De Onzichtbare Hand. No. 19614. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 16 Februari. Derde Blad. Anno 1924 Zeden-Verbastering. TWEEDE KflSSEB. FEUILLETON. jjgj BUITENL. WEEKOVERZICHT. Spoed en nog eens spoed is al geruimen tijd het wachtwoord in de politiek, die een •ii.de tracht to maken aan de ontreddering jran ons werelddeel. Gelukkig begint liet er •enigszins op te gelijken, dat cr eindelijk »on» let9 zal gebeuren in plaats van aller- iri leuzen-aanhefiing en wat dies meer zij. Dit door den drang der omstandigheden. De Duitsche rente-mark die door de goud- mark moet worden vervangen begint n.l. af te brokkelen en ook de Fransche en Bel gische franc dalen en dalen; de Fransche al beneden de 12 cl., de Belgische tot even boven een dubbeltje, 't Is weer eer.s een be wijs te meer, dal momenteel niet de poli tiek maar de economie liet eerste en laatste woord heelt ie spreken! Alle pogingen, om daaraan te ontkomen, lijden hopeloos schip breuk en moeten dat doen. Was men daar van maar eerder en meer overtuigd ge weest Het afbrokkelen van de rentemark heeft pok de eerste commissie der deskundigen onder leiding van den Amerikaan generaal Dawcs tot haast aangezet en men schijnt hel met dc Duitscliers vrijwel eens te zijn geworden over een soort emissiehank, die aüeen in details nog in elkaar zal moeien worden gezet, hetgeen to Tarijs zal plaats vinden, werwaarls de commissie reeds weer is vertrokken. Van Duitsche zijde schijnt men alle medewerking tc hebben verleend. Met het opmaken van het rapport aan de Commissie van Herstel waaronder beide deskundigen-commissies immers ressortee ren zal spoed worden betracht en uil Amerika komen hoopvolle klanken len aan zien van een financieelcn steun om Europa pp dc been te helpen. De plannen van het kabinet Poincarê om de franc te stabiliseeren maken in de Ka mer een halsslarrigen strijd door. Tot dus- Ver is het succes altijd nog aan de zijde der regrering, die telkens en telkens de kwestie Van vertrouwen blijft stellen en het laat zich aanzien, dat de voorstellen er tenslotte ko- ïnen zullen. Of het dan echter nog baat zal gever,, dat is een tweede. Men begint in Frankrijk de vicieuse cirkel te ontwaren, zooals men die van Duilschland heeft iec- 'ren kennen: Daling van het betaalmiddel in waarde prijsverhooging looneischen wat als van zelf voert tot inflatie en dan is t' heelemaal uit. Door de zwaardere be lastingen enz. zal dat eerder in de hand dan worden tegengewerkt. We vreezen voor het Fransche volk, dat lijn ontwaken uit den droom, waarin regee ring en pers het vanaf den wapenstilstand hebben gehouden, allersomberst zal zijnl >i Te verbazen is het zeker niet, dat in deze Smstandigheden Poincaré bereid blijkt, om heel wat water in den wijn tc doen tegen over John Buli's verlangens. Ovcr-duidelijk hoever de Fransche premier zal willen gaan, is het nog niet, maar dat hij conces sies wil doen, dat is zeker. Trouwens, de eerste zijn al gedaan. In de Palis zijn de separatisten los gelaten door dc Franschen. Hadden zij. voor zij daartoe overgingen, nu maar gezorgd voor een aftocht der on derdrukkers, maar zij hebben dezo gehate usurpators plotseling hun steun onttrokken. Het het gevolg, wat niet kon uitblijven: de bevolking, dol van woede en haat is losge barsten als wilde verscheurende beesten, 't Is als het ware eens een klein staaltje, Waartoe opgekropte woede leiden kan Door een en ander is de