J. VAN DER STOK KOPEREN ROOKTAFELS No. 19620. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 23 Februari. Tweede Blad. Anno 1924, tliete tieyer dan een pij fr-. TWEEDE KAMER. UIT ONZE STAATSMACHINE. Groote keuze in Prima GEMENGD NIEUWS. HAAGSCHE SCHETSEN. RECLAME. SOfO (Vervolg van gisteren). De Minister van Financiën, de heer jOOLIJN betoogt dat een vergelijking van ons land met andere landen vaak ten na- ideeüe van ons land uitvalt. Spr. wijst op 'de kosten van het onderwijs die hier zeer hoog zijn. Opvoering van de belastingen maakt -de ontduiking steeds grooter. Men etaat er verstomd van hoeveel er bier ge tracht wordt te ontduiken. Het denkbeeld van dca heer Wijnkoop is Ijiu belichaamd in een motie en de voorstel- Ier houdt er dus aau vast. Sedert 1914. is hot volksvermogen per hoofd achteruitge gaan met 20 k 25 pOt. Dit bedrag beeft de heer Wijnkoop hoelemaal over het hoofd gezien. Het beroep op de geldmarkt dat 'Jeze afgevaardigde wil doen, is onmogelijk. In 1922 is er door Rijk, Provincie en ge meente een beroep gedaan van 1083 mil- Koen, in 1913 van 933 mdlliocn en door par ticulieren slechts van 225 resp. 240 millioen Meer kan er niet gedaan worden. De motie geeft wel overwegingen die de Regeering deelt maar de conclusies kan zij niet aanvaarden. De beschouwingen van den heer Dresaeï- buys over do economische politiek betroffen vooral een tijdelijke afwijking van de Ar beidswet. Spr. heeft daartegen gewaar schuwd. Er is in sommige bedrijven een langere werktijd ge-wenscht, maar een wet telijke verruiming acht apr. niet wensche- )ijk. De bestaande wet ia soepel genoeg en het beginsel dient onaangetast te blijven Om geen wantrouwen te wekken bij de ar beiders. De Regeering ziet in meer pro- 'ductie den eenigen weg voor meer wel vaart, maar verlenging van de normen van den arbeidsduur acht hij voor het oogen- blik niet bevorderlijk voor die vergrooting der productie. Liever mocht hij door over leg tot een regeling geraken. Verlaging van de belastingen vooral 3e directe is noodig; om te beginnen Idoor verschuiving in de richting der ver teringsbelasting. Spr. ziet daarin vooral een overgangsmaatregel, die voorzichtig is. Mej. WESTERMAN" (V.B.) trekt haar mo- Ue in ten gunste van diie van mej. Gvoe- nëweg. Stemmingen. De heer DRESSELHUYS (Y.-B.) moti veert zijn 6tem tegen de motie-Troelfltra. In stemming komt do molic-Troelstra, luidende, De Kamer, van oordeel, dat een StaataeommLiSio dient na te gaan welke bezuinigingen in zake het lager onderwijs mogelijk en ge- wenscht zijn op den grondslag der pacifi catie en zonder aanranding van de kwali teit van het onderwijs, en dat eerst daarna omtrent aangekon digde plannen tot bezuiniging, als verhoo ging van den leeftijd van toelating en af schaffing van hefc zevende leerjaar kan svorden beslist, gaat over tot do ord© van don dag. Deze motie wordt verworpen met 58 te gen 21 stemmen. Vóór de sociaal- en vrijzinnig-democraten. De heer SCHAPER (S.-D.) verklaart, dafc zijn fractie tegen de motio-Wijnkoop zal stemmen omdat deze voel te simplistisch is. Do motie-Wijnkoop komt in stemming. Zij luidt aldus: De Kamer, van oordeel, dat in de huidige omstan digheden bet voortduren van grootc tekor ten op de begroeting inzonderheid de ar beidersklasse aan het gevaar van do infla tie van het ruilmiddel blootstelt, waardoor 'do niet-bezïtters aan grootcre verarming Svorden prijsgegeven, van oordeel, dat heb derhalve mede in het belang der niet-bezittende klasse, voor al der arbeiders en kleine boeren is, thans zoo spoedig mogelijk tot een belangrijke vermindering der tókorfcen te geraken, spreekt als haar