No. 19541. DINSDAG 20 NOVEMBER Anno 1923 Officieele Kennisgeving. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. RESTAURANT „SUISSE". Hedenavond en Morgenavond HEIN RAVEN Conférencier, Cabaretier, Cbansonnier. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER AD VERTE NïIENi 80 Cts. per regel. Bi) regelabonnement belangrijk lageren prijs. Kleine Advertentiën, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en Zaterdags 60 Cts., bij een maximum aantal woorden van 30. j Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven '30 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts. E- - Bureau Noordelndspleln ÏRlefoonnummert voor Directie en Administratie 175 Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: yoor Leiden per 8 maanden 8.85, per week teVefMM va It 0 .18,1 Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.13, Franco per post ƒ2.85 4- portokosten. Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen EERSTE BLAD. GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP. Aan den gemeentelijken vischwinkel, iVischmarkt 18 (telef. 1225) is WOENSDAG Verkrijgbaar: WIJTING a f0.11, SCHEL- VISCH a f 0.20—f 0.33, SCHOL a f0.21, KABELJAUW a f 0.44, TARBOT a f 0.66 en JONG ail.per pond. N. C. DE GIJSELAAR, Burgem. i Leiden, 20 November 1923. De nieuwe lijn LeidenDen HaagScheve- ningen van de N. Z. H. T. M. Reeds meermalen hebben wij, ten einde aan de belangstelling van onze lezers te ge- moet te komen, een en ander meegedeeld over de in aanleg zijnde electrische tramlijn LeidenDen Haag—-Sgheveningen, waarbij wij ons in hoofdzaak moesten bepalen tot werkzaamheden in en in de nabijheid /an onze gemeente. Op uitnoodiging van den Directeur van de Maatschappij, ir. Burgersdijk, hebben wij met eenige collega's gisteren deze tramlijn in oogenschouw kunnen nemen, zoodat wij thans in staat zijn er iets meer van te kun nen vertellen. 's Middags circa één uur werden wij door 'den Directeur, die vergezeld was van ir. Modderman, in het station S. S. te 's-Gra- venhage ontvangen en stonden auto's gereed om ons langs de lijn te voeren, waarbij wij zouden kunnen rekenen op de welwillende inlichtingen van de heeren Burgersdijk en Modderman, terwijl vooraf de heer B. aan do hand van een situatie -kaart den aanwezi gen een denkbeeld gaf van de beteekenis der nieuwe, zeer kostbare lijn. Aan de hand van deze mededeelingen, aangevuld met uit eigen aanschouwing waargenomen feilen, kunnen wij thans van de eerlang ie openen lijn onzen lezers het volgende meedeelen Voorop gesteld moet worden, dat al de lij nen van de N. Z. H., E. S. M. en M.. E. T. en in de toekomst ook de Staatsspoorlijn Den HaagScheveningen, samenhangen. Deze drie Maatschappijen waren vrij wel dochter-maatschappijen van de H. IJ. S. M. Toen nu de beide Spoorweg-Mij.'en S. S. en H. IJ. S. M. een belangengemeen schap met elkaar sloten en daardoor de S. S. hot medebezit verkreeg, lag het voor de hand dat de Staatsspoortram Den HaagScheve- pingen ook in de combinatie werd opgeno men. De N. Z. H. was langzamerhand in 't bezit gekomen van de meeste aandeelen van de niet bijzonder goed floreerende Maat schappij tot Exploitatie van Tramwegen (M. E- T.), en toen nu van verschillende zijden plannen gemaakt werden, om een electri sche lijn Den HaagVoorburg te bouwen, Welke een belangrijk deel der inkomsten van de eenig overgebleven lijn Den Haag Leiden zou wegnemen en haar bestaan ge heel ondermijnen, zou de eenige uitkomst Zijn vóór die verbinding tusschen Den Haag