INGEZONDEN.
GENEESKUNDIGE BRIEVEN.
D. Woubrugge f 2 of 2 dg.Q. F. M. S.
10.50 of 1 dg.
wegens overtr. der Motor- en Rij wiel wet
Ij. v. R. Dea Haag f 10 of 5 dg.
wegens overfcr. der jachtwet: Th. v. d.
M. Hillegom f 5 of 5 dg.A. J. D. Z.
Noordwijkeihoufc; P. D. J. Z. aldaar; L.
A. V. Zandvoort, ieder tot f 4 of 4 dg.
C. v. B. Katwijk aan Zee 2 maal'f 4 of 2
maal 4 dg.
wegens overtr. van het motor- en rijwiel-
reglement: Th. L. H. Noordwijkerhout f2
of 1 dg.J. P. S. fl of 1 mnd. tuchtach
A. v. d. W.; F H. S.; J. v. d. O. Voor
hout; J. v. W. Hillegom; A. J. v. B. Voor
schoten, ieder tot f 3 of 3 dg.
wegens overtr. der Pol. Verord. der ge
meente Leiden: J. P. Den Haag; S. P.
U. ieder tot f 2 of 2 dg.J. O.O. L. v.
E. Alkemado; M. J. W. K. ieder tot f3
of 3 dg.L. S. f 5 of 5 dg.G. de H.
f 0.60 of 1 dg.Th. B. f 0.50 of 1 mnd.
tuchtschool; J. v. T. f 1 of 1 dg.J. T.
f 1 of 1 dg.
wegens idem van Warmond: H. J. S.
f 1 o 1 dag.
wegens dronkenschapG. 0.f 3 of 3
dg.wegens loop en op verboden grond
G. v. K. Noordwijk f 3 of 3 dg.A. v. d.
B. Jzn.A. v. d. B. Pzu. beiden te Noord
wijkerhout, ieder tot f 0.50 of 1 mnd. tucht
school
wegens als getuige opgeroepen wegblij
ven A. v. P. f 10 of 5 dg.
Wegens overtr. der Leerplichtwet: G. v,
E., A. L., D. 0., J. K., J. den H., H. B.,
K B., W. F. H., A. v. Z., J. L., A. N. R.,
G. S., A. S., H. S., A. J., H. J. K., P. R.,
G. de la B., J. J. v. d. S., J. B., P. J. de
N., W. J. N., P. O., D. M., L B., w.
v. O., ieder tot f 2 of 2 d.A. C. G. N. O.
hv. H., C. v. H. hv. P. 8., C. F. v. L., P.
8., J. J. H., P. S., H. S., J. M. B. wed.
J J. S., D. M. V., ieder tot f 1 of 1 dD.
Z., R. L., J. H., f0 50 of 1 d. J. Y., 2 m.
f 1 of 2 m. 1 d.D. J. v. d. B., B. 0. ieder
2 m. f 2 of 2 m. 2 d. A. K. f 3 of 3 d. A.
P f2 of 1 d; W. H. P. f2 of 1 d.W. S.
2 m. f 2 of 2 m. 2d. J. v. W. wed. J. de
M.J. v. R. in beide zaken geen straf toe-
gv.r^t; L. L. 2 m. f 1 of 2 m. 1 d.A. de
H wed. B., Katwijk aan Zee f 0.50 of 1 d.
J v. D., J v. D., E. v .o. B., A .K., N. M.,
T. G., W. J., M. K., D. v. d. P., K. v. d.
P., allen te Katwijk, ieder tot f2 of 2
rA v. R., A. K.. G. Y. wed. de H beiden
te Katwijk-aan-Zée, ieder t-ot f 1 of 1 d.P.
t, d. P., Katwijk aan Zee 2 m. f 3 of 2 m.
3 d.D. v. d P. aldaar f 3 of 3 d.a. v.
d. p'. geen straf toegepast; w. de v. al
daar 2 in aal f 3 of 2 maal 3 d. W. a. Kat
wijk aan den Rijn; a. c. w. aldaar, ieder
tot f 2 of 2 d.H. B. aldaar tot 2 m. f 2 of
2 m. 2 d.H. E. NoordwijkerhoutJ. v. d.
B aldaarJ. S. aldaar, ieder tot f 3 of 3
d."; J. D., J. L. B., Th. v. d. B., P. M., P.
v. d. P., L de w., Th. v. d. M., P. v. d.
