De TSende Nederlandsche Jaarbeurs. MARION. LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 11 No. 19634, mmu Maart. Blad. Anno 1924. FEUILLETON. MawumTWi I III I Ml I ut.wiwarmi.i.u.ti— geven. Inlusschen. die crisis is op ge- opgegeven. Inlusschen, die crisis is op ge lukkige wijze doorslaan. Geleidelijk, zéér geleidelijk, heeft sinds dat oogenblik een ontwikkeling in de opgaande lijn plaats ge. had en zoo die ontwikkeling al geen verras sende snelheid vertoont, haar gestadige voorlgang vermag ons met goede verwach tingen voor de lockomst te vervullen. Ve len. die in verslagenheid aan het Jaarbeurs- ins'iluut reeds den rug hadden toegekeerd, althans een min of meer afzijdige houding begonnen aan te nemen, keerden alleng9 terug, en het mag zeker een verblijdend verschijnsel worden genoemd, dat onder dezen talrijke vertegenwoordigers worden Cevonden onzer groote industrieën, zonder wier medewerking de Jaarbeurs op den duur niet zou kunnen bestaan. Die opleving, zeide spr., is geen op zich- zcïf slaand verschijnsel, dat aan toevallige oorzaken zou kunnen worden toegeschre ven. Integendeel, zij houdt verband, en te vens tamelijk gelijken tred, met een lang zame verbetering in de toestanden hier te lande, die men, zonder zich aan te groot optimisme schuldig te maken, ongetwij feld hier en daar kan waarnemen. Want dit staal wel vast, dat de Jaarbeurs zich in het economisch leven van ons vaderland reeds in die male een plaats van beleekenis heeft weten te verwerven, dat zij mag worden beschouwd als de algemeene aanwijzer van den gang van zaken op dit gebied dat zij aangeeft den polsslag van het economisch leven dat zij mag worden beschouwd als den barometer van handel en industrie. Hierna gaf de Voorzitter hel woord aan minister Aalberse, die de Jaarbeurs met de Volgende rede opende Geacht Bestuur, Dames en Ileeren De Raad van Beheer van de Vereeniging tol bet houden van Jaarbeurzen in Neder land heeft, nadat met de vijlde door haar georganiseerde beurs het openingsceremo-' nieel werd achterwege gelaten, thans, nu voor de tiende maal de Nederlandsche Jaar beurs weder belangstelling van handeldrij vend en industrieel Nederland en daarne vens voor van buitenlandsrhe belangen groepen vraagt, besloten om de opening der Jaarbeurspoorlen weder to doen voorafgaan door, ja laat het spreker ook thans weder zoo noemen, door eenig ceremonieel. Het in verband hiermede tot mij gerichte verzoek, ditmaal de beurs te willen openen, heb ik gaarne aanvaard, en om meer dan één reden is het mij een voldoening heden het woord tot U te mogen richten. In de eerste plaats toch noopt het feit, dat thans „de tiende schakel" is gesmeed (zoo als één der door het Jaarbeursbesluur met het oog op deze Jaarbeurs ruim verspreide reclameplaten het zoo juist in beeld brengt) wel even stil te staan bij de beleekenis, die gehecht mag worden aan dat „schakelsme- den'V Uw plaat is mij daarom zoo aantrekke lijk, wijl zij hel streven bij. zoowel als het doel van Uw werken in hel belang van het economisch leven van ons land op zoo sobere en toch zoo veelzeggende wijze voor den geest stelt. Gij, Bestuurders, bouwers van de Ne derlandsche Jaarbeurzen, gij smeedt. Schakels smeedt gij. Schakels, die een kelen beginnen te vor men, en den daarvoor noodigen arbeid de serie gehouden beurzen is daar, om bet te bewijzen toont gij de vaardigheid en de kracht te bezitten, welken die arbeid vor dert, en in het werkstuk, dat gij uit hun ar beid schept, lijkt het door Uw plaat gesym boliseerd, begrip der continuïteit, der aan eenschakeling en van het ooi-zakelijk ver band. Uw organisatie en haar werkers beschou wend, zooals ik uit hoofde van mijn ambt het doe en heb te doen, zei ik inderdaad en erken ik derhalve