ANEKDOTES.
CORRESPONDENTIE.
Loek en de Kabouters.
'liet zioh toch niet uit het veld slaan; hij
naderde den jager, die de rest va-n den
hagel op hem lost©.
•^Bloedend en huil oud van P>>n koos do
.,'olf het hazenpad en zocht de schuilplaats
'van zijn vriend, don vos, op.
„Wel, wolfje", zei deze, „hoe is je de
kennismaking bevallen?"
,,Och, lieve deugd," hernam de wolf,
,7.00 had ik mij den mensch niet voorge
steld. Ik had gedacht, dat wij elkaar zou
den hebben aangepakt, maar hij nam een
stok van zijn rug en blies er in er vloog
mij wat ik lie.t .gezicht, dat mij erge ptfn
deed. Toen ik dichter bij hem kwam, blies
hij nog eens in den stoic en het werd mij
groen en geel voor de oogen.
Zie je nu wel," zei de voe, „wat een
grootspreker je bent! Je hebt nu zeker
wel genoog van je kennismaking met de
meneohen
Ingezonden door Louis van Ham.
Vreemdeling „Hoe zijn de kamers
Waard „Netjes en zindelijk, mijnheer".
Vreemdeling „En hoe is de keuken
Waard „Pas geverfd, mijnheer."
Ingezonden door Johannes Robbers.
Een slimmerd.
Patroon „Waarom verplaats je alle prij
zen
Bediende „Ja, ziet u, de klanten zeggen
•allemaal dat ze de prijzen te hoog vinden,
.en nu zet ik de prijskaartjes wal lager aan
de voorwerpen."
Ingezonden door Anton van Brussel.
Hoe oud ben je, Toosje
Toosje „Zes- jaar, juffrouw''.
Onderwijzeres „En wanneer ben je zes
jaar geworden
Toosje „Op mijn laatsten verjaardag,
juffrouw".
Nu heb ik het er weer ec-ns op gewaagd
dat °r Zaterdag en Zondag mei weer ijs en
sneeuw zal zijn, zoodat de jeugd geen tijd
heeft voor een extra werkje bij wijze van
prijsraadsel Velen van jullie hebben een
dergelijk werkje al eens gemaakt en vonden
het dan zoo heerlijk dat ik al meermalen
het verzoek kreeg: mogen we weer eens
alle klinkers zoeken van een vers? Daarom
zocht ik weer eens in dal heel oude boek
waar ik hot vorige ook in vond. JtilLie moe-
tc-e alle klinkers invullen, ieder puntje Stelt
één klinker voor, de ij is ook één puntje en
de tweeklanken zooals ie, ou, oe, au heb
ben twee puntjes. Verder zijn er geen moei
lijkheden en weet en vertrouw ik, dat mijn
raadseljeugd zich weer zal vermaken met
dit werk. Natuurlijk zal ik ook weer, zooals
mij gevraagd wordt, de volgende week het
geheele ingevulde gedicht inzenden, zoodat
allen kunnen lezen of zij alles goed hebben
'ngevuld,
Johanna Verdoes, ik had het dus gera
den, de brief uit Katwijk was van jou. Ik
feliciteer je nu reed* met je aanslaande ver
ia ardag. Je behoeft de antwoorden der raad
sels niet zóó uitvoerig op te schrijven zoo.-
•ils je tot nu toe deed, alleen de gevraagde
woorden.
Rika van Veen (Koudekerk), heb je zoo
heerlijk schaatsen gereden verleden week?
Dan speet het je zeker wel heel erg, toen het
ging dooi.-n, maar de winter is riog lang
niet voorbij, dus wie weet hoeveel ijs of er
nog zal komer».
Jo van Leeuwen en Noeltje van Leeuwen,
het begint weer aardig te vriezen, dus het
is best mogelijk dat jullie dezen winter nog
weer ijsfeest met wedstrijden in Nieuwveen
zult hebben en al doen jullie niet mee met
den wedstrijd, is het toch heel aardig om
naar te gaan kijken.
Nico Mieloo, je twee raadsels zal ik eens
plaatsen.
Adriaan Bol ie, uit je brief lees ik dat je
al een keuze hebt gedaan wac je wilt wor
den. maar je schreef er nog niet bij in welk
vak?
door C. H.
Zie je wel 'dit aardig meisje
Zij heet Loekie van den Berg.
Eén ding kan me echter spijten
Slordig is zij en heel erg.
Alles wat zij netjes doen moet,
Vindt zij akelig gezeur",
Hier heeft zij een knoop af, weet je,
En daar weer een groote scheur.
Alles wat haar Moes probeerde,
Mocht niet baten, 't hielp geen zier,
Soms mocht zij voor straf niet uitgaan,
Dan bedacht Moes weer plezier.