B., P. H., P. v. d. B., allen te Noordwij
kerhout, ieder tot f 2 of 2 d. H. v. K., J.
y d B. wed. J. v. D., F. H., allen to
Noordwijkerhout, ieder tot f 1 of 1 d. J. v.
d. B., id. 3 m. f 2 of m. 2d.; M. v. d.
B. aldaar 2 m. f 2 of 2 m. 2 d.P. C. L.
H.' aldaar f 2 of 1 d. P. den E. aldaar 2
maai f 2 of 2 m. 2d.; J. do G., J. W. wed.
v. d. L., J. L. C., G. v. R. wed. P. v. B.,
allen te Noordwijk, ieder tot f 1 of 1 d.
H. v. R-, L. D., P. B., D. B., O. S., F. v.
W., J. J. H., allen te Noordwijk J. W.
Oegstgeest; J. Z. aldaar, ieder tot f 2 ot
2 d.N. N.Noordwijk 2 m. f 21 of 2 m. 2 d.
"Wegens rijden met een rijwiel zonder
belH. K. f 2 of 2 d., J. de W. te Oegst
geest f 2 of 2 d. "Wegens rijden met oen rij
wiel zonder licht: E. A. Th. Y. f 3 of 3 d.
"Wegens overtr. der Bol.-Vorord. der ge
meente Leiden, S. S. f 1 of 1 <L, H. L., 0.
K-, ieder tot f 2 of 2 d. Wogens dronken
schap: M. de Y. f 1 of 1 d.A. J. R. Voor
schoten; A J. L. v. B., zwervende G. J.
B. zwervende, ieder tot f3 of 3 d. Wegens
loopen op verboden grond: Th. de E., N.
D. Azn., J J. v. d. B. Jan., C. M. allen te
Noordwijkerhout, ieder tot f 3 of 3^ d.Th.
J. v. L., A. v. B., beiden te Katwijk, ieder
tot f2 of 1 m t.soh.J. B., Katwijk aan
Zee, f 0.50 of i d.G. S. Oegstgeest f2 ot
1 m. t.sch. Weg. straatschenderij G. P. v. d.
L-, Zoeterwoudo f 5 of 5 d.C. A. n., id.,
f 2 of 1 m. t.sch. Wegens op den openbaren
wog een voorwerp plaatsen zonder dit te
•verlichten: C. R-, M. N., beiden to Leider
dorp, ieder tob f 0.50 of 1 d. Wegens over
treding der Arbeidswet: J. v .<3. B. f 3 of 3
d. Wegens overtr. der Invaliditeitswet: J.
v d. V., Noordwijkerhout f 5 of 5 d. We
gens overtr. der Motor- en Rijwielwet: W.
v. D. f 2 of 2 d. Wegens overtr. der Yleesch
keuringsv/et: L. A. v. d. H., Zoefccrvroude
f 5 of 5 d. L. v. d. H., Zoeterwoudo f 3 of
3 d. Wegens overtr. der Wapenwet; H. V.
Iii&se, f5 of 5 d. Wegens overtr. der Jacht
wet: L .P. Zandvoort f 2 of 2 d. C. A. K.
Noordwijkerhout f3 of 3 d.; Th. den E.,
aldaar f 3 of 3 d. Wegems overtr. der Drank
wet: W. v. D., Den Haag f 10 of 5 d.
wegens overtr. van het Motor- en Rij-
wiolreglementG. v. V. Rijnsburg; f2 of
2 dg.J. H. B. f 5 of 5 dg.F. D. f 3
of 3 dg.; S. J. Ie P. f 2 of 2 dg.A. de G.
Voorschoten; L. H. R. aldaar; S A. v. B.
aldaar, ieder tot f 3 of 3 dg.
wegens overtr. der Pol. Verord. der ge
meente Leiden: A. J. R. f 0.50 of 1 dg.;
A. de G. f3 of 3 dg.; N. v. d. If.P. J.
iW.A. de L. Haarlem; A. V. den Haag,
ieder tot f 1 of 1 dg.
wegens overtr. dor Pol. Verord. der ge
meente ZocterwoudcW. A. de J. Zoeter
woudo; f 5 of 5 dg.;
wegens overtr. der Pol. Verord. der ge
meente Voorschoten: H. B. f 1 oi' 1 dg.;
wegens overtr. der Leerplichtwet: J. C-
hv. S. S. f 0.50 of 1 dg.
wegens overtr. der ljkwet: J. J. v. d.
