No. 19520. LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 26 October. Tweede Blad. Anno 1923. BINNENLAND. 1* BUITENLAND. BRIEVEN UIT WEENEN. J- Wetenschap en Algemeen Belang. De Minister a van Onderwijs, K. en W. jpn van Binnenlandsche Zaken en Landbouw Rebben, naar het aan het „HM."- wordt gemeld, in het leven geroepen een oom- iniasie, die zal onderzoeken, door welke maatregelen on in welken vorm het toe gepast natuurwetensoï^appelijk onderaoek hier te lande dienstbaar kan worden ge= ffiaaikfc aan het algemeen belang. Het „Hbl." teekent hierbij o.a. aan, dat üe minister Oort van der Linden in 1Ö17 leen post op de begrooting had gebracht van f 100.000 voor een „wetenschappelijke commissie van advies en onderzoek in het belang van volkswelvaart en weerbaar heid." Deze oommissie zou zich bezighou den met het onderzoek van vragen op het gebied van voedselvoorziening, van in dustrie, van verdediging enz., haar taak zelfstandig vervullen, maar ook bepaalde Opdrachten van de regeering ontvangen. Heeds lang bestond heb voornemen om deze commissie te reorganiseeren, in ver band waarmede op de begrooting van On derwijs de laatste jaren de kosten voor de commissie „pro memorie" waren uitge trokken. Eigenlijk kwam de oude commis sie sedert long al niet meer bijeen. De nieuwe commissie, die veel kleiner zal zijn en dezer dagen zal worden benoemd, *al hebben na te gaan onder welken vorm Oen oommissie nuttig werkzaam zou kun nen wezen in het belang van de toepassing Van het natuarweten schappelijk onder- aoe£. Arbeidstijd Steenbakkerijen. De Minister van A., H. en N. heeft: iaan hoofden of bestuurders van steenbak kerijen, geisgen aan of bij de rivieren Rijn, Waal, Lek, Maas, IJssel (van Westervoort af tot de Zuiderzee), Linge en Merwede, Vergund, dat in hun onderneming door ar beiders van 18 jaren of ouder, gedurende het tijdvak van 1 April 1924: tot en met 30 Sept. 1924, in afwijking van het bepaalde bij art. 24, eerste lid, der Arbeidswet 1919, gedurende negen uren per dag en 50 uren per week arbeid wordt verricht; aan hoofden of bestuurders van steenbak kerijen, voor zoover niet boven genoemd, Vergund, dat In hun onderneming door ar beiders van 16 jaren of ouder, gpdurende het tijdvak van 1 Aprii 1924 tot en met 30 Sept. 1924, In aiwijking van het bepaalde bij art. 24 der Arbeidswet 1919, gedurende 10 uren per dag en 55 uren per week arbeid wordt Verricht, onder voorwaarde, dat de arbeids tijd dezer arbeiders in zijn geheel gelegen Is, hetzij tusschen 6 uur voorm. en 6 uur nam., hetzij tusschen 7 uur voorm. en 7 uur nam. Uit de textielnijverheid. De samenwerkende besturen der arbei dersorganisaties te Enschedé hebben aan ide 'Enschedesche Fabrikantenvereniging gisteren den volgenden brief gezonden: Uwo Vereeniging meent ons te moeten .Wijzen op do vérstrekkende gevolgen, welke 3e staking op de fabriek Kremersmaten piet zich mede zal brengen. Wij stellen echter vast, dat deze staking een gevolg ib van de mede door Uw Vereeniging aan gekondigde loonsverlaging, die, volgens lonze meening, door niets gerechtvaardigd is en waarvan do noodzakelijkheid nog niet is aangetoond. Deze nieuwe verlaging der toch al zoo lage loonen der textielarbeiders Welke tot gevolg zal hebben, dat deze voor Velen zullen dalen tot beneden het bestaans minimum, is niet te aanvaarden. De door tl bedoelde gevolgen, die hieruit kunnen Voortvloeien, komen dus geheel voor reke ning der werkgevers. Deze zouden alsnog Voorkomen kunnen worden, wanneer de Werkgeversverenigingen een ander stand punt innamen. Mond- en klauwzeer. Stand van het mond- en klauwzeer in Nederland, gedurende de week van 14 tot él October 1923 Aantal" Provinciën veebeslagen gemeenten Friesland9 9 Drente1 1 Overijsel2 2 Gelderland13 11 Utrecht128 41 Noord-Holland ...-ït» 176 65 Zuid-Holland194 87 Zeeland10 9 Noordbrabant ...r.? 11 11 Limburg...t...