sArmram puaoL Haagsche Schetsen. ABDIJSIROOP No. 19570. LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 24 December. Vierde Bfad. Anno 1923. Farqsoh Seizoen, KUNST EN LETTEREN. VARIA. jfVan onzfen Parijschen Correspondent). (Nadruk verboden). Parijs, December. Het zijn de dagen voor Kerstmis, die vol gens traditie „donker" behoorden te zijn. In werkelijkheid genieten wij van een schit terenden nazomer, en het is alleen Tnaar jammer, dat de zon, die den heelen dag baar goudglanzen legt over deze stad en ons verwarmt en vroolijk verlicht, naar bed gaat tegen het uur waarop Parijs eigenlijk eerst goed begint te leven. Doch we mogen niet klagen: de natu.ar is gul en mild voor ens, dit jaar. Zij heeft de Riviera naar Parijs gezonden, in afwachting dat Parijs nr ar de Riviera komt. Zoo maken wij ons opgewekt gereed om het grootste, het gezelligste Parijsche feest te vieren van den kalenderden vooravond van 25 December en het ,,Róveillon"-souper. Wat een Parijsch „rdvcillon" is, het best kunt ge u, als ge het nog niet hebt meege maakt, een klein idee ervan vormen uit de operat^,,La Vie de Bohème", van Puccini. Daar, in de tweede acte, krijgt ge een heel klein hoekje van het „quarfcier latin" (de ptudentenwijk) in den Kerstnacht te zien, en de suggestieve muziek van den grooten Italiaanschen componist vertolkt op tref fende wijze do jolige, uitgelaten en bij dat alles toch zoo innig poëtische en sentimen- teele stemming, welke dien nacht in alle wijken dezer stad hoogtij viert, en welke- thans reeds begint te openbaren. In alle wijken, zeg ik, want de arme zoo goed als de rijke, de werkman zoo goed als de niets doener, allen trachten dien nacht hun aard- Bchen jammer voor enkele uren te vergeten en heel de onmetelijke metropolis wordt als een licht, blij feest-paleis. Dank zij het fraaie weer zijn thans reeds de groote hartaderen der stad eiken middag vol feestelijke drukte en vroolijkheid. De Franschen zijn als bezeten door een koorts. Zij, die reeds in het gewone doen veel meer dan w'j, Hollanders, in het restaurant leven, zij gaan natuurlijk dien nacht naar een van de vele „réveillon"-soupers, waarvan de aanlokkende aankondigingen reeds nu ven sterruiten en advertentiekolommen vullen. Geen tien menschen op de honderd brengen don nacht in huis doo*. En zij die thuis blijven, vieren het feest toch, met vrienden en familie-leden in de eetkamer. Het traditioneele programma is: eerst naar een of anderen schouwburg tot bij mid dernacht, dan om 12 uur de nacht-mis in een der vele kerken, waar een prachtig zangerskoor en een nobel orkest deze gods dienstige plechtigheid tot een hoog artistiek genot maken; tn vervolgens het „ouper, in een vroolqk restaurant of een dancing. Doch over dien Kerstnacht hoop ik u later nog een en ander te vertellen. Op het oogen- blik zitten we nog midden in de voor-pret, en die op zichzelf al is de moeite van een beschrijving waard. Daar is allereerst het zoeken van de in richting waar men zal gaan réveillonneeren, en 't bepalen uwer keus. Er zijn er voor alle beurzen en voor alle smaken. Tusschen den „bistro" (kleinen wijn-kroeghouder) op den hoek en 't souper bij Paillard of Larue, waar men 200 frs. per couvert moet rekenen voor deze gelegenheid, ligt heel een gamma van nuances en prijzen. Verder zijn er de groote balzalen: de Moulin Rouge, waar ongetwij feld een goed deel van Monlmartre soupee- ren zal (tegen den prijs van u0 frs. per hoofd) Bullier voor de studenten en de schilders van Montparnasse met hun modelletjes, Tabarin, waar het wel het ongegeneerdste toegaat van heel Parijs. En dan ten slotte, als ge hieruit geen keus