mecning uit, dat dat doel, ^behalve door afbraak van de militaire on maritieme uitgaven, slechts mag wor den nagestreefd door het groote bezit zwaarder lasten op te leggen, en acht een gedwongen leening togen zeer laag rente- typ® ten laste van de vermogens boven een bepaald minimum, een der noodzakelijke middelen om tot dit doel te geraken; Deze motie wordt verworpen met 77 te gen 2 stemmen. Voor de Communisten. Aan de orde is thans de stemming vver Be motie-Greencweg, luidende: D© Kamer, van oordeel, dat dc rechtspositie van de vrouwelijke Rijksambtenaren, evenals <he van de mannelijke, dient geregeld te wor den bij de wet cn niet bij Alge meen en maat regel van bestuur, gaat over tot de orde van den dag. Doro motie wordt verworpen met 47 te gen 33 stemmen. Vóór do Sociaal-Democraten, de Vryzin- ïdg-Deraocraten, de Communisten, de Vrij- hoidsbonders, mej. Kat* on mej. V. Dorp. Van links stemt de heer Braat tegCD. Hoofdstuk I wordt goedgekeurd p? vergadering wordt verdaagd tot Dinsdag één uur. (Nadruk verboden). De lacht. Dezer dagen heeft de Minister van Bin- nenlandsche Zaken en Landbouw wild- schade-commissies ingesteld in verband met de nieuwe Jachtwet. Dat is een vrij belang rijk besluit, dat wel verwacht kon en moest worden, omdat de nieuwe Jachtwet er aan leiding loe gaf, maar belangrijk is het toch, omdat daarmee bereikt wordt, voor zoover dat nu mogelijk is, waarnaar tientallen van j.-.r.-n verlangend door den landbouw was uitgezien. Wij hebben indertijd, toen het ontwerp van de wet van 2 Juli 1923 was ingediend, een overzicht gegeven van ziin inhoudla ter bij de behandeling in de Staten-Generaal 13 er in de bladen over gesproken o.a. over de min of meer eigenaardige wijze, waarop er met de „jachlschappen" is gehandeld, die eerst in het ontwerp voorkwamen, er op ini tiatief van de Tweede Kamer zijn uitgeban nen. terwijl diezelfde Tweede Kamer het eindelijk weer betreurde, dat de jachtschap- pen niet in de wet voorkwamen. Het is één van die bewijzen van de onoplettendheid of de haast of de onstandvastigheid, die in de latere jaren den weigever soms parten heb ben gespeeld. Wij zullen hier niet opnieuw den inhoud van de Jachtwet verkort mccdeelen maar liet is niet oninteressant om nog eens den langen weg na te gaan, die afgelegd is, voor dat de nu nieuwe Jachtwet tot stand is ge komen. De jacht is zoo oud als de wereld, in elk geval zoo oud als de Germaansche volken en volksstammen. Wij hebben allen, loen wij onze eerste schreden zetten op liet wijde veld der geschiedenis, kennis gemaakt met de Batavieren, zooals het geschiedenishoekje, die ons voorstelde met goudgeel haar en blauwe oogen en gekleed in beestenvellen j die leefden van jacht en visseherij en het landwerk aan de vrouwen overlieten Of dat nu allemaal precies juist is, laten wij daar. In elk geval, de Germanen jaagden en de jacht was aan niets gebonden de jacht was vrij voor iedereen en overal. Eerst veel later is het jachtrecht een prerogatief van den vorst geworden dat was het uiterste van het heerlijk rechtde vorst was landsheer en als er geen oorlog le voeren was, ver maakte hij zich met d£ jacht, waarvoor hij over het gansche gebied bescliikte. Toen het leenstelsel vasten voel kreeg, ging het heer lijk recht van den vorst, voor zoover het liet verleende gebied betrol, over op den leen man, die zijn .heerlijk recht niet minder kras uitoefende dan de vorst dat had gedaan. Weer later werden gunstelingen van deu leenman, die zelf vorst was geworden, tot de jacht toegelalen en ontstonden de waar digheden van houtvester cn pluimgraal, wier dragers eigenlijk voor een groot