- 8 6 Totaal522 231 H. M. de Koningin-Moedor is gister middag omstreeks vijf uur per Staatsspoor in de Residentie treuggekeerd van haar verblijf te Valkenburg en daarna op Het Lbo. Bedankt is voor het beroep naar de ÜJTed.-Herv. Gem. te Bleiswijk door ds. Joh. pe Bres, te Bruchem. Dr. F. van Gheel Gildemeester, Ned. Herv. predikant in Den Haag, is in zoo- Ver hersteld, dat hij 4 Nov.a.s. bij gele- J fenheid van zijn 40-jarigen arbeid in de Lesidentie, een gedachtenisrede zal uit spreken. Het is aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gebleken, dat in verschillende gemeenten van dit gewest tot opheffing van het openbaar vervolgonderwijs wordt over^ gegaan. In verband hiermede hebben Ge- dep. Staten aan de gemeentebesturen in overweging gegeven, om, wanneer na even- .tueele opheffing van dit onderwijs, ouders, .onderwijzers of andere particulieren, cur sussen voor vervolgonderwijs in het leven Willen roepen, daarvoor desgevraagd in de Ppenbare school localiteit beschikbaar te Stellen. De Sckeepvaartvereenigingen Noord Zuid hebben in Den Haag een confe rentie gehouden met de hoofdbesturen van den Centralen Bond van Transportarbei ders, de Christelijke en R.-K. Transport- arbeidersbonden over een nieuwe arbeids overeenkomst in het havenbedrijf. Zooals men weet, was de oude overeen komst tot 1 November verlengd.; De Scheepvaartvereenigingen hebben voorgesteld, om, wat de machinale bedrij ven aangaat, 10 uur per dag te arbeiden en wel zoodanig, dat gemiddeld een werk week van 49 uur wordt gemaakt. Deze ca tegorie omvat alle arbeiders, betrokken bij de machinale lossing, zooals wat Rotter dam betreft, Thomson's havenbedrijf, Swarttouw, de steenkolenhandelsver. en andere. Tot nu toe werd daar continu ge arbeid. Voorgesteld is om voortaan twee afwis selende ploegen te werk te stellen, die ieder 10 uur werken, en een gemiddelde werkweek maken van 48 uur. Voorts wordt voorgesteld het loon voor het geheele be drijf op een vasten minimum-grondslag van f26 per week te stellen. Voor de losse arbeiders wordt het loon f5.10 per dag. Ten einde de organisaties voldoende ge legenheid te geven tot het plegen van over leg met de leden en het formuleeren van eventueel© tegenvoorstellen, is tevens over eengekomen, dat de thans geldende over eenkomst voorloopig ook na 1 November van kracht zal blijven. De afd. Rotterdam van den Centralen Bond van Transportarbeiders heeft huis houdelijk vergaderd met de boot- en expe ditie-werkers. In deze bijeenkomst is ver slag uitgebracht van de conferentie in Den Haag en werd uitvoerig gediscussieerd over eventueel© tegenvoorstellen. De stemming der vergadering was deze: dat in geen geval moet worden ingegaan óp die voorstellen, welke verlenging van den arbeidstijd vragen. De Centrale Bond zal in den loop van deze week ook nog met de andere groepen vergaderen. In het Vereenigingslokaal te Schiedam is Woensdagavond het feit herdacht, dat ds. A. Tap veertig jaar geleden het predikambt in de Ned.-Herv. Kerk aanvaardde, waarvan hij 29 jaar de Ned.-Herv. Gem. te Schiedam dient. Behalve een drietal ambtgenooten van den jubilaris voerden o.a. het woord dr. Cal- lenbach, uit Rotterdam, als praeses van de classis Rotterdam, van welk college ds. Tap scriba is en dr. A. de Visser, Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen als vriend en tevens als voorzitter van de „Marthastichting" te Alphen a. d. Rijn, van welk bestuur de jubilaris eveneens secreta ris is. Minister De Visser deelde mede, dat de jubilaris benoemd is tot ridder in de Oranje Nassau-orde. Namens de Gemeente en den Kerkeraad sprak ouderling G. Alers, die een drietal ca- deau'x aanbood, De Raad van Rotterdam heeft gister middag benoemd tot secretaris van do ge meente mr. M. Smeding, administrateur ter gemeente-secretarie aldaar. De nieuwe gemeente-secretaris is secretaris van de commissie voor algemeen© personeelsaan gelegenheden en sedert het overlijden van den lieer Kok ook chef van het pensioen bureau. Vóór zijn indiensttreding bij de gemeente is hij ambtenaar geweest bij het hoofdbestuur van de Posterijen. Mr. Sme ding is 36 jaar. Woendagavond a.s. zal de Raad een zit ting'houden tot afscheid van den aftreden den secretaris, mr. A. H. J. Heynsius. Na de a.s. Januari-examens zal een nieuwe regeling omtrent de examens aan de Technische Hoogeschool te Delft in werking treden. