No. 19544.
VRIJDAG 23 NOVEMBER
Anno 1923
Officieels Kennisnevmg.
Bioleeringsplan Mare Levendaal.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER AD VERTE NTIEN
80 ets. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs.
Kleine AdvertentiEn, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en
Zaterdags 60 Cts., bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven
10 Cis. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts.
Bureau Noordeindspleln Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 175 Redactie 1507.
Postchêque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT!
Voor Leiden per 8 maanden 2.35, per week 0.18,
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd rijn, per week„0.18,
Franco per post 2.36 portokosten.
Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP.
Aan den gemeentelijken vischwinkel,
Vischmarkt -28, tel. 1225 is ZATERDAG en
.voorzoover voorradig ook Zaterdagavond
verkrijgbaar SCHAR k f 0.17, TARBOT a
i 0.60 per pond en INMAAK- en VOLLE
HARING a 0.04>/3 per stuk.
N. O. DE GLJSELAAIt, Burgemeester.
Leiden, 23 November 1923.
fr
Ten aanzien van bovenstaande alle
drie ieder voor zich vormend een belang
rijke materie schijnen we thans in een
beslissend stadium te zijn gekomen en het
is daarom dat ook wij daarover hier nog het
een en ander willen opmerken.
Het rioleeringsplan, om te beginnen, lijkt
ons na het uitvoerige en gedocumenteerde
rapport van den heer Van den Steen van
Ommeren, door ons vrij uitvoerig vermeld,
zeer goed toe voor wat betreft het begin van
uitvoering daarvan, gelijk B. en W. nu
voorstellen. Het plan Van Ommeren heeft
.trouwens dit aantrekkelijke, dat het zoo is
samengesteld, dat altijd te beoordeelen blijft,
wat men later niet wil uitvoeren en wat
wel, daar naar behoefte kan worden ge
werkt. Na hetgeen de heer Krantz daarover
schreef in ons blad van Dinsdag 30 Oct. j.l.
kunnen we hierover kort zijn, daar we ons
daarmee geheel kunnen vereenigen. Tegen
aanvaarden van het gansche plan in prin
cipe zien wij evenwel geen bezwaar, waar
immers bij iedere begrooting het bedrag
zal worden vastgelegd, telken jare voor het
plan te besteden cn dus van zelf en al of
niet noodzakelijkheid van doorgaan met de
.uitvoering ter sprake komt.
Volgt de Mare-demping en de Levendaal-
kwestie. Het is bekend, hoe wij ten aan
zien ean deze beide punten staan. Leven
daal-demping verre de voorkeur gevend bo
ven demping van de Mare. Er is nu echter
een nieuw gezichtspunt in het geding ge
bracht en wel juist: het rioleeringsplan.
Het heet mogelijk, de stinksloot, die het
Levendaal thans is, te reinigen en zelfs af
doende. Waarover jaren zullen verloopen,
want het opnemen van het complex Leven-
daal-Steenschuur-Rapenburg in het riolee
ringsplan is pas van later orde. Gezien, wat
B. en W. daarvan zeggen in de Stukken
(No. 315) is er zelfs alle kans, dat het heel
wat jaartjes zal duren, tevens gelet op de
gemeente-financiën en wat daaraan vastzit.
Was nu echter de toestand aan het Leven-
daal zelf de eerste factor voor het dempen
van deze stinkgracht, dan zouden we wel
licht zonder meer kunnen raden: hebben
we maar geduld, er is beterschap in 't ver
schiet, zij het in nog vrij ver verwijderd
verschiet. De eerste factor is en blijft voor
ons evenwel: het verkeer over de Hooge-
woerd dient afdoende te worden afgeleid
En het treft ons nu wel bijzonder hoe
B. en W. deze materie opnieuw afdoen in
één volzin, zij het dan daarin tevens er
kennend, dat daarom demping op den duur
onvermijdelijk zal zijn. O. i. is thans dem
ping met het oog op dit verkeer reeds direct
geboden en het is slechts noode, dat wij ons
pleidooi voor directe demping op dit mo
ment meenen te moeten opschorten. Alles,
wat B. en W. aanvoeren, overtuigt ons aller
minst, behalve slechts dit eeno, dat het voor
Steenschuur en Rapenburg verderfelijk zou
zijn het Levendaal te dempen, voor en aleer
deze in het Rioleeringsplan opgenomen zijn.
