Haagsche Schetsen.
No> 10521.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 27 October.
Tweede Blad. Anno 1923,
De Roofridderholen van Parijs.
BRIEVEN UIT BERLIJN
p BUITENL. WEEKOVERZICHT.
Het allerbelangrijkste van de overzichts-
periode door ons te verwerken, lijkt ons wel
dat er weer beweging is gekomen op het
groote speeltooneel der algemeene politiek.
De gang van zaken is van zoodanigen aard
gebleken, dat Engeland niet langer roerloos
blijven kon. In hoeverre Smuts daaraan
debet staat? Gezien toch diens zeer scherp
en duidelijk gestelde rede en hoe hem de
eer werd gelaten, om het eerst melding te
maken van de plannen, aan welker uitwer
king men is begonnen, durven we toch ver
onderstellen, dat hij niet geheel daarbuiten
staat. Gelijk reeds gezegd, was de rede van
Smuts van zoodanige duidelijkheid, dat alle
commentaar verder overbodig is geworden,
't Zou o i. nog zoo verkeerd niet zijn, wan
neer altijd zoo duidelijk werd gesproken
en reeds vroeger was gesproken. Want
het plan, door Engeland thans aanhangig
gemaakt, is feitelijk niet nieuw, slechts een
opwarming van wat vroeger is geweigerd.
Is in December van het vorig jaar, dus
reeds voor de rampzalige Roerbezetting en
alles wat daarmee samenhangt, niet de idee
opgeworpen van een groote economische
conferentie, waarbij het geheele herstel-
vraagstuk opnieuw volledig onder de oogen
zou worden gezien? 't Is de idee Hughes.
Maar Frankrijk wilde er niets van weten;
Marianne zou het zaakje desnoods zelf al
leen wel opknappen. Nu alleen België
telt bijkans niet mee heeft Frankrijk ge
handeld, maar opgeknapt heeft het niets,
Integendeel, de wereldorde Is er verder door
bedorven dan ooit. De Roer werd bezet, wat
Smuts durfde noemen: het maken van het
Vredesverdrag van Versailles tot een vodje
papier, 't Is dezelfde idee Hughes, die Bald-
Win, zooals gebleken is uit de publicatie
der tusschen Amerika en Engeland gewis
selde documenten en uit zijn rede te Ply
mouth, nu nog eens tot uitvoering tracht te
brengen. Men maakt het Frankrijk zelfs
zoo aanlokkelijk mogelijk door desnoods de
conferentie te stellen onder leiding van de
Commissie van Herstel, waaraan Marianne
zich vast heeft geklemd en door de beslui-
Ien van slechts adviseerende waarde te ma
len, terwijl bovendien is vastgelegd, dal
geenszins een sparen van Duitschland voor
zit. Amerika wil gaarne meedoen mits
alle Europeesche belanghebbenden dit vra
gen, dus ook Frankrijk. Zal Marianne nu
.Willen ,wat zij ongeveer een jaar geleden
weigerde? Men kan zeggen, dat algemeen
de publieke opinie aan de zijde van het plan
staat, dat er geen twijfel mogelijk is, of
Italië, de kleine entente en zelfs België voe
len er voor, zoodat bij weigering Frankrijk
geïsoleerd zal staan, iets, wat toch niet ge
heel uit het oog is te verliezen, maar niet
temin aarzelen we. Komt de conferentie er
en geeft zij adviezen, dan lijkt ons de strek
king daarvan niet aan twijfel onderhevig:
Verlaging der Duitsche betalingsschuld en
daarnevens: mogelijk maken van betaling,
w. z. ontruiming van het pand, dat Roer
gebied heet. En al zijn het dan maar advie
zen, ontrek ie daaraan daji eens geheel. In
het geval van zoo'n conferentie dreigt Ma-
jrianne per slot van rekening toch alleen te
zullen blijven. Geïsoleerd voor de confe
rentie of na de conferentie, die keus valt
p.l. uit ten gunste van het eerste.
Alleen wanneer het doorgaan der confè-
rentie in ieder geval was verzekerd, ook
buiten Frankrijk om waarop Smuts wel
zinspeelde, maar dat niet is bevestigd
zou het tweede ongetwijfeld in aanmerking
komen, want dan bleef er immers tijd over,
om een of ander voorwendsel te vinden
waarin Poincaré zich een genie heeft ge
toond, maar die zekerheid is er nog niet.