gaarne de groote waarde, die van het werk der Vereeniging tot het houden van Jaarbeurzen moet en ook mag worden toegekend. Immers, hier werden steeds en zullen ver der worden tot elkaar gebracht producenten en zij, die tusschen dezen en de consumen ten de onontbeerlijke schakels vormen. Om zetten hier het Jaarbeursbestuur heeft het eenige malen gecontroleerd vele mil- Iioenen guldens per beurs beliepen, werdeo bier geboekt. Geen wonder dan ook. dat het instituut der Nederlandsche jaarbeurzen zich io steeds breeder kringen de belangstelling ziet verzekerd, welke het voor zijn welslagen behoeft en waarop het door do vruchten van zijn arbeid ten bate van onzen handel en van onzo nijverheid ook stellig recht mag doen gelden. Ik acht liet hier alleszins der vermelding waard, dat die belangstelling niet beperkt bleef tot die uit de kringen der binnen- en buitenlandsche deelnemers en der bczoe* kers, noch lot die/welke het van officieels binnen en buitenlandsche zijde ten deel valt, maar dat zij zich ook, en in toene* mende male, openbaart van den kant van in het belang van handel en nijverheid in het leven geroepen organisaties, als bijvoor* beeld de Kamers van Koophandel en Fa* brieken. Hier vooral ligt een element van wijde strekking, zoo voor het Jaarbeurs-instituut, als voor de organisaties, welke in samen werking met dat instituut een krachtig middel erkennen voor eigen organisator!-! sche arbeid in het belang van iiandel en bedrijf. De aanwijzingen zijn er, dat ten aanzien van die samenwerking gunstige, verwachtingen van de toekomst mogen worden gekoesterd. Ik wees reeds op de belangrijke omzet-, ten, welke ter Utrechtscbe Jaarbeurs wer den geboekt. Zou dat resultaat niet mogen worden beschouwd als óén der steungeven-. de factoren in de moeilijke jaren, die thans achter ons liggen Zeker I Mag. neen moet in de omstandigheid, dat in die moeüjko jaren jaarbeurzen zijn gehouden en konden worden gehouden met bevredigend resultaat niet het bewijs gezien worden-, dat ondanks alle, en wij weten hoe zware, tegenhedeli, waarvoor ons economisch leven zich zag gesteld, het vertrouwen ons volk niet heeft begeven Ik hecht aan dit feit een zeer bijzondere waarde niet alleen met het oog op de be oordeeling van hetgeen achter ons ligt, maar ook, vooral ook, met het oog op wat thans en in de toekomst van ons land en ons volk verwacht mag worden. Daar is, en stellig ook met grond, veel ge klaagd in de afgeloopen jaren. Daar is in derdaad ook veel geleden. Men zou ziende blind moeten zijn, zoo men hel interings- en inboelings-proces, dat zich aan ons economisch leven heeft vol trokken, niet erkende en de gevaren daaraan Voor ons volksbestuur verbonden, licht lelde Maar.ook aan den anderen kant mag de weegschaal niet overslaan, opdat ons het verwijt niet Ircffe, dat ligt in de woorden „Ken mensch lijdt dikwerf 't meest, „Door 't lijden, dat hij vreest, „En datniet op komt dagen...." Do nooden, tegenslagen, verliezen, ram* pen, ze kunnen ons treffen, slaan zelfs, maarbreken mogën ze ons nietniet ons den moed benemen. Want, zelden is het leed, dat de mensch doormaakt, zóó groot als het schijnt. Wat blijkt, wanneer wij peilen. De ondervindingen der laatste jaren heb ben dit ook aan ons volk gedemonstreerd. Met andere, met Mie volkeren der aarde, heeft ook het onze onder het juk moeten doorgaan. Wat andere volken trof, gaf ons volk een terugslag. Hoe raak die slag ook geweest mag zijn, wij mogen niet vergeten dat het „slechts" een terugslag is geweest. We kunnen ons daarom gelukkig prijzen. Ons immers bleef tenslotte nog zeer veel economische ellende bespaard, onder welker last wij andere vol ken gebukt zien gaan. Voor ons volk, dat door zijn houding bij en tegenover allerlei