Alle deskundigen zijn het daarover wel
eens, dat voor Steenschuur en Rapenburg
de situatie heel wat slechter zou worden,
zoo het Levendaal te voren werd gedempt
en wij zijn ook geen voorstanders van een
demping van het Rapenburg binnen korten
termijn, wat daarvan wel eens het gevolg
zou kunnen zijn.
Kosten noch de dooddoener van lang
durige voorbereiding zouden ons weerhou
den. Doch in de gegeven omstandigheden
treden we terug om gegeven reden, daarbij
echter met den allergrootsten aandrang aan
bevelend het inschakelen van het complex
Levendaal-Steenschuur-Rapenburg in het
rioleeringsplan zooveel mogelijk te bespoe
digen, want deze verkeersregeling is urgent,
zeer urgent. Aan de Hoogewoerd is het on
houdbaar en wordt het steeds meer onhoud
baar, gezien hoe het moderne verkeer zich
uitzet.
Behoud van het stadsschoon wordt zelfs
tc-n aanzien van het Levendaal naar voren
gebracht. Het schoon van het Levendaal is
ons nimmer opgevallen misschien dat de
slank etc. daartegen afdoende waren 1
maar ook al was het er, dan is dit voor ons
geen doorslag-gevend argument. Behoud van
stadsschoon is ongetwijfeld iels, dat recht
heeft op alle aandacht, maar wanneer groote
verkeerseischen het offer vragen van ver
wijdering, dan moet daarvoor o.i. gebogen
worden, al mag men het betreuren. De tijden
veranderen en wij met hen geldt evenzeer
.voor al het andere om ons heen.
Wanneer B. en W. dan ook voor wat de
Mare betreft geen aanleiding zien om zich
te sloren aan de adressen, vele in getal en
soms niet van overdrijving vrij te pleiten.
1 waarin uit sclioonheidsmolieven demping
van deze gracht wordt ontraden, zouden wij
hen daarover niet lastig vallen mits B.
en W. voldoende hadden kunnen aantoonen,
dat de demping noodig was. Maar daarin
hebben zij o.i. gefaald en de adressen heb
ben dientengevolge groote beteekenis. Buiten
noodzaak dient men het stadsschoon en
de Mare valt daaronder, zooals ook B. en W.
erkennen te ontzien.
B. en W. hebben wel hun best gedaan om
de demping ingang te doen vinden. Tot zelfs
kleine dingen toe zijn niet over het hoofd
gezien, wanneer het maar voor kon pleiten.
Noemen we als voorbeeld daarvan, dat de
raming ad f 100.000 .terug kon worden ge
bracht op f 96.000 1 Als hoofdmotief voor de
demping beroepen B. en W. zich echter ten
aanzien van de Mare op hun beurt op het
verkeer. Dat het verkeer daar echter van een
dergelijken aard is de Mare i9 immen
geen transito-weg of iets dergelijks mee
nen wij te mogen ontkennen. Veel gerij is er
niet. En bovendien de Nieuwe Mare moet
blijven evenals Stille Rijn, etc., zoodat we
j zouden krijgen een wijde straat, begrensd
aan de uiteinden door smalle, bijkans even
6malle straten als de ongedempte Mare is.
Het nut van dempen vermogen wij daarom
nog altijd niet te zien. Een klein plantsoentje
aanplakborden en zuilen etc., wettigen de -
ping ook geenszins.
Voor het waterverkeer is demping boven=
dien lastig, om niet te zeggen schadelijk en
zonder invloed op den toestand der binnen
grachten is de demping evenmin, zooals de
heer Krantz in zijn artikel van 30 Oct. heeft
uiteengezet. Demping zal een verkeerden in
vloed oefenen.