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat een werkgever in het land- en tuinbouwbedrijf, die aan vankelijk de arbeiders in zijn onderneming heeft verzekerd bij de Rijksverzekerings bank, doch1 later de voorkeur geeft aan verzekering bij een Bedrijfsvereeniging, met deze verandering niet behoeft te wach- tèn tot het einde van een kalenderjaar. Hij kan integendeel ook in den loop van het jaar lid worden van de door hem geko zen Bedrijfsvereeniging, waarna dan de verzekering bij de Vereeniging aanvangt op den eersten dag der kalendermaand, vol gende op die, waarin dp werkgever lid der Bedrijfsvereeniging is geworden. De heer Boon heeft aan den Minister yan Justitie gevraagd: 1. Is de Minister bereid mede te deelen óf aan den Algemeenen Politiebond of een zijner önderdeelen van Regeeringswege sub sidie is verleend onder voorwaarde, dat tot de betreffende cursussen ook niet-poli- tiemannen moeten worden toegelaten? 2. Is het, indien zoodanige voorwaarde is gesteld, don Minister bekend, dat te Leiden èen vakcursus van genoemden Bond bestaat, terwijl te Rotterdam een zoodanige wordt georganiseerd, bij welke beide cur sussen die voorwaarde niet wordt nage leefd 3. Is, in geval van bevestigende beant woording, de Minister bereid maatregelen te treffen tot verzekering van de naleving van alle voorwaarden, onder welke het be treffende is verleend 1 In. 'dé te Zaandijk gehouden Raads vergadering is besloten met ingang van 1 Januari 1924 do zakelijke belasting op het bedrijf in te trekken. Vóór stemden 1 anti- rev., 2 vrijheidsbonders en de afgevaar digde van de arbeidersvereniging. Tegen stemden de drie soc-democraten. Gisteren werd te Amsterdam de zeven en-zestigste algemeene vergadering gehou den van de Kon. Ned. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde, onder leiding van den ondervoorzitter der Maatschappij, den heer baron van Pallandt van Rosendaal, uit Velp, die do vergadering opende met een woord van welkom aan den heer Kake- beeke, den Inspecteur van Land- en Tuin bouw, en op wiens voorstel een telegram van hulde werd gezonden aan H, M. de Koningin-Moeder, Beschermvrouw* der Maatschappij. Uit het jaarverslag der Maatschappij over 1922, uitgebracht door den secretaris, den heer J. G. M. Mensing, bleek, dat er in de Maatschappij, en haar afdeelingen een op gewekt leven heerscht, Het ledental ging iets achteruit en liep van 4435 leden terug tot 4309 leden, zoodat na de jongste contributieverhooging het le dental niet noemenswaard achteruit ging. Het aantal afdeelingen steeg van 45 op 47 afdeelingen, door oprichting van de afd. Castricum en ZwoÜ8. Het beekjaar sloot met een batig saldo van f 69,25, Het Bibli- theekfonds bedraagt f 24.500, gekweekte rente f 4283,89, het tentoonstelling^fonds f7300, gekweekte rente f2818,23 het Vaste Keuringscommissiefonds steeg tot f 927,27. Vanwege de Zaaizaadkeuringscommissie werden door 1100 personen keuring hunner producten aangevraagd, verdeeld- over 400 H.A. De vergaderingen en keuringen der vaste' keurings-commissie werden goed bezocht. De groote keuring in Den Haag en de spe ciale Lathyruskeuring te Haarlem slaagden uitstekend. Er waren op de keuringen in to taal 50 inzendingen meer dan in 1921, met een totaal van 384 inzendingen. De Tuinbouwwintercursussen werden be zocht door 418 leerlingen; van wie aan 140 leerlingen een diploma kon worden uitge reikt. De speciale cursussen werden ge volgd door 413 hoorders. De rekening over 1922 werd met dank aan den secretaris-penningmeester goedge keurd. De begrooting voor 1924, welke