weet te maken, zijn er de nacht- restaurants, wier aantal steeds toeneemt in eveneens gedurig toenemende luxe. Op den boulevard, die in den vroeg-val- lenden avond al zijn sprookjesachtigen luis ter, zijn overvloedig goudlicht-doorsprankel- de gezelligheid biedt, rijen zich, als van ouds om dezen tijd van het jaar de kleine houten kraampjes, waarin het ..article de Paris" te koop ligt uitgestald Er komt niet veel verandering in die „pe- tites baraques". Ik heb ze nu al een jaar of tien gezien, en ik ken ze haast van buiten. In de kraam met mechanisch-speelgoed staat nog altijd de piano-spelende virtuoos, de kapper, die een rijk-gelokten klant het hoofd champoineert, de btauw-gekielde bestellers jongen, die in een kringetje hollend een krui wagen voortduwt, de brandweerman, die een ladder opklimt, hoekig nerveus. Het dansen de paar en de juffrouw met den stofzuiger vinden blijkbaar geen afname en worden niet meer aangemaakt. Een onverwoestbaar suc ces daarentegen vormt steeds het konijntje, dat voortspringt wanneer men knijpt in een gummibal. 01 de Franschen zijn zoo behoudendl Zij behouden het goede en het verkeerde. Zij zijn een volk van tradities, en misschien is het wel juist daarom dat iedereen hen zoo liefheeft wanttraditieis het niet souvenir? Nog altijd staat er bij de rue Drout de man met de gyroscoop-tollen, die de on waarschijnlijkste pirouettes draaien, op een draad of tegen den zijkant van een sigaren- j- kist; en het is of hij niet weg is geweest. De dochter van de juffrouw met de prentbrief- kaarten bij de rue du Helder, die de dochter ik heb zien opgroeien van kort- I rokkig meiske tot appetijtelijke jonkvrouw, is onlangs gehuwd; doch de moeder is er nog, en zij bleef, net als het verguldsel harer kaarten, onverouderd. Bij het Olympia een „daalders-plaatsje" prijkt de mooie kraam met de nougat de Monteli- mar en tegenover de rue des Italiens, die machine waarvan het^iut zoowel als het mechanisme nog altijd iets intimideerends voor mij hebben, die geheimzinnig electri- sche vonken knetterende machine, waarvan een der onderdedeneen glazen bokaal is met hevig naar aether riekende bonbons. In 1907 heb ik eens een paar ervan gegeten, en ik herinner mij nog levendig de kramp in de buik, die het mij reeds bij de Opera gaf Dan zijn er, als steeds, de mindere goden, met visite-kaartjes, zet- en snelpersdrukke rijen, aardappel-schilraesjes, waarvan het handvat gebruikt kan worden om uit een kroot of een dikke peen een zuiver bloem festoen te snijden, vernuftige toestelletjes om van het onbeduidendste vod een keurige das te strikken, steentjes, waarmee zelfs een blinde elke willekeurige plaat -of teekening uit courant of tijdschrift „en un tour de main" kan reproduceeren, nachtlichtjes die ook al aan geen mode onderhevig schijnen te zijn, kantwerken, accoord-cithers, waarop iedereen onmiddelijk elke gewenschte me lodie vertolken kan door de muziek in plaats van haar voor zich neer te zetten, onder de snaren te schuiven en een daarop getrokken zig-zaglijn te volgen met den pinkelenden lokkelaar, pleisters om een winkelhaak in pantalon of rok in enkele seconden onzicht baar dicht te plakken, soldeersel waarmee een land de grootste gaten in potten en pan nen heelt, bretelknoopen die ge aan uw broek zet zonder naald of draad, postpapier en relief bestempeld met uw in-Louis-XV- stijl-gekrulde initialen, sokken schoenpastu. boler-caramels, Gilette-mesjes, beneden- winkelprijs, likdoornpleisters, kiespijnge neesmiddelen, loupen en microscopen, en weet ik wat al Het publiek drentelt langs deze wonderen zonder veel aandacht er aan te wijden. Waarschijnlijk kan het ze al droomen, zooals ik. Doch juist, omdat het niet koopt, ziet het elk jaar weer denzelfden winkel voorraad terug, did wanneer het zoo doorgaat nog in geen zeven-en-lwintig jaar zal zijn uitgeput .