Wat B. en W. zeggen over de mogelijk
heid van dubbel spoor in plaats van enkel
voor de nieuwe tramlijn der Haagsche Tram
weg-Mij. is voor ons eveneens eerder een re
den tot tegen dan voor. Het liefst zagen wij,
door de Haarlemmerstraat heelemaal geen
tram, want komt daar een tram, dan wordt
de Haarlemmerstraat tot een tweede Hooge
woerd, vreezen we. Gezien hoe het autobus-
verkeer door de stad toeneemt, achten we
de tram daar ook volstrekt niet noodzakelijk.
En louter en alleen voor werkverschaffing
de Mare te dempen heeft toch zeker ook geen
aanlokkelijks. Werkverschaffing wc zul
len do laatslen zijn om deze niet toe te
juichen is geen panacé voor alles.
En voor werkverschaffing is heel wat
beter en nuttiger werk te vinden, bovendien.
Hoe we de zaak derhalve wenden of kee-
ren, we zien geen argumenten voor dem
pen. Alleen bij niet dempen zal men zit
ten voor de kosten van verbetering' der St.-
Nicolaas-brug, maar dat een nieuwe brug
f -£0.000 zou kosten, zijn we zoo vrij te be
twijfelen, gelet op de breedte, enz. Toekom
stige uilgaven voor de Touwersbrug hebben
ook slechts weinig meer waarde dan om
dienst te doen voor pressie om finantieel
demping aanlokkelijk te maken iets wat
onnoodig is naar het ons voorkomt, want de
som, die benoodigd is, is van dergelijken aard
dat ieder die er gaarne voor over zou heb
ben wanneer ieder maar overtuigd was
van het nut en de noodzakelijkheid
Het rioleeringsvraagstuk en de demping
van de Mare.
Zooals wij reeds eer mededeelden, vond
de afd. Leiden van den V. D. B. den heer B.
F. Krantz, fabrikant alhier, wiens studiën
en publicaties over de watervervcrsching in
de Leidsche grachten in en buiten Leiden de
aandacht trokken, bereid om in een open
bare vergadering zijn denkbeelden uiteen te
zetten over het door B. en W. aanhangig
gemaakte rioleeringsplan met het voorstel
tot demping van de Mare.
Deze vergadering had gisteravond plaats
in de groote zaal van de sociëteit „Ami-
citia", Breestraat.
De zaal was geheel bezet. Onder de aan
wezigen waren een aantal leden van den
Gemeenteraad eenige hoofden van gemeen
tedienst, ambtenaren van het Bureau van
Gemeentewerken en van het Hoogheemraad
schap van Rijnland en vele andere belang
stel lenden.
De presidente, mevrouw Van Itallie
Van Embden, opende de bijeenkomst met de
opmerking, dat het heden te bespreken on
derwerp niet het minst in verband staat met
de vrijzinnig-democratie, doch alleen het al
gemeen belang der gemeente raakt. De af-
deeling had den heer Krantz bereid bevon
den, dezen avond zijn licht over de voorstel
len aan B. en W. te doen schijnen, en daar
op mag men prijs stellen. Het is niet de be
doeling oppositie te voeren tegen de plannen
van B. en W. en zich partij te stellen, maar
om het aanhangig vraagstuk, dat buitenge
woon belangrijk is, ook uit financieel oog
punt om van alle kanten te worden bezien.
Daarom zal er ruime gelegenheid zijn tot ge-
dachtenwisseling, waartoe de heer Krantz
zich gaarne bereid heeft verklaard.
In de zaal hingen een groote wandkaart
van Nederland en een groote kaart'van de
gemeente Leiden, terwijl aan elk der aanwe
zigen een statistische opgave aan de waler-
loozing en de waterinlating van Rijnland
over een reeks jaren werd verstrekt, waar
mede ook volgens den heer Krantz 't vraag
stuk der Leidsche grachten innig yerband
houdt. i
Aan de hand vgn deze gegevens en van
het rapport van: den ingenieur Van den
Steen van Ommeren heeft de heer Krantz
de aanwezigen ruim twee uren bezig^ ge
houden en van het begin tot het einde ge
boeid, dank zij zijn groote waterstaatkun
dige kennis van Rijnland en met name van
de gemeente Leiden en de prettige wijze,
waarop hij aan zijn denkbeelden uiting
geeft.
