No. 1SS77,
VRIJDAG 4 JANUARI
Anno 1924
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
Het voornaamste nieuws
van heden.
I
I
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEB ADVERTENTIES:
80 Cts. per regeL Bij regelabonnement belangrijk lagefTO prijs.
Kleine AdvertentlSn, nltsluilend bij vooruitbetaling. Woensdags en
Zaterdags 50 Cts., bij een maximum aantal woorden van 80.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van briaven
10 Cts. porto le betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Buraan Noordelndspisln Telefoonnummer» voor
Olrootle »n Administratie 173 Redactie 1507.
Postchèque- en Blrodlenst No. 57055 Postbus No. 94
PRIJS DEZER COURANT)
Voor Leiden per 8 maanden 8.85, per week 0.18,
Boiten Lelden, waar agenten gevestigd zijn, per week W0.I8,
Franco per post 8.85 portokosten.
Dit nuinmur bastaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
0ff!r.{- -*-> K*-r*r'(Vn
GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP.
Aan den gemeentelijken vischwinkel,
Vischmarkt 18, tel. 1225, is ZATERDAG ver
krijgbaar GROOTE SCHELVISCH a f 0.40,
SCHOL a f 0.36f 0.4G, KABELJAUW a
10.48 per pond en VOLLE HARING a 4'h
cent per stuk.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgem.
Leiden, 4 Januari 1924.
De eerste vergadering van den ge
meenteraad in dit jaar zal plaats hebben op
Maandag 21 Januari a.s., 's namiddags twee
uur.
I Bij Kon. besluit is, met ingang van
1 Januari: lo. aan den kapitein op non
activiteit G. F. van Hoogenhuyze, van het
wapen der infanterie, op het daartoe door
hem gedaan verzoek, eervol ontslag uit den
militairen dienst verleend; en is hij be
noemd bij bet reserve-personeel der land
macht, bij het wapen der infanterie, bij het
4de regiment, tot reserve-kapitein.
Geslaagd zijn voor het „Mercurius"-di-
ploma voor boekhouden en a. v. de heeren
K. Mokkenstorm en H. M. van Wel, alhier.
Benoemd is tot tijdelijk onderwijzeres
vaan de openbare lagere school te Kloetinge,
mej. M. J. Baart, alhier.
In een buitengewone vergadering van
'aandeelhouders der N. V. Eerste Leidsche
Hulpbank, alhier, werd het voorstel van
commissarissen, om tot liquidatie d«r ven
nootschap over te gaan, met 37 tegen 36
stemmen (één stem blanco) verworpen.
Deze instelling blijft dus bestaan.
Voor eenigen tijd deelden wij op gezag
Van menschen, die het weten konden, mede,
dat de nieuwe electrische tramlijn Leiden
VoorschotenDen Haag in het begin dezes
jaars, voornamelijk wat het baanvak Lei
denVeur betreft, zou worden geopend. Dat
dit niet zoo zal wezen, vindt zijn oorzaak
in de weersomstandigheden. Het weer in de
maand December is voor het verrichten van
grondwerk bijzonder ongunstig geweest en
het nieuwe jaar zet in dat opzicht ook niet
gunstig in.
Men ziet het bij de doorbraak aan het
Steenschuur, waar het werk op het oogen-
blik vrijwel geheel stil ligt. Alleen wordt,
als het niet le hard vriest, doorgegaan met
de vernieuwing, tevens verlaging van de
Hoogewoerdsbrug, waarmede men nu met
den onderbouw geheel gereed is, en bezig
met het aanbrengen van een betonnen bo
vendek Al te veel kan het daarbij echter
ook niet vriezen.
Als de winter niet al te lang aanhoudt,
zal dit bruggedeelte in het begin van Fe
bruari ook gereed zijn. evenals de brug over
den Vliet En dan staat niets meer de ope
ning in den weg.
Eenige der nieuwe wagens, die op deze
lijn zullen loopen, zijn zooals wij gisteren
mededeelden, reeds gearriveerd.
