No. 19520.
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 26 October.
Tweede Blad. Anno 1923.
BINNENLAND. 1*
BUITENLAND.
BRIEVEN UIT WEENEN.
J- Wetenschap en Algemeen Belang.
De Minister a van Onderwijs, K. en W.
jpn van Binnenlandsche Zaken en Landbouw
Rebben, naar het aan het „HM."- wordt
gemeld, in het leven geroepen een oom-
iniasie, die zal onderzoeken, door welke
maatregelen on in welken vorm het toe
gepast natuurwetensoï^appelijk onderaoek
hier te lande dienstbaar kan worden ge=
ffiaaikfc aan het algemeen belang.
Het „Hbl." teekent hierbij o.a. aan, dat
üe minister Oort van der Linden in 1Ö17
leen post op de begrooting had gebracht
van f 100.000 voor een „wetenschappelijke
commissie van advies en onderzoek in het
belang van volkswelvaart en weerbaar
heid." Deze oommissie zou zich bezighou
den met het onderzoek van vragen op het
gebied van voedselvoorziening, van in
dustrie, van verdediging enz., haar taak
zelfstandig vervullen, maar ook bepaalde
Opdrachten van de regeering ontvangen.
Heeds lang bestond heb voornemen om
deze commissie te reorganiseeren, in ver
band waarmede op de begrooting van On
derwijs de laatste jaren de kosten voor de
commissie „pro memorie" waren uitge
trokken. Eigenlijk kwam de oude commis
sie sedert long al niet meer bijeen. De
nieuwe commissie, die veel kleiner zal zijn
en dezer dagen zal worden benoemd, *al
hebben na te gaan onder welken vorm
Oen oommissie nuttig werkzaam zou kun
nen wezen in het belang van de toepassing
Van het natuarweten schappelijk onder-
aoe£.
Arbeidstijd Steenbakkerijen.
De Minister van A., H. en N. heeft:
iaan hoofden of bestuurders van steenbak
kerijen, geisgen aan of bij de rivieren Rijn,
Waal, Lek, Maas, IJssel (van Westervoort
af tot de Zuiderzee), Linge en Merwede,
Vergund, dat in hun onderneming door ar
beiders van 18 jaren of ouder, gedurende
het tijdvak van 1 April 1924: tot en met 30
Sept. 1924, in afwijking van het bepaalde
bij art. 24, eerste lid, der Arbeidswet 1919,
gedurende negen uren per dag en 50 uren
per week arbeid wordt verricht;
aan hoofden of bestuurders van steenbak
kerijen, voor zoover niet boven genoemd,
Vergund, dat In hun onderneming door ar
beiders van 16 jaren of ouder, gpdurende het
tijdvak van 1 Aprii 1924 tot en met 30 Sept.
1924, In aiwijking van het bepaalde bij art.
24 der Arbeidswet 1919, gedurende 10 uren
per dag en 55 uren per week arbeid wordt
Verricht, onder voorwaarde, dat de arbeids
tijd dezer arbeiders in zijn geheel gelegen Is,
hetzij tusschen 6 uur voorm. en 6 uur nam.,
hetzij tusschen 7 uur voorm. en 7 uur nam.
Uit de textielnijverheid.
De samenwerkende besturen der arbei
dersorganisaties te Enschedé hebben aan
ide 'Enschedesche Fabrikantenvereniging
gisteren den volgenden brief gezonden:
Uwo Vereeniging meent ons te moeten
.Wijzen op do vérstrekkende gevolgen, welke
3e staking op de fabriek Kremersmaten
piet zich mede zal brengen. Wij stellen
echter vast, dat deze staking een gevolg
ib van de mede door Uw Vereeniging aan
gekondigde loonsverlaging, die, volgens
lonze meening, door niets gerechtvaardigd
is en waarvan do noodzakelijkheid nog niet
is aangetoond. Deze nieuwe verlaging der
toch al zoo lage loonen der textielarbeiders
Welke tot gevolg zal hebben, dat deze voor
Velen zullen dalen tot beneden het bestaans
minimum, is niet te aanvaarden. De door
tl bedoelde gevolgen, die hieruit kunnen
Voortvloeien, komen dus geheel voor reke
ning der werkgevers. Deze zouden alsnog
Voorkomen kunnen worden, wanneer de
Werkgeversverenigingen een ander stand
punt innamen.