De heer Krantz ving aan met mede te
deelen, hoe hij er toe was gekomen, om een
bijzondere studie te maken van het aan
hangige vraagstuk. Als wolfabrikant heeft
hij veel te doen met de samenstelling van 't
grachtwater te maken. Vooral was dit vroe
ger het geval toen de fabrikant nog niet
door tanks en watertorens zich min of meer
onafhankelijkheid hadden gemaakt, van de
samenstelling van het grachtwater. Sinds
veertig jaar maakte zijn vader reeds studie
van het watervraagstuk en hi] heeft daarin
aanleiding gevonden deze studie voort te
zetten.
Uitvoerig en aan de hand van de kaart
van Nederland ging spr. vervolgens den wa
terloop van een deel van ons land na en
schetste de groote beteekenis van Rijnland
als het grootste waterschap in ons land.
Voor zoover zijn denkbeelden afweken van
de gangbare omtrent het boezemwater den
weg dien het water volgt en de beteekenis
van natuurlijke en kunstmatig loozing, enz.,
werd dit met een macht van bewijzen, be
rustende op éigen onderzoekingen, ge
staafd.
Komende tot de Leidsche grachten, toon
de hij met voorbeelden aan, dat brak water
een zeer ongunstigen invloed op de Leid
sche grachten uitoefent Dè belangwekkende
studiën van mevrouw Wibaut, te Amster
dam, bevestigen deze theorie, welke onze
lezers reeds kennen daar al eerder door den
heer Krantz hierover in ons blad is geschre
ven.
Wanneer in samenwerking met Rijnland
maar altijd goed water, zooals die uit de
Lek en de IJssel bij Gouda binnenkomt, in
genoegzamen voonaad kon binnen laten,
1 dan waren wij groolendeels van den stank
der grachten af. Nu is Rijnland Leiden niet
onwelwillend, doch het heeft in de eerste
plaats de belangen van zijn ingelanden te
bevorderen.
De verschillende factoren, die de meer of
mindere zuiverheid van de Stadswateren
beheerschen, werden door spr. uitvoerig na
gegaan: inlating, loozing, opwaaiing, enz.
Over de vervuiling sprekend, was hij het
met den heer Van Ommeren eens, dat het
vooral het manege-water is, dat tot den on-
aangenamen reuk der grachten bij draagt;
niet in de eerste plaats verontreinigen de
faecaliën het water. Ook de fabrieken wor
den door het publiek met een te zwarte
kool geteekend.
Overigens he.eft de typisch Leidsche ge
woonte, om hetgeen men kwijt wil wezen,
in de openbare wateren te deponeeren, ook
veel tot de vervuiling bijgedragen.
Komende tot het rioleeringsplan van den
heer Van den Steen van Ommeren, prees
hij dit zeer. Leiden is met dezen op water
staat kundig gebied bekwamen ingenieur
gelukkig geweest.
Hij gaat grotendeels met de opvattingen
van den heer Van Ommeren mee. Ook hij
acht het beslist noodig, dat de rioleering van
het noordelijk gedeelte der stad, met het
Ziekenhuiscomplex inbegrepen, onder han
den wordt genomen. Wanneer dit niet ge
schiedt, zal het daar hopeloos vast loopen.
Dit deel van het plan moet de Raad aan
nemen. Echter zou hij den Gemeenteraad
van latere jaren niet willen binden met ook i
het plan voor de oude stad in principe reeds
vast te leggen.
