De Onzichtbare Hand.
No. 19614.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 16 Februari.
Derde Blad. Anno 1924
Zeden-Verbastering.
TWEEDE KflSSEB.
FEUILLETON.
jjgj BUITENL. WEEKOVERZICHT.
Spoed en nog eens spoed is al geruimen
tijd het wachtwoord in de politiek, die een
•ii.de tracht to maken aan de ontreddering
jran ons werelddeel. Gelukkig begint liet er
•enigszins op te gelijken, dat cr eindelijk
»on» let9 zal gebeuren in plaats van aller-
iri leuzen-aanhefiing en wat dies meer zij.
Dit door den drang der omstandigheden. De
Duitsche rente-mark die door de goud-
mark moet worden vervangen begint n.l.
af te brokkelen en ook de Fransche en Bel
gische franc dalen en dalen; de Fransche al
beneden de 12 cl., de Belgische tot even
boven een dubbeltje, 't Is weer eer.s een be
wijs te meer, dal momenteel niet de poli
tiek maar de economie liet eerste en laatste
woord heelt ie spreken! Alle pogingen, om
daaraan te ontkomen, lijden hopeloos schip
breuk en moeten dat doen. Was men daar
van maar eerder en meer overtuigd ge
weest
Het afbrokkelen van de rentemark heeft
pok de eerste commissie der deskundigen
onder leiding van den Amerikaan generaal
Dawcs tot haast aangezet en men schijnt
hel met dc Duitscliers vrijwel eens te zijn
geworden over een soort emissiehank, die
aüeen in details nog in elkaar zal moeien
worden gezet, hetgeen to Tarijs zal plaats
vinden, werwaarls de commissie reeds weer
is vertrokken. Van Duitsche zijde schijnt
men alle medewerking tc hebben verleend.
Met het opmaken van het rapport aan de
Commissie van Herstel waaronder beide
deskundigen-commissies immers ressortee
ren zal spoed worden betracht en uil
Amerika komen hoopvolle klanken len aan
zien van een financieelcn steun om Europa
pp dc been te helpen.
De plannen van het kabinet Poincarê om
de franc te stabiliseeren maken in de Ka
mer een halsslarrigen strijd door. Tot dus-
Ver is het succes altijd nog aan de zijde der
regrering, die telkens en telkens de kwestie
Van vertrouwen blijft stellen en het laat zich
aanzien, dat de voorstellen er tenslotte ko-
ïnen zullen. Of het dan echter nog baat zal
gever,, dat is een tweede. Men begint in
Frankrijk de vicieuse cirkel te ontwaren,
zooals men die van Duilschland heeft iec-
'ren kennen: Daling van het betaalmiddel
in waarde prijsverhooging looneischen
wat als van zelf voert tot inflatie en dan
is t' heelemaal uit. Door de zwaardere be
lastingen enz. zal dat eerder in de hand
dan worden tegengewerkt.
We vreezen voor het Fransche volk, dat
lijn ontwaken uit den droom, waarin regee
ring en pers het vanaf den wapenstilstand
hebben gehouden, allersomberst zal zijnl
>i Te verbazen is het zeker niet, dat in deze
Smstandigheden Poincaré bereid blijkt, om
heel wat water in den wijn tc doen tegen
over John Buli's verlangens. Ovcr-duidelijk
hoever de Fransche premier zal willen
gaan, is het nog niet, maar dat hij conces
sies wil doen, dat is zeker. Trouwens, de
eerste zijn al gedaan. In de Palis zijn de
separatisten los gelaten door dc Franschen.
Hadden zij. voor zij daartoe overgingen,
nu maar gezorgd voor een aftocht der on
derdrukkers, maar zij hebben dezo gehate
usurpators plotseling hun steun onttrokken.
Het het gevolg, wat niet kon uitblijven: de
bevolking, dol van woede en haat is losge
barsten als wilde verscheurende beesten,
't Is als het ware eens een klein staaltje,
Waartoe opgekropte woede leiden kan
Door een en ander is de definitieve regeling
;Van het Palis-vraagstuk evenwel niet be
vorderd, helaas. Thans hoort men opnieuw
don Volkenbond noemen ais vredestichlcr,
i,waaraan Marianne eerst niet wilde, zooats
men zich zal herinneren. En dan is het con-
,flict inzake de Brilsche zone tot een bevre
digende oplossing gebracht. Frankrijk heeft
thans de regeling, die ze aanvankelijk wei
gerde, goedgekeurd.
