No. 19F>03. ZATERDAG 6 OCTOBER Anno 1923 De voetbaluitslagen. Officieel Kr. cwis^eving. Het voornaamste nieuws van heden. DAGBLAD PRIJS DER ADVERTS NTIENi 80 Cts. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs. Kleine Advertentiën, uilsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en Zaterdags 50 Cts., bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindspleln Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175 Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57955 Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden f 2.35, per week'f 0.18, Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week' 7»...;- 0,18, Franco per post 'f 2.35 portokosten. Dit nummer bestaat uit VIER Bladen EERSTE BLAD. Wij zullen voortaan gedurende het ge- heele voetbalseizoen, iederen Zondagmiddag alle uitslagen van de wedstrijden der le klasse van den N. V. B., die wij per draad- looze telefonie ontvangen, en zoo mogelijk der Leidsche 3e klassers, aan ons kantoor en in het sigarenmagazijn van den heer H. N. Arnold, Breestraat 77, en in de beide filialen van de firma Hillen, Breestraat 154 en Prinsessekade 1, bekend maken. DE DIRECTIE. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien het verzoek van a. Peter M. Verhoef, om vergunning lot aübreiding van de fabriek van fijne vleesch- waren in het perceel Boerhaavestraat No. 910--10a, Sectie B Nis 2886 en 2887 b. de N.V. Distilleerderij „De Fransche Kroon" v/h. Hartevelt Zn., om vergunning tol uitbreiding van de distilleerderij in het perceel Langegracht No. 59a, Sectie B No. 28S9. Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet Geven bij dezen kennis aan het publick, ^dat genoemde verzoeken met de bijlagen op de Secretarie dezer gemeente ter visie ge legd zijn alsmede dat op Zaterdag, den 20en Octo ber e.k., des voormiddags te halfelf uren, op het Raadhuis, gelegenheid zal worden ge- geven om bezwaren tegen deze verzoeken in te brengen, terwijl zij er de aandacht op vestigen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hin- der wet voor het gemeentebestuur of een "zijner leden zijn verschenen, leneinde hun bezwaren mondeling toe te lichten. AUG. L. REIMERTNGER, weth. lo.-Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 6 October 1923. STADSE'^'S. Einde van den Zomertijd. Hedennacht eindigt de Zomertijd. Men zette daarom hedenavond laai de uurwerken 'een uur terug of doe hen gedurende een uur stilstaan. Maatschappij dei Nederlandsche Letterkunde. Gisteravond hield de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde haar eerste maandelijksche vergadenng in dit seizoen, waarin als spreker optrad mr. P. II. Kilter Jr., hoofdredacteur van het „Ulrechtsch Stedelijk en Provinciaal Dagblad", met het onderwerp: „Iets over stijlstudie in liet al gemeen en over den stijl yan Ed. Busken Huet in het bijzonder". Spr. begon zijn rede met een herinnering aan de redevoering, die Jacob Geel inder tijd gehouden heeft voor dezelfde Maat schappij over een nieuwe kaiaklerverdee- ling van den stijl. Deze herinnering ge schiedde niet alleen uit piëteit voor de tra ditie der Maatschappij, maar ook omdat de verhandeling van Geel aanleiding geeft'tot een vergelijking tusschen het slijlprobleem, zooals zich dat voordeed bij de voorgangers van den Ouden en bij de nazaten van den Nieuwen Gids. Het stijlproblcem toch hangt ten nauwste samrn met den algemeenen aard van het letterkundig bewustzijn in een bepaalde cultuurperiode. Het begripstijl sluit zich eerder aan bij een literatuuropvatting, waarin men zich vorm en inhoud als twee afzonderlijke elementen denkt, dan bij een organische literatuurbeschouwing, die zich de gedachte niet voorstelt als iets, dat in den stijl, in den vorm is gehuld, maar waar een bepaalde zinswending of woorden-op eenvolging, als dn gedachte zelf, in haar eenig mogelijke en pressiviteit wordt aange merkt. Spr. deed uitkomen hoe Jacob Geel deze moderne opvatting