Een baas! CORRESPONOENTiE. B Ik ben een baas dat zie je wei 'k kan vechten als een vent een buil, een schram, een winkelhaak, daar ben 'k wel aan gewend. Ik ben een baas J een reuzestok heb 'k altijd bij de hand raaar, 9traks moef ;k voor het eerst naar school 'k heb al geducht het land De nieuwe ransel is wel mooi een spons heb 'k aan een touw maar meester is verscbrikk'lijk streng, en strafwerk heb je gauw Als 'k na moet blijven word ik boos of anders "V loop ik weg, want 'k ben een baas, een ferme vent, 'k laat me niet dwingen, zeg 1 Zoo sprak de kleine Janneman dien j' op dit plaatje ziet liet schoolgaan gaf bij hem in 't eerst wel eiken dag verdriet. Maar toen hij later lezen kon, toen werd hel anders, hoor pn nu is zelfs on9 baasje, al de and're kind'ren voor Hij is een baas pn b 1 ij f t een baas M£ar óók in 't leeren ja 1 Ik zeg maar doe dit allemaal ons baasje eerst eens na HER MANNA. Dat had ik wel gedacht, dat dit werkje weer zeer naar genoegen zou zijn. Kolossaal wat een massa brieven; ik moet eerlijk zeg gen, ik wist niet wat ik zag. Maar-ik moest er om lachen. Ik heb heusch niet hevig ge zucht zooals vele kinderen dachten, dat ik zou doen. Het bevalt mij best. als de jeugd het zoo'n aardig werkje vindt en er dus groote liefhebberij is om in te zenden. Jul lie hebt mij enorm veel te lezen gegeven, raaar ik had jullie ook veel te schrijven ge geven. Allen hebben, hoop ik gelezen, wat ik schreef boven de prijzen. Ditmaal vond ik het veel iijker om de 4 prijzen onder de geheele massa te verloten. Ik feliciteer de 4 gelukkigen met hun prijs, ik geloof dal het voor allen de eerste maal is, dat zij een prijs loten en aangezien het allen kinderen zijn, die al dikwijls hebben ingezonden, doet het mij genoegen dat ik hun namen mag vermelden. De volgende week hoor ik natuurlijk wel wat voor schat ze mee naar huis hebben r. ogen nemen na het bezoek op het bureau van het ..Leidsch Dagblad" (tenminste als jullie dan al alle vier gele genheid hebt gehad om je prijs te halen, vóórdat je aan mij schrijft). Aan allen even meegedeeld, dat het een vers uit een heel oud boek is; dat deed ik met opzet om te voorkomen, dat er kinderen bij zouden zijn, die het al eens hebben ge lezen. Jullie begrijpen dat het een lastig werkje is om te drukken mei al die puntjes, dus daarom kan er wel eens een puntje te veel of te weinig komen. Nieuwelingen zooals .Tan Derogee, Mien Bloemendaal, Gerard de Bolster, Al ie van Wilsum. Betsy en Johan Tibboel, Wim Geeve, Klaas Raven9bergen, Alida van der Velden, Mathilda Hassler, die mij allen pre cies hetzelfde vragen, namelijk of zij voor taan mee mogen doen, antwoord ik maar even tegelijk, dat iedereen mij welkom is, ook bij de gewone raadsels, niet alleen bij de prijsraadsels. Allen zullen wel begrijpen, dat ik heel wat werk heb gehad, eer ik klaar was met alle brieven te openen, na te zien, namen op te schrijven der goede inzendingen, prij zen verloten, eer ik mij eindelijk kan zetten om mijn wekelijksche correspondentie ie schrijven, dus weest alsjeblieft tevreden als het deze week geen lange antwoorden kun nen zijn, Abram Oudshoorn, dank voor je uitvoe rig duidelijk antwoord op wat ik je verleden week heb gevraagd. Jo van Zwieten de Blom, ben je nog te klein om zelf zoo'n lang vers op te schrij ven, hoe oud ben je dan? Jan Luttje, dat had ik immers verleden week ook geschreven, dat als er ijs was, iedereen vrij was om het prijsraadsel ie schrijven of te gaan schaatsenrijden. Ik houd dol van rijden in een arreslee, maar ik heb het al in vele jaren niet meer gedaan Louis van Ham, ik ben dikwijls in Rot terdam geweest en vond er heel veel moois te zien, maar ik vind het er wel heel erg druk, ik zou er liever niet willen wonen. Jacoba Lam an, ik wil je met alle genoe gen een woordje terugschrijven. Ja, als kleine kinderen een poes plagen, dan ge beurt het o zóó dikwijls dat ze gekrabbeld worden, daarom heb je groot gelijk dat je bet poesje nooit plaagt. Gerrit van der Horst, wat naar dat je grootmoeder zoo erg is gevallen. Kwam bel door de gladde straten? Ik hoop, dat zij spoedig weer beier is. Slientje Massa, zooals ik al schreef, vond ik het ganzengedichl in een heel oud boek, ik maakte het niet zelf. Catrien van den Berg. er was dezen keer al zóóveel te schrijven aan het gedicht, dat er heusch geen lange brief bij hoefde. Rika van Veen (Koudekerk), ik heb toch al eens meer zoo'n soort gedicht gegeven om in te vullen, en toen vond iedereen het ook zóó heerlijk, maar misschien deed jij toen nog nief zoo trouw mee. Gerrie Slootweg, ik