Wat verder nog zal worden toegegeven?
Mc Donald voert een doelbewuste politiek
zonder uiterlijke agressiviteil, maar Toin-
carè voelt toch wei, dat van die zijde geen
Wijken is te verwachten. Engeland hernam
'zijn plaats in de poliliek, waarvoor dat
1 dient erkend de gelegenheid op dit
oogenblik wel bijzonder gunstig was. De
nieuwe Engelsche premier zegt liet fluwce-
lig, maar misverstand is toch uitgesloten.
(Geruchten, dat hij reeds overwerkt zou zijn
tengevolge van een combinatie van het pre
mierschap met de portefeuille van builcnl.
zaken zijn nog niet bevestigd, t' Zou voor
de arbeidersregeering in Engeland een
zware slag zijn, daar voor buitenl. zaken
moeilijk een plaatsvervanger schijnt te vin
den, terwijl bovendien het eerste optreden
van het kabinet Mc Donald een succes is
geweest De rcgeeringsrerklaring was zon
der ballast samengesteld cn zoo, dat daar
tegen geen ingrijpend verzet is losgekomen,
dal zij zelfs vrij algemeenen bijval vond.
Het eenige gevaar, dat cr dreigt voor liet
ministerie Mc Dor.ald (afgezien van toene
mende onrust in de arbeiderswereld door
looneischen etc.) is voor het huidige oogen
blik de historic van Poplar, waarin minis
ter Wlieatlc-y een beslissing gaf, die voor
de gemeenteraden de gelegenheid opent voor
eigenmachtig optreden inzake de werkloos-
heidsuitkeeringen, iels, waartegen zoowel
liberalen a's conservatieven in oppositie
zijn. Weet de rcgcering hieraan echter liet
cachet van principieel verschil te ontne
men en daartoe zullen de liberalen wel wil
len medewerken, dan is het gevaar voorbij.
Alleen bij een volum van wantrouwen of
bij een afstemming bij een principiecle
kwestie zal immers liet ministerie heen
gaan, gelijk moeilijk anders kan, waar het
toch een minderheidskabinet is.
Mc Donald's eerste daad op buitenl. ge
bied, dc erkenning van sovjet-Rusland,
heelt het gevolg gehad, dat wij voorspelden.
Het is een run geworden, om er het eerste
bij te zijn cn niet achteraan te komen. Ita
lië, Noorwegen rn Oostenrijk volgden en
met Engeland, Duilschland en de Oostzec-
staten mee gevoelt sovjet-Rusland zicli
thans zoo lekker, dat het voor verdere er
kenningen blijkbaar niet meer lot conces
sies bereid is. Of Amerika daarop geen uit
zondering zou maken, zoo men daar lot er
kenning bereid bleek?
Wanneer Sovjet-Rusland voet bij stuk
houdt, wordt het voor de andere landen een
een leclijk ding, speciaal voor Frankrijk, dat
immers het moest is geïnteresseerd bij de
oude leeningen van Rusland! Maar geluk
kig wordt meestal de pap niet zoo heet ge-
gelen als ze wordt opgediend. Gelukkig,
want we meenen, dat ook hier te lande nog
wel eenige Russen zitten
(Van onzen Parijschen Correspondent).
(Nadruk verboden).
Parijs, 5 Februari,
De wellevendheid „L'Art do Savoir-
Vivre" heeft in de- laatst© twintig jaren
een omwenteling ondc-rgaan, niet kleiner
dan di© welke tevoren twee eeuwen eischtc.
Stellig zouden do jonge vrouwen van onze
dagen het uitproesten van het ladhen, zoo
ze nog wel eens een blik wierpen in dc ge
schriften van Mme. do Genlis, Mme. (Jam-
pon of Mme. Millet-Hobineton zelfs hand
boeken van recenter datum als dat van
barones Staff of van do vicomtossc dc Tra-
mar doen on20 jongere iijt&enooten scha
teren.