Mond- en klauwzeer.
Stand van het mond- en klauwzeer in
Nederland, gedurende de week van 14 tot
él October 1923
Aantal"
Provinciën veebeslagen gemeenten
Friesland9 9
Drente1 1
Overijsel2 2
Gelderland13 11
Utrecht128 41
Noord-Holland ...-ït» 176 65
Zuid-Holland194 87
Zeeland10 9
Noordbrabant ...r.? 11 11
Limburg...t...- 8 6
Totaal522 231
H. M. de Koningin-Moedor is gister
middag omstreeks vijf uur per Staatsspoor
in de Residentie treuggekeerd van haar
verblijf te Valkenburg en daarna op Het
Lbo.
Bedankt is voor het beroep naar de
ÜJTed.-Herv. Gem. te Bleiswijk door ds. Joh.
pe Bres, te Bruchem.
Dr. F. van Gheel Gildemeester, Ned.
Herv. predikant in Den Haag, is in zoo-
Ver hersteld, dat hij 4 Nov.a.s. bij gele- J
fenheid van zijn 40-jarigen arbeid in de
Lesidentie, een gedachtenisrede zal uit
spreken.
Het is aan Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland gebleken, dat in verschillende
gemeenten van dit gewest tot opheffing van
het openbaar vervolgonderwijs wordt over^
gegaan. In verband hiermede hebben Ge-
dep. Staten aan de gemeentebesturen in
overweging gegeven, om, wanneer na even-
.tueele opheffing van dit onderwijs, ouders,
.onderwijzers of andere particulieren, cur
sussen voor vervolgonderwijs in het leven
Willen roepen, daarvoor desgevraagd in de
Ppenbare school localiteit beschikbaar te
Stellen.
De Sckeepvaartvereenigingen Noord
Zuid hebben in Den Haag een confe
rentie gehouden met de hoofdbesturen van
den Centralen Bond van Transportarbei
ders, de Christelijke en R.-K. Transport-
arbeidersbonden over een nieuwe arbeids
overeenkomst in het havenbedrijf.
Zooals men weet, was de oude overeen
komst tot 1 November verlengd.;
De Scheepvaartvereenigingen hebben
voorgesteld, om, wat de machinale bedrij
ven aangaat, 10 uur per dag te arbeiden
en wel zoodanig, dat gemiddeld een werk
week van 49 uur wordt gemaakt. Deze ca
tegorie omvat alle arbeiders, betrokken bij
de machinale lossing, zooals wat Rotter
dam betreft, Thomson's havenbedrijf,
Swarttouw, de steenkolenhandelsver. en
andere. Tot nu toe werd daar continu ge
arbeid.
Voorgesteld is om voortaan twee afwis
selende ploegen te werk te stellen, die
ieder 10 uur werken, en een gemiddelde
werkweek maken van 48 uur. Voorts wordt
voorgesteld het loon voor het geheele be
drijf op een vasten minimum-grondslag van
f26 per week te stellen. Voor de losse
arbeiders wordt het loon f5.10 per dag.
Ten einde de organisaties voldoende ge
legenheid te geven tot het plegen van over
leg met de leden en het formuleeren van
eventueel© tegenvoorstellen, is tevens over
eengekomen, dat de thans geldende over
eenkomst voorloopig ook na 1 November
van kracht zal blijven.
De afd. Rotterdam van den Centralen
Bond van Transportarbeiders heeft huis
houdelijk vergaderd met de boot- en expe
ditie-werkers. In deze bijeenkomst is ver
slag uitgebracht van de conferentie in Den
Haag en werd uitvoerig gediscussieerd
over eventueel© tegenvoorstellen.
De stemming der vergadering was deze:
dat in geen geval moet worden ingegaan
óp die voorstellen, welke verlenging van
den arbeidstijd vragen.