gedeelte jachtopzieners in hoogste instantie waren, in menige provincie was de stadhouder op perhoutvester. Het jachtrecht zat vast aan den eigendom cn aan verkregen gunst en het is 1e begrij pen, dat in een tijd, toen de afstand lus schen de „landbouwende bevolking en do „hooge heeren" nog onafzienbaar groot was, het aan geringschatting van het werk van den boer niet ontbrak en het jachtgezelschap van den heer het te veld slaande gewas van den landbouwer niet ontzag, wanneer het de vervolging gold van een dier, waarop jacht werd gemaakt. Oude platen vertoonen ons de luisterrijke vorstelijke jachtgezelschappen gereed om uit te trekken. In zekeren zin is de toestand zoo gebleven lot aan de Fransche revolutie, die de adel lijke rechten verkortte of afschafte en het recht van den burger erkende. In ons lantt deed zich de nawerking van 1789 eerst in 1798 gevoelen, (oen de heerlijke jachtrechten hier worden afgeschaft en alle bevoorrech- tigingen werden ingetrokken. In 1807 la- wij do eerste Jachtwet, waarhij nog wel het jachtrecht van den grondeigenaar weer werd erkend, maar dan toch getemperd. Wijziging kwam er natuurlijk weer in 1810, toen ons land bij Frankrijk werd in gelijfd, en wij dus onderworpen werden aan de Fransche wetgeving. Die Fransche wet geving bleef in de Zuidelijke Nederlanden zelfs nog van kracht, toen hel Koninkrijk der Nederlanden (Nederland en België) was gevestigd. Voor Noord-Nederland gold de wet van 11 Juli 181-t, waarvan het Souve- rein besluit van 8 Febr. 1815 een uitvloei sel was en waarbij hel jachtrecht terug gegeven werd aan eigenaars van ridderhof steden, ambachtsheerlijkheden en bave- zathen, die dit recht bezeten hadden in vroe ger dagen. Maar voorloopig bleef in en- kelp deelcn van het land, die onder Prui- -ischen invloed stonden, de Pruisische re geling van kracht, dat de jacht verpacht kon worden ten -yoordeele van. de gemeenten. Volgens het Souverein Besluit kon het jacht recht weer afgescheiden worden van den eigendom en als een afzonderlijk bezit wor den verkocht, verhuurd, vermaakt en ver erfd. Wat 1798 had gebracht, werd dus nu weer teruggevorderd. Op C Maart 1852 kwam een nieuwe Jacht wet in werking. In verband met art. Gil van het le voren ingevoerde Burgerlijk Wetboek behoorde aan den eigenaar van den grond het uitsluitend recht om op dien grond to jagen. Het heerlijke jachtrecht bleef beslaan, maar afscheiding van jachtrecht en grond eigendom was verboden. Een gevestigd jacht recht werd afkoopbaar verklaard. Bij de wet van 13 Jan. 1857 werd die van 1852 eenigszins gewijzigd, maar sedert 1857 is er geen wijziging tot stand gebracht, on danks de vele aanslagen, die er op de van loen af geldende Jachtwet zijn gedaan. Allereerst waren het de toenmalige leden van de Tweede Kamer Oldenhuis, Gratama, Idzerda en Van Kerkwijk, die in 18731875 aanslagen deden. Zij wenschten de Jachtwet at (e schaffen en strafbaar te stellen het on geoorloofd gewapend betreden van een an ders grond en het vangen en schieten van dieren daarop. Bij de behandeling werd art. 1 met 35 tegen 29 stemmen verworpen, waarop de voorstellers liet wetsontwerp in trokken. Een tweede poging lot verbetering werd gedaan in 1882 door de heeren Oldenhuis Gratama, Sickesz en Goeman Borgesius, die in een nota verklaarden en betoogden, dat elke bescherming van de jacht legen de be langen van den landbouw inging en de Jachtwet behoorde afgeschaft te worden. Gelijk doel had de petitie onder leiding van mr. De Kanter in 1892. waarbij op wij ziging van de Jachtwet Werd aangedrongen. Weer 10 jaar later, dus in 1902, diende het Kamerlid Van Helsdingen een motie