De gedachte, dat een jonge man von
huwbaren leeftijd zijn avonden doorbracht
ia gezelschap van een rookeode vrouw, zou
onzen mooders de haren hebben dóen te
berge rijzen. Tooh zijn haar kleindochters
- en niet alleen in do Parijscho society
de voornaamste afneemsfcers van de
blonde tabak, en als mijn vrouw op een
6oiree oen pijp rookte, zou niemand een
stuip or vun krijgen... Treed eon naton
binnen: alle vrouwen zitten met de beencn
gekruist over elkaar zoo ze niet achter
over in een fauteuil liggon en haar kou
senbanden laten zion. Ik durf niet zeggen,
waar onze moeders zouden denken verzeild
te zijn goraakt, wanneer zo eens de ge
sprekken konden afluisteren, welke men
thans hoort aan elk diner in dc kringen,
die doorgaan vocht do beste van Parijs...
En heb het hart niet een aanmerking te
maken. Men scheldt u uit voor oen stijven
zedepreker, oen zuurpruim, dio honderd
jaar ten aohter is bij zijn tijd, en men keert
u den rug too. Mijn üochter, aan wie ik
zekere ongemanierdheden van gebaren rn
van taal verweet, antwoordde me„Neen,
papa, zoolang ik niet in gezelschap mijn
vinger in mijn neus steek, heeft u niet het
recht iets op mijn houding aan te mer
ken."
Do arbeid in do hospitaion heeft aan
onzo jongens cn meisjes gewoonten bijge
bracht als men vóór don oorlog nauwelijks
kende op den Zeedijk of in wijlen dc Zand
straat. Ik ben oprecht cr van overtuigd,
dat dc kern oven goed is als vroegerdoch
ah het zoo doorgaat, zal ook deze eindigon
met te worden aangetast. De vergroving
en verwildering der zeden moeten op den
duur een demoraliseerenden invloed heb
ben op het ras. En nu spreek ik nog niet
eens van onze „garr-onnes."
Het zou betrekkelijk gcmakkellijk zijn,
tegen dit alles in te gaan, als wij allen
slechts ernstig wilden, en ipder onzer cr
voor waakte, dat de toegang tot het huis
gesloten bleef voor individuen^ die niet
eon zekero zelfooiitróle aan den dag leggen
in hun spreektoon en q lrun gedrag. Doch
wij zijn bang te worden uitgescholden voor
achterlijk en ouderwetsck .Wij missen den
moed, buiten3porighcdon to onderdrukken
en laten hot sans-gên© voortwoekeren nan
onze eettafel en aan onzen haard.
net treurige cn absurde is, dat dit
sans-gèno zieh aan ons opdringt als... bon
ton. De wereld-waar-mon-zich-vervcclt cul
tiveert het, in een wisselwerking van on
deugd cn degeneratie, net is sjiek, het ,s
mode: ruw en lomp en ongepast te zijn,
en taal uit te slaan erger dan van 'n pol
derjongen. Wie zou, wanneer hij zich In
troduceert met zulk ecu visitekaartje, den
vijand durven beletten binnen to komen?...
Het is in deze stad dio eenmaal den
toon aangaf op het gebied van elegantio
en welgemanierdheid een epidemie, wel
ke voorlvreet van boven naar beneden Dp
den maatschappelijken ladder. In do kno
ken der kleine burgerij zijn de goede ma
nieren het langst blijven voortleven. Te
genwoordig zoekt men ze ook daar meestal
tevergeefs. Het onbeduidendste burger-
manskind décolleteert zich tot in do lenden.
Verleden week dineerden wij bij baro
nes Matbicu. Zij is" thans een „grande
dame", na begonnen te zijn als petite
femme Zij wil, dat mon zich bij haar „op
zijn gemak" gevoelt, ©n dank zij do midde
len, welke zij daartoo aanwendt, hangt er
over al baar recepties oen gegeneerdheid
zoo zwaar als lood.
