Hoe de Twist tusschen
Hans en Ans bijgelegd werd
CORRESPONDENTIE.
„Maar bo» rog je na „nee", Klef orakelt"
Het geldstukje benreegt sioli onrustig op
[den bodem been en weer.
„Zeg nu ook eens, hoe je „misschien"
(uibdruikfc.'"
Het stijgt sa tot op 'de bete© hoogte <ra»
Ihefc glas.
Nu kun je bet pt&tldefc, dat Ken"» niet ai
jte dicht bij je moetritten, eenagjel vna/geri
latrn doen.
Aönie vraagt b.v.
„Zal Groctaroodfer mij üpeoi! te togeergs
vragen in de varmn^eT"
Het orakel stijgt tot den raad an het
ehs. Het antwoord kridt dus bevestigend.
Mies wffl graa® weten, ol Ooi» baar
ho«adt.
Het geddsbo&je beweeg* ach cnrostig op
den bodem heem en weer.
Ditmaal fctfcffc bet antwoord dus ontken-
send.
Bop vraagt, of re nog meer boek» op
haar vyjrjo/afftdag krijgt.
Hot orakel stijgt ter harder hoogte «ai
teil das roggen: ,^MSs8cShffl6n/"'
Om de bewv*gh*g«e® oogemeriA xöA ie voe-
ten, moe* je wat wootrover gebogen ritten
!aa met gospanne® aaadadht in bet gias
fcijkeo, alsof de towvsifaradbt van je Wik
hfhengt.
Ifcteef op z??5 puBï laten staan óp dsn Toet
van een omgokeezd wijs- of bierglas.
„Domas «sa Haarcsf" «Mas begint de
2dein« toorettasue. „Gij ziet hier een ei, dat
Sk op den voet van dit glas op zijn punt
kal laten staan. Ik gebruik daarvoor een
TOOveipoeder, en de eenig© voorwaarde is,
{dat de prat goed hard ia." Dit zeggende
(tikt hij het ei zachtjes tegen zijn tanden
„Oolumbus zétte ook een ei op zijn punt,
Snaar hij drukte de punt in, en dit was dus
jtaan eoort boerenbedrog. Ik integendeel doé
izoo, kijk 1 Ik zet het ei op den voet van
'het glas, druk het een weinig aan, zonder
'evenwel de punt te beschadigen, boor het
|aBs het War© in het glas énmijn ei
istaatl"
Nn laat de spreker het ei los, en werkelijk
staat het, tot verbazing van iedereen, rech,t-
|op. Vervolgene geeft de toovenaar het ei
jrond en ieder kan zieh overtuigen, dat het
l onbeschad igd ia.
De oploaring ia éooavocdig d«soMem
lbeeft werkelijk een tooverpoeder noodig en
jwel zont, eenvoudig fijn zout. De toovenaar
'heeft een weinig fijn zout in de holte van
rijn linkerhand verborgen. Wanneer hij nu
Ihet ei tegen do tanden tikt, maakt hij de
[punt met de tong nat. Spreekt hij over
'Columbus, dan verduidelijkt hij dit, door
'het ei op de vlakke linkerhand te drukken,
I waardoor er zout aan de natto punt komt.
IDrukt hij het ei op het glas en maakt hij
daarbij even een borende beweging, dan
istaat het ei werkelijk. Bij het rondgeven
(van het ei aan do toeschouwers zorg© hij
ihet zout té verwijderen. Probeer het maar
'en je zult schik van je kunstje hebben.
Het nieuwe Kindje.
F.r yr&B op school een heel nieuw kindje
't Stond daar verlaten on heel stil
Te kijken, of «ar niet één vrindje
Hens prettig met hem spelen wih
Hij was zoo graag bij al die jongens,
Dio diefje speelden op het plein
(Waarom, zoo dacht het kleine ventje,
Zou 3c hier toch soo enkel zijn 1
Hij wist niet, hoe Set hen te praten;
De jongens hielpeen hem ook met.