en Voorburg kwam, de eleclrificatie van Leiden naar Den Haag ter hand te nemen. En dan zou door de belangengemeenschap /an de S. S. met de II. IJ. S. M. tegelijk de Slaatsspoor-tram Den Haag—Scheveningen daarin kunnen worden opgenonxm en kreeg men dus de lijn LeidenDen HaagSche veningen. De exploitatie daarvan werd op gedragen aan de N. Z. H. Deze zou echter boven hare krachten gaan, indien niet de J moeder-mij., de Maatschappij der Ned. twee ventilators Spoorwegen, er haar schouders onderzette. Waarom deed zij dat Voor het zeer aanzienlijke lokale verkeer lusschen Leiden en Den Haag moet de Holl. Spoor vele locaal-treinljes op dit traject la ten ioopen. Hierdoor wordt deze lijn zoodanig bezet, flat het inleggen van meerdere sneltreinen tusschen Amsterdam, Den Haag en Rotter dam zeer bezwaarlijk wordt. Wil de Holl. Spoor deze hoofdlijn op den duur naar be- hooren kunnen blijven bedienen, dan zal het derhalve noodig zijn, dat zij zoo weinig mogelijk hinder van het door de meerdere halten steeds langzamer lokale verkeer ondervindt. Dit kon gevonden worden door op die lijngedeelten, waar een groot lokaal verkeer bestaat, vier sporen aan te brengen, twee voor doorgaande en twee voor lokale treinen; maar ook, door het lokale verkeer langs een geheel andere lijn te voeren. Deze laatste oplossing nu werd hier ge kozen. Maar nu stond ook vast, dat de tramlijn Den HaagLeiden moest worden fieëiectrificeerd. De tusschen gelegen ge meenten: Voorschoten, Veur, Leidschendam -en Voorburg, werden daardoor gebaat. Bo vendien zou de lijn in Leiden en in 's-Gra- Venhage worden doorgetrokken, waardoor pet verkeer voor beide plaatsen zeer zou Worden gediend. 'a Holl. Spoor zal door de nieuwe tram lijn, ZOO opgevat, een deel van haar op brengsten derven; zij bespaart zich daar tegenover ook de onkosten van afzonderlijke lokaaltreintjes en schept zich de mogelijk- muV.aaL'doorgaand verkeer ongehinderd yt ia breiden, waaruit ook winsten zullen voortvloeien, terwijl zij van de voordeelen, die uit het vermeerderde lokale verkeer van de nieuwe electrische tram voortvloeien, haar deel door het aandeelenbezit terug ontvangt. Zóó gezien is de nieuwe electrische lijn ook in het economisch belang der Holl. Spoorweg-Mij. Uit de omstandigheid, dat de nieuwe tramlijn het directe lokale verkeer van de Holl. Sp .tusschen Leiden en Den Haag groo- tendeels zou overnemen, vloeide de redelijke eisch voort, dat de duur van den rit niet te lang mocht wezen (hoogstens 40 min. en een ongestoorde exploitatie moest zijn ge waarborgd. De richting van de beslaande stoom tram dat weten wij in Leiden well kon die ongestoordheid niet waarborgen. Tusschen Leiden en "„De Vink" gaat zij immers al over twee draaibruggen, en kruist eenmaal den spoorweg Leiden Woerden. Voorts volgt zij bijna geheel den bochtigen straatweg, die geen grootere snel heid dan 20 K.M. gedoogt De nieuwe tram zal, op een enkele uit zondering na, langs den koristen weg op eigen haan van plaats tot plaats gaan; op een enkele uitzondering na steeds met dub bel spoor. De tram zal zeer weinig stations aandoen, in hoofdzaak ingericht zijn op personenvervoer eD zeer weinig bagage ver voeren, nl. alleen voer afstanden tusschen twee vaste punten, en dan slechts met be paalde treinen. Men denke aan het vervoer van goederen van de Goud- en Zilver- fabriek voorheen Van Kempen, naar Den Haag en omgekeerd, en van bagage uit Scheveningen, dat men haast zou kunnen beschouwen als een complex hotels, waar voor het van belang