De Centrale Bond zal in den loop van
deze week ook nog met de andere groepen
vergaderen.
In het Vereenigingslokaal te Schiedam
is Woensdagavond het feit herdacht, dat ds.
A. Tap veertig jaar geleden het predikambt
in de Ned.-Herv. Kerk aanvaardde, waarvan
hij 29 jaar de Ned.-Herv. Gem. te Schiedam
dient. Behalve een drietal ambtgenooten van
den jubilaris voerden o.a. het woord dr. Cal-
lenbach, uit Rotterdam, als praeses van de
classis Rotterdam, van welk college ds. Tap
scriba is en dr. A. de Visser, Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen als
vriend en tevens als voorzitter van de
„Marthastichting" te Alphen a. d. Rijn, van
welk bestuur de jubilaris eveneens secreta
ris is. Minister De Visser deelde mede, dat
de jubilaris benoemd is tot ridder in de
Oranje Nassau-orde.
Namens de Gemeente en den Kerkeraad
sprak ouderling G. Alers, die een drietal ca-
deau'x aanbood,
De Raad van Rotterdam heeft gister
middag benoemd tot secretaris van do ge
meente mr. M. Smeding, administrateur
ter gemeente-secretarie aldaar. De nieuwe
gemeente-secretaris is secretaris van de
commissie voor algemeen© personeelsaan
gelegenheden en sedert het overlijden van
den lieer Kok ook chef van het pensioen
bureau. Vóór zijn indiensttreding bij de
gemeente is hij ambtenaar geweest bij het
hoofdbestuur van de Posterijen. Mr. Sme
ding is 36 jaar.
Woendagavond a.s. zal de Raad een zit
ting'houden tot afscheid van den aftreden
den secretaris, mr. A. H. J. Heynsius.
Na de a.s. Januari-examens zal een
nieuwe regeling omtrent de examens aan
de Technische Hoogeschool te Delft in
werking treden.
De aandacht van belanghebbenden
wordt er op gevestigd, dat een werkgever
in het land- en tuinbouwbedrijf, die aan
vankelijk de arbeiders in zijn onderneming
heeft verzekerd bij de Rijksverzekerings
bank, doch1 later de voorkeur geeft aan
verzekering bij een Bedrijfsvereeniging,
met deze verandering niet behoeft te wach-
tèn tot het einde van een kalenderjaar.
Hij kan integendeel ook in den loop van
het jaar lid worden van de door hem geko
zen Bedrijfsvereeniging, waarna dan de
verzekering bij de Vereeniging aanvangt op
den eersten dag der kalendermaand, vol
gende op die, waarin dp werkgever lid der
Bedrijfsvereeniging is geworden.
De heer Boon heeft aan den Minister
yan Justitie gevraagd:
1. Is de Minister bereid mede te deelen
óf aan den Algemeenen Politiebond of een
zijner önderdeelen van Regeeringswege sub
sidie is verleend onder voorwaarde, dat
tot de betreffende cursussen ook niet-poli-
tiemannen moeten worden toegelaten?
2. Is het, indien zoodanige voorwaarde
is gesteld, don Minister bekend, dat te
Leiden èen vakcursus van genoemden Bond
bestaat, terwijl te Rotterdam een zoodanige
wordt georganiseerd, bij welke beide cur
sussen die voorwaarde niet wordt nage
leefd
3. Is, in geval van bevestigende beant
woording, de Minister bereid maatregelen
te treffen tot verzekering van de naleving
van alle voorwaarden, onder welke het be
treffende is verleend 1
In. 'dé te Zaandijk gehouden Raads
vergadering is besloten met ingang van 1
Januari 1924 do zakelijke belasting op het
bedrijf in te trekken. Vóór stemden 1 anti-
rev., 2 vrijheidsbonders en de afgevaar
digde van de arbeidersvereniging. Tegen
stemden de drie soc-democraten.