omtrent de verhouding tusschen vorm en inhoud in de literatuur wel had aangevoeld en in dat opzicht een voorloc-per van den Nieuwen Gidst was te achten, maar hoe liij zich toch heeft bunnen ontworstelen aan de algemeene geestes gesteldheid in zijn dagen, daar hij in zijn beschouwing, die zich tegen stijlopvattingen ■waarbij het menschelijke in den stijl wordt miskend, verzette, zich geen rekenschap had gegeven van het universeel menschelijke, aa.t mede de verhouding tusschen vorm en inhoud in de literatuur bepaalt, stil was blij ven staan bij het vorrn en inhoudprobleem .voor den eenling-schrijver. .^Pr'-schetste daarop de ontwikkeling der stijlgedachte in de 19de en 20ste eeuw in Holland, een ontwikkeling van mechaniek naar organiek stijlbegrip en bracht in dit Verband het kardinale verschil aan de orde tusschen de literatuur, van den Nieuwen Gids en die, welke na hem gekomen is en dat hierin ligt, dat de modernste literatuur in haar beste uitingen, de persoonlijkheid Iaat rijpen lot een bepaalde geserveerde levensgedachte, die met zijn diepste zelf kennis overeenkomt, terwijl de Nieuwe Gids zich openstelde voor iedere levensge- dachle en levensbespeling. Deze beperking achtte spr. hel daadkrachtige en de litera tuur van den nieuwsten tijd deze innerlijke geslotenheid, die niet een resultaat is van gehoorzaamheid aan conventioneel of aca demisch decorum, maar van de plechtige zielsbewogenheid, waar binnen lijden en leven tot een raad en kracht worden ge louterd. Op de verhouding tusschen inhoud en vorm in de literatuur ging spr. daarna die per in en hij behandelde speciaal het vraag stuk van den strijd tusschen refchorische en zielsbewogenheid in den soheppenden letterkundigen kunstenaar een- vraagstuk, dal met de inhoud en vormkwestie parallel loopt. De schrijver beseft dat zoowel de ziels bewogenheid als de rethorische bewogen heid beiden als fataliteiten zijn opgelegd en dat de schepping van het kunstwerk dik wijls een vreeselijken strijd is tusschen ziels bewogenheid en, rethorische bewogenheid. Spr. deed uitkomen, dat dit conflict een ge volg is van onze individualistische cultuur, dat in literaturen, die niet uit den eenling, maar uit de volksgroep zijn ontstaan deze tragedie van het zich zelf martelende indi vidueel bewustzijn wordt opgeheven. Voor onze cultuur zocht hij de opheffing in het tooneel en de journalistiek, die den schrijver zich doen gevoelên als een door en voor.de massa omhoog gestuurde kracht in hun rethorische bewogenheid bewust doen kiezen, terwijl de zielsbewogenheid uit het besef van contact met de massa-overtui ging onbewust vaststaat. Spr. verklaarde de verhoogde belangstel ling van den letterkundige voor de journa listiek het essayisme van onzen lijd. dat zich in twee vormen voordoet, de mystieke essay en de vernuftsessay. Het vernufts essay van onzen lijd doet teruggrijpen naar Busken Huet.x Het tweede gedeelte van den avond wijdde spr. aan een analyse van Huets stijl. Hij be handelde het rhylhme van Huet, dat voort durend met stijl tegenstellingen werkt, waardoor de krachtige kortheid een schoon stijlmozaïek samenstelt. De plastiek verschijnt bij Huet als sjijl- ornament, niet als middel om de kern der karakteristiek te vormen. Zijn geestelijke sfeer kenmerkt zich door objectiviteit en gemis van heroïsche in zijn ironie. Er is in Huet's stijl een intelleclueele be wogenheid een voorlgedragen worden op den stroom zijner universeele vernuftigheid. Er is weinig Uitwerking in den stijl van Huet. Hij geeft volgens spr, het voor beeld. van slijlsynbhèse. Ten slotte toonde spr. aan in een beschou wing over Huet's kritiek op Bilderdijk dat het universeele en te algemeen oriënteeren- de in de kritiek van Huet hem verhinderd heeft om tot gedachten en begripsomlijnin gen te kunnen^komen, dip men in een lei denden criticus mag eischen. Sprekers beschouwing werden met aan dacht gevolgd en aan het slot warm toe gejuicht. Protestvergadering