MARION.
No. 19641.
LEIOSCH DAGBLAD, Woensdag 19 Maart.
Tweede Blad. Anno 1924.
UIT DE RAADZAAL.
EERSTE KAMER.
TWEEDE KAMER.
FEUILLETON.
7t Heeft maar bitter weinig gescheeld, of
er was Maandag nog oen avondzitting noo-
dig geweest voct een agenda, dio, zakelijk
beschouwd en zakelijk behandeld, in een
paar uur ruimschoots was af te handelen
geweest. Maar do zakelijkheid is nu een
maal iets, waarmee onze raad op gespan
nen voet schijnt te verkeeren. Dat het nog
ooit anders wordt, wo durven het niet
meer te verwachten, waar een groot deel
der leden van de niet-zokelijkheid zich niet
bewust is of niet wil weten. Men kieze
uit deze beide, maar helaas is het resul
taat hetzelfde.
Over zakelijkheid gesproken. DaaT is die
affaire van de bedde in 1919 ontslagen brug
wachters, waarvan met recht geldt: os ibt,
elne alte Gescbichte, aher immer bleibfc
eie nou. Hoeveel is daarover nu al niet ge
praat en gedaan, maar, never mind, het
moet telkens nog eens dunnetjes worden
overgedaan, wanneer bc-idc betrokkenen
met te bewonderen hardnekkigheid op
nieuw adresseeren. En waarachtig, de zaak
komt straks nog eens in ,.grootc behande-
ling", let maar eens op. Uit het feit dat de
desbetreffende stukken opnieuw ter visie
worden gelegd opdat nieuwe raadsleden
ee ook kunnen leeren kennen na iedere
verkiezing zal er wel wijziging komon, du3
aanstaande candidaten weten, wat hun
wacht, «oo ze er komen! volgt straks,
'dat. wasoht al het Rijnwater niet weg, een
initiatiefvoorstel van een of meerdere lc
den, vermoedelijk het laatste en daar gaan
we weer. De kwestie U wel niet tor com
petentie van den raad, zQodat B. en W.
elk besluit eenvoudig naast zich neerleggen,
geliik ze reeds eerder deden met een geno
men beslissing, 't doet er niet toe, de raad
kan en zal rechtertje epelen, al heeft liet
vonnis totaal geen kracht. Over zakelijk
heid eesnroken
Men versta Ons goed. Wij bedoelen niet
dc betrokken brugwachters te bespotten,
die zeker gelijk hebben, zelf alles te pro
beer en, wat zij vermogen, om het over hen
geveldo vonnis herroepen te krijgen, en
evenmin willen wij een oordeel vollen in
do geschiedenis, waar wij het dossier niet
ter onzer beschikking hadden slechts rij
opgemerkt, dot do voorzitter .gelijk had,
toen hij zcidc dat er hoogstens over een
te zwaro straf kon worden gesproken
maar wat nut heeft, het voor dc-n raad op
nieuw deze oude kwostio onder <V> oogen
te zien, waar dit lichaam geen zeggings
kracht heeft in dezen?
De raad zal zich zelf een aureool om het
hoofd binden: zie, zoo rechtvaardig zijn
wij de brugwachters worden er niet door
genolpen en onnoooig zal publieke tijd wor
den vermorst en ook geld.
Voider is er heel wat geredekaveld over
de kwestie der medezeggenschap der ar
beiders ook in de leiding van liet bednjt.
We zijn weer op stap geweest naar Rus
land en Italië, waarheen de heer Pera on6
Veer loiddo tot verdriet van den heer
Knuttel, die den heer Pera als gids vol
ledig wraakte en wat hebben wo al niet
meer gehad. In plaats van te blijven bij do
Leidsche gemeente-bedrijven, waarom het
dan toch maar ging, word gegeven een
grootschec-psoh relaas over medezeggen
schap in het algemeen, waarover zelfs in
do diverse partijen 7*olf geen onverdeelde
eenstemmigheid bestaat. De voorzitor wist
gelukkig van tijd tot tijd te berinneren,
waarom liet in wezen ging, orders
Daar kwam nog bij, dat do heer Van
Eek zeer vaag was en do vraag, hoe bij die
medezeggonsohap bedoelde, louter ndvisee-
rend dan wel ook omgezet in rechten, was
alleszins op haar plaats cn eerst togen het
eind van bet debat, toen de heer v. Eek
geprest werd tol antwoord, kwam dit en,
goed beschouwd, weer half; bcdooling was
eerst, adviseercr.de medezeggenschap mot
de opzet, later deze om te zetten in wer
kelijk medoprateii. Maar hoe en wanneer?
