No. 19495. LËÏDSCH DAGBLAD, Woensdag 26 September. Tweede Blad. Anno 1923. Ii_üü DE RAADZAAL1, i BINNENLAND. FEUILLETON. Ir verkeerde Schoenen. Nu de beide afwezigen bij de eerslë tifc (ing de vereischte eeden bebben afgelegd, is 01129 vroedschap au grand oojuplèt, en baandag hebben we baar eigenlijk voor iet eerst in werking gezien aan een nog bescheiden raadsmonu. Want dat was de agenda, dde op 't nippertje nog op een ïüiddag is afgedaan. Hetgeen ons wel ^enigszins doet vreezen voor een ietwat uitgebreider maal Diverse „nieuwelingen" hebben gedebu teerd en hun maidenspeech gehouden met meer of minder succes, 't Ging den bfeeren fever 7t geheel nog al goed af; de dame mevr. Dietrich ontbrak wegens onge steldheid as nog niet aan 't woord ge feest. 'Alles liep vlot van stapel, tot we geko men waren aan de benoeming van twee le den der Plaatselijke Schoolcommissie, waarbij do heer Groeneveld een oude klacht herhaalde, nl. dat zijn partij niet haar deel In die Commissie krijgt, waarbij heel wat oude koeien udt de sloot werden gehaald. Wethouder Meynen antwoordde met ken- pi8 van zaken, doch kon toah niet den in druk wegpraten, dat naar evenredigheid 4e S. D. A. P. niet haar deel heeft, het geen dan vergoed moest worden door al zijdigheid. Waarmee de oude twistvraag, pilo aangenomen moties ©fa ten spijt, blijft bestaan. Op 't randje af ging riog- jinaals voor de S. D. A. P. de strijd bij de Btemming verloren. Met heel weinig kennis van zaken kwam Wethouder Mulder voor den dag, toen hij ften heer Wilmer het antwoord schuldig inoest blijven op de vraag hoeveel arbelds- loon er zat nam het dempen en rioleeren van 'de Binnenvestgrachfc benoorden de Lange- gracht, een vraag, die zoo mal niet was, fraar do uitvoering immers geschiedt ter bestrijding der werkeloosheid. De wethou- 3er stond in letterlijken zin met den mond Vol tanden en redden kon hij zich niet Ifevenmin als de voorzitter trots goede be- öoeling hem geheel kon veilig stellen. MevT. Van Itallie kwam natuurlijk weer |pef het Levendaal op de proppen, hetgeen hit-hans dit goede had, dat we nu weten, 3afc daarmee wordt voortgegaan, al voor-1 ppelde de voorzitter ook tegen Levendaal- jdemping-plannen verzet van schoonheids- ïnenschen. Overigens was mevrouw er laaet met haar opmerkingen, want het be- jrof immers slechts het gelden voteeren "poor een al aangenomen iets. De heer Wil brink vond het bedrag wat hoog, maar liet tóch overtuigen, dat dit alleen securiteits- fcaire was. Bij het voteeren van gelden voor het in fcrd'e brengen van den Burg. Stand meende 3e heer v. cf. Wal een kleine f 7000 te kun- Jlën bezuinigen. Was het maar waar ge feest! Yoorzitter zoowel als de bij zijn eerste optreden er in zijnde wethouder Bclmeringer toonden wel anders aan, daar bij de scheeve vergelijking van den heer 17. d. Wal met de rijksbelastingen reoht pottende. De heer Sijtsma deed nog een geitenhieb naar de vorige wethouders, die 3e heer Pera pareerde. Z.h.st. ging het .Voorstel er tenslotte door, waarna we kwa- jfoen tot den hoofdschotel: de exploitatie tan de 162 gemeente-woningen c.a. Daar bij deden zich verwarrende dingen voor roodat het debat noodeloos werd gerekt. Poor enkele heeren werd al direct uit bet ©og verloren, dat bet hier bepaalde cate gorieën personen in hoofdzaak gold: nl. Idoor de Lichtfabrieken destijds uit hun (woningen verdrevenen en lijders aan t.b.o fetc., personen, die anders niet te helpen feijn dan op do wijze, door B. en W- voor gesteld. Het "bouw-potje der Lichtfabrieken tioet op deze manier groot practisch nut, De heer v. Eek had nog een stapje ver der willen gaan en de Lichtfabrieken doen bouwen, maar begreep, dat daarvoor toch geen meerderheid was te vinden en hij ïlef dit verder wijselijk zwemmen. Overi gens