B. Katwijk 2 maal f 0.50 of 2 maal 1 dg.;
wegens overtr. van het Motor- en Rij
wielreglement: P. F. 0. f3 of 3 dg.; C.
JV. Noordwijkerhout f3 of 3 dg.
wegens overtr. der Pol. Verord. der ge
meente Leiden: W. F. L.A. v. d. B.O.
.W. F. O.; I. B.; JV. L. W., ieder tot f 1
of 1 dg.
Vrijgesproken werden: A. V. Hillegom.
beklaagd van overtr. van het Tramwegre-
glemcnt; P. L. Z» .Hoogmadé; beklaagd
van overtr. der Pol. Verord. der gemeente
Leiden op de Keuring van Vee en vleesch;
L. Z. wed. C. M. P. v. O. beklaagd van
overtr. der Invaliditeitswet; J. v d. K.
beklaagd van overtr. van het Motor- en
Rijwielreglement; A. V. Katwijk aan Zee;
K. v. B. Noordwijk; J. v. D. aldaar; L.
M. aldaar; beklaagd van overfcr. der Leer
plichtwet; G. de B. ter Aar, beklaagd van
overfcr. der Inv. wet werd ontslagen van
rechtsvervolging.
Waar geen wooplaafcs is vermeld, is deze
Leiden.
RAAD VOOR DE SCHEEPVAART'
De Raad voor de Scheepvaart te Am
sterdam deed uitspraak in de zaak betref
fende de stranding van den motorlogger
„Cornelia Olazina" K W 176.
De Raad is van oordeel, dat stroomver-
leiding in verband met den dikken mist
de oorzaak van de ramp is; hoewel de
schipper dacht, dat de stroom recht op
den boeg stond, is in werkelijkheid de
stroom vermoedelijk eenigszins op S. B.
boeg ingekomen en heeft het schip aldus
naar bakboord ingezet. Het is trouwens
bekend, dat ter plaatse stroomingen de
schepen dikwijls, hetzij naar het Westen
hetzij naai* het Oosten voeren, en bevaren
schippers houden daarmede zooveel moge
lijk rekening. Hoewel het zeker beter ware
geweest, indien de schipper vaker had ge
lood, is het zeer de vraag, of dit het onge
val zou hebben voorkomen, daar m de om
geving van de East-Goodwin de diepte der
zee vrij plotseling vermindert en men die
vermindering gewoonlijk bij looding eerst
bemerkt, als het te laat is.
De Raad vindt geen aanleiding op den
schipper eenige straf toe te passen.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Copie van al of niet geplaatste stukken
wordt niet teruggegeven.
De sociale taak der Kerk.
Ik behoor lot de leeken. Dat wil dus, in
verband met het door mij hierboven ge
plaatste beteekenisvolle hoofd, zeggen dat
ik geen predikant ben.
Wanneer ik niettemin de gastvrijheid van
de Redactie inroep, dan is het omdat, wat
nu door enkelen van het negental hier slaan
de predikanten uit de Groote Kerk, op den
voorgrond wordt gebracht, bij hen een on
derwerp van overdenking en Bpreken heelt
uitgemaakt, uit liet hart gegrepen is van de
velen, die tot de groep menschen behooren,
die in bescherming genomen worden (de
Twentsche textielarbeiders) of althans daar
aan min of meer verwant zijn.
Onder zeer veel goeds, dat door de Kerk
wat eigenlijk wil zeggen de predikanten
tot stand is gebracht, is door vele ecuwen
licen haar fout geweest, dat zij koud wa9
tegenover leed, dat aan een bepaalde klasse
van menschen bijna onafscheidelijk verbon
den was, onverschillig stond tegenover on
recht, dat die klasse, als zij bezig was zich
zelf omhoog te stuwen, werd aangedaan 1
Is het wonder, dat velen uit die klasse ten
slotte onder de door de Kerk betoonde onver
schilligheid zelf onverschillig worden Die
Kerk den rug toekeeren 't Is immers al
heel oud de liefde kan niet van één kant
komen.
Zij, de predikanten, die een woord durf
den spreken, zooals zij dat gedaan hebben
in en huiten het Kerkgebouw, verdienen lof.
Iedere nieuwe beweging als is deze
dan niet gloed-nieuw heeft haar tekort
komingen.
