De TSende Nederlandsche
Jaarbeurs.
MARION.
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 11
No. 19634,
mmu
Maart.
Blad. Anno 1924.
FEUILLETON.
MawumTWi I III I Ml I ut.wiwarmi.i.u.ti—
geven. Inlusschen. die crisis is op ge-
opgegeven. Inlusschen, die crisis is op ge
lukkige wijze doorslaan. Geleidelijk, zéér
geleidelijk, heeft sinds dat oogenblik een
ontwikkeling in de opgaande lijn plaats ge.
had en zoo die ontwikkeling al geen verras
sende snelheid vertoont, haar gestadige
voorlgang vermag ons met goede verwach
tingen voor de lockomst te vervullen. Ve
len. die in verslagenheid aan het Jaarbeurs-
ins'iluut reeds den rug hadden toegekeerd,
althans een min of meer afzijdige houding
begonnen aan te nemen, keerden alleng9
terug, en het mag zeker een verblijdend
verschijnsel worden genoemd, dat onder
dezen talrijke vertegenwoordigers worden
Cevonden onzer groote industrieën, zonder
wier medewerking de Jaarbeurs op den
duur niet zou kunnen bestaan.
Die opleving, zeide spr., is geen op zich-
zcïf slaand verschijnsel, dat aan toevallige
oorzaken zou kunnen worden toegeschre
ven. Integendeel, zij houdt verband, en te
vens tamelijk gelijken tred, met een lang
zame verbetering in de toestanden hier te
lande, die men, zonder zich aan te groot
optimisme schuldig te maken, ongetwij
feld hier en daar kan waarnemen. Want dit
staal wel vast, dat de Jaarbeurs zich in het
economisch leven van ons vaderland reeds
in die male een plaats van beleekenis heeft
weten te verwerven, dat zij mag worden
beschouwd als de algemeene aanwijzer van
den gang van zaken op dit gebied dat zij
aangeeft den polsslag van het economisch
leven dat zij mag worden beschouwd als
den barometer van handel en industrie.
Hierna gaf de Voorzitter hel woord aan
minister Aalberse, die de Jaarbeurs met de
Volgende rede opende
Geacht Bestuur, Dames en Ileeren
De Raad van Beheer van de Vereeniging
tol bet houden van Jaarbeurzen in Neder
land heeft, nadat met de vijlde door haar
georganiseerde beurs het openingsceremo-'
nieel werd achterwege gelaten, thans, nu
voor de tiende maal de Nederlandsche Jaar
beurs weder belangstelling van handeldrij
vend en industrieel Nederland en daarne
vens voor van buitenlandsrhe belangen
groepen vraagt, besloten om de opening der
Jaarbeurspoorlen weder to doen voorafgaan
door, ja laat het spreker ook thans weder
zoo noemen, door eenig ceremonieel.
Het in verband hiermede tot mij gerichte
verzoek, ditmaal de beurs te willen openen,
heb ik gaarne aanvaard, en om meer dan
één reden is het mij een voldoening heden
het woord tot U te mogen richten.
In de eerste plaats toch noopt het feit, dat
thans „de tiende schakel" is gesmeed (zoo
als één der door het Jaarbeursbesluur met
het oog op deze Jaarbeurs ruim verspreide
reclameplaten het zoo juist in beeld brengt)
wel even stil te staan bij de beleekenis, die
gehecht mag worden aan dat „schakelsme-
den'V
Uw plaat is mij daarom zoo aantrekke
lijk, wijl zij hel streven bij. zoowel als het
doel van Uw werken in hel belang van het
economisch leven van ons land op zoo
sobere en toch zoo veelzeggende wijze voor
den geest stelt.
Gij, Bestuurders, bouwers van de Ne
derlandsche Jaarbeurzen, gij smeedt.
Schakels smeedt gij.
