INGEZONDEN. GENEESKUNDIGE BRIEVEN. D. Woubrugge f 2 of 2 dg.Q. F. M. S. 10.50 of 1 dg. wegens overtr. der Motor- en Rij wiel wet Ij. v. R. Dea Haag f 10 of 5 dg. wegens overfcr. der jachtwet: Th. v. d. M. Hillegom f 5 of 5 dg.A. J. D. Z. Noordwijkeihoufc; P. D. J. Z. aldaar; L. A. V. Zandvoort, ieder tot f 4 of 4 dg. C. v. B. Katwijk aan Zee 2 maal'f 4 of 2 maal 4 dg. wegens overtr. van het motor- en rijwiel- reglement: Th. L. H. Noordwijkerhout f2 of 1 dg.J. P. S. fl of 1 mnd. tuchtach A. v. d. W.; F H. S.; J. v. d. O. Voor hout; J. v. W. Hillegom; A. J. v. B. Voor schoten, ieder tot f 3 of 3 dg. wegens overtr. der Pol. Verord. der ge meente Leiden: J. P. Den Haag; S. P. U. ieder tot f 2 of 2 dg.J. O.O. L. v. E. Alkemado; M. J. W. K. ieder tot f3 of 3 dg.L. S. f 5 of 5 dg.G. de H. f 0.60 of 1 dg.Th. B. f 0.50 of 1 mnd. tuchtschool; J. v. T. f 1 of 1 dg.J. T. f 1 of 1 dg. wegens idem van Warmond: H. J. S. f 1 o 1 dag. wegens dronkenschapG. 0.f 3 of 3 dg.wegens loop en op verboden grond G. v. K. Noordwijk f 3 of 3 dg.A. v. d. B. Jzn.A. v. d. B. Pzu. beiden te Noord wijkerhout, ieder tot f 0.50 of 1 mnd. tucht school wegens als getuige opgeroepen wegblij ven A. v. P. f 10 of 5 dg. Wegens overtr. der Leerplichtwet: G. v, E., A. L., D. 0., J. K., J. den H., H. B., K B., W. F. H., A. v. Z., J. L., A. N. R., G. S., A. S., H. S., A. J., H. J. K., P. R., G. de la B., J. J. v. d. S., J. B., P. J. de N., W. J. N., P. O., D. M., L B., w. v. O., ieder tot f 2 of 2 d.A. C. G. N. O. hv. H., C. v. H. hv. P. 8., C. F. v. L., P. 8., J. J. H., P. S., H. S., J. M. B. wed. J J. S., D. M. V., ieder tot f 1 of 1 dD. Z., R. L., J. H., f0 50 of 1 d. J. Y., 2 m. f 1 of 2 m. 1 d.D. J. v. d. B., B. 0. ieder 2 m. f 2 of 2 m. 2 d. A. K. f 3 of 3 d. A. P f2 of 1 d; W. H. P. f2 of 1 d.W. S. 2 m. f 2 of 2 m. 2d. J. v. W. wed. J. de M.J. v. R. in beide zaken geen straf toe- gv.r^t; L. L. 2 m. f 1 of 2 m. 1 d.A. de H wed. B., Katwijk aan Zee f 0.50 of 1 d. J v. D., J v. D., E. v .o. B., A .K., N. M., T. G., W. J., M. K., D. v. d. P., K. v. d. P., allen te Katwijk, ieder tot f2 of 2 rA v. R., A. K.. G. Y. wed. de H beiden te Katwijk-aan-Zée, ieder t-ot f 1 of 1 d.P. t, d. P., Katwijk aan Zee 2 m. f 3 of 2 m. 3 d.D. v. d P. aldaar f 3 of 3 d.a. v. d. p'. geen straf toegepast; w. de v. al daar 2 in aal f 3 of 2 maal 3 d. W. a. Kat wijk aan den Rijn; a. c. w. aldaar, ieder tot f 2 of 2 d.H. B. aldaar tot 2 m. f 2 of 2 m. 2 d.H. E. NoordwijkerhoutJ. v. d. B aldaarJ. S. aldaar, ieder tot f 3 of 3 d."; J. D., J. L. B., Th. v. d. B., P. M., P. v. d. P., L de w., Th. v. d. M., P. v. d. B., P. H., P. v. d. B., allen te Noordwij kerhout, ieder tot f 2 of 2 d. H. v. K., J. y d B. wed. J. v. D., F. H., allen to Noordwijkerhout, ieder tot f 1 of 1 d. J. v. d. B., id. 3 m. f 2 of m. 2d.; M. v. d. B. aldaar 2 m. f 2 of 2 m. 2 d.P. C. L. H.' aldaar f 2 of 1 d. P. den E. aldaar 2 maai f 2 of 2 m. 2d.; J. do G., J. W. wed. v. d. L., J. L. C., G. v. R. wed. P. v. B., allen te Noordwijk, ieder tot f 1 of 1 d. H. v. R-, L. D., P. B., D. B., O. S., F. v. W., J. J. H., allen te Noordwijk J. W. Oegstgeest; J. Z. aldaar, ieder tot f 2 ot 2 d.N. N.Noordwijk 2 m. f 21 of 2 m. 2 d. "Wegens rijden met een rijwiel zonder belH. K. f 2 of 2 d., J. de W. te Oegst geest f 2 of 2 d. "Wegens rijden met oen rij wiel zonder licht: E. A. Th. Y. f 3 of 3 d. "Wegens overtr. der Bol.