Overigens voerde de lieer Van Eok een
zuiver opportunistische politiek. Het prae-
advios op zijn voorstel tot medezeggen
schap was er dan nu eindelijk zelf liet
hij zijn voorstel al aanstonds los, al zei hij
in eerste instantie niet direct waarvoor.
Daarmee wachtte hij tot ziin repliek, toen
hij er een soort wensoheJijkheikkmotie voo-
in de plaats stelde, waarmee hij althans
dé stem van den beer Knuttel won, die te
gen zijn voorstel zou hebben gestemd, om
dat hem dat tc vaag was en gevende geen
haring of kuit. Trouwens, de heer Knuttel
stelde telf de kwestie zeer zuiver en geen
wonder, dat alle nict-socialisten daaiom
tenslotte stemden tegen de motie-Van Eek,
zij het niet allen op hetzelfde motief.
De kwestie der medezeggenschap zelf
zullen wij hier niet behandelen, 't- is er de
plaats niet voor. Het is een te veel omvat
tend vraagstuk voor een koit bestek, een
vraagstuk met zeer bekoorlijke uiterlijkhe
den maar grootc practiscbc bezwaren
Een zuivere doorvoering lijkt ons echter
alleen mogelijk bij nationalisatie der be
drijven. Gemeente-bedrijven, de voorzitter
wee9 er terecht op, zijn ook niet het eerst
aangewezen, gezien do gansch andere be-
drijfspolitiek, minder afhankelijk van winst
etc. en met regelingen voor dienst- en ar
beidsvoorwaarden, waarvoor reeds commis
sies bestaan, dio nog voor uitbouw vatbaar
zijn, waarop de heer Wil nier vollen nadruk
liet vallen.
De heer v. Eek was niet golukkig met
zijn voorstellen.
Het voorstel den gasprijs tc verlagen,
ging er zonder boe of ba door. Wij willen
op deze kwestie niet meer teiugkomcn,®al
leen nog even er op wijzen, dat de cijfers,
door ons vorig najaar daaromtrent gege
ven, wel precies klopten! B. en W. hebben
eenvoudig over 1923 het winstpotje flink
aangedikt, en komen met een reductie-sy'
«teem, nu daarvan vóór het najaar niet
raeer zal worden geprofiteerd.
Bij de verordening omtrent dc autobus
sen, kwamen heel wat wensohelijkheden
naar voren, maar wij sluiten ons gaarne
aan bij hen, dio waarschuwden tegen een
te veel decreteer en, daar do ondernomin
gen nog jong zijn en dus weinig stevig. Zij
zijn echter voor velen een groot gomak,
vooral in een stad als L-eiden, waar tTam-
aanleg vrijwel is uitgesloten. De veilig
heid mag daarnevens gezet, natuurlijk,
maar soepelheid in de verordening en toe
passing blijft gewenseht en wij meenen
daarop gerust te kunnen zijn, gelet op de
houding van den 'voorzitter.
De rest levert weinig stof voor nadere
beschouwing. Zij alleen nog vermeld, dat
<le rondvraag voor do zooveelsto maal een
allerdroevigst verschijnsel was. Een streng
optreden daartegen schijnt alleen te kun
nen baat geven, 't Is wel droevig 1
(Zitting van gisteravond).
Regeling van werkzaamheden.
Dc VOORZITTER deelt mede, dat de
centraio sectio besloot hedenavond ©enige
ontwerpen in de afdeelinSen *e onderzoe
ken, morgenorhtend to elf uur openbare
vergadering te houden en daarna weer in
de af deel mg en eenigc ontwerpen te onder
hoeken en ton slotte Donderdagochtend te
elf uur weer openbare verg adoring te hou
den ter behandeling van alsdan in staat
van .wijzen verkeerende ontwerpen.