Schakels, die een kelen beginnen te vor
men, en den daarvoor noodigen arbeid de
serie gehouden beurzen is daar, om bet te
bewijzen toont gij de vaardigheid en de
kracht te bezitten, welken die arbeid vor
dert, en in het werkstuk, dat gij uit hun ar
beid schept, lijkt het door Uw plaat gesym
boliseerd, begrip der continuïteit, der aan
eenschakeling en van het ooi-zakelijk ver
band.
Uw organisatie en haar werkers beschou
wend, zooals ik uit hoofde van mijn ambt
het doe en heb te doen, zei ik inderdaad en
erken ik derhalve gaarne de groote waarde,
die van het werk der Vereeniging tot het
houden van Jaarbeurzen moet en ook mag
worden toegekend.
Immers, hier werden steeds en zullen ver
der worden tot elkaar gebracht producenten
en zij, die tusschen dezen en de consumen
ten de onontbeerlijke schakels vormen. Om
zetten hier het Jaarbeursbestuur heeft
het eenige malen gecontroleerd vele mil-
Iioenen guldens per beurs beliepen, werdeo
bier geboekt.
Geen wonder dan ook. dat het instituut
der Nederlandsche jaarbeurzen zich io
steeds breeder kringen de belangstelling ziet
verzekerd, welke het voor zijn welslagen
behoeft en waarop het door do vruchten van
zijn arbeid ten bate van onzen handel en
van onzo nijverheid ook stellig recht mag
doen gelden.
Ik acht liet hier alleszins der vermelding
waard, dat die belangstelling niet beperkt
bleef tot die uit de kringen der binnen- en
buitenlandsche deelnemers en der bczoe*
kers, noch lot die/welke het van officieels
binnen en buitenlandsche zijde ten deel
valt, maar dat zij zich ook, en in toene*
mende male, openbaart van den kant van
in het belang van handel en nijverheid in
het leven geroepen organisaties, als bijvoor*
beeld de Kamers van Koophandel en Fa*
brieken.
Hier vooral ligt een element van wijde
strekking, zoo voor het Jaarbeurs-instituut,
als voor de organisaties, welke in samen
werking met dat instituut een krachtig
middel erkennen voor eigen organisator!-!
sche arbeid in het belang van iiandel en
bedrijf. De aanwijzingen zijn er, dat ten
aanzien van die samenwerking gunstige,
verwachtingen van de toekomst mogen
worden gekoesterd.
Ik wees reeds op de belangrijke omzet-,
ten, welke ter Utrechtscbe Jaarbeurs wer
den geboekt. Zou dat resultaat niet mogen
worden beschouwd als óén der steungeven-.
de factoren in de moeilijke jaren, die thans
achter ons liggen Zeker I Mag. neen moet
in de omstandigheid, dat in die moeüjko
jaren jaarbeurzen zijn gehouden en konden
worden gehouden met bevredigend resultaat
niet het bewijs gezien worden-, dat ondanks
alle, en wij weten hoe zware, tegenhedeli,
waarvoor ons economisch leven zich zag
gesteld, het vertrouwen ons volk niet heeft
begeven
Ik hecht aan dit feit een zeer bijzondere
waarde niet alleen met het oog op de be
oordeeling van hetgeen achter ons ligt,
maar ook, vooral ook, met het oog op wat
thans en in de toekomst van ons land en
ons volk verwacht mag worden.
Daar is, en stellig ook met grond, veel ge
klaagd in de afgeloopen jaren. Daar is in
derdaad ook veel geleden.
Men zou ziende blind moeten zijn, zoo
men hel interings- en inboelings-proces, dat
zich aan ons economisch leven heeft vol
trokken, niet erkende en de gevaren daaraan
Voor ons volksbestuur verbonden, licht lelde
Maar.ook aan den anderen kant mag
de weegschaal niet overslaan, opdat ons het
verwijt niet Ircffe, dat ligt in de woorden
„Ken mensch lijdt dikwerf 't meest,
„Door 't lijden, dat hij vreest,
„En datniet op komt dagen...."
Do nooden, tegenslagen, verliezen, ram*
pen, ze kunnen ons treffen, slaan zelfs,
maarbreken mogën ze ons nietniet
ons den moed benemen.