Onder de gasten waren dien dag een
maarschalk, een bisschop, een minister,
©en academicien ©n verschillende andcro
mcnschon van eerste klas standing. Daar
de gastvrouw beweert een hekel to hebben
aan koude drukte ne pas faire de chi-
ohis", noemt zij dat zei ze, toen de
maitre d'hotel kwam mededoelen, dat Ma
dame la baronne servie" was: „Bij mij
gaat iedereen zitten waar hij wil, ik ben
er op gesteld^ dat de tafelburen met el
kaar sympathiseercn." Men glimlachte.
Sommigen vonden het gedurfdanderen
amusant... Wat er gebourde, had ik voor
uit zien aankomen; eeh hoogst respect-a
bele, bejaarde dame zat, alleen, nan het
benedeneinde der tafel, tusschen twee leego
stoelen, welke op bet laatste oogenblik
bezet werden door ttéa aar overgeschoten
jongelui, weinig ingenomen met dit gezel
schap.
Een van de dames veroorloofde zich,
fluisterend, een bescheiden opmerking,.
Doch onze gastvrouw haalde de schouders
op en antwoordde: „Du moment qu'on rl-
golcl" Hetgeen in goed Hollandsch onge
veer is weer te geven met „Als de lui
maar lol hebben.
Baron Mathieu heeft vor-reikende aspi
raties do bisschop zoekt in dit milieu ik
weet niet wat; de maarschalk weer iets
anders (misschien een nieuwen oorlog)
dc academicien vindt het charmant en gaat
een roman schrijven, dio speelt in de
groot wereld.
De minister rookte door zijn neus, en
een onlangs tot „femme du mond©" be
vorderde „elegant-©" speelde ©en partijtjo
poker met twee harer ringen als inzet, tot,
op bet laatsto oogenblik, Miohaud, do au
tomobiel-fabrikant, haar tien-duizend frc»r.s
overhandigde cn dc ringen in zijn vestjes
zak glijden liet...
.Dezo ze don verbaste ring is niet het pre
rogatief van oen bepaald milieu. Min of
meer is zij binnengeslopen in alle kringen.
Zij komt tot uitdrukking in den opbloei
van gedurfde en meer-dan-gedur£de ro
mans, welke de uitstaltafels der boekwin
kels overdekken, en dio zich dit is he»
ergste aandienen als zuivero literatuur
en ook door zeer velen als zoodanig wor
den behandeld; zij komt tot uitJrukcing
in de brutale annonces op dc achterpagina's
van „La Vie Parisiennc" en „Le Guignol
déehainó", ja, meermalen in de hoofdarti
kelen en reclitszaalvcrslagen van bladen
die als uiterst fatsoenlijk staan aange
schreven en die men in bijna elk dames-
boudoir vinden kan.
Onder het mott-o, dat Frankrijk kinde
ren nocdig heeft en dat er gedoeltelijb
tengevolge van den oorlog zooveel jon-
gemeisjes ongehuwd blijven, heeft een
zeker deel van do Fransche peis zich aan
het prediken van... polygamie (vcclwij
verij) gezet. Aan den ingang van het Bois
do Boulogne, aan de aristocratisch© ave
nue de^Neuilly leeft ccn jonge, gefortu
neerde Parijzenaar op z'n Turksoh met
oen barem. De blad6n hebben er uitvoerig
melding van gemaakt; zij geven volc de
tails, cn stellen het leven van deze men-
sohen hoogst aanlokkelijk voor. Sommigen
moedigon aan tot navolging, waarschijnlijk
in de hoop, daarme© soldaten te bezorgen
aan de groot-industrio van om en bij 1950.
Een publicist van naamGeorges An-
quetil, heeft een boek geschrevenLa Mai-
tresse legitime, waarvan meer dan 300.000
ex. verkocht werden in enkel© weken tijds
De titel zegt voldoende. Openlijk en met
den nicestch ernst hamert hij cr op, toJ-
kens weer opnieuw in allerlei geschriften:
do wetgever moet de strafbaarheid der
bigamie opheffen; wanneer zoo roept hij
uit zal er een Kamerlid opstaan, om
dit van den minister te vragen?... Zijn
zienswijze vindt aanhang het valt met
t© loochenen. Zelfs is er dezer dagen te
Mctz een jury zoo ver gegaan, iemand vrij
te sprokeq, die een tweede huwelijk had
gesloten terwijl het eerste nog niet ont
bonden was.
