Oe bezuinigingsplannen
der Regeering.
Oe Onziciitbare Hand.
No. 19597
LEIDSCH
DAGBLAD, Maandag 28 Januari.
Tweede Blad. Anno 1924.
NATUURLIJKE SCHOONHEID
FEUILLETON.
Verschenen is de Memorie van Antwoord
in zake Hoofdstuk I der Staalsbegrooling
1924 (algemeene beschouwingen), waaraan
het volgende is ontleend;
De Regeering blijft op hel standpunt slaan
dat thans vóór alles de aandacht op d e n
financieelen toestands des
lands behoort te worden samengetrokken en
dat, nu de steeds stijgende tekorten der laat
ste jaren allengs een hoogte dreigen te be
reiken, welke de welvaart van de gansche
Katie ernstig in gevaar brengt, voor op zich-
zelve ingrijpende voorzieningen, welke het
veel grootore onheil eener algemeene verar
ming tijdig kunnen koeren, niet mag worden
teruggedeinsd
Toegegeven kon worden, dat er grond is
voor de verwachting, dat de opbrengst over
1924 de aanvankelijke raming wel zal over
treffen, mede in verband met da omstan
digheid. dat in de Indische bedrijven, waar
van hier te lande de dividenden worden ge
noten, eenige opleving is ingetreden. Dien
tengevolge schijnt het geoorloofd ook de zui
vere opbrengst der Inkomstenbelasting over
4924 thans op f 80 millioen te ramen in
plaats van op f 70 millioen.
De koers van den gulden.
De ltegcering blijft ook thans nog op het
standpunt slaan, dat in het belang van de
gehcele Natie het op-peil-houden van den
gulden het beleid in de naaste toekomst zal
moeten beheersehen. Dat een dergelijke po
litiek negatief en eenzijdig genoemd zou
mogen worden ,ackt zij onjuist, daar de
herstelling van een gc-zonden economischcn
toestand een noodzakelijke grondslag en een
onmisbare voorwaarde is voor vooruitgang,
onverschillig op welk gebied, zoodat de ver
vulling van die voorwaarde noodzakelijker
wijs behoort vooraf te gaan.
De bezuiniging.
Het te dekken tekort is intusschen zóó
aanzienlijk, dat alleen door een verminde
ring van de uilgaven over do g te
ll e c 1 e linie een voldoend resultaat
bereikbaar is.
Bij de beoordeeling der voorgestelde maat
regelen moet voorts in aanmerking worden
genomen, dat elke vermindering van lasten
binnen korten tijd illusoir wordt gemaakt,
indien daarmede niet gepaard gaat een.
Stopzetting van het regel
matig accres der uitgaven. Daarop
moest mitsdien de Regeering in de eerste
plaats bedacht zijn. Immers, het tekort op
de Staatshuishouding, dat voor 1924, met
inbegrip van de Slaatsbijdrage aan liet
Ouderdomsfonds tol dekking van het tekort,
wegens de invoering der vrijwillige ouder-
domsverzekering en de door consolideering
te verlioogen rente en aflossing van Staats
schuld, was geraamd op I 116 millioen,
zou, indien niet tijdig werd ingegrepen,
reeds in het volgend jaar tot ongeveer 140
millioen gulden zijn aangegroeid, welk laat
ste bedrag intusschen thans, als een gevolg
van de verhoogde raming der Inkomsten
belasting, indien de raming der middelen
voor 1925 althans gehandhaafd zal kunnen
blijven, op f 130 millioen gesteld zou moe
ien worden en vervolgens vermoedelijk nog
verder zou stijgen
In de Milliocnennota zijn als m a a t r e-
gelenter opvanging van
het accres in uitzicht gesteld: voor
eerst een lijdelijke stopzetting van alle pe
riodieke traklementsverhoogingen en voorts
hc! afzien van de invoeriDg van het zevende
leerjaar en van de uitbreiding van den leer
plicht.