definitieve regeling ;Van het Palis-vraagstuk evenwel niet be vorderd, helaas. Thans hoort men opnieuw don Volkenbond noemen ais vredestichlcr, i,waaraan Marianne eerst niet wilde, zooats men zich zal herinneren. En dan is het con- ,flict inzake de Brilsche zone tot een bevre digende oplossing gebracht. Frankrijk heeft thans de regeling, die ze aanvankelijk wei gerde, goedgekeurd. Wat verder nog zal worden toegegeven? Mc Donald voert een doelbewuste politiek zonder uiterlijke agressiviteil, maar Toin- carè voelt toch wei, dat van die zijde geen Wijken is te verwachten. Engeland hernam 'zijn plaats in de poliliek, waarvoor dat 1 dient erkend de gelegenheid op dit oogenblik wel bijzonder gunstig was. De nieuwe Engelsche premier zegt liet fluwce- lig, maar misverstand is toch uitgesloten. (Geruchten, dat hij reeds overwerkt zou zijn tengevolge van een combinatie van het pre mierschap met de portefeuille van builcnl. zaken zijn nog niet bevestigd, t' Zou voor de arbeidersregeering in Engeland een zware slag zijn, daar voor buitenl. zaken moeilijk een plaatsvervanger schijnt te vin den, terwijl bovendien het eerste optreden van het kabinet Mc Donald een succes is geweest De rcgeeringsrerklaring was zon der ballast samengesteld cn zoo, dat daar tegen geen ingrijpend verzet is losgekomen, dal zij zelfs vrij algemeenen bijval vond. Het eenige gevaar, dat cr dreigt voor liet ministerie Mc Dor.ald (afgezien van toene mende onrust in de arbeiderswereld door looneischen etc.) is voor het huidige oogen blik de historic van Poplar, waarin minis ter Wlieatlc-y een beslissing gaf, die voor de gemeenteraden de gelegenheid opent voor eigenmachtig optreden inzake de werkloos- heidsuitkeeringen, iels, waartegen zoowel liberalen a's conservatieven in oppositie zijn. Weet de rcgcering hieraan echter liet cachet van principieel verschil te ontne men en daartoe zullen de liberalen wel wil len medewerken, dan is het gevaar voorbij. Alleen bij een volum van wantrouwen of bij een afstemming bij een principiecle kwestie zal immers liet ministerie heen gaan, gelijk moeilijk anders kan, waar het toch een minderheidskabinet is. Mc Donald's eerste daad op buitenl. ge bied, dc erkenning van sovjet-Rusland, heelt het gevolg gehad, dat wij voorspelden. Het is een run geworden, om er het eerste bij te zijn cn niet achteraan te komen. Ita lië, Noorwegen rn Oostenrijk volgden en met Engeland, Duilschland en de Oostzec- staten mee gevoelt sovjet-Rusland zicli thans zoo lekker, dat het voor verdere er kenningen blijkbaar niet meer lot conces sies bereid is. Of Amerika daarop geen uit zondering zou maken, zoo men daar lot er kenning bereid bleek? Wanneer Sovjet-Rusland voet bij stuk houdt, wordt het voor de andere landen een een leclijk ding, speciaal voor Frankrijk, dat immers het moest is geïnteresseerd bij de oude leeningen van Rusland! Maar geluk kig wordt meestal de pap niet zoo heet ge- gelen als ze wordt opgediend. Gelukkig, want we meenen, dat ook hier te lande nog wel eenige Russen zitten (Van onzen Parijschen Correspondent). (Nadruk verboden). Parijs, 5 Februari, De wellevendheid „L'Art do Savoir- Vivre" heeft in de- laatst© twintig jaren een omwenteling ondc-rgaan, niet kleiner dan di© welke tevoren twee eeuwen eischtc. Stellig zouden do jonge vrouwen van onze dagen het uitproesten van het ladhen, zoo ze nog wel eens een blik wierpen in dc ge schriften van Mme. do Genlis, Mme. (Jam- pon