Wij leven in een periode van degenera
tie cn amoraütcifc. Het is een kwaal waar
aan goheel Europa sukkelt, doch in een
grooto stad als Parijs vinden do mikroben
dezer besmettelijk© zedelijke zickto nog
vruohtbaarder terrein dan elders.
Zal de patiënt zioh herstellen, of zal hij
ten laatste cr aan sterven? Er zijn er, die
antwoorden: het is een voorbijgaand ver
schijnsel, dat wij na clkcn oorlog hebben
waargenomen. Anderen cohter zien den
toestand veel erger in. Het Frankrijk van
onze dagen zeggon zij is het Grieken
land na den strijd tegen Rome, het is
Rome na zijn krijg tegen do Galliërs cn
Germanen... het. is do geschiedenis, welke
zich eeuwig herhaalt: do Beschaving, ver
dorrend c-n uiteenvallend als een uitge
bloeide roos, terwijl daarnaast, op een
and ore tak, de knop van een nieuwe cul
tuur zioh glorierijk ontplooit.
LEO FAUST.
(Zitting van gisteren')
Staatsbegroting 1924.
De algemeene beschouwingen worden
voortgezet.
Da heer RUTGERS (A.-R.) zegt dat feite
lijk alleen de linanciecle plannen aan de
orde zijn. Het doel daarvan is het sluitend
rnaken van de begrooting. De oppositie heelt
daarbij een benijdenswaardige positie om
dat er alle aanleiding voor kritiek is. De
details der plannen zijn eigenlijk niet aan
de orde. want zij komen pas bij de hoofd-
slukken, maar er is tocli reeds stof genoeg
voor uitvoerige bespreking, omdat een deel
niet onder wetten valt. De oppositie biedt
een bepaald front niet aan. Het program der
regecring geeft niet precies aan wat zij wil
bereiken De onderdeden zijn voor wijziging
vatbaar, trouwens reeds was voorbehoud ge
maakt bij hel aangeven der totale bedragen
die men op verschillende punten wil bezui
nigen. Trouwens het overleg met de Kamer
ia noodig. alvorens definitief kan worden
beslist.
In de kritiek op het linanciecle plan der
regeering i3 veel onbillijks. Onbillijk is het
de regeering gemis aan vastheid van lijn te
verwijlen. Er is geen rechte lijn le bespeu
ren, want liet plan beslaat uit kleine doelen.
Spr. vraagt eenige inlichtingen over da
daling van hel lekoit van 110 millioen lot'
130 millioen, gelijk in do millioenen-nola is
aangegeven. Ilij juicht het toe dat bij voor
keur op de gewone uitgaven wordt be
spaard. Ook op de defensie-uitgaven wordt
bezuinigd: een vergelijking met de cijters
dezer begrooting met die van 1913 is zelfs
zeer gunstig voor de bezuiniging. Over de
bezuiniging op het onderwijs valt meer te
zeggen, omdat daarvoor reeds oen maatregel
is genomen, n I. de verhooging van den toc-
latingslceflijd. Maar hel wetsontwerp dai
daarop betrekking heelt, zal spoedig aan de
orde komen. Do molie-Troelslra betreft ook
dit algemeene punt.
Wat de heer Troelstra wenselil, is reeds
eerder geuit ook door der rechterzijde, maar
toen was de stemming in de Kamer nog niet
zóó dal men dit wilde aanvaarden. Spr. gaat
dus vèr met den heer Troelstra mee, maar
de bedoeling der motie is om uitstel te krij
gen van de bezuinigingen en dat kan spr.
niet toestemmen. Ilij heeft vertrouwen in do
regeering en gc-luoft dat geen vitale belan
gen zullen worden geschaad.
De lieer KETELAAR (V.-D.): Heeft u dan
de voorstellen nog niet bestudeerd?
De heer RUTGERS (A.-R.): Ik kan wach
ten tot hot onderwerp aan do orde is. Het
onderling overleg zal dan te hulp komen.