Naar aanleiding van geruchten, dat
men van gemeentewege de toepassing van
een nieuw soort straatbedekking zou over
wegen, hebben wij ons tot het Bureau van
Gemeentewerken gewend met de vraag of
deze geruchten grond van waarheid bevat,
ten. Ons werd medegedeeld, dat, zooals be
kend is, lot dusver niet zonder succes,
voor het verharden en meteen tegen stofbe-
strijding verschillende singels een bewerking
ondergaan met leer en dat het aanvankelijk
in het voornemen lag daarmede a.s. voorjaar
voort te gaan, ook voor andere singels.
Er zijn hier en daar echter ook andere
procóde's aangewend en de gemeente ont
ving reeds verschillende aanbiedingen voor
het nemen van proeven. Vooral moeten met
een procédé, dat in de gemeente Nijmegen
in het vorige jaar in gebruik is genomen,
bijzondere goed resultaten zijn verkregen.
Vermoedelijk zullen daarmede dit voorjaar
ook proeven in Leiden worden genomen.
De liefhebbers der ijssport zijn weer
tevreden gesteld. Hedennacht heeft het op«-
nieuw flink gevroren, en in verband daar
mede is de baan der Leidsche IJsclub weer
opengesteld. De vooruitzichten, wat betreft
het weer, lijken niet ongunstig.
Klacht is ingediend door den caféhou
der De H., dat zekere B. bij hem de deur
heeft stukgeslagen met den drempel, daar De
H. dezen B. niet wilde tappen.
Alhier is een nachtverblijfster aange-
J^udcn en ter beschikking gesteld van de
justitie, daar zij tweemaal gesignaleerd stond.
De Kabinetscrisis.
Naar „Het Volk" verneemt komt de soc.-
dera. fractie in de Tweede Kamer morgen
ochtend bijeen, in verhand met de Kabi
netscrisis.
De verhooging van den accijns op bier en
het invoerrecht op bier en thee.
Aan het Voorloopig Verslag op het wets
ontwerp tot verhooging van den accijns op
bier en van het invoerrecht op bier en thee
13 ontleend, dat verscheiden leden ver
klaarden alleen dan hun steun aan de in
het wetsontwerp vervatte maatregelen te
zullen geven, als deze zouden blijken te
worden verdedigd door een Kabinet, dat
naar hun gevoelen voldoende bewijzen zou
hebben geleverd, dat het 't zoo noodige
herstel van 's lands financiën wil bevordo-
ren door middel van een krachtige besnoei
ing van de staatsuitgaven, daar in het laat
ste het hoofdmiddel tot herstel van het
evenwicht moet worden gevonden.
Verscheiden leden verklaarden tegen de
voorgestelde verhoogmgen in het bijzonder
bezwaar te hebben, omdat zij indirecte be
lastingen betreffen en omdat zij zullen lei
den tot verhooging van den prijs van twee
volksdranken, welke in ons land zóó inge
burgerd zijn, dat zij voor velen tot een
levensbehoefte zijn geworden, in het bijzon
der wat betreft thee. Deze leden vreezen,
dat de te verwachten prijsstijging van thee
toeneming van het gebruik van sterken
drank tot gevolg zal hebben.
Vele andere leden zijn bereid aan deze
maatregelen mede to werken. Gezien den
weinig gunstigen toestand van 's lands f i
nanciën achten zij deze verhoogingen alles
zins gerechtvaardigd. Daar in enkele jaren
het verhoudingscijfer van de indirecte be^
lastingen tegenover de directe zeer is toe
genomen (1913 reap. B5 en 45 1921 resp.
29 en 71 kan kwalijk bezwaar worden
gemaakt tegen deze indirecte belasting, die
een matige verhooging van de belasting op
enkele gebruiksartikelen bëteekent. Boven
dien vordert zij geen nieuwe perceptiekos
ten, zoodat het zuiver bedrag der inkom
sten in de schatkist vloeit. Thee en bier
zijn nog niet tot onmisbare levensbehoeften
geworden.
