ANEKDOTES.
Van alles wat.
CORRESPONDENTIE.
door
O, domme, kleine kleuters,
Wat kijk je vrees'lijk boos.
'k Zou bang haast voor je worden,
Marietje, Ans en Kooël
Waarom heb je gekibbeld?
Was 't heusch zoo vrees'lijk, zeg?
't Is net, of 't vroolijk zonlicht
Ging uit de kamer weg.
Vertel me eens, Marietje,
Waardoor ontstond de twist?
Och, zucht Marietje, brommig,
Als ik dat nog maar wistl
Misschien, dat jij, klein Ansje,
Het mij wel zeggen kunt,
Ik weet alleen, pruilt Ansje,
- 't Is steeds op mij gemunt!
Kdm Koos, vertel m' eens even:
Jij weet misschien, waaróm
Je allen zit te mokken.
De zusjes zijn zoo dom!
H.
Zegt Koos, maar Ans en Riet?#
Beweren: Dom is Koos!
Als je niet doet, wat hij zegt,
Wordt hij verschrikkelijk boos!
Och kleuters, kleine kleuters,
Ik vind je allen dom,
Zoo boos te zijn en zonder
Je eig'lijk weet waarom!
Ik zal tot zeven tellen,
En wie er dan niet lacht,
Die wordt 't is heusch geen gekheid!
Heel vlug naar bed gebracht.
Dne kleine kleuters lachen,
Vóór Jk zeven heb gezegd.
2e gaan weer zoet aan 't spelen,
De twist is bijgelegd.
9trooide zij zaadkorrels voor de arme hon
gerlijders.
Op een morgen kwam een huismusch,
haar bijzondere lieveling, met een zakje om
den nek, dat wel een afgesneden vinger van
een handschoen leek te zijn. Naar gewoonte
vloog zij terstond op de hand, die de dame
uitstak en keek haar aan, alsof zij verzocht
haar van die vracht te verlossen. De dame
deed dit en vond in het zakje een briefje
met den volgenden inhoud:
„Eerlijke menscnen in uw buurt lijden
aan alles gebrek. Zult gij voor hen minder
doen dan voor uw kleine gevederde be
schermelingen. dien gij eiken morgen wel
dadigheid bewijst?"
De weduwe bedacht zich geen oogenblik.
maar ging naar haar schrijftafel, nam er
een bankbiljet uit, stak dat in het zakje,
ving den kleinen brievenbesteller, bond hem
het zakje om en liet hem wegvliegen.
Enkele dagen daarna verscheen de kleine
bode weer met zijn brieventasch, die nu het
volgende schrijven bevatte:
„Gij hebt een arm kunstenaar en zijn tal
rijk gezin gered .God zegene u daarvoor! In
het aanstaande voorjaar ontvangt gij de
som, die gij ons zoo edelmoedig hebt voor
geschoten, terug."
En werkelijk reeds op één der eerste
lentedagen bracht de bode het geld terug
met het volgende briefje:
„Wij verzoeken onze weldoenster, dat wij
haar onze geldschuld mogen afdoen. Met
dankbaarheid zullen wij steeds aan haar
blijven denken."
Toen de musch weder een bezoek bij de
dame aflegde, hield deze het diertje gevan
gen om daardoor zoo het mogelijk was
het gezin te leeren kennen, waar het vo
geltje vandaan kwam Zij slaagde daarin
naar wensch, want de meesteres van den
vogel, de dochter van de kunstenaar, ver
zocht in nieuwsbladen de teruggave van
haar lieveling. De weduwe haastte zich na
tuurlijk om aan dit verzoek te voldoen. Zij
zocht het gezin op, dat bleek haar hulp vol
komen te verdienen en stond er op, dat de
dochter van den kunstenaar beloofde haar
te zullen waarschuwen,wanneer haar va
der zich weer in nood mocht bevinden. Na
tuur! ijk gaf de weduwe haar ook de ge
maakte advertentie-kosten terug.
Ingezonden door Hella ten Cate Brouwer.
„Wel jongetje", vroeg de vriendelijke
oude heer met een rimpelig gezicht, in de
tram, aan den kleinen Jongen, die tegen
over hem zat en geen oog van hem af
hield, „ik geloof dat mijn gezicht je nogal
bevalt, is het niet?"
„Ja, het is wel aardig", gaf de kleine jon
gen ten antwoord, „maar waarom laat u
het niet eens uitstrijken?"
Rechter: „Weet je, waarom je hier voor
mij staat V9
Gauwdief,,0 ja, omdat u mij nog geen
stoel hebt aangeboden."
Kunstje met 21 kaarten.
Men legt 21 kaarten in drie naar onder
Ioopende rijen elk dus van 7 stuks
op tafel uit en vraagt, of iemand één dezer
kaarten in gedachte wil nemen en zeggen,
in welke rij die zich bevindt.
Als dit gebeurd is, schuift men elke rij in
elkaar, waardoor men natuurlijk drie pakjes
kaarten krijgt. Die pakjes legt men nu op
elkaar, maar zorgt er voor, dat het pakje,
waarin de in gedachte genomen kaart zich
bevindt, in het midden komt te liggen. Nu
fleemt men de 21 kaarten in die volgorde
^p en begint ze opnieuw op dezelfde wijze
uit te leggen: van de linker- naar de rech
terhand steeds 3 naast elkaar, totdat men
weer 3 rijen van zeven kaarten" gekregen
aeeft
t Men vraagt nu weer, ïn welke rij de be
luste kaart zich bevindt.