terugslagen, die het troffen, toonde „niet te willen dospereeren' dat zijn vertrouwen in zichzelf niet heeft verloren en dat èn mobiel èn neutraal bleef in den economischen oorlog, zooals het mobiel èn neutraal was gedurende de oorlogsjaren, voor ons volk zal, zoo de teekenen niet bedriegen, het opklimmen Uit dc diepte, waarin de wereldmalaise het voerde, waarschijnlijk minder bezwaarlijk blijken en vermoedelijk sneller kunnen gaan dan zulk voor andere volken mogelijk zal zijn We zien toch reeds lichtpunten. - Inleiding. De tijd gaat wel snel. Nu wij onB neer- letten, om onze indrukken van de tiende Nederlandsche Jaarbeurs in korte trekken jp-eer te geven, gaan onze gedachten onwil lekeurig terug naar het jaar 1916, toen, pp initiatief van den burgemeester van tUtreoht, onxen oad-stadgeaoot dr. J. P. Fookema Andreae, de „Vereeniging tot het houden van Jaarbeurzen in Nederland" lïrerd opgericht. Het succes van de eerste (Fransche Jaarbeurs te Lyon, in Februari van dat jaar gehouden, had de oogon ge opend voor het groote economische voor deel, dat een Jaarbeurs, alg schakel tus- iwhen voortbrenger en wederverkooper, aan het handelsverkeer zou kunnen opleve ren. Ook de oogen in Nederland waren idaarvoor opengegaan, en Utrecht, als cen- jferum des lands, gaf den stoot tot de op- jiohtdng der Vere ging, waarvan mr. dr. |W. A. var. Zijst, wel houder dier gemeente, de eerste voorzitter werd, en de heer W. Graadt van Roggen do eersto secretaris. Met een voortvarendheid, die men bij 0en Nederlandsaben volksaard eigenlijk niet iou hebben verwacht, werd er gewerkt en Koo kon van 25 Februari tot en met 10 Maart 1917 de Eersto Nederlandsche Jaar beurs reeds wordon gehouden, onderge bracht in houten monsterkamers van 16 M2. die in Utrecht waren opgesteld. Het aan bal deelnemers bedroeg 600, waaronder öok jrorscheideno Leidsche firma's. In verband met den oorlogstoestand was deze eerste Jaarbeurs nationaal, in Idien zin, dat alleen de fabrikaten cn pro ducten, in Nederland vervaardigd, of die in Nederland eenige bewerking hadden on dergaan, ter verhandeling op de Beurs mochten worden toegelaten. De totaal omzet der eerst Beurs werd geschat- op 7 millioen. In het succes van de eerste Beurs lag de kiem voor de tweede, welke van 26 Fe bruari tot en met 8 Maart 1918 werd ge houden en waarvan het aantal deelnemers tr&n 690 tot 1062 steeg. Wederom was het karakter nationaal cn de Beurs had naar raming een omzet van 15 millioen. Tijdens deze Beurs werd een inschrijving geopend voor een Jaarbeursgebouw en bin- pen vijf dagen was het eerst© kwart-mil- ïloen geplaatst; een maand later waren acht ton bijeen en kon worden overgegaan jtot de oprichting van de N.V. Maatschap pij tot Exploitatie van Jaarbeursgebou wen in Nederland met. als eerste voorzitter, mr. dr. W. A. van Zij3t en als eer6to se cretaris, de heer W. Graadt van Roggen. Het aandoelenkapitaal, door de Nederland sche Industrieelen genomen, bedroeg, dank lij den gunsfcigen tijd voor de industrie, meer dan een millioen, terwijl het Rijk een hypothecaire leening van een millioen ver strekte, later nog gevolgd door een lee- ping, door de gemeente Utrecht gewaar borgd, groot f 600.000. Zoo is het vaste Jaarbeursgebouw ge- fttoht kunnen worden, zooals wij het nu Kennen en thans weder gevuld kunnen zien met inzendingen uit het binnen- en buitenland Want, toe men eenmaal een «frast gebouw had, werd zij het dan ook biet met algemeene instemming besloten jtot internationaliseering van het instituut. Het zou ons te ver voeren om do ge schiedenis der Nederlandsche Jaarbeurs In denzelfden trant voort- te zetten, hoe leerzaam in menig opzicht deze ook mag rijn. En zoo gaa<n "wij de volgendo Jaar beurzen nagenoeg stilzwijgend voorbij, ftvaarvan