Van deze maatregelen meent de Regeering
bij hernieuwde overweging den eerst
genoemde niet te moeten
handhaven, voornamelijk omdat een
nadere berekening deed inzien, dat bij een
dergelijke stopzetting, waaraan bezwaarlijk
terugwerkende kracht kan worden toege
kend, het reeds verschenen gedeelte cencr
verhoogingsperiode naar de methode die de
Regeering de juiste voorkomt, billijkheids
halve zou moeten worden uitbetaald, ten
gevolge waarvan in de toekomst wel is waar
een besparing, doch voor het jaar 1924 een
niet onbelangrijke verhooging van uitgaven
van dezen maatregel het gevolg zou zijn.
Daarom scheen het wenschelijk do kwestie
der periodieke verhoogingen afzonder-
l ij k te overwegen bij de herziening der
jaarwedde-regeling, welke tevens een on
derdeel van de plannen der Regeering vormt
en waarop hieronder nader zal worden te
ruggekomen.
Intusschen is het afzien van de
invoering van het zevende
leerjaar alleen niet voldoende om het
accres der uilgaven legen te gaan. Ook aan
het aantal onderwijsinrichtingen zal behou
dens zeer bijzondere gevallen, voorloopig
geen verdere uitbreiding gegeven mogen
worden.
Herziening dei pensioenwetten.
Ook dc pensioenlasten stijgen jaarlijks
aanzienlijk, van 1923 op 1924 met niet min
der dan 1.6 millioen voor zooveel de mili
taire pensioenen betreft. Ten einde deze stij
ging in te perken is een herziening
van do pensioenwetten in
voorbereiding, waarvan het ontwerp n a-
genoeg gereed ligt en die op een
aantal punten, waarop thans uit den aard
der zaak niet nader kan worden ingegaan,
de lasten van den Slaat zal verminderen.
Eindelijk zal ook aan den ten gevolge van
do inkrimping van den Staatsdienst sterk
slijgendon druk de r wacht
geld c n zooveel mogelijk paal en perk
moeten worden gesteld. Reeds heeft de Re-
geering maatregelen gelrotfen, om bij de
afvloeiing van overcompleet personeel, die
amblcnaren le doen voorgaan, die Èn met
het oog op hun gezinsverhoudingen ón in
het financieel belang van den Staat, het
eerst voor ontslag in aanmerking moeten
komen. Verdere stappen in die richting zul
len worden gedaan door overal zooveel
mogelijk l ij del ij k en los
personeel door wachtgel
ders te vervangen.
Inkrimping van den Staatsdienst.
Het staat echter wel vast, dat, ondanks
de evengenoemde voorzieningen een accres
van uitgaven zal blijven bestaan, en dat
derhalve de maatregelen, noodig om het
voor 1925 geraamde tekort van f 130.000.000
te dekken, tot het verkrijgen van een slui
tende begrooting ook in do volgende jaren
waarschijnlijk zelfs niet eens voldoende
zullen zijn.
Wat nu de opheffing van dit tekort be
treft, zullen allereerst over de geheele linie
besparingen moeten worden ingevoerd.
Neemt men in aanmerking, dat de door
voering van de wettelijke voorzieningen, dia
getroffen zullen moeten worden, meerdere
jaren vorderen zal, dan schijnt het raad
zaam om voor de meer nabije toekomst,
voor de eerstkomende jaren, het cijfer der
besparingen uit reorganisatie en inkrimping
niet liooger dan f 30 millioen te stellen.
Daarbij komt dan het resultaat der alge
meene salaris- en loonsverlaging, zoomede
do dekking der bedrijfskosten en als sluit
post tot dekking van het tekort ten siotte de
heffing van nieuwe belastingen, die in to
taal f 40 millioen zouden dienen op te
leveren.
De besparingsmaatregelen.