Na dit vernomen te hebben, schuift men
lue rijen evenals den eersten keer in elkaar
pn zorgt weer, dat het pakje waarin de be
luste kaart schuilt, in het midden komt te
feggen.
Voor den derden en laatsten keer legt
men de kaarten nu nog eens uit; vraagt nog
maals in welke rij de te zoeken kaart nu
ligt en zorgt er daarna bij het opnemen weer
vcor, dat de rij met de bewuste kaart in het
midden komt.
Nu is men klaar en is de elfde kaart van
bovenaf de gezochte.
Ik ben weer terug hoor kinderen en dus
nu gaat alles weer geregeld zijn gang,
iederen Zaterdag nieuwe raadsels en de
brieven inzenden Dinsdag vóór 5 uur aan
het Bureau „Leidsch Dagblad", of degenen
die gewoon zijn hunne brieven direct aan
mij te zenden, weten het gewone adres
Den Haag, Frederik Hendriklaan 157 en
zorgen dan wel, dat ik het uiterlijk Woens
dags heb.
Als jullie dit leest, is 3 October al weer
voorbij en heeft ieder, naar ik hoop, met ge
noegen feestgevierd, en zal ik in de brieven
van de volgende week wel lezen, hoe alls
is afgeloopen. Gaarne was ik dit jaar ook
weer eens naar Leiden gekomen om het
feest van Leidens Ontzet mede te vieren,
maar het was mij niet mogelijk, nu ik pas
weer thuis was, na zoovele Weken weg te
zijn geweest. Bij mijn thuiskomst vond ik
een gezelligen stapel brieven van mijn
raadseljeugd. Ik had heel wat te lezen, dat
is zeker, want velen hadden zoo echt aardig
zich de moeite gegeven om mij een uitvoe
rige beschrijving van de jubileumfeesten in
hun stad of dorp te geven, wat ik werkelijk
erg op prijs stelde, zoovele lange brieven te
krijgen. En ditmaal waren het nu ook op
getogen uitingen van dankbaarheid nu ieder
den prijs in ontvangst had mogen nemen.
Van enkelen ontving ik helaas een af
scheidsbrief, omdat zij door te veel huis
werk en lessen nu na de vacantie niet meer
aan de raadsels kunnen meedoen. Mij trof
de hartelijke toon waarop er van mij werd
afscheid genomen en de manier waarop mij
dank werd gezegd voor alle moeite.' Laat ik
hierbij nog eens even zeggen, dat ik steeds
met veel genoegen lees, hetgeen de jeugd
mij wil vertellen en toevertrouwen.
Rika van Veen (Zoeterwoude) en Klazina
Parlevliet aan je beiden hartelijk dank voor
de lange uitvoerige brieven met beschrij
ving over de feesten, Nu weet ik goed hoe
er in Zoeterwoude is feest gevierd; wat heb
ben jullie een pret gehad! Zoo'n heele op
tocht van alle schoolkinderen met vlag
getjes in de hand heb ik in Kloosterzandë
ook bijgewoond. Nogmaals dank voor alle
moeite om het mij zóó uitvoerig te vertellen.
Albert Plasmeyer als je mee wilt doen'
aan de raadsels, dan moet Je den brief be-,
zorgen aan het Bureau „Leidsch Dagblad",
Dinsdags vóór 5 uur en op het adres zetten:
„Raadsels" of mijn naam, dien je onder de
correspondentie vindt.
Annie Nagtegaal, een brief op een gewoon
velletje papier is net even welkom. Jullie'
hebt een mooien tuin merk ik wel en gezel
lig veel dieren er in; ik hoop voor je dat er
jonge duifjes zullen komen.
Corrie de Groot, prettig, dat diö lastige
dochter je zoo goed bevalt Heb je het boek
nu al heelemaal gelezen?
Louis Hartkamp, toen ik van de reis thuis
kwam vond ik je brief waarin je mij zoo
verrukt schrijft over het horloge. Je vader
heeft groot gelijk dat je het nu nog niet
naar school moet gaan dragen. In het pak
ket der raadseljeugd vond ik je tweeden
brief en had bij het lezen daarvan veel ple
zier in de verhalen over je Duitschen her
der; het is .een lief dier.
Frans van Beek, dat trof al heel goed dat
de meester zoo vriendelijk was om je prijs
voor je te gaan halen. Ik ken jou boek niet,
maar wil best gelooven dat het heel mooi
is. Adriaan moet het dan later maar eens
lezen. Toevallig hè dat twee van je school
in Alphen een prijs hadden, Hella ook een<
Nelly van Tol zeker is dat een alleraar
digst plaatje dat er op jou postpapier staat.
Annie en Cornells Kouwen, je mag het
voorloopig wel samen doen, de raadsels op
schrijven, omdat het nu eerst nog wat
vreemd is.
Comelis Koet een goed idee van je broer
om een kiekje te nemen van den omslag van
je prijs, nu kon ik Ooed zien hoe het boek
er uit ziet. Schrijf er ook maar in dat je het
boek won bij de prijsraadsels.
Jeannette Verboog het kan niet iederen
keer een lange brief worden, dat begrijp ik
best, want niet altijd heeft men veel te ver
tellen.
Willem van der Horst, het heeft gelukkig
dadelijk geholpen dat ik aan Marie van Dijk
vroeg wat er met je was. En nu zulke heer
lijke berichten over Moeder, 'O, ik hoop toch
zoo dat als je dit leest, Moeder al weer thuis