Vervolgens bespreekt hij do salariskwes-
lic. Onbillijk is de kritiek op de Regcering
ter zake van dit punt. Art 40 geeft een alge
meene bepaling en de erkenning van het
individueele recht van de ambtenaren zou
moeilijkheden brengen. Het is een regeling
van publieke rechten die do overheid op oen
bepaald moment gewenschi aclilto, maar
dal beteekent nic tdat dc overheid onveran
derd blijtt in haar opvatting. Hier hangt
alles af van de opvatting die de Regeering
heeft van de verhouding van de ambtenaren
lot haar.
Ec-n georganiseerd overleg heelt geen be
voegdheid maar heeft alleen adviezen en de
verantwoordelijkheid der Reg. verandert
niets door het overleg. Vandaar dat de Re
geering zicii nimmer op dit overleg kan be
roepen, maar dat zij zelfstandig heeft te be
slissen. Een obstakel als art. 40 mag de vrij
heid der regeering niet binden; dit artikel
is een juridische fout.
Met do voorstellen der Regeering gaat
spr. tnedc. Ilij hoopt echter dat ook niel
vergoten zullen worden do Zondagswet, de
Begrafeniswet, en de afschaffing der Staats
loterij.
De lieer J. TER DAAN (S.-D.) houdt eenige
linancioelo beschouwingen. Hij verwijt de
Itegeering oen slordigen opzet der mil-
lioenen-nola. De Itegeering geeft afgeronde
bedragen, maar geeft niet aan hoe die pre
cies zijn te verhalen. De sociale hervormin
gen worden eenvoudig uitgeschakeld en pro
ductieve werken word-n niet meer aange
pakt. Voor woningbouw is geen geld meer,
maar de zeven ton van de Staatsloterij kan
men missen. De salarissen van de ambte
naren zijn naar zijn oordeel beneden de
koopkracht van 1911 en het gaaf dus niet
aan deze te korten. Opheffing van art. 40
acht hij een schromelijke onbillijkheid; het
zou een schending van een belofte zijn en
het vertrouwen in de overheid zou er door
geschokt worden De vermindering van den
slcun aan de Invaliditeitswet acht hij ook
slordig opgesteld. Het is weer niet duidelijk
wat men er mee doen wil. Dc bedoeling is
geweest op den duur de rcnlo te verhoogen
cn dat zal in elk geval onmogelijk worden.
De gemeentebesturen zullen ook de dupe
worden van de bezuinigingen omdat de
exira-uilkeering zal achterwege blijven.
In plaats van de voorgestelde belastingen
wcnschl hij luxe belastingen, progressie in
de bedragen voor meubilair, dicnslboden cn
paarden in de Personeele belastingen gelijk
hij in 1919 reeds hepft voorgesteld.
Na 1918 zijn nog ontzaglijk veel mil-
'iocnen uitgegeven voor militaire uitgaven
en dat gaat nog steeds voort. De totale oor
logswinst die in Nederland is gemaakt is
vier milliard gulden en nog zuchten wij
onder dc crisisschuld, lfcffingen-in-eens zijn
altijd afgewezen.
Sjirckcr meent, dat, had de regeering dö
heffingen in eens geaccepteerd, zij nu niet
in de malaise zou hebben gezeten.
Do heer FDESKENS (R.-K.) vreest, dat
Door DOUGLAS VALENTiME.
Schrijver van „De man met den Klompvoet".
Geautoriseerde vertaling van W. E. P,
(Nadruk verboden).
16)
Hij liep naar een van dc auto's, die builen
üc herberg wachtten, zei enkele woorden tot
den chauffeur en stapte in. De chauffeur
maakte den motor op gang en weldra snorde
de auto langs het modderige pad naar den
groolen weg.
De chef keek hem aan.
„Wel", mompelde hij in zichzelf. „Ik heb
hem nogal hard de waarheid gezegd, maar
hij nam het op als een kraan. Ik geloof, dat
hij haar toch nog zal vinden I"
Hij schudde wijsgeerig het hoofd en liep
1 Joen door, den tuin ia.
HOOFDSTUK XXUI.
Mevrouw Malplaguet gaat den keidei in.
