No. 19622. DINSOAG 26 FEBRUARI Anno 1924 Off^teale Kennis"°"S|M?n. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. v BINNENLAND. BLAD PRIJS DER AD VERÏENHEN 80 Cts. per regel. Bij regelabonnement belangrijk (ageren prijs. Kleine Advertenliên, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en Zaterdags 50 Cis., bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cis. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts. Bureau Noordelndspleln Telefoonnummers voor Directie en Administratie f75 Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER COUBAMTt Voor Leiden per 8 maanden 72.36, per week 1O.lBi' Builen Lelden, waar agenten gevestigd eljn, per week «0.18, Franco per post 72.85 -f1 portokosten. Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen EERSTE BLAD. GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP. Aan den gemeentelijken viseh winkel, Vischmarkt 18 tel. 1225 is WOENSDAG verkrijgbaar SPROT a f 0.07, SCHEL- VISCH k f 0.22, SCHOL k f 0.16—0.20— 0.40, SCHAR k £0.20, N. Z. BOT k £0.14, KABELJAUW a f 0.400.45 per pond. N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. Leiden, 26 Febr. 1924. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden, brengen ter alge'meene kennis, dat J. M. H. Bersée een verzoek heeft ingediend ter bek om mg van verlof voor den verkoop van alcoholhoudenden drank anderen dan ster ken drank voor gebruik ter plaatse van verkoop in het perceel Oude Vest No. 97. N. C, DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 26 Februari 1924. NIEUWE INSCHRIJVING VAN LEER- LINGEN VOOR OPENBARE LAGERE SCHOLEN. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter kennis van belanghebbenden: lo. dat wegens opschorting van het Ko ninklijk Besluit van 19 Januari 192-4 de ge legenheid tot het doen inschrijven van leer lingen voor de toelating op 1 Maart tot de openbare lagere scholen aan het Plantsoen, Op het Schuttersveld, aan de Duivenbode- siraat, aan de Haverstraat, aan de Paul- Krugerstraat, aan den Zuidsingel, aan de Medusastraat en aan de Vrouwenkerksteeg, opnieuw opengesteld wordt in dc Trouw kamer ten Raadliuize (dus niet op de scholen> op: Dinsdag 26 en Woensdag 27 Februari, telkens van voormiddags 9 tot namiddags uur cn van 7 tot 9 uur 's avonds; 2o. dat bij de inschrijving liet bewijs van geboorte-inschrijving moet worden vertoond 3o. dat tot de bovengenoemde scholen zullen worden toegelaten kinderen, die op 1 Maart 192 i ten minste vijf cn een half jaar oud zijn. N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 2G Februari 192-1. Mevrouw J. E. de StoppelaarZeeman, f Mevrouw J. E. de StoppelaarZeeman, die, zooals wij gisteren nog konden raeedee- len, plotseling in de Raadzaal ongesteld werd en vrijwel bewusteloos door enkele barer medeleden naar dc Leeskamer werd gedra gen, waar de Directeur van den Gemeente lijken Geneeskundigen Dienst, dr. M. 1). Horst onmiddellijk de -eerste medische hulp ver leende, is, nadat zij per ziekenauto naar haar woning was vervoerd, gisteravond reeds over leden. Mevrouw Johanna Everdina de Stoppelaar- Zeeman werd fè Amsterdam geboren en be reikte den leeftijd van 50 jaar. Zij behoorde tol de Christelijk-Histo- rischer Partij voor welke Partij zij bij de ver kiezingen van 1923 zitting nam als lid van den Gemeenteraad, na reeds vroeger in dien kring op het gebied van maatschappelijk werk zich bekendheid