miste je wel de laat ste weken, want je bent anders altijd zoo'n trouw schrijfslerlie: daarom was ik blij, dat ik weer een brief van je vond. Vroeger vond ik het wel heel jammer, als ik niet mocht schaatsenrijden. Jo van Leeuwen, mijn antwoord over die puntjes weet je al. Ik gaf ook eens zoo'n gedicht over Koning Frits en ook een over die hoenders; ja zeker Neeltje van Leeu wen, nu raag je mij wel weer eens raadsels sturen. Salomon van Wezel, dat doet mij plezier als je het raadsels oplossen opeens zóó heerlijk vindt. Jan Fiolet, je mag gerust meedoen en je zusje Thilly ook, als zij de raadsels al be grijpt. Krijgt Roodie geen maagpijn als hij sneeuwballen opeet? Annie Zi'kzee, even een groetje terug. ik begrijp dat je geen langen brief meer schreef na het heele gedicht. Francisca Giezen, ja verbeeld je, dat deze week ieder kind bij het gedicht ook nog een langen brief had geschreven en ik daarop moest antwoorden, dan zou ik de volgende week pas klaar zijn daarmee. Rika van Veen (Zoeterwoude), wie weet. hoe spoedig je weer op schaatsen staat., er is nog veel ijs voorspeld; maar nu met het prijsraadsel trof het mooi, dat het dooide. Louis Hartkamp, je las zeker al over die puntjes enz. Mocht er ooit een kiekje be staan van jou en Kazan, dan hoop ik, dat ik er een krijg voor mijn album van de kiekjes der raadseljeugd. Annie Nagtegaal, verlang je naar de lente? Ik ook, maar we zullen nog wel heel veel geduld moeten hebben, eer die er is. Bob Hollz, ik begrijp heel best wat je mij schreef over de trouwe lieve hulp, die je nu mist. Nees Moolenburg. was het een prettige feestdag, toen Moeder jarig was, het trof goed dat het op Zondag was. Marielje Weekhout, ik hoop dat je, als je geheel beier bent, eens zelf zult schrijven. Harmen en Wim Nieuwland, flink hoor om het heele vera in te vullen en op te zenden. Marie en Piet Kükler, over andere prijs raadsels, die moeilijker zijn. zitten jullie misschien wel veel langer dan een" uur, is het niet zoo? Cor en Toosje van der Velden, nu zijn jullie nog vreemden voor mij, maar als jp trouw wilt meedoen, dan leer ik je spoedig genoeg kennen. Prudens Brederode, je woont te Noord - wijk, dus wilt misschien den brief over de post zenden; dan kan het aan mijn adres Den Haag. Frederik Hendriklaan 157. ïïn anders Leiden: bureau „Leidsch Dagblad". Noordeindsplein. Mijn naam staal onder de correspondentie. Dina Brinks, je hebt ook vlijtig gewerkt hoor, om alle coupletten in te vullen. Nellv de Boer, je begint zoo trouw mee te doen. dat ik van harte hoop, dat je eens een prijs zult loten. Henk en Nellv Broers, het was best hoor 'om alles op te schrijven. Henk schreef over zijn zusje, die jarig was; is dat Nelly? Of hebben jullie nog een zusier? Rietje Cramer, voor een meisje van 7 jaar zou bet wel te veel en te moeilijk werk zijn geweest, zelf dat heele vers op te schrijven. Gerhardv en Irma Bles, dat versje na het prijsraadsel was heel grappig. Wie maakte, dat? En is dat op jullie zelf van toe passing? Johannes Robbers, dank voor je raadsel en je anekdote. Anton van Brussel, je katjes zijn heel' aardig, het spijt mij, dat zij je geen geluk aanbrachten bij het loten. Coba Dee, jou miste ik al een poosje, je vriendinnetje niet. die schrijft mij iedere week. Nelly en Janna Singeling, daar kan je niets aan doen.als je geen nieuws hebt te# vertellen, dat neem ik nooit iemand kwalijk. Betsv Rijnders, natuurlijk vond ik de béi de brieven en hoor je dus tot de goede op lossingen. I!; kon Maartje Los wel. want die heeft ook dikwijls meegedaan. Annie Cosier, toen ik als kind leerde schaatsenrijden, ben ik natuurlijk dikwijls gevallen, dat hoort er nu eenmaal bij. Annie Huisman, jij bent ook een van mijn nichtjes, van wie ik best weet, dat ze rni); een langen brief schrijven, als ze veel te vertellen hebben. Jo en Adriaan Reyngoud, het raadsel was zoo groot, dus vanzelf mocht het briefje klein zijn. Prettig dat je goed vooruitgaat op het orgel. Niosje do Gelder, jij verdient zeker wel oen woordje in de correspond en tie voor de alleraardigste teekening boven je brief. Toeken je veel? Teannelte Verboog, zoodra ik tijd heb, wil ik heel graag eens inzien, wat je mij stuurde nu moet ik eerst zorgen, dat dit alles klaar komt. Maar voor verhaaltjes of versjes zorg ik nooit, wel do raadsels pn nnocdotos. dat weet je. De drie zusjes van Oorf. hel is dus Mas- sie. die de oudste is en altijd de raadsel oplossingen en nu het heele vers heeft on geschreven? En wie schreef dan het briefje na het vers?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 17