In het riddertijdperk moeten dc vrouwen
iWe. van sterker materiaal zijn geweest dan
(ie meisjes van den tegenwoordig.-n tijd Ten
- minste in verhalen uit de middeleeuwen
lezen wij van schoone vrouwen, die na
Overweldigd te zijn door een heersehzuc'htiz
minnaar, en dertig o! veertig mijlen op zijn
«edel le zijn meegevoerd, toch in slaat wa
ren te verschijnen, koud, maar stralend van
schoonheid, op een middernachtelijk brui-
"dsfeert en den daarop volgenden maaltijd.
Maar dit verhaal speelt in den tegenwoor-
digen tijd. den tijd van spanning en van
groole snelheid. Hoe sterk en dapper Bar
bara Mackwayto ook was, toen zij half ge
smoord was en met geweld in den kelder
van de Dyke Inn was geworpen, werd de
inspanning haar te sterk en zij ontweek de
moeilijkheid van haar toestand in te zien
door eenvoudig flauw to vallen.
Zij wist later niet, wanneer zij precies
weer bij bewustzijn kwam. De keider was
donker, maar die duisternis was niets, verge
leken bij de duisternis van haar geest. Zij
lag daar op het vochtige, beschimmelde stroo
nauwelijks in slaat, maar ook niet eens ver
langend, om zich te bewegenvolkomen uit
geput door alles, wat haar was overkomen.
TVas dit nu het eind van haar prettig tochtje
naar buiten, waar zij met zoo'n genoegen
een paar uur geleden op was uitgetrokken?
Zij trachtte zich voor te stellen, dat binnen
een honderdtal mijlen politie-agenten en
taxi's en lichten pn alle leckenen van onze
tcgonwoordigo beschaving zich bevonden;
maar haar gedachten keerden altijd weer,
met steeds meer afschuw, terug naar dien
kleinen man met het vaalbieeke gelaat in
de kamer daarboven, naar het gezicht van
Nur-el-Din, donker en verwrongen van
hartstocht
Een licht, dat op de trap naar den kelder
viel, trok haar aandacht. De vrouw, die zij
eer gezien had cn in wie zij nu Marie her
kende, de kamenier van de danseres, kwam
naar beneden met een blad in de hand. Zij
zette hel blad op den grond zonder een
woord le zeggen, ging toen weer de trap op
en haaide de lamp. Dezo zelle zij naast het
blad en daarna knielde zij neer en sneed dc
touwen, waarmee Barbara's handen en
voeten gebonden waren.. atv
„Zie zoo, mademoiselle", zei ze, met een
zucht overeind komend, „hier is uw souper!"
Zij trok een vuile kist uit een hoek van
den kelder en zette het blad daarop. Terwijl
Barbara een stuk brood at en de thee dronk,
lette de kamenier nauwkeurig op haar.
De thee was heet en sterk en dat deed
haar goed. Haar gedaenten schenen er hel
derder door le worden, want haar geest be
gon zich bezig te houden met het vraagstuk
hoe zij kon ontsnappen uit dezen ellendigen
toestand.
„Mademoiselle is een beeije te knap ge
weest, hè", zei de kamenier met een val-
schen, zijdalingschen blik, „zij wou ma
dame berooven, nietwaar? Zij wou voor
spion spelen, hè? Eh bien, ma petite, je zult
hier blijven totdat je zegt, wat je met
de doos van madame gedaan hebt!"
„Wat praat je toch van dc doos gcslolen!"
wierp Barbara tegen ,,A!s ik je nu zeg, dat
ik er niets van af weet. De doos werd mij
ontstolen door den man, die mijn vader
doodde. Meer weet ik niet. Je zult toch
zeker niet denken, dat ik meegeholpen zou
hebben mijn vader" haar stem trilde
te dooden, om een zilverc-n doosje in bazit te
hebben, dat voor mij hoegenaamd geen be-
teekenis heeft".
Mario lachte cynisch'.
„Ma foi", riep zij uit, wie eenmaal spion
is, slaat voor niets! Maar lions, daar is ma
dame!"