De besparingsmaatregelen zijn in 3 groe
pen te splitsen:
A. Inkrimping cn bezuiniging van den
Staatsdienst (30.000.000; B. Algemeene sa
laris- en loonsverlaging f 35.000.000; C.
Dekking van bedrijfskosten f 25.000.000,
Totaal f 90.000.000.
Onderwijs.
Bezuiniging op de uitgaven voor onder
wijs zal hoofdzakelijk kunnen worden ver
kregen, vooreerst duor in de laagste twee
klassen der lagere scholen de onderwijzers
te vervangen door hulponderwijzeressen,
met een eenvoudiger diploma en salaris van
f 1000 i f 1300 per jaar.
De nood der schatkist dwingt er voorts
toe opnieuw in overweging le nemen het in
dertijd door de Regeering ingediende voor
stel, dat de strekking had tot bezuiniging op
de kosten van het U. L. O. te geraken en
waarvan toen een niet onbelangrijk deel te
loor ging door overneming van het amende
ment van mej. Westerman c.s.
Ook het in den laatsten tijd uitermate
sterk gegroeide n ij verheidsonde r--
w ij s zal moeten worden beperkt.
Eindelijk zal oqk het s c h o o 1 l o é-
zicht worden gereorganiseerd er niet on
belangrijk ingekrompen.
Ten slotte worden ook op bet gebied van
het II o o g e r O n d e r w ij s verschil
lende besparingen overwogen.
Andere Departementen.
Bij het cijfer der bezuiniging op de d e-
lencieuit gaven is er reeds rekening
mede gehouden, dat voor de completeering
van de bewapening en de uitrusting van het
leger bijzondere uitgaven noodig zulten zijn.
Wat de overige Departementen betreft
zullen de ter vermindering van het tekort te
treffen voorzieningen ten spoedigste in af
zonderlijke voorstellen worden uitgewerkt.
Zij zijn na zorgvuldig onderzoek van alle
voor vermindering in aanmerking komende
posten verkregen.
Dat de Regeering slechts noode tol sala
risvermindering overgaat, zal wel geen uit
voerig betoog behoeven. Intusschen is, gelijk
reeds in de Millioenennota op den voorgrond
is gesteld, een herstel van het evenwicht in
de begrooting zonder aanmerkelijke
verlaging van het totaal sa
larisbedrag ten eenenmale onmo
gelijk.
Nu door den loop der omstandigheden de
algemeene korting van 10 pet.,
welke de Regeering zich aanvankelijk als
voorloopigen maatregel voor 1924
had voorgesteld, toch met 1 Januari zal
kunnen in werking treden, is zij te rade ge
worden om ten spoedigste ook het govoelen
der Centrale Commissie voor Georganiseerd
Overleg in te winnen over de vraag, of een
evenredig deel van het bedrag, dat de Re
geering zich had voorgesteld over 1924 uit
dien voorloopigen maatregel te vinden, wel
licht door een andere verdeeling ware te
verkrijgen dan door op alle salarissen een
gelijke korling van 10 pet, toe te passeri
Deze laatste maatregel (de salariskor
ting), hoezeer slechts bestemd om voor oen
jaar te gelden, werkt inderdaad door zijn
uniform karakter op ongelijke wijze en kan
dus, individueel, tol hardheid leiden, terwijl
het voor de schatkist ten slotte vooral aan
komt op hei totaal resultaat van den te
treffen maatregel.
Door de algemeene salarisverlaging, welke
ook bij de bedrijven dient te worden door
gevoerd, zullen ook hier in samenwerking
met andere bezuinigingsmaatregelen, de te
korten verdwijnen.
Uit de vorenstaande beschouwingen volgt,
dat, ondanks de rigoureuze maatregelen,
waartoo moet worden overgegaan, in de
eerstvolgende jaren zoolang de voorge
nomen maatregelen van de besparingen,
onder A bedoeld, nog niet uitgewerkt heb
ben, nog een tekort zal blijven beslaan,
dat echter geleidelijk kleiner zal worden.