Want, zelden is het leed, dat de mensch
doormaakt, zóó groot als het schijnt.
Wat blijkt, wanneer wij peilen.
De ondervindingen der laatste jaren heb
ben dit ook aan ons volk gedemonstreerd.
Met andere, met Mie volkeren der aarde,
heeft ook het onze onder het juk moeten
doorgaan. Wat andere volken trof, gaf ons
volk een terugslag.
Hoe raak die slag ook geweest mag zijn,
wij mogen niet vergeten dat het „slechts"
een terugslag is geweest. We kunnen ons
daarom gelukkig prijzen. Ons immers bleef
tenslotte nog zeer veel economische ellende
bespaard, onder welker last wij andere vol
ken gebukt zien gaan.
Voor ons volk, dat door zijn houding bij
en tegenover allerlei terugslagen, die het
troffen, toonde „niet te willen dospereeren'
dat zijn vertrouwen in zichzelf niet heeft
verloren en dat èn mobiel èn neutraal
bleef in den economischen oorlog, zooals
het mobiel èn neutraal was gedurende de
oorlogsjaren, voor ons volk zal, zoo de
teekenen niet bedriegen, het opklimmen
Uit dc diepte, waarin de wereldmalaise het
voerde, waarschijnlijk minder bezwaarlijk
blijken en vermoedelijk sneller kunnen gaan
dan zulk voor andere volken mogelijk zal zijn
We zien toch reeds lichtpunten.
- Inleiding.
De tijd gaat wel snel. Nu wij onB neer-
letten, om onze indrukken van de tiende
Nederlandsche Jaarbeurs in korte trekken
jp-eer te geven, gaan onze gedachten onwil
lekeurig terug naar het jaar 1916, toen,
pp initiatief van den burgemeester van
tUtreoht, onxen oad-stadgeaoot dr. J. P.
Fookema Andreae, de „Vereeniging tot
het houden van Jaarbeurzen in Nederland"
lïrerd opgericht. Het succes van de eerste
(Fransche Jaarbeurs te Lyon, in Februari
van dat jaar gehouden, had de oogon ge
opend voor het groote economische voor
deel, dat een Jaarbeurs, alg schakel tus-
iwhen voortbrenger en wederverkooper,
aan het handelsverkeer zou kunnen opleve
ren. Ook de oogen in Nederland waren
idaarvoor opengegaan, en Utrecht, als cen-
jferum des lands, gaf den stoot tot de op-
jiohtdng der Vere ging, waarvan mr. dr.
|W. A. var. Zijst, wel houder dier gemeente,
de eerste voorzitter werd, en de heer W.
Graadt van Roggen do eersto secretaris.
Met een voortvarendheid, die men bij
0en Nederlandsaben volksaard eigenlijk niet
iou hebben verwacht, werd er gewerkt en
Koo kon van 25 Februari tot en met 10
Maart 1917 de Eersto Nederlandsche Jaar
beurs reeds wordon gehouden, onderge
bracht in houten monsterkamers van 16 M2.
die in Utrecht waren opgesteld. Het aan
bal deelnemers bedroeg 600, waaronder öok
jrorscheideno Leidsche firma's.
In verband met den oorlogstoestand was
deze eerste Jaarbeurs nationaal, in
Idien zin, dat alleen de fabrikaten cn pro
ducten, in Nederland vervaardigd, of die
in Nederland eenige bewerking hadden on
dergaan, ter verhandeling op de Beurs
mochten worden toegelaten.
De totaal omzet der eerst Beurs werd
geschat- op 7 millioen.
In het succes van de eerste Beurs lag de
kiem voor de tweede, welke van 26 Fe
bruari tot en met 8 Maart 1918 werd ge
houden en waarvan het aantal deelnemers
tr&n 690 tot 1062 steeg. Wederom was het
karakter nationaal cn de Beurs had naar
raming een omzet van 15 millioen.