Amerika aarzelt toch in geval van een
Fransche weigering en ook Baldwin sprak
niet van een eigen politiek in dat onver
hoopt geval.
Aan pressie op Marianne ontbreekt het
overigens niet. Het feit, dat Amerika de
kwestie der intergeallieerde schulden, streng
gescheiden wil houden, behoort zelfs eenig9
zins daartoe, naar het ons wil voorkomen.
Mogelijk zal Frankrijk, zij het met tegen
zin, daarom toch nog toegeven.
De tijd. we wezen er reeds vaker op,
schijnt echter voor Marianne te werken.
Onheilspellend wordt de situatie in Duitsch
land, waar de ontbinding onvermoeid voort
woekert aan alle zijden en op elk terrein:
politiek, economisch en financieel.
Financieel en economisch behoeven we
slechts weinig te zeggen. Een milliard mark
voor nog geen 3 ct., dat behoeft niet verder
te worden toegelicht. En de steden begint
het aan voedsel te ontbreken, daar de boeren
weigeren hun waren af te geven tegen de
(Nadruk verboden).
Ik zag eens een allerliefst klein meisje,
zoo ongeveer van een jaar of drie. Het had
blijkbaar de grootste pret in haar spel. en
zooals het er uitzag, met de blonde krullen,
de blauwe oogen en den lachenden mond,
kon men zich onmogelijk iemand voorstel
len, die het dat kindergeluk zou willen ont
nemen. De lichte kleeding was in overeen
stemming met het persoonlijkheidje: een
toonbeeld van onbezorgdheid en onverstoor
bare levensvreugd! kind droeg om de
mouw van het witte manteltje eenrouw
band! Treurige tegenstellingl Ik vroeg mij
zelf af, wat "de bedoeling kon zijn van dat
uiterlijk leeken bij dat kind. Was het om
aandacht te trekken en medelijden te wek
ken, dan werd dat doel ten volle bereikt; ge
tuige de opmerking, die uit enkele monden te
Vernemen en op aller gezichten te lezen was:
„Die stumperdl Zeker een. van haar ouders
.verloren." Zij zelve bemerkte niets van die
belangstelling; zij ging te veel op in haar
speelgoed, om te bespeuren, dat de voorbij
gangers deelden in het leed, dat haar getrof
fen had, doch niet tot haar doorgedrongen
Svas.
In het algemeen verbaas ik mij altijd over
de behoefte van sommige menschen, om op
die manier te koop te loopen met' het over
lijden van een familielid. Ik erger er mij
Vooral aan, indien, zooal9 maar al te dik
huidige marken. Gevolg plunderingen door
het heele rijk.' De verhoudingen tusschen de
loonen en het wettig betaalmiddel zijn niet
meer bij te houden, zoodat stakingen even
eens aan de orde van den dag zijn.
En te midden van dit alles probeeren de
communisten hun slag te slaan, zooals b.v.
te Hamburg, maar hun pogen heeft daar
gefaald.
Het ergste evenwel is op dit moment de
politieke ontbinding, die de Duitsche een
heid ernstig bedreigt Beieren heeft zich
feitelijk aan alle regeeringsgezag onttrok
ken door de rijksweer geheel aan zich te
trekken en tot bevelhebber te benoemen
den door de rijksregeering ontslagen gene
raal von Lossow. Opgetreden is de rijks
regeering niet tegenover Beieren, wel tegen
over Saksen, waar de rijksweer is versterkt
uit voorzorg voor een soort Putsch van
uiterst links, 't Wil ons voorkomen, dat
het optreden in Saksen zeer groote gevaren
in zich brengt, hoewel het daar z. g.
rustig is.
En om de kroon te zetten op dit alles, in
Rijnland is losgebarsten de separatistische
beweging, die we onder Franschen invloed
gestadig zagen groeien, 't Begon echter in
de Belgische zone maar uit Parijs was
een dag tevoren al aangekondigd, wat er
gebeuren zou. Trots allen steun der Fran
schen en ook van de Belgen schijnt de zaak
der republiek Rijnland evenwel een mis
lukking te zullen worden daar deze niet
wortelt in het gemoed van de bevolking. De
verwarring wordt er niettemin heel wat
grooter door in het bezette gebied, waar de
Franschen er niet in slaagden met de in-
dustrieelen tot overeenstemming te komen,
zoodat al geheele sluiting voor de deur slaat
met als gevolg: honger, gebrek, etc.