te hebben verworven. In den Raad nam zij tot nog toe geen voor- aanslaande plaats in, maar deed zich toch reeds kennen als- een vrouw met een zelf standige opvatting over verschillende in den Raad te behandelen onderwerpen, en zij wist baar meening daar op besliste en overtuigen de wijze voor te dragen, al sprak zij niet' over allerlei zaken, doch speciaal over die, welke op haar terrein als vrouw lagen. Door haar minzaam voorkomen, aange name omgangsvormen en groote eenvoudig heid, genoot zij de achting van al haar mede leden. Niemand zou het wagen haar iets on aangenaams te zeggen, als hij of zij met haar van meening mocht verschillen, evenmin als zij ooit tegenstanders zou kwetsen. Bij haar medeleden in den Gemeenteraad zal haar nagedachtenis langen tijd in geze gend aandenken blijven en niemand zal eenige onaangename herinnering van haar hebben te vergeten. In den meer engen kring van haar partij- Kenoolen, geestverwanten en vrienden zal men deze werkzame vrouw, voor wie het nooit te veel was, wanneer van haar zwakke krachten arbeid gevergd werd, zeker niet ver geten en haar plotseling en onverwacht heen gaan, zoo midden uit het maatschappelijk werk waaraan zij zich met hart en ziel gaf, wF ?)etreurd worden. Wat zij in den kring van haar huis en familie was, het ligt niet op onzen weg dit te schetsen, maar wel mogen we hier getuigen, dat haar heengaan, betrekkelijk nog in dé kracht des levens, voor haar nabestaanden een zware slag is. Als haar opvolger als lid van den gemeen- T. d?°r den Christelijk-Histori- chen candidalenhjst aangewezen, de heer J raieMabrik,netiden' bi0rhande,a" De Roeping der Religienze Jongeren ten opzichte der cultuur. Gisteravond hield prof. dr. G. J. Heering, in het kléin-auditorium der Academie, zijn derde en laatste voordracht over de roeping der religieuze jongeren. Ditmaal behandelde hij de roeping, welke zij hebben ten opzichte van de cultuur. Het zijn niet de minsten, wien onze cultuur on bevredigd laat, aldus ving spr. aan. ITaar innerlijke voosheid, waardoor zij den oorlog eerder mogelijk gemaakt dan verhindert! heeft, schuilt voornamelijk in haar zedelijke onmacht. Kunst, wetenschap en Söciëty- bcschaving hebben die onmacht langen tijd verborgen, maar nu is zij openbaar gewor den. Wil dc cultuur toekomst hebben, dan moet zij in sterkere male ethiek worden het ethische is van echte cultuur de vaste kern, het levensbeginsel, dat de gansche be schaving in al haar levensvormen bezielen moet. Dit ethisch karakter hebben wij te zoeken in het waarachtig-menschelijke. Re ligieuze eerbied voor den mensch worde ook hier het regenereerende principe. De eigen lijke cultuur moet men zoeken in den mens:h, niet in zijn praeslaties. Onze zake lijke tijd heeft zich blind gestaard op praes laties. Echte culluurmenschen zijn meer de dragers der cultuur zij zijn de cultuur zelve. Als zij sterven, blijven hun praesla ties over als producten ecner gestorven cul tuur. ITet diepste in den mensch gaat uit niet in zijn praestatie, gaat dus niet mee met de ge schiedenis. De diepste opvatting van cultuur komt aan de grens van het tijdelijke en eeuwige. De cultuur wil zich verwezenlijken in den tijd, doch vindt haar diepste bronnen in het tijdelooze. Hier schuilt de spanning lusschen cultuur en religie. Uit deze span ning wordt de religieuze cultuur geboren. De religieuze jongeren hebben