Andere leden achten de voorgestelde vor-
hoogingen te belangrijk om ze aanstonds
in haar geheel in te voeren; daartoe moet
men meer geleidelijk geraken.
Verschillende leden oordeelen, dat met
een verviervoudiging van het invoerrecht
te ver wordt gegaan. Mot een verdubbeling
van dit recht zou, naar hun meening, moe
ten worden volstaan. Van deze verhooging
zal een aanmerkelijke teruggang van het
verbruik het gevolg zijn, die zal leiden tot
een aanzienlijk mindere belastingopbrengst
dan het Rijk zich voorstelt. Bovendien zal
een ernstige knak worden toegebracht aan
den theehandel. Verschillende dezer leden
wenschten ook de koffie te belasten, waar
door de verhooging op beide gebruiksarti
kelen geringer zou kunnen zijn.
Andere leden verzetten zich hiertegen,
omdat een geheele reorganisatie van den
koffiehandel en eon groot aantal nieuwe
ambtenaren daarvan het gevolg zou zijn.
Ook hebben leden, behalve een invoer
recht op koffie, verhooging van het betrek
kelijk lage invoerrecht van 5 op tal van
verbruiksartikelen tot 8 k 10 verdedigd.
Ook de voorgestelde verhooging van den
bieraccijns achten velschillende leden te
ingrijpend, daar vermindering van verbruik
niet zal uitblijven, en daardoor de ge-
wenschte accijnsopbreDgst de schatkist niet
ten goede zal komen. Daarenboven zal een
zoo belangrijke verhooging van 160 tot
accijnsfraude bij het brouwen (clandes
tiene bijstorting van veraccijnsdo suiker)
aanleiding geven. Bij een verhooging van
den accijns met niet meer dan 50 zou
een dusdanige fraude geen voordeel ople
veren. Deze leden bevalen aan, de verhoo
ging voorloopig tot 50 te beperken en
eerst na samenstelling van een nieuwe Bier-
wet over verdere verhooging te beslissen.
Verscheidene leden meenen, dat de voor-
gestolde verhooging weinig invloed op liet
bierverbruik zal hebben, en dringen aan
op een wijziging van do Bierwet, omdat
de bezwaren tegen deze wet door de thans
voorgestelde bepalingen zich in nog ster
kere mate zullen doen gevoelen. De sterke
achteruitgang van het aantal kleinbedrijven
zou zonder wijziging van de Bierwet ana
houden
Naar hun oordeel zouden, zonder dat aan
don fiscus ook maar iets van het noodig
geoordeelde bedrag zou worden onthouden,
de bezwaren zijn te ondervangen, ind;en
werd overgegaan tot een wijziging van de
Bierwet, waarbij voor den accijns een ma
tige progressie zou worden vastgesteld. De
,invoering.van een 6chaal volgens hectoliter
graden, in den geest, als in 1918 door den
heer Bongaerts c.s. bij amendement op het
wetsontwerp werd voorgesteld, zou de
meeste aanbeveling verdienen. De cijfers
van 53 tot 63 cent zouden echter alle met
2y2 moeten worden vermenigvuldigd, terwijl
het invoerrecht 2Vj maal f 7 is gelijk f 17.50
zou moeten worden opgevoerd.
Sommige leden oordeelen, dat er bij aan
vaarding van het- stelsel-Bongaerts c.s. geen
reden bestaat om het geheele tegenwoordige
invoerrecht met 2V& te vermenigvuldigen.
Eenige leden meenen, dat ook de wijn
accijns voor verhooging in aanmerking
dient te komen, andere achten het niet
denkbeeldig, dat dit tot represaille-maat
regelen zou leiden en oofdeelen zoo'n ver
hooging daarom ongeweuscht.
