen hoorde ik: „Goddome."
Op de voorbank zat, mot een van woede
vertrokken gezichl, een man. Ik begreep,
dat dit de Hollander was. Hij wilde te voet
er vandoor gaan, maar zonder een spier van
zijn gelaat te vertrekken nam mijn geleider
een bandenpomp, die naast zijn voeten lag,
en gaf den ander een welherekenden slag op
den schedel. De man viel voor dood terug,
Toen bezag de chauffeur met een vies ge
zicht dc pomp, alsof het hem onaangenaam
was, dat deze de vettige haren van den Hol
lander had aangeraakt, en legde haar zorg
vuldig terug op haar plaals.
Zakelijk opende hij het portier en ver
klaarde.
Ongekwetst, alleen (lauw gevallen", waar
na hij zich met een beleefde buiging tot mtj
wendde:
„Mag ik mij voorstellen? Mijn naam is
Slone?"
Inderdaad. Hij verdiende dien naam.
Hij vervolgde:
„De dame zal goed achterin zitten. Neemt
u naast haar plaats. Ik zorg voor de ande
ren."
Ik tilde Marion uil de aulo en zette haar
achterin de Ford. Zij sloeg de oogen op en
keek mij aan.
„Ik wist, dat je zou komen", zei ze en
sloot toen haar oogen weer.
„Kan ik u helpen?" vroeg ik aan mr.
Slone.
„Het is al klaar", anlwoordde hij en beurde
de twee beweginglooze lichamen voor in de
aula.
Toen zette hij handig een nieuw wiel er
aan, wiesch zorgvuldig zijn handen met ben
zine en stuurde de Ford terug naar de 6lad-
Zonder iets te zeggen reed hij door naar het
bureau van politie.
De beide mannen werden naar binnen go
to- ht en vóór ik hem kon bedanken, was
hij in zijn vehikel verdwenen,
jftt