vervol gens aan de orde kwam, lokte veel bespre king uit. Ontsteltenis werd gewekt door de mededeeling dat het Rijkssubsidie van f 4000, hetwelk dit jaar reeds tot op f 3000 verminderd was, th^ns geheel wordt inge trokken, wat een herziening ,der repds opge maakte begrooting noodig maakt. Overwo gen wordt nu de zaaizaaclkeuringen geheel door de belanghebbenden te dóen bekostigen te bezuinigen op het orgaan, en alle subsi dies der Maalpij. aan andere coöperaties in te trekken. De heer Kakebeeke betreurt, dat hij nood gedwongen de mededeeling van schrapping der Regeeringssubsidie moet bevestigen, maar er konden bij de algemeene regeling geen uitzonderingen gemaakt worden. Spr. sprak echter de beste wenschen voor de Maatschappij uit. De heer K. G. van Nes, Apeldoorn, acht het verkeerd dat op de productieve organen zoo sterk wordt bezuinigd. Land- en Tuin bouw ontvangen volgens hem de groote klappen, de takken van welvaart die het meest productief zijn; z. i. een zuinigheid welke de wijsheid bedriegt. Spr. gevoelde hier sterk het gemis aan een vertegenwoor diger van den Land- en Tuinbouw in het Ministerie, die voor deze belangrijke takken van nijverheid kon opkomen. Besloten wordt de begrooting aan het H.B. terug te zenden, met verzoek deze sluitend te maken. In de plaats van de heer-en dr. W. Posthu mus Meijjes en J. Heemstra worden in het hoofdbestuur gekozen de heeren Th. 's Ja cob, uit Nunspeet, en Klein Molenkamp, te Zeist. Met algemeene ötemmen wordt al9 secretaris-penningmeester herkozen de heer J. G. M. Mensing, die de' herbenoeming aan vaardt. De vriendschappelijke bijeenkomst zal in 1924 te Nunspeet gehouden worden. Te Elburg en te Tietjerksleradeel wor den de huurcommissies met 1 Januari opge heven. Amerika en Europa's herstel. Er zijn belangrijke documenten gepubli ceerd, die tusschen de Engelsche en Ameri kaansche regeeringen zijn gewisseld over de mogelijkheid eener Amerikaansche deelno ming aan een conlerentie tot onderzoek der middelen die zouden kunnen leiden tot een oplossing van het vraagstuk der schade vergoeding. i Het eerste dier documenten is een schrij ven van CUrzon aan de regeering te Washington 'waarin de 'Eiigelsche minister van buitenlandsche Zaken zegt; Do berich ten die Amerika bereiken, zullen de Ame rikaansche' rf&eerin'g de hoogte hebben gebracht van den buitengewoon critieken toestand op economisch gehied, die in Europa is ontstaan door de onmogelijkheid een oplossing te vinden voor het vraagstuk der schadeloosstelling. Dit vraagstuk wordt van dag tot dag ingewikkelder naar mate de financieele en politieke toestanden in Duilschland slechter worden. Er schijnt bij de Europeesche mogendheden niet die een heid van gedachten te bestaan, welke een eensgezind optreden mogelijk zou maken of zou kunnen leiden tot het spoedig vinden eener oplossing. De Engelsche regeering heeft in de laalste 9 maanden een reeks voorstellen aan de bondgenooten gedaan om deze moeilijkheden te boven te komen, doch geen enkel dier voorstellen bracht het zoo ver, voldoende ondersteuning te vinden om een gemeenschappelijke actie in te leiden. Toch zal zonder zulk een actie niet slechts Duitschland doch Europa economische ram pen tegemoet gaan. In deze omstandigheden is de Engelsche regeering sedert geruimen tijd van meening, dat de medewerking der V. S. een levensvoorwaarde is, om nader tot een regeling te geraken. Wegens zijn lig ging en geschiedenis is Amerika minder bij het vraagstuk betrokken dan een der Euro peesche landen, doch terzelfder tijd is de oplossing van het Europeesch probleem een zaak ,die Amerika direct en zeer ernstig aangaat, reeds alleen wegens het belang dat de V. S. hebben bij de onderlinge schulden. Curzon's brief zegt dan verder; Toen Hughes, de Amerikaansche staatssecretaris, verleden jaar November zijn bekende ver klaring aflegde, hebben Engeland en Duitschland duidelijk te kennen gegeven, dat zij de aangeboden