Eindelijk wraakte hij het in B. en W., dat
zij liet plan tot demping van de Mare aan dit
plan hebben vastgekoppeld. Dit heeft er
niets mee te maken. Alleen zal door deze
demping de toestand in de oude stad nog ver
ergeren, daar de Mare altijd nog iets mede
werkt tot afstrooming in de richting van de
Haarlemmervaart.
Uit het oogpunt van werkverschaffing be
hoeft men de demping niet te ondernemen.
Het is in hoofdzaak grondwerk en daaraan
kan men toch niet ieder werklooze zetten.
Het plan-Van Ommeren laat de Mare dan
ook geheel buiten beschouwing.
Wat de beteekenis van de Mare als ver
keersweg aangaat, men had dan zeker veel
eer het oog moeten richten naar het Leven
daal, hoewel ook aan de demping of over-
wulving daarvan groote bezwaren kleven.
Het is aan de Mare wel eens druk, doch dit
legt veel meer aan de uniformiteit van onze
sociale wetgeving, die het verkeer vooral op
bepaalde tijden druk doet zijn.
Over het schoonheidsargument sprekende,
zeide de heer Krantz, dat juist door demping
der Mare de mooie onderlinge verhoudin
gen van de straat en de gebouwen zal wor
den verbroken. Daardoor zal de Mare leelij-
ker worden. Spr.'s betoog, waarvan wij hier
slechts een schematisch overzicht kunnen
geven, werd ten slotte warm toegejuicht.
Van de gelegenheid tot gedachtenwisse-
ling werd gebruik gemaakt door de heeren
Alt, Planjer, Splinter, Koets, De Goederen,
Schots, prof Eerdmans en mevrouw Alings
van Mels, die allen enkele opmerkingen
maakten of bedenkingen tegen bepaalde on-
derdeelen aanvoerden. De meesten voegden
daaraan echter een dankbetuiging toe aan
de Vereeniging, die deze vergadering had
uitgeschreven, en aan den spreker, die op
zoo uitnemende wijze en met groote kennis
van het vraagstuk in het algemeen en van
de détails het onderwerp had behandeld.
Spr.'s détailkennis kwam vooral uit bij
het debat, waarbij hij elk, ook min of meer
builen het onderwerp slaande punt, bleek te
kennen en in staat te zijn daarover bevre
digende verklaringen te geven.
Er volgde een ware ovatie, toen ten
slotte de voorzitter den heer Krantz dank
bracht voor zijn lezing en daarbij er aan
herinnerde hoe eens de heer Krantz Sr. op
eigen kosten een plan Ier verbetering der
stadsgrachten aanbood, dat de Raad destijds
tot zijn eigen schade en schande afwees.
Democratische Partij.
De afdeeling Leiden van de Democratische
Partij heeft gisteravond in Zomerlust onder
voorzitterschap van den heer A. I. Witmans
Mzn. haar tweede jaarvergadering gehouden.
Na lezing der notulen heeft de secretaris,
de heer L. Weijl het jaarverslag uitgebracht,
waaruit bleek dat in de afdeeling een opge
wekt politiek leven heerscht, alsmede dat het
ledental steeds blijft toenemen.
Uit het financieel verslag bleek, dat on
danks de groote onkosten ter zake van de
gehouden verkiezingen er een batig saldo
was.
Het jaarverslag en het financieel verslag
werden beide goedgekeurd, waarna de com
missie voor het nazien der boeken en be
scheiden van den penningmeester verslag
uitbracht en voorstelde den penningmeester
tc dechargeeren, waartoe werd besloten.
Hierna had een herziening der statuten
plaats in dezen zin, dat de abonnementsprijs
van het orgaan der partij voortaan in de con
tributie zal worden opgenomen en daarover
dus niet als tot dusver, afzonderlijk zal wor
den beschikt. De prijs van het orgaan zal
dan tevens goedkooper zijn.
Tot bestuursleden werden herkozen de hee
ren: A. I. Witmans Mzn; L. Weijl; J. Eb-
bink en mevr. DietrichDe Rooy. Gekozen
werd tot lid van het bestuur de heer C. A.
Milikan.