Neemt men aan, dat alle nieuwe heffin
gen, tot een totaal van f 40 millioen, op 1 Ja
nuari 1925 werken: hebben de bedrijven
in 1925 een sluitend budget; is de salaris
last met f 35 millioen verlaagd en zijn van
de f 30 millioen geprojecteerde besparingen
er 10 reëel geworden, dan zou van het ge
raamde tekort van f 130 millioen een be
drag van 40 25 30 10 110 mil
lioen gevonden zijn en dus nog een tekort
van f20 millioen overblijven.
De Regeering ontveinst zich niet, dat er
nog veel moet geschieden, eer het door haar
gewenschle resultaat bereikt is, maar zij
meent tevens te hebben aangetoond, dat
geen der door haar geprojecteerde maatre
gelen kan worden gemist, wil het doel in
derdaad worden bereikt.
De ambtenaarstraktementen.
Ten aanzien van de door de Regcering in
overweging genomen salarisvermindcring,
geeft het terzake in het Voorloopig Verslag
voorkomende, haar aanleiding tot de vol
gende opmerkingen.
In de eersle plaats wordt de formeel-juri
dische bevoegdheid der Regeering lol sala
risvermindering betwist. De aanstelling van
een ambtenaar op een bepaalde wedde zou
lusschen het betrokken gezag en den amb
tenaar een rechtsverhouding vestigen, die
althans in haar rechtsgevolgen gelijk te
stellen zou zijn aan een burgerrechtelijke
overeenkomst, waarvan dan die bepaalde
wedde een der voorwaarden zou zijn, die
dus door hel betrokken gezag niet zou kun
nen worden gewijzigd.
Naar het oordeel der Regeering wordt al
dus het karakter der amhtenaarsverhouding
miskend. Voor hen, die een ambtelijko func
tie vervullen, gelden toch do regelingen len
aanzien van die functie, ook ten aanzien
van liet salaris, door de overheid gesteld.
Het eigenaardige van deze regelingen is, dat
zij door de overheid, krachtens haar gezag,
dat zij met niemand deelt, niet anders dan
eenzijdig kunnen worden vastgesteld en ge
wijzigd. Da aanvaarding van een ambt is
dus niet hel aangaan van een overeenkomst
met onveranderlijke termen, maar een daad
waardoor men komt le staan, onder vlgueur
der regelingen, die voor het ambt gelden en
die steeds voor wijziging vatbaar zijn. Wor
den zij gewijzigd, dan slaat de ambtenaar
onder de gewijzigde regeling. Zoo is liet met
de instructies, zoo is het met de werktijd
regeling, zoo is het ook mot de wedderege-
ling. Alleen deze opvatting doet aan den
aard der verhoudingen recht wedervaren.
Men wordt anders ook verstrikt in onhoud
bare consequenties.
Art. 40.
De voorgedragen beschouwing schijnt ook
het oordeel van de formeel-juridische belee-
kenis van artikel 40 van het Bezoldi
gingsbesluit te moeten beheersehen. Wijzi
ging of intrekking ook van dat artikel is
juridisch niet onmogelijk en zoodanige
intrekking heelt dan liet gevolg, dat van
af het óogenblik dier intrekking aan
het artikel geen verdere aanspraken kunnen
worden ontleend. Intusschen, daargelaten do
formeel-juridische vraag, wordt de moreelo
kwestie opgeworpen: moreel zou eon wijzi
ging van eenmaal toegekende wedden, in het
bijzonder builen de termen van artikel 40
van het Bezoldigingsbesluit, ontoelaatbaar
zijn.