Tijdens deze Beurs werd een inschrijving
geopend voor een Jaarbeursgebouw en bin-
pen vijf dagen was het eerst© kwart-mil-
ïloen geplaatst; een maand later waren
acht ton bijeen en kon worden overgegaan
jtot de oprichting van de N.V. Maatschap
pij tot Exploitatie van Jaarbeursgebou
wen in Nederland met. als eerste voorzitter,
mr. dr. W. A. van Zij3t en als eer6to se
cretaris, de heer W. Graadt van Roggen.
Het aandoelenkapitaal, door de Nederland
sche Industrieelen genomen, bedroeg, dank
lij den gunsfcigen tijd voor de industrie,
meer dan een millioen, terwijl het Rijk een
hypothecaire leening van een millioen ver
strekte, later nog gevolgd door een lee-
ping, door de gemeente Utrecht gewaar
borgd, groot f 600.000.
Zoo is het vaste Jaarbeursgebouw ge-
fttoht kunnen worden, zooals wij het nu
Kennen en thans weder gevuld kunnen
zien met inzendingen uit het binnen- en
buitenland Want, toe men eenmaal een
«frast gebouw had, werd zij het dan ook
biet met algemeene instemming besloten
jtot internationaliseering van het instituut.
Het zou ons te ver voeren om do ge
schiedenis der Nederlandsche Jaarbeurs
In denzelfden trant voort- te zetten, hoe
leerzaam in menig opzicht deze ook mag
rijn. En zoo gaa<n "wij de volgendo Jaar
beurzen nagenoeg stilzwijgend voorbij,
ftvaarvan reeds die van het voorjaar 1920
Ihet begin der ingetredon malaise op eco
nomisch gebied aangaf.
Voor het Jaarbeurs-Instituut heeft de
^crisis tot na do 7d© Jaarbeurs Septem
ber 1922 geduurd. Na September 1922
begon voor baar de wederopbloei.
Bij de vierde on laatste nationale Jaar
beurs klom het aantal deelnemers tot
1046, welk aantal bij de vijfde de laatste
Iffelko eenmaal in het jaar gehouden zou
•worden nog steeg tot 150*. Toen kwam
de daling. Op d© zesd© Jaarbeurs, van 21
Oorspronkelijke novelle van J. C, L. B. PET,
(Nadruk verboden),
Ik bad liet gevoel of zij mij juist nu noo-
ffig zou hebben, ol zij wanhopig zat te wach
ten tot ik kwam, om haar in mijn armen le
Semen en te troosten.
En ik kon nietik zat hier machteloos
lk bleef slaan en kreunde luid,.0 Ma-
tSon, mijn lieveling, mijn lieveling 1"
Ik was aan liet eind van mijn krachten
tie ging weer liggen op de brits cn sprak
tóchljcs lot mezelf.
„Als ik maar rustig dood was".
Toen nam ik mij voor moedig te zija. Tk
trilde leven en alles dragen, ter wille van
tain meisje.
En was er per slot niet een groote kans,
Sat dit alles een afschuwelijke vergissing
Jvas
Roerloo" bleef ik liggen en staarde naar
eet electriseh lampje, dat aldoor bleet
Hooien in het midden van de witgekalkte
Soldering.
Eindelijk viel ik in slaap.
Toen ik ontwaakte, was het electrise li
hebt niet meer aan, maar kwam de blecko
septembermorgen door de kleine ruitjes
Een oogenblik lag ik wakker, met do
haag
„Wat is u toch voor onaangenaams ge
keurd
Plotseling was ik mij weer bewust van do
ledencn, die mij hierheen hadden gebracht.
Februari tot en met 3 Maart 1932, die de
rij der halfj aarlijksohc Beurzen opende,
daalde het aantal deelnemers tot 909; de
daarop volgende in bet najaar telde slechts
539 d 'olnemcrs.