-Vorord. der ge meente Leiden, S. S. f 1 of 1 <L, H. L., 0. K-, ieder tot f 2 of 2 d. Wogens dronken schap: M. de Y. f 1 of 1 d.A. J. R. Voor schoten; A J. L. v. B., zwervende G. J. B. zwervende, ieder tot f3 of 3 d. Wegens loopen op verboden grond: Th. de E., N. D. Azn., J J. v. d. B. Jan., C. M. allen te Noordwijkerhout, ieder tot f 3 of 3^ d.Th. J. v. L., A. v. B., beiden te Katwijk, ieder tot f2 of 1 m t.soh.J. B., Katwijk aan Zee, f 0.50 of i d.G. S. Oegstgeest f2 ot 1 m. t.sch. Weg. straatschenderij G. P. v. d. L-, Zoeterwoudo f 5 of 5 d.C. A. n., id., f 2 of 1 m. t.sch. Wegens op den openbaren wog een voorwerp plaatsen zonder dit te •verlichten: C. R-, M. N., beiden to Leider dorp, ieder tob f 0.50 of 1 d. Wegens over treding der Arbeidswet: J. v .<3. B. f 3 of 3 d. Wegens overtr. der Invaliditeitswet: J. v d. V., Noordwijkerhout f 5 of 5 d. We gens overtr. der Motor- en Rijwielwet: W. v. D. f 2 of 2 d. Wegens overtr. der Yleesch keuringsv/et: L. A. v. d. H., Zoefccrvroude f 5 of 5 d. L. v. d. H., Zoeterwoudo f 3 of 3 d. Wegens overtr. der Wapenwet; H. V. Iii&se, f5 of 5 d. Wegens overtr. der Jacht wet: L .P. Zandvoort f 2 of 2 d. C. A. K. Noordwijkerhout f3 of 3 d.; Th. den E., aldaar f 3 of 3 d. Wegems overtr. der Drank wet: W. v. D., Den Haag f 10 of 5 d. wegens overtr. van het Motor- en Rij- wiolreglementG. v. V. Rijnsburg; f2 of 2 dg.J. H. B. f 5 of 5 dg.F. D. f 3 of 3 dg.; S. J. Ie P. f 2 of 2 dg.A. de G. Voorschoten; L. H. R. aldaar; S A. v. B. aldaar, ieder tot f 3 of 3 dg. wegens overtr. der Pol. Verord. der ge meente Leiden: A. J. R. f 0.50 of 1 dg.; A. de G. f3 of 3 dg.; N. v. d. If.P. J. iW.A. de L. Haarlem; A. V. den Haag, ieder tot f 1 of 1 dg. wegens overtr. dor Pol. Verord. der ge meente ZocterwoudcW. A. de J. Zoeter woudo; f 5 of 5 dg.; wegens overtr. der Pol. Verord. der ge meente Voorschoten: H. B. f 1 oi' 1 dg.; wegens overtr. der Leerplichtwet: J. C- hv. S. S. f 0.50 of 1 dg. wegens overtr. der ljkwet: J. J. v. d. B. Katwijk 2 maal f 0.50 of 2 maal 1 dg.; wegens overtr. van het Motor- en Rij wielreglement: P. F. 0. f3 of 3 dg.; C. JV. Noordwijkerhout f3 of 3 dg. wegens overtr. der Pol. Verord. der ge meente Leiden: W. F. L.A. v. d. B.O. .W. F. O.; I. B.; JV. L. W., ieder tot f 1 of 1 dg. Vrijgesproken werden: A. V. Hillegom. beklaagd van overtr. van het Tramwegre- glemcnt; P. L. Z» .Hoogmadé; beklaagd van overtr. der Pol. Verord. der gemeente Leiden op de Keuring van Vee en vleesch; L. Z. wed. C. M. P. v. O. beklaagd van overtr. der Invaliditeitswet; J. v d. K. beklaagd van overtr. van het Motor- en Rijwielreglement; A. V. Katwijk aan Zee; K. v. B. Noordwijk; J. v. D. aldaar; L. M. aldaar; beklaagd van overfcr. der Leer plichtwet; G. de B. ter Aar, beklaagd van overfcr. der Inv. wet werd ontslagen van rechtsvervolging. Waar geen wooplaafcs is vermeld, is deze Leiden. RAAD VOOR DE SCHEEPVAART' De Raad voor de Scheepvaart te Am sterdam deed uitspraak in de zaak betref fende de stranding van den motorlogger „Cornelia Olazina" K W 176. De Raad is van oordeel, dat stroomver- leiding in verband met den dikken mist de oorzaak van de ramp is; hoewel de schipper dacht, dat de stroom recht op den boeg stond, is in werkelijkheid de stroom vermoedelijk eenigszins op S. B. boeg ingekomen en heeft het schip aldus naar bakboord ingezet. Het is trouwens