of Mme. Millet-Hobineton zelfs hand boeken van recenter datum als dat van barones Staff of van do vicomtossc dc Tra- mar doen on20 jongere iijt&enooten scha teren. De gedachte, dat een jonge man von huwbaren leeftijd zijn avonden doorbracht ia gezelschap van een rookeode vrouw, zou onzen mooders de haren hebben dóen te berge rijzen. Tooh zijn haar kleindochters - en niet alleen in do Parijscho society de voornaamste afneemsfcers van de blonde tabak, en als mijn vrouw op een 6oiree oen pijp rookte, zou niemand een stuip or vun krijgen... Treed eon naton binnen: alle vrouwen zitten met de beencn gekruist over elkaar zoo ze niet achter over in een fauteuil liggon en haar kou senbanden laten zion. Ik durf niet zeggen, waar onze moeders zouden denken verzeild te zijn goraakt, wanneer zo eens de ge sprekken konden afluisteren, welke men thans hoort aan elk diner in dc kringen, die doorgaan vocht do beste van Parijs... En heb het hart niet een aanmerking te maken. Men scheldt u uit voor oen stijven zedepreker, oen zuurpruim, dio honderd jaar ten aohter is bij zijn tijd, en men keert u den rug too. Mijn üochter, aan wie ik zekere ongemanierdheden van gebaren rn van taal verweet, antwoordde me„Neen, papa, zoolang ik niet in gezelschap mijn vinger in mijn neus steek, heeft u niet het recht iets op mijn houding aan te mer ken." Do arbeid in do hospitaion heeft aan onzo jongens cn meisjes gewoonten bijge bracht als men vóór don oorlog nauwelijks kende op den Zeedijk of in wijlen dc Zand straat. Ik ben oprecht cr van overtuigd, dat dc kern oven goed is als vroegerdoch ah het zoo doorgaat, zal ook deze eindigon met te worden aangetast. De vergroving en verwildering der zeden moeten op den duur een demoraliseerenden invloed heb ben op het ras. En nu spreek ik nog niet eens van onze „garr-onnes." Het zou betrekkelijk gcmakkellijk zijn, tegen dit alles in te gaan, als wij allen slechts ernstig wilden, en ipder onzer cr voor waakte, dat de toegang tot het huis gesloten bleef voor individuen^ die niet eon zekero zelfooiitróle aan den dag leggen in hun spreektoon en q lrun gedrag. Doch wij zijn bang te worden uitgescholden voor achterlijk en ouderwetsck .Wij missen den moed, buiten3porighcdon to onderdrukken en laten hot sans-gên© voortwoekeren nan onze eettafel en aan onzen haard. net treurige cn absurde is, dat dit sans-gèno zieh aan ons opdringt als... bon ton. De wereld-waar-mon-zich-vervcclt cul tiveert het, in een wisselwerking van on deugd cn degeneratie, net is sjiek, het ,s mode: ruw en lomp en ongepast te zijn, en taal uit te slaan erger dan van 'n pol derjongen. Wie zou, wanneer hij zich In troduceert met zulk ecu visitekaartje, den vijand durven beletten binnen to komen?... Het is in deze stad dio eenmaal den toon aangaf op het gebied van elegantio en welgemanierdheid een epidemie, wel ke voorlvreet van boven naar beneden Dp den maatschappelijken ladder. In do kno ken der kleine burgerij zijn de goede ma nieren het langst blijven voortleven. Te genwoordig zoekt men ze ook daar meestal tevergeefs. Het onbeduidendste burger- manskind décolleteert zich tot in do lenden. Verleden week dineerden wij bij baro nes Matbicu. Zij is" thans een „grande dame", na begonnen te zijn als petite femme Zij wil, dat mon zich bij haar „op zijn gemak" gevoelt, ©n dank zij do midde len, welke zij daartoo aanwendt, hangt er over al baar recepties oen gegeneerdheid zoo zwaar