- Men kan ook hier wederom de consequen
tie doen spreken. Zelfs indien toestanden in
treden, waarbij handhaving van het peil der
eenmaal vastgestelde salarissen niet alleen
in strijd zou zijn met liet algemeen belang,
maar zelfs de ambtenaren zou schaden in
veel ernstiger male dan door een verlaging
geschiedt, zou de Staat moreel gebonden
zijn? Als men dit staande houdt, vervalt
men in de in het Voorloopig Verslag voorko
mende contradictio van de moreelo verplich
ting tot het immoreele! Neen, onder derge
lijke omslandigheden wordt juist verlaging
een weliswaar moeilijke, doch morecle plicht
Het is de harde noodzaak van
's lands financiën, die dwingt en
welke mede in verband met de evengenoem
de factoren een vermindering moreel verant
woord doet zijn.
De weililoozensteun.
Sedert het voornemen der Regeering om de
ondersteuning van w o r k 1 o o zen
voorlaan onder de toepassing der Armen-
w e t te brengen, is aangekondigd, zijn ge
wichtige bezwaren van praclischon aard te
harer kennis gobracht. Dit heeft geleid tot de
noodzaak om nopens het gewicht daarvan
een nader onderzoek in te stellen, In
afwachting daarvan wordt de toepassing
van den voorgenomen maatregel opge
schort.
Ten einde den druk der directe belastin
gen te kunnen verlichten zal vooreerst een
technische herziening van het
tarief worden voorbereid, terwijl voorts
een omzet- en luxe-belasting in
bewerking is.
Ten einde den minder gegoeden bij de ver
hooging van indirecte heffingen legemoet te
komen, ligt liet tevens in het voornemen
een wijzigingaandewet op de
Rijks inkomstenbelasting te be
vorderen, waarbij de grens van liet belast
baar inkomen, die thans bij f 800 ligt, te
verhoogen.
Een rijwielbelasting is reeds inge
diend en een belasting voor liet ge-
bruik van kunstwegen, met bepaald
aan te geven voertuigen, is in bewerking,
mede om daaruit de middelen te vinden om
de kunstwegen beter aan de hoogerc eischen
van het moderne verkeer te doen beant.
woorden, heigeen ook uit een oogpunt van
werkverruiming van beteekenis is.
Handelspolitiek. 1
Tegenover do leden, die pleitten voor wij'-,
ziging onzer bestaande handelspo
litiek, werd er reeds door andere leden
de aandacht op gevestigd, dat niel in de
plannen der Regeering ligt een radicale over
weging van vrijhandel tot bescherming.
Herziening van het tarief van
invoerrechten is in overweging, deze
herziening zal ongetwijfeld voor de schalkist
ook wel eenige meerdere bate medebrengen..
Verder zegt de Regcering in antwoord op
gestelde vragen, o.a. dal' zij belasting
van goederen in dc doodc band
niet wenschelijk acht.
Wpningbouw.
Oinlrenl den Woningbouw is do Regcering
van oordeel, dat zoo spoedig mogelijk moet
worden teruggekeerd naar den toestand, wel
ken dc Woningwetgever zich oorspronkelijk
heett gedacht, n.l. dat overheidssteun alleen
wordt verleend, daar waar dit ter v e r b o tc-
ring van woningtoestanden onvermijdelijk
is te achten. Do gewone woning prod uc.
I i o dient zoo snol mogelijk wederom aan
het particulier bedrijf le worden overgelaten
In de M. v. A. op hoofdstuk X (Arbeid) zal do
woningpoliliek voor de eerstvolgende jaren
nader worden uiteengezet.
Beperking op do uitgaven voor de II u u r-
commissiowet en do Warenwet
zal zoover mogelijk worden doorgevoerd en
tot uitdrukking komen in nadere voorstellen,
welke ter verkrijging van een bedrag van 5
millioen, dat op de uitgaven voor de ver
schillende Departementen alsnog moet wor
den bespaard in uilziclit zijn gesteld.
Diversen.
Gestreeld zal worden zoo min mogelijk
extra-treinen op Zondag lo doen loopen.