is, dat koffers en man den kunnen ontvangen en verzonden wor den per tram. Voor zware vrachten, welke bovendien soms ver van de stations zijn verwijderd, kan men zich beter van vrachtauto's be dienen. Men zal den dienst als het ware kunnen onderscheiden in een lokaaldienst lusschen ScheveningenVoorburg, en den dienst ScheveningenLelden. Het voornemen is om voor Schevcningen- Voorburg een vijl-minulen-dienst in te stel len en voor Schcveningen-Leiden een vijf- tien-minuten-diensl. Aanvankelijk zal ech ter worden volstaan met een dienst resp. van tien en dertig minuten. Ook beslaat het plan sommige trams rechtstreeks zonder overstappen te Leiden van Scheveningen naar Katwijk en. naar Noordwijk te doen doortoopen. De van en naar Katwijk loopende trams zullen ook vrachtgoederen vervoeren. Dit acht de di rectie vooral in den winter wel van be lang. In den badtijd verwacht zij succes van doorloopende trams naar Scheveningen en Noordwijk-aan-Zee en omgekeerd. Het rollend materiaal is betrokken uit een der beste fabrieken in Hongarije. De direc tie zou, wanneer de prijzen niet meer dan 20 30 pet. hadden verschild, nog wel de Nederlandsche industrie begunstigd hebben, maar nu de prijzen in verband met de lage valuta ongeveer 50 pcL versohilden, mocht zij in het belang der exploitatie daartoe niet besluiten. De wagons bestaan uit twee typen. De grootste hebben een lengte van 16 Meter, de kleinere zijn 12.80 Meter lang. Beide heb ben een breedte van 2.30 Meter en worden onderscheiden in motor en aanhangwagens. Er kunnen in de wagons 70 en 65 personen plaats nemen. De ingangen (twee) zijn in het midden. Op het balcon van 3 Meter lengte, waarop alleen mag worden gerookt, bevinden zich ook zitplaatsen. In het ge heel kunnen daar tien personen plaats ne men. De zittingen zijn van rottan en zeer gemakkelijk ingericht. Elke wagon bevat De wagons worden in den winter ver warmd en de ramen kunnen op gemakke lijke wijze tot zeker punt worden neerge laten Te Leiden zullen de trams de rails der stadstram volgen. In het eerst zal het onge twijfeld een eigenaardigen indruk maken, al deze zware, groote wagens door de stad te zien rijden. De reis van Leiden, Station tot Scheveningen. zal ongeveer veertig mi nuien duren. De tarieven zullen vrijwel overeenkomen met die van het lokaal spoor wegverkeer. Wij hebben per auto zooveel doenlijk de tramlijn gevolgd. Hier en daar zijn aan weerszijden van de dubbeispoorbaan hees ters geplant, die, wanneer zij uitgegroeid zijn, een aardig aspect zullen opleveren. Behalve in de gemeente Leiden zijn de electrische masten van beton vervaardigd. Deze maken door het meer forsche voorko men een aangenamer indruk dan de ijzeren palen Beton is bovendien voordeeliger in onderhoud, daar de ijzeren palen, vooral in de nabijheid der zee, ten gevolge van den zouten aanslag, waardoor roest ontstaat, herhaaldelijk moeten worden geverfd. De bruggen, dia noodig waren, zijn zeer slerk gehouwd. De Leidenaars kunnen zich daarvah overtuigen door eens een kijkje te nemen bij de Lammebrug. Over de doorbraak hoek BreestraatLe vendaal, welke een nogal kostbaar werk is, behoeven wij hier niet veel te zeggen. Wij zien den toestand daar geleidelijk ontstaan. De aangename samenwerking met de ge meente Leiden voor de uitvoering van dit plan, werd zeer geroemd door den heer Bur gersdijk, die er ach in-verheugde, dat dit plan, zoowel voot de tramlijn, als uit een stadsverkeersoogpünt, niet alleen doelmatig, maar ook.schoon zal blijken te zijn. Ten