No. 19618c
DONDERDAG 21 FEBRUARI
Anno 1924
Offfrfcele Kennisnovinnen.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
PB UB OEB ADYEBKNTlENt
BO Cts. per regel. Bi} regelebonnement belangrijk legeren prfj».
Kleine Advertentiën, uitsluitend bij vooruitbetaling. Woensdag» en
Zaterdags 60 Cts., bij een maximum aantal woorden van 80.
Incasso volgens postreeht. Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts.
Bureau Noordelndspleln Telefoonnummers vow
Olractle en Administratie 175 Redactie 1507.
Postchique- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT;
Voor Lelden per B maanden f 2SÖ. per «reekZ0.1S,
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week.0JS.
Franco per post 8.86 portokosten.
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen
EERSTE BLAD.
GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP.
Aan den gemeentelijken vischwinkel,
Vischniarkt 18, tel. 1225 is VRIJDAG ver
krijgbaar SCHELVISCH a f 0.20—f 0.30,
SCHOL a f 0.28—f 0.39, KABELJAUW
KUIT a I 0.33 per pond on VOLLE HARING
a f 0.05 per stuk.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgem.
Leiden. 21 Februari 1924.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat door hen
vergunning is verleend aan:
a. de firma P. Fontein Pz. en rechtver
krijgenden. lot oprichting van een 2agerij en
schaverij van hout op een gedeelte van het
perceel. Sectie C. No. 1897. aan de Ha
venkade.
b. A G. Epskamp en rechtverkrijgenden,
tot oprkhting van een koek- en banketbak
kerij in hel oerceel Noordeinde No. 23. Sec
tie F. No. 170.
c. de N. V. Leidsche Broodfabriek en
rochtverkriieenden tot uitbreiding der brood-
en beschuitbakkerij in het Derceel Nieuwe
Mare No. 1 Sectie A. No. 556.
N C. DE GIJSELAAR, Burgem.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden. 21 Februari 1921.
«-
VERGADERING
van den
GEMEENTERAAD VAN LEIDEN,
op MAANDAG 25 FEBR. 1921,
de3 namiddags te twee uur.
De vergadering zal, zoo noodig, des avonds
worden voortgezet en, zoo noodig, ook den
volgenden DINSDAG, des nam. te één nor.
Te behandelen onderwerpen
lo. Voorstel lot overplaatsing van eenigo
onderwijzers en onderwijzeressen. (55)
2o. Praeadvies op bet verzoek van E. dé
Jongh, om het tc bouwen dubbel schuurtje
achter de perceelen Wittc-Rozenstraat, Nis.
29a en 29b. van hout te mogen maken.
(58,
3o Praeadvies op het verzoek van W. Fon
tein, om het te bouwen dubbel schuurtje, op
het terrein Riinsburgcrweg Sectie P, Nis. 794
en 795, van hout te mogen maken, (591
4o. Voorstel tot verlenging van den ter
mijn van ontruiming van een aantal onbe
woonbaar verklaarde woningen. (61)
5o. Praeadvies op het verzoek van de at-
deeling Leiden van het Centraal Genoot
schap voor Kinderherstellings- en Vacantie
kolonies, om toekenning van een subsidie in
de kosten van uitzending van kinderen naar
een gezondheidskolonie gedurende liet jaar
1924. ffiOl
6o. Voorstel
a. tot vaststelling van den koopprijs van
een 2-tal door de gemeente van de
Maatschappij tot Exploitatie v. Tram
wegen in eigendom en onderhoud over
te nemen terreinon, gelegen ten Oosten
en ten Westen van do Verbrecdo Jo-
denkerksteeg
om. in afwijking van het Raadsbe
sluit van 28 Augustus 1919, niet te
eischen. dat de beide in eigendom en
onderhoud bij de gemeente over te ne
men pakhuizen, staande op de sub a
bedoelde terreinen, worden afgebro
ken
8. tot verkoop aan do firma Wed. Mol-
kenboer, van een 2-tal terreinstrook
jes, deel uitmakende van de perceelen
Sectie D. Nis. 1528 en 636
i. tot wijziging van de begrooting, dienst
1923, in verband met den aankoop en
den verkoop der sub a en c bedoelde
perceelen en de kosten van onteige
ning van perceel Hoogewoerd No. 1.