Conform besloten.
Do vergadering wordt verdaagd tot be
den elf uur.
(billing v a jp g i s t e r e vj.
Suppletoire begrooting.
Aan de orde is oen suppletoire oorlogs-
begrooting voor 1923
De heer DUYMAER VAN TWIST (A.-R.)
klaagt over do onvolledige ramingen in dit
ontwerp en vraagt hoe dat komt.
De Minister van Oorlog, de heer VAN
DIJK. zegt dat het onmogelijk is ramingen
juist te maken in verband met de wisseling
der Rijzen en kosten. De Minister raamt
liever le laag dan te hoog. Er is z. i. con
trole genoeg, o. a, van de Rekenkamer.
Bij art 109 voert de heer IC. TER LAAN
(S.-Dhet woord over de wijze, waarop de
kleeding, die na de mobilisatie is ingeleverd,
13 behandeld. Het is .een schandelijke wijze
geweest waarop do enorme hoeveelheid is
behandeld- nriss hien ziin c.'-nige millioenen
verloren gegaan door de slechto behande
ling. Ten gevolge van de veel le late uit
pakking heeft dcJrieoding groole schade be-
loopen. Waar eigenlijk u: schuld ligt, is niet
na te gaan, als de Minister daarbij niet hel
pen wil. De Minister wist er niets van en
kreeg pas i jaar le laat kennis van de zaak
door een vraag van mevr. PolhuisSmit.
Spr. dient een motie in, waarin de onoor
deelkundige wijze van behandeling der klce-
ren en tevens de verloren gegane gelden
daarvan worden betreurd.
D: heer DUYMAER.VAN TWIST (A. R.)
zegt, dat bijv. 187.000 pantalons cn 231.000
schoenen verloren zijn gegaan. Ilij betreurt
het dat dit geschied is al is er iels le zeggen
ter verzachting van het gebeurde. Er was
geen ruimte en geen geschoold personeel
aanwezig.
De MINISTER meent, dal de heer Ter
Laan een stemming w kt, die grootendeefe
onjuist is. De eerste vraag is die van de
waarde der goederen, lloe groot die is weel
niemand en een schatting is niet mogelijk.
Het waren gedeeltelijk kleeren vair de land
weermannen en ieder weel hoeveel deze ge
bruikt zijn. De directeur le Woerden heelt
geconstateerd dat r>5 pet. geen waarde meer
had door slijtage. De Leginwaarde der klee
ren is geschat op 2 millioen, maar het is on
mogelijk geweest de kleeren le verkoopen.
De waarde was ten slotte niet hoóger dan
70 £t 80 duizend gulden. Gebrek aan ruimte
cn personeel is niet. de schuld van den ach
terstand geweest. Had men daarvoor geld
moeten uilgeven, dan was de- zaak nog duur
der geworden, want het is do vraag of de
goederen, die nog waard waren. Do schuld
van den gang van zaken ligt niet bij bepaal
de personen. Meer zorg cn snellere behande
ling hadden misschien iets meer gered, maar
het is da vraag of do goederen dit waard
waren.
De lieer IC. TER LAAN (ST D.) wensckt te
conslaleeren, dat 55 pet. van liet leger in
lompen zou zijn gekleed als het weer eens
tol mobilisatie zou gekomen zijn.
Do heer DRESSELHUYS (V. B.) acht de
motie niet noodzakelijk, maar hij zal er zijn
stem aan geven omdaf het ook hem voor
komt dat onoordeelkundig is gehandeld.
De motie-K. ter Laan wordt verworpen
met 49 tegen 30 stemmen, rechts legen
links.
Het wetsontwerp wordt goedgekeurd.
Staatsbegrooting vcor 1924.
Hoofdstuk III (Buitenl. Zaken).
Aan de orde is de behandeling van hoofd
stuk III (Buitenlandsohc Zaken) der Staats
begrooting vextf 1924.