slotte hebben wij de groote, 135 Meter lange en vijf sporen breede remise op het terrein van het emplacement der Haarlem- sche tram ten Westen van „Zomerzorg" be zichtigd met de daaraan verbonden kantoren en werkplaatsen, een groot en groolsch ge bouw, dat de bestaande remise te Rijnsburg zal vervangen en nog voor uitbreiding vat baar is. De aanleg van dezen op zeer royale wijze uitgevoerden tramaanleg zal wel een aardig duitje kosten, waagden wij te vragen, te meer, waar daarvoor ook verscheidene ter reinen en gebouwen moesten worden ont eigend? De heer Burgersdijk knikte bevestigend, doch noemde ons het cijfer niet De plannen werden reeds opgevat in 1914 ware de oorlog niet tusschenbeide gekomen, zeker zouden de kosten veel minder groot geweest zijn. En wanneer zullen wij nu met uw mooie nieuwe trams kunnen rijden? vroegen wij ten slotte. U hebt immers zelf al een paar maal het begin van Januari genoemd? was het ant woord eii wij hopen, dat u niet al te voor barig zijt geweest. Wij leven echter in zoo'n onzekeren tijd, dat nog niet met zekerheid kan worden gezegd wanneer alle leveringen zijn geschied. Daarop moet dan nog de elec trische uitrusting der rijtuigen volgen. Wij betrekken den electrischen stroom uit twee bronnen, de Centrale te Leiden en die te 's-Gravenhage. Met Leiden zijn wij reeds verbonden en zoo zal de tram. die tot aan Veur door den Leidschen stroom wordt ge voed, wellicht begin Januari al kunnen Ioo pen, terwijl de opening der geheele lijn den kelijk in Februari en Maart mag worden verwacht. Met de hoop, dat de directie niet in deze verwachting mocht worden beschaamd en haar veel succes voor deze groolsche onder neming toewenschend, namen wij afscheid van de heeren Burgersdijk en Modderman, die ons alle gevraagde en ongevraagde in lichtingen verstrekten. Mogen onze lezers met evenveel belang stelling van deze beschrijving kennis ne men, als "wij van de persoonlijke mededee lingen, al werden deze ons ook onder gure herfstvlagen verstrektl Oskar Walzel. Voor de afdeeling Leiden en Omstreken der Nederlandsch-Duilsch Vereeniging hield gisteravond Geh. prof. dr. Oskar Wal2el, van de Universiteit te Bonn, een voordracht over „Deutsches Geistesleben seit Goethe". De gewon? indeeling der Duilsche litera tuurgeschiedenis, in een periode van het klassicisme, de romantiek, het Jonge Duitsch land enz. bevredigt niet, omdat zij eigenlijk weinig zegt, aldus ving spr. aan. In plaats daarvan wenschte spr. de dragers der Duit- sche literatuur te onderscheiden naar drie tvpen: n.i. naar de naturen, die behoefte gevoelen, een zedelijk waarde-oordeel uit te spreken; naar dezulken, die opgaan in de „natuur", en naar hen, die het materialisme huldigen. De eersten zijn de zedelijke idea listen, dan volgen de pantheisten en einde lijk de materialisten, een indeeling dus naar de levensbeschouwing. Op wijsgeerig gebied behooren tot het eerste type Kant en Fich- ter, tot het tweede Hegel en Schelling, tot het derde de Fransche encyclopaedisten, Comle en de Duilsche materialisten o.a. Feuerbach. Reeds Schiller en Goethe vormen, van dit standpunt bezien, een tegenstelling: Schiller belijdt een zedelijk idealisme, Goethe is pantheïst. Reeds in Schillers „Rauber" wordt een zedelijk oordeel geveld Karl Moor draagt vele trekken van den schrijver zelf, zijn tegenhanger is Franz, toch wordt ook over Karl de staf gebroken. Goethe daar entegen ging het tegen de natuur zijn tragi sche figuren te oordeelen, hij toont zich af- keerig van de