Zoo zullen de predikanten, als' zij hun
boog spannen, de pijlen bij voorkeur richten
op hen, die niet tot eigen kerkverband be
hooren. Menschelijk, hoewel niet wensche-
lijk. Zij zullen echter de gedachten, die zij
zich ten aanzien van de sociale taak der
Kerk hebben gevormd, moeten uitbouwen oi
omvormen en de pijlen richten naar links
en rechts, naar verre, maar ook naar dich-
bij-gelegen doeleinden.
't Zal hun laak wel moeilijker, maar toch
ontegenzeglijk mooier maken. P.
De Leidsche Autobussen*
Mijnheer de Redacteur.
Ondergeteekende verzoekt beleefd een
klein plaatsje in Uw veel gelezen blad
voor onderstaand stukje. Bij voorbaat mijn
hartelijke dank.
Het is waarschijnlijk U cn misschien
ook velen stadgenooten bekend, dat er den
laatsten tijd een vreeselijke broodnjjd
bestaat tusschen ue ondernemers van den
autobusdiensfc „Het Stadsverkeer" cn de
ondernemers vau den autobusdiensfc ^Cein
tuurbaan". Zoo het schijnt, kan do eerst
genoemde het niet. zetten, dat het den on
dernemers van de „Ceintuurbaan" goed
gaat, en om die nu te dupecren laat ,,Hefc
Stadsverkeer" uit pure broodnijd waar
schijnlijke?) eon wagen van hem dezelfde
ïVDute rijden, welke de „Ceintuurbaan"
reeds gedurende zeven maanden onafge
broken gaat.
Nu is mijn beleefde vraag:
Is daar nu van politïowegc niets tegen
te doen? Is het niet mogelijk, dat er een
verordening gemaakt wordt, om, daar,
waar reeds eenmaal een Autobus een vast©
route heeft, en niet telkens verandert, zoo
als „Hefc Stadsverkeer", geen tweede bus
van een andere ondernemer mag komen
to rijden?
Want zooals de verhouding nu tusschen
die tweo Maatschappijen is, zou wel eens,
ten gevolge kunnen hebben, dat er groote
ongelukken gebeuren, omreden de één, ten
einde passagiers in te nemen, don ander
vóór wil komen, en dan krijgt men hetzelfde
wat er gebeurd is tusschen de twee wa
gens, welke naar Den Haag rijden, n.l. de
één duwde den anderen, tijdens hefc pas-
seeren van een brug tegen de brugleuning,
zoodat de auto groote schade kreeg. Er
■waren geen persoonlijke ongelukken bij,
doch die zijn in dit geval vast niet buiten
gesloten. Als hefc zoo blijft, hebben wij bin
nenkort een aantal ongelukken fce wachten.
Hopende, dat dit schrijven aanleiding
mag geven tot spoedige verbetering van
dezen toestand, om groote ongelukken te
voorkomen.
U, Mijnheer do Redacteur, nogmaals
dankzeggend voor de verleende plaatsruim
te verblijf ik, mede namens vele ,,Cein-
fcuui'haan"passagiers,
Hoogachtend,
H. WAGEMANS.
Onjuiste cijfers?
Mijnheer de Redacteur,
Naar aanleiding van de opmerkingen, ge
maakt door den Wethouder van Onderwijs
in de Raadzitting van j.l. Maandagavond
over de in ons adres medegedeelde cijfers
inzake het aantal onderwijzeressen bij het
openbaar en het bijzonder bewaarschoolon-
derwijs, zij hefc ons vergund het volgende
mede te deelen:
In ons adres staat letterlijk: „ten aan
zien van de salarissen van het personeel
geldt, dat de gemeente voor elke 35 leer
lingen één onderwijzeres betaalt, terwijl
het aan de bijz. bewaarscholen vergoedt het
salaris van één onderwijzeres per 50 leer
lingen. ,,De Wethouder zei hiervan, dat aan
de openbare bewaarscholen het gemiddelde
getal leerlingen per onderwijzeres bedroeg
34 en dat aan de bijzondere 38. Ter zake
van het openbaar onderwijs werd dus ons
cijfer vrijwel bevestigd, hoewel dit niet
klopt met de mededeeling van B. W. in
de Memorie van Antwoord op het Verslag
over de Gemeentcbegrooting (jpag. 38 volgn.
265) waarin zij schrijven:
„Op 1 October telden de openbare be
waarscholen aan de Groenesteeg, Oude Vest
en Elizabethshof resp. 290, 272 cn 246 leer
lingen en waren aan die scholen (de hoofden
inbegrepen) resp. 9, 9 en 8 leerkrachten
verbonden."