Gisteren werd te Amsterdam de zeven
en-zestigste algemeene vergadering gehou
den van de Kon. Ned. Maatschappij voor
Tuinbouw en Plantkunde, onder leiding van
den ondervoorzitter der Maatschappij, den
heer baron van Pallandt van Rosendaal, uit
Velp, die do vergadering opende met een
woord van welkom aan den heer Kake-
beeke, den Inspecteur van Land- en Tuin
bouw, en op wiens voorstel een telegram
van hulde werd gezonden aan H, M. de
Koningin-Moeder, Beschermvrouw* der
Maatschappij.
Uit het jaarverslag der Maatschappij over
1922, uitgebracht door den secretaris, den
heer J. G. M. Mensing, bleek, dat er in de
Maatschappij, en haar afdeelingen een op
gewekt leven heerscht,
Het ledental ging iets achteruit en liep
van 4435 leden terug tot 4309 leden, zoodat
na de jongste contributieverhooging het le
dental niet noemenswaard achteruit ging.
Het aantal afdeelingen steeg van 45 op 47
afdeelingen, door oprichting van de afd.
Castricum en ZwoÜ8. Het beekjaar sloot
met een batig saldo van f 69,25, Het Bibli-
theekfonds bedraagt f 24.500, gekweekte
rente f 4283,89, het tentoonstelling^fonds
f7300, gekweekte rente f2818,23 het Vaste
Keuringscommissiefonds steeg tot f 927,27.
Vanwege de Zaaizaadkeuringscommissie
werden door 1100 personen keuring hunner
producten aangevraagd, verdeeld- over
400 H.A.
De vergaderingen en keuringen der vaste'
keurings-commissie werden goed bezocht.
De groote keuring in Den Haag en de spe
ciale Lathyruskeuring te Haarlem slaagden
uitstekend. Er waren op de keuringen in to
taal 50 inzendingen meer dan in 1921, met
een totaal van 384 inzendingen.
De Tuinbouwwintercursussen werden be
zocht door 418 leerlingen; van wie aan 140
leerlingen een diploma kon worden uitge
reikt. De speciale cursussen werden ge
volgd door 413 hoorders.
De rekening over 1922 werd met dank
aan den secretaris-penningmeester goedge
keurd.
De begrooting voor 1924, welke vervol
gens aan de orde kwam, lokte veel bespre
king uit. Ontsteltenis werd gewekt door de
mededeeling dat het Rijkssubsidie van
f 4000, hetwelk dit jaar reeds tot op f 3000
verminderd was, th^ns geheel wordt inge
trokken, wat een herziening ,der repds opge
maakte begrooting noodig maakt. Overwo
gen wordt nu de zaaizaaclkeuringen geheel
door de belanghebbenden te dóen bekostigen
te bezuinigen op het orgaan, en alle subsi
dies der Maalpij. aan andere coöperaties in
te trekken.
De heer Kakebeeke betreurt, dat hij nood
gedwongen de mededeeling van schrapping
der Regeeringssubsidie moet bevestigen,
maar er konden bij de algemeene regeling
geen uitzonderingen gemaakt worden. Spr.
sprak echter de beste wenschen voor de
Maatschappij uit.
De heer K. G. van Nes, Apeldoorn, acht
het verkeerd dat op de productieve organen
zoo sterk wordt bezuinigd. Land- en Tuin
bouw ontvangen volgens hem de groote
klappen, de takken van welvaart die het
meest productief zijn; z. i. een zuinigheid
welke de wijsheid bedriegt. Spr. gevoelde
hier sterk het gemis aan een vertegenwoor
diger van den Land- en Tuinbouw in het
Ministerie, die voor deze belangrijke takken
van nijverheid kon opkomen. Besloten wordt
de begrooting aan het H.B. terug te zenden,
met verzoek deze sluitend te maken.
In de plaats van de heer-en dr. W. Posthu
mus Meijjes en J. Heemstra worden in het
hoofdbestuur gekozen de heeren Th. 's Ja
cob, uit Nunspeet, en Klein Molenkamp, te
Zeist. Met algemeene ötemmen wordt al9
secretaris-penningmeester herkozen de heer
J. G. M. Mensing, die de' herbenoeming aan
vaardt. De vriendschappelijke bijeenkomst
zal in 1924 te Nunspeet gehouden worden.