deed zich opnieuw voor het feit van Verzet tegen wat vroeger met algemeene ©temmen was aanvaard: de toeslag-idee, Öie de heeren Oostdam en Eiker bout nu (weer wilden uitschakelen. Zij bleven ech ter totaal alleen staan na de uitstekende verdediging van het voorstel van B. en W. door den voorzitter zelf, die den ba- trokken wethouder daarbij geheel verving. De Heer Wilbrink ontwikkelde nog wat losse bezwaren tegen het in handen zijn van léén commissie van exploitatie en toe slag-geven, maar legde zich daarbij tenj slotte toch neer. De sluitende exploitatie-eisch, een voor waarde, die zal voorkomen, dat er tekorten zullen ontstaan, en, gezien de zware druk, die op de gemeenten ook zal komen te rusten, waarop de voorzitter reeds zinspeelde, zeer op zijn plaats, werd door den heer Knuttel nog aangevochten. Zonder resultaat evenwel. Op deze manier blijft oe mogelijkheid bovendien van verdere etap pen van gemeentewege Inzake de volks huisvesting, welke ernstig in gevaar zou zijn gebracht door wegneming van de verj plichting, dat de exploitatie zioh naast den verleenden steun zelf moet bedruipen. De opgeworpen kwestie: stichting of vereeniging was wegens de juridische zijde van het geval vooral spoedig opgelost ten voordeele van een stichting, zooals B. en W. voorstonden. Alleen foVer de samen stelling van het bestuur werd nog ge twist. De heer Yan Eok stelde voor om in het bestuur eenige der huurders op te ne men, om aldus de huurders bij te brengen zelfopvoeding in het bewonen. Op zich zelf, gezien de ondervinding bij de woningbouw- vereenïgingen, nog zoo kwaad niet. De voorzitter bad er dan ook geen bezwaar tegen, wanneer er geschikte personen on der de huurders waren, doch wilde de ver plichting niet vastleggen, om dus vrij te blijven, wanneer er geen geschikte perso nen waren. Waar ook hier de voorzitter het pleit won, was het succes geheel en al aan zijn zijde. Waar het' eerste bestuur "toch buiten de huurders om moet worden samengesteld ër zijn immers nog geen huurders, wan neer ter wille van een goede exploitatie het bestuur er al zal zijn kan men der halve de kat nog uit den boom kijken. Bij de rondvraag deelde de voorzitter voor de zooveelste maal een lesje uit over de werkelijke bedoeling van de rondvraag. Maar of bet helpen zal Spoorwegpersoneel. In de gisteren te Utrecht gehouden con ferentie tusschen de directie der Neder- iandsche Spoorwegen en de vertegenwoor digers van de organisaties heeft de directie o m. meegedeeld, dat aan de adspirant- werkmeeslers na beëindiging van hun tijde lijk dienstverband geen wachtgeld wordt toegekend; zij zullen evenwel zes maanden in dienst worden gehouden, en er zal zoo veel mogelijk met hun belangen rekening gehouden wol-den. Het toezicht hebbend personeel van den dienst van tractie zal voortaan uitsluitend uit het locomotief-personeel gerecruteerd worden. Het personeel van Duitsche nationaliteit, dat op Duitsch grondgebied werkt, zal over September een loonbijslag van 50 pet. ont vangen. De Duitsche standplaatsen zullen, ingaande 30 September, in de 4de loon- klasse worden gerangschikt, doch het perso neel zal daardoor geen minder inkomsten hebben. De directie deelde mede, dat zij bij de Regeering slappen heeft gedaan om de invoe ring van de nieuwe pensioenregeling te be spoedigen. Voorts verklaarde de directie, in het algemeen geen bezwaar te hebben tegen herkeuring van personeel ouder dan zestig jaar, waardoor minder jonge werkkrach zul len behoeven ontslagen te worden. Bij de besprekingen omtrent de herclassi ficatie deelde de directie mee, dat de Minis ter haar voorstel had goedgekeurd om de reeds in de pers genoemde plaatsen in de 4de loonklasse te brengen. De herclassifi catie zal reeds 30 September ingaan. De vertegenwoordigers