medewerking gaarne zouden aanvaarden. Telkens als dit plan weer te berde kwam, heeft de Engelsche regeering het met ingenomenheid begroet. De Fransche regeering heeft tot dusver van een andere meening blijk gegeven, en dit gebrek aan overeenstemming is voor zoover do Engelsche regeering weet, de eenige re den waarom er met het Amerikaansche plan geen voortgang is gemaakt. De Engelsche regeering juicht do verkla ring van president Coolidge van harte toe, dat de regeering der V. S. blijft bij haar voorstel van December jl. en zij hoopt ge rechtigd te zijn tot het trekken der conclu sie, dat, als de Europeesche mogendheden gemeenschappelijk willen overgaan tot zulk een onderzoek, Amerika daaraan zal mede werken. Als de Engelsche regeering de ver klaring van den president juist heeft opge vat en mag rekenen op een gunstig opne men daarvan, zal zij niet aarzelen onmid dellijk de samenwerking te vragen van de Europeesche bondgenooten om de Ameri kaansche regeering uit te noodigen tot deel neming aan het voorgestelde onderzoek door, officieel of niet officieel, een vertegen woordiger te benoemen om deel te nemen aan dit onderzoek. Als anderzijds zou worden voorgesteld zulk een onderzoek in te leiden zonder dat nog volkomen eensgezindheid dienaan gaande was bereikt, zou dan de Engelsche regeering en de meerderheid der bondge nooten toch mogen hopen op Amerikaan sche medewerking? Anders gezegd, als een voorstel werd gedaan om een dergelijk on derzoek op te dragen aan de Commissie van Herstel of aan een lichaam door die commissie benoemd, zou dan Amerika eveneens bereid zijn lot deelneming? In de volle overtuiging dat de Ameri kaansche regeering het in haar macht heeft een grooten dienst te bewijzen aan veilig heid en vrede in de wereld, wenscht de Engelsche regeering, sprekend in den naam van het geheele Britsche rijk, zooals dit vertegenwoordigd is in de Rijksconferentie, thans te Londen bijeen, zich aan te sluiten bij het hernieuwde voorstel van president Coolidge en gaarne zal zij van de Ameri kaansche regeering ieder denkbeeld ter ken nis nemen, dat laatstgenoemde in antwoord op de vragen die ik hierboven heb gesteld, aan de hand zou willen doen. In antwoord hierop uit de Amerikaansche staatssecretaris zijn meening, dat de tegen woordige toestand het dringend noodzake lijk maakt, een bruikbaar financieel plan te ontwerpen ten einde een economische ramp in Europa te verhinderen waarvan de gevolgen over de geheele wereld zouden worden gevoeld. Hij hoopt, dat de omstandigheden gun stig zullen zijn voor het in overweging nemen van het plan in zooverre het staken van het verzet door do Duitsche regeering de gelegenheid en tevens de onmiddellijke noodzakelijkheid aangeelt voor het vast stellen van een economisch program. Hij zegt verder, dat de regeering der V. S. der halve geheel bereid is deel te nemen aan een economische conterentie waaraan alle Europeesche bondgenooten, voornamelijk zij, die belang hebben bij de Duitsche scha devergoeding, deel zullen nemen, ten einde het vraagstuk der Duitsche draagkracht in verhand met de schadeloosstelling te over wegen en een bruikbaar financieel plan vast te stellen tot het verzekeren dier be talingen. Hij legt echter den nadruk op de navol gende punten: 1. De Amerikaansche regeering wenscht geenszins Duitschland ontslagen te zien van zijn aansprakelijkheid voor den oorlog of van zijn billijke verplichtingen. Er mag geen» plaats blijven voor de meening dat de Londensche conferentie, zoo zij bijeen komt, een dergelijk doel heeft of dat het verzet van Duitschland tot nakoming zijner verplichtingen, eenigen sleun vindt. Het moet duidelijk zijn, dat bij het pogen de ge stelde oogmerken te bereiken, rekening moet worden gehouden met het Duitsche draagvermogen en met de principieele voor waarden voor het herstel van Duitschland zonder hetwelk er van schadeloosstelling niets kan komen, 2. Een dergelijke conferentie zal een ad- viseerend karakter moeten hebben en zou niet de regeeringen moeten binden, die na tuurlijk niet bereid zouden worden gevon den reeds bij voorbaat hun instemming met de bestuiten te betuigen; het oogmerk zou veeleer zijn om geschikte denkbeelden te laten formuleeren. door een welingelicht en onpartijdig lichaam dat zich ten doel stelt de moeilijke vraagstukken op te lossen naar de eigen mérites der problemen. 