tegen de dreigende loons verlaging van het Overheidspersoneel. Gisteravond werd vanwege het Plaatse lijk Comité van Actie (A C O. P.) fn de groote Sladszaal een protestvergadering ge houden tegen de dreigende loonsverlaging van het Overheidspersoneel, waarvoor als sprekers waren aangekondigd de heeren L. Buurman, uit Den Haag en S. N. Posthu mus, uit Amsterdam, terwijl de socialisti sche zangvereeniging „De Stem des Volks" eenige liederen zou zingen. De goed bezochte vergadering werd te ruim acht uur geopend door den heer Schril ler, die aanving met een heftig protest legen deze trouwelooze Regeering. die niet haar woord houdt. Een tweede protest gold de politiedienaren, die het vuile werk hebben gedaan voor de overheid, door de aanplak biljetten tot deze vergadering af te scheuren hetgeen spreker met eigen oogen heeft ge zien. Het geldt thans de Rijksambtenaren, maar straks kan het ook zoover komen, dat er een poging wordt gedaan de bezoldiging der gemeente-ambtenaren te verminderen, waartegen dan ook zal moeten worden ge protesteerd. Maar een politie-beamble, zoo als spr. "schetst, verdient, dat zijn loon wordt verminderd. Hierna zong „De Stem" de Internationale en nog andere liederen, welke warm wer den toegejuicht. Daarop verkreeg de heer Buurman, lid van den Gemeenteraad te 's-Gravenhage, het woord. Hij deed uitkomen, dat de meeste ambtenaren tot voor kort het hoofd gerust neerlegden, omdat zij vertrouwden, dat een Kon. Besluit nimmer zou worden ingetrok ken. En die meening was toch niet zoo dwaas, al zijn er kapitalistische organen, die het trachten goed te pralen, dat de Re geering wel haar woord breekt. De ambtenaren in overheidsdienstzijn altij'd te laks geweest. In den oorlogstijd hadden de loonen en salarissen van parti culieren aldoor een voorsprong bij die van het overheidspersoneel, dat men zoet hield met allerlei soort bijslagen. Komende tot het voornemen van de Regeeriog. hekelde hij allereerst 3ë houding van „deo groolen boerenzoon", die het nu eens zal opknap pen. 't Is wel eigenaardig, dat men altijd van onderaf wil beginnen, al is het in Lei den anders gegaan, doordat de hoogste amb tenaar daar afstand van een zeker percen tage van zijn salaris heeft gedaan tot een voorbeeld voor anderen. Spr. zal er echter niet op ingaan, om te onderzoeken, of wij hier niet met een mooi gebaar te doen heb ben. Hoé dat zij, van de meeste ambtenaren kan er niets af en als er van afgaat, dan beteekent dit armoede lijden. Er is trouwens al heel w#t van het sa laris afgegaan in'den vorm van ëen pen sioenbijdrage van 87* pCt. Verder is de ar beidstijd van 4-5 op 48 uren en langer ver hoogd. Eindelijk is de wachtgeldregeling veel minder voordeelig geworden. Men ziet, dat hét overheidspersoneel reeds in de al gemeen noodig geachte bezuiniging heel wat bijdraagt. Zoo wordt' het overheidspersoneel straks weer teruggevoerd'tot het standpunt, waar op het vroeger stond, toen van hen werd gezegd: vast salaris, vaste armoede. Het onbillijke, óm de gelden, die uilge spaard moeten worden 'alleen te balen uit de salarissen, wordt door spr. nader aange toond door er op te wijzen, dat de rente- standaard van leeningeü, door den Slaat in den oorlog aangegaan, zal gehandhaafd blij ven tot 1932. Waarom het contract, dat de Regeering daarbij met de kapitalisten heeft gesloten, niet verbroken en de renleslan- daard verlaagd? Er is nu van de zijde der Regeering een bericht gelanceerd, dat na de 10 pCt. kor ting op de salarissen er veel kans is, dat een tweede verlaging niet zal volgen. Maar spr. vertrouwt zoó'n verklaring niet. Dat zullen wij later, wel anders zien. Er had met de organisaties der ambtena ren overleg omtrent de algemeene bezuini ging kunnen gepleegd worden. Maar op een andere wijze als de Regeering zich dit denkt. Was de Regeering nu nog begonnen met ook op andere zaken te bezuinigen, dan was het wat anders. Maar hier ziet men juist het tegendeel. Daardoor