-. het publiek schuift en drentelt, baat genietend van de volte en van het sprankelend sproeiende licht. En nog altijd als in de dagen Van „L'Educa- tion Sentimentale" reeds, hollen de kranten- verkoopers door de menigte alleen de na men van de bladen zijn veranderd nog altijd tracht een schunnig individu het Journal des Jeune? Filles a marier te ver- koopen aan de Hollanders en andere vreem delingen op de stoep van het café de la Paix nog altijd graaien de ramasseurs de sigaret-peukjss onder uw tafeltje weg, om ringt de menigte in pieuse aandacht den straatzanger :n den violist, nog altijd stal len de Schaunards en de Collines hun aqua rellen uit tegen een neergelaten winkelluik, nog altijd pronken en lonken de Nana's met haar pelsmantels, haar valsche diamanten en haar kohl-geverrde uogen Parijs is d-? stad der door de dichters ge poëtiseerde traditie, en daarom voelen we er ons zoo heerlijk, zoo ontroerend thuis... LEO FAUST. RECLAME. Duizenden lijden ellendig aan telkens terugkeerende aanvallen van bronchitis en weten nie'c d.tt blijvende genezing mogelijk is. Bronchitis is veelal 't gevolg van verwaarloosde verkoudheid. On middellijke verlichting geeft de hoestsiillenae en sljjmqplossenae O AKKER's Alom verkrijgbaar in koken van 230 gra*:* 1.50. 550gTam/2.75 en 1000 cram f 4,50 5423 De Lakenhal. In de Lakenhal is heden een tentoon stelling geopend van oude kunstnijverheid, bestaande in een uitgebreide collectie oude kant uit verschillende tijdperken en een verzameling kunst-smeedwerk, die een chro nologische voorstelling geeft van de sleutels en sloten vanaf de Romeinsche tijden tot de 19e eeuw. De laatste voorwerpen zijn welwillend afgestaan door de bekende col- lectionair dr. J. A. Molhuyscn te den Haag. 't Krokodilletje. Zaterdag 29 December zal de N.V. Het Schouwtooneel, Directie Adr. van der Horst en Jan Musch in den Stadsschouwburg te Leiden een enkele opvoering geven van 't krokodilletje, een satyrieke grapperij in drie bedrijven van Karl Strecker, onder regie van Dr. Herbert Kranz en Jan Musch. KERSTNUMMERS. Het uitgeven van een Kerstnummer be gint meer en meer ingang le vinden. Wij hebben er thans weer een drietal te ver melden. „De Amsterdammer" komt met een lijvige aflevering, welke naast veel lec tuur, verschillende platen bevat. Zoo o.m. een houtsnede van Raoul Hynckes, een tee kening van Martin Monnickendam, en een dierstudie van H. Verstynen. Aan den in houd hebben medegewerkt ds. W. Macken zie, Annie Salomons, Herman Salomons, Cyriel Buysse Anthon Thiry, Felix Tim mermans, Is. Querido, Jeanne Kloos, enz. Door Jantje is het Kerstdiner van „De Groene" geteekend. Wat inhoud betreft is deze uitgave dan ook zeer interessant. „Het Tarief" is eveneens bijzonder uitge breid, wal vooral zijn oorzaak vindt in het groote aantal losse platen, die er inderdaad keurig uitzien. Ze alle op te sommen gaat ons te ver. Wie er belang in stelt schaffe zich zelf een exemplaar aan. 