bekend, dat ter plaatse stroomingen de schepen dikwijls, hetzij naar het Westen hetzij naai* het Oosten voeren, en bevaren schippers houden daarmede zooveel moge lijk rekening. Hoewel het zeker beter ware geweest, indien de schipper vaker had ge lood, is het zeer de vraag, of dit het onge val zou hebben voorkomen, daar m de om geving van de East-Goodwin de diepte der zee vrij plotseling vermindert en men die vermindering gewoonlijk bij looding eerst bemerkt, als het te laat is. De Raad vindt geen aanleiding op den schipper eenige straf toe te passen. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Copie van al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven. De sociale taak der Kerk. Ik behoor lot de leeken. Dat wil dus, in verband met het door mij hierboven ge plaatste beteekenisvolle hoofd, zeggen dat ik geen predikant ben. Wanneer ik niettemin de gastvrijheid van de Redactie inroep, dan is het omdat, wat nu door enkelen van het negental hier slaan de predikanten uit de Groote Kerk, op den voorgrond wordt gebracht, bij hen een on derwerp van overdenking en Bpreken heelt uitgemaakt, uit liet hart gegrepen is van de velen, die tot de groep menschen behooren, die in bescherming genomen worden (de Twentsche textielarbeiders) of althans daar aan min of meer verwant zijn. Onder zeer veel goeds, dat door de Kerk wat eigenlijk wil zeggen de predikanten tot stand is gebracht, is door vele ecuwen licen haar fout geweest, dat zij koud wa9 tegenover leed, dat aan een bepaalde klasse van menschen bijna onafscheidelijk verbon den was, onverschillig stond tegenover on recht, dat die klasse, als zij bezig was zich zelf omhoog te stuwen, werd aangedaan 1 Is het wonder, dat velen uit die klasse ten slotte onder de door de Kerk betoonde onver schilligheid zelf onverschillig worden Die Kerk den rug toekeeren 't Is immers al heel oud de liefde kan niet van één kant komen. Zij, de predikanten, die een woord durf den spreken, zooals zij dat gedaan hebben in en huiten het Kerkgebouw, verdienen lof. Iedere nieuwe beweging als is deze dan niet gloed-nieuw heeft haar tekort komingen. Zoo zullen de predikanten, als' zij hun boog spannen, de pijlen bij voorkeur richten op hen, die niet tot eigen kerkverband be hooren. Menschelijk, hoewel niet wensche- lijk. Zij zullen echter de gedachten, die zij zich ten aanzien van de sociale taak der Kerk hebben gevormd, moeten uitbouwen oi omvormen en de pijlen richten naar links en rechts, naar verre, maar ook naar dich- bij-gelegen doeleinden. 't Zal hun laak wel moeilijker, maar toch ontegenzeglijk mooier maken. P. De Leidsche Autobussen* Mijnheer de Redacteur. Ondergeteekende verzoekt beleefd een klein plaatsje in Uw veel gelezen blad voor onderstaand stukje. Bij voorbaat mijn hartelijke dank. Het is waarschijnlijk U cn misschien ook velen stadgenooten bekend, dat er den laatsten tijd een vreeselijke broodnjjd bestaat tusschen ue ondernemers van den autobusdiensfc „Het Stadsverkeer" cn de ondernemers vau den autobusdiensfc ^Cein tuurbaan". Zoo het schijnt, kan do eerst genoemde het niet. zetten, dat het den on dernemers van de „Ceintuurbaan" goed gaat, en om die nu te dupecren laat ,,Hefc Stadsverkeer" uit pure broodnijd waar schijnlijke?) eon wagen van hem dezelfde ïVDute rijden, welke de „Ceintuurbaan" reeds gedurende zeven maanden onafge broken gaat. Nu is