Dus 808 leerlingen en 26 leerkrachten of
31 per onderwijzeres.
In de subsidie-verordening voor de bijzon
dere bewaarscholen staat (art. 4)
„Voor elk 50-tal leerlingen of gedeelte
daarvan, moet, met inbegrip van het hoofd,
één onderwijzeres aan de school verbonden
zijn."
Het is duidelijk, dat, indien de bovenge
noemde openbare scholen, bijzondere wa
ren, niet zooals nu 9, 9 en 8 (26), doch 6,
6 en 5 (17) leerkrachten zouden worden be
taald, of 9 minder.
Dat hefc gezamenlijk aantal leerlingen aan
alle bijzondere bewaarscholen, gedeeld door
het gezamenlijk aantal onderwijzeressen,
een getal oplevert minder dan 50, is best
mogelijk; immers, „voor elke 50 leerlingen
of gedeelte daarvan" moet er één onderwij
zeres zijn, maar dit neemt toch niet weg
het feit, dat bijv. bij 110 leerlingen de open
bare school 4', de bijzondere 3 telt, bij 150
leeilingen de openbare 5 en do bijzondere
ook nog 3.
Er is op dit punt beslist geen gelijkstel
ling, doch laten wij er direct bijvoegen
indien deze wordt nagestreefd, is in hefc
belang der gemeentekas een conformatie van
de openbare scholen aan de bijzondere, o.i.
zeer V7el te verdedigen. Er is op do bewaar
scholen zoo veel verzuim, dat een vaststel
ling van het maximum per onderwijzeres
op 48 in deze tijden van bezuiniging geen
ernstige bezwaren kan ontmoeten.
Nog een enkele opmerking moet ons van
hefc hart, Mijnheer do Redacteur, naar aan
leiding van hetgeen de burgemeester in het
midden bracht. Volgens ZEd. Achtb. zou
de rechtsgrond van de gelijkstelling liggen
in de leerplichtwet cn daar deze voor het
bewaarschoolonderwijs niet bestaat, zou dus
de rechtsgrond voor de gelijkstelling op dit
gebied ontbreken.
Indien deze bewering juist was, zou de
schoolstrijd dus pas ziju ontstaan n& dc in
voering der leerplichtwet of liever eerst
die invoering kwam er een rechtsgrond voor.
Wij meenen, dat de schoolstrijd reeds van
den aanvang af op deugdelijke rechtsgron
den berustte en dat de leerplichtwet in de
zen strijd slechte een ondergeschikte rol
vervulde.
Met een aDdere opmerking van den bur
gemeester zijn wij het eens: als er geen
openbare bewaarscholen waren, zeide hij,
waar bleef u dan met uw eiseli van gelijk
stelling. Er was dan niets om mee gelijk
te stellen. Iuderdaad, M. de R., zoo is het.
Wij kunen verder gaan cn zeggen, dat, als
er nooit openbare lagere scholen waren ge
weest, geheel betaald uit de openbare kas
sen, er zelfs nooit een schoolstrijd was ont
staan^ Maar juist hefc feit, dat er vèl open
bare scholen, in casu openbare bewaarscho
len, zijn, geheel bekostigd door de gemeen
te, doch met neutraal onderwijs, geeft den
voorstanders van bijzonder onderwijs het
recht om ook voor hun scholen bij den Ge
meenteraad om subsidie aan te komen.
Het is niet oznder een gevoel van leed
wezen, dat Wij meenen, dit a b c der recht-
Sche onderwijspolitiek in 1924 in een door
rechts geregeerde stad te moeten verde
digen.
Met beleefden dank voor do plaatsing,
Namens het Bestuur van do Vereen, voor
Chr. Fröbelscholen,
T. S. GOSLINGA, Voorzitter.
VAN LOO, Secretaris.-
Zeefgeachle Redactie',
Zou het ondergeteekende vergund zijn
een piaatsjc te vragen in Uw geëerd Blad?
In het verslag over de avondzilting van
den Gemeenteraad las ik o. ra. d9 vragen,
gesteld door den heer Sijtsraa met betrekking
tot het handwerkonderwijs op de openbare
lagere scholen alhier. Hij brengt daarin
naar voren de bezwaren, verbonden aan
het geven van dit onderwijs onder de ge
wone schooluren door klasse-onderwijzeres
sen, ten gevolge waarvan de jongere leer
lingen te elf uur de school moeten verlaten
en thuiskomen op een tijd, wanneer de huis
moeder hel zeer druk heeft.