Te Elburg en te Tietjerksleradeel wor
den de huurcommissies met 1 Januari opge
heven.
Amerika en Europa's herstel.
Er zijn belangrijke documenten gepubli
ceerd, die tusschen de Engelsche en Ameri
kaansche regeeringen zijn gewisseld over de
mogelijkheid eener Amerikaansche deelno
ming aan een conlerentie tot onderzoek der
middelen die zouden kunnen leiden tot een
oplossing van het vraagstuk der schade
vergoeding. i
Het eerste dier documenten is een schrij
ven van CUrzon aan de regeering te
Washington 'waarin de 'Eiigelsche minister
van buitenlandsche Zaken zegt; Do berich
ten die Amerika bereiken, zullen de Ame
rikaansche' rf&eerin'g de hoogte hebben
gebracht van den buitengewoon critieken
toestand op economisch gehied, die in
Europa is ontstaan door de onmogelijkheid
een oplossing te vinden voor het vraagstuk
der schadeloosstelling. Dit vraagstuk wordt
van dag tot dag ingewikkelder naar mate
de financieele en politieke toestanden in
Duilschland slechter worden. Er schijnt bij
de Europeesche mogendheden niet die een
heid van gedachten te bestaan, welke een
eensgezind optreden mogelijk zou maken of
zou kunnen leiden tot het spoedig vinden
eener oplossing. De Engelsche regeering
heeft in de laalste 9 maanden een reeks
voorstellen aan de bondgenooten gedaan om
deze moeilijkheden te boven te komen, doch
geen enkel dier voorstellen bracht het zoo
ver, voldoende ondersteuning te vinden om
een gemeenschappelijke actie in te leiden.
Toch zal zonder zulk een actie niet slechts
Duitschland doch Europa economische ram
pen tegemoet gaan. In deze omstandigheden
is de Engelsche regeering sedert geruimen
tijd van meening, dat de medewerking der
V. S. een levensvoorwaarde is, om nader tot
een regeling te geraken. Wegens zijn lig
ging en geschiedenis is Amerika minder bij
het vraagstuk betrokken dan een der Euro
peesche landen, doch terzelfder tijd is de
oplossing van het Europeesch probleem een
zaak ,die Amerika direct en zeer ernstig
aangaat, reeds alleen wegens het belang dat
de V. S. hebben bij de onderlinge schulden.
Curzon's brief zegt dan verder; Toen
Hughes, de Amerikaansche staatssecretaris,
verleden jaar November zijn bekende ver
klaring aflegde, hebben Engeland en
Duitschland duidelijk te kennen gegeven,
dat zij de aangeboden medewerking gaarne
zouden aanvaarden. Telkens als dit plan
weer te berde kwam, heeft de Engelsche
regeering het met ingenomenheid begroet.
De Fransche regeering heeft tot dusver van
een andere meening blijk gegeven, en dit
gebrek aan overeenstemming is voor zoover
do Engelsche regeering weet, de eenige re
den waarom er met het Amerikaansche plan
geen voortgang is gemaakt.
De Engelsche regeering juicht do verkla
ring van president Coolidge van harte toe,
dat de regeering der V. S. blijft bij haar
voorstel van December jl. en zij hoopt ge
rechtigd te zijn tot het trekken der conclu
sie, dat, als de Europeesche mogendheden
gemeenschappelijk willen overgaan tot zulk
een onderzoek, Amerika daaraan zal mede
werken. Als de Engelsche regeering de ver
klaring van den president juist heeft opge
vat en mag rekenen op een gunstig opne
men daarvan, zal zij niet aarzelen onmid
dellijk de samenwerking te vragen van de
Europeesche bondgenooten om de Ameri
kaansche regeering uit te noodigen tot deel
neming aan het voorgestelde onderzoek
door, officieel of niet officieel, een vertegen
woordiger te benoemen om deel te nemen
aan dit onderzoek.