De algemeen? beschouwingen worden ge
opend. Hierbij zijn tevens aan de orde:
Conclusie van hel verslag der commissie
omtrent: het Verslag van de Eerste Zitting
van de Vergadering van den Volkenbond te
Genóve, 15 November18 December 1920;
het Verslag van de Tweede Zitting van dc
Vergadering van den Volkenbond, 5 Sep
tember5 October 1001 van de-
Derde Zitting van de Vergadering van den
Volkenbond, 430 SeplemlVer 1922.
Conclusie van Itet verslag der commissie
omtrent het Verslag van de Vierde Zitting
van de Vergadering van den Volkenbond le
Genève, 329 September 1923.
Conclusie van het verslag der commissie
omtrent den brief van den minister van
Buitenlandsche Zaken, ten geleide van oen
brief van dien minister aan den secretaris
generaal van den Volkenbond, met betrek
king tot het vraagstuk der militaire garan-
iieverdragen. met een vertaling van dien
brief cn liet rapport van de Commissie van
Advies voor Volkenrechtelijke Vraagstuk
ken, over dit onderwerp uitgebracht.
De heer VAN RAPPARD (V. B.) betoogt,
dat de behartiging van onze handelsbelan
gen van het allergrootste gewicht is bij
onze buitenlandsche politiek.
Spr. gaat na welke landen Rusland reeds
hebben erkend; zelfs Frankrijk is bereid dit
te doen. Nederland blijft thans veel te lang
achter niettegenstaande er hier ie lande
reeds vele stemmen opgingen lot erkenning.
Reeds zijn belangrijke handelscontracten
met Ilollandsche industrieën afgesloten o. a.
bij Philips. Echter is het al voorgekomen dat
contracten weer geannuleerd werden omdat
Nederland weigerde de Sovjet-republiek te
erkennen. Met vele cijfers licht spr. toe dat
hot voor onzen landbouw van s-eel gewicht
is dat de uitvoer naar Rusland weer moge
lijk zij. Langer dralen der regeering zal de
schade voor ons lar.d nog verergeren en spr.
dringt daarom met kracht aan op een spoe
dige beslissing der regeering in deze.
Ten opzichte van de erkenning de jure
moet de Regcering een afwachtende houding
aannemen, gelijk vele andere landen ook
deden. Eerst dienen allerlei kwesties te wor
den afgedaan. Een erkenning de jure zou de
sovjet-regiering versterken eii haar minder
dan ooit tot erkenning der Russische schul
den brengen. Een terugbetaling der schul
den behoort niet lot de onmogelijkheden,
meende spr. Spr. vraagt hot standpunt der
Regeering ten opzichte van het verband- dat
spr. wenschl te leggen tusschen erkenning
de jure en terugbetaling der schulden.
D? heer WEITKAMP (C II.) betreurt het
dat Dintsche autoriteiten veel minder wel
willend zijn tegenover de Nederlandsche
grensbewoners dan de Nederlandsche tegen
over do Duitscho. Hij vestigt de aandacht
van den Minister op deze kwestie en meent
dat daarin verbetering ware te krijgen.
De heer LOVIXK (C -II.) betoogt dat deze
Minister met kracht er naar streeft om de
handelsbelangen van ons land te verdedi
gen. Spr. kan zich met liet stelsel van den
Minister op dit punt geheel vcreenigen, om-
dal hij dit onder do gegeven omstandigheden
van het meeste gewicht acht. Vervolgens be
pleit hij een betere opleiding van de consu
laire ambtenaren.
Ten slotte vraagt hij sneller spoorwegver
keer met het oog op het reis-verkeer naar
Duitschland.
Dc VOORZITTER stelt voor hedenavond
hetzelfde hoofdstuk tc behandelen, aange
zien Minister Van Swaay door omstandig
heden verhinderd is le komen.
Conform besloten.
De heer FLESKENS (R.-K.) wenschl wel
cenige relorsic-maalrcgelen als ze noodig
zijn. Een antwoord op zijn vragen vraagt hij
niet aanstonds van den Minister. Hij hoopt
echter dat de Minister bereid is het vraag
stuk gog eens te overwegen.