Zoo was het mi al heel veel dage®,
Dat men alleen hem spelen liet.
Toen kwam op zek'ren dag ee?n meisje,
Zoo'n aardig met een blonde vlecht.
Die zei er: „Wil jij Vader wezen?"
Doe mee, we spelen dan zoo echt."
Toen lachten al die and're jongens,
Dat hij met meisjes speleD ging.
Maar altijd zoo alleen op 't schoolplein
Sföndi jullie dat geen moeilijk cling?
WJJJ8 SALOMONS,
Natkr hot Engelscb ran EL MAIRSH.
Vrij bum uAt door O. H-
Het was oen prachtig© dag. Boat» de
kinderkamer scheen alles erven geta&kag
te rijn m de vogeltjes zongen bon hoogst©
bod in den tuin. Jammer, da* Ia do kinder
kamer alles verkeerd sahcen te gaan!
Hans en Ana zaten ieder in eeax hoekje
van de kamer en geen va® beiden had in
langen tijd iets tegen den ander geoogd
en rij wkren andera altijd zulk» dikk»
■mende®! Mtee/r vandaag batMem «ij erg
gekibbeld.
Zij hadden allebei den vorige® dag eon
cadeautje gekregen, dat Moeder voor ben
in den winkel op den boei vswi de straat
gekocht bad. Dat van Ans was een klein
beertje zoo'n wit snoesje cn rij was
er heel blij mee. Hans had ee® boek ge
kregen, een boek vol platen en hij had «e
heal prettig op den grond ritten bekijtoesa,
terwijl Ans met Béri speelde.
Maar na een tijdje begon An© het epe^
!©n met Béri te vervelen.
„Lost mij je boek ©ens sen, Han*", zei
rij. „Ik heb bet nog heelemaa$ niet g©-
afen."
Maar Hans was juist verdiept jn het be
kijken van een mooie plaat c® zoo heel
gouw waa hij daarmee nog mie* klaar.
„Nee!" aed hij ongeduldig.
Ans kwam nu naast hem ritte® e® pro
beerde bet blad om te siaan.
Dat maakte, Hans boos.
„Niét «oo vhtgl" zei hij.
En toe® gebeurde bet rreeselijkeAns
trok aan het boek, Hans trok aan het boek
«n de mooie p-laatu scheurde middendoor
„O, Hans! Het spijt mij zoo!" «ei Ans
berouwvol, ,,'t Was heel eraaal bij ongeluk!"
„Niet waar 1 Je deedt het expres I" riep
Hana boos uit en vóór zijn zusje het ver
hinderen kom, had hij Béri gegrepen en
zijn Hein© Enoopjes-oagen uitgetrokken
En dat was nog niet eens allesHij had de
arme Béri uit bet raam dter kroderkamer
gegooid I
Ans hoorde geplas en begreep, dat haar
lieve Béri in den vijver terecht wag ge
komen.
„OhohcbT "Am kon niet© andere
«eggen van boosheid. Zij werd driftig,
dat rij het boek mn Hans hteelemaal aan
flarden scheurde.
Dit alles was reeds een uur geleden ge
beurd. en jullie kunt wel bogrijpe®, dat
het heelemaal niet vroolijk waS in de kin
derkamer. i
O, wat was dio middag vreeselijk lang!
Het leek wol, of er nooit ee® eind as® zou
komen
Telkens moest Ans eens even naar haar
broertje kijken.
Hij was bezig te bouwen en keek heelo-
maal niét natw* rijn zusje ooi.
Am nuobttie. Zo voelde rirfli diep onge-
tókkig.
Maar pkxteefóag had rij ee® inval. Ze
stond op zonder een woord te «egge®, en
ging de kamer uafc.
Toen hep a© vkig naar baar slaapka
mer. Op de® schoonstee® stond haar spaar
pot. Ans nam hem in haar bande® en
maakte hem haastig open.