Door den heer Wethouder van Onderwijs
werd hierop, volgens het verslag, geant
woord, dat hem geen bezwaren van hoofden
van scholen noch van ouders Ier ooren zijn
gekomen, f
Als secretaresse eener Ouder-Commissia
is door ondergeteekende reeds vóór het in
werking-treden van de nieuwe regeling voor
het handwerkonderwijs in een schrijven aan
B. en W. gewezen op de bezwaren, aan deze
regeling verbonden; doch zonder resultaat.
De Gemeenteraad besloot bij meerderheid
van stemmen de nieuwe regeling in te voe
ren, die, naar de meening van ondergetee
kende, moet uitloopen op een verslechte
ring van de resultaten van het handwerk
onderwijs niet alleen, maar van hel geheele
onderwijs, en dat weer onder motto „Bezui
niging". En er zijn inderdaad klachten ge
noeg gerezen over het naar-huis-zenden der
kleinen te elf uur. Ouders en Ouder-Com-
missies, laten wij den Heer Sijtsma niet al
leen slaan met zijn vragen aan B. en W.
Laten wij de handen ineen slaan en midde
len trachten te vinden om het handwerk
onderwijs op onze scholen zooveel mogelijk
te verbeteren.
Ouders of Ouder-Commissies, die adhae-
sie-betuigingen zouden willen zenden, kun
nen dit doen aan ondergeteekende.
Met dank voor de plaatsing,
S. H. FLANDRIJN v. d. BLOM,
Secretaresse van de Ouder-Commissie
van de Scholen A en B Zuidsingel,
Zuidsingel 13.
Leiden, 13 Februari 1924,
Uit Eatwijks RaatL-
Geachte Redactie 1
Vergun mij een kleine plaatsruimte in Uw
Blad, naar aanleiding van het Raadsverslag
van Katwijk j.l. Dinsdag.
Daarin wordt gelezen, dat, volgens mijn
meening, „de visschers eerder aanspraak
kunnen maken op steun dan de reeders".
Hetgeen door mij niet is beweerd. Wel is
door mij gezegd, „de meening van B. en W.
niet le kunnen .deelen, als zouden reeders
wel, visschers geen verlies kunnen lijden".
Daar op den eersten zin onmiddellijk
volgt „De arbeiders hebben daarop meer
recht dan die niet werken, zou dit lot ver
keerde conclusies kunnen lijden.
Ter verduidelijking diene dan ook, dat
met hen. die niet werken, door mij zijn ge
noemd zij, die als uitgetrokken en dubbel
uitgetrokken werkloozen wel steun ontvan
gen.
Met dank voor de opname, hoogachtend,
L. v. d. ZWAN.
Lid van de Gemeenteraad te Katwijk.
Katwijk-aan-Zee, 14 Febr. 1924.
('t Valt mij eenigszins" moeilijk tegenover
den gcachten inzender ongelijk te bekennen.
Ik heb de woorden uit zijn mond opgeschre
ven. Vergissen lijkt mij daarom niet wel mo
gelijk. Kan het ook zijn, dat het, in plaats
van een slipping van mijn pen, een „slip
ping van zijn mond" is geweest Dat over
komt redenaars meer, vooral in 't vuur hun
ner rede. En de geachte inzender maakte
zich ook nogal warm.
't Is zoo gemakkelijk de. vergissing op den
breeden rug van den verslaggever te leggen
DE VERSLAGGEVER).
Wreed spel te Katwijk.-
Gc-achten Redactie.
Ik was niet van plan meer op „Wreed
spel" terug te komen. Waarvoor ook? De veel
besproken en beschreven beestjes zijn alle
doodgegooid; er is er gelukkig geen één meer.
Maar daar komt het prachtige stukje van
„Onderwijzerszoon". Van aandoenlijkheid
grijp ik naar de pen. Hij keurt het maar net
goed, dal' ik de wreedheden signaleerde; dat
evenwel ook „onderwijzeres" haar gemoed
lücht, nu dat is „ongepast". Vindt gij liet
werkelijk ongepast, omdat Katwijk reeds als
wreed bekend is? Moeten wij daarom onzen
mond houden?
„Onderwijzeres" heeft gelijk; de Kalwijk-
sche jeugd is wreed, ondanks de liefde van
„Onderwijzerszoon", en als deze lieer het
tracht te verbloemen, en het zoo erg niet
vindt, is hij even wreed.