antithese goed of slecht; even min als hij een figuur als Kart Moor had kunnen scheppen, zou hij in staat zijn ge weest, een booswicht van het slag van Ma- rinelli in Lessings „Emilia Galotti" ten too- neele te brengen. Als voorbeeld van een tra gische figuur naar Goethe's opvatting wordt op Ciavigo gewezen, Goethe wil niet oordee len, maar tracht te begrijpen en elk karakter zijn eigen recht te doen wedervaren. Scho penhauer zag de hoogste tragiek in den on dergang van karakters zonder slechte be doelingen. Deze opvatting beheerschte den vorm van het drama voor den naastvolgen den tijd, het slechte werd aesthetisch on bruikbaar geacht; zoo oordeelde o.a. Hebbel, in wiens drama's ieder krachtens zijn karak ter gelijk heeft en voor een absolute zede lijkheid geen plaats is. Bij Hebbel worden alle konfliklen omgezet in historische be grippen, in zijn drama „Gijges und sein Ring" gaan Kandaules en Rhodope beiden te gronde. Een dergelijk ethisch indifferen tisme vindt men eveneens bij drama's van Gerh. Hauptmann als „Michael Kramer" en Kaiser Karls Geisel" minder nog in de „Weber". Met G. Hauptmann is het uiter ste in deze richting der tragiek van het al les begrijpen bereikt, dat het karakter van sophisüek aanneemt. Dit alles kan als kunst zeer belangrijk zijn, zooals Gottfr. Keiler door zijn werken bewijst, bij wien alleen een zedelijk oordeel gevoeld wordt over het onechte, over den Farizeëer, het ondubbelzinnigst in zijn novelle „Die drel gerechten Kammacher". Nog verder gaat het materialisme van de tweede helft der 19e eeuw, dat ook een tijdlang bij Keiler onder den invloed van Feuerbach een rol gespeeld heeft, en ten slotte voert tot de opvatting „der Mensch ist was er iszt". Daaronder moet de dichterlijke phanlasie lijden. Een ander gevaar voor echte kunst lag in het impressionisme, dat geene dingen erkende doch slechts verschijnselen, slechts indruk ken onzer zintuigen, noodlottig vooral voor poëzie, de kunst van het woord. Bij Goethe vindt men hoogstens een en kel spoor daarvan in zijn lyriek, maar Goethe, voor wien natuur nog iets was, dat achter de verschijnselen ligt, vormt een groot contrast met een impressionist als Joh. Schlaf; daar hij het ding niet erkent wordt het substantief zooveel mogelijk ver bannen en alles in beweging omgezet, waarvoor het werkwoord de uitdrukking vormt. Het impressionisme heeft de juist heid van onmiddellijke wedergave tot een groote hoogte opgevoerd. Maar dit hoogte punt eenmaal bereikt zijnde, moest vanzelf de zwakke zijde der richting aan het licht treden en tot een terugslag leiden het werd verdrongen door het expressionisme. Langs dezelfde lijn verloopt de ontwikke ling van het geestelijk leven op zedelijk ge bied. Hasenclever's drama's scheiden weder zwart en wit, zij zijn voorbeelden van een nieuwe' zedelijk gekleurde poëzie. Met ex pressionisme in de Duitsche literatuur heeft de oogen weder geopend voor een an dere beoordeehng dan die aan welke men gewend was. Het toont een duidelijke terug keer tot Schiller, en hand in hand daar mede een anderen kijk op de oudere kunst, in Sophokles' „Anligone" is het Anligono die gelijk heelt, evenzuo ziet men in Sha kespeare's drama's weder goede of slechte karakters. Eenigszins Op zichzelf slaan Nietzsche en Schopenhauer, de eerste is nipt zoozeer de verkondiger van den gewelddadigen, dan wel de kampioen voor den veredelden mensch en Schopenhauer's elhiek is die van het medelijden. Een moderne dichter van het medelijden, niet alleen met den