(Van onzen Parijschen Correspondent).
(Nadruk verboden).
Parijs, October.
De 13e strafkamer heeft een zekeren Ya-
mada, attaché aan de Japanscho ambas
sade te Parijs, veroordeeld tot twee jaar
gevangenisstraf, omdat hij 160000 frs. ver
duisterd had, die toebehoorden aan den
eersten secretaris van het gezantschap.
Doze had zijn ontrouwen collega twee wis
sels ter hand gesteld: een van 110.000 frs.
en een van 40.000 frs. om ze te gaan incas-
s eer en. De ander had het geld geïnd, en
was ermee vandoor gegaan.
Het zou niet heel veel meer dan een ge-
mengd-nieuwsjo zijn, slechts matig interes
sant, indien het niet een geval was uit vele.
De dief werd n.l. gearresteerd op het oogen-
blik dat hij uit de ,,club" kwam, waar hij
het geld had vergokt.
In een andere club (eén zonder aanha-
lingsteekens ditmaal) de om zijn exclusi
viteit wereldberoem.de Jockey-Club, het
rendez-vou8 van dé Parijeche geldadel oa
aristocratie, is den vorigen winter nog iets
veel ornstigers gebeilrd. Daar liet men op
een avond den Amerikaan^chen gezant
meer drinken dan wel goed v.oor hem was,
om hem 'vervólgens in een kameraad-
Schappelijk spelletjë kaart ónder „edellie
den"te bevrijden van alles wat hij bij
zich had. Ten slotte, toen zijn portefeuille
leeg was, verloor hij bovendien nog het
sommetje van acht-honderdduizend frs. op
eerewoord.
Dat gebeurde onder menschen uit de al
lereerste kringen, met schitterende namen
en vlekkeloozesmokings. Do gezant
mocht zich dus bijzonder gevleid ach
ten. En in Amerika teruggekeerd
want zijn regeering heeft hem on
middellijk teruggeroepen zal hij
zeker niet hebben nagelaten, de bewonde
ring en de afgunst op te wekken zijner
vrienden, telkens wanneer hij vertelde hoe
keurig hij was uitgeschud door den baron
Zus-en-Zoo.
Behalve de Jockey-Club, waar het uiterst
moeilijk is geïntroduceerd te worden, telt
Parijs oog een vijftigtal andere groote
clubs. In de meeste zijt ge betrekkelijk
veilig, en gevrijwaard tegen, aanslagen op
uw beurs. Ge kunt er spelen en verliezen;
doch slechte bij uitzondering zult ge er
worden bestolen.
In de laatste jaren, sedert den oorlog,
zijn echter verschillende handige schurken
erin geslaagd, achter het masker van een
behoorlijke club inrichtingen te scheppen,
welke inderdaad gevaarlijke speelholen
zijn, en waar de naieve bezoeker, als het
de moeite loont, een financieele aderlating
ondergaat met behulp van getrukeerde
wijls voorkomt, de rouw, waarvan de klee
ding blijk geeft, niet het hart vervult, en
wanneer het dus uilsluitend er om te doen
is, om aan vormen te voldoen. Op zichzelf
heb ik tegen deze laatste geen bezwaar. Dat
geldt' dus in de eerste plaats voor den hof
rouw, waarbij, afhankelijk van den graad
van bloedverwantschap, verschillende ter
mijnen en soorten zware, halve en lichte
van rouw worden voorgeschreven. Even
eens betreft dit een van hoogerhand bevolen
rouw zooals bijv. in het leger voorkomt, als
uiting van eerbied, dien men aan een overle
den chef verschuldigd is; als een bewijs van
saamhoorigheid tusschen meerderen en on
dergeschikten als een aanduiding van de
eenheid, die allen te zamen hield. Doch dan
spreekt hij niet van droefheid, die buiten al
les, wat naar het vormelijke zweemt, staat.