(56)
7o. Voorstel
a. tot overname in eigendom en onder
houd bij de gemeente van een gedeello
grond ten Zuid-Oosten van den Hooge-
Morschweg, Sectie P Nis. 661, (oud),
334, 335 en 336
b. tot beschikbaarstelling van gelden ten
behoeve van de kosten van straalaan-
leg op den sub a bedoelden grond
(57)
8p. Voorstel lot beschikbaarstelling van
gemen ten behoeve van de kosten van her
stelling van den toren der Pieterskerk. (62,
9o. Voorstel
v.:;aaakoop,.van 5.en gedeelte grond
lOo. Voorstel tot het aangaan van een geld.
leening onder hypothecair verband van do
ingevolge Raadsbesluit van 26 Februari 1923
van gemeentewege gebouwde 162 woningen
op een aan de gemeente toebehoorend ter
rein benoorden den Heerensingel. (64)
Ho. Voorstel
a. om niet in le gaan op het verzoek vai,
de Hoofdbesturen van den Nederland
echen Bond van Werklieden in Over
heidsdienst en van den Centralen Ne
dcrlandschen Ambtenaarsbond, tot re
organisatie van 't georganiseerd over-
b. (ot vaststelling van de verordening,
houdonde reglement voor de Commis
sion van Advies betreffende de ar-
beids- en dienstvoorwaarden van het
personeel in dienst van de gemeente
Leiden. (851
12o. Praeadvies op bel voorstel van den
heer Van Eek, in zake de instelling van ar
beidscommissies bij alle gemeentebedrijven
en -diensten, gekozen rechtstreeks door en
uit het gemeente-personeel. (43j
nabij den Hooge-Rijndijk Sectie M
Nis. 3988 en 3989 ged.
b. tot het bouwen van een politiepost
huis :.i. op den sub a bedoelden
grond
c. tot beschikbaarstelling van gelden,
voor den aankoop van den sub a be
doelden grond en den bouw van bet
sub b bedoeld posthuis,
In Memoriam Mr. J. C. van der Lip.
Mr. P. M. Trapman schrijit ons:
In de laatste voor geheel Leiden zulke
treurige dagen zijn in alle bladen warm ge*
stelde artikelen verschenen, dio ons hebben
geschetst, welk verlies de gemeenschap door
het heengaan van dezen voortreffelijken
burger heeft geleden.
En ook gisteren bij do droeve plechtigheid
op Rhijnhof is door de twee sprekers op de
beteekenis van den ontslapene voor het Ge
meentetijk en Kerkelijk leven terecht ge
wezen.
Ik kan mij zoo best begrijpen, dat het de
wensch van de familie was, dat slechts zijn
beste vriend en om predikant op zijn graf
het woord zouden voeren. De oogenblikken
aan het graf zijn voor familie en vrienden
al moeilijk genoeg.
Maar toch i3 daardoor een onvolledigheid
onlstaan en is de veelzijdigheid van don
ontslapene niet naar behooren tot baar
recht gekomen.
Misschien, dat ik, zelf advocaat, het
daarom hot sterkste gevoel, maar niet vol
doende is in de laatste dagen naar voren
gebracht de groote beteekenis van de werk
zaamheid van mr. Van der Lip, als advo
caat hier ter stede.
Advocaat pur sang was hij eigenlijk niet.
De voortdurende strijd, de steeds wisselende
moeilijkheden, soms de felle vijandschap,
die kenmerken van ons vak, zij waren met
zijn verzoenenden, altruistischen, objectieven
geest te zeer in strijd. Zijn aanleg bestemde
hem meer voor een bestuursfunctie.