in, die luidde „De Kamer, van oordeel, dat de tegen woordige Jachtwet niet in overeenstem, ming is met den geest des tijds en strijdig met de belangen 'van den landbouw, acht een grondige herziening daarom dringend noodzakelijk, en gaat over lot de orde van den dag". Dit deze motie werden de woorden „niet in overeenstemming met den geest des Lijds" geschrapt en dus werd de nadruk sterker ge legd op „strijdig met de belangen van den landbouw", maar de Kamer gaf toch de voorkeur aan een motie van den heer Kolk man, die inhield, dat wijziging der Jachtwet noodzakelijk was en dat wettelijke regelen moesten worden vastgesteld betreffende ver goeding van wildschade. In verhand met deze motie-Kolkman werd in 1904 een Staatscommissie ingesteld, aanwelke opgedragen werd om een onder zoek in te stellen welke wijzigingen en aan vullingen van de geldende wettelijke bepa lingen betreffende de jacht noodig geoordeeld werden bepaaldelijk werd de aandacht ge- Vesligd op afschaffing der heerlijke rochton en billijke vergoeding van de schade, door wild aangebracht. De Commissie werd ver der uitgenoodigd een of meer wetsontwerpen met memorie van toelichting aan haar rap port toe te voegen. Op 17 Maart 1910 bracht de Commissie rapport uit. In haar wetsontwerp had zij er naar gestreefd een billijke verhouding lus- schen de jachtliefhebbers en de landbouwers te scheppen o.a. had zij gepleit voor het Instellen van „jachtschappen", zooals in Duilschland bestaan en ook in de voormalige Donau-monarchie. In 1920 werd eindelijk door de Regeering een wetsontwerp ingediend, waarbij ruim gebruik was gemaakt van den arbeid der Staatscommissie. Tegen het jachtschappen- slelsel rezen groote bezwaren. Het wetsont werp werd gewijzigd na het Voorloopig Ver slag der Kamer en op 7 Maart 1923 werd dit gewijzigde ontwerp Zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Bij de discussie was merkwaardigerwijze het jachtschappenstel- sel weer verdedigd en bleek hel, dat Regee ring en Kamer er eigenlijk beiden voor wa ren, maar het voorloopig-maar lieten rusten. In de Eerste Kamer was het onthaal min der gunstig dje wet werd daar met 19 tegen 15 stemmen aangenomen. Op 24 Juli 1923 verscheen de wet in het Staatsblad. De in- werking-treding zou nader worden bepaald. Daaraan wordt men nu herinnerd door de benoeming van de leden der wildschade- commissie. Gaat men na, dal sedert 1857 is aange drongen op datgene, wat nu bereikt is be scherming van den landbouw tegen de ge volgen van jachtvermaak, dan moet men or- kennen, dat van overijling geen sprake kan zijn. RECLAME. BREESTBAAT >55 7957 De hoor Willy Mullens, de d i- recteur van d© Haghe filmfabriek ia vrij onverwacht naar Genua vertrokken met bestemming naar Indië, waarvoor hij van Genua verder zal reizen per „Jan Pietersz. Coen", welk schip Zaterdag 16 decor van Amsterdam is vertrokken cn -clen 27sten uit Genua koers zet naar Indië. De heer Mui* lens maakt do reis in opdracht van do Kon. Ned. Petroleum-Maatschappij, ten einde een film te vervaardigen van het ge heel© bedrijf dezer onderneming. De film zal 4 Juni gereed moeten zijn. Het ligt in do bedoeling van den heer Mullens eind Mei in ons land terug.to komen. Op verzoek van'don burge meester van Velp is te Rotterdam gearres teerd een 43-jarig handelsreiziger wegens verduistering van f 11.,000 cn van effecten. Op het dak van perceel no. 1 aan de Pieter-Pauw-slraat, te Amster dam, was gistermorgen de 15-jarige timmer mansleerling S., in dienst bij den timmer manspatroon M. in genoemde straat, bezig ecnige werkzaamheden te verrichten, loen hij,,door nog onopgehelderde oorzaak, op een