De heer v. d. BILT (R.-K.) wenschl een
stelsel van reciprociteit bij het passenstel-
sel. In dit verband sluit hij zich aan bij den
heer Weitkamp. Grensbewoners ondervin
den veel overlast van allerlei bepalingen in
Duitschland en België, bijv. bij het verkeer
per fiets.
Vervolgens vraagt spr. den Minister be
langhebbenden te hooren alvorens handels
verdragen af te sluiten. Spr. schetst de groo-
te beteckenis van den uitvoer van tuinbouw
producten naar het buitenland, en acht het
daarom noodig deze belanghebbenden te
hooren alvorens verdragen te sluiten.
De heer DRESSELHUYS (V.-B.) meent,
dat deze Minister gc-brek aan enthousiasme
heeft, oen behoedzaamheid die vaak ont
aardt in langzaamheid en vaak geen oog
voor nieuwe internationale gebeurtenissen
De Minister zegt een vriend te zijn van den
Volkenbond, maar naar spr.'s oordeel een
vriend in do vcrie Nederland heeft het al
lergrootste belang bij" ontwapening. Het stel
sel van onderlinge garantie zal hel beste
middel zijn orn lot vrede le komen op inter
nationaal gebied. De Regeering acht liet
denkbeeld van Lord Cecil niet nieuw maar
meent dat het ligt in den Volkenbond en
daarom wil de Minister niet buiten dien
bond gaan.
Spr. vraagt waarom men niet builen dien
Bond een propaganda mag maken. Als wij
er op moeten wachten lot alle staten bij den
Volkenbond zijn aangesloten, kunnen wij
nog zeer vele jaren wachten.
Wanneer do Minister zijn standpunt hand
haaft komt Nederland alleen te staan. Spr.
acht het gevaar van bijzonder garantie
verdragen niet groot wanneer bij algemeen
verdrag de ontwapening is aanvaard. Als dit
alles mislukt zal de ontwapening voor lan
gen tijd van de baan zijn. De Minister voelt
voor hot internationaal recht veel, maar
doet er weinig voor. Dit blijkt ook uit andere
zaken; Nederland houdt vast aan het oude
Hof van Arbitrage.
De MINISTER: Voor do loopendc verdra
gent
De heer DRESSELHUYS (V. B.) vraagt
spoedige behandeling van hot ontwerp be
treffende de arbitrage in handelstractaten.
Ten slotte vraagt hij dc-n Minister alles le
zullen doen voor het behoud van een vrijen
Rijn, al zou het maar zijn voor hel propa>
geeren van internationaal recht.
Dc vergadering wordt verdaagd tot hedea-
avond 8 uur.
Avondzitting.
Staatsbegrooting vooz 1924.
Buitenlandsche Zaken.
Aan de orde is dc voortzetting van da
behandeling van de begrootdng van Buiten
landsche Zaken voor 1924.
De heer VAN RAVESTEYN (C. P.) De-
spreekt cenige fundamenteele fouten van
den Volkenbond èn meent, dat dezo rich
onmiddellijk zullen wreken. De opinie van
een Italiaansobon Minister, die van oor
deel was, dat do Volkenbond zich eigenlijk
met zoo min mogelijk zaken moest be
moeien, komt geheel overeen met die van
onzen Minister van Buitenlandsclio Zaken.,
Do Volkenbond gaat thans zijn ecTato
lustrum tegemoet. Hoewel reeds zeer veel
6tatcn tot den Volkenbond zijn toegetre
den en toegelaten, nog altijd staan er bui-*
ten de Unie van Sovjet-Republieken,
Mexioo en Argentinië De Volkenbond is
een instrument ten bekoevo van de Brit*
sche politiek. Waar overigens do zaken
even goed zonder als met den Volkenbond
kunnen worden afgehandeld, aoht spr. hefc'
geen wonder, dab onzo Minister er scep
tisch tegenover staat. Dc grooto Staten
storen zich bij hun politiek bovendien wei*
nig aan G&ncve. Zoo gaat mon bijv. onver*
minderd voort met het militair isme on
houding tegenover Duitschland is niet. een
stap naar den nlgemeenen vrede, doch oen
voorbereiding van een nieuwen oorlog..