Maar eenmaal deze loopbaan gekozen,
gaf hij zich wars van alle halfheid, als
hij was met hart en ziel aan de beharti
ging van de belangen, die hem werden toe
vertrouwd. De deugden, die hem in het pu
blieke leven sierden, tooiden hem in de
advocatuur in volle sehoonheid
Het publiek heeft dikwijls van een advo
caat zulk een zonderling idee. Het denkt
zich hem als den man die-alles-goed-praat
enz. Een figuur ais Van d»r Lip was in
slaat die verkeerde denkbeelden weg te
nemen. Zijn manier van behandelen van
zaken was steeds volkomen eerlijk, met een
grooten zin voor realiteit en een open oog
voor de rechtmatige belangen van zijn
tegenstander.
En juist zijn innerlijke eigenschappen,
waarop ik boven doelde en die hem in zorg
volle oogenblikken zijn advocaat-zijn wel
eens lager deden stellen dan zijn werkzaam
heid als wethouder of repetitor, hebben hem
tot één der nobelste figuren der Nederland-
scho balie gemaakt. Hot zijn niet de slecht
ste harer leden, die do moeilijkheden van
ons vak het sterkste gevoelen en slechts zij,
die ze volkomen beseffen, kunnen zich in
waarheid advocaat noemen, verdediger van
recht tegenover onrecht, en zeker niet min
der dan de rechter een dienaar van Thcmis.
Zulk een was Van der Lip.
Daarom is dit plotselinge heengaan van
den advocaat Van der Lip zulk een groot
verlies.
Een dubbel verlies; voor zijn cliënten en
niet in het minst voor zijn vakgenooten.
De dag van gisteren heeft bewezen, welk
een plaats hij in hun hart innam. Daarvan
in dit blad nog eens openlijk te getuigen,
wa3 mijn innige behoefte.
Een vir bonus et aequus is met hem
heengegaan.
Archaeologische lezingen en cnrsossen in
's Rijksmuseum van Ondheden.
Gisteravond hield dr. W. D. van Wijn
gaarden, assistent aan het Rijksmuseum
van Oudheden alhier, een voordracht over:
,,De Cultuur der Hethielen".
De Hethielen zijn langen tijd het raadsel
achtige en geheimzinnige volk der oudheid
geweest. Tot voor ongeveer 50 jaar kende
men van dit volk niet veel meer dan den
naam, die als C.hitlins in het Oude Testa
ment voorkomt. Deze berichten uit het
oude Testament zijn echter te verspreid en
te weinig zeggend, om bruikbaar materiaal
te zijn voor den opbouw van die geschie
denis van dit oude cultuurvolk. Zij krijgen
veor ons eerst perspectief, als wij zo be
schouwen in het licht der overige gegevens.
In de laatste halve eeuw is uit Egyptische
en Babylonisch-Assyrische bronnen steeds,
meer van dit volk bekend geworden. Ont
dekkingen en opgravingen in het land der
Hethieten, Klein-Aziê, stellen ons in staat,
ons een duidelijker beeld van hen te maken.
En al is onze kennis van dit volk veelal nog
gebrekkig; wij weten thans, dat de-Hethie
ten tusschen 2000 en 1200 v, Chr. een mach
tig rijk hebben gevormd, een geweldigen mi
litairen Staat van den eersten rang.
Voor het eerst treden zij in de geschiede
nis op pl m. 1920 v. Chr., als zij door hun
inval in Babylo'niö een einde maken aan de
eerste Babylonische dynastie. Zij komen
dan van uit Klein-Azië. Op de Egyptische
monumenten van Thutmosis III tot Ramses
II (1512e eeuw v Chr.) worden do He
thieten vermeld, als het volk, waarmede de
Egyptenaren strijden om de hegemonie in
Syrië Vooral Seti I en zijn zoon Ramses II
bestreden hem krachtig. Door de uitvoerige
berichten van Ramees II over zijn oorlo
gen in Syrië weten wij, dat de Hethieten
pl.m. 1500 v Chr. aan hot hoofd van een
groote volkengroep stonden en den Egypte
naren bij I(ade3j aan den Orontes slag
leverden (1295 v. Chr.). Deze slag, die het
onderwerp vormt van een groot episch ge
dicht, dat on3 in verschillende Egyptische
bronnen is bewaard gebleven, werd door
Ramses II als een groote overwinning ver
heerlijkt, doch wa.- niet beslissend. Op dezen
slag volgde in 1272 het vredesverdrag tus
schen Ramses II en den Hethietischen ko
ning Chattoesjil, waarbij de wederzijdsche
invloedssferen in Syrië bepaald werden,
hoewel de grenzen niet nauwkeurig worden
aangegeven .Dit is het hoogtepunt in de ge
schiedenis der Hethieten. Sindsdien zwij
gen de Egyptische bronnen over hen. Plm.