gegeven oogenblik kwam te vallen, met het noodlottig gevolg, dat hij op straat stortte. De jongen was onmiddellijk dood. Een ladder, welke te gelijk met den jongen van het dak viel, werd door de politie in beslag genomen. Het lijk van den knaap, een zoon van $en aannemer op den Over toom, is naar het Binnengasthuis over gebracht. („Tel.") Op last van den Minister van Onderwij3 enz., zijn voor de bezoekers-van het Rijksmuseum te Amsterdam met in gang van beden, persoonlijke jaarkaart-en ter beschikking gesteld, welke kaarten te gen betaliog van 2 gulden in het Rijksmu seum verkrijgbaar zijn. Bij het aanstaand 100-j arig jubileum van d© Nederlandsobe Handel- Moatschappij wordt door h©t personeel dier Maatschappij aangeboden ©en marme ren buste van den tegenwoordigen presi dent dr. O. J. K. van Aalst. Deze buste, dio door Toon Dupuis wordt vervaardigd, zal in bet nieuwe gebouw der Maatsahap- pij te Amsterdam worden geplaatst. Naar „Het Volk" verneemt heerscht op het oogenblik in Oostzaan en in Broek-in-Walerland in vrij sterke mate typhus. Vanwege den Gemeentelijken Ge neeskundigen en Gezondheidsdienst zijn in verband hiermede krachtige maatregelen getroffen, die, behalve de bestrijding der ziekte, ook beoogen uitbreiding er van le voorkomen. Behalve dat op het oogenblik alle melk uit dit gebied van gemeentewege wordt opgekocht en gepasteuriseerd, is een strenge controle ingesteld, ten einde er voor te waken, dat melkbussen en groenten in slootwater zouden worden schoongemaakt. Voorts zijn deze weck in Oostzaan 450 kin deren ingeënt. Een ernstige dieren mi s- handeling op groote schaal is, meldt het „Dev. Dgbl.", te Deventer aan het licht ge komen. Men heeft ontdekt, dat in het pak huis van de firma U., aan de Roggestraat, welke firma groote hoeveelheden pluimvee uitvoert, de kippen nagenoeg levend geplukt werden. Gistermorgen heeft de politie onder leiding van den commissaris, den heer A. P. van Tricht, een inval in het pakhuis ge daan. Op het moment, dat de politie binnen trad, zag zij een geheel geplukte kip, die nog teekenen van leven gaf, op een der la- fels liggen. Dit gaf den commissaris aanlei ding het geheelfe bedienend personeel, een twaalftal personen, te arresteeren. Allen, mannen, vrouwen en jongens, werden, ter wijl zich inmiddels een volksoploop voor het pakhuis had verzameld,, onder politie- escorte naar het bureau geleid. De kippen kregen, alvorens te worden geplukt, een kleine snede, niet voldoende echter om ze te dooden. Do stationschef te Zutphen heeft aan de ondernemers van autobus- dionsten verboden, hun voertuigen te plaatsen op het stationsplein, dat voor een groot dool eigendom is van d© Ned. Spoor wegen. Plaatsen de autobusdiensten hun voertuigen op gedeelten van bet Stations plein, die aan de gemeente toebehooren, don moeten zij daarvoor staangeld beta len, per jaar circa 36 per voertuig. Onlangs werd gemeld, dab een auto, waarin zich twee personen be vonden, tussohen Vaals en Aken de douane trachtte te passecren. De auto werd- ech ter aangehouden cn gelijk bericht is, be- ivond zich daarin voor een waarde van •000.000 francsaan gouden 20-franc^jtuk- ken. De beide personen, die bij den auto behoorden, hadden voorgewend voor. ecu Amsterdamscho Bankinstelling dik geld naar Duitsohland te moeten tvansportee- Ten. Zij werden ook aangehouden en op den auto en het geld werd beslag gelegd. Thans heeft in deze zaak, naar de „Der- nière Hcure" meldt, de Hoog© Intergeal- lieorda Commissie te Coblenz een uit spraak gedaan. Zij besloot het beslag op het goud to liandhaven, doch gaf tevens order aan d© betrokken Amsterdamsche