Gaarne had ik vernomen, welke de „om
standigheden" waren, waardoor de wreed
heid veroorzaakt wordt, maar die worden
niet genoemd. Waarom niet Omdat hij zelf
die „omstandigheden" niet weet?
Verder beveel ik „Onderwijzerszoon" bij
da Dierenbescherming aan, want die schijnt
de manier te weten om de wreedheden tegen
te gaan. Maar, dat heb ik wel uit zijn stukje
begrepen, vooral niets wereldkundig maken.
De buitenwereld heeft er niets mede te ma
ken.
Leve de doofpotl KATWIJKER.
te Zondags te Katwijk-
Mijnheer de Redacteur.
Mag ik op deze plaats even een hartelijk
eerc-saluufc uitbrengen op onzen. Katwijk-
schen Gemeenteraad.
Is het geen huldo waard, dat clo edele
heeren eigen belangen, enz. op zij zetten,
om d© belangen van hun noen, niet van
hun gemeenteleden maar van ja, van
wie? te behartigen?
't Is om stil te worden van dankbaar
heid, dat nu de Zondagen in Katwijk rus
tiger worden.
Heerlijk! zucht menig Voorstraat-bewo
ner, want hij denkt aan de Zondagscbe
Voorstraat-ellende.
Slaak niefc to vroeg uw zucht van ver
lichting 1 De Voorstraat blijft even rumoe
rig neen, 'fc wordt nog ergerDe men
schen, die anders te Zondags aan het
strand zich konden verpoozen na een druk
ke werkweek in stad of op 't land, en een
glaasje limonade of cider gehruikten,
gaan nu de kroeg in. Nemen een bittertje
en een borrel. En de caféhouders lachen
om dien verstandigea Gemeenteraad, die
hun de zakken spekt, en nog eens een
extra stichtelijk spektakel op de Zondag-
sche Voorstraat bewerkt.
Een Ingezetene van
K a t w ij kj
Katwijk-aan-Zee, 12 Febr. 1924<
-•.» JL<Ü
Mijnheer de Redacteur,
Beleefd verzoeken ondergefceekenden on
derstaande in uw veel gelezen Blad te wil
len opnemen. Bij voorbaat dank.
Werkloozen en Werkverschaffing te
Warmond.
In antwoord op het schrijven van den NV,
R. K. Volksbond op hefc ingezonden stuk
„Werkloozen en werkverschaffing te War
mond" blijven wij te allen tijde bereid,-
(lit te weerleggen, dat hefc op waarheid be<
rust, desnoods in openbare vergadering.
Eenige werkloozen,
P. DE VOS.
A. v. LEEUWEN.
.Warmond, 14 Febr. 1924.
Psychische geneeswijze. i
II.
De richting, in welke het doen en laten
van den raensch zich beweegt, valt haast
nooit samen met een rechte lijn. Zelfs hij,
die zoogenaamd recht op zijn doel at gaat,
ban zich aan deze wet, zooaU ik het maar
noemen zal. niet onttrekken. Denk aan een
mier, die zich door een grasveld^ beweegt.
Het doel, het nesl, wordt steeds voor oogen
gehouden. Doch hier is het een grashalm,
ginds een kluitje aarde, nu een kuiltje, dan
een mensehenvoet, waardoor de eens aan.
genomen richting variatie ondergaat, en zooi
ontstaat een weg, welze vroeger niet ven
moed kon worden. Zoo ook met „der Men.
schen Tun und Treibon". Allerlei invloeden,
zoowel van builen at als intuïtieve, bepalen
onzen levensweg, en menigwerf, wanneer
wij gelooven onzen eigen weg te gaan, vol.
gen wij alleen de richting van een pas ent.
vangen sloot.
Hierin ligt reeds opgesloten, dat het dik.
wijls moeilijk is om de invloeden van buiten
en van binnen uit elkaar le houden. OI lie.
ver, wanneer wij een handeling verrichten,
waarvoor een uitwendige reden niet aan.
slonds voor de hand ligt, dan zoeken wij dq
aanleiding bij onszelf. Wij zijn zoo gewend,
in dit laalste geval elke handelwijze te be.
schouwen als gevolg van wat wij een logi
scher» gedachtengang noemen, dat wij het er
r.u ook maar voor houden, en er verder uieK
meer over denken.