van de organisa ties hebben nogmaals hun bezwaren tegen de nieuwe indeeling naar voren gebracht, doch de directie handhaafde haar stand punt, zelfs al zou er een algemeene loons verlaging voor Eet personeel worden inge voerd, gelijk die voor het overheidspersoneel is aangekondigd. Gistermiddag is te Arnhem overleden, 56 jaar oud, mr. A. J. Cnoop Eoopmans, voorzitter van den Raad voor de Scheep vaart. Als zoodanig volgde hij in 1913 mr. Pleyte op ,die toen benoemd werd tot Mi nister van Koloniën, Vóór dien was mr, Cnoop Koopmans secretaris van de com missie voor de stuurliedenexamens. Ook op- philanlhropisch gebied heeft de overledene zich bewogen. O.a, was hij eenige jaren secretaris van het hoofdbestuur van de Ver eeniging tot steun van gevallen vrouwen en meisjes. Verder was hij ook in theosophische kringen een bekende persoonlijkheid! Gedu rende vele jaren heeft hij zich -met het al gemeen secretariaat van de Theosophische Vereeniging belast, De heer A. C. A. van Vuuren heeft den volgenden brief tot den Raad van Den Haag gericht Onder hartelijke dankzegging voor het vertrouwen, dat de Raad in verschillende samenstelling bij herhaling, laatstelijk nog op 16 Juli, in mij getoond heeft te stellen door mijn verkiezing tot wethouder en voor de buitengewone welwillendheid, welke ik sleeds van al mijn collega's in het college van B. en W. en zeer in. 't bijzonder van den hooggeachlen voorzitter en den heer se cretaris mocht ondervinden, heb ik de eer mede te deelen, dat ik, door andere werk zaamheden daartoe tot mijn leedwezen ge noopt, mijn ontslag neem als wethouder. Prof. dr. W. H. Keesom, benoemd hoog- lecraar aan de Leidsche universiteit, heeft gisteren zooals wij reeds meldden zijn afscheidscollege als hooglèeraar aan de Vee- arlsenijkundige Hoogeschoól gegeven. In het natuurkundig laboratorium dier Hoogeschool waren velen bijeengekomen. Naast het spreekgestoelte was een mand met fraaie bloemen geplaatst als een hulde aan den scheidenden hoogleeraar. Deze werd bij zijn binnenkomen met ap plaus begroet. Hij zeide in dit afscheids college eenige bijzonderheden te willen be spreken van den werkkring, welke hem in de toekomst te Leiden wacht, waar hij zich meer speciaal zal hebben toe te leggen op het onderzoek van lage temperaturen. In verband hiermede behandelde prof. Keesom do wijzen, waarop die lage temperaturen worden verkregen en enkele resultaten, welke daarmede bereikt zijn, verduidelijkt door een aantal lichtbeelden en proeven. Daarna richtte hij zich meer in het bijzon der tot de studenten om uit te spreken, dat hij met groot genoegen aan de Veearlsenij- kundige Hoogeschool heeft gewerkt. Vervolgens voerde het woord dr. Konings bergen, president-curator der Veearlsenij- kundige Hoogeschool, die aan prof. Keesom dank bracht voor alles, wat deze in het be lang van de Veeartsenijkundige. Hoogeschool heeft gedaan.- 'De volgende spreker, de heer J.'Heek, praeses van 'het Veterinair 'Studentencorps Alisyrlus, zeide, dat de studenten in prof. Keesom naast de zeer inlerèfeante colleges, buitengewoon waardeeren diens vriend- schappelijken omgang met dé! sthdenten per soonlijk. Daardoor verwierf prof. Keesom aller sympathie. Een sprekend bewijs hier van is wel het hem aangeboden eere-lidmaat- schap van Absyrtus. Dr. Kolkmeyer voerde daarop het woord pamens het laboraloriumpersoneel. Dit gaf hem blijk van groote erkentelijkheid, in den vorm van een verzameling fotografieën, be trekking hebbende op de lokalen, Waarin prof. K. aan de Veeartsenijkundige Hooge school heeft gewerkt, bij wélke collectie was bijgevoegd een éls van het Leidsche universiteitsgebouw. Spr. had nog een andere opdracht te ver vullen prof. De Smedt, uit Leuven dr. A. J. Bijl, tijdelijk te Cambridge