Ik kan mij voorstellen, dat iemand zóó ver
pletterd is door een in zijn onmiddellijke om
geving geleden verlies; dat voorgoed alle op
gewektheid uit zijn leven geweken schijnt;
en dat hij dientengevolge een afkeer heeft
van alles, wat door opvallende en levendige
kleiu-en met zijn sombere stemming in strijd
is, en daarom er ook niet toe zou kunnen
komen om andere dan zwarte kleeding te
dragen. Doch dan doet hij dat voor zichzelf,
en niet voor het oog van anderendan geldt
het misschien voor zijn geheele verder le
ven, dat hij als verwoest beschouwt, en in
elk geval niet voor een te voren vastgestelden
tijd. Ik weet van een dame, die bijzonder veel
lust had om een uitnoodiging voor een di
ner san te nemen, en daarom aan de gast-
kaarten en heel de „machine a voler", zoo
interessant beschreven door den detective,
ex-commissaris van politie Villiod (La Ma
chine Voler, étude sur les esaroqueries
commises dans les cercles et les casinos,
par Eugene Villiod, detectieve Paris, 37
boulevard Malesherbea).
Een van de voornaamste dezer moderne
roofridderholen is de „Oercle Haussmann"
in de rue de la Michodière. Daar vindt ge
eiken avond een talrijk en uitgelezen ge
zelschap van rijk-geworden- spekkoopers,
bookmakers en vooral vreemdelingen, die
e*r op elegante manier worden ontlast van
alles wat zij willen (en niet willen) kwijt
zijn.
De „Cercle Haussmann" is in de wande
ling bekend als „la boite d'André", naar
den oprichter en exploitant: een zekeren
heer André, van wiens Verleden men alleen
weet dat hij vroeger, alvorens hij tot het
meer winstgevend beroep van speelhuishou
der overging, begrafenisondernemer was.
Er wordt voornamelijk baccarat gespeeld
en ge ziet er enkele bezoekers steeds
dezelfde die een ongelooflijke veine heb
ben, en daardoor niet alleen anderen lok
ken om ook eens een kansje te wagen, doch
bovendien ook op meer directe wijze tot
den bloei van de onderneming meewerken,
daarzij hun winst geheel, of gedeeltelijk
moeten afstaan aan den patroon.
Ge zoudt u echter sterk vergissen, indien
ge dacht: aan zoo'n Cercle Haussmann te
kunnen zien, dat men verstandiger doet
erbuiten te blijven. Voor het uiterlijk on
derscheidt het milieu zich door niets van
de fatsoenlijke Pairijsche clubs of het
moest dan zijn door nog grooter weelde en
gerieflijkheid. Prachtig ïDgerichte leesza
len, een uitstekend restaurant, waar ge
voor zeer matigen prijs een diner of souper
kun krijgen, dat vijfmaal zooveel waard
is, en beneden een bar americain,
waar ook „dames" warden toegelaten. Het
lidmaatschap wordt u zoo aantrekkelijk
mogelijk gemaakt; de toelating is een sim
pele formaliteit.
André beschikt over een uitgebreidea
staf van „rabatteurs"een legertje „Lebe-
manner" op zwart zaad wat doet men
al niet in den tegenwoordigen tijd om aan
de kost te komen, als men nooit iets heeft
uitgevoerd 11 die de mondaine vreemde
lingen-kringen van de hoofdstad afgrazen,
en waarvan enkele zelfs op de groote stoom
vaartlijnen tusschen Europa en Amerika
heen en weer reizen, om candidaat-leden
te winnen. Allerlei maatschappelijk uit
schot leeft van de kruimpjes die van de
tafel vallen. En dat zal Btraks nog op rui
mer schaal gebeuren, wanneer André, die
ook eigenaar van het Casino te Enghien
is, door zijn relaties in het Parlement zal
hebben weten gedaan te krijgen, dat daar,
onder den rook van Pa/rijs, de speelzaal
weer geopend wordt.
Dan gaat André de^ weg op van zijn
groote voorgangers: Cornuché en Marquet,
die ook als clandestien speelhuishouder zijn
begonnen en waarvan, de een nu heerscht
in Deauvillo en Cannes, en de ander mi
nister is in het vorstendom Monaco.