zichzelf en anderen duidelijk te maken, dat een ongods dienstige cultuur is een verarmde cultuur -, een cultuur, zonder absolute waarde, zonder eeuwig perspectief, zonder gemeenschap- vormende kracht. En het verlangen der bes. ten gaat juist uit naar een geraecnschapscul- luur. Dit is de groote cullureele beteekenis der religieuze gemeenschap der Kerk, die, mede door dc belangstelling der jongeren, haar cullureele taak moge volbrengen. Het spreekt van zelf, zeide spr., dat een gemeen schappelijke cultuur een andere samenle ving vraagt. Daar zijn er, die in gemeenscliapsculluur niet gelooven, om twee redenen lo. „Het volk heeft geen oog voor ware cultuur" In deze scheiding lusschen „ons" en „het volk" ligt juist een der wortelen onzer waanbe- sehaving. Merkwaardig, dat wij deze onna- lionale houding zoo dikwijls bij nationalis ten aantreffen. Misschien schuilt bij de eenvoudigen meer zedelijke kracht, dan bij dc ontwikkelden en liet zedelijke is immert de kern van alle cultuur. En wanneer ont wikkeling voorwaarde is voor cultuur, en dat is zij zeker aan wie dan de schuld, dat „liet volk" nog zoo weinig cullureele be langstelling bezit In dit licht gezien, wordt de vermindering van hel volksonderwijs een gevaar voor de cultuur der toekomst. Want de groeiende democraten zal beletten, dat cr andere cultuur mogelijk zal zijn, dan op den grondslag van volkscultuur. De groote kun stenaars van onzen tijd begrijpen dit allang. Het tweede bezwaar is, „dat gemeenschap pelijke cultuur om haar meerdere gelijkheid i nivelleerend werkt". Doch de ware, de gees telijke ongelijkheid zal zich te zuiverder openbaren, naarmate de uiterlijke ongelijk heid verdwijnt. En al zouden do toppen van intellectueele en aesthelische verfijning la ger worden (wat wel gezegd is), de donkere dalen zullen worden verhoogd en zullen meer licht ontvangen en de zedelijke toppen hebben kans talrijker on hooger te worden, omdat meerdere gerechtigheid en meerdere broederschap zullen hecrschen. „Wat min der praestatie en wat meer liefde, zoodat ieder zijn deel van geestesleven bezitten kan, zou misschien een hoógere cultuur be- teekenen". (Clara Wichmann). Wanneer wij optrekken naar de cultuur der toekomst, dan hebben twee wenschen j ons te vervullen „Niet zonder U, o God" en „Niet wij alleen", maar wij samen met hel volk, waarvan wij kinderen zijn" Uit menscheliikheid en gemeenschap zal op bloeien de ware beschaving en de ware le vensvreugde, die de leege genotzucht ver dringen zal. Voor onze oogen staat een Christelijke beschaving, een volk, dat in broederlijke eenheid met zijn geestelijk leven den Vader eert. Gods eer is ons laatste en hoogste doel. Onze verwachtingen omtrent cultuur-ver nieuwing mogen te hoog gespannen zijn, on< geloof in die vernieuwing is Gods werk. Het ongegronde optimisme der vorige eeuw is na de groote teleurstellingen van onzen tijd haastig overgegleden in het somberste pes simisme. Het geloof gaat hier niet rnee, noch met het eene, noch met het andere, omdat het innerlijker taxeert en den diepe- _ren onderstroom voelt, waaruit het zelf leeft. Spr. verwees hier naar 't pas verschenen boek van Albert Schwettzer „Kultur und Ethik". De toekomst is niet aan den onder gang, maar aan God. „Ook ten opzichte van de toekomst der cultuur houdt het geloof zich sterk „als ziende den Onzienlijke". Dat wij ouderen ondanks èl wat wij