reeds die van het voorjaar 1920 Ihet begin der ingetredon malaise op eco nomisch gebied aangaf. Voor het Jaarbeurs-Instituut heeft de ^crisis tot na do 7d© Jaarbeurs Septem ber 1922 geduurd. Na September 1922 begon voor baar de wederopbloei. Bij de vierde on laatste nationale Jaar beurs klom het aantal deelnemers tot 1046, welk aantal bij de vijfde de laatste Iffelko eenmaal in het jaar gehouden zou •worden nog steeg tot 150*. Toen kwam de daling. Op d© zesd© Jaarbeurs, van 21 Oorspronkelijke novelle van J. C, L. B. PET, (Nadruk verboden), Ik bad liet gevoel of zij mij juist nu noo- ffig zou hebben, ol zij wanhopig zat te wach ten tot ik kwam, om haar in mijn armen le Semen en te troosten. En ik kon nietik zat hier machteloos lk bleef slaan en kreunde luid,.0 Ma- tSon, mijn lieveling, mijn lieveling 1" Ik was aan liet eind van mijn krachten tie ging weer liggen op de brits cn sprak tóchljcs lot mezelf. „Als ik maar rustig dood was". Toen nam ik mij voor moedig te zija. Tk trilde leven en alles dragen, ter wille van tain meisje. En was er per slot niet een groote kans, Sat dit alles een afschuwelijke vergissing Jvas Roerloo" bleef ik liggen en staarde naar eet electriseh lampje, dat aldoor bleet Hooien in het midden van de witgekalkte Soldering. Eindelijk viel ik in slaap. Toen ik ontwaakte, was het electrise li hebt niet meer aan, maar kwam de blecko septembermorgen door de kleine ruitjes Een oogenblik lag ik wakker, met do haag „Wat is u toch voor onaangenaams ge keurd Plotseling was ik mij weer bewust van do ledencn, die mij hierheen hadden gebracht. Februari tot en met 3 Maart 1932, die de rij der halfj aarlijksohc Beurzen opende, daalde het aantal deelnemers tot 909; de daarop volgende in bet najaar telde slechts 539 d 'olnemcrs. Men mag dien achteruitgang echter niet enkel san de toenemende malaise in in dustrie en handel wijten. Do omstandig heid, dat zij nu om de zes maanden go- houdrn werd, heeft daartoe ongetwijfeld ook medegewerkt.. Dit in aanmerking ge nomen, mag men over den gestadigen voor uitgang zeker tevreden zijn. Het aantal deelnemers op de achtste JaarbeuTs was weder met 165 vooruitgegaan, en ook de negende bleof do stijgende lijn volgen met 755 deelnemers en thans zijn er al niet minder dan 827 ingeschreven. Het Jaar beursgebouw is weer geheel verhuurd, ter wijl nog een aantal monsterkamers en ta- felvl ikfen bijgebouwd is moeten warden. Ook de tijdelijke monsterkamers op het Vredeoburg zijn alle in gebruik gesteld; en eon afzonderlijk Btandgobouw is nog voor houders van tafelvlakte beschikbaar ge steld. Een verblijdend feit is het, dat Amerika voor de eerste maal officieel aan de Ne derlandsche Jaarbeurs deelneemt en dat ZuM-Afrika ditmaal uitkomt met een fraaie oollectie producten en een verzameling Zuid. frikaansohe boek-uitgaven, terwijl de afd. Nederlandsoh-IndiS meer in het bijzon der de rubber-, hout- en tabakscultuur naar voren brengt. Versohillende landen in Europa en daar buiten zijn mede officieel vertegenwoor digd, zooals ook de Jaarbeurzen te Bazel, Brussel, Leipzig en Lyon. Vooral do Duitsehe nijverheid is door een groot aantal firma's vertegenwoordigd, ten bewijze dat men daar zijn best doet om de oude plaats op de werold to heroveren. Van de Nederlandsche inzendingen be palen wij# ons tot die van Leiden en om geving, voor zoover wij deze op onze vluch. tige wandeling hebbon kunnen waarne men. Het doet ons genoegen een inzending te kunnen vermelden van de N. V. Kon. Ned. Edelmetaal bedrijven Van Kempen, Begeer en Vos, te 's-Gravenhagewaar ook nog de vroeger zoo bekende Voorschotensche werk plaatsen het hunne van hebben geleverd. De Kon. Ned. Grofsmederij wordt er ver tegenwoordigd door de firma Van den Berg en Co., te