dr. J. M. Bijoet, en dr. A. Karssen, bij welk viertal hij gemeend had ook zichzelf te mogen voe gen, hadden verzocht op dit afscheidscollege te zeggen, dat zij het altoos als een groot voorrecht hebben beschouwd, op het labo ratorium to mogen werken, en ook zij heb ben gemeend, een stoffelijk Blijk van groote dankbaarheid le moeten aanbieden, n.l. een exemplaar van 'twee wetenschappelijke me- dedeelingen, zoowel in de Hollandsche als In de Engelsche taal, aan welk boekwerk aan fraaie uitvoering is gegeven ter blijven de herinnering aan de Utrechlsche jaren. Verder sprak nog prof. Ihle, rector-mag- nificus der Veeartsenijkundige Hoogeschool. Prof. Keesom sprak een woord van dank en erkentelijkheid voor de sympathie, waar van men op dit laatste college jegens hem heeft doen blijken. Hij had op zooveel vriendschappelijke gevoelens in het minst niet gerekend en stellig niet had hij gedacht, dat hem nog blijvende herinneringen aan zijn Utrechtschen tijd zouden worden ge schonken. Hij betuigde hiervoor zijn dank. De toespraak van minister dr. De Vis ser tot H. M. de Koningin in de Nieuwe Kerk te Amsterdam heelt den Amslerdam- schen predikant H. E. Gravemeyer in het orgaan „Staat en Kerk" aanleiding gegeven tot een fel protest. Hij schrijft, dat „de kerkeraad bij over rompeling hetrirerkgebouw in handen heeft zien spelen van de feestcommissie" en ka rakteriseert de rede van den Minister van Onderwijs als „een koude, menschverheer- lijkende toespraak, die iedere liberale Nuts- redenaar precies zoo had kunnen uitspre ken". ,~Op den preekstoel slond de spreker, maar er werd niet gepreekt. Op den preek stoel lag een Bijbel, maar hij werd niet ge bruikt. Er werd niet gebeden". „Waarom dit alles? Omdat anders de Roomsche mi nisters er voor bedankt zouden hebben aan wezig te zijn. Een knieval voor Rome, in onze eigen Kerk!" Het ligt in het voornemen van den Minister van Oorlog, in 1924 bij de infan terie do helft der lichtingen 1918, 1919, 1920 en 1921, bij de cavalerie de lichtingen 1920 en 1921, bij de bereden artillerie'de lichtingen 1920 en 1921, bij de onbereden artillerie de lichtingen 1918 en 1921 voor den tijd van dertien dagen voor herhalings oefeningen onder de wapenen ie doen komen. („Std.") H. M. de Koningin heeft, naar de „Alkm. Ct." nader meldt, het plan, op Maandag 8 October met een extra-trein te Alkmaar aan te komen om ongeveer elf uur. Aan het station zal H. M. door den Raad worden ontvangen, waarna de Ko ningin en Haar gevolg in rijtuigen zullen gaan naar de plechtigheid bij het Victorie beeld. Des namiddags zal de Koningin een riddertournooi op het sportterrein bijwonen. H. M. de Koningin-Moeder kwam met gevolg gistermiddag te drie uur per gewo nen trein te Valkenburg aan. Zij werd aan het station ontvangen door den Conunis- sndis der Koningin in Limburg en den burgemeester. Een groote menigte was aan het station ter verwelkoming aan wezig. De Minister van Financiën brengt ter kennis, dat de commissie van deskundigen voor hot invoerrecht op versch en gekoeld vleesch ih haar vergadering van 24 Sept. de in de wet van 19 Mei 1922 bedoelde prijscourant heeft vastgesteld als volgt Rund- en kalfsvleesch, versch of gekoeld, 100 K.G. f 105, paarden- en ander vleesch, idem 100 K.G., f 50. Gedurende October zal mitsdien het invoerrecht voor de hierboven- bedoelde vleeschsoorten bedragen 10 per cent van de hiervoor vermelde waarden. Bij Kon. besluit van 14 dezer is be noemd tot ridder in de orde van Oranje- Nassau M. Pijnenburg, besturend broeder in Huize Padua, te Boekei. De Vereeniging voor Waterleidingbe- langen in Nederland heeft gistermorgen te Haarlem haar druk bezochte najaarsverga dering gehouden, gewijd aan de watervoor ziening van Noord-Holland. Voorzitter was ir. J. van