heb ben beleefd en bemerkt gelooven kunnen iü die toekomst, dal danken wij in ons ge- lool aan God. Maar dit,geloof wordt gehol pen door het vertrouwen, dat wij hebben in de jongeren, niet in de eerste plaats, omdat zij jongeren zijn (de jeugd is onervaren en wordt oud voor zij 't weet), maar, omdat er voor zoover de religie in hen is opgerezen, omdat zij een geloofsvisioen kennen en zich door God geroepen en gegrepen voeleh, om naar dat visioen toe te denken, toe te leven en toe te werken, aldus besloot spr. zijn be toog. hetwelk weder met klimmende belang stelling was gevolgd. Door B en W. is heden ten Raadliuize aanbesteed- a. het maken van csn boordvoorziening aan den Lage-Rijndijk. Het aantal inschrij vingen bedroeg vijf, ril van Gebrs. Kraayen- vcld te Haarlem, f6821; J. II. van Hoven, te Dordrecht, f5200; J. P. Straathof; f5000; J. E. Evert, f 1690 en P. Teeuw te Slic- dreebt, f 4557 b. Het afbreken van perceelen a. d. Zon- nèveldstraat en Langebrug, ter plaatse waar het nieuwe Politiebureau zal gebouwd wor- j den, met recht van behoud der afbraak, i Daarvoor waren elf gegadigden, waarvan één daarvoor geld van de gemeente vroeg, nl. G. P. van der Drift, nl. f 690. Al dp anderen boden de gemeente geld toe nl.: A. de Leon, Amsterdam t 100.60; J. van Dam. Schoonhoven, f210; J. de Leon, Am sterdam, fGOO.66; A. D. Enzel, Amsterdam, f630; A. Lam. Amsterdam, f677.77; G. Chaafelie f 925; A. Enzel, Amsterdam, f 1080.80; firma Van Waals en Co., f1190; J. van der Hoeven, Zoeter wou de, f 1606 en J van Akker en Zn., Zoeterwoude f 3015. c. Het vernieuwen van den onderbouw der Singelbrug over den Nieuwe-Rijn. Negen inschrijvingen: J. II. van Hoven, Dordrecht, f29.900; J Stuurman, Ammerstol, f29.835; firma A. Casleh-m, Dordrecht f 28.940; firma A. M. Visser, Papendrecht, f27.883; N. V. j v.h. II. J. Nederhorst, Gouda, f26.943; J. P. I Straathof, f 25.980; A. J. de Later en P. IJ. j Meyers, f 24.889J. Warn aar, f 23.990 cn firma J. J. Zitman en Zn., f 22.000. Waar de plaatsnaam niet is vermeld, is dit Leiden. De heer J. C. Vreedendaal, onderwijzer aan de school voor Geref. L. O. aan de Hoog- landsche Kerkgracht alhier, hoopt 1 Juni a.s. hel onderwijs met pensioen te verlaten Naar wij vernemen hebben zich voor den cursus, door dr. Oort over een vijftal psychologische onderworpen te geven, veel deelnemers aangemeld. Thans reeds onge veer 120 Mochten nog meer belangstellenden zich willen opgeven, dan bestaat daar gedu rende deze week nog gelegenheid voor. De lezingen zullen vermoedelijk plaats hebben in de groote zaal van dc Maatschap pij -tot Nut van 't Algemeen, aan de Steen- schuur. In liet Volkshuis sprak mejuffrouw Nederburgh over Florence. De kunstschatten van deze stad dateeren uit drie tijdperken lo. het tijdperk 59 v. C. ten tijde der Romeinen 2o. het tijdperk der j 15de eeuw, onder leiding der bankiersfamilie j Medici. Achtereenvolgens werden behandeld de verschillende markante gebouwen aan de I hand van een zevental lichtbeelden. Als I oudste gebouw werd het Baptisterium be keken, waarbij vermeld mogen voorden de bronzen deuren van Pisano en Gluberti. Te genover het Baptisterium zagen wij den Dom van veelkleurig marmer met koepel van Brunelleschis, waarnaast vrijstaande klok kentoren. Daarna maakte men een wande ling door Florence's straten en zag men de voornaamste gebouwen, zooals het Raadhuis de vele