Europa kan thans het best vergeleken wor*
den met een groot hok met wildo dieren.
Naar sprekers mcening ia een zoo nauw
mogelijke aaneensluiting van de economi
sche politiek der verschil lende landen de
eenige goede oplo'ss?ng om to komen tob
oen wcrkolijken wereldvrede. Ons land
sahreouwt naar een dergelijke politiek.
In de algemecne buitenlandsch politiek
onzer rogeering ziet spr. een negatief, om
dat de Minister den moed mist om hef»
groot© economisclio probleem ten opzicht©
van ons land tot oplossing te brengen.
Onze regeeriDg heeft zich bij dit probleem
altijd door gevoelsargumenten laton lei*
den. Voorts komt spr. op tegen do hm*
ding inzake tl© niet erkenning de jure vail
de Sovjet.
Do lieer BRAUTIGAM (S.-D.) bespreekt
tl© Rijnvaaiibclangcn. Het is z.i. de raag
of dc inhoud van dc Rijnvaartacte wol vol
doende is doorgodrongen tot België co
Frankrijk, speciaal tot dc civiele en mili
tairo autoriteiten in hefc bezette gebied.
Do Minister heeft wel gepoogd do act*
to handhaven, maar dit bleof een optre
den van geval tot geval.
Nog altijd is er een douanecontrole, waar
door zeer zeker do ltijnvaartacto wordt ge*
schonden.
Over dc herziening van de acte van Mann*
koim is spreker nLlormimst gerust ©n vraagt
den Minister of dozo bcroid is openbaar
to maken, hetgeen ton aanzien van deza
herziening reeds is geschied, zoodat do Ka
mer op do hoogte lcornt van den stand van
«ake-n.
Hierna wijst spr. op de middelen, wolk®
Frankrijk on België aanwenden, om bun.
positie op den Rijn to versterken, wa*r»
door de handel van deze landen wordt b©«
voorcleeld en noemt in dit verband do vrij
stelling van sluiagelden cn van do surtaxfl
op ontrepot. Vooral von dit laatste onder»
vindt Rotterdam groote nadeelcn. Het ift
zeer wcnsoheJijk, dat deze «urtaxea zoo
spoedig mogelijk worden aigesobaft. Op
dit gebied ware eon vriendschappelijk*
samenwerking gewonecht mei Straatsburg
dat evenals on9 land groot belang heeft bij
een vrije Rijnvaart.
(Spr., dio gemeend had niet to moetent
voldoen aan het vorzoek der journalisten
om niet meer to sproken met den rug naar
dc perstribune, was zeer onverstaanbaar).
Vervolgens wijst apr. op cenige verdra
gen, waarvan de Kamer niet op d© lioocfal
was, terwijl het toch in het belang van
zen handel en scheepvaart is, dat zo zoO
goed mogelijk op de hoogto is vanderge
lijke kwesties.
Ten aanzien van Rusland, vraagt spr.*
wat onzo rogeering heeft gedaan om dc be*
Oorspronkelijke novelle van J. C. L. B. TET.
(Nadruk verboden).
10;
„U bent bier zeker voor hel eerSl? Dan
zal ik u den weg wijzen."
Ik volgde hem langs een pad tusschen de
bosscher. Onderweg kwamen wij eon troepje
mannen legen, allen gekleed in werkpakken
van dezelfde blauwe kleur Zij waren ver
bazend luidruchtig en schenen met elkaar
erg vroolijk.
„Wat waren dat 'voor menschen?"
vroeg ik.
„Niet-beialcude patiënten", antwoordde
de portier.
Ik verwonderde mij. Ik had niel gedachl,
dat gekken onder elkaar zoo vroolijk konden
zijn.
Wij hielden stil voor een der paviljoens.
De porlier belde aan. Een pleegzuster opende
de deur cn vernam van den porlier, dat ik
kwam voor miS3 Grened, die Vrijdag was
aangek -nen.