Poelgeest, directeur van het wa terleidingbedrijf te Goes. Aanwezig waren o.a. de heer J. van Oldenborgh, directeur der provinciale watervoorziening in Noord-Hol land en dr. Th. van der Waerden, gedele geerd lid van dit bedrijf. De voorzitter zeide in zijn openingswoord, dat het streven van het provinciaal water leidingbedrijf in Noord-Holland is, in de toe komst alle gemeenten in die provincie aan de waterleiding aan le sluiten. Uit het jaarverslag van den secretaris, den fier J, C. Rijk Fz., bleek, dat d& Ver eeniging op 1 September 1922 telde 1 eere* lid, 134: gewone leden en 81 buitengewone leden op 1 dezer 1 eerelid, 143 gewone en 87 buitengewone leden. Het jaarverslag van den secretaris en dat van den penningmeester, den heer W. J. Harders, werden onder applaus goedgekeurd De heer J. G. Rijk Fz. werd tot secretaris herkozen. De voorzitter verleende liierop het woord aan dr. Jan Smit, assistent van prof. Van Lochem, te Amsterdam, die een voordracht hield over Water en waterzuivering in Nederl.-Indië. Van de gelegenheid tot het stellen van vragen hebben verscheidene aanwezigen gebruik gemaaktzij werden door den spre ker beantwoord. De voorzitter dankte hem voor zijn voor-» dracht. Gisteravond werd in het hotel „De Leeu werik" een gemeenschappelijke maaitijd gehouden. Vanmorgen werden de vernieuwde water toren te Assendellt en de prise d'eau te Ber gen bezocht. In den namiddag werd een be zoek gebracht aan de nieuwe prise d'cau le Castricum. Het bestuur van het Nationaal Ar- beids-Secretariaat heeft de besturen van het Alg. Ned. Vakverbond, het Ned. Syndicalis tisch Vakverbond en het Ned. Verbond van Vakvereenigingen gevraagd, of zij bereid zijn lot een samenspreking omtrent het ge ven van een gemeenschappelijk parool, n.l. proclameeren van een demonstratieve pro teststaking tegen de Vlootwet op den dag, waarop dit wetsontwerp in behandeling zal worden genomen. Het wil daarover een be spreking houden op a.s. Zaterdag. De Verzekeringsraad heeft aan den Minister van Arbeid een overzicht betref fende de werkzaamheden ter uitvoering van de Ongevallenwet 1921 door de Raden van Arbeid over het eerste halfjaar van 1923 gezonden. Hieruit blijkt, dat de stand over dit half jaar zeer gunstig is te noemen, vooral als men daarbij bedenkt, dat door de jongste uitbreiding van de wet het aantal te behan- ielen posten is geslegen van 107.904 tot 168.259. De Minister heeft tegenover den Verzekeringsraad en de Raden van Arbeid zijn groote waardeering uitgesproken, daar hij uit de hem gezonden cijfers de overtui ging heeft verkregen, dat de ingevoerde de centralisatie als geslaagd mag worden be schouwd. Te Kampen is een openbare protest vergadering gehouden tegen de Tabakswet, uitgaande van het landelijk comité van ac tie. Als sprekers traden op de heeren J. Veldkamp en W. Boubitz, van Amsterdam, en II. Bakker, van Zwolle. Na de uiteenzettingen van de sprekers nam de vergadering een motie aan van den volgenden inhoud De vergadering, gehoord de besprekingen betreffende de wet-Tabaksaccijns, tevens kennis genomen hebbende van het voorne men der Regeering den accijns nog te ver- hoogen protesteert met kracht tegen deze nieuwen maatregel, verzoekt aan de Volks vertegenwoordiging iedere nieuwe vr i ging le verwerpen en tevens een initiatief voorstel te doen, om het vigeerende stelsel le herzien, daar anders vele ondernemingen In de tabaksindustrie, welke toch reeds zwaar te kampen hebben met de heerschen- de malaise, onherroepelijk te gronde gaan. Zondag 23 dezer vergaderde de afdee- ling „St.-Servatius" van den Ned. R.-K. Bond van P. T. T.-personeel „St.