mijn beleefde vraag: Is daar nu van politïowegc niets tegen te doen? Is het niet mogelijk, dat er een verordening gemaakt wordt, om, daar, waar reeds eenmaal een Autobus een vast© route heeft, en niet telkens verandert, zoo als „Hefc Stadsverkeer", geen tweede bus van een andere ondernemer mag komen to rijden? Want zooals de verhouding nu tusschen die tweo Maatschappijen is, zou wel eens, ten gevolge kunnen hebben, dat er groote ongelukken gebeuren, omreden de één, ten einde passagiers in te nemen, don ander vóór wil komen, en dan krijgt men hetzelfde wat er gebeurd is tusschen de twee wa gens, welke naar Den Haag rijden, n.l. de één duwde den anderen, tijdens hefc pas- seeren van een brug tegen de brugleuning, zoodat de auto groote schade kreeg. Er ■waren geen persoonlijke ongelukken bij, doch die zijn in dit geval vast niet buiten gesloten. Als hefc zoo blijft, hebben wij bin nenkort een aantal ongelukken fce wachten. Hopende, dat dit schrijven aanleiding mag geven tot spoedige verbetering van dezen toestand, om groote ongelukken te voorkomen. U, Mijnheer do Redacteur, nogmaals dankzeggend voor de verleende plaatsruim te verblijf ik, mede namens vele ,,Cein- fcuui'haan"passagiers, Hoogachtend, H. WAGEMANS. Onjuiste cijfers? Mijnheer de Redacteur, Naar aanleiding van de opmerkingen, ge maakt door den Wethouder van Onderwijs in de Raadzitting van j.l. Maandagavond over de in ons adres medegedeelde cijfers inzake het aantal onderwijzeressen bij het openbaar en het bijzonder bewaarschoolon- derwijs, zij hefc ons vergund het volgende mede te deelen: In ons adres staat letterlijk: „ten aan zien van de salarissen van het personeel geldt, dat de gemeente voor elke 35 leer lingen één onderwijzeres betaalt, terwijl het aan de bijz. bewaarscholen vergoedt het salaris van één onderwijzeres per 50 leer lingen. ,,De Wethouder zei hiervan, dat aan de openbare bewaarscholen het gemiddelde getal leerlingen per onderwijzeres bedroeg 34 en dat aan de bijzondere 38. Ter zake van het openbaar onderwijs werd dus ons cijfer vrijwel bevestigd, hoewel dit niet klopt met de mededeeling van B. W. in de Memorie van Antwoord op het Verslag over de Gemeentcbegrooting (jpag. 38 volgn. 265) waarin zij schrijven: „Op 1 October telden de openbare be waarscholen aan de Groenesteeg, Oude Vest en Elizabethshof resp. 290, 272 cn 246 leer lingen en waren aan die scholen (de hoofden inbegrepen) resp. 9, 9 en 8 leerkrachten verbonden." Dus 808 leerlingen en 26 leerkrachten of 31 per onderwijzeres. In de subsidie-verordening voor de bijzon dere bewaarscholen staat (art. 4) „Voor elk 50-tal leerlingen of gedeelte daarvan, moet, met inbegrip van het hoofd, één onderwijzeres aan de school verbonden zijn." Het is duidelijk, dat, indien de bovenge noemde openbare scholen, bijzondere wa ren, niet zooals nu 9, 9 en 8 (26), doch 6, 6 en 5 (17) leerkrachten zouden worden be taald, of 9 minder. Dat hefc gezamenlijk aantal leerlingen aan alle bijzondere bewaarscholen, gedeeld door het gezamenlijk aantal onderwijzeressen, een getal oplevert minder dan 50, is best mogelijk; immers, „voor elke 50 leerlingen of gedeelte daarvan" moet er één onderwij zeres zijn, maar dit neemt toch niet weg het feit, dat bijv. bij 110 leerlingen de open bare school 4', de bijzondere 3 telt, bij 150 leeilingen de openbare 5 en do bijzondere ook nog 3. Er is op