3. De regeering der V. S. heeft voortdu rend volgehouden, dat er een werkelijk ver schil bestaat tusschen de vraagstukken van Duitschlands betaalkracht en der mogelijk heid der invordering der betalingen van Duitschland en der voldoening door de ge allieerden van hun schulden aan Amerika, die alle verschillende verplichtingen zijn. Hughes zegt dan, dat de regeering der V. S. niet in staat is een lid te benoemen in de Commissie van Herslel. aangezien dit alleen kan geschieden met toestemming van het congres. Hij twijfelt echter geenszins of er zal een alleszins bekwaam Amerikaansch burger bereid worden gevonden om deel te nemen aan het economisch, onderzoek naar de bedoelde punten, door een raadgevend lichaam, benoemd door de Commissie van Herstel, eventueel in te stellen ingeval zulks na voldoende overweging wenschelijk zou worden geacht. Wat de vraag betrett of zulk een deel neming van Amerika zou kunnen worden verwacht als er geen eenstemmigheid bij do Europeesche mogendheden zou kunnen worden verkregen stelt Amerika zich op nieuw op het standpunt dat de aanhangige kwestie nooit finaal zal kunnen worden geregeld zonder overeenstemming der Euro peesche regeeringen die er direct bij zijn betrokken. Andere regeeringen kunnen niet uit hun naam mede beslissen. De Ame rikaansche regeering hoopt, dat het plan van zulk een onderzoek dat als adviseerend is gedacht, instemming zal vinden bij al deze mogendheden, en dat de opgeworpen vraag niet feitelijk zal behoeven te worden gesteld. Mocht echler die vraag wel aan de orde komen bij gebrek aan eenstemmigheid der Europeesche regeeringen, dan moet die der V. S. zich haar beslissing voorbehouden ten aanzien van haar gedragslijn om den gang van zaken in zulk een geval ten volle te overwegen en zulk een beslissing te ne men, waardoor het uiteindelijk succes tot verzekering van den vrede van Europa en het economisch herstel het best wordt ge diend. Om dit doel to bereiken wenscht da regeering der V. S. op elke mogelijke ma nier de helpende hand te reiken. (Nadruk verboden). s Op den beteienden weg. - Weenen, 18 Oct, lüll. In mijn vorigen brief heb ik over de sta biliteit van de kroon gesproken en betoogd, dat zij de voorwaarde en de grondslag was. voor de verdere saneering van Oostenrijk De regeering zette zich er nu toe, wijl do kredieten van den Volkenbond een pauze toestonden om op adem te komen, geduren de welke rustig voortgewerkt kon worden, om het moeilijke vraagstuk op te tassen hoa het staats-deficit kon worden weggewerkt, De zaak werd van twee kanten tegelijk aan gepakt, n.l. van de zijde der inkomsten en van die der uitgaven. De inkomsten van den staat waren na tuurlijk, zoolang de kroon in waarde daalde, zeer problematisch, want de voorgeschreven belastingen en heffingen werden, zooala overal op de wereld eerst eenige maanden later geïnd, en deze inning had plaats ia geld van verminderde waarde, omdat da kroon inlusschen weer gedaald was. Da staat had daardoor schade en nu waren et vele belastingplichtigen, en helaas, onder dg grootste en rijkste, die. opzettelijk met de voldoening wachtten en op verdere daling speculeerden, opdat de oorspronkelijk hoogs belasting zoo inkromp, dat zij het verlies van het bedrag der belasting, nauvvelks merkten. En de staat bemerkte daardoor ook,, nauwelijks de ontvangst. Nu echter werd hal weer mogelijk de belastingen tot het volle bedrag te heffen. Daardoor gebeurden hel wel, dat het bedrag de draagkracht van den belastingschuldige te boven ging. Ook