't Is zeer zeker de moeite waard. Te'tfieer waar de inhoud eveneens ten volle alle aandacht en belang stelling verdient. Ten slotte onvingen wij nog het „A 1 g e- meen Friesch Weckbl a d", dat ook al in een Kerstgewaad is gestoken Het be vat bijlagen en platen van Tjerk Bottema, Ids Wiersma, Johs. Elsinga, Piet van der Hem, Tjeerd Bottema, S. Geerlsma en J. Planting, benevens reproducties naar een drietal schilders uit het stam-verwante Noord-Friesland. Aan een van hen Ingwer Paulsen is een artikel gewijd. Voorts bevat het blAd bijdragen van de h.h. O. H. S(ijlstra), W(inkelman), dr J. Bolke, Rinke Tolman, dr. G. A. Wumkes, R. Brolsma, R. W. Canne, J. J. H(of), gedich ten van Jan fen 'e Gaestraar, P(ostma), dr. J. B. Schepers, F. J. de Zee, L. O. B., e.a., een schaakrubriek, kinderverhalen, wed strijden, enz. WEEKBLADEN. Dafc onze groote acteur Louis Bouw meester eenige dagen geleden te Amster dam is gehuldigd zullen onze lezers reeds weten. Welk een omvang deze huldiging heeft geihad kan men in „De Wereld- pos t", die de zegetocht in beeld brengt duidelijk zien. De voorbereidingen voor de Kerstvieringen vormen natuurlijk even zoo vele dankbare onderwerpen voor een ge- \lustreerd blad. Ook hier vindt men er foto's van. Verder bovat dit nummer kie ken over Struisvogels en struisveerende veldloop der A. V. A. C., enz. Een Rimboenummer van ^D'Orient" ge oft genige aardige indrukken uit de rim boe, waarbij de koning der dieren natuur lijk niet ontbreekt. In beeld zijn ook ge bracht de aankomst van het nieuwe droog dok in Priok en do najaarsraces der B. B W. S., de drukte tijdens do stemming over de Vlootwet te Den Haag, enz. In „De Dag" schrijft Van Zuylen over „Vrede op Aarde". Verder worden behan deld: de buitenlandsobe toestandde theater-malaise ;de Koninklijke subsidie aan jeugdige kunstenaars; de heilige dan sen van de Middeleeuwenhoe men uit gemeente-kassen plukken kan, enz., ter wijl het geheel door velo illustraties wordt verlucht. „H et L e v o n" besteedt weer volop aandacht aan het naderende Kerstfeest. Ook een Kerstliedje ontbreekt niet. Inte ressant zijn de foto's van de Dachstein- grot. Dit nummer bevat verder een geïl lustreerd artikel over „Parijs bij Nacht" en kieken vanDe nieuwste Parijsche mo desnufjesaardige studentengobiniiken m EngelandLouis Bouwmeester's zegetocht en Wintersport in het Berner Oberland. De ontdekking der Dinosauriër-eieren in de Gobi-woestijn maakt eon punt van belangstelling uit voor „De Wereld- k r o n i o k", die verder o.m. in beeld brengt: Een proefbaan voor automobielen op het dak der Fiat-fabriekenKerstmis onder de Eskimo'sde kampplaats voor de Olympische Spelen te Parijshet nieu we academisch ziekenhuis te Leiden; de mode te Parijs, enz. In de buitenlandsche oorrespondenties dor ,,H aagschePost" komt ter sprake de on denham/delingen van Duitsohland met Frankrijk en België de Engelsohe kabi netscrisis de verbeterde levensomstandig- j heden in Duitsohland, enz. Verder treffen wij behalve de H. P.- pronten, artikelen aan over de bordpapier-industriezorg voor de musea en het schoenen wetje. „O n z e Tuinen" hoeft ter eere van Kerstmis een bijzonder kleedje aangetrok- I ken, wat haar lang niet slecht etaat. Tus- schen den uitvoerden tekst vinden wij tal- i rijke foto's. Liefhebbers van planten en j dieren zullen stellig met deze uitgave zeer zijn ingenomen. RECLAME. tegen de kwellende pijnen in aangezicht tanden en kiezen. «an73Cent. Bij Apothekers en Drogisten. PharrnfibrA MUNMARDT-Zeist. 1 RECLAME. Ruwo eivSchraloHuid DOOS 30. 60,00 Cent. DIJ Apoth. en Drogisten, Phernx.Fdbr. AAIijnliardt Zeist 5429 GEVEILDE PERCEELEN. Gehouden Vcrkooping in het Notarishuis te Leiden, op 21 December 1923, ten over staan van A. D. Vijgh, notaris te Leiden. Waldeck Pyrmontstraat 33, O L. van Dam q.q. voor f 2500, aldaar 40, J. Sch offers q.q. voor f 2505, aldaar 42, J. Bavelaar q q. voor f 2500, aldaar 44, S. Kraan voor f 2453, aldaar 46, W. Goddijn q.q. voor f 2510, JuliaDastraat 21, Ph. v. Drift, q.q. voor f 1*125, Sieboldlstraat 25, G. Vonk q.q. voot f 2275. 