dit punt beslist geen gelijkstel ling, doch laten wij er direct bijvoegen indien deze wordt nagestreefd, is in hefc belang der gemeentekas een conformatie van de openbare scholen aan de bijzondere, o.i. zeer V7el te verdedigen. Er is op do bewaar scholen zoo veel verzuim, dat een vaststel ling van het maximum per onderwijzeres op 48 in deze tijden van bezuiniging geen ernstige bezwaren kan ontmoeten. Nog een enkele opmerking moet ons van hefc hart, Mijnheer do Redacteur, naar aan leiding van hetgeen de burgemeester in het midden bracht. Volgens ZEd. Achtb. zou de rechtsgrond van de gelijkstelling liggen in de leerplichtwet cn daar deze voor het bewaarschoolonderwijs niet bestaat, zou dus de rechtsgrond voor de gelijkstelling op dit gebied ontbreken. Indien deze bewering juist was, zou de schoolstrijd dus pas ziju ontstaan n& dc in voering der leerplichtwet of liever eerst die invoering kwam er een rechtsgrond voor. Wij meenen, dat de schoolstrijd reeds van den aanvang af op deugdelijke rechtsgron den berustte en dat de leerplichtwet in de zen strijd slechte een ondergeschikte rol vervulde. Met een aDdere opmerking van den bur gemeester zijn wij het eens: als er geen openbare bewaarscholen waren, zeide hij, waar bleef u dan met uw eiseli van gelijk stelling. Er was dan niets om mee gelijk te stellen. Iuderdaad, M. de R., zoo is het. Wij kunen verder gaan cn zeggen, dat, als er nooit openbare lagere scholen waren ge weest, geheel betaald uit de openbare kas sen, er zelfs nooit een schoolstrijd was ont staan^ Maar juist hefc feit, dat er vèl open bare scholen, in casu openbare bewaarscho len, zijn, geheel bekostigd door de gemeen te, doch met neutraal onderwijs, geeft den voorstanders van bijzonder onderwijs het recht om ook voor hun scholen bij den Ge meenteraad om subsidie aan te komen. Het is niet oznder een gevoel van leed wezen, dat Wij meenen, dit a b c der recht- Sche onderwijspolitiek in 1924 in een door rechts geregeerde stad te moeten verde digen. Met beleefden dank voor do plaatsing, Namens het Bestuur van do Vereen, voor Chr. Fröbelscholen, T. S. GOSLINGA, Voorzitter. VAN LOO, Secretaris.- Zeefgeachle Redactie', Zou het ondergeteekende vergund zijn een piaatsjc te vragen in Uw geëerd Blad? In het verslag over de avondzilting van den Gemeenteraad las ik o. ra. d9 vragen, gesteld door den heer Sijtsraa met betrekking tot het handwerkonderwijs op de openbare lagere scholen alhier. Hij brengt daarin naar voren de bezwaren, verbonden aan het geven van dit onderwijs onder de ge wone schooluren door klasse-onderwijzeres sen, ten gevolge waarvan de jongere leer lingen te elf uur de school moeten verlaten en thuiskomen op een tijd, wanneer de huis moeder hel zeer druk heeft. Door den heer Wethouder van Onderwijs werd hierop, volgens het verslag, geant woord, dat hem geen bezwaren van hoofden van scholen noch van ouders Ier ooren zijn gekomen, f Als secretaresse eener Ouder-Commissia is door ondergeteekende reeds vóór het in werking-treden van de nieuwe regeling voor het handwerkonderwijs in een schrijven aan B. en W. gewezen op de bezwaren, aan deze regeling verbonden; doch zonder resultaat. De Gemeenteraad besloot bij meerderheid van stemmen de nieuwe regeling in te voe ren, die, naar de meening van ondergetee kende, moet uitloopen op een verslechte ring van de resultaten van het handwerk