„Eé®. gulden en drie kwartjes", mompel
de rij in riahzelf, terwijl rij dén inhoud tel
de. „Dat «al wel genoeg rijn. Wat jammer,
dat ik daar niét eerder aam gedacht heb!"
hu het volgend oogenbük had Ans haar
hoed opgezet e® haar mantel aangetrok
ken en liep rij vhjg de trap af en do straat
op. GohA&Ag, dat de speelgoedwinkel zoo
dichtbij was.
Haastig deed rij de deur open. Het bel
letje ririkekfo en rij ging den winkel bin
nen.
Op dte tooobook cat ««an &ef, tóe», w*t
beertje, net zoo'n snoesje ais Béri geweest
waé, Bóri, die nu te den vijver leg! Maar
daairaa® wild© rij op cSfc ooganbïik niet den
ken. Zij keek gauw een naderen kaart uit.
„Wat blieft u, jongejuffrouw V' vroeg de
juffrouw uit den winkel nu.
„Ik wou graag net zoo'n platenboek héb
ben, aio Moeder gisteren bij u gekocht
heeft."
De juffrouw kwam n© met ee® heel»
stapel boeken aandragen én legde dien op
do toomfoarik. Zo Het één voor één sau
sden. Ha! Daar wa© precies hetoeMdé
afe hetgene, dat Moeder aan Hans gege
ven had.
Het kostte 'één gulden en vijftig cent..
A us legde het geld op de toonbank en step
te daarop vlug met bot boek weer naar
huis. Eé® kwartje had se overgehouden e®
nadat zij haar hoed ea taantel opgehangen
en het kwartje in baar spaarpot gedaan
had, liep zij haastig naar de kinderkamer.
Maar Hans wa* daar niet. Waar zdu hij
zijn? Ans begreep heelemaal niet, waarom
hij weggegaan was.
Wat wou ze nu doe® 1 Maar kalm wadi
ten, totdat Hans terugkwam?
Maar wat was dat? Sloeg daar het
hekje van hun voortuintje niet dicht? Ans'
keek uit het raam en zog HanB.
Hans was dus ook uit geweest!
Vlug liep ook hij de trap op ~en ov©n
later stormde hij de kamer binnen. Hij had
een kleur van het loope®.
„Ik ik heb wat voor je", ®ei hij, „®f-
ne 't spijt me zoo, dat ik »oo akelig
tegen je deed!"
,,0-ob 1" sei 'Ans blij. Toe® begon zij te
lochen.
„En ik héb wat voor jou!" zei zij.-
Hans maakte nieuwsgierig het. pakje open
Toen straalden zijn oogen.
„Het was eigenlijk meer mijn schuld; dan
di© van jou", zei Ans. „Maar we zullen
nooit weer kibbelen, hè V'
Hans echdde het hoofd.
„Nooit!" zei hii ernstig en de kinderen
zoemde® elkaar af.
„O, wat was het tra weer prettig in 'de
kinderkamer!
Ais iemand gelukkig kon worden door
vele heilwenschen, dan zou ik zeker een
heel gelukkig jaar hebben, want het aantal
wenschen voor mij in 1921 is heel talrijk.'
De raadsel jeugd heeft mij weer zóóveel
goeds toegewenscht. Heusch, lieve kinderen,
het heeft mij o, zooveel plezier gedaan weer
te mogen ondervinden dat ik een massa
vriendjes en vriendinnetjes bezit, die aan
mij denken. Zoowel in de brieven met raad
seloplossingen, als apart over de post kwa
men er heel wat mooie kaarten en ansich
ten tot mij. Als ik de brieven straks afzon
derlijk beantwoord, bedank ik ieder wel:
voor kaart of plaatje dat m deze brief zat.
Nu wil ik vast even de namen vermelden'
van degenen, van wie ik op Nieuwjaar iets
over de post kreeg. Ik zou het zoo jam me»
vinden, als ik namen vergat, daarom heb ii
dat stapeltje apart gelegd vóór ik aan ha
gewone pakket begin.
Hartelijk dank voor brieven, briefkaartaal
Nieuwjaarskaarten of visitekaartjes *«&J
Ume van Dijk. ËefeK m As*