Men mag dien achteruitgang echter niet
enkel san de toenemende malaise in in
dustrie en handel wijten. Do omstandig
heid, dat zij nu om de zes maanden go-
houdrn werd, heeft daartoe ongetwijfeld
ook medegewerkt.. Dit in aanmerking ge
nomen, mag men over den gestadigen voor
uitgang zeker tevreden zijn. Het aantal
deelnemers op de achtste JaarbeuTs was
weder met 165 vooruitgegaan, en ook de
negende bleof do stijgende lijn volgen met
755 deelnemers en thans zijn er al niet
minder dan 827 ingeschreven. Het Jaar
beursgebouw is weer geheel verhuurd, ter
wijl nog een aantal monsterkamers en ta-
felvl ikfen bijgebouwd is moeten warden.
Ook de tijdelijke monsterkamers op het
Vredeoburg zijn alle in gebruik gesteld; en
eon afzonderlijk Btandgobouw is nog voor
houders van tafelvlakte beschikbaar ge
steld.
Een verblijdend feit is het, dat Amerika
voor de eerste maal officieel aan de Ne
derlandsche Jaarbeurs deelneemt en dat
ZuM-Afrika ditmaal uitkomt met een fraaie
oollectie producten en een verzameling
Zuid. frikaansohe boek-uitgaven, terwijl de
afd. Nederlandsoh-IndiS meer in het bijzon
der de rubber-, hout- en tabakscultuur naar
voren brengt.
Versohillende landen in Europa en daar
buiten zijn mede officieel vertegenwoor
digd, zooals ook de Jaarbeurzen te Bazel,
Brussel, Leipzig en Lyon.
Vooral do Duitsehe nijverheid is door
een groot aantal firma's vertegenwoordigd,
ten bewijze dat men daar zijn best doet om
de oude plaats op de werold to heroveren.
Van de Nederlandsche inzendingen be
palen wij# ons tot die van Leiden en om
geving, voor zoover wij deze op onze vluch.
tige wandeling hebbon kunnen waarne
men.
Het doet ons genoegen een inzending te
kunnen vermelden van de N. V. Kon. Ned.
Edelmetaal bedrijven Van Kempen, Begeer
en Vos, te 's-Gravenhagewaar ook nog de
vroeger zoo bekende Voorschotensche werk
plaatsen het hunne van hebben geleverd.
De Kon. Ned. Grofsmederij wordt er ver
tegenwoordigd door de firma Van den Berg
en Co., te Amsterdam, die uitkomt met een
aantal kraankettingen, waarin deze fabriek
een specialiteit is.
De Eerste Leidsche Lakfabriek, Heeren
gracht 17, is ook weder op het appél met een
grooten voorraad lakken voor rijwielen, mo
tors, radiatoren, enz.; verder mei techni
sche en chemische lakken en eindelijk nog
met haar bekende koperen firmaplalen.
Dat de Kon. Sloom-, Zeep- en Eau-de-
Cologne-fabriek der firma Sanders en Co.
niet zou ontbreken, is te begrijpen. De firma
Sanders kwam reeds op de eerste Jaarbeurs
uit en heeft nog geen enkele overgeslagen.
Behalve een monsterkamer, vult zij met
haar artikelen nog vier tafelvlakten.
Noemen wij verder, om dicht in de buurt
te blijven, den stand van Huis „De Vlijt",
van P. J. H. Piêron, te Voorschoten, die met
haar bekende vruchtenjus en wijnen uit
komt, benevens de Nulricia-fabrieken le
Zoetermeer, die hier speciaal haar groote
verscheidenheid kindermeel exposeeren, om
te eindigen met de firma Modderkolk en Van
Dijk te Waddingsveen, wier eiken en pilch-
pine slaap-, huiskamer- en kanloor-ameu-
blementen er een groote oppervlakte in
nemen.
Onze oogsl is, helaas, niet groot. De fir
ma's in Leiden en Omstreken schijnen nog
niet sterk doorgedrongen te zijn van de
groote beteekenis van dit exposeeren. Mis
schien wordt dit nog eens anders.
De Jaarbeurs die lot en met 20 Maart
blijft geopend, zal Zondag gesloten zijn. De
overweging, dat men op Zondag geen zaken
doet en dat de Beurs er is' om zaken te doen,
heeft tot dit besluit geleid.