Bij de rondvraag werd medegedeeld, dat
in dezen winter vermoedelijk nog een open
bare vergadering zal worden belegd, waarin
prof. Heeres als spreker zal optreden.
Gevraagd werd verder hoe de beide raads
leden van de Democratische Partij denken
over de zakelijke belasting op het bedrijf.
De heer Witmans antwoordde, dat hij van
oordeel is, dat deze belasting zoo spoedig
mogelijk behoort te worden afgeschaft. Zij
doet denken aan de patentbelasting, die in
1819 door minister Gogel is ingevoerd, doch
waarvan deze 2 jaar later verklaarde dat het
een monster was. Evenals mevr. Dietrich
zal hij elk voorstel tot afschaffing of vermin
dering dier belasting krachtig steunen.
Hierna werd de vergadering gesloten.
Het Academisch Ziekenhuis.
Het „Handelsblad" verneemt, dat de Mi
nister van Financiën, de heer Colijn, aan
den chef der afdeeling Rijksgebouwen van
zijn Departement ,J. G. E. baron van Lijn
den, opdracht heeft gegeven, om hem binnen
dertig dagen van advies te dienen over de
mogelijkheid het nieuwe Leidsche zieken
huis althans gedurende eenige jaren niet af
te bouwen.
De heer Van Lijnden is, naar het Blad
meent te weten, sinds 1 November met de
uitwerking van die opdracht zelf bezig. Zijn
rapport zal, indien de gestelde mogelijkheid
ontkennend moet worden beantwoord, te
vens aangeven de wijze, waarop afbouw,
ook wat indeeling en benutting van de be
staande ruimten aangaat, wel zal moeten
plaats hebben. Aangezien niet alleen het
Departement van Financiën bij het zieken-
huisvraagstuk te Leiden betrokken is, maar
ook het Departement van O., K. en W. zich
moet kunnen vereenigen met de te vinden
oplossing, is een hoofdambtenaar van laatst
genoemd Departement aan den heer Van
Lijnden toegevoegd.
Zijn wij wèl ingelicht, dan mag worden
verwacht, dat deze Regeering nog een beslis
sing zal nemen, wanneer de heer Van Lijn
den op tijd gereed komt met de hem ver
strekte opdracht, waarvan men de moeilijk
heid pas kan schatten, als men weet, hoe
veel rapporten en adviezen de laatste jaren
al niet aan het vraagstuk zijn gewiji De
Regeering zal haar beslissing ook kunnen
nemen, omdat geen wettelijke voorzieningen
er voor behoeven te worden getroffen. Het
is duidelijk, dat zij nu op een snelle afdoe
ning heeft aangestuurd, om een einde te ma
ken aan de onzekerheid, die reeds zoolang
ten opzichte van den bouw van het Leid
sche ziekenhuis bestond, zeer ten nadeele
van de schatkist*
Gids voor Leiden.
In bewerking is een Gids voor Leiden,
welke zal uitgegeven worden door de firma
D. Y. Alta, te Amsterdam. Deze rijk geïllu
streerde uitgave belooft, naar hetgeen wij er
van zagen zeer goed te zullen worden.
Behalve een voorwoord, zal deze Gids be
vatten bijzonderheden over de slichting, de
geschiedenis en de ontwikkeling van Lei
den voorts alles, wat op het gebied van
handel, industrie, gemeentelijke en particu
liere bedrijven, verkeersmiddelen, onderwijs,
kunsten en wetenschappen, gezondheidszorg
volkshuisvesting en alles, wat van eenig be
lang worde geacht en in een goeden gids als
voorlichter thuis behoort.
De gemeente zal de beschikking krijgen
BINNENLAND.
Opzienwebkende arrestaties van mili*
tairen.
Adres van het Kon. Ned. Landbouw*
comité aan H. M. de Koningin over de!
Staatszorg voor den Landbonw.
De meerderheid der te Gonda gehouden
vergadering van den Bond van Kaasprodu*
centen heeft zich tegen het ontwerp Boter*
en Kaaswet uitgesproken.