Vooral Cornuché is een schitterend voor
beeld, Welk een pracht-figuur voor de pen
van een Zola, deze ex^couprier, die thans
koningen en ministers naar zijn hand zet...
Weet ge hoe Cornuché nieuw léven heeft
ingeblazen aan Cannes 1 Hij had, kort na
den wapenstilstand, het Caasino gepacht
en de. voornaamste hotels gekocht van dit
Riviera-plaatsje, dat in dien tijd heelemaal
niet in de mode was en daar hij dus be
trekkelijk goedkoop de hand op een en
ander had kunnen leggen. Toen zon hij op
een grootsche manoeuvre, en het duurde
niet lang of hij had het gevonden. Het was
winter, Lloyd George zou een paar weken
naar de Riviera gaan men sprak van
Menton en van zijn verblijf aan de Mid-
dellandsche Zee gebruik maken om Brian d
en den Ifcaliaanschen premier te ontmoeten.
Meer had Cornuché niet noodig. Hij
sprong in zijn Rolls-Royce, en liet zich
aandienen bij een rijke Engelsche van hoo-
gen adel, die te Cannes een vorstelijke
villa bewoonde.
Mevrouw, zei hij, uwe prime-minister,
de heer Lloyd George, denkt erover een
paar weken naar de Cofce d' Azur te ko
men, en hij heeft nog geen onderdak. Wat
dunkt u, als u hem eens uw villa aanbood 1
De oude dame keek vreemd op, en vroeg
waar zij zelf dan moest blijven.
O, Iaat dat u niet ervan terughouden,
riep de bezoeker uit. Ik bied u voor al
dien tijd gratis een apartement met pen
sion aan in. 't Splendid-hotel.
De Engelsche vond het denkbeeld niet
vrouw vroeg, of zij het niet één week kon
uitstellen: „Ziet u, dan is mijn rouw om." Is
dat geen sprekend bewijs, dat de rouw in de
kleeding in geenerlei verband staat tot dien
van het hart? Van dezen laatste is, naar
mijne meening, geen sprake bij een vrouw,
die in den rouw gaat omdat zwart haar zoo
goed slaat, en bij den man, die, om zijn
rouwband goed uit te laten komen, opzette
lijk een lichte overjas draagt.
Wij zijn in ons land veel minder gehecht
aan de rouwgewoonte dan andere, met name
de Gallische, natiën. Gelukkig, want, vooral
bij de huidige kuitenparade-mode, kan men
zich bezwaarlijk een door haar ernst opval
lende rouwjapon denken. Wellicht werken
bij ons meer dan elders de tijdsomstandighe
den mede tot het besef, dat bijzondere uitga
ven, die alleen dienen om aan een vorm te
voldoen, tegenwoordig niet gerechtvaardigd
zijn. Hoe het zij, het dragen van rouwklee-
ding begint bij ons meer en meer uitzonde
ring te worden; en dat is een feit van betee-
kenis, omdat het hier een gebruik betreft,
dat door alle eeuwen heen bestaan heeft, en
waarvan de Bijbel zelfs reeds gewaagt.
Bij alle oude volken bestond op een of an
dere wijze de behoefte aan uiterlijk vertoon
na den dood van een familielid, dat in den
regel verband hie!4 niet den godsdienst en
met de voorstellingen, die men zich omtrent
het leven hiernamaals maakte. Dat ook toen
reeds de uiterlijke en de innerlijke rouw twee
ver van elkaar verwijderde begrippen vorm
den, kan geen verwondering baren. Daarvan
getuigt zeer zeker de gewoonte bij sommige
onaardig; het idee dat Lloyd George haar
gast zou zijn, streelde haar ijdelheid. Cor
nuché zorgde er voor, dat men in Menton
niets te huur vond. Zoo had de ontmoeting
der drie personen te Cannes plaats, in de
villa, door de Engelsche lady gracieus ter
beschikking gesteld. En wat later de Con
ferentie van Cannes zou heeten, trok naar
het stadje een paar duizend ministers, di
plomaten, secretarissen, dactylo's en repor
ters, en bracht het weer heelemaal er bo
ven op.