als lood. Onder de gasten waren dien dag een maarschalk, een bisschop, een minister, ©en academicien ©n verschillende andcro mcnschon van eerste klas standing. Daar de gastvrouw beweert een hekel to hebben aan koude drukte ne pas faire de chi- ohis", noemt zij dat zei ze, toen de maitre d'hotel kwam mededoelen, dat Ma dame la baronne servie" was: „Bij mij gaat iedereen zitten waar hij wil, ik ben er op gesteld^ dat de tafelburen met el kaar sympathiseercn." Men glimlachte. Sommigen vonden het gedurfdanderen amusant... Wat er gebourde, had ik voor uit zien aankomen; eeh hoogst respect-a bele, bejaarde dame zat, alleen, nan het benedeneinde der tafel, tusschen twee leego stoelen, welke op bet laatste oogenblik bezet werden door ttéa aar overgeschoten jongelui, weinig ingenomen met dit gezel schap. Een van de dames veroorloofde zich, fluisterend, een bescheiden opmerking,. Doch onze gastvrouw haalde de schouders op en antwoordde: „Du moment qu'on rl- golcl" Hetgeen in goed Hollandsch onge veer is weer te geven met „Als de lui maar lol hebben. Baron Mathieu heeft vor-reikende aspi raties do bisschop zoekt in dit milieu ik weet niet wat; de maarschalk weer iets anders (misschien een nieuwen oorlog) dc academicien vindt het charmant en gaat een roman schrijven, dio speelt in de groot wereld. De minister rookte door zijn neus, en een onlangs tot „femme du mond©" be vorderde „elegant-©" speelde ©en partijtjo poker met twee harer ringen als inzet, tot, op bet laatsto oogenblik, Miohaud, do au tomobiel-fabrikant, haar tien-duizend frc»r.s overhandigde cn dc ringen in zijn vestjes zak glijden liet... .Dezo ze don verbaste ring is niet het pre rogatief van oen bepaald milieu. Min of meer is zij binnengeslopen in alle kringen. Zij komt tot uitdrukking in den opbloei van gedurfde en meer-dan-gedur£de ro mans, welke de uitstaltafels der boekwin kels overdekken, en dio zich dit is he» ergste aandienen als zuivero literatuur en ook door zeer velen als zoodanig wor den behandeld; zij komt tot uitJrukcing in de brutale annonces op dc achterpagina's van „La Vie Parisiennc" en „Le Guignol déehainó", ja, meermalen in de hoofdarti kelen en reclitszaalvcrslagen van bladen die als uiterst fatsoenlijk staan aange schreven en die men in bijna elk dames- boudoir vinden kan. Onder het mott-o, dat Frankrijk kinde ren nocdig heeft en dat er gedoeltelijb tengevolge van den oorlog zooveel jon- gemeisjes ongehuwd blijven, heeft een zeker deel van do Fransche peis zich aan het prediken van... polygamie (vcclwij verij) gezet. Aan den ingang van het Bois do Boulogne, aan de aristocratisch© ave nue de^Neuilly leeft ccn jonge, gefortu neerde Parijzenaar op z'n Turksoh met oen barem. De blad6n hebben er uitvoerig melding van gemaakt; zij geven volc de tails, cn stellen het leven van deze men- sohen hoogst aanlokkelijk voor. Sommigen moedigon aan tot navolging, waarschijnlijk in de hoop, daarme© soldaten te bezorgen aan de groot-industrio van om en bij 1950. Een publicist van naamGeorges An- quetil, heeft een boek geschrevenLa Mai- tresse legitime, waarvan meer dan 300.000 ex. verkocht werden in enkel© weken tijds De titel zegt voldoende. Openlijk en met den nicestch ernst hamert hij cr op, toJ- kens weer opnieuw in allerlei geschriften: do wetgever moet de strafbaarheid der bigamie opheffen; wanneer zoo roept hij uit zal er een Kamerlid opstaan, om dit van den minister te vragen?... Zijn