Als anderzijds zou worden voorgesteld
zulk een onderzoek in te leiden zonder dat
nog volkomen eensgezindheid dienaan
gaande was bereikt, zou dan de Engelsche
regeering en de meerderheid der bondge
nooten toch mogen hopen op Amerikaan
sche medewerking? Anders gezegd, als een
voorstel werd gedaan om een dergelijk on
derzoek op te dragen aan de Commissie
van Herstel of aan een lichaam door die
commissie benoemd, zou dan Amerika
eveneens bereid zijn lot deelneming?
In de volle overtuiging dat de Ameri
kaansche regeering het in haar macht heeft
een grooten dienst te bewijzen aan veilig
heid en vrede in de wereld, wenscht de
Engelsche regeering, sprekend in den naam
van het geheele Britsche rijk, zooals dit
vertegenwoordigd is in de Rijksconferentie,
thans te Londen bijeen, zich aan te sluiten
bij het hernieuwde voorstel van president
Coolidge en gaarne zal zij van de Ameri
kaansche regeering ieder denkbeeld ter ken
nis nemen, dat laatstgenoemde in antwoord
op de vragen die ik hierboven heb gesteld,
aan de hand zou willen doen.
In antwoord hierop uit de Amerikaansche
staatssecretaris zijn meening, dat de tegen
woordige toestand het dringend noodzake
lijk maakt, een bruikbaar financieel plan
te ontwerpen ten einde een economische
ramp in Europa te verhinderen waarvan de
gevolgen over de geheele wereld zouden
worden gevoeld.
Hij hoopt, dat de omstandigheden gun
stig zullen zijn voor het in overweging
nemen van het plan in zooverre het staken
van het verzet door do Duitsche regeering
de gelegenheid en tevens de onmiddellijke
noodzakelijkheid aangeelt voor het vast
stellen van een economisch program. Hij
zegt verder, dat de regeering der V. S. der
halve geheel bereid is deel te nemen aan
een economische conterentie waaraan alle
Europeesche bondgenooten, voornamelijk
zij, die belang hebben bij de Duitsche scha
devergoeding, deel zullen nemen, ten einde
het vraagstuk der Duitsche draagkracht in
verhand met de schadeloosstelling te over
wegen en een bruikbaar financieel plan
vast te stellen tot het verzekeren dier be
talingen.
Hij legt echter den nadruk op de navol
gende punten:
1. De Amerikaansche regeering wenscht
geenszins Duitschland ontslagen te zien
van zijn aansprakelijkheid voor den oorlog
of van zijn billijke verplichtingen. Er mag
geen» plaats blijven voor de meening dat
de Londensche conferentie, zoo zij bijeen
komt, een dergelijk doel heeft of dat het
verzet van Duitschland tot nakoming zijner
verplichtingen, eenigen sleun vindt. Het
moet duidelijk zijn, dat bij het pogen de ge
stelde oogmerken te bereiken, rekening
moet worden gehouden met het Duitsche
draagvermogen en met de principieele voor
waarden voor het herstel van Duitschland
zonder hetwelk er van schadeloosstelling
niets kan komen,
2. Een dergelijke conferentie zal een ad-
viseerend karakter moeten hebben en zou
niet de regeeringen moeten binden, die na
tuurlijk niet bereid zouden worden gevon
den reeds bij voorbaat hun instemming met
de bestuiten te betuigen; het oogmerk zou
veeleer zijn om geschikte denkbeelden te
laten formuleeren. door een welingelicht en
onpartijdig lichaam dat zich ten doel stelt
de moeilijke vraagstukken op te lossen naar
de eigen mérites der problemen.
3. De regeering der V. S. heeft voortdu
rend volgehouden, dat er een werkelijk ver
schil bestaat tusschen de vraagstukken van
Duitschlands betaalkracht en der mogelijk
heid der invordering der betalingen van
Duitschland en der voldoening door de ge
allieerden van hun schulden aan Amerika,
die alle verschillende verplichtingen zijn.