Amsterdam, die uitkomt met een aantal kraankettingen, waarin deze fabriek een specialiteit is. De Eerste Leidsche Lakfabriek, Heeren gracht 17, is ook weder op het appél met een grooten voorraad lakken voor rijwielen, mo tors, radiatoren, enz.; verder mei techni sche en chemische lakken en eindelijk nog met haar bekende koperen firmaplalen. Dat de Kon. Sloom-, Zeep- en Eau-de- Cologne-fabriek der firma Sanders en Co. niet zou ontbreken, is te begrijpen. De firma Sanders kwam reeds op de eerste Jaarbeurs uit en heeft nog geen enkele overgeslagen. Behalve een monsterkamer, vult zij met haar artikelen nog vier tafelvlakten. Noemen wij verder, om dicht in de buurt te blijven, den stand van Huis „De Vlijt", van P. J. H. Piêron, te Voorschoten, die met haar bekende vruchtenjus en wijnen uit komt, benevens de Nulricia-fabrieken le Zoetermeer, die hier speciaal haar groote verscheidenheid kindermeel exposeeren, om te eindigen met de firma Modderkolk en Van Dijk te Waddingsveen, wier eiken en pilch- pine slaap-, huiskamer- en kanloor-ameu- blementen er een groote oppervlakte in nemen. Onze oogsl is, helaas, niet groot. De fir ma's in Leiden en Omstreken schijnen nog niet sterk doorgedrongen te zijn van de groote beteekenis van dit exposeeren. Mis schien wordt dit nog eens anders. De Jaarbeurs die lot en met 20 Maart blijft geopend, zal Zondag gesloten zijn. De overweging, dat men op Zondag geen zaken doet en dat de Beurs er is' om zaken te doen, heeft tot dit besluit geleid. Ik voelde mij echter veel minder ver moeid en wanhopig dan den vorigen avond, hoewel mijn lichaam pijnlijk en sfijf was door de ongemakkelijke houding, waarin ik had geslapen. Mijn ongerustheid over Marion was niet meer zoo hevig ik dacht, dat vandaag wel zou blijken, dat alles een vergissing was ge weest. Ik wandelde mijn cel op en neer, wach tende op de dingen, die komen zouden. Ik nam er geen notie van, hoe laat het was. Een eindelooze tijd ging voorbij, waarin mijn goede stemming weer verminderde en de neerslachtigheid weer boven kwam. Eindelijk kwam er leven in het gebouw. Ik hoorde slappen in de gang en het slaan van deuren. Even later werd ook mijn oei geopend en een agent verscheen, die mij ver telde, dat ik mij kon gaan wasschcn. Hij ge leidde mij naar een lokaal, waar nog ando ren bezig waren zich te wasschen in wit- steenen waschtatels. Ik nam mijn omgeving eens op. Hel was een zeer gemengd publiek, dat zich hier be vond. Tot mijn verwondering bestond een groot gedeelte van de aanwezigen niet uit de typen die men zou verwachten in een politie bureau. Er waren er natuurlijk wel bij, die spre kend geleken op de bedelaars uit „Punch" maar anderen maakten meer den indruk van society-menschen cn handelsreizigers. Toen ik klaar was, werd ik teruggebracht naar mijn cel. Ik vroeg den agent ot ik geen lectuur kon krijgen, de ochlendbladc.. bij voorbeeld. Itij antwoordde, dal hij zou informecren ot het was toegestaan, en kwam even later Tijdens de Jaarbeurs zal een aantal ver- eenigingen, o.a. de Coöp. Vereeniging van Nederlandsche Ijzergieterijen, de Neder landsche Combinatie van Grossiers in Sui kerwerken en aanverwante artikelen, de secretarissen van de Kamers van Koophan del, de secretarissen van de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer, de Nieuwe Ne derlandsche Grossiersbond, enz. te Utrecht vergaderen en aan haar vergaderingen een bezoek aan de Jaarbeurs verbinden. Het vóórbezcek. Gisteren bracht de Pers het gebruikelijks 'voorbezoek, bij welke gelegenheid de secre taris-generaal, de heer W. Graadt van Dog gen, na nog eens de beteekenis der Jaar beurs te hebben geschetst en haar te hebben verdedigd tegen hen, die haar reeds ten doode hadden opgeschreven, enkele muta ties in bet bestuur meedeelde. De burge meester, mr. J. P. Fockema Andrea, die na den dood van mr. dr Van Zijst voorloopig het voorzitterschap van de Vereeniging tot het houden van Jaarbeurzen op zich had ge nomen, is afgetreden, evenals de voorzitter der Vennootschap mr Van Doorninck, en in hun beider plaatsen is opgetreden dr. J. C. Koningsbergen, te Utrecht, oud-voorzitter van den Volksraad van Ned.