vcslingachtige paleizen met sombere binnenpleinen, de vele kerken en het vonde lingenhuis. In het klooster St-Marco bewonderde men de fresco's van Fra Augelico. Verscheidene lichtbeelden toonden werken van Donatello en Michelangelo, zonder wiens beeldhouw werken men zich Florence niet deuken kan. Met de voorstelling van den leeuw, die het wapen van Florence houdt, als symbool van Florence's krachtige burgers uit de 15de eeuw, eindigde de interessante lezing. Hierna bezochten de bezoekers de tentoon stelling van foto's over Florence, welke nog deze week-te bezichtigen blijft. Alhier is opgericht de Chr. mandoline club „Marjacoff", welke haar repetition houdt in „Pniël". In de ledenvergadering werden de lieer H. van Vliet tot voorzitter benoemd, mej. S. M. G. van Dis, Doezastraat 28, tot secretaresse, en do heeren A. Koore man, H. van Nierop en I. Koole, resp. tot penningmeester, bibliothecaris en commis saris. Tot directeur is benoemd dc heer J. Noor» danus Jr. De commissaris van politie geeft in overweging bij hem inlichtingen in te win nen alvorens in handelsrelatie te treden met Karei Frederik Aronds, geboren te Tapanoell 1 Juni 1868, gepensionneerd Oost-Indisch ambtenaar, worfende alhier, Nieuwe-Rijn No. 105. Dc IC-jarige P. T., slager in de Donkcr- sleeg, had bij het on! woorden van vleesch het ongeluk zelf het mes in den buik te ste ken. Hij is per auto van den Eersle-Hulo- dienst naar het Acïid. Ziekenhuis vervoerd. Vermoedelijk is de wond niet van ernstigen aard. Door den hevigen wind van gister avond is op de Nicuwe-Beeslenmarkt een schutting omgewaaid. Gisteravond is mej. M. G., oud 80 jaar, door de gladheid uilgegleden op den Ilooge- Rijndijk en tegen een gevel gevallen, waar door zij een niet .ernstige hoofdwond be kwam. Zij is door den Ecrsle-IIiilpdiensl behandeld en per auto huiswaarts gebracht. Gisteren is een schoorsteenbrandje ge- bluscht in een perceel in dc Presidcnt- Sleyn-straat, bewoond door F. M. Door verbreking van een ruit is heden nacht ingebroken in de directeurskamer van dc II. B. S. aan den Hooge-Rijndijk. Er is f 130 ontvreemd. De politie doet onderzoek. Een autobus van den dienst Leimui- denLeiden, die een staanplaats heeft op de Turfmarkt, is daar aangereden door een voertuig met paard, komend uit de Caecilia- slraat. Een boom van den wagen slootte dwars door den achterwand van den auto heen. De ,vSts.-Crt." beval dc gewijzigde sla- tulen van de N.V. Conservenfabriek „De Verwachting" v/li. E. J. Schoondergang- Speet, alhier. LEIDSCHE SCHOUWBURG. Vereenigi Rotterdamsch-Holstad-Tconsel. Het Alarmsignaal, blijspel in 3 bedrijven, van Ilen- nequin en Coolus. Een echte Parijsche bon-vivcur wordt op eens overvallen door een jicht-aanval, alias het pootje. Daarvan denkt zijn „vriendin", de Cchtgenoote van een Kamerlid en straks minister, to profiteeren om haar amant tot een ander leven te brengen, dat hem weg houdt van andere vrouwtjes. Zij doet hem door een prof. vertellen, dat dit pootje zoo veel is als een alarmsignaal (ing-tang, pas op, ga rustig leven. Hij vliegt er in en zij bezorgt hem een keukenmeid benevens een getrouwde neef cn iiiclit met schoonmama van den eorsle oftewel moeder van de tweede, zoo uit de provincie, dus groen cn onwetend als oppassers. Maar 't loopt fali- kant uit. Moeder en dochter krijgen den smaak van Parijs te pakken en oompje raakt smoor op zijn