onderwijs niet alleen, maar van hel geheele onderwijs, en dat weer onder motto „Bezui niging". En er zijn inderdaad klachten ge noeg gerezen over het naar-huis-zenden der kleinen te elf uur. Ouders en Ouder-Com- missies, laten wij den Heer Sijtsma niet al leen slaan met zijn vragen aan B. en W. Laten wij de handen ineen slaan en midde len trachten te vinden om het handwerk onderwijs op onze scholen zooveel mogelijk te verbeteren. Ouders of Ouder-Commissies, die adhae- sie-betuigingen zouden willen zenden, kun nen dit doen aan ondergeteekende. Met dank voor de plaatsing, S. H. FLANDRIJN v. d. BLOM, Secretaresse van de Ouder-Commissie van de Scholen A en B Zuidsingel, Zuidsingel 13. Leiden, 13 Februari 1924, Uit Eatwijks RaatL- Geachte Redactie 1 Vergun mij een kleine plaatsruimte in Uw Blad, naar aanleiding van het Raadsverslag van Katwijk j.l. Dinsdag. Daarin wordt gelezen, dat, volgens mijn meening, „de visschers eerder aanspraak kunnen maken op steun dan de reeders". Hetgeen door mij niet is beweerd. Wel is door mij gezegd, „de meening van B. en W. niet le kunnen .deelen, als zouden reeders wel, visschers geen verlies kunnen lijden". Daar op den eersten zin onmiddellijk volgt „De arbeiders hebben daarop meer recht dan die niet werken, zou dit lot ver keerde conclusies kunnen lijden. Ter verduidelijking diene dan ook, dat met hen. die niet werken, door mij zijn ge noemd zij, die als uitgetrokken en dubbel uitgetrokken werkloozen wel steun ontvan gen. Met dank voor de opname, hoogachtend, L. v. d. ZWAN. Lid van de Gemeenteraad te Katwijk. Katwijk-aan-Zee, 14 Febr. 1924. ('t Valt mij eenigszins" moeilijk tegenover den gcachten inzender ongelijk te bekennen. Ik heb de woorden uit zijn mond opgeschre ven. Vergissen lijkt mij daarom niet wel mo gelijk. Kan het ook zijn, dat het, in plaats van een slipping van mijn pen, een „slip ping van zijn mond" is geweest Dat over komt redenaars meer, vooral in 't vuur hun ner rede. En de geachte inzender maakte zich ook nogal warm. 't Is zoo gemakkelijk de. vergissing op den breeden rug van den verslaggever te leggen DE VERSLAGGEVER). Wreed spel te Katwijk.- Gc-achten Redactie. Ik was niet van plan meer op „Wreed spel" terug te komen. Waarvoor ook? De veel besproken en beschreven beestjes zijn alle doodgegooid; er is er gelukkig geen één meer. Maar daar komt het prachtige stukje van „Onderwijzerszoon". Van aandoenlijkheid grijp ik naar de pen. Hij keurt het maar net goed, dal' ik de wreedheden signaleerde; dat evenwel ook „onderwijzeres" haar gemoed lücht, nu dat is „ongepast". Vindt gij liet werkelijk ongepast, omdat Katwijk reeds als wreed bekend is? Moeten wij daarom onzen mond houden? „Onderwijzeres" heeft gelijk; de Kalwijk- sche jeugd is wreed, ondanks de liefde van „Onderwijzerszoon", en als deze lieer het tracht te verbloemen, en het zoo erg niet vindt, is hij even wreed. Gaarne had ik vernomen, welke de „om standigheden" waren, waardoor de wreed heid veroorzaakt wordt, maar die worden niet genoemd. Waarom niet Omdat hij zelf die „omstandigheden" niet weet? Verder beveel ik „Onderwijzerszoon" bij da Dierenbescherming aan, want die schijnt de manier te weten om de wreedheden tegen te gaan. Maar, dat heb ik wel uit zijn stukje begrepen, vooral niets wereldkundig maken. De buitenwereld heeft er niets mede te ma ken. Leve de doofpotl KATWIJKER. te Zondags te Katwijk- Mijnheer de Redacteur. Mag ik op deze plaats even een hartelijk eerc-saluufc uitbrengen op onzen. Katwijk- schen Gemeenteraad. Is het geen huldo waard, dat clo edele heeren eigen belangen, enz. op zij zetten, om d© belangen van hun noen, niet van hun gemeenteleden maar van ja, van wie? te behartigen? 