Ik voelde mij echter veel minder ver
moeid en wanhopig dan den vorigen avond,
hoewel mijn lichaam pijnlijk en sfijf was
door de ongemakkelijke houding, waarin ik
had geslapen.
Mijn ongerustheid over Marion was niet
meer zoo hevig ik dacht, dat vandaag wel
zou blijken, dat alles een vergissing was ge
weest.
Ik wandelde mijn cel op en neer, wach
tende op de dingen, die komen zouden. Ik
nam er geen notie van, hoe laat het was.
Een eindelooze tijd ging voorbij, waarin mijn
goede stemming weer verminderde en de
neerslachtigheid weer boven kwam.
Eindelijk kwam er leven in het gebouw.
Ik hoorde slappen in de gang en het slaan
van deuren. Even later werd ook mijn oei
geopend en een agent verscheen, die mij ver
telde, dat ik mij kon gaan wasschcn. Hij ge
leidde mij naar een lokaal, waar nog ando
ren bezig waren zich te wasschen in wit-
steenen waschtatels.
Ik nam mijn omgeving eens op. Hel was
een zeer gemengd publiek, dat zich hier be
vond.
Tot mijn verwondering bestond een groot
gedeelte van de aanwezigen niet uit de typen
die men zou verwachten in een politie
bureau.
Er waren er natuurlijk wel bij, die spre
kend geleken op de bedelaars uit „Punch"
maar anderen maakten meer den indruk van
society-menschen cn handelsreizigers.
Toen ik klaar was, werd ik teruggebracht
naar mijn cel. Ik vroeg den agent ot ik geen
lectuur kon krijgen, de ochlendbladc.. bij
voorbeeld.
Itij antwoordde, dal hij zou informecren
ot het was toegestaan, en kwam even later
Tijdens de Jaarbeurs zal een aantal ver-
eenigingen, o.a. de Coöp. Vereeniging van
Nederlandsche Ijzergieterijen, de Neder
landsche Combinatie van Grossiers in Sui
kerwerken en aanverwante artikelen, de
secretarissen van de Kamers van Koophan
del, de secretarissen van de Vereeniging
voor Vreemdelingenverkeer, de Nieuwe Ne
derlandsche Grossiersbond, enz. te Utrecht
vergaderen en aan haar vergaderingen een
bezoek aan de Jaarbeurs verbinden.
Het vóórbezcek.
Gisteren bracht de Pers het gebruikelijks
'voorbezoek, bij welke gelegenheid de secre
taris-generaal, de heer W. Graadt van Dog
gen, na nog eens de beteekenis der Jaar
beurs te hebben geschetst en haar te hebben
verdedigd tegen hen, die haar reeds ten
doode hadden opgeschreven, enkele muta
ties in bet bestuur meedeelde. De burge
meester, mr. J. P. Fockema Andrea, die na
den dood van mr. dr Van Zijst voorloopig
het voorzitterschap van de Vereeniging tot
het houden van Jaarbeurzen op zich had ge
nomen, is afgetreden, evenals de voorzitter
der Vennootschap mr Van Doorninck, en in
hun beider plaatsen is opgetreden dr. J. C.
Koningsbergen, te Utrecht, oud-voorzitter
van den Volksraad van Ned.-Indiê, die gis
teren met den heer Graadt van Roggen de
Pers rondleidde door eenige der merkwaar
digste inzendingen, waarna bij een lunch de
nieuwe voorzitter zich als ten gezellig cau
seur en een oprecht Utrechtenaar deed ken
nen.
De opening.
Hedenvoormiddag te Kalfelf bad In
het gebouw van den Schouwburg de offi-
cieele opening plaats, welke met het oog op
het tweede lustrum, naar het bestuur meen
de niet geheel met stillen trom mocht plaals
hebben.