eerst zoo onappelileüjkc maar later zoo appetitelijke nicht, waarvoor hij zijn „vriendin" zelfs laat schieten, terwijl mama, componiste van oratoriums, zich waagt aan shimmy-muziek etc. en trouwt met oompjes-vriend-bood«chapsjongen-ma- nusje-van-alles, haar provincalen aanbidder de bons gevend. Oom wordt echter geroerd door de liefde van den neef voor dc bijkans hom ten prooi vallende nicht en hij doet af stand, levens van den neef, stokvisch van een geleerde als hij is, makend een man van de wereld, die oog krijgen zal daarvoor, dat er nog wel iets anders is dan ziin onbekende taai-geleerdheid. Alles komt dus goed te recht. 't Lijkt, ook van inhoud, zal men direct zeggen, veel op een van de welbekende stuk ken uit do tooneelfabriek van Kadelhurg enz. en dan slaat men de plank niet ver mis. 't h iets dergelijks, echter met dit verschil, dat het zwaar Duitsclie heeft plaats gemaakt voor 't licht Fransch en dat cr 'n fijn sausje over is gespreid, zooals b.v. in het derde cn laatste bedrijf, waar tenminste nog eenige „diepte" aanwezig is, al3 dit woord hiervoor niet te wijdsch is. 't Is een echt amusement-9luk van onzen tijd en als zoodanig is het ook wel te appre- cieeren, speciaal door de keurige vertolking in uiterst snel tempo, die er door de Rotter dammers over de gehecle linie aan wordt gegeven, 't Is bijzonder goed verzorgd er. qua looneelspel bijkans af. Wanneer wij dan nog eenige der spelers willen noemen, dan is dit niet ter afscheiding van de anderen. Marie van EysdenVink was kostelijk als de tot bruisend leven herboren schoonmama van temperament. Iloe doet zij genieten en dat zou nu over een half jaar een eind ne men We kunnen er ons nog niet mee ver zoenen. En Lily Bouwmeester was een schat van een nicht, na eerst een leelijk eindje le zijn geweest. Fie Carclsen een bazige „vrien din". Tartaud als de man van het alarm signaal. Verstraetc als vriend-klis Paginot, Theo Frenkel als dc geleerde, maar nu zou den we toch nog haast het programma gaan opschrijven. De schouwburg was goed bezet en beeft gelachen en gelachen.... Ettelijke malen moest worden gehaald. BINNENLAND. De reis van Z. K. H. den Prins naar Spanfé Overleden is mevr. De Stoppelaar, lid vaa den Leidschen Gemeenteraad, Conferentie van wethouders van onder* wijs van groote steden naar aanleiding vaa de bezuinigingsmaatregelen op het lagei onderwijs. Wetsontwerp tot wijziging van de organi satie en de rechtspleging bij het Hoog Mili tair Gerechtshof. Petrolenm-aanhoring te Corle. 1 - BUITENLAND. Een Engelsch-Dnitsche regeling over da heffing van 26 pCt. op goederen nit Duitsch* land. Een verklaring van Mc. Donald naar aaa leiding van Henderson's rede te Burnley. De staking der Britsche havenarbeiders ii geëindigd. De Grieksche regeering is gevallen. De bezuinigingsmaatregelen op het Lager Onderwijs. Zaterdagmiddag heeft te Utrecht op uilnoo- diging van do wethouders van onderwijs van Amsterdam en Utrecht een bijeenkomst plaats gehad van de wethouders van onder wijs van de zeven grootste gemeenten des lands naar aanleiding van de bezuinigings maatregelen der Regeering in zake het on derwijs. Aanwezig waren dc wethouders van Am» sterdam, Rotterdam, Utrecht, Groningen, Haarlem en Arnhem. Dr. Van der Mculen, van s' Gravcnhage, was verhinderd. Besproken zijn: het Kon. besluit van 13 Jan. j.l. lot verhooging van den loelatings- leeftijd voor