Sommige leden achten een verhooging
van den accijns op het gedistilleerd ge-
wenscht. Welke meening bestrijding vond
bij leden die het zeer onwaarschijnlijk ach
ten dat de voorgestelde maatregel tot toe
neming van het gebruik van gedistilleerd
zal leiden.
Wijziging Hoofdstuk Financiën 1922.
Aan de Memorie van Toelichting van het
ingediende wetsontwerp lot wijziging van
het Hoofdstuk Financiën der Staatsbegroo-
ting 1922 ontleenen wij:
Meer. Ten gevolge van prijsdaling der
tabaksfabrikaten moest worden voorzien in
grootere aanvraag van verschillende soorten
zegels, waarop bij de raming niet was gere
kend. Hierdoor liepen de uitgaven voor pa
pier f 116.864 en die der drukkosten
f 140.521 boven de raming uit terwijl
f 62 112 meer noodig was voor personeel.
In verband met invoering van straatbe-
lasling in verschillende gemeenten en ten
gevolge van aankoop van onroerende goe
deren ten behoeve van andere Departemen
ten is f 115.000 meer noodig.
Voor de uitkeering aan gemeenten krach
tens de artt. 1 tot en met 6 der wet van
12 Nov. 1921, wordt f 850.000 meer ge
vraagd en verder wordt f 11.S68.341/* uit
getrokken voor voorschot aan het Staats-
muntbedrijf tot uitbreiding van kapitaal, en
j f 399.258,18 voor hetzelfde doel ten behoeve
van het Staatsboschbedrijf. Aan vodTschot-
ten aan provinciën en gemeenten voor den
aanleg van drinkwaterleidingen wordt
f 700.000 aangevraagd.
Minder. Met f 460.000 wordt vermin
derd het bedrag voor aankoop van munt-
metaal en met f 1.000.000 de traktementen
van de ambtenaren der directe belastingen,
invoerrechten en accijnzen. Een verminde
ring van f 800.000 ondergaat het bedrag
voor burgerlijke pensioenen, van f 843.337
het bedrag der pensioenen van voormalig
personeel der P T. T. en van de Rijkspost
spaarbank, van f 235.000 het bedrag van de
annuïteit, verschuldigd ingevolge art 42 der
Weduwenwet voor de gemccnie--ambtenaren
1913, van f 459.100 het bedrag voor uit
gaven, voortvloeiende uit garanties voor
kredieten aan kleine ondernemers, van
f 140.000 het bedrag voor uitgaven, voort
vloeiende uit garanties voor kredieten aan
boomkweekers en tuinders, van f 1.320.000
de raming van vergoedingen als bedoeld in
art. 38 van het Bezoldigingsbesluit Burg.
Rijksambtenaren 1920.
Voorts wordt minder uitgetrokken
f 7.000.000 aan voorschotten aan gemeen
ten ingevolge artikel 8 der Woningwet;
f 3.000.000 aan voorschotten voor woning
bouw met premie en f 6.180.244.131/* aan
voorschot aan het Staatsbedrijf der P. T. T.
tot uitbreiding van kapitaal.
Voorts worden eenige nieuwe artikelen
toegevoegd, o.a. voor uitkeeringen aan het
algemeen burgerlijk pensioenfonds tot een
totaal bedrag van f 3.000.000; voor stor
tingen in het kapitaal van de N. V. Ned.
Springstoffenfabrieken.
Dc Alg Rekenkamer heeft gemeend niet
te kunnen overgaan tot de verevening van
lasten van art. 279b van f 544.032, welke
zijn gemoeid geweest met een in 1919 plaats
gehad hebbende levering van ruim 25.000
molktransportkannen, op grond van de over
weging, dat 1 Mei 1919 de regeeringsbe-
moeiing met de melkvoorziening weid ge
slaakt.