zienswijze vindt aanhang het valt met t© loochenen. Zelfs is er dezer dagen te Mctz een jury zoo ver gegaan, iemand vrij te sprokeq, die een tweede huwelijk had gesloten terwijl het eerste nog niet ont bonden was. Wij leven in een periode van degenera tie cn amoraütcifc. Het is een kwaal waar aan goheel Europa sukkelt, doch in een grooto stad als Parijs vinden do mikroben dezer besmettelijk© zedelijke zickto nog vruohtbaarder terrein dan elders. Zal de patiënt zioh herstellen, of zal hij ten laatste cr aan sterven? Er zijn er, die antwoorden: het is een voorbijgaand ver schijnsel, dat wij na clkcn oorlog hebben waargenomen. Anderen cohter zien den toestand veel erger in. Het Frankrijk van onze dagen zeggon zij is het Grieken land na den strijd tegen Rome, het is Rome na zijn krijg tegen do Galliërs cn Germanen... het. is do geschiedenis, welke zich eeuwig herhaalt: do Beschaving, ver dorrend c-n uiteenvallend als een uitge bloeide roos, terwijl daarnaast, op een and ore tak, de knop van een nieuwe cul tuur zioh glorierijk ontplooit. LEO FAUST. (Zitting van gisteren') Staatsbegroting 1924. De algemeene beschouwingen worden voortgezet. Da heer RUTGERS (A.-R.) zegt dat feite lijk alleen de linanciecle plannen aan de orde zijn. Het doel daarvan is het sluitend rnaken van de begrooting. De oppositie heelt daarbij een benijdenswaardige positie om dat er alle aanleiding voor kritiek is. De details der plannen zijn eigenlijk niet aan de orde. want zij komen pas bij de hoofd- slukken, maar er is tocli reeds stof genoeg voor uitvoerige bespreking, omdat een deel niet onder wetten valt. De oppositie biedt een bepaald front niet aan. Het program der regecring geeft niet precies aan wat zij wil bereiken De onderdeden zijn voor wijziging vatbaar, trouwens reeds was voorbehoud ge maakt bij hel aangeven der totale bedragen die men op verschillende punten wil bezui nigen. Trouwens het overleg met de Kamer ia noodig. alvorens definitief kan worden beslist. In de kritiek op het linanciecle plan der regeering i3 veel onbillijks. Onbillijk is het de regeering gemis aan vastheid van lijn te verwijlen. Er is geen rechte lijn le bespeu ren, want liet plan beslaat uit kleine doelen. Spr. vraagt eenige inlichtingen over da daling van hel lekoit van 110 millioen lot' 130 millioen, gelijk in do millioenen-nola is aangegeven. Ilij juicht het toe dat bij voor keur op de gewone uitgaven wordt be spaard. Ook op de defensie-uitgaven wordt bezuinigd: een vergelijking met de cijters dezer begrooting met die van 1913 is zelfs zeer gunstig voor de bezuiniging. Over de bezuiniging op het onderwijs valt meer te zeggen, omdat daarvoor reeds oen maatregel is genomen, n I. de verhooging van den toc- latingslceflijd. Maar hel wetsontwerp dai daarop betrekking heelt, zal spoedig aan de orde komen. Do molie-Troelslra betreft ook dit algemeene punt. Wat de heer Troelstra wenselil, is reeds eerder geuit ook door der rechterzijde, maar toen was de stemming in de Kamer nog niet zóó dal men dit wilde aanvaarden. Spr. gaat dus vèr met den heer Troelstra mee, maar de bedoeling der motie is om uitstel te krij gen van de bezuinigingen en dat kan spr. niet toestemmen. Ilij heeft vertrouwen in do regeering en gc-luoft dat geen vitale belan gen zullen worden geschaad. De lieer KETELAAR (V.-D.): Heeft u dan de voorstellen nog niet bestudeerd? De heer RUTGERS (A.