Met het oog op de urgentie van andere
aangelegenheden zal zijn af le wachten of
tot spoedige behandeling van de Z o nd a g s-
wet en van do Begrafeniswet kan
worden overgegaan.
Ten aanzien van de S t a a t s 1 o t c r ij en
den vaccincdwang zijn maatregelen in voor
bereiding, terwijl aangaande de werking van
den stemplicht een onderzoek is ingesteld,
dat thans beëindigd is. Zoodra do resultaten
hiervan zijn verwerkt, zal de Regeering haar
gedragslijn bepalen.
Do Staatscommissie tot onderzoek, door
welke wettelijko maatregelen de voortbren
ging cn verdeeling van goederen meer dienst
baar kunnen worden gemaakt aan het alge
meen belang, heeft haar arbeid nagenoeg be
ëindigd. Verwacht mag worden, dat zij in
het begin van dit jaar haar rapport zal uit
brengen. De Regeering heeft ten slotte, met
het oog op de steeds verder gaande econo
mische malaise en onzekerheid in het maat
schappelijk teven, gemeend van de indiening
van het wetsvoorstel tot toekenning van het
enquêterecht aan dc commissie te moeten
afzien.
De Regeering is van mecning, dat zij zich
zoover mogelijk dient te houden van het in
grijpen in het v r ij o h a n d e 1 s v e r k e e r;
vraag en aanbod regelen ten slotte toch
steeds den prijs. De Regeering is dan ook
niet voornemens om opnieuw een z.g. duurte,
wet in te dienen.
Do positie van do gepensionneerdc Indi
sche militairen heeft steeds de ernstige aan
dacht der Indische Regcering.
RECLAME.
De menschelijkc opperhuid wordt in nor
male gevallen regelmatig vernieuwd, en een
gezonde huid en een frissche kleur zijn van
dezo vernieuwing direct afhankelijk. Zijn
evenwel de poriën door huidschilferljes of
anderszins verstopt geraakt, dan boet do
huid aan levenskracht in. Raadzaam is het
daarom door herhaalde afwasschingen met
oen absoluut zuivere zeep gelijk de Rccal-
zeep, de poriën van allo onreinheden le
zuiveren. Itet overvloedige en roomachtige
schuim der Reeal-zeep neemt alle onzuiver
heden weg en prikkelt tegelijkertijd de po
riën tot verhoogde werkzaamheid. 35 cents.
6811
Door DOUGLAS VALENTINE.
Schrijver van „De man met den Klompvoet".
Geautoriseerde vertaling van W. E. P.
(Nadruk verboden).
29)
„Ah!" riep het meisje uit, cn zij klapte in
haar handen en zag hem met verrukking in
de oogen aan; „ik zie, dat u het begrijptI
Beste vriend, ik ben creneigd u tot mijn ver
trouweling te maken!"
Desmond keek naar haar, maar sprak
niet. Weer voelde hij, dat zwijgen nu zijn
eenige rol kon zijn. Hij deed zijn best zijn
gedachten bij zijn plicht to bepalen; maai
de man in lvem was bezig met de vrouw,
die hem zoo smeekend. aankeek.
maar als ik dat doe", ging zij
voort en haar stem was nu gejaagd en ang
stig, „dan moet u mij zweren, dat u geen
misbruik van mijn vertrouwen zult maken,
'dat u mij niet aan do anderen zult verra
den, en dat u mij. als het noodig is, zult be
schermen."
Ziende, dat Desmond bleef zwijgen,
[naastte zii zich er bij te voegen:
„Geloof mij, wat ik u vraag is niet in
Strijd met uw plicht. Beste vriend, ondanks
inijn heefe omgeving, ben ik niet wat ik
schijn. Hot lot heeft mij in de organisatie
gestoept, waarvan u ook deel uitmaakt;
maar jaioof mij, ik weet niets van dien
dienst, waartoe u in Mortimer en de rest
pefmcmnr'
Zij sprak met pijnlijken ernst en op zulk
een droevigen loon, dat Desmond diep ge
troffen was. „Als zij nu alleen maar niet co-
rnedie speelt 1 dacht hij, en trachtte zich Le
bevrijden van de betoovering, die deze
vrouw scheen le kunnen uitoefenen, wan
neer zij dat wilde.