kwam spr. tot de voor besproken Vlootwet, die als het ge- heele vlootplan is uitgevoerd, ons acht mil- lioen zal kosten. Spr. zou willen, dat de Regeering al vast begon met hei onlwerp- Vloolwet in te trekken en ook op de andere militaire uitgaven te bezuinigen. Bovendien, het tekort, dat ér i9, zal nog best gehaald worden uit het maatschappe lijk kapitaal, dat in den oorlog ons land is binnengestroomd. Spr. besloot zijn betoog- met de aanwezi gen op te wekken te ijveren tegen de sala risvermindering en voor de afschaffing van het militairisme. Nadat hierop „De Stem" weder aan het woord was geweest, verscheen de heer Poslhurhus, onderwijzer te Amsterdam, op het podium en constateerde, dat tol op dezen tijd nog altijd op een vast salaris kon wor den gerekend. Dit is nu niet moer zoo. In het laatste bezoldigingsbesluit stond wel een leelijk art. 40, waarbij de Regee ring zich het recht voorbehield, om op de bezoldigingen te korten, wanneer de duurte afnam. Daar hebben de organisaties wel te gen gesputterd, maafr er werd hen gezegd, dat er al heel wat moest gebeuren voor het zoo ver kwam. De Regeering zelf heeft zich in 1922 zoo uitgelaten. En nog geen jaar later en daar komt de verklaring", dat het bezoldigings besluit moet worden ingetrokken uit nood zaak voor onze financiën. Nu zegt de Mi nister, dat die intrekking juridisch en mo reel te verantwoorden is. Is 't niet of de menschen, die zoo schrijven ,in de olie zijn geweest? vroeg spr. En zichzelf beantwoor dende, riep hij uit: Neen. zij zijn niet in de'olie, maar zij doen in olie. (Luid ge lach). Spr. vraagt nu waarom de overheid zoo durft optreden? 't Is, omdat de vele ambte naren lammelingen zijn en als spr. dat zegt, dan denkt hij vooral aan zijn ambtge- nooten de onderwijzers, die zich niet aan sloten bij een arbeidersorganisatie; ja, die zich niet eens verwaardigen een vergade ring bij te wonen. Wat de man van de olie ons nu aandoet, dat zal toch dit goede hebben, dat het amb tenaren dichter bij de arbeiders brengt. Ook bij de Katholieken en zelfs bij de Christe lijke ambtenaren kookt het, al worden zij nu nog zoet gehouden. Er moet geld zijn, heet het. Waarom kan dat niet gehaald worden, waar het is? En met het voorlezen van een staatje van di videnden van lal van fondsen trachtte spr. aan te toonen, dat de kapitalisten nog wel veel meer kunnen betalen. Een uitstapje makend op het gebied van het onderwij's, deelde spr. mede, hoe' door de Regeering het zevende leerjaar werd in getrokken, evenals het vervolgonderwijs. Zoo ziet men, dat het de Christelijke Re geering is, die de cultureele belangen ver waarloost en materialistische politiek voert. Het vertrouwen in de goede trouw en de eerlijkheid van onze Christelijke "Regeering is bij de ambtenaren verdwenen en daarom gelooft men daar ook de Regeering niet, als zij hen wil wijsmaken, dat het niet zoo'n vaart zal loopen met de verdere verlagingen Het optreden tegen dit drijven der Regee ring houdt een waarschuwing in tot allen, die nog ver van de organisatie staan, om nu toé te treden, opdat de Regeering de angst om het hrart slaat en zij terugkeert van de dwaling haars weegs, die leiden zal tot verarming van den ambtenaarstand enl niet is in het belang van het algemeen, om dat de geheele neringdoende middenstand er door zal worden gedrukt, wanneer de koopkracht van de arbeiders en ambtenaren in overheidsdienst sterk vermindert. Vooral deze spreker werd luide toege juicht. Hierna werd de navolgende motie bij ac clamatie aangenomen „De vergadering, uitgeschreven door het Comité ter behartiging van de algemeene belangen van Overheidspersoneel (A.G.O.P.) gehouden le Leiden in de groote Stadszaal, op Vrijdag 5 October 1923, kennis genomen hebbende van de plan nen der Regeering tot: 1. intrekking van ar tikel 40 van het Bezoldigingsbesluit; 2. ver laging der salarissen en loonen der ambte naren en werklieden met 10 pCt.; 3. her ziening van