Onder de talrijke aanwezigen werden op
gemerkt behalve Minister Aalberse, de bur
gemeester van Utrecht, do Voorzitter van de
Eerste Kamer, de burgemeesters van Am
sterdam en Rotterdam, de leden dor Eerste
Kamer, Moltmaker en Bosch van Oud Ame-
lisweerd ,het Tweede Kamerlid Van Wijn
bergen, de thesaurier-generaal van het De-
parlement van Financiën, de heer Heringa,
chef van de afdeeling Handel en Nijverheid
van het Departement van Arbeid, Handel en
Nijverheid, tevens Regceringscommissaris
bij de Jaarbeurs; mr. Swane de gemeente
lijke commissaris bij dc Jaarbeurs, mr. H.
Bijleveld, Voorzitter van den Oclrooiraad, de
beide directeuren van de Nod. Spoorwegen,
ir. J. A. Kalff en mr. II. van Maanen, prof.
Methorst, directeur van het Centraal Bureau
voor de Statistiek, de bureaux van de Ka
mers van Koophandel van Den Haag en
Utrecht, de leden van Gedeputeerde Staten
van Utrecht, de wethouders cn verschillende
Raadsleden der gemeente Utrecht, een aan
tal voorzitters en secretarissen van Kamers
van Koophandel, lal van militaire, geweste
lijke en stedelijke autoriteiten en de deel
nemers aan de tiende beurs.
De Commissaris van de Koningin in de
Provincie Utrecht was door ongesteldheid
verhinderd.
Aan de rede, die, vóór minister Aalberse
dc Jaarbeurs officieel opende, de voorzitter
uilsprak, ontleenen wij het volgende
De uitkomst heeft de voorspelling, n.l.
dat de Jaarbeurs een in nood geboren oor
logskind was, dat na den vrede weder even
snel zou verdwijnen, voorloopig in het on
gelijk gesleld.
Ons Jaarbeursinstituut aldus spr.
is gebleken van meer duurzamen aard te
zijn en ruim vijf jaar na het sluiten van
den wapenstilstand zien wij het nog in le
venden lijve vóór ons. Toch valt niet te ont
kennen, dat het bange tijden heeft door
leefd. In de eerste jaren van zijn bestaan
van alle zijden begroet als redder in den
nood en met groote snelheid tot een voor
ons land ongewone hoogte geklommen,
heelt het niet kunnen ontkomen aan de al
gemeene inzinking, die zich in de laatste
jaren over de geheele wereld op economisch
gebied heeft geopenbaard. Ja, anderhalf
jaar geleden heeft het zelfs een zóó beden
kelijke crisis doorgemaakt, dat in den boe
zem van den Raad van Beheer met ernst
de vraag onder het oog werd gezien, of niet
terug met mijn ontbijt en eenige couranten.
Terwijl ik mijn brood mét thee opat, keek
ik de bladen in, benieuwd ot er nu reeds
iets over den moord in Mile End Road in
zou staan.
En werkelijk, het eerste blad, dat ik open
vouwde, bevatte onder de „Laatste Berich
ten" de volgende mededeeling
„Moord in Mile-End-Road.
Gisteravond om ongeveer halfelf vond
mr. Wull, wonende MÜe-End-Road no. 60,
ten huize van zijn vriend, mr. Ilanote, een
individu bezig het lijk van mr. H. te be-
rooven.
Dank zij hel flinke optreden van mr. W.
kon de politie den dader arresteeren, die
na een korte ondervraging volledig be
kende. De oorzaak schijnt diefstal te zijn.
De naam van den moordenaar is Rupert
Dorring. een werkloos kantoorbediende uit
Bureti Road."
Do andere bladen bevatten een soortgelijk
bericht.
Ik gevoelde, ondanks de omstandigheden,
waarin ik verkeerde, eenige vroolijkheid over
deze mcdcdeelingen.
Voor niemand scheen er meer twijfel le
bestaan, dat ik de dader wa9 van den moord.
Maar Marion. Wat zou zij denken, wan
neer zij dit bericht las? Zou zij mij nu nog
ontwijken, of zou zij komen, om mij te zeg
gen, dat zij niet aan mijn schuld geloofde!