1200 v. Chr wordt hun Rijk plotseling door
een inval van Indo-Germanen uit Zuid-
Europa vernietigd cn hun macht gebroken.
Eerst in de Assyrische bronnen van de
12de eeuw ontmoeten wij hen weer. Hun
eens zoo machtig rijk is dan uiteengevallen
in een aantal kleine, afzonderlijke Slaatjes,
die echter neg eeuwenlang aan de verove
ringstochten der Assyrische koningen weer
stand bieden, cn eerst langzamerhand van
hun afhankelijk werden. Eerst op het einde
van de 8ste eeuw v Chr zijn de laatste
van deze Staatjes, Knrkemisj, Sjamm&l en
Marasj, door de Assyriërs veroverd. Spoedig
daarop is elk spoor van hen, en elke herin
nering van hen verloren gegaan, zoo gron
dig, dat zelfs de klassieke schrijvers niets
meer van hen wisten te vertellen, en dus
niet eens hun naam hebben overgeleverd.
De oplossing van het raadsel der Hethie
ten danken wij aan den Duitschen geleerde
K. Winckler, die in het centrum van Klein-
Azië bij het tegenwoordige Turksche dorp
Boghazkeuj de ruïnen van de hoofdstad van
het eens zoo machtige rijk der Hethieten,
Chaltoe, ontdekte. Reeds in de eerste helft
der 19de eeuw waren in Klein-Azië groote
rotsreliefs door reizigers opgemerkt en be
schreven, maar tot pl.m. 1890 wist men
niet, met welk volk men deze in verband
moest brengen. Door de ontdekking van de
correspondentie der Hethietische koningen
met de Egyptische Pharo's in Egypte, een
ontdekking, die ons rijko gegevens over dit
raadselachtige volk bracht, werd de aan
dacht van H Winckler gevestigd op deze
Klein-Aziatischc monumenten en het is een
van zijn groote daden bewezen to hebben,
dat deze aan de Hethieten moeten worden
toegeschreven. Dezo monumenten vindt men
verspreid over gansch Klein-Azië, Noord-
Syrië en óe noordelijke streken van Mesopo-
tamië Bovendien is het aantal ruïncn-
heüvels in dit oude gebied der Hethieten
zeer groot, en nog slechl3 weinige daarvan
zijn systematisch onderzocht, hel zorgvul
digste wel zijn de opgravingen te Sendjirli,
Djerkbis, Boghazkeuj en Ujük geweest, waar
men oude Hethietische steden gevonden
heeft.
Deze monumenten zijn niet zelden voor
zien van een opschrift in een hieroglyphen-
schriit, dat ondanks alle pogingen nog door
niemand met zekerheid ontcijferd is.
Bij de opgravingen in Baghazkeuj zijn
echter door Winckler duizenden klei-tablet-
ten gevonden, die opschriften bevatten in
de taal der Hethieten, weergegeven met het
Babylonische spijkerschrift. Een spoedige
ontcijfering van dit hieroglypenschrift mag
dus wel verwacht worden. Wat hun taal be
treft, men heeft er Indo-Germaansche ele
menten in gevonden, doch weet er nog to
weinig vim af, om iets met zekerheid te
zoggen aangaande de oorsprong on de af
komst der Hethielen. Het waren in geen ge
val Semieten, waarschijnlijk waren taal en
ras van het grootste, overheerschendo deet
in dit volk wel Indo-Germaansch, er komen
althans ook Arische godenstammen bij hen
voor Maar hun anthroDologische positie
staat nog geenszins va3t. Op de Egyptische
afbeeldingen en op de monumenten in
Klein-Azië en Syrië komen zij voor met
kromme neuzen, terugwijkend voorhoofd,
lange haarvlechten, en puntige schoenen.