Bind van dit jaar of begin van het vol*
gende zal de postchêque- en giro-dienst her*
opend worden.
Het Staatstoezicht op de mijnen en da
arbeidsinspectie.
Met ingang van 1 December is yogx
Zweden geen visum meer noodig.
V
buitenland. 1
De rede van Stresemann in den Dnüschen
Rijksdag.
Moties van wantrouwen in de Duitsché
regeering.
De Belgische Kamer geeft de regeering
een votum van vertrouwen.
over 2500 exemplaren, welke op door B. en
W. te bepalen wijze zullen worden ver
spreid. Het gemeentebestuur heeft dan ook,
evenals de Vereeniging lot Bevordering van
het Vreemdelingenverkeer, volle medewer
king toegezegd tot het welslagen dezer uit-,
gave.
Door de uitgifte van dezen Gids zal onge
twijfeld de belangstelling voor Leiden wor
den gewekt. Daar hij in veler handen komen
zal, zullen zeer zeker tal van firma's ge-,
bruik maken van de gelegenheid tot reclame
Bij Kon. besluit is benoemd lot ridder
in de orde van Oranje-Nassau de heer H. J«
Molema, landmeter van het kadaster, alhier,
wien met ingang van 1 Januari a.s. op zijn
verzoek eervol ontslag is verleend, met
dankbetuiging.
Voorts is, mede met dankbetuiging, tegen
dien datum eervol ontslag verleend aan de
heer J. J. Blom, alhier, en aan den heer A.
van Maaren, alhier, boekhouder van het
kadaster,
Geslaagd zijn voor het examen boek"
houden, handelsrekenen en handelsrecht,
afgenomen door de Federatie van Accoun
tants te Utrecht, de dames Stine van Noord
en N. Pel. alhier.
Het bestuur van de kort te voren op
gerichte afdeeling Leiden van het Dietsch'
Studenten-Verbond is als volgt samenge
steld: de heeren Th. van der Laan, voorzit
ter; C. J. H. Verhoeff, onder-voorzitter; A<
J. G. Belinfante, secretaris; J. G. W. Lek-
kerkerker, penningmeester, en mej. N. van
Mastenbroek, commissaresse.
De gisteren alhier langs de huizen ge
houden collecte vanwege het R.-K. Huis
vestingscomité voor den nood in Duitsch-
land heeft f 759.84 opgebracht.
Van 26 November tot en met 6 Decem
ber zullen de winkels van vijf uur 's morgens
tot elf uur 's avonds geopend mogen zijn.
- Met vele andere genoodigden hebben
wij gistermiddag een voorstelling bijge
woond van do twee-weekschc seriefilm
„Sodom en Gomorrha", welke vanaf heden
avond wordt vertoond in het Casino-theater.
Deze geheel moderne geschiedenis is be
werkt naar het motief van de verwoesting
van Sodom en Gomorrha.
Mary Conway, de hoofdpersoon uit het
drama, is na een leven van overdadige luxe
tot armoede geraakt, doch kan van het vroe
gere milieu geen afstand doen. Een jongd
beeldhouwer, Harry Lighton, dien zij lief
heeft en die wederkeerig ook haar bemint,
wordt in den steek gelaten, waarna zij zich
gaat verloven met een ouden financier,
oud, doch schatrijk. Geweldig van omvang,
verbijsterend van weelde en glans zijn de
feesten die ter gelegenheid daarvan wor
den gevierd, en de zoon van den financier,
opgevoed door een jong priester, die juist
naar huis is teruggekeerd, raakt er door in
de war. Die champagne-fuiven, die wereld
van lichtzinnige vreugde zijn voor hem iets
ongekends en maar al te spoedig vliegt hij
in het net van intriges, dat door de verloofde
van zijn vader is uitgezet. Een rendez-vous
wordt vastgesteld.... Dan echter komt dö
priester. Hij weet dat de beeldhouwer zicli
ernstig heeft verwond uit wanhoop, hij
weet dat Mary Conway slechts eigen belang