Zij liet mij binnen. Ik slond in een brec-
de, lichte gang. Door oen geopende deur kon
ik in oen ruime kamer zien, waarin een
aantal vrouwen waren. Enkelen slonden
stil, geleund tegen den muur, rustig voor
zich ie kijken; anderen zaten aan de latei
in zichzelf te praten; een enkele kreunde
hoorbaar Een vrouw van majestueuze ga
stalle, gekleed in eeD losse, witte japon, liep
mot groote passen door de kamer. De lange,
b'nnde haren hingen ordeloos om haar
hoogrood gelaat, waarin vreemd en schrik
wekkend dc lichiblauwc oogen slonden.
In tegenstelling met de mannen, die ik
buiten had gezien, nam hier niemand notitie
van dc anderen.
„Gaat n maar mee naar de spreekkamer,"
zei de zuster, cn ik volgde haar, blij, dat ik
niet meer in dc nabijheid was van de vreem
de vrouw, dio daar door do kamer heen en
weer liep, als een wild dier in zijn kooi.
De stille in het huis bevreemdde mij Ik
had verwacht in een krankzinnigengesticht
een verschrikkelijk lawaai le hooren. Ik werd
in de spreekkamer gelaten, waar even later
de zuster terugkwam met Marion. Ik ging
haar angstig to gemoct Wal moest en wat
I kon ik zeggen?
„Dag, Rupert", zei zo met een glimlach
en kuste mij op mijn mond.
„Dag, lieveling", zei ik, verheugd, dat zij
mij herkende, en toen wist ik niet, wat ik
verder zou zeggen. Er was oen drukkende
stilte.
Ik mag iederen Woensdag bij je komen",
vervolgde ik, „ik heb werk gekregen, op het
kantoor van op een kantoor."
„Hc-erlijk voor je", zei ze, „en wal ver
dien je?"
„Vijftien pond per maand."
Weer wa9 er een pauze. En loen veran
derde haar gezicht De glimlach verdween
en een harde trek kwam op haar gelaat.
„Vindt je het niet prachtig begon ik
weer, geen ander onderwerp wetende. Maar
zij antwoordde niet.
„O Marion, mijn kindje", riep ik wan
hopig; maar zij bleef voor zich staren met
die vreemde, strakko uitdrukking in haar
oogen.
„Kom, miss Grened", zei de zuster, „me
neer komt de volgende week terug." Zij
nam Marion in den arm cn samen gingen
zij weg. Niet Éénmaal keek Marion naar
mij om.
Ik ging moedeloos mei mijn hoofd in mijn
handen zitlen. Even later ging weer de
deur open en een oude heer, met vriendelijk,
zorglijk gezicht, trad de kamer binnen.
„U bent de verloofde van miss Grened?"
vroeg hij, en op mijn bevestigend antwoord
ging hij door: „Ik ben dokter Tanlte, ik wil
de u even spreken."
„Mag ik u een vraag doen?" zei ik.
„Dc-nkt u, dat het ongeneeslijk is?"
„Ik kan er u nog weinig van zeggen", gaf
hij ten antwoord, „zij is nog zoo kort hier.
Maar misschien kunnen rust en goede ver
zorging veel doen."
„Miss Grened heelt een zwaTen tijd ach
ter den rug."
„Maar over haar wilde ik juist spreken,
omdat ik haar moeder ook heb gekend. Bij
de geboorle van een tweeling werd zij
krankzinnig en is hier gestorven."
„Een tweeling?" riep ik uit.
„Ja", antwoordde hij verbaasd, „wist u
dat niet? Hebt u haar zuster nooit ontmoet?
Haar naam was, als ik mij goed herinner,
Lizzy."
Een tweeling? Zou hier da oplossing kun
nen liggen van het raadsel?
„Maar", zei ik, „weet u zeker, dat u zich
niet vergist? Ik heb nooit van een zuster ge
hoord. Die zou dan toch ook wel in het
weeshuis te Norgale zijn opgevoed."
„In hel weeshuis?" vroeg da dokter, „Is
haar vader dan ook gestorven?"
„Zij heeft hem nooit gekend.