Mon mqent ook wel, dat zij physisch met de
tegenwoordige Armeniërs overeen komen.
Inderdaad vertoont het gros der Hethietische
afbeeldingen een type, dat wel aan dit volk
doet denken, en men gelooft daarom wel
een nauwe verwantschap van dit volk met
de Hethieten te mogen aannemen.
Wat den godsdienst der Hethieten be-
trefij hun hoofdgod was Tesüp, dc hoer des
hemels, die zich in het onweer openbaart,
blijkens zijn attributen de dubbele bijl en do
bliksem een vegetatiegod, overeenkomende
met de Arameeschc godheid Hadad. Een
eigenaardigheid van de llelhieten is, dat zij
hun goden, zooals dat ook in andere véór-
azialische godsdiensten voorkomt, afbeelden
staande op bergtoppen, of op de ruggen der
dieren, die aan hun dienst zijn gewijd. Een
uitvloeisel van hun godsdienstige voorstel
lingen is ook het plaatsen van steenen dier-
kolossen ter weerszijden van een poort. Deze
hadden een afwerende lwleekenis. Deze dier
figuren worden als dragers van goddelijke
kracht beschouwd, en hetzij in natuurlijke,
hetzij in boven natuurlijke gedaante, kende
men hen het vermogen toe een stad, burcht
of paleis tegen vijanden eg demonische
machten te beschermen.
Over het algemeen maakt de kunst der
Hethieten op ons een indruk van onbehol
penheid; de reliefs en sculpturen zijn voor
ons gevoel meestal ruw, naicf en stijf. Dit
geldt in het bijzonder voor de afbeeldingen
van goden- en menschonfiguren. Doch men
moet bij een beoordecling daarvan nooit
vergeten, dat hun kunstenaars sterk gebon
den waren aan een vaste overlevering, die
de ontwikkeling van hun persoonlijke gaven
in den weg stond. Toch zijn er onmisken
bare pogingen gedaan, om, binnen de gren
zen, waarin dit geoorloofd was, boven het
middelmatige uit te komen en de figuren
meer leven en uitdrukking te geven. Vooral
de jachltafereclen munten in dit opzicht
uit. Hier blijkt, dat de kracht van de Hethie
tische kunst, evenals bij de, overige vóór-
aziatische en de Egyptische kunst, is gele
gen in de diervoorstellingen. Hier had do
kunstenaar meer vrijheid van beweging.
Met verrassende nauwkeurigheid en fijnge
voeligheid zijn vaak de dieren in hun gang
en houding weergegeven.
Uit dit alles blijkt, dat de cultuur der He
thieten zich duidelijk en scherp onder
scheidt van de beido andere groote cultuur
gebieden der oudheid: Egypte, en Babylo-
nié-Assyrië. Zeer zeker is onze kennis van
hun geschiedenis en cultuur veelszins nog
onvolledig, en kan men nauwkeuriger ken-
nis daarvan eerst verwachten van de ontcij-
I fering van 't hieroglyphenschriit en van do
resultaten van nieuwe opgravingen, maar
wat wij van hen welen, geelt ons hét recht
hen de derde groote cultuurmacht van het
oude Oosten te noemen Moge de tijd spoe
dig komen, dat de internationale verhou-
I dingen van onzen tijd zéé verbeterd zijn,
dal wederom, als voorheen, geleerden van
alle volken zieh eendracRtig wijden aan dc
onderzoekingen op dit schoone, zoo bij uit
stek vruchtbare studieveld I
Oud-Katholiek Ondersteuningsfonds.