Hughes zegt dan, dat de regeering der
V. S. niet in staat is een lid te benoemen
in de Commissie van Herslel. aangezien dit
alleen kan geschieden met toestemming van
het congres. Hij twijfelt echter geenszins of
er zal een alleszins bekwaam Amerikaansch
burger bereid worden gevonden om deel te
nemen aan het economisch, onderzoek naar
de bedoelde punten, door een raadgevend
lichaam, benoemd door de Commissie van
Herstel, eventueel in te stellen ingeval zulks
na voldoende overweging wenschelijk zou
worden geacht.
Wat de vraag betrett of zulk een deel
neming van Amerika zou kunnen worden
verwacht als er geen eenstemmigheid bij
do Europeesche mogendheden zou kunnen
worden verkregen stelt Amerika zich op
nieuw op het standpunt dat de aanhangige
kwestie nooit finaal zal kunnen worden
geregeld zonder overeenstemming der Euro
peesche regeeringen die er direct bij zijn
betrokken. Andere regeeringen kunnen
niet uit hun naam mede beslissen. De Ame
rikaansche regeering hoopt, dat het plan
van zulk een onderzoek dat als adviseerend
is gedacht, instemming zal vinden bij al
deze mogendheden, en dat de opgeworpen
vraag niet feitelijk zal behoeven te worden
gesteld. Mocht echler die vraag wel aan de
orde komen bij gebrek aan eenstemmigheid
der Europeesche regeeringen, dan moet die
der V. S. zich haar beslissing voorbehouden
ten aanzien van haar gedragslijn om den
gang van zaken in zulk een geval ten volle
te overwegen en zulk een beslissing te ne
men, waardoor het uiteindelijk succes tot
verzekering van den vrede van Europa en
het economisch herstel het best wordt ge
diend. Om dit doel to bereiken wenscht da
regeering der V. S. op elke mogelijke ma
nier de helpende hand te reiken.
(Nadruk verboden).
s Op den beteienden weg.
- Weenen, 18 Oct, lüll.
In mijn vorigen brief heb ik over de sta
biliteit van de kroon gesproken en betoogd,
dat zij de voorwaarde en de grondslag was.
voor de verdere saneering van Oostenrijk
De regeering zette zich er nu toe, wijl do
kredieten van den Volkenbond een pauze
toestonden om op adem te komen, geduren
de welke rustig voortgewerkt kon worden,
om het moeilijke vraagstuk op te tassen hoa
het staats-deficit kon worden weggewerkt,
De zaak werd van twee kanten tegelijk aan
gepakt, n.l. van de zijde der inkomsten en
van die der uitgaven.
De inkomsten van den staat waren na
tuurlijk, zoolang de kroon in waarde daalde,
zeer problematisch, want de voorgeschreven
belastingen en heffingen werden, zooala
overal op de wereld eerst eenige maanden
later geïnd, en deze inning had plaats ia
geld van verminderde waarde, omdat da
kroon inlusschen weer gedaald was. Da
staat had daardoor schade en nu waren et
vele belastingplichtigen, en helaas, onder dg
grootste en rijkste, die. opzettelijk met de
voldoening wachtten en op verdere daling
speculeerden, opdat de oorspronkelijk hoogs
belasting zoo inkromp, dat zij het verlies
van het bedrag der belasting, nauvvelks
merkten. En de staat bemerkte daardoor ook,,
nauwelijks de ontvangst. Nu echter werd hal
weer mogelijk de belastingen tot het volle
bedrag te heffen. Daardoor gebeurden hel
wel, dat het bedrag de draagkracht van den
belastingschuldige te boven ging.