5430 Volksgezegden. Schijnt de zon met Kerstmis als in zomersche dagen, Dan sneeuwt het in Mei op de boomen en hagen. De twaalf dagen tusschen 25 December en 5 Januari zijn de sleutels van het weer voor het gansche jaar. Groene Kerstmis witte Paschen. Een lichte Kerstmis geeft lichte schuren. Groene Kerstmis geeft goeden oogst voor het kerkhof. Uit het meel van anderen is het gemakke lijk Kerstbrood bakken. Met Kerstmis storm en sneeuw'maakt de velden vruchtbaar. Is Kerstmis nat, dan blijven korenschuur en wijnvat leeg Als met Kerstmis ijs aan den wilg hangt, dan kan de klaver vóór Paschen worden ge sneden. Als de merel zingt vóór Kerstmis, dan zal ze krijten op Maria Lichtmis. Kerstvertellingen. Sedert het begin der achttiende eeuw zijn in de West-Europeesche lantbn ieder jaar Kerstvertellingen gepubliceerd Een Kerst vertelling schijnt een prettige vorm te zijn, om een novelle ol een schels, die in den winter speelt, in te kleeden. Zoowel in •ngeland als in Duitschland heeft men lan gen lijd bij de Kerstverhalen en Kerst sprookjes gezworen, en geen geroutineerd uitgever van een geïllustreerd maandblad zal zijn Decembernummer durven laten uit komen, zonder althans één Kerstvertelling. Een snuffelaar heeft eens uitgerekend, dat alleen tusschen 1875 en 1910 in Duitsch land minstens 7000 Kerstverhalen, enz. wa ren gepubliceerd; in Engeland zou dit aan tal minstens 4000 bedragen. Op zichzelf is dit nu niet zoo'n feit van beteekenis; al leen vraagt men zich af, wie er al niot moe ten schrijven, om in de behoefte aan oor spronkelijke Kerstvertellingen te helpen voorzien. Dit aantal is echter niet zoo groot, naar het schijnt. Er zijn n.l enkele feuil- letonisten in Duitschland en Engeland, en vooral in Amerika, die het heele jaar niets anders doeü dan Kerstvertellingen schrij ven. Als hei Kerstfetst dan nadert, en de maandblad-redacteur Kerst-kopij moet heb ben. schijnen dergelijke specialiteiten hooge honoraria te kunnen bedingen. Zoo moet de Amerikaansche feuilletonist Hope al 900 Kerstverhalen op zijn geweten hebben. De Hond als waarzegger. Als de hond zijn tens togen de deur wrijft, I« er storm op komst. Blaft hij in zijn slaap, dan kondigt hij naderend onheil aan. Verliefde paartjes moeten oppassen, dat nooit een hond toissohen hen in loopthet engagement raakt beslist uit. Als oen vreemde hond iemand kwispel staartend volgt, krijgt men een brief. Een hond op zijn staart trappen bete©» kent verandering van positie. Als een hond 's nachts voor iemands deur ligt te janken, komt er een doode. Wie da docdo is, hangt a van den man, du» er l wakker van wordt. Van schijn en wezen gesproken (was het met u of met een ander, dat ik het zoo even daarover had wat is hot toch een eigen aardige behoefte van de menschen, om iets anders te willen lijken dan zij in werkelijk heid zijn. Het ia in dat opzicht al net als in de komedie, waarin als regel de spelers het beste in hun rol voldoen, wanneer zij daarin moeten optreden als iemand, wiens karakter ten eenenmale afwijkt van hun eigen persoonlijkheid. Ik deük hierbij niet in de eerste plaats aan de zucht van velen, om door hun kleeding zich het voorkomen te willen geven van meer to zijn dan inder daad het geval is, iets wat hun maar al te dikwijls gelukt, maar wat trouwens geen nieuw verschijnsel isimmers van Zeggelen 6chreef reeds naar aanleiding van de Zon- dagscho kleeding van een dienstmeisje in een zijner gedichtjes: „Ra, ra, wat is ze: meid of mevrouw?" Neen, waar ik het dit maal meer bepaald over wilde hebben, dat ia do afwisselende behoefte van jongen om oud, en van ouderen om jong te schijnen. Het eerste was hoofdzakelijk een kenmerk van wat wij den goeden ouden