Thans wordt voorgesteld het artikel met
f 1 te verhoogen, waarmede wordt beoogd,
vast te leggen, dat ook uilgaven, welke niet
kunnen worden geacht een uitvloeisel te
zijn geweest van maatregelen voor de uit
voering, waarvan de oorspronkelijke kredie
ten zijn aangevraagd en toegestaan, ten
laste van art. 279b zullen kunnen worden
verevend, en meer in het bijzonder, dat ook
genoemde uitgaaf voor de aanschaffing van
melktransportkanncn na 1 Mei 1919 op dit
artikel zal kunnen worden aangewezen.
De verhoogingen in het wetsontwerp be
dragen in totaal f 9.781.895,977», terwijl
daartegenover verminderingen zijn aange
bracht tot een totaal van f 22.093.409,971/",
zoodat het eindcijfer der begrooting
f 12.311.514 lager kan worden gesteld.
Land- en Tuinbouwongevallenwet.
Bij ministerieel© beschikking is bepaald:
de berekening van de verlaging dor pre
mie, welke over het jaar 1923 verschuldigd
is door de in art. 1 van het K. B. van 5
Nov. 1923 bedoelde werkgevers, wier onder
neming vorzekeringsplichtig is geworden of
v4HAt krachtens de Land- en Tuinbouwon
gevallenwet 1922, geschiedt overeenkomstig
de volgende bepalingen
1. Indien het loon, dat voor de onderne
ming over het jaar 1923 voor premiebere
kening in aanmerking komt, meer bedraagt
dan het loon, waarover premie verschuldigd
was over het jaar 1922 voer het toenmaals
krachtens de Ongevallenwet 1921 verzeke-
ringsplichtige bedrijf, wordt de verlaging
vastgesteld op een bedrag, overeenkomende
met 25 van de premie, welke over 1923
verschuldigd zou zijn, indien over dat jaar
laatstbedoeld loon in aanmerking zou komen
voor de berekening der premie en deze ver
schuldigd zou zijn naar het gevaren-cijfer,
geldende voor het in de onderneming uit-
geoefendo bedrijf, dat vóór 1 Mei 1923 ver-
zekeringsplichtig waa krachtens de Onge
vallenwet 1921.
2. Indien het loon, dat voor de onderne
ming over 1923 voor premieberekening in
aanmerking komt, gelijk is aan of minder
bedraagt dan hot loon, waarover premie
verschuldigd was over 1922 voor het toen
maals krachtens do Ongevallenwet 1921 ver-
zekeringsplichtige bedrijf, wordt de verla
ging vastgesteld op een bedrag, overeen
komende met 25 van de premie, welke
over het jaar 1923 verschuldigd zou zijn,
indien het geheele loon was uitbetaald voor
werkzaamheden in het in de onderneming
uitgeoefende bedrijf, dat voor 1 Mei 1923
verzekeringspliclitig was krachtens de On
gevallenwet 1921.
De onder 1 en 2 bedoelde verlaging wordt
met de betrokken werkgevers verrekend bij
de vaststelling der premie, verschuldigd
over de betalingsperiode van 1 Nov. 1923
tot 1 Mei 1924, tenzij de onderneming vóór
1 Mei 1924 is opgeheven of het risico der
verzekering niet tot dien datum door de
Rijksverzekeringsbank wordt gedragen,
in welke gevallen de verrekening geschiedt
bij de vaststelling der premie over het laat
ste betalingstijdvak, voorafgaande aan 1
Mei 1924.
De loonsverlaging bij de Spoorwegen.
Naar „De Tel." verneemt, is het hoofd
bestuur van de Neder*landsobe Vereonigang
van Spoor- en Tramwegpersoneel door de
directie van de Nederlandsolie Spoorwegen
uitgenoodigd tot een conferentie op Maan
dag 7 dezer, om na te gaan, of eventueel
op andere wijze dan door 10 pCt. loons
verlaging bezuinigingen kunnen worden toe
gepast.
Het hoofdbestuur tal op deze conferentie
een eigen program van bezuinigingen over
leggen, doch het zal geen enkele verplich
ting op zich nemen. Na afloop der confe
rentie zal het hoofdbestuur den datum van
het buLtengewoon oongres der Nederland-
sohe Vereenigïng vaststellen, waarop door
de leden een uitspraak omtrent het resul
taat van de conferentie zal worden ge
daan.