-Pctrus", le Maastricht in de Leo-stichting. Na een kort overzicht van de belangrijke berichten en gegevens betreffende de intrekking van art. 40 B. B. en de daarmee samenhangende salarisvermindering der Rijksambtenaren door den voorzitter der afdeeling, den heer W. G. den Hoedt, werd de gevoerde en nog te voeren actie uiteengezet door den Bonds- secrctaris, den heer J. G. Smits. Met kracht zal door den Bond, in samen werking met de verschillende Centrales van Overheidspersoneel worden geageerd tegen de voornemens der Regecring. Met algemeene stemmen werd een motie aangenomen, waarin de afdeeling ernstig Kaar bet Engelseh, door BERTA RUCK. (Nadruk verboden.) J6) Dan zal ik er iets op moeten bedenken pm te ontglippen aan de zuster en aan mijn vriendelijke, ongeloovig© gastvrouw. Ik moet zien een telegram naar Londen !te verzenden. Ja, ik zal telegrafeer en aan Cynthia Deane het meisje, dat zoo trotsch was op haar verloofde, die een ridderorde kreeg. Ik zal baar moeten vragen geld ge noeg bij elkaar te krijgen, om mij naar de fetad te laten terugkecren. Ik ken haai' niet heel goed. Maar 't is in ieder geval ben oude schoolkameraad. Daarenboven, ik weet niemand anders, aan wie ik het zou kunnen vragen! Zoodra ik kan... Ol öe eerste minuut ben ik weer in het Tehuis Voor de Werkende Yrouw en ik vat mijn gewone dagelijksche taak weer op zooals duster Phyllis het zeker zou noemen. Alles is beter dan Ide ongewone taak 'tóch patiënt te voelen in deze omstandig heden. HOOFDSTUK X. Sen poging tot het verkrijgen der vrijheid. Hoera 1 Ik ben veel beter l Zij hebben het verband van mijn hoofd hfgenomen. Ik zal er alleen een smal wit JJtteekentje op mijn voorhoofd van over houden, en zelfs dat zal mettertijd wel ver dwijnen. Mijn arm is niet langer in ëèn doek. En d^ oude, grijze huisdokter, die er vandaag geweest is, zegt, dat de jonge Mevrouw morgen of overmorgen mag op staan. Zoodra zuster Phyllis haar twee uur „vrij" heeft vanmiddag, zal ik opstaan en mij aankleeden. Ik zal genoodzaakt zijn een telegram-formulier te stelen en een van de dienstmeisjes om te koopen van de weinige shilling-s, die ik nog over heb, een telegram weg te brengen 1 Wat zal ik tot Cynthia zeggen? O, iets dergelijks als het volgende: „In groote moeilijkheid. Wees zoo goed f 25 te zenden aan Whitelands adres „Lady Meredith, The Bryn, Llandedwydd." Of eou ik zetten „Aan Mevrouw George Meredith." Neen, natuurlijk niet. Zij zal al verbaasd genoeg wezen. Zij zou er eenvoudig doo- delijk nieuwsgierig naar zijn. En Lady Me- redith weet, dat Whitelands de naam is, dien ik mij zelf geef in mijn dwaling 1 Om twee uur vanmiddag sloop zuster Phyllis binnen met haar donkerhlauwen mantel aan en haar fluweelen hoedje öp uit de aangrenzende kleedkamer, waar zij slaapt. „Kan ik nog iets voor u doen, juffrouw White'* 01" Zij zweeg plotseling. Want oogenschijnlijk deed juffrouw Whi telands juist een heerlijk middagslaapje: ik bewoog mij niet en haalde heel regel matig adem. Ik deed mijn uiterste best mijn triomfantelijk lachen te bedwingen, toen ik tussohen mijn vingers docvr zuster PEyllis het witte koord van de electrische öcbel binnen mijn bereik zag neerleggen en 6b haar te en en de kamer uitgaan. Ik wachtte een minuut of'vijf. „Juist lang genoeg", dacht ik, „om haar tijd te geven aan Lady Meredith te vertel len, dat het arme lieve Mevrouwtje een verkwikkend slaapje deed en het dlrs he ter was haar door niemand te laten sto ren I" Toen stapte ik het bed uit. De eerste minuut had ik een gevoel of mijn voet-en niet sterk genoeg waren om mijn gewicht te dragen, en of de vloer, waarop ik st-ond gemaakt was van boomwol 1 Toen deed ik mijn uiterste best, hield mij vast aan de stoelen en liep naar het raam. Ik verstop te ttnij achter de gebloemde sitsen gordij nen, waarachter de Duitach© gevangene zich verborgen hadj en keek het raam uit. Het was een lieflijke streek, nu ik alles