Voor de Vereeniging „Oud-Katholiek
Ondersteuningsfonds" sprak hier in de
Nutszaat dr. C G. van Riol, Oud-Katholiek
pastoor te Amsterdam, over het onderwerp
„De Crisis van het Christendom". Spreker
begon met te wijzen op het eindkarakter,
waardoor onze lijd zich kenmerkt. Het
sociaal-economische leven, de sociaal-demo
cratie en ook het Christendom draagt den
stempel van h»t einde. Dit eindkarakter is
I voorat aan het licht getreden door den we
reldoorlog. De geheele Westersche bescha
ving en met haar hel of f icieele Christen
dom, dat met die beschaving was samen
gegroeid, wentelt zich in een crisis, zooals
nooit te voren. Waardoor is de crisis van
het Christendom te voorschijn geroepen?
Niet door den slrija van het materialisme
en atheïsme tegen het Christendom. Niet
door den strijd tusschsn het orthodoxie en
j liberalisme in het Christendom. De crisis is
acuut geworden aan de moraal van het
Christendom. Tegenover de groote sociale
i bewegingen, die getypeerd worden door de
woorden: machine, industrie, kapitaal, ar
beid, socialisme, communisme, wereldver
keer, etc., is het kerkelijk Christendom in
leidende, stuwende kracht te kort geschoten.
Het miste de grootheid van geest om dio
sociale bewegingen aan zijn levenswelten
le onderwerpen. De afgoden van den Mam-
mon en het Egoïsme ontvangen nog dage-
I lijks van het Christendom hun offeranden.
Geweldpolitiek wordt door de Christelijk-
heid met kerkelijken zegen gesanctioneerd.
Buiten de muren van het Christendom ziet
men allerlei ideëele stroomingen: theoso-
phie, christian-science, blijde-wereld-bewe
ging, Bilthoven-beweging, voorgestaan door
ernstig-willende en weldenkende mannen,
die streven naar de verwezenlijking der
zelfde idealen, die het Christendom huldigt:
broederschap, rechtvaardigheid, liefde en
vrede.
En het Christendom is niet bij machte die
stroomingen in zijn bedding te leiden. Het
is in zijn dogmatisme verdord. Het heeft
zich aan de wereld eu aan machten der we
reld kapitalisme, manmonnismc, chauvi
nisme, militarisme, verkocht. Het we-
reldoverwinncnd geloof is zelf overwonnen.
Waardoor kan die crisis overwonnen
wonden? De Christu3 moet weer levend
worden in de Christenheid. Zijn Godsrijk-
gedachte moet weer doerdringen. Het Chris
tendom mag geen vrede hebben met de
wereld. Oorlog, concurrentie, zonde en nood
zijn niet noodzakelijk; dc wereldchaos is
niet door God gewild. Christus is gekomen
om deze te overwinnen. Zijn Rijk zal door
breken en do wanorde in orde herscheppen.
Daarom luidt het parool der uitredding:
Christus voor allesl Zijn geest van gerech
tigheid, van broederliefde en vijandslicfde
moet de eenigo. stuwkracht zijn In politiek,
«k handel, in huisgezin, in hot individueele
BINNENLAND.
Voorloopig Terslag der Tweede Kamer in>
take een rijwielbelasting.
In de Tweede Kamer heelt mej. Groene-
weg een motie ingediend om de rechtspositie
van ds vrouwelijke Rijksambtenaren bij de
wet te regelen.
De afwijkende regelingen betredende het
hnnrpeil der woningen, bedoeld bij art. 7
der Wet van 2 Jnni 1923, worden voor Am»
sterdam met 1 Mei o.s. Ingetrokken.
Den 3den Maart vertrekt Z. K. H. de
Prins naar Spanje.
In Maart zal gemiddeld 75.000 L. melk
per dag door ons land aan Dnitichland
worden geleverd.
BUITENLAND.
Hel oonflict in de Engeltche havens ie bij
gelegd door een toegevea der werkgevers.
Onrast in Frankrijk en België over het
dalen van de irano.
leven. Boven vaderland en nalie, boven
huisgezin en Kerk gaat het Rijk Gods. Ern
stige conflicten zulbn voor den waren
Christen daaruit geboren worden. Conflicten
met het militarisme, niet de slaatsverafgo-
ding, met het „kapilalismo", met het brutale
egoïsme, mpl het gevoeglijke slcurlevcn,
met het voordeelige zakenleven. Die conflic
ten zullen zware offers eischcn. Doch alleen
hel offer wint de wereld.