Vereenvoudiging administratie invoerrechten
De Minister van Financiën, gezien de
wet van 2 Juli 1923, houdende voorzienin
gen betreffende de vereenvoudiging van de
administratie der invoerrechten en accijn
zen, heeft bepaald:
1. Met ingang van 1 April 1921 wor
den de hierna genoemde aangiften op de
kantoren der accijnzen in dubbel ingele
verd, te weten:
a. de aangiften ter bokoming van ver-
vocrbiljetten voor aocijnsgoederen (uitge
zonderd gedistilleerd), bestemd om onder
krediet voar of met vrijdom van den ao-
oijns, of in entrepót te worden ingeslagen
b. de aangiften ter bekoming van ver-
voerbiljetten voor gedistilleerd bestemd
om te worden uitgeslagen met betaling van
den accijns
c. de aangiften ter bekoming v?,n ver-
voerbiljefter voor gedistilleerd, bestemd
om onder doorloopend krediet voor of met
vrijdom van den accijns, of in entrepot te
worden ingeslagen;
d. de aangiften ter bekoming van gelei
biljetten voor brandspiritus en voor andere
accijnsgoederen dan gedistilleerd en vleesch
e. de aangiften ter bekoming van gelei
biljetten voor gedistilleerd
f. d'e aangiften ter bekoming van consen
ten tot uitvoer van aocijnsgoederen (uit-
gezondord tabaksfabrikaten), met afschrij
ving of teruggaaf van accijns
g. de door branders in te leveren aangif
ten tot in- en uitslag van meel
b. de door branders in te leveren aan
giften tot stoken.
2. De in 1 onder de letters a tot en
met g genoemde aangiften worden geschre
ven op formulieren, dho van Rijkswege
verkrijgbaar gesteld worden op dc kanto
ren der accijnzen. Het is den belamgihcb-
benden evenwel geoorloofd gebruik te ma
ken van formulieren, die zij zelf hebben
doen drukken, mits dio formulieren zijn in
gericht als de van Rijksweg© verkrijgbaar
gestelde en zij door den ontvanger der ac
cijnzen zijn goedgekeurd.
De in 1, onder letter h, genoemde aan
giften tot stokesfi worden ingericht over
eenkomstig de thans in gebruik zijnde for
mulieren.
Herhalingsoefeningen zeemilitie.
Do Minister van Marino heeft bepaald:
le. dat de zeemilicien-verlofgangers van
de eerst© en tweede groep der lichting 1922
met uitzondering van de kustwachters
zullen worden opgeroepen voor het ver
vullen van herhalingsoefeningen in tweo
ploegen, waarvan de eene ploeg in werkc-
lijken dienst zal verblijven van Zaterdag
5 April tot cn met Vrijdag 9 Mei en de
andere ploeg van Zaterdag 10 Mei tot en
met Vrijdag 13 Juni;
2e. dat, indien cr zich onder deze zce-
miliciens personen mochten bevinden, die
voorkeur hebben voor indeeling bij de eer
ste of bij de tweede ploeg, zij dit bij on-
gczegeld, doch gefrankeerd verzoekschrift
vóór 1 Februari kunnen kenbaar maken
aan den Minister van Marine, onder opgave
vaü de reden van hun voorkeur en var» hun
stamboeknummer;
3e. dat met het door de betrokkenen té
kennen gegeven verlangen zooveel mogelijk
BINNENLAND.
Voorloopig verslag van de Tweede Kamef
op het wetsontwerp tot verhooging van de»
accijns op bier en van het invoerrecht op
bier en thee.
Wetsontwerp tot wijziging van Hoofdstak
VUB der Staatsbegrooting voor 1922 met
een ruim twaalf millioen gulden lager eind
cijfer.