bij daglicht zageen mengeling van wil dernis en aangrijpende schoonheid. Daar ginds, tegen een achtergrond van grijze lucht, een rij scherpe rotsen, donker-blauw. En daarnaast scheen 'n raiyd woudboomen iedere nuance te vertoonen van bruin en purper in bladorlooze diepten. Dichter bij mijn venster zag ik den voor grond van den rijweg tusschen de kale beukestammen. De groenachtig bruine zee van mos daaronder werd afgewisseld door een witte, dansende zee van mieeuwdrop- pels. En daarODaar liep de zuster. Ik zag baar net stijf persoontje na, in haar marine-blauw pakje, hoe zij zioh weg- spoedde, de laan door, naar de breede poort tussdhen de eteenen pilaren. Al epoedig merkte ik een andere, klei nere gedaante op, die haar dn de laan te gemoet kwam. Een telegrammen-jongenf Hoe komt het toch, dat negqn van do tien mensohen nooit een telegrammen-jongen In de richting van hun huis kunnen zien gaan zonder stil te staan en te vragen: „Is het voor mij? Het moet een diep in gewortelde behoefte zijn in de menschc- lijke natuur, denk ik; de behoeft© om te hopen, dat er eenmaal iets onverwachts, iets buitengewoons gebeuren zal. (Ik kan niet klagen, dat aan dezo be hoefte niet rijkelijk voldoening gegeven is in mijn speciaal geval). Dat moge dan zoo wezen, ik zag zuster Phyllis den jongen een oogenblik staande houden. Zij vroeg hen* natuurlijk of het telegram voor haar was. Hij schudde het hoofd en kwam op het buis af. Ik betrapte mijzelf op de gedachte: Yeronderstel veronderstel eens even, dat het teiegram misschien voor mij was? Maar dat was onwijs. Er waren maar twee menschcn op de heele wereld, die wisten, dat ik, Rose Whi telands, ten onrechte verondersteld de jong© Mevrouw Meredith te zijn, hier was. Reggie Penmore zou mij niets te telegra- feeren hebben. En Juffrouw Yera Yayno was op .weg naar Amerika. In ieder geval, zuster Phyllis was veilig ©d wèl uit de buurt. En nu mij gauw aankleeden! Dat was gemakkelijker gezegd dan ge daan. Want na tien minuten de kamer t© heb ben doorgezocht, de kleerkast en de lata fel, kwam ik tot de droevige conclusie, dat mijn kleeren op de een of andere manier verdwenen waren. De kale zwart-serge rok en mantel, die ik op reis had aan gehad, waren weg. Even zoo Inijn ondergoed. En dit bracht mij weer iets vervelends te binnen. Als mijn eigen kleeren maar ge merkt waren met mijn eigon voorletters I Maar ik had te veel haast gehad voordat dk mijn pension verliet, om mijn uitzetjo nieuwe kleeren te merken, voordat ik mijn nieuwe betrekking aanvaardde. En nu wa-j ren zij in de wasdh gegaan zonder de W.» die mij had kunnen rechtvaardigen. Alles, wat ik kon vinden, waren de dun ne avond-kleeren van Juffrouw Vera Vayne en de stapel lichtnmauve en ros^ "-gebloem de, flodderige kleeren. Er scheen geen peignoir bij t© zijn. En Ik kon niet naar beneden gaan, zoo-ils ik was, en het huis rondloopesn in dit dun-- ne, opzichtige nachtgewaad. Ten einde raad sloop ik zuster Phyllis kamer binnen. Ik nam liaar donkerrood© oachemiren peignoir met erkm© kanten kraag en man chetten van den haak. Haar gewatteerde, ros© satijnen slaap- kamerslofjes met wit donzen randje pas ten mij precies. Het was de moeite niet waard mijn haar op te maken. Mijn arm was al wat moe van de inspanning de kastdeuren open to doen en de laden los te trekken. Ik liet mijn twee dikke bruine vlechten met de rose strikken, die cle keurige Phyllis ér om ge bonden bad, dus maar hangen. Toen keek ik haar domein weer rondWaarom, waarom was dat meisje toch niet een beef je minder kleingeestig netjes 1 Waaroin tooest zij al haar schrijfbenoodigdheden wegslui ten? Beneden, op een afstand, hoorde ik het Eituwe geluid van de bel van den tel«- graO en jongen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5