Bankinstellingen do tegenwaarde terug t© betalen in papiergeld. Bovendien werden dc voerlieden gestraft met een boete, neer komende op ongeveer 10 pCt. van de waar de van het in-beslag-genomcn geld. To Groesbeek heeft men de laatste maanden veel last van vossen. Er zijn dozen winter tien onschadelijk ge maakt. Volgens rn e d e d c c 1 i n g van het Handelsinformatiebureau van Van der Graaf Co.'s Bureaux voor den Handel zijn over de afgcloopen week, eindigende 22 Fe bruari, in Nederland uitgesproken 85 fail lissementen, tegen 78 in dezelfde week van bet vorige jaar. Van 1 Januari tot cn met 22 Februari 1924 691 faillissementen, togen over 627 over hetzelfde tijdperk van het vorige jaar. Aankondiging: Specialité Patisserie Frangaiso'' Levcrantion k la mai son sur la command© Diverse puddings Chocolade truffels-cro- quets 35 ofc. p. ons. Taart a confiture et k mollinaise depuits k f 1. 0 BUITENLANDSCH GEMENGD. De bekende ingenieur en scheepsbouwer Sir Alfred Yarrow heeft een plan uitge dacht qm de steeds toenemende opstopping van het verkeer in de straten van Londen weg te nemen door het oprichten van een soort van viaduct-overgangen op die pun ten. waar het verkeersprobleem bijzonder acuut is. Yarrow biedt aan op eigen kosten op een bepaalde plaats zulk een verhoogde straat- kruising te maken, die breed genoeg zal zijn voor twee reeksen voertuigen. Als proefplaats noemt hij Oxford Circus. De overheid overweegt het plan. Alfred Kerr, de bekende tooneelrecen- sent van heb ,,Berl. Tagcblatt" publiceert een mededccling, waaruit blijkt dat een aanslag tegen hem verijdeld is. Twee man nen loerden op Kerr, toen deze 's avonds in gezelschap van zijn vrouw naar zijn wo ning in het Grünewald terugkeerde. Kerr slaagde er in een dezer mannen in hechte nis te laten nemen. De man verklaarde to hnudclen in opdracht van een in Berlijn- sche speelclubs zeer bekend hooggeplaatst staatsambtenaar. De mannen, die den aan slag pleegden zonden 500 mark belooning en bovendien nen betrekking krijgen. De aanslag mocht echter slechts bij afwezig heid van mevrouw Korr geschieden. Toen zij tot den aanval overgingen, was Kerr mot alleen, zooals zij venvacht hadden.- I'oen zij bemerkten dat mevrouw Kerr zich' bij hen bevond, waren zij de kluts kwijt. Een hunner ging op den loop, terwijl de tweede kon wordeu ingerekend. Kerr zelf vermoedt, dat vrienden van 'n tooneelspeel- ster, die hij in een zijner critieken erg on- guDStig had beooi^ccld, de hand in hel spel hebben. Het Belgisch blad, het .Lautsie Nieuws'-* bevat de volgende vermakelijk© klacht: „De radiofonio baart wonderen. Maar, zooals alles in de handen van den menscli ontaardt, zal de nieuwe uitvinding ook verschrikkelijke gevolgen hebben. Zij laat namelijk too, docw middel van luidspreken, redevoeringen te houden, die in een dozijn steden tegelijk worden ge-- boord 1 Wat zal er daarmede gebeuren in ver kiezingstijd 1 De kandidaten zullen, zonder nog zich te moeten verplaatsen, tot al de gemeenten van hun arrondissement to gelijkcr tijd kunnen sprekenEen aanwinst; zult g© zeggen Toch niet: nu zullen ze nog meer kunnen beloven dan vroeger. Nu zult gij hun' ge laat niet meer zien, niet meer kunnen op-» staan om hen tegen t© spreken. Nu kunt gij hun niets m©er naar het hootfd gooien. benzij gij den luidspreker zoudt tot slacht' offer nemen. Is dat niet verschrikkelijk?" Dc man was dood, het stond in de Fran-» sehe registers, En of hij nu al ademhaalde en leeüflo en voor zijn gezin zorgde, dat stond niet in de register© en dus bleef de man dood. Deze levende dood© (een Frapschman) ondergaat al 8 jaar in goede gezondheid dio zonderlinge