Een nog brutaler „coup" heeft Cornuché
uitgehaald om zijn ander troetelkindDeau
ville, geheel erin te brengen. Een mondain
koning had op een nacht, dat de deveine
hem niet los wou laten, acht millioen ver
loren in het Casino te San Sebastian, en
voor dit bedrag een schuldbekentenis ge-
teekend, welke de exploitant, een Span
jaard, echter niet invorderen dorst. Dit
kwam Cornuché ter oore. Hij kocht de
schuldbekentenis, enverscheurde haar,
tegelijkertijd den koning verzoekend, hem
de hooge eer aan te doen een paar weken
naar Deauville te komen, natuurlijk zon
der dat het hotel een rekening presenteeren
zou.
Cornuché heeft op het punt van reclame
girootscheepsche opvattingen.
En zoo kwam het, dat de koning in den
zomer van 1922 vier weken doorbracht in
Deauville, en alleen door zijn aanwezigheid
aldaar alles wat snob en meedoener is in
Frankrijk en in Engeland, in Spanje en in
Amerika lokte naa/r „la plage fleurie".
Cannes en Deauville, Monaco en San
Sebastian, het zijn thans de meest mon
daine der elegante moderne roofridder
holen. LEO FAUST.
Tooneel-overzicht. „Uber-
teufel". Een psychoanaly
tisch drama. Max Pallen-
berg. Geest en vleesch.
Berlijn, midden October,
Nooit zal ik vergeten, welken indruk het
op mij maakte, toen ik als 10-jarige jongen
de „geschiedenis der Duitsche vrijheids
oorlog tegen Napoleon" las en daarbij op het
verhaal stiet: dat op den avond vóór den
volkerenslag bij Leipzig de verbonden vor
sten van Rusland .Oostenrijk en Pruisen
met hun familieleden en gevolg een voor
stelling in de Leipziger schouwburg bij
woonden. Hoe is dat mogelijk? vroeg ik me
zelf als kleine jongen af. Waar haalden de
mannen, die aan het hoofd van groote rijken
stonden, die een zóó geweldige verantwoor
delijkheid droegen, onmiddellijk voor een
van de zwaarste beslissende slagen, die de
wereldgeschiedenis heeft aan te wijzen, de
tijd en de stemming vandaan, een schouw
burg te bezoeken?
Sedert de eerste Augustus van 1914 stel ik
die vraag niet meer. Ik weet nu niet
alleen, dat gekroonde hoofden ook te mid
den van bloedige krijgsbedrijven dikwijls
niet zonder eenig comfort leven maar ook
dat het tooneel juist in tijden, dat de toe
stand in de war, dreigend en critiek is, een
eigenaardige plaats in het leven van een
volk inneemt. Meer nog dan anders voelt
een ieder zich in zuike dagen getrokken naar
plaatsen waar een groote menigte van ge
lijke gedachten en gevoelens vervulde land-
genooten den invloed ondergaat van de in
velerlei vorm geboden kunst.
In den oorlog, in de maanden van revo
lutie en oproer, in de jaren van nood en ver
drukking hebben we het in Berlijn beleefd,
dat ook bij^ een algemeen verval op econo
misch gebied, trots de verarming van breede
volkslagen, het tooneel zijn historische
plaats bleef behouden, dal men zich onver
slaanbaar tot de hel verlichte planken aan
getrokken voelde, waar alle menschelijke
verhoudingen in een verheven licht bezien
werden. Of men zag de gebeurtenissen, ver
wikkelingen en zorgen, welke de gemeen
schap bezwaarden, in een merkwaardigen
spiegel herkaatst, óf men vond in de voort
durend de aandacht vragende plastische too-
neelkunst een dankbaar aanvaarde ontspan
ning en afleiding van de eeuwige muizenis
sen en angsten van den dag. Zeker, ook de
Berlijnsche schouwburgen hebben met eco
nomische moeilijkheden te kampen gehad.
Nu cen9 heerschle in dezen, dan in dien
tempel der muzen een dreigende crisis. Maar
steeds weer werden de bezwaren overwon
nen en de idee van het tooneel zegevierde.