't Is om stil te worden van dankbaar heid, dat nu de Zondagen in Katwijk rus tiger worden. Heerlijk! zucht menig Voorstraat-bewo ner, want hij denkt aan de Zondagscbe Voorstraat-ellende. Slaak niefc to vroeg uw zucht van ver lichting 1 De Voorstraat blijft even rumoe rig neen, 'fc wordt nog ergerDe men schen, die anders te Zondags aan het strand zich konden verpoozen na een druk ke werkweek in stad of op 't land, en een glaasje limonade of cider gehruikten, gaan nu de kroeg in. Nemen een bittertje en een borrel. En de caféhouders lachen om dien verstandigea Gemeenteraad, die hun de zakken spekt, en nog eens een extra stichtelijk spektakel op de Zondag- sche Voorstraat bewerkt. Een Ingezetene van K a t w ij kj Katwijk-aan-Zee, 12 Febr. 1924< -•.» JL<Ü Mijnheer de Redacteur, Beleefd verzoeken ondergefceekenden on derstaande in uw veel gelezen Blad te wil len opnemen. Bij voorbaat dank. Werkloozen en Werkverschaffing te Warmond. In antwoord op het schrijven van den NV, R. K. Volksbond op hefc ingezonden stuk „Werkloozen en werkverschaffing te War mond" blijven wij te allen tijde bereid,- (lit te weerleggen, dat hefc op waarheid be< rust, desnoods in openbare vergadering. Eenige werkloozen, P. DE VOS. A. v. LEEUWEN. .Warmond, 14 Febr. 1924. Psychische geneeswijze. i II. De richting, in welke het doen en laten van den raensch zich beweegt, valt haast nooit samen met een rechte lijn. Zelfs hij, die zoogenaamd recht op zijn doel at gaat, ban zich aan deze wet, zooaU ik het maar noemen zal. niet onttrekken. Denk aan een mier, die zich door een grasveld^ beweegt. Het doel, het nesl, wordt steeds voor oogen gehouden. Doch hier is het een grashalm, ginds een kluitje aarde, nu een kuiltje, dan een mensehenvoet, waardoor de eens aan. genomen richting variatie ondergaat, en zooi ontstaat een weg, welze vroeger niet ven moed kon worden. Zoo ook met „der Men. schen Tun und Treibon". Allerlei invloeden, zoowel van builen at als intuïtieve, bepalen onzen levensweg, en menigwerf, wanneer wij gelooven onzen eigen weg te gaan, vol. gen wij alleen de richting van een pas ent. vangen sloot. Hierin ligt reeds opgesloten, dat het dik. wijls moeilijk is om de invloeden van buiten en van binnen uit elkaar le houden. OI lie. ver, wanneer wij een handeling verrichten, waarvoor een uitwendige reden niet aan. slonds voor de hand ligt, dan zoeken wij dq aanleiding bij onszelf. Wij zijn zoo gewend, in dit laalste geval elke handelwijze te be. schouwen als gevolg van wat wij een logi scher» gedachtengang noemen, dat wij het er r.u ook maar voor houden, en er verder uieK meer over denken. Het is een eigenaardig verschijnsel, dat da mensch gaarne elk zijner handelingen be. schouwd wil zien als het uitvloeisel vau' eigen bewusten wil. Hij vindt het nu een. maal niet prettig, dal hij iels doen zou, zon. der vooruit beredeneerd le hebben, dht eik waarom hij het ging doen. Maar liet is de. vraag, ot die redeneering werkelijk is voor. afgegaan aan de volbrachte daad, of wel, dat zij is gevonden om aan die daad, waar. toe een zekere aandrang, van waar dan ook afkomstig, bestond, a.li.w. logisch besiaan. baar le maken. Bij eenig nadenken zullen wij moeten toegeven, dat wij herhaaldelijk een rk-hling inslaan, waarvan wij, eerlijk gesproken, zouden moeien getuigen „Ja, waarom ook weer „Hoe kwam ik daar toch toe 7" Doch blijven wij voorloopig bij de handelingen met eigen, bewusten wil, Wie zal steeds durven beweren, dat niet een schakel van de reeks opeenvolgende gedach. 