positie. Het is Paul Fran cois Charles Flour. Het eerst hoord© hij van zijn dood, toen hij, in 1916 thuis van verlof zijnd©, en heb huiselijk samenzijn genietend© na het har-» de leven in do loopgraven, een heel ern- stigen officieelcn brief kreeg. Dat wa© wat, die dikke briefZeker een verrassing. Men bekeek hem lang van bul ten. Eindelijk soheurde Paul hem open en hij las... „de eer u med© te deelen, dat Paul Francois Oharlee Flour overleden is" P. F. O. Flour dacht aan een vergissing. Hij schreef: „Ik ben niet dood" en ging weer naar zijn regiment. Verder werd hij niet doodgeschoten of zwaargewond. Hij kwam na don oorlog weer thuis en werkte als gewoon, totdat zijn vrouw in 1923 weer zoo'n officieel pier krqftg., Wat zou dat zyn? Zou ik weer dood zijn? De brief ging open. Kn daar stond in goh schrijven aan d© weduwe, dat zij ceb hier daille kon reelameeren, die voor betoon-» do dapperlvoid aan F. F. C. Flour nog na diens dood was verleend. Weer sohreef de man: „Ik leef." Er ging weer e enige tijd overheen. Toen kreeg de vrouw weer een officieelcn briefi deelen u mede, dat zal worden over- „gegaan tot het opgraven van het 6toffc- „lijk overschot van Paul Fran/ois Charles Flour, dat in het kerkhof van Bar lo „Duc plechtig zal worden bijgezet. Wij „noodigen u uit, bij die plechtigheid te „genwoordig to zijn." P. F. O. Flour schreef aan de autoritei ten, dat zijn vrouw niet zou komen, omdat hij nog leefde cn zich niet wensoht© te la ten begraven. Weer geen antwoord. Totdat or een of ficieel c brief kwam: zoudt u ons Verplichten met mede to deelen welke inscriptio u aangebracht wenscht te zien op het graf van uw over leden echtgenoot Toen stonden man cn vrouw pafcd zij verheugden een correspondent van dt „Matin" mr* dit lugubere verhaal. Daar ik mijn lezers niet ken, weet ik nic. of het hun iets schelen kan, maar toch wil ik hun ook ter opheldering van mijn lang stilzwijgen - modcdcolen, dat ik een fiets- ongeval heb gehad. Het feit, dat mij zoo iets ten tweeden male op het eerste gedeelte van het Bezuidenhout is overkomen, is reeds een afdoend bewijs, dat ik geen ezel ben. Doch ook in ander opzicht is het, al zeg ik het zelf, een verstandige zet van mij geweest. In de eerste plaats geef ik daardoor aan hen, die uit bezorgdheid voor mijn hun dierbaar leven mij telkens gewaarschuwd hebben, voor dien bijzonder drukken 'verkeersweg, de voldoening om mij een gegrond verwijt onder de neus te kunnen wrijven. Ten tweede is het daar de geschiktste buurl om een of ander lichaamsdeel le bozperen, om dat er geen tweede straat in Den Haag is, waar zóóveel doctoren wonen als in de .Daendelslraat. Indien ik daarop uw aan dacht vestig, heb ik daarbij uil sluitend uw eigen voordeel in voorkomende gevallen op het oog, want waT hel hunne betreft. \ve< t iedereen maar al le goed, dal er geen lwonde categorie van personen is, die in de letter lijke beteekenis van liet woord baar ver diensten zoo op prijs weien le stollen als die der geneeskundigen. Ik zal, wat dat betreft, tc zijner lijd wel hel bedrag van de mij we gens mijn onvoorzichtigheid opgelegde geld boete vernomen, doch in elk geval zal ik er wel beter afkomen dan uic pniw-nl in Zwit serland, die zich voor de weelde, om uit epn onzer universiteitssteden per vliegtuig een prófessof voor zes dagen op bezoek te laten komen, niet minder dan drie duizend gul den in Tekening gebracht zag. Als men, na eenigen tijd anii huis geboh den geweest te zijn, voor Let eerst weer op straat komt, ziet men allerlei veranderingen, nieuwigheden, die er bijgekomen, en oudo

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5