Toen in dezen herfst het Berlijnsche too-
neelseizoen begon, twijfelden velen of het
oude bedrijf zich bij de huidige financieele
Oostersche volken, om de huizen inwendig
te versieren, terwijl als contrast daarin de
weeklachten weerklonken uit den mond van
beroeps-klaagvrouwen. Eigenaardig waren
naar onze tegenwoordige opvattingen zeer
zeker ook de penitentiën, die de nabestaan
den zich oplegden, zooals vasten, opzettelijke
onthouding van slaap, of zooals bij de
oude Egyptenaren het slaan of krabben
van aangezicht en borst, het zich besmeren
met aarde en vuil, en het zich gedurende
eenigen tijd niet reinigen. De Israëlieten
muntten uit door tal van gebruiken, waaruit
later het verscheuren van kleeding en het
bestrooien van het hoofd met asch ontston
den, en nog heden ten dage bijzondere cere
moniën onder de Joodsche geloovigen zijn
overgebleven.
Bij de Grieken en Romeinen speelden
hoofdhaar en baard een belangrijke rol, doch
op tegenovergestelde wijze: bij de eersten
werden zij afgeschoren, terwijl de laatsten
ze bijzonder lang lieten groeien. Bij beide
volken kwam ook reeds het dragen van rouw
kleeding voor, waarvoor zij de zwarte kleur
kozen. Bij de Egyptenaren was geel, bij de
Ghineezen wit, blauw en later grijs de rouw-
kleur.
In ons land houdt men alleen in enkele
dorpen nog vast aan eigenaardige gewoonten
die vroeger vrij algemeen waren; in de groo-
tere steden dringt meer en meer het besef
door, dat men niet door zijn kleeding be
hoeft kenbaar te maken, in welke omstandig
heden men verkeert. Dit betreft trouwens
niet alleen het rouwen. Vele predikanten
katastrophe staande zou kunnen houd«n.
Wie zou nu nog de kosten van een zóó
groote, dagelijks van het wispelturige succea
afhankelijke onderneming willen dragen,
wie onder het publiek zou de daardoor,
enorm gestegen plaatsbewijzen betalen kun
nen? Thans ziet men tot zijn verbazing, dat
dit alles toch wel weer goed komt.
Ook aan ernstig pogen heeft het niet ont
broken. De Staatsschouwburg boekte dezer
dagen een groot succes met het werk van
een dichter, dte kort na den oorlog op een
jeugdigen leellijd stierf, die reeds bij zijn
leven door een kleine kring van kennera
steeds als een der rijkste talenten van de
generatie na de bexuschappij van het natu
ralisme vereerd werd, die echter toen geen
bijval vond en in ellende omkwam, zijn fa
milie in den bittersten nood achterlatend.
Het was Hermann Essig. Zijn tooneelspel,
dat thans zulke aandachtige en ontroerde
toehoorders trekt, draagt den titel „Uber-
teufel". De naam heeft hoofdzakelijk betrek
king op de vrouwelijke figuur, die in het
middelpunt der handeling slaat: een vrouw
uit den kleinen buigerstand van gevorder
den leeftijd, die in hare zinnelijkheid en
hare onveizadiglijke zucht om zich uit te
leven, den eenen man na den anderen ver
bruikt, den echtgenoot, die door haar schuld
en bedrog in de gevangenis raakt, zoo goed
als den onaangenamen, rijken huisvriend.
Die ten slotte haar kinderen ten verderve
voert én met haar zedeloosheid alles om
zich besmettend, in een poel van onge
rechtigheid ondergaat. Maar de titel kan ook
op iets anders betrekking hebben: op de ge
heele verrotte menschelijke samenleving,
waar de een den ander het mes op de keel
zet, zijn booze geest wordt, en waar de wei
nigen, die rein van hart zijn, radeloos en
verlaten slaan. Om den armen, jongen zoon
van het duivelswijf is de geheele hel in op
roer en zoo begeerig grijpen de vlammen-
der menschelijke sa'ansnaluur om zich, dat
ook hij door haar gepakt wordt en verdacht
van een onzinnige jalousie don vader ver
moordt.
De gevolgen van deze snoode daden zijn
met lapidaire lijnen geteekend. Ze worden
gedragen door een geweldige spanning van
het opstandige gemoed. De schrijver schetst
de realiteit en wei'* met grimmige carica-
turen. Niets is Hermann Essig te kras, als
het er om gaat, de algronden van het leven
te schilderen. Ten slotte echter gaat zijn ver
hitte fanlasie te ver. In de schildering van
een pandaemonium begraaft het stuk zich.