-R.): Ik kan wach ten tot hot onderwerp aan do orde is. Het onderling overleg zal dan te hulp komen. Vervolgens bespreekt hij do salariskwes- lic. Onbillijk is de kritiek op de Regcering ter zake van dit punt. Art 40 geeft een alge meene bepaling en de erkenning van het individueele recht van de ambtenaren zou moeilijkheden brengen. Het is een regeling van publieke rechten die do overheid op oen bepaald moment gewenschi aclilto, maar dal beteekent nic tdat dc overheid onveran derd blijtt in haar opvatting. Hier hangt alles af van de opvatting die de Regeering heeft van de verhouding van de ambtenaren lot haar. Ec-n georganiseerd overleg heelt geen be voegdheid maar heeft alleen adviezen en de verantwoordelijkheid der Reg. verandert niets door het overleg. Vandaar dat de Re geering zicii nimmer op dit overleg kan be roepen, maar dat zij zelfstandig heeft te be slissen. Een obstakel als art. 40 mag de vrij heid der regeering niet binden; dit artikel is een juridische fout. Met do voorstellen der Regeering gaat spr. tnedc. Ilij hoopt echter dat ook niel vergoten zullen worden do Zondagswet, de Begrafeniswet, en de afschaffing der Staats loterij. De lieer J. TER DAAN (S.-D.) houdt eenige linancioelo beschouwingen. Hij verwijt de Itegeering oen slordigen opzet der mil- lioenen-nola. De Itegeering geeft afgeronde bedragen, maar geeft niet aan hoe die pre cies zijn te verhalen. De sociale hervormin gen worden eenvoudig uitgeschakeld en pro ductieve werken word-n niet meer aange pakt. Voor woningbouw is geen geld meer, maar de zeven ton van de Staatsloterij kan men missen. De salarissen van de ambte naren zijn naar zijn oordeel beneden de koopkracht van 1911 en het gaaf dus niet aan deze te korten. Opheffing van art. 40 acht hij een schromelijke onbillijkheid; het zou een schending van een belofte zijn en het vertrouwen in de overheid zou er door geschokt worden De vermindering van den slcun aan de Invaliditeitswet acht hij ook slordig opgesteld. Het is weer niet duidelijk wat men er mee doen wil. Dc bedoeling is geweest op den duur de rcnlo te verhoogen cn dat zal in elk geval onmogelijk worden. De gemeentebesturen zullen ook de dupe worden van de bezuinigingen omdat de exira-uilkeering zal achterwege blijven. In plaats van de voorgestelde belastingen wcnschl hij luxe belastingen, progressie in de bedragen voor meubilair, dicnslboden cn paarden in de Personeele belastingen gelijk hij in 1919 reeds hepft voorgesteld. Na 1918 zijn nog ontzaglijk veel mil- 'iocnen uitgegeven voor militaire uitgaven en dat gaat nog steeds voort. De totale oor logswinst die in Nederland is gemaakt is vier milliard gulden en nog zuchten wij onder dc crisisschuld, lfcffingen-in-eens zijn altijd afgewezen. Sjirckcr meent, dat, had de regeering dö heffingen in eens geaccepteerd, zij nu niet in de malaise zou hebben gezeten. Do heer FDESKENS (R.-K.) vreest, dat Door DOUGLAS VALENTiME. Schrijver van „De man met den Klompvoet". Geautoriseerde vertaling van W. E. P, (Nadruk verboden). 16) Hij liep naar een van dc auto's, die builen üc herberg wachtten, zei enkele woorden tot den chauffeur en stapte in. De chauffeur maakte den motor op gang en weldra snorde de auto langs het modderige pad naar den groolen weg. De chef keek hem aan. „Wel", mompelde hij in zichzelf. „Ik heb hem nogal hard de waarheid gezegd, maar hij nam het op als een kraan. Ik geloof, dat hij haar toch nog zal vinden I" Hij schudde wijsgeerig het hoofd en liep 1 Joen door, den tuin ia. HOOFDSTUK XXUI. Mevrouw Malplaguet gaat den keidei in. In het riddertijdperk moeten dc vrouwen iWe. van sterker materiaal zijn geweest dan (ie meisjes van den tegenwoordig.