„Beloof mij, dal u geen misbruik zult ma
ken van mijn vertrouwen en help mijl" zei
ze, hom haar hand toestekend.
Desmonds groole hand sloot zich om de
hare en hij voelde een eigenaardige trilling
van sympathie voor haar.
„Ik beloof het!" zei hij. en mompelde in
zichzelf iels als oen gebed, dat hij niet ge
dwongen zou worden zijn woord terug te
nemen.
Zij liet haar blik een oogenblik op hem
ruslen.
„Denk er aanl' drong zij waarschuwend,
terwijl een flauwe glimlach over haar ge
laat trok, „heel spoedig zal ik u misschien
aan uw belofte komen herinneren."
„Ik beloof het", herhaalde hij en zijn
oogen verlieten de hare niet.
„Dan moet u". riep zij hartstochtelijk uit,
„voor mij uitvinden wie voor den Kroon
prins de Ster van Polen lieoft gestolen ten
koste van het leven van een onschuldigen
ouden man!"
„De Ster van Polen 1" herhaalde Des-
mond. „Wat is dat, do Sier van Polen?"
Trotsch richtte het meisje zich op en haar
houding had iets indrukwekkends, toen zij
antwoordde:
„Ik ben een Poolsclie, en voor ons, Polen,
is de Ster van Polen al de eeuwen door een
onderpand geweest van het herstel van ons
langverloren koninkrijk. Die Ster was het
Voornaamste juweel van het Poolsclie kro
ningszwaard, dat vele honderden jaren ge
leden verdween in de 13de eeuw vertelde
een van mijn landgenooten het mij eens
en zij was een van de meest belangrijke
schatten in het kasteel van onzen grooten
koning Johan Sobieski in Villanoff, buiten
Warschau. Beste vriend, ik ben niet gods
dienstig en in mijn jeugd heb ik het oude
geloof van mijn voorvaderen op zij gezet;
maar wanneer ik denk aan de buitengewone
reeks van omstandigheden, waardoor deze
schat in mijn bezit kwam, dan moet ik bijna
gelooven ,dat God mij uitverkoren heeft om
dit juweel terug ie geven aan den koning
van een onafhankelijk Polen.
Vier jaar geleden was ik in de Vereenïgdo
Staten; ik was een simpel danseresje in een
variété-theater van den derden of vierden
rang. Toen ik in Columbus, in Ohio, optrad,
ontmoette ik een Duitscher; een man. die
officier was geweest van de Pruisische Gar
de, maar die zijn vingers had gebrand en ge
dwongen was geweest te emigreeren.
Die man heette Ilans von Schornbeek.
Zooals zooveel Duilsche officieren, die naar
Amerika gaan, had hij van allerlei baantjes
bij de hand gehad, kellner, liftbediende,
chauffeur en de Hemel weet wat nog meer
maar toen ik hem ontmoette, zat hij er
blijkbaar goed bij. Ik ben pas later te weten
gekomen, dat hij een van uw voornaamste
spionnen in Amerika was.
Hij roemde mijn talenten zeer en bood
aan het kapitaal te verschaffen, om mij als
Oostersche danseres te laten optreden met
een grooten troep. Er was maar één voor
waarde aan verbonden, wanneer ik zijn
aanbod aannam, en die voorwaarde was,
mai foi, mij niet onaangenaam; ik moest
namelijk, na gedurende zes maanden een
lournée te hebben- gemaakt door de Ver-
cenigde Stalen en Canada, naar Brussel
gaan en mij daar vestigen in een huis, dat
Ilerr von Schornbeek mij cadeau zou doen.