de inkomende rechten en de op brengst van het tabaksmonopoliff, die ali waarborg voor de rente van de Volken- bondsleening zijn aangewezen, hebben hel laatste jaar meer opgebracht. In 1922 lever den zij maandelijks gemiddeld 105 milliard kronen, maar in het eerste halljaar van 1923 waren zij al gestegen lot 189 milliard, in Juli tot 232 en in Augustus lot boven de 250 milliard. Nog opmerkelijker was de stij ging van de directe belastingen, want dis leverden 8 i 10 maal zooveel als in het vo rige jaar. Het spreekt vanzelf, dat zulke ver hoogingen niet alleen maar gevolg kunnen zijn van een wet en dat zij eerst mogelijk worden door vaderlandslievende offers van de afzonderlijke -personen, door den vasten wil van alle Oostenrijkers om hun uiterste best te doen om den staat to redden en den grondslag te leggen voor een zonniger toe komst. Het resultaat van deze inspanning komt daarin uit, dat de staatsinkomsten in Juli van dit jaar 606 milliard bedroegen tegenover 200 milliard in October 1922. Ed btj dezen vooruitgang is het niet gebleven. Wanneer men bedenkt, dat het Ooslenrijk- sche staathuishouden door 5 oorlogsjaren en 4 bijna nog ergere jaren daarna, verarmd en uitgeput is, dat wij nog altijd lijden aan een zich maar zeer langzaam verbeterende in- dustrieele crisis; dat de ondernemers vaak moeilijkheden hebben met de socialistische arbeiders, dan moet men toegeven, dat wij trotsch kunnen zijn op het bereikte. Op gelijke wijze, als men tracht het bud get door ontvangsten te verbeteren, doet men ook zijn best de uitgaven te beperken door krachtige bezuiniging. De regeering heeft een bezuinigingsinspecteur benoemd, die met een staf van medewerkers alle lak ken van dienst onderzoekt en nagaat waar versobering kan worden toegepast. In eiken staat kan bezuinigd worden, wanneer de vaste wil er maar isin Oosten rijk kan en moet men verder gaan, omdat men van een groote mogendheid is afge daald tot een kleinen staat, waarin veel, dat vroeger noodig was, nu gemist kan wor den. Maar gemakkelijk is deze overgang niet. Een der gewichtigste besparingen moet voortkomen uit de vermindering van het aantal ambtenaren. Er waren er veel te veel in Oostenrijk. Het is echter verklaarbaar: te Weenen, de hoofd- en residentiestad van het oude Oostenrijk hadden de verschillende diensten hun centraal bureau. De ministe- riën, de centrale bureau's voor de admini stratie en de rechtspraak waren ingericht voor het groote Oostenrijk met zijn ongeveer 30 millioen inwoners; enkele o. a. het mi nisterie van Oorlog en van Buitenlandsche Zaken voor de behoeften der geheele mo narchie met inbegrip van Hongarije, dus voor ongeveer 50 millioen inwoners. Het is duidelijk, dat dit ombtenarenleger voor een slaat van 6 millioen zielen veel te groot was en dus ingekrompen moest worden. Er kwam nog iets bij: het oude Oostenrijk met zijn zeer samengestelde en ingewikkelde na tionaliteiten-verhoudingen had een besluur, dat uit Weenen geleid werd en waarvan de Duitsch-Oostcnrijksche ambtenaar de ruggc- graat was. Overal, waar zelfs het Duitsche element ver in de minderheid was, regeerde dit. Tientallen van jaren voerden de andere nationaliteiten een taaien strijd om hun eigen land- en stamgenoofen op de bevoor rechte plaats te brengen. Zij wonnen wel terrein, maar de regeering le Weenen ver zette zich zoo lang mogelijk, ook wanneer er maar een betrekking op een post van ge ringe betcckenis te begeven was. De regee ring begreep, dat de Duitsch-Ooslenrijksche ambtenaar, die Weenen als het hoofdkwar tier beschouwde aan het zeer samengestel de Ooslenrijksche lichaam kracht en stevig heid gaf en zij wist, dat zij telkens iels ver loor, wanneer zij toeliet, dat in plaats van een Duitsch-Ooslenrijker een ander werd aangesteld, die allereerst naar Praag of naar Krakau, naar Trente of Brünn, naar Laf- bach of Agram zag. Bij het ineenstorten dec

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5