De directie der Ned. Spoorwegen heelt de
Ned. Ver. van Spoorwegpersoneel nitgenoo-
digd tot een conferentie, om o.m. na te gaan
of op andere wijze dan door loonsverlaging
bezuinigd kan worden.
Premie-berekening land- en tuinbouw*
ongevallenwet.
Vereenvoudiging administratie invoer
rechten.
Geen steenkolenaanvoer uit Doitschlani.
Voortgezette vergadering van den Chr»
Zeeliedenbond.
BUITENLAND.
De ontruiming van het bezette gebied.
Poincaré heelt de tekst van het antwoord
aan Dnitschland goedgekeurd.
Geen samengaan van conservatieven en
liberalen in Engeland.
Groote brand in Amerika.
De gezant van Zuid-Slavi8 te Sofia terug*
geroepen.
rekening zal worden gehouden, en dat na
1 Februari zal worden beslist, bij welke
ploeg elk hunner zal worden ingedeeld,
waarvan bij nadorer kennisgeving aanwij
zing zal worden gedaan met vermelding van
datum en plaats van opkomst;
4o. dat nader zal worden vastgesteld ©d
bekend gemaakt het tijdstip van opkomst
van de tot de kustwacht behoorende zee
milicien-verlofgangers, die in den loop van
Jiet jaar 1924 gehouden zullen zijn voor het
vervullen van herhalingsoefeningen voor
den duur van drie weken, in werkelijken
dienst op te komen, en welke zijn de kust
wachters van de tweede ploeg der lichting
1921 en van de eerste en tweede ploeg der
lichting 1922; vermoedelijk zullen deze oefe
ningen plaats vinden in de maand Juli 1924.
Mot de zeemiliciens die behooren tot eeD
dor onder le. en 4e genoemde ploegen, wor
den bedoeld zij, die hun eerste oefening
volbracht hebben in de tijdvakken, waarin
genoemde ploegen destijds geoefend werden
Onveiligheid dooi schietoefeningen.
De heer Van Ravesleijn, lid van d«
Tweede Kamer, heeft den Minister van
Oorlog de volgende vragen gesteld:
Is het den Minister bekend, dat: het strand
lusschen Schevenin&en en het Wassenaar-
sche Slag een groot deel des jaars onveilig
wordt gemaakt door schietoefeningen?
Is de Minister niet van oordeel, dat he*
onveilig maken van een zoo druk bezocht
cn in de nabijheid van een groote stad ge
legen 9trandgedeelte ernstige nadeelen op
levert voor het publiek?
Is de Minister bereid, maatregelen in
overweging te nemen, ten einde het moge
lijk te maken, dat dit strand niet meer of
althans hoogst zelden door schietoefeningen
onveilig worde gemaakt?
De Gorsselschs heide.
De heer Van Ravesteyn, lid van de
Tweede Kamer, heeft den Minister var
Oorlog de volgende vragen gesteld:
Is het den Minister bekend, dat de zgn.
Gorsselsche heide, die, toen zij nog tot oefen
terrein voor de cavalerie, te Zutphen in
garnizoen, diende, voor het publiek open
stond, than9 door dc militaire politie vooi
het publiek wordt afgesloten?
19 het den Minister bekend, dal het ge
meentebestuur van Gorssel verzocht heeft,
dit uit een oogpunt van natuurschoon be
langrijke terrein weer voor het publiek open
te stellen, wijl de aan den Minister gerap
porteerde verontreiniging en beschadiging
niet door het publiek, maar door militairen
heeft plaats gevonden?
Wil de Minister mededeelen, wie dit ter
rein in pacht heeft Ict uitoefening van
jachtvermaak, en of het juist is, dat deze
pachter cr belang bij heeft, dat het publiek
wordt geweerd?
Is de Minister bereid, alsnog te gemooè
te komen aan de herhaalde verzoeken der
burgerlijke autoriteiten om d?ze heide op
nieuw voor publieke wandeling oren t®
stellen?