-Indiê, die gis teren met den heer Graadt van Roggen de Pers rondleidde door eenige der merkwaar digste inzendingen, waarna bij een lunch de nieuwe voorzitter zich als ten gezellig cau seur en een oprecht Utrechtenaar deed ken nen. De opening. Hedenvoormiddag te Kalfelf bad In het gebouw van den Schouwburg de offi- cieele opening plaats, welke met het oog op het tweede lustrum, naar het bestuur meen de niet geheel met stillen trom mocht plaals hebben. Onder de talrijke aanwezigen werden op gemerkt behalve Minister Aalberse, de bur gemeester van Utrecht, do Voorzitter van de Eerste Kamer, de burgemeesters van Am sterdam en Rotterdam, de leden dor Eerste Kamer, Moltmaker en Bosch van Oud Ame- lisweerd ,het Tweede Kamerlid Van Wijn bergen, de thesaurier-generaal van het De- parlement van Financiën, de heer Heringa, chef van de afdeeling Handel en Nijverheid van het Departement van Arbeid, Handel en Nijverheid, tevens Regceringscommissaris bij de Jaarbeurs; mr. Swane de gemeente lijke commissaris bij dc Jaarbeurs, mr. H. Bijleveld, Voorzitter van den Oclrooiraad, de beide directeuren van de Nod. Spoorwegen, ir. J. A. Kalff en mr. II. van Maanen, prof. Methorst, directeur van het Centraal Bureau voor de Statistiek, de bureaux van de Ka mers van Koophandel van Den Haag en Utrecht, de leden van Gedeputeerde Staten van Utrecht, de wethouders cn verschillende Raadsleden der gemeente Utrecht, een aan tal voorzitters en secretarissen van Kamers van Koophandel, lal van militaire, geweste lijke en stedelijke autoriteiten en de deel nemers aan de tiende beurs. De Commissaris van de Koningin in de Provincie Utrecht was door ongesteldheid verhinderd. Aan de rede, die, vóór minister Aalberse dc Jaarbeurs officieel opende, de voorzitter uilsprak, ontleenen wij het volgende De uitkomst heeft de voorspelling, n.l. dat de Jaarbeurs een in nood geboren oor logskind was, dat na den vrede weder even snel zou verdwijnen, voorloopig in het on gelijk gesleld. Ons Jaarbeursinstituut aldus spr. is gebleken van meer duurzamen aard te zijn en ruim vijf jaar na het sluiten van den wapenstilstand zien wij het nog in le venden lijve vóór ons. Toch valt niet te ont kennen, dat het bange tijden heeft door leefd. In de eerste jaren van zijn bestaan van alle zijden begroet als redder in den nood en met groote snelheid tot een voor ons land ongewone hoogte geklommen, heelt het niet kunnen ontkomen aan de al gemeene inzinking, die zich in de laatste jaren over de geheele wereld op economisch gebied heeft geopenbaard. Ja, anderhalf jaar geleden heeft het zelfs een zóó beden kelijke crisis doorgemaakt, dat in den boe zem van den Raad van Beheer met ernst de vraag onder het oog werd gezien, of niet terug met mijn ontbijt en eenige couranten. Terwijl ik mijn brood mét thee opat, keek ik de bladen in, benieuwd ot er nu reeds iets over den moord in Mile End Road in zou staan. En werkelijk, het eerste blad, dat ik open vouwde, bevatte onder de „Laatste Berich ten" de volgende mededeeling „Moord in Mile-End-Road. Gisteravond om ongeveer halfelf vond mr. Wull, wonende MÜe-End-Road no. 60, ten huize van zijn vriend, mr. Ilanote, een individu bezig het lijk van mr. H. te be- rooven. Dank zij hel flinke optreden van mr. W. kon de politie den dader arresteeren, die na een korte ondervraging volledig be kende. De oorzaak