-n tijd Ten - minste in verhalen uit de middeleeuwen lezen wij van schoone vrouwen, die na Overweldigd te zijn door een heersehzuc'htiz minnaar, en dertig o! veertig mijlen op zijn «edel le zijn meegevoerd, toch in slaat wa ren te verschijnen, koud, maar stralend van schoonheid, op een middernachtelijk brui- "dsfeert en den daarop volgenden maaltijd. Maar dit verhaal speelt in den tegenwoor- digen tijd. den tijd van spanning en van groole snelheid. Hoe sterk en dapper Bar bara Mackwayto ook was, toen zij half ge smoord was en met geweld in den kelder van de Dyke Inn was geworpen, werd de inspanning haar te sterk en zij ontweek de moeilijkheid van haar toestand in te zien door eenvoudig flauw to vallen. Zij wist later niet, wanneer zij precies weer bij bewustzijn kwam. De keider was donker, maar die duisternis was niets, verge leken bij de duisternis van haar geest. Zij lag daar op het vochtige, beschimmelde stroo nauwelijks in slaat, maar ook niet eens ver langend, om zich te bewegenvolkomen uit geput door alles, wat haar was overkomen. TVas dit nu het eind van haar prettig tochtje naar buiten, waar zij met zoo'n genoegen een paar uur geleden op was uitgetrokken? Zij trachtte zich voor te stellen, dat binnen een honderdtal mijlen politie-agenten en taxi's en lichten pn alle leckenen van onze tcgonwoordigo beschaving zich bevonden; maar haar gedachten keerden altijd weer, met steeds meer afschuw, terug naar dien kleinen man met het vaalbieeke gelaat in de kamer daarboven, naar het gezicht van Nur-el-Din, donker en verwrongen van hartstocht Een licht, dat op de trap naar den kelder viel, trok haar aandacht. De vrouw, die zij eer gezien had cn in wie zij nu Marie her kende, de kamenier van de danseres, kwam naar beneden met een blad in de hand. Zij zette hel blad op den grond zonder een woord le zeggen, ging toen weer de trap op en haaide de lamp. Dezo zelle zij naast het blad en daarna knielde zij neer en sneed dc touwen, waarmee Barbara's handen en voeten gebonden waren.. atv „Zie zoo, mademoiselle", zei ze, met een zucht overeind komend, „hier is uw souper!" Zij trok een vuile kist uit een hoek van den kelder en zette het blad daarop. Terwijl Barbara een stuk brood at en de thee dronk, lette de kamenier nauwkeurig op haar. De thee was heet en sterk en dat deed haar goed. Haar gedaenten schenen er hel derder door le worden, want haar geest be gon zich bezig te houden met het vraagstuk hoe zij kon ontsnappen uit dezen ellendigen toestand. „Mademoiselle is een beeije te knap ge weest, hè", zei de kamenier met een val- schen, zijdalingschen blik, „zij wou ma dame berooven, nietwaar? Zij wou voor spion spelen, hè? Eh bien, ma petite, je zult hier blijven totdat je zegt, wat je met de doos van madame gedaan hebt!" „Wat praat je toch van dc doos gcslolen!" wierp Barbara tegen ,,A!s ik je nu zeg, dat ik er niets van af weet. De doos werd mij ontstolen door den man, die mijn vader doodde. Meer weet ik niet. Je zult toch zeker niet denken, dat ik meegeholpen zou hebben mijn vader" haar stem trilde te dooden, om een zilverc-n doosje in bazit te hebben, dat voor mij hoegenaamd geen be- teekenis heeft". Mario lachte cynisch'. „Ma foi", riep zij uit, wie eenmaal spion is, slaat voor niets! Maar lions, daar is ma dame!" Nur-c!