1 ten, die tot het besluit, tot de daad leidden, hem door een ander is toegevoegd, hetzij met opzet van zijn kant, door overreding, door vleierij, door beloog, of zonder dat op. zet, door onze oigen zucht tot nabootsing, door geloof, door sleur. Hier verwacht ik dadelijk de tegenwerping, dat hetgeen van een ander wordt overgenomen en aangeno. men, op die manier eigendom wordt, en du? ook een d el van het eigen redeneerend ver. mogen gaat uitmaken. Aangenomen, dat dit zoo is, blijft niettemin dc vraag, in hoeverre dal in zich opnemen van een voorgehouden of opgevangen begrip met bewustheid is ge. schicd. Zoodoende wordt bet vraagstuk du? verschoven, doch niet gewijzigd. De invloed, dien „de omstandigheden od ons denken en doen uiloefenen, kan niet unlkend worden. In dit verband wordt dik. wijls als synoniem met „de omstandighe. den" „bet toeval" gebruikt. Nu gaan wij eeni slap verder en onderzoeken of dit toeval al? zoodanig noodzakelijk is, dan wel of de mo. gelijkheid beslaat, dal wij de omstandighe. den naar onzen wil rangschikken. Het kost' p.iet veel moeile, om aan le toonen, dat he{ laatste inderdaad het geval is. lien jongedame krijgt angst bij het zien van een spin. Niemand zal het vreemd vin. den, dat zij, later aan de spin denkende, wederom een gevoel van angst zal waarne. men. En evengoed als zij dit zichzelf kan berokkenen, is een ander daarloe in staat, wanneer liij, door tot haar veel over spin nen te spreken, bet beeld zoodanig voor baar; weet te verlevendigen, dat het gelijke angst gevoel het gevolg is. Zelts is 't niet ondenk baar, dat een goed verteller baar, ook al zag zij nimmer een spin, een zoo juiste beschrij ving van het dier kan geven, dal de beschrij ving alleen, zonder het voorwerp, in slaat blijkt, een gelijksoortigen gemoedstoestand teweeg te brengen, op een zelfde wijze als de kinderen griezelen bij het sprookjes-ver- Lellen van de draken en monsters, die in het verhaal een rol spelen. Al deze invloeden, bet beest zelf, de c.g:a herinnering, de herinnering, door een ander opgewekt en eindelijk een beschrijving van bet becsl, hebben dezelfde geesteswer' ten gevolge. Doch niet in gelijke mate. Het kan zijn, dat een heldere beschrijving r- ker werkt dan het zien van het dier zelf, een herinnering door een ander sterker dan het eigen geheugen. En zoo kunnen vele andere werkingen van den gesst op. ver schillende manieren worden opgewekt. Als vaststaande mogen wij aannemen, dal de werking van onzen geest, onza psyche, kan worden beïnvloed door allerlei, ook van buiten af, en dat wij het ten dooie in onze macht hebben, die invloeden ta wij zigen, ook door inwerking van den eenen. persoon op den anderen. Dit is trouwens een ervaringsfeit, dat wij dagelijks kunnen waar nemen op het uilgeslrekte gebied der over- reding, der overtuiging der. suggestie. Ho?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 10