hel Bezoldigingsbesluit, welke herziening opnieuw een vermindering van 10 pCt. van het totaal der salarissen zal moeten brengen; overwegende, dat door de Regeering den I ambtenaren al aanzienlijke offers zijn op gelegd, doordat zij de pensioenbijdrage ad 87* pCt. hief, het aanvangssalaris voor ge- j huwde ambtenaren met f 300 verlaagde, I den jeugdaftrek van f 50 per jaar op f 100 stelde voor het tijdelijk en hulppersoneel de loonen aanzienlijk verminderde en de kin dertoelage introk, etc. etc. en verder den wekelijkschen arbeidstijd tot 51 uur ver lengde; van oordeel, dat bij het sluitend maken van de begrooting niet eenzijdig de daaruit voortvloeiende lasten op de ambtenaren mogen worden gelegd, waardoor het totaal der salarissen tot sluilpost der begrooling I wordt gemaakt, erkennende, dat de toestand van 's lands i -financiën het noodig kan maken, dat de Regeering vér-strekkende maatregelen moet i nemen, leneinde daarin verbetering te brengen; van meening zijnde, dat deze maatrege len dan echter de gansehe burgerij en ieder burger naar draagkracht dienen te treffen; conslateerende, dat door de huidige Re geering, bij monde van minister De Geer, herhaaldelijk en met nadruk is verklaard, dat de Regeering zoowel op moreele als ju ridische gronden verplicht was, de salaris sen van het in dienst zijnde personeel te handhaven; welke verklaring daarna in. art.'40, z'óoals dit thans luidt, is vastgelegd ter waarborging van verkregenrechten; i verklaart Zich "op al deze grinden tegen dé door de Regeering voorgestelde maatre gelen, eischt van haar naleving van door haar zelf in een Koninklijk Besluit vastge legde waarborgen; en besluit deze motie te publiceeren in de pers en ter kennis te brengen van de Re geering en de S'alen-Generaal." Hierna werd de vergadering gesloten. Er werd tijdens de vergadering en bij den uit gang druk geteelcend op het petitionnement tegen de Vlootwet. Resultaten Invaliditeitswet. Raad van Arbeid Leiden. Stand op 1 September 1923. Aantal Jaarl. bedrag Inval iditeilsren ten 113 18.550,22 Ouderdomsrenten 879 130.572. Weduwenrenten 78 12.718,42 Weezcnrenten 145 24.234,60 Totaal 1225 f 186.075,24 Dit allen zijn loopende renten. De geval len, waarin het renlegenot door overlijden, herstel der validiteit of- om andere redenen ophield, zijn er dus niet inbegrepen. Aantal gevallen waarin geneesk. behan deling werd toegestaan 262. Nog in obser vatie 27. Voor het examen voor apothekersas sistent waren gisteren door de commissie alhier opgeroepen drie candidaten. Geslaagd zijn de heer A. Verhulst, van Rotterdam, en de dames M. Zander, van Sialang, en J. H. B. Tuk, van Rotterdam. Gisteren herdacht de heer W. M. Oppe- laar, Oude Heerengracht 14 alhier, hoe hij vóór 35 jaren werd benoemd tot collectant van het Ned .Herv. Kerkgenootschap alhier. Het heeft den eenvoudigen en sympathie ken jubilaris aan blijken van hoogachting en vriendschap niet ontbroken. In een buitengewone vergadering van het College werd hij gisteravond gehuldigd. Het oud9le lid in dienstjaren sprak hem in gloedvolle woorden toe. Daaruit klonk niet alleen de toon van vriendschap, doch ook van waardeering en hoogachting zijner mede-leden. Deze toespraak en gélukwensching ging gepaard met stoffelijke bewijzen van erkentelijkheid der leden voor wat de jubi laris als leider van voormeld College voor hen allen was. Deze geschenken gingen bo vendien vergezeld van een oorkonde, ver meldende de data van het jubileum en de handteekeaiingen der werkende leden. Verschillende kerkelijke corporaties'kwa men hem in het met groen en bloemen ver sierde vergaderlokaal in de Hooglandsöhe Kerk, waar het College sedert zijn oprich ting in 1810 maandelijks bijeenkomt, hun gelukwenschen aanbieden. Ook van oud-collega's ontving de jubilaris blijken van vriendschap en genegenheid. Aller wensch is, dat hij ;n^ vele j^reni voor het college gespaard moge blijven. BINNENLAND. De zomertijd eindigt in