Mon ami, in die dagen wist ik nog niets
af vae diplomatie. Ik wist alleen, dal ik dik
wijls honger leed, en dat ik oen beetje ta
lent had, dat mij, als ik er de kans voor
kreeg, voor armoede kon vrijwaren. Herr
van Schornbeek vervulde de beloften, die hij
mij gedaan had. Ik kreeg mijn troep, ik
maakte mijn lournée door Amerika en Ca
nada met groot succes en kwam ten slotte
in Europa, waar ik mijn eerste optreden
hield te Brussel.
Ik kende Brussel al van vroeger. Als een
half-uitgehongcrd, ongelukkig kind was ik
daar met een troep acrobaten dikwijls opge
treden. Maar nu kwam ik naar Brussel als
een veroveraarster. Een prachtige villa in de
voorstad LaekeD wa3 in gereedheid ge
bracht voor mijn ontvangst en er was een
ruim crediet op mijn naam geopend bij een
van de voornaamste Banken, zoodat ik ont
vangen kon en soirées geven zooveel ik
wilde.
Ik geloof, dat ik mij toen nauwelijks be
wust was van de rol, die ik bestemd was
voor den Duitscben Spionnagedieiis'. te spe
len. In mijn heele vroegere leven was ik
nooit gelukkig geweest; ik had altijd moeten
vechten voor mijn armoedig bestaan; ik
had nooit, mooie kleeren gehad en auto's en
bedienden."
Zij zweeg en keek om zich heen. De ka
mer was bijna donker; buiten hing de mist
als één sluier voor het raam.
„Steek de lamp aanl" smeekte zij. „Ik
houd niet van de duisternis 1"
Desmond stak een lucifer aan en bewerk
te daarmee een petroleumlamp, die op het
buffet stond.
„Och, beste vriendI" vervolgde de dan
seres, „ik nam dat nieuwe leven met bcido
handen aan. Het was in 1913. Nu weet ik,
dat ik een van de werktuigen in Duilsche
handen was, die den inval van de Duit-
sohers in Belgié moesten voorbereiden. Mijn
opdracht was vrienden te maken onder do
Belgen en Franschen en de cosmopoücli-
sohc „society" van Brussel in het algemeen
en die uit le noodigen in mijn huis, waar
uw mensohen wachtten om met hen te on
derhandelen.
Mijn mooie villa werd het rendez-vous
van alle mogelijke schurken uit heel
Europa; mannen en vrouwen, die daar al
lerlei geheimzinnige Duilschers ontmoetten.
Soms was cr een schandaal. Eens werd een
Belgisch officier doodgeschoten in de biljart
kamer; zij zeiden, dat het zelfmoord was ge
weest en de heelc zaak werd gesmoord,
maar nu ik weet wal ik weet
Enfinl Ik deed mijn oogen rnaar dicht..
het ging mij niet aanen ik verheugde
mij in mijn toiletten, mijn dansen cn mijn
nieuwe leven van weelde I
En toen kwam de oorlog. Ik was in Lae-
ken, om uit te rusten van een reis naar
Rome. Er werd veel gesproken over den
oorlog door dc menschen, die in mijn huis
kwamen; maar ik zag niet in, dat het mij
iels kon aangaan, een artiste, en ik las nooit
kranten. Mijn Duilsche vrienden verzeker
den mij, dat in korten tijd het Duilsche leger
in Brussel zou zijn, en dat alles in orde
was, als ik maar ru3lig thuis bleef. Zij wa
ren hoogmoedig en vol zelfvertrouwen, die
Duilsche rrienden van mij. En terecht;
want binnen een paar weken trokken de
Duitschers de stad binnen en nam een ge
neraal zijn intrek in mijn villa. Hij was
het, die mij in aanraking met den Kroon
prins bracht. ("Wordt vervolgd).