dc lagere school en het wetsont* werp tot lijdelijke afschaffing van het zeven de leerjaar. Men was van oordeel, dat, ondanks de op schorting van de uitvoering van dit K. B. tot 1 Sept., er toch nog alle aanleiding is voor een gezamenlijke actie der gemeentebesturen tegen dit besluit, omdat inwerkingtreding daarvan op 1 Sept. even verkeerd is als in werkingtreding op 19 Jan. Gewezen is op de noodzakelijkheid, waarvoor de opschuiving van den loelalingsleeftijd voor dc lagere school dc gemeentebesturen plaatst om tot een sterke uitbreiding van het" voorbereidend onderwijs over le gaan. Tegenover hot bedrag dat het Rijk bezuinigt door dc tijdelijke in krimping van het aantal klassen der lagere scholen (welk bedrag in verband met de te vcrlcencn wachtgelden niet zoo groot kan zijn) staat voor vele gemeenten een veel grootcr bedrag aan hoogerc uitgaven voor hel voorbereidend onderwijs. Dit onderwijs toch zal niet alleen inet een jaar moeten worden uitgebreid maar ook de kring van ouders, die dit onderwijs voor hun kinderen begeeren, zaj veel grooter worden. Daarenboven zal de ver- liooging van den toelatingsleeftijd de onder» wijsorganisatie in ernstige mate ontVrichten, waar het openbaar onderwijs zich reeds heeft aangepast aan de wet van 1920 en het bij» zonder onderwijs nog niet, een zeer onge- wenschle ongelijkheid ten nadeele van het openbaar onderwijs zal ontstaan. De bijzon dere ulo- en mulo-scholen van liet oude type toch zullen kunnen voortgaan, de leerlingen op 5' jarigen leeftijd aan to nemen en aldus op liet bijzonder onderwijs een grooten voor sprong hebben, indien hierin niet door wets wijziging werd voorzien, zou verhooging van den loelalingsleeftijd in elk geval niet eer dan op 1 Jan. 1926 in werking dienen te tre den (het tijdstip, waarop de oude u.l.o.- en m.u.l.o.-scholen moeten worden ingericht volgens de nieuwe wet). In het algemeen achtte men het niet toe laatbaar, dat de Regeering dergelijke maatre gelen neemt zonder den gemeenten een be hoorlijken termijn van voorbereiding te laten om zich aan den nieuwen toestand aan K passen. Geheel onjuist achtte men het verband, dat de Regeenng legt tusschen de verhooging van een toelatingsleeftijd en de tijdelijke af schaffing van het zevende leerjaar. Wordt toch het ter zake dienende wetsontwerp aan genomen, dan^al 1 Jan. 1930 het'zevend* leerjaar automatisch herleven, terwijl da verhooging van den toelatingsleeftijd in 1924 eerst in 1931 en volgende jaren ten govolg# heeft, dat de leerlingen de zesjarige scholen een jaar later doorloopen zullen hebben dan thans. Men zou dus het vreemde gevolg krij» gen, dat de leerlingen gedurende de ecrstvoU gende 6-jarige periode de gcwenschtc aan» sluiting tusschen lagere school en Arbeids* wet missen en daarna doorgaans niet op 14» jarigen maar op 15-jarigen leeftijd do lagert school zouden doorloopen hebben, zoodat zij dan, na den leeftijd bereikt le hebben, waar op zij een arbeidskaart kunnen krijgen, noj een jaar op school zouden moeten blijvea, Men meende dan ook, dat de toclatings» leeftijd lot de lagere school, zooals deze vóóP- 19 Jan. j.l. geregeld was, ongewijzigd moofr blijven cn dat eveneens de tegenwoordige regeling van het 7de leerjaar niet moet wor» den aangetast Het voortbestaan van het 7da leerjaar achtte men een vitaal volksbelang exk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 1