Ook de inkomende rechten en de op
brengst van het tabaksmonopoliff, die ali
waarborg voor de rente van de Volken-
bondsleening zijn aangewezen, hebben hel
laatste jaar meer opgebracht. In 1922 lever
den zij maandelijks gemiddeld 105 milliard
kronen, maar in het eerste halljaar van
1923 waren zij al gestegen lot 189 milliard,
in Juli tot 232 en in Augustus lot boven de
250 milliard. Nog opmerkelijker was de stij
ging van de directe belastingen, want dis
leverden 8 i 10 maal zooveel als in het vo
rige jaar. Het spreekt vanzelf, dat zulke ver
hoogingen niet alleen maar gevolg kunnen
zijn van een wet en dat zij eerst mogelijk
worden door vaderlandslievende offers van
de afzonderlijke -personen, door den vasten
wil van alle Oostenrijkers om hun uiterste
best te doen om den staat to redden en den
grondslag te leggen voor een zonniger toe
komst. Het resultaat van deze inspanning
komt daarin uit, dat de staatsinkomsten in
Juli van dit jaar 606 milliard bedroegen
tegenover 200 milliard in October 1922. Ed
btj dezen vooruitgang is het niet gebleven.
Wanneer men bedenkt, dat het Ooslenrijk-
sche staathuishouden door 5 oorlogsjaren en
4 bijna nog ergere jaren daarna, verarmd en
uitgeput is, dat wij nog altijd lijden aan een
zich maar zeer langzaam verbeterende in-
dustrieele crisis; dat de ondernemers vaak
moeilijkheden hebben met de socialistische
arbeiders, dan moet men toegeven, dat wij
trotsch kunnen zijn op het bereikte.
Op gelijke wijze, als men tracht het bud
get door ontvangsten te verbeteren, doet
men ook zijn best de uitgaven te beperken
door krachtige bezuiniging. De regeering
heeft een bezuinigingsinspecteur benoemd,
die met een staf van medewerkers alle lak
ken van dienst onderzoekt en nagaat waar
versobering kan worden toegepast.
In eiken staat kan bezuinigd worden,
wanneer de vaste wil er maar isin Oosten
rijk kan en moet men verder gaan, omdat
men van een groote mogendheid is afge
daald tot een kleinen staat, waarin veel,
dat vroeger noodig was, nu gemist kan wor
den. Maar gemakkelijk is deze overgang
niet. Een der gewichtigste besparingen moet
voortkomen uit de vermindering van het
aantal ambtenaren. Er waren er veel te veel
in Oostenrijk. Het is echter verklaarbaar:
te Weenen, de hoofd- en residentiestad van
het oude Oostenrijk hadden de verschillende
diensten hun centraal bureau. De ministe-
riën, de centrale bureau's voor de admini
stratie en de rechtspraak waren ingericht
voor het groote Oostenrijk met zijn ongeveer
30 millioen inwoners; enkele o. a. het mi
nisterie van Oorlog en van Buitenlandsche
Zaken voor de behoeften der geheele mo
narchie met inbegrip van Hongarije, dus
voor ongeveer 50 millioen inwoners. Het is
duidelijk, dat dit ombtenarenleger voor een
slaat van 6 millioen zielen veel te groot was
en dus ingekrompen moest worden. Er
kwam nog iets bij: het oude Oostenrijk met
zijn zeer samengestelde en ingewikkelde na
tionaliteiten-verhoudingen had een besluur,
dat uit Weenen geleid werd en waarvan de
Duitsch-Oostcnrijksche ambtenaar de ruggc-
graat was. Overal, waar zelfs het Duitsche
element ver in de minderheid was, regeerde
dit. Tientallen van jaren voerden de andere
nationaliteiten een taaien strijd om hun
eigen land- en stamgenoofen op de bevoor
rechte plaats te brengen. Zij wonnen wel
terrein, maar de regeering le Weenen ver
zette zich zoo lang mogelijk, ook wanneer
er maar een betrekking op een post van ge
ringe betcckenis te begeven was. De regee
ring begreep, dat de Duitsch-Ooslenrijksche
ambtenaar, die Weenen als het hoofdkwar
tier beschouwde aan het zeer samengestel
de Ooslenrijksche lichaam kracht en stevig
heid gaf en zij wist, dat zij telkens iels ver
loor, wanneer zij toeliet, dat in plaats van
een Duitsch-Ooslenrijker een ander werd
aangesteld, die allereerst naar Praag of naar
Krakau, naar Trente of Brünn, naar Laf-
bach of Agram zag. Bij het ineenstorten dec