mensch, maar ook met het dier, ja met levenlooze voorwerpen is Franz Werfel, te Praag. Ook Stephan George tracht naar verede ling en vindt geestdriftige vereerders. Men pleegt tegenwoordig wet eens van een West- duitsche en een Oostduitsche richting in de literatuur te spreken, de eerste wordt ver bonden de naam van Stephan George, met de tweede die van Werfel. De kring van George zoude naar revanche streven, de vereerders van Werfel de vredesgedachte willen verwezenlijken. Doch dit zijn slechts formules. Eerder kan men bij Werfel van een neiging tot wereldverzaking spreken. Als de meestbelovende dichter der toekomst noemt spr. Fr. von Unruh, die de verschrik kingen van den oorlog heeft doorleefd („Vor der Entscheiding"), en geroepen schijnt de profeet van een nieuw positief ideaal te zul len worden. Of> wijsgeerig gebied wordt vooral gewe zen op Edm. Husserl, die in zijn „logische Untersuchungen" het psychologische be strijdt. De rede, die op bevattelijke wijze een hel der inzicht gegeven heeft in het verloop van het Duilsche geestelijk leven sedert Goethe, muntte uit door den meesterlijken vorm waarin zij uitgesproken werd. Spre ker heeft zijn gehoor van het begin tot het einde welen te boelen. Feestavond Leidsche Burgerwacht. Hier kon nu in den waren zin van het woord gesproken worden van „een huis vol menschen"De feestelijke bijeenkomst, gehouden ter gelegenheid van het vijfjarig beslaan van de Leidsche Burgerwacht, trok zooveel belangstelling, dat de groote zaal nauwelijks aan de vele honderden een zit- plaatsje kon bieden. Het feit, dat de heer en mevrouw Clinge Doorenbos dezen avond hun medewerking zouden verleenen zal daaraan wel niet vreemd zijn geweest Voor dpn voorzitter, mr. P. A. Pijnacker Hordijk, was die groote opkomst een voldoe ning, zooals hij verklaarde in zijn openings rede, (oen hij allen hartelijk welkom heette en wel in het bijzonder de hooge gasten, na melijk den burgemeester en diens echtge- noote, den luitenant-generaal De Block, den vice-admiraal Hecking Colenbrander, den garnizoenscommandant, den commandant van het 4e regiment infanterie, den com missaris van politie, en de commandanten en bestuurderen van diverse burgerwachten. Spreker memoreerde thans de oprichting van de Leidsche Burgerwacht. Het was, zoo zeide hij, in de woelige Novemberdagen van 1918, dat burgemeester De Gijselaar het ini tiatief nam lot de oprichting van een bur gerwacht hier ter stede. Daarvoor richtte hij zich tot den heer Steyns, die de opdracht aanvaardde. Weldra werd een vergadering belegd en met medewerking van de Leidsche studenten traden 80 leden toe. Den volgen den dag vond andermaal een vergadering plaats, thans in de socieleit „Minerva", en hel gevolg was dat men toen reeds tot be- eediging van honderd leden kon overgaan. Met het oefenen werd ook direct een aan vang gemaakt. Het was aanvankelijk de be doeling, dat de burgerwacht voer één jaar in het leven zou worden geroepen. Doch spoedig bleek de noodzakelijkheid eener sterke organisatie, ook in de toekomst, en BINNENLAND. Mededeelingen omtrent de nieuwe tram* lijn LeidenDen Haag. _De Koninklijke Familie is heden nit Het Loo teruggekomen in Den Haag, om daai Haar winterverblijf te vestigen. De heeren Tan der Voort van Zijp en Snoeck Henkemans over de Vlootwet en dé crisis. De Minister van Kolonién heeit een com missie ingesteld betreffende de regeling van de belastingheffing in Ned.