Als haar dochtertje haar best deed,
Maar zij wist het wel vooruit,
Nooit kwam iets- uit Loekie's banden,
'tWas maar al te gauw weer uit.
Op een keer komt Loek beneden,
Ziet wat op de tafel staan.
Niet haar bot'r'am, dacht je dat soms
Daar is niets bijzonders aan.
Neen, ze ziet een open naaidoos
Met een vingerhoed er naast,
Ook een kussen en een naald nog,
„Wat is dat?" vraagt zij verbaasd.
Ik ontdek nog meer én jullie?
Zie.je die kaboutere wet?
Kijk ze achter 't deksel gluren,
Loekie vindt het „een leuk 6peP\
„Piep!" zoo zeggen de kabouters,
„Ik heet NetheidI" „En ik Vlijt",
„Wil van ons nog maar wat loeren",
„En je wordt een flinke meid."
PlotsTing wil Loek eens probeeren,
Of het werkelijk nu gaat,
En met heele goede plannen
Neemt zij al een flinken draad.
Weldra is zij aan het naaien,
En het is nu moenens, hoor
Loek verstelt haar schort behoorlijk
En zij naait aan één stuk door.
Gek hè, wat zij vroeger doen moest,
Vond zij „akelig gezeur",
Maar nu het voor haar plezier is,
Naait zij vlug een groote scheur!
Marietje Weekhout, je mag gerust de raad
seloplossingen inzenden zooals dezen keer,
maar er worden alleen prijzen verloot als
er het woord: „prijsraadsel" boven staat
De vorige week waren het maar gewone
raadsels.
Jan van der Heyden, nog een nieuwe
ling, die zich gerust mag aansluiten als hij
er lust in heeft.
Nelly de Boer, toen jij schreef was het
erg aan het dooien, maar terwijl ik nu
schrijf is het helde;* vriesweer, maar moge
lijk dooit het al weer als jij dit leest.
Marie van Berkel, mijn adres in Den
Haag is: Frederik Hendriklaan 157.
Viertal Iloope, dank aan Goba voor haar
mooie briefkaart, gekleurd mei waterverf,
heel netjes gedaan; ik begrijp best, dat je
het voorbeeld zelf hebt gehouden. Heel aar
dig dat je nu helpstertje bent geworden.
Doen er al eenigen van jullie aan schaat
senrijden
Annie Zirkzec. ik miste je natuurlijk de
vorige week en dacht toen wel dat je ziek
zou zijn; gelukkig was je gauw weer beter.
Dina Brinks, misschien ga je de volgende
week wel weer met je vader op den Witte
Singel rijden als het door blijft vriezen.
Annie en Lyda van Beek, als jij je maar
geen pija doet met vallen, is het niets erg.
niemand heeft nog ooit schaatsenrijden ge
leerd zonder vele malen om te rollen, dus
gToot gelijk als je er om lacht.
Nelly van Berkel, ja 's middags kan men
a! goed merken, dat de dagen langer wor
den, maar '3 morgens is het nog erg donker,
vind ik.
Tonnie en Ina Iloupt, zeg aan Wim da$
ik vind, dal hij al netjes zijn naam kan
schrijven.
Dirk Boot, zeker mag jij ook eens een
raadsel opgeven, ga je gang, en het ant
woord er bij schrijven.
Bob Iloltz, ik weet je naam wel feter, ik
heb je niet tot een diertje gemaakt, leder die
een goede oplossing inzendt van prijsraad
sels, mag meeloten.
Jo Liese, er zijn zóóveel kinderen die wel
eens overslaan door ziekte, drukies, pretjes
of wat ook, dat vind ik nooit erg.
Marie en Piet Kükler, had je nog nooit
van een ouwel gehoord, dat daar vroeger
de brieven mee werden dichtgemaakt, nu
dat is wel te begrijpen. Als het een raadsel
was geweest, dat ik zelf had gemaakt, zou
ik het wel nader hebben omschreven.
Wim en Ilarmen Nieuwland, je hebt ge
lijk, de jongensnaam is Lammert, er was
een vergissing ia de cijfers. Glijdt maar
plezierig!
Annie Huisman ik zal je zelf verzonnen
raadsel wel eens plaatsen. Ik vind het
juist aardig als de jeugd probeert om zelf
raadsels te maken, en als ze geschikt zijn,
dan plaats ik ze altijd.
Lecndert Elderhorst. weet je nu goed
waar je den raadselbrief moet brengen zoo
dal je hel ook alleen kunt doen voortaan?
Ella Brugmanwas jij de roodekool of
de boerekool? Je hebt zeker gekozen wat je
het lekkerste vindt; ik had wel eens willen
zien hoe dat costuum er uit zag.
Janna en Nelly Singeling. zijn jullie bei
den naar de uitvoering van de zangvereeni-
ging geweest en was het mooi? Gaan jullie