Het oude ongeluk v?n Duitsche schrijvers:
de strenge tucht, welk" het begin kenmerkt,
verslapt; eerst ziet de fantasie scherp en
klaar, dan echter vervloeien haar visioenen.
Niettemin, ook in deze fouten licht nog de
vonk van een genie.
Beter in elkaar gezet is het tweede dra
ma, dat in den omvang van hot tooneelsei-
zoen de algemeene bt tar gslelling heeft ge
wekt. De schrijver, Franz Werfel, overigens
vereerd als 'n beschaafd en harlstochtelijk
lyriker noemt het naar den naam van de
hoofdpersoon: „Schweiger" Het i9 een stuk,
geheel op effect berekend, dat er om vraagt
verf^md te worden, maar het boeit door de
wijze, waarop Werfel licht laat vallen in de
grensgebieden van het menschelijke bewust
zijn cn waarop hij de moderne wetenschap
van de „psycho analyse" op de planken
brengt.
In de hoofd&cènen van de tweede acte
had men bij de première een speld kunnen
hooren vallen: ademloos staarde het publiek
naar het tooneel.
De jonge horlogemaker Franz Sch wei*
ger, een bleek mensch, wiens gelaat dein
stempel van een verborgeu geheim draagt,
die een raadselachtige ziekte heeft door
staan, ma; uit do schemering van do
voorbije geestverwarring in het huwelijk
met een bloeiende eD lieve vrouw bet ge
luk tegomoeb gaat, krijgt een griezelig be
zoek. Do kiankzionigenarts, die hem gej
nezen heeft verschijnt Dat Is een psycho
analytische heksenmeester. Hij heeft aan
hem de „amnese" voltrokken, dat wil zeg
gen. hij heeft in hem de herinnering apn
een misdaad uitgewischt, waarin Schwei-
ger in een onverklaarbaren aanval van
geestelijke duisternis zich schuldig had ge
maakt, toen hij op zekeren dag blindelings
en zonder aanleiding op een troepje kin-
deden schoot en daarbij een jongen dood
de. Nu komt de dokter weer bij hem, om
hem, zonder afdoende motiveering bier
zit een groote fout van het stuk do uit-
gewischte herinnering aan het verleden
weder terug te geven. Wanneer de dokter
biunentreedt, door een potsierlijk toego-
heben de toga afgelegd, omdat zij van oor
deel zijn, dat zij hun gemeente evengoed in
een gewoon jasje kunnen toespreken; en zij,
die bij begrafems- en huwelijksplechtigheden
vroeger rok en witte das en later de stijve
„gekleede jas" d*o-rgen, onderscheiden zich
in hun kleeding bijkans in geen enkel op
zicht meer van hen, die hun gewone dage-
lijksche bezigheden verrichten. Slechts de al
lerminst sierlijke hooge hoed wordt voor bij
zondere gelegenheden nog in eere gehouden.
Ongemerkt ben ik van het rouwen op
trouwen gekomen, 't Klinkt net eender;
mochten zij in het wezen der zaak ver van
elkaar verwijderd blijven! Maar eenmaal
toch op het huwelijk gekomen zijnde, vestig
ik er even de aandacht op, dat het nog niet
in alle standen passend geacht wordt, om
den belangrijken stap van den vasten wal
naar het schommelend huwelijksbootje zoo
maar in een alledaagsch pakje te doen. Het
loont de moeite, om zich daarvan op een
Woensdagmorgen in het Ilaagsch Stadhui*
te overtuigen. Men ziet daar de eigenaar-,
digste combinaties van niet bij elkaar pas
sende hoofddeksels en kleedmgstukken, die.
veelal maar al te duidelijk blijk geven, niet
tot de vaste garderobe van den drager te ba-
hooren, maar voor deze gelegenheid geleend
of gehuurd te zijn, waarbij het blijkbaar
niet altijd goed mogelijk was, rekening t#
houden met de verschillende maten van het
hoofd en tailles van het lichaam. Ook ra
zijn slachtoffers van het dwaalbegrip, dat
het uiterlijk voorkomen een weerspiegeling
moet zijn van de innerlijke gevoelens,