den nacht van heden, Zaterdag op Zondag. Minister Van Swaay en ontslag der ge* huwde ambtenaressen. Een particuliere audiëntie van den Mi nister van Binnenlandsche Zaken en Land* bouw inzake art. 40 van het Bezoldigings besluit. BUITENLAND. Stresemann heeit in Duitschland nog geen kabinet kunnen vormen. Pogingen tot her stel der groote coalitie. Lord Cuizon geeft op de Engelsche Rijks conferentie een overzicht van den politieken toestand. Verzet tegen de beslissing van den Ge- zanteniaad inzake het Grieksch-Italiaansch conflict vanuit de commissie van onderzoek. Evenals vorige jaren zullen ook in dit winterseizoen in de Ooslerkerk alhier weder eenige Zendingsbidstonden, uitgaande van verschillende Zendingsverecnigingen, gehou den worden, voor ieder grafcis toegankelijk. Gisteravond had vanwege het Java-Comilé de eerste samenkomst plaats. Als spreker trad daarin op ds. D. A. van den Bosch, van 's-Gravenhage, die, na gewezen le hebben op het algemeen verschijnsel, dat gewone Zendingsbijeenkomsten ten onrechte niet druk bezocht worden, naar aanleiding van de Gelijkenis van den Barmharligen Sama ritaan stilstond bij hetgeen Christus voor ons heeft gedaan en bij wat wij voor Chris tus doen. Zooals gewoonlijk, zullen ook dezen winter weder eenige sprekers voor den Gé-c ref. Bond (lot verd. en verbr. van de Waar-" heid in de Herv. (Geref.) Kerk) optreden. Woensdag 10 October a.s. hoopt in gebouw „Prediker" voor de afd. op te treden ds. W. Bieshaar, van Den Haag, met het onder werp „De bouw van Gods Kerk". Men zal herinneren, dat Z. Eerw. op 14 Maart 1.1. plotseling verhinderd was deze rede uit te spreken. Men zie overigens de advertentie van Maandag. In de gisternamiddag gehouden bui tengewone algemeene vergadering van aan-, deelhouders der Leidsche Broodfabriek wer den tot commissarissen benoemd de heeren Felix Driessen Jr., mr. J. G. van der Lip en J. Vos. 't Was gisteren zoowaar weer haast een ouderwetsche ommegang der studenten na de inauguratie van de nieuwe leden van het Leidsch Studentencorps. Alleen werd hij veel vroeger in den avond te zeven uur gehouden dan in de jaren vóór den grooten oorlog, toen de Schouwburg het punt van uitgang was en het wel eens heel laat kon worden Maar er waren weer fak keldragers met brandende flambouwen in den stoet, en werd weer bengaalsch vuur meegevoerd, het aantal rijtuigen was weer grooter dan in de laatste jaren, de muziek speelde weer flink, tal van banieren wer den weer meegedragen, er werd weer opge wekt gezongen, het aantal studenten, ook dat der pas ontgroende, was weer groot en ook aan belangstelling van de zijde der bur gerij ontbrak het thans niet. Telkens klonken het Io vivat en andere studentenliederen op Breeslaat en Rapen burg, en bij het passeeren van de woning des burgemeesters werd een extra-lied aan geheven. De Stadszaal was eerst het voorwerp van veler belangstelling, waar eenigen, njM let tende op wat achter hen was, nl. het pas gemeniede hek van het Rijnlandshuis, een rood souvenir mee naar huis namen; en ten slotte de sociëteit „Minerva", het eind doel van den stoet. In de op 28 September j.l. gehouden vergadering van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland te Leiden werd besloten, pogingen aan te wenden om de bezwaren, welke van de zijde der Industrie tegen de Zakelijke Bedrijfsbelasting naar voren geschoven worden, met de Gemeente-* raadsleden van de plaatsen, alwaar deze be-, lasting geheven wordt, in comité-generaal te bespreken. Het verzet tegen deze heffing is thans in een kritiek stadium gekomen, daar eener* zijds enkele induslrieelen weigeren deze be-, lasting te betalen, terwijl door anderen ge dreigd wordt deze ^lasting op de arbeidet* te verhalen. Daarom meent de' Kamer, als officieel vertegenwoordigster van Handel en Nijver-. held In ons district, nogmaals een ernstig# poging te moeten wagen, ten einde te bén

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 1