Ned. Ter. tot Afschaffing van
Alcoholh. dranken.
Gisteravond hield dc Leidsche afdeeling
van bovengenoemde Tereeniging een feest-
avond in den foyer der Stadszaal.
j Ongeveer te kwart over achten opende
de voorzitter, de heer Uosrna, dc vergade
ring. Na eerst dank gezegd tc hebben aan
de tooncelvereeniging „D. O. S." en bel
L. S E. „Sappho" voor hun bereidwillig
heid, om dezen avond mee te doen helpen
slagen, leidde hij met een enkel woord den
spreker, den heer P. v. d. Meulen, uit
Utrecht, in, die het dezen avond zou hebhen
over zijn reis naar Amerika, die hij maakte
ter besludecring van de werking van het
tapverbod Alvorens over te gaan tot het
eigenlijkp onderwerp, meende de heer Van
der Meulen, daar hij te Leiden sprak, een
woord to moeten wijden aan liet adres van
den Leidschon professor dr. Storm van
Leeuwen, die in een elders verschijnend
blad artikelen schreef ten bate van het
drank-kapitaal, waarin hij o.a. sprak van
ballonnetjes-oplaten der Plaatselijke-Kcuze-
menschen. enz.
Spreker zeidc: Zoo'n man, die van dit
gebied als het alcoholvraagstuk, niet ineer
weet dan de eerste de beste plattelander,
moest zwijgen. Wij, drankbestrijders, heb
ben jaar in jaar uit onze kracht cn onzen
tijd gegeven aan den strijd tegen het alco
holisme, en niemand van ons denkt er over
iels te vragen voor don gedanen arbeid: zie
naar de reusachtige betooging voor P. K. in
Den Haag, waaraan 4500 mensehen hun
tijd gaven om te demonstrceren tegen den
alcohol, alleen uit liefde lol de zaak, en
iemand, die zijn pen geeft voor zoo- en zoo
veel per kolom, durft zoo kleincerend 19
spreken!
Tot het eigenlijke onderwerp gekomen,
zei spreker, dat het alcoholverbod in Ame
rika niet uit de lucht is komen vallen. Door
harden en langdurigen strijd is het gelukt
het Ainerikaanschc volk wakker te krijgen.
Reeds in 1774. op do eerste vergadering van
dc 13 eerste staten, werd reeds gesproken
over een alcoholverbod. Telkens en telken»
werden voorstellen voor het verbod afge
stemd, totdat de invoering aangenomen
werd met overweldigende meerderheid. Er
was een onzichtbare macht, die tegen
werkte, maar door een enquête wcnl deze
ontdekt. Die vijand was het drankkapitaal,
dat ook geprobeerd had, om te beletten, dat
de vrouw liet stemrecht kreeg. Nadat eerst
26 landen liet vrouwenkiesrecht hadden in
gevoerd, kreeg men het pas in Amerika.
Slaven kregen zelfs het kiesrecht, doch de
vrouw niet. En wat is nu de uitwerking
van het verbod in Amerika? Waren er hee-
lemaal geen dronkaards?
De heer Tan der Meulen vroeg aan eenig»
Amerikaanscbe autoriteiten, hoeveel pCt.
van de menschen zii dachten, dat er waren
die nog dronken. Sommigen antwoordden
10 pCtweer anderen 20 pCt., liet meest
was 30 pCt. Dus 70 pCt. minder dan vroe
ger. Een verbod wordt steeds overtreden.
Ook in Amerika. In verschillende wijken
van New-York was spreker geweest cn had
zich verhaasd over de keurige kleeding en
bedaarde houding der menschen in 'lc ze lfs
vroeger zoo beruchte buurten.
Er zijn geheime kroegen, er wordt nog stil
letjes wel gedronken, doch langzaam maar
zeker gaat de alcohol geheel verdwijnen.
Ook moet men in oocenschouw nemen,
dat in de stad New-York, waar 6.000.000