schijnt diefstal te zijn. De naam van den moordenaar is Rupert Dorring. een werkloos kantoorbediende uit Bureti Road." Do andere bladen bevatten een soortgelijk bericht. Ik gevoelde, ondanks de omstandigheden, waarin ik verkeerde, eenige vroolijkheid over deze mcdcdeelingen. Voor niemand scheen er meer twijfel le bestaan, dat ik de dader wa9 van den moord. Maar Marion. Wat zou zij denken, wan neer zij dit bericht las? Zou zij mij nu nog ontwijken, of zou zij komen, om mij te zeg gen, dat zij niet aan mijn schuld geloofde! Dat zij niet de vrouw was geweest, die ik den vorigen avond had gezien, stond nu voor mij vast. Het moest een vergissing zijn ge weest, verklaarbaar door den zenuwachtigen toestand, waarin ik verkeerde. Over een uur zou zij wel hier kunnen zijn. Weer wachten, altijd weer wachten. ITel leek mij, ol deze abnormale toestand al ja ren duurde. Ongeduldig liep ik weer op en neer, nu en dan stilstaand om te luisteren, of niemand naar mijn cel kwam. Alles was weer stil in het gebouw. Eindelijk hoorde ik slappen in de gang. Mijn hart klopte van verwachting. De stappen kwamen naderbij, hielden toen eensklaps op, een deur naast mij werd geopend, er klonken stemmen, en de passen verwijderden zich weer. Teleurgesteld ging ik zitten, en trachtte den lijd te verdrijven door verder de och tendbladen te lezen. Maar de inhoud drong niet lot mij door; ik zat ingespannen te luisteren. Weer kwam iemand door de gang na derbij. Mijn deur werd geopend en een agent ver scheen. „Wilt u meegaan, meneer?" vroeg hij; „er is iemand om u te spreken." Ik volgde den agent, die mij naar een ver trek bracht, dat in twee deelen was geschei den door een stalen netwerk. Aan de andere zijde van de tralies was Marion. Zij zag er bleek cn overspannen uit. Wij kwamen dicht legen het net te staan en zagen elkaar lang in de oogen. Toen wist ik, dat zij het niet kon zijn geweest, die ik den vorigen avond had gezien. „O, mijn jongen, mijn jongen," zei ze. „Stil maar, mijn lieveling," antwoordde ik „je weet immers, dat ik onschuldig ben. Je gelooft me immers". „Ja," snikte ze; „ik weet het, maar ik vind het alles zoo vrecselijk." „Lieveling," zei ik, „alles zal terechtko men. „Maak je maar niet angstig." Een straal van den ouden levensmoed ver lichtte haar gezicht. „Ik geloof je," sprak zij; „ik zal moedig zijn en mijn best doen. Maar ik schrok giste ren zoo, toen ik je niet thuis vond en je kwam maar niet. Ik heb tot twaalf uur op je gewacht. Toen ik vanochtend het bericht las, hen ik dadelijk hierheen gekomen." „Waarom bleef je zoo lang weg?" vroeg ik. „Waar heb je toch al dien lijd gezeten?" Zij wierp een angsligen blik op den agent, die in een hoek van het vertrek stond, en antwoordde „lk kan het je nu niet zeggen. Later zal ik je alles vertellen; ik beloof het je. Vindt je het goed?" Zij was erg zenuwachtig geworden, wat mij angstig maakte. Zou zij het dan tocli zijn geweest, den vorigen avondMaar neen dat kon niet. „Maar waarom niet?" vroeg ik verder. „O, vraag me niet meer," smeekte zc„ik beloof je, dat je alles zult weten. Toe, wees nu tevreden." Het was mij een raadsel, wat zij voor mij te verbergen kon hebben, maar zij was zoo angstig cn nerveus, dat ik beloofde niet ver der le vragen. Ons gesprek was dooigeluopen; ik was onvoldaan en pijnigde mijzelf met de vraag wat haar zoo zenuwachtig kon maken. De agent kwam naar mij toe. „Meneer", zei hij, „als u klaar bent, zoudt u dan even bij den commissaris willen komen? Hij wilde u spreken en de juftrouw ook." Ik schrok hevig. Wat wilde dc commis saris weten van Marion? Zouden mijn oogen mij dan toch niet hebben bedrogen, toen ik haar meende te zien in het huis van den vermoorde? 'Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5