tijd believen te noemen, terwijl het laatste meer een hedendaagsch verschijnsel is. Men lette maar eens op de afbeeldingen van personen uit vroegere eeuwen: de kin deren van toen doen ons aan de bewoners der tegenwoordige oude mannen- en vrou wenhuizen denken. Onze bijbelsche prenten vertoonen ons nagenoeg uitsluitend eerbied waardige grijsaards, en op de platen, die in de oude geschiedenisboeken voorkomen, nviaaea wij eveneens alles wat aan jeugd doet denken. Als tegenwoordig de jongens en meisjes willen laten zien, hoe onze voor ouders de menuet dansten, dan verbergen zij hunne dartelijke vroolijkheid achter def tige kleeding en statige bewegingen. Doch men behoeft niet eens zoo ver in gedachten terug te gaanvergelijk onze vijftig- en meerjarigen maar eens met onze ouders en i grootouders op dienzelfden leeftijd. Wij heb ben aan de laatsten geen andere herinnering dan die van oude menschen, zoowel wat hun uiterlijk als hun wijze van doen betTefi De mannen droegen bij voorkeur zware baarden en, als de natuur hen in den steek liet, om het hoofd geknelde pruiken; in huis chambre-cloack en pantoffels; op straat deftige lange jassen en hooge hoeden. Met de vrouwen was het al net zoo: een haar tooi als tegenwoordig kenden zij niet; haar kapsel was een kanten mutsje, een gewoon voor alledaagsch gebruik en een mooi voor den Zondag of feestelijke gelegenheden; buitenshuis gaven zij zich door sjaal en kapothoed met keellinten een ouwelijk voor komen. Hun heele doen en laten droeg het kenmerk van ernst en bezadigdheid, een afdwingen van eerbied. En thans 1 Niemand zal er aan denken, menschen die vijf en zelfs zes kruisjes achter den rug hebben, oud te noemen. Zij zijn het ook niet, noch in schijn, noch in wezen. Zij zijn blijkbaar er van doordrongen, dat het meer dan ooit er op aan komt, in letterlijke beteekenis, de hoofden koel te houdenglad geschoren gezichten, van nature of kunstmatig haar- looze schedels; en ondanks dat, laten de tegenv/oordige mannen pruikmakers werk loos, blijven slaapmutsen tot het verleden behooren, en ziet men zelfs meer en meer den hoed buiten gebruik gesteld. Tot die verjongingskuur heeft de sport ongetwijfeld in ruime mate bijgedragen; daarvan zouden voetbal, tennisveld en fiets kunnen getuigen, die het bewijs leveren, dat het niet alleen do jeugd is, die van hun genoegens geniet. Hoe het zij, het lijdt inderdaad geen twijfel, dat het tegenwoordig geslacht ver jongd is; daar kunnen wij niet anders dan wel bij varen. Jammer alleen, dat die lan gere jeugd niet tevens tot verlenging van den levensduur leidt. In dat opzicht hebben echter kunst noch wetenschap ons een stap verder gebracht, en blijven wij nog steeds achterlijk, vergeleken bij de tortelduiven, hoe gaarne wij in and r opzicht ons leven op dat van die dieren willen doen gelijken, bij de papegaaien, ondanks de overeenkomst I die sommige menschen daarmede hebben, en bij andere dieren, die een met drie cij fers to schrijven leeftijd kunnen halen. Als I het aan matigheid te danken is, dat bij uit zondering ook de mensch dan dit voorrecht deelachtig wordt, dan geef ik niet veel om de kansen der inwoners van den Haag. Hun schuld is het echter niet: de gelegenheid maakt niet alleen den dief maar ook den smulpaap, en ik geloof niet, dat er een tweede 6tad in ons land is, waar zooveel inrichtingen bestaan, waar men niet alleen een uitstekende maaltijd genieten kan, maar ook 's middags bij de thee zich aan allerlei lekkernijen te goed kan doen. Dat het inder daad die zorg voor den inwendigen mensch is, die de groote aantrekkelijkheid vormt, bewijst wel dat de smaakvolst ingerichte salons