Het is een eigenaardig verschijnsel, dat da
mensch gaarne elk zijner handelingen be.
schouwd wil zien als het uitvloeisel vau'
eigen bewusten wil. Hij vindt het nu een.
maal niet prettig, dal hij iels doen zou, zon.
der vooruit beredeneerd le hebben, dht eik
waarom hij het ging doen. Maar liet is de.
vraag, ot die redeneering werkelijk is voor.
afgegaan aan de volbrachte daad, of wel,
dat zij is gevonden om aan die daad, waar.
toe een zekere aandrang, van waar dan ook
afkomstig, bestond, a.li.w. logisch besiaan.
baar le maken. Bij eenig nadenken zullen
wij moeten toegeven, dat wij herhaaldelijk
een rk-hling inslaan, waarvan wij, eerlijk
gesproken, zouden moeien getuigen „Ja,
waarom ook weer „Hoe kwam ik daar
toch toe 7" Doch blijven wij voorloopig bij
de handelingen met eigen, bewusten wil,
Wie zal steeds durven beweren, dat niet een
schakel van de reeks opeenvolgende gedach. 1
ten, die tot het besluit, tot de daad leidden,
hem door een ander is toegevoegd, hetzij
met opzet van zijn kant, door overreding,
door vleierij, door beloog, of zonder dat op.
zet, door onze oigen zucht tot nabootsing,
door geloof, door sleur. Hier verwacht ik
dadelijk de tegenwerping, dat hetgeen van
een ander wordt overgenomen en aangeno.
men, op die manier eigendom wordt, en du?
ook een d el van het eigen redeneerend ver.
mogen gaat uitmaken. Aangenomen, dat dit
zoo is, blijft niettemin dc vraag, in hoeverre
dal in zich opnemen van een voorgehouden
of opgevangen begrip met bewustheid is ge.
schicd. Zoodoende wordt bet vraagstuk du?
verschoven, doch niet gewijzigd.
De invloed, dien „de omstandigheden
od ons denken en doen uiloefenen, kan niet
unlkend worden. In dit verband wordt dik.
wijls als synoniem met „de omstandighe.
den" „bet toeval" gebruikt. Nu gaan wij eeni
slap verder en onderzoeken of dit toeval al?
zoodanig noodzakelijk is, dan wel of de mo.
gelijkheid beslaat, dal wij de omstandighe.
den naar onzen wil rangschikken. Het kost'
p.iet veel moeile, om aan le toonen, dat he{
laatste inderdaad het geval is.
lien jongedame krijgt angst bij het zien
van een spin. Niemand zal het vreemd vin.
den, dat zij, later aan de spin denkende,
wederom een gevoel van angst zal waarne.
men. En evengoed als zij dit zichzelf kan
berokkenen, is een ander daarloe in staat,
wanneer liij, door tot haar veel over spin
nen te spreken, bet beeld zoodanig voor baar;
weet te verlevendigen, dat het gelijke angst
gevoel het gevolg is. Zelts is 't niet ondenk
baar, dat een goed verteller baar, ook al zag
zij nimmer een spin, een zoo juiste beschrij
ving van het dier kan geven, dal de beschrij
ving alleen, zonder het voorwerp, in slaat
blijkt, een gelijksoortigen gemoedstoestand
teweeg te brengen, op een zelfde wijze als
de kinderen griezelen bij het sprookjes-ver-
Lellen van de draken en monsters, die in het
verhaal een rol spelen.
Al deze invloeden, bet beest zelf, de c.g:a
herinnering, de herinnering, door een ander
opgewekt en eindelijk een beschrijving van
bet becsl, hebben dezelfde geesteswer'
ten gevolge. Doch niet in gelijke mate. Het
kan zijn, dat een heldere beschrijving r-
ker werkt dan het zien van het dier zelf,
een herinnering door een ander sterker dan
het eigen geheugen. En zoo kunnen vele
andere werkingen van den gesst op. ver
schillende manieren worden opgewekt.
Als vaststaande mogen wij aannemen,
dal de werking van onzen geest, onza
psyche, kan worden beïnvloed door allerlei,
ook van buiten af, en dat wij het ten dooie
in onze macht hebben, die invloeden ta wij
zigen, ook door inwerking van den eenen.
persoon op den anderen. Dit is trouwens een
ervaringsfeit, dat wij dagelijks kunnen waar
nemen op het uilgeslrekte gebied der over-
reding, der overtuiging der. suggestie. Ho?