Dat zij niet de vrouw was geweest, die ik
den vorigen avond had gezien, stond nu voor
mij vast. Het moest een vergissing zijn ge
weest, verklaarbaar door den zenuwachtigen
toestand, waarin ik verkeerde.
Over een uur zou zij wel hier kunnen zijn.
Weer wachten, altijd weer wachten. ITel
leek mij, ol deze abnormale toestand al ja
ren duurde. Ongeduldig liep ik weer op en
neer, nu en dan stilstaand om te luisteren,
of niemand naar mijn cel kwam. Alles was
weer stil in het gebouw. Eindelijk hoorde ik
slappen in de gang. Mijn hart klopte van
verwachting. De stappen kwamen naderbij,
hielden toen eensklaps op, een deur naast
mij werd geopend, er klonken stemmen, en
de passen verwijderden zich weer.
Teleurgesteld ging ik zitten, en trachtte
den lijd te verdrijven door verder de och
tendbladen te lezen.
Maar de inhoud drong niet lot mij door;
ik zat ingespannen te luisteren.
Weer kwam iemand door de gang na
derbij.
Mijn deur werd geopend en een agent ver
scheen.
„Wilt u meegaan, meneer?" vroeg hij; „er
is iemand om u te spreken."
Ik volgde den agent, die mij naar een ver
trek bracht, dat in twee deelen was geschei
den door een stalen netwerk.
Aan de andere zijde van de tralies was
Marion. Zij zag er bleek cn overspannen
uit. Wij kwamen dicht legen het net te staan
en zagen elkaar lang in de oogen. Toen wist
ik, dat zij het niet kon zijn geweest, die ik
den vorigen avond had gezien.
„O, mijn jongen, mijn jongen," zei ze.
„Stil maar, mijn lieveling," antwoordde ik
„je weet immers, dat ik onschuldig ben. Je
gelooft me immers".
„Ja," snikte ze; „ik weet het, maar ik vind
het alles zoo vrecselijk."
„Lieveling," zei ik, „alles zal terechtko
men. „Maak je maar niet angstig."
Een straal van den ouden levensmoed ver
lichtte haar gezicht.
„Ik geloof je," sprak zij; „ik zal moedig
zijn en mijn best doen. Maar ik schrok giste
ren zoo, toen ik je niet thuis vond en je
kwam maar niet. Ik heb tot twaalf uur op
je gewacht. Toen ik vanochtend het bericht
las, hen ik dadelijk hierheen gekomen."
„Waarom bleef je zoo lang weg?" vroeg
ik. „Waar heb je toch al dien lijd gezeten?"
Zij wierp een angsligen blik op den agent,
die in een hoek van het vertrek stond, en
antwoordde
„lk kan het je nu niet zeggen. Later zal
ik je alles vertellen; ik beloof het je. Vindt
je het goed?"
Zij was erg zenuwachtig geworden, wat
mij angstig maakte. Zou zij het dan tocli zijn
geweest, den vorigen avondMaar neen
dat kon niet.
„Maar waarom niet?" vroeg ik verder.
„O, vraag me niet meer," smeekte zc„ik
beloof je, dat je alles zult weten. Toe, wees
nu tevreden."
Het was mij een raadsel, wat zij voor mij
te verbergen kon hebben, maar zij was zoo
angstig cn nerveus, dat ik beloofde niet ver
der le vragen.
Ons gesprek was dooigeluopen; ik was
onvoldaan en pijnigde mijzelf met de vraag
wat haar zoo zenuwachtig kon maken.
De agent kwam naar mij toe.
„Meneer", zei hij, „als u klaar bent, zoudt
u dan even bij den commissaris willen
komen? Hij wilde u spreken en de juftrouw
ook."
Ik schrok hevig. Wat wilde dc commis
saris weten van Marion? Zouden mijn oogen
mij dan toch niet hebben bedrogen, toen ik
haar meende te zien in het huis van den
vermoorde?
'Wordt vervolgd).