-Indi{ van naam!, vennootschappen en andere rechtspersonen. De staking in de Honthaven te Amsterdam is opgeheven. Frans Netscher is te Haarlem overleden, BUITENLAND. Overeenstemming in den Gezantenraad over de militaire controle in Doitschland. De vroegere Saksische minister Zeignei aangeklaagd wegens omkoopbaarheid. De verkiezingscampagne in Engeland. k RECLAME. 3908 ziet momenteel herdenkt de Leidsche Burgerwacht alreeds haar vijfjarig bestaan, met een ledental van moer dan duizend, waarvan ruim 760 gewapenden. De geest onder de leden is uitstekend; stuk voor stuk hebben zij alles voor de burgerwacht over. De scherpschutters behooren tot de besten in den lande en op alle wedstrijden, waar aan zij deelnamen, werden prijzen bekaaid, Men denke slechts aan Amsterdam, Den Haag, Katwijk, enz. De burgerwacht geniet de sympathie van een belangrijk deel der Leidsche bevolking en heeft tot dusver zoo* danigen financieeien steun van haar ont vangen dat het onnoodig was bij de ge* meente aan te kloppen om subsidie. Die groote medewerking doet ons de toekomst met vertrouwen en vol goede verwachtingen tegemoet zien. De Leidsche Burgerwacht is een goed georganiseerde burgerwacht, en ik durf, aldus spreker, het vertrouwen uitspre ken, dat zij absoluut berekend zal blijken te zijn voor haar, taak indien een daadwer kelijk optreden noodig mocht worden. In de eerste plaats is dit te danken aan de leden, door hun liefde voor de burger wacht en hun groote animo bij de wedstrij den en verder ook aan den burgemeester, den garnizoenscommandant en vele anderen Doch vóór allen komt toch dank toe aan den commandant, den heer Steyns. De bur gemeester had geen betere keus kunnen doen. Vooral door het enorme organisatie vermogen van den heer Steyns, dien3 groote tact om mol de menschen om te gaan is de Leidsche Burgerwacht uitgegroeid tot de sterke organisatie van thans. Namens alle leden betuigde de voorzitter hiervoor op rechten dank, waarna hij den heer Steyns uit naam van het bestuur, ais blijk van waardeering een krans aanbood. Spreker opende hiermede de vergadering en gaf hef woord aan een der leden den heer J. van Leeuwen, die na eenige hartelijke bewoor dingen, den commandant eveneens eeD kran9 overhandigdetoen onverwachts daverden eenige geweerschoten door dg zaal., schetterende fanfares weerklonken.. Heel in 't kort betuigde de heer Steyns zijn dank voor de hem gebrachte hulde. Hij noemde dit een der aangenaamste verras singen, hem ooit te beurt gevallen en ver klaarde steeds zijn beste krachten te zullen blijven geven in het belang van de Leidsche Burgerwacht. Het muziekgezelschap „Orpheus" speelde nu zeer verdienstelijk eenige nummers, waaronder natuurlijk de Burgerwacht- marsch, terwijl daarna de voorzitter mede- deeling deed dat aan H. M. de Koningin een telegram was gezonden, waarin uiling werd gegeven aan de verknochtheid aan het Huis van Oranje. Hierop was het volgende ant woord ontvangen: „Ilare Majesteit dankt al* len vriendelijk voor de gevoelens, verlolkf door Uw telegram". De muziek zette nu het Wilhelmus in, waarvan het eerste couplet door de aanwe zigen werd medegezongen. En dan was het woord aan de overige medewerkers op dezen avond, namelijk de heer en mevrouw Clinge Doorenbos en de heeren Van Gennep en Schollen, die met zeer veel succes hun le vensliedjes, e.a. zongen. Voor wie het luidst en het meest is geapplaudisseerd.... wij zouden het niet durven zeggen. Feit is, daf de aanwezigen zich zeer tevreden toonde!, en daaraan op overduidelijke wijze uiting

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 1