-Din kwam voorzichtig de trap af, de man met het gele gezicht achter haar. Hij had een pistool in de hand. De danseres zei enkele woorden in het Franse-li legen haar kamenier, die het blad opnam en heenging. -,Ku, mademoiselle", zei Nur-el-Din, „je ziet dit pistool. Rass hier zal het gebruiken, wanneer je een poging doet le ontsnappen. Je begrijpt me, nietwaar? Ik ben gekomen om je een laatste kans te geven orn mij te zeggen, waar'je mijn doos hebt gelalc-n. Barbara keek de danseres wantrouwend aan. „Ik heb u al verteld, dat ik er niets van af weet. Als iemand er iets van weet, zou u het zelf moeten zijn „Quoi?" riep Nur-cl-Din in ongeveinsde verbazing uit: „comment?" „Omdat", ging Barbara voort, „een lange, zwarte haar van u klaarblijkelijk werd gevonden, die tusschen de louwen geraakt was, waarmee ik werd vastgebonden. „Tienslzei de danseres, en haar zwarte oogen worden groot van verbazing, „tiensi" Een korten tijd stond zij zwijgend, in ge dachten verdiept. De man, Rass, luisterde plotseling scherp aan de trap en zei iets tegen Nur-el-Din in dezelfde vrc-emde taal, die Barbara hen al eer had hoeren spreken. De danseres maakte een gebaar om hem te beduiden stil te zijn. „Hij heeft bij mijiftoileHafel geslaan dien avond", momjrelde zij in het Fransch, meer in zichzelt dan tot de anderen; „dan was hij het dus, die het deed!" Snel zei ze tot Barbara: „Die man, die je vastbond.... h'eb" je dien gezien?" Barbara schudde ontkennend hel hoofd, „fk kon niets zienik weet zeifs niet eens, of het een man was. Hij pakte me zoo on verwachts bec-t, dat ik in de duisternis niets kon onderscheidenhet kan evengoed een vrouw geweest zijnzooa's u zelf bijvoorbeeld, voor zoover ik weel!" Nur-el-Din sloeg de handen in elkaar. „Dan was hij het dus zelf", fluisterde zij, „ik had het wel kunnen welen. En Joch heeft hü het Aief b'0*'"- Zware voetslappen klonken in de kamer daarboven. Rass riep haastig iets legen de danseres, duwde haar het pistool in de han den cn rende de trap op. Het volgende oogenblik klonk een luide knal, gevolgd door den plof van een zwaar lichaam, dat neerviel. Ergens in een van dc kamers boven gilde een vrouw. Nur-cl-Din liet liet pistool vallen en sfocg de handen voor het gezicht. Twee mannen verschenen boven aan de keldertrap. Da een was Slrangwise in uniform, de ander was Bellward. „Ze zijn allebei hier", zei Slrangwise over zijn schouder tot Bellward. ,,0, Goddank, dat u gekomen isl" riep Barbara en zij liep naar het ondereind van de trap. Slrangwise vloog langs haar heen en greep Nur-el-Din bij den arm. „Breng haar naar boven", zei hij snel lot Bellward, die achter aan kwam, „en sluit haar op in de kamer. Ik zal wei voor de rest zorgen. Miss Mackwayto", voegde Dij cr bij lot Barbara, „u gaat met ons meel" Barbara staarde in verbazing Bellward aan. Zij had nooit kunnen denken, dat een vermomming zóó volkomen kon zijn; ma joor Okcwood zie', cr uit als een lolaal ander mensch, dacht zij. Maar Bellward had de danseres bij beide armen vastgegrepen en duwde haar voor zich uit de trappen op Nur-el-Din scheen te veel overweldigd dan d,nt zij een woord kon uitbrengen. „O, wees niet zoo ruw met haar, majoor Okewood!' zei Barbara smeekend. ,,U zult haar pijn doenl" Zij stond met den rug naar Slrangwise, •oodttl .gii.fti.et kaa zien .welk £cn merk-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 9