Nur-c!-Din kwam voorzichtig de trap af,
de man met het gele gezicht achter haar. Hij
had een pistool in de hand. De danseres zei
enkele woorden in het Franse-li legen haar
kamenier, die het blad opnam en heenging.
-,Ku, mademoiselle", zei Nur-el-Din, „je
ziet dit pistool. Rass hier zal het gebruiken,
wanneer je een poging doet le ontsnappen.
Je begrijpt me, nietwaar? Ik ben gekomen
om je een laatste kans te geven orn mij te
zeggen, waar'je mijn doos hebt gelalc-n.
Barbara keek de danseres wantrouwend
aan.
„Ik heb u al verteld, dat ik er niets van af
weet. Als iemand er iets van weet, zou u
het zelf moeten zijn
„Quoi?" riep Nur-cl-Din in ongeveinsde
verbazing uit: „comment?"
„Omdat", ging Barbara voort, „een lange,
zwarte haar van u klaarblijkelijk werd
gevonden, die tusschen de louwen geraakt
was, waarmee ik werd vastgebonden.
„Tienslzei de danseres, en haar zwarte
oogen worden groot van verbazing, „tiensi"
Een korten tijd stond zij zwijgend, in ge
dachten verdiept. De man, Rass, luisterde
plotseling scherp aan de trap en zei iets
tegen Nur-el-Din in dezelfde vrc-emde taal,
die Barbara hen al eer had hoeren spreken.
De danseres maakte een gebaar om hem
te beduiden stil te zijn.
„Hij heeft bij mijiftoileHafel geslaan dien
avond", momjrelde zij in het Fransch, meer
in zichzelt dan tot de anderen; „dan was hij
het dus, die het deed!"
Snel zei ze tot Barbara:
„Die man, die je vastbond.... h'eb" je
dien gezien?"
Barbara schudde ontkennend hel hoofd,
„fk kon niets zienik weet zeifs niet eens,
of het een man was. Hij pakte me zoo on
verwachts bec-t, dat ik in de duisternis niets
kon onderscheidenhet kan evengoed
een vrouw geweest zijnzooa's u zelf
bijvoorbeeld, voor zoover ik weel!"
Nur-el-Din sloeg de handen in elkaar.
„Dan was hij het dus zelf", fluisterde zij,
„ik had het wel kunnen welen. En Joch
heeft hü het Aief b'0*'"-
Zware voetslappen klonken in de kamer
daarboven. Rass riep haastig iets legen de
danseres, duwde haar het pistool in de han
den cn rende de trap op. Het volgende
oogenblik klonk een luide knal, gevolgd
door den plof van een zwaar lichaam, dat
neerviel. Ergens in een van dc kamers
boven gilde een vrouw.
Nur-cl-Din liet liet pistool vallen en sfocg
de handen voor het gezicht. Twee mannen
verschenen boven aan de keldertrap. Da een
was Slrangwise in uniform, de ander was
Bellward.
„Ze zijn allebei hier", zei Slrangwise over
zijn schouder tot Bellward.
,,0, Goddank, dat u gekomen isl" riep
Barbara en zij liep naar het ondereind van
de trap.
Slrangwise vloog langs haar heen en
greep Nur-el-Din bij den arm.
„Breng haar naar boven", zei hij snel lot
Bellward, die achter aan kwam, „en sluit
haar op in de kamer. Ik zal wei voor de rest
zorgen. Miss Mackwayto", voegde Dij cr bij
lot Barbara, „u gaat met ons meel"
Barbara staarde in verbazing Bellward
aan. Zij had nooit kunnen denken, dat een
vermomming zóó volkomen kon zijn; ma
joor Okcwood zie', cr uit als een lolaal ander
mensch, dacht zij.
Maar Bellward had de danseres bij beide
armen vastgegrepen en duwde haar voor
zich uit de trappen op Nur-el-Din scheen te
veel overweldigd dan d,nt zij een woord kon
uitbrengen.
„O, wees niet zoo ruw met haar, majoor
Okewood!' zei Barbara smeekend. ,,U zult
haar pijn doenl"
Zij stond met den rug naar Slrangwise,
•oodttl .gii.fti.et kaa zien .welk £cn merk-