het, wat het aantal bezoekers be treft, aflegt tegenover andere, die voor het oog zich minder aangenaam voordoen, doch op het punt van versnaperingen en tafel gerechten een betere plaats innemen. Daar zijn reeds thans alle plaatsen voor de nade rende feestdagen besproken, en is het dage lijks oh aantal middag-bezoekers zóó groot, dat men zich onwillekeurig afvraagt, of de nood der tijden werkelijk zoo drukt als algemeen beweerd wordt. Ook hier is het dus weer de kwestie van schijn of wezen. Dat het laatste het helaas wint, bewijzen wel de tallooze beroepen, die dezer dagen op de liefdadigheid gedaan worden en waarbij almede de Residentie een eerste plaats inneemt. Ons land heeft in dit op zicht een Europeesche vermaardheid ver kregen door de wijze waarop het .sedert 1914 de onderdanen der oorlogslanden to hulp is gekomen, en ook thans staan de Bladen nog dagelijks vol van de oproepen, die van verschillende comitó's uitgaan, om noodlijdenden buiten onze grenzen te steu nen. Wat lijkt het al lang geleden, die tijd van spannende onzekerheid, of wij al dan niet in den strijd betrokken zouden wor den; toen waren het de Belgen, die in lange treinen ons land binnenstroomden en in verschillende steden, dorpen en kampen een onderdak vonden. Na hen waren het de geïnterneerden van andere landen, die hier huisvesting verkregen. Toen de oorlog ge ëindigd was klonken weer nieuwe noodkre ten tot ons door, en bij honderden kwamen de Oostenrijksche en Duitsche kinderen over de grenzen, om hier te vinden wat hun in hun eigen land niot gegeven kon worden. Hongersnood in Rusland! Weer werden de handen ineengeslagen, om al was het maar iets tot leniging bij te dra gen. Thans is het weer de roepstem, die uit de geteisterde Duitsche streken tot ons doordringt „help ons en onze kinderen" en die andere, die van den nood van onze eigen daar vertoevende landgenooten ge waagt. En telkens staan ze weer klaar, onze mannen en vooral onze vrouwen, met hun beroep op onze goedgeefschh'eïcT. Het zijn. zulke slimme lokvogels; zij kennen ons zwak en weten ons daarin te tasten. Zij geven ons kunstgenot te zien en te hoorenzij voeren ons ten dans en nooden ons op baza'rs, eu laven onderwijl onzen dorst. Het zijn vroolijkc avondendat ia de schijn. Wij offeren voor de ongelukkigen daar ginds: dat is het wezen. En toch, ik denk aan zeker iets, dat ik maar niet bij zijn naam zal noemen, dat ons nader is dan iets anders, dat ik even min verder behoef aan te- duiden. Daarom verheug ik er mij in, dat er in den laatsten tijd een krachtige propaganda gevoerd wordt in het belaDg van een categorie van onze eigen landgcnootcu, die niet minder ernstige slachtoffers van de tegenwoordige tijdsomstandigheden zijn. Reeds enkele ja ren bestaat een vcrceniging, die htilpe biedt hoofdzakelijk aan die alleenstaande dame3, dio vroeger wel geen weelde maar toch ook geen armoe kenden, omdat zij hun kapi taaltje in solide fondsen belegd waanden, en die nu voor de treurige werkelijkheid staan, dat het rentclooze papieren zijn. He- Laas, het waren er te veel, die de hulp der meer beweldadigden niet kunnen missen* „Tegemoetkoming In Bijzondere Oms'an-. aigheden", of verkort „Tibo" zoo heet die vereeniging zag den bodem van haar geldkist. Eerst is er te haren behoeve een sneeuwbal aan 't rollen gebracht; nu I ut er een verloting. Wie dezer dagen in luh- nes magazijn op den Kneuterdijk de bont- uitstalling vervangen ziet door een vau afgestane schilderijen, zilveren en andera kunstvoorwerpen, zal versteld etaan over dit hernieuwd blijk van Haagsche offervaar digheid.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 13