„Dan moc-t hij korl na zijn vrouw zijn
gestorven. Na haar dood kwam hij de kinde
ren- halen. Hij was officier. Zijn ouders
woonden in Seethwood. hier vlak bii."
Dc gedachten, die alle bij mij opkwamen,
maakten mij duizelig. Ik was niet meer in
staat een geregeld gesprek tc voeren.
„Ik dank u wet, dokter", zei ik; „als ik te
rugkom, mag ik dan nog eens met u spre
ken?"
„Met genoegen", antwoordde hij.
Toen liep ik snel het gebouw uil, nog
even een blik werpende op de vrouw in liet
wit, en begaf mij naar liet station. Ik dacht
niet meer geregeld na. In mijn hoofd klonk
liet telkens: „Een tweeling, een tweeling."
Dit moest ik onmiddellijk berichten aan mr.
Bolins. Veel te langzaan bracht dc trein mij
terug naar de hoofdstad. Aan het station
nam ik een taxi Toen wij voor liet huis van
mr. Bolins stonden, gaf ik den chauffeur eeh
onredelijke groote fooi en belde haastig aan.
Het eerste, wat ik zei, toen ik zonder
kloppen zijn kamer binnenstormde, was:
„Er is een tweeling!'
HOOFDSTUK X.
Dien avond besprak ik met mr. Bolins,
wal ons verder te doen stond.
„Ik zal maar beginnen, met je onbeperkt
vacantie te geven", sprak hij, „en een nieuw
voorschot op je salaris. Het eerste, wat je
moet doen, is de tweelingzuster van Marion
opsporen. Het is natuurlijk niet te zeggen,
hoe lang het kan duren. Als je succes hebt,
vindt je haar den eersten dag; loopt het
je tegen, dan heb je misschien jaren werk.
Maar ik zou niet beginnen te wanhopen. Ik
heb een Rus gekend, die zijn oudere zocht:
zij waren gevlucht voor de revolutie. Hij
wist alleen, dal zii ergens in de Vcreenigde
Slalen moesten zijn, en toch vond hij hen.
Ik zou beginnen in Londen. De kans is groot
dat zij hier woont, of ien minste heeft ge
woond. - -
Iticr heb ik een adresboek, dat wij er ceni
op na kunnen slaan Hij nam een lijvig
boekdeel; daarin bladerde hij. terwijl ik toe
keek over zijn schouder. Ik had er nooi'
over nagedacht, dat er nog meer Greneds in
Londen konden wonen, en groot was rnijn
verbazipg, toen ik wel Iwinlig maal dien
naam zag herhaald. Een miss L. Grened was
niet te vinden.
„Dat is logisch", sprak mr. Bolin9, „zij
woonde natuurlijk op kamers; daarom komt
haar naam niet voor in het adresboek. Ga
nu morgen naar bet bureau Bevolking van
hot stadhuis en informeer daar. Als je het
vindl, kom dan eerst hierheen; dan kunnen
wij or samen heengaan. Het is prettiger in
zoo'n geval met zijn tweeën te zijn dan
alleen." Ik nam met graagte zijn aanbod aan
en ging terug naar mijn kamer.
Ik blaakte van ijver, om aan het werk te
gaan. Iedere nicuwo kans, die ik zag, om
licht lc brengen in de duisternis, werd door
mij begroet als het begin van de oplossing.
Den volgenden ochtend vroeg stond ik op
hel bureau Bevolking en vroeg naar het
adres van miss Lizzy Grened. Ineens schoot
het mij door het hoofd, dat wij de mogelijk
heid over hot hootd haddén gezien, dat zij
getrouwd was.
Gelukkig werd deze onderstelling niel be
waarheid, want cenige oogcnblikken later
vertelde de beambte mij, dat Elizabeth Gre
ned, geboren 22 September 1900 le Seeth
wood, van beroep artiste, woonde aan de
Birlley Street 98.
Ik dankte den man voor zijn inlichtingen
haastte mij naar het kanjnor van mr. Bo
lins en deolda hem mede, wut ik had gee
hno^d.
1
ÏWordt yervolgdjf