Spaarfonds voor Bodemcultuur
AGENDA VAN DE WEEK.
Stationsweg 43 - Leiden
Begrafenis- Onderneming
KEEREWEER
BUITENLAND.
Vrijdag.
„Nafchanaël": Lezing aid. Leiden Nod.
Clhv Vrouwenbond. 8 uur.
Zondag.
Schouwburg Prinsesse-Tooneel „^lorilz
Marx". 8 uur.
Dagelijks:
„De Lakenhal": Leidsche Kunslvereeni-
Ring. ïenloonslelling van batiks. Van 19 tot
on met 23 September van 10 lot 5 uur (Zon
dag van halféén tot 5 uur).
„Prediker" Bazaar Jonge!. Chr. Geheel-
onlb.-Bond op 19, 20 en 21 September. Van
2 tot 5 uur en van haliacht tot hallelf.-
Sladszaal: Van ld lot 23 September
behalve Zondag „L a w.e.t" Van 2 tot
6 en van 7 lot 11 uur. Eiken avond Cabaret
van 8 tct 11 uur.
De apotheek van „Hulp der Mensch-
beid", Hooigracht 48 is altijd geopend, doch
alleen voor leden van dat Ziekenfonds.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der
opofheken wordt van Maandag 17 Sept tot
en met Zondag 23 Sept. waargenomen door
de apotheek van den heer C. B. Duysler,
Nieuwe-Rijn 18, telef. 523.
RECLAME.
Tel. 488. Postrek. 11601,
No
Leiden, Sept. '23.
L. S.
In vervolg op onze vroegere mededeelin-
gen omtrent onze SPAARBANK en DéPO-
SITO-afdeeling vestigen wij nog üwe spe
ciale aandacht op onze hooge dekking, per
30 Jnni 123 bedragende. Dit wil zeggen,
dat elke f 100.aan spaar- en déposito-
gelden door I 123.aan bezittingen ge
dekt zijn. Het vertrouwen der beleggers
blijkt wel nil onzen gestadigen vooruitgang
(zie onderstaande cijferz).
Totale bezittingen
31 Dec. 1918 70.879.92
31 Dec. 1919 742.468.66'/*
31 Dec. 1920 1.392.015.37
31 Dec. 1921 2.210.276.05'/*
31 Dec. 1922 2.709.073.25
Hebt U reeds inlichtingen gevraagd?
1443 Hoogachtend,
Spaarfonds voor Bodemcuifuur.
Geen Nederlander die met gebogen hoold
dit koor betreedt. Hier heerscht niet de
stilte des doods, maar worden vernomen de
levende klanken der historie.
De ranke, met eikenloof gesierde zuilen,
die als wachters slaan rondom het eere
monument van Willem van Oranje, wijzen
naar omhoog: en de rijzende lijnen en to
gen roepen naar het zonlicht henen.
Straks zal een plaat zijn aangebracht
waarop geschreven: Resurreclionem exspec-
tat Guilelmus Primus, Pater Patriae. Ja, de
"Vader des Vaderlands verwacht hier de
wederopstanding.
Zijn monument spreekt van leven.
Van levend geloof; van levende trouw;
van levenden moed.
Het beeld van dc gestorven Held "rust
daar in marmer op de sponde: maar naar
voren treedt zijn bronzen gestalte, als wil
de zij ons er aan herinneren, dat Prins
.Willem I onverwoestbaar zijn stempel op
onze historie heeft gezet.
Door de restauratie is de omgeving met
liet monument in overeenstemming ge
bracht.
Voor de vaallieid der muren is in de
plaats getreden de teere gloed van het bak-
sleenmetselwerlc: noeste arbeid van be
kwame handen en ik moge hier warmen
dank brengen aan de arbeiders, hoog en
laag, die met zoo groote toewijding zich aan
dit werk hebben gegeven bracht weer h<?t
gebladerte der kapileeten te voorschijn, dat
door een doodschc kalklaag was bedekt. En
wie het oog naar omhoog richt, wordt be
koord door het lichtende kleurenspel van
vensters en kap.
Zco moge ik dan nu in opdracht van het
„Comité voor het Nationaal Huldeblijk aan
Hare Majesteit de Koningin", namens Uw
Volk Üwe Majesteit aanbieden dit geslau-
reerdc koor; en ik moge Uwe Majesteit daar-
bjj de verzekering geven, dat bet aanzien
lijken en eenvoudigen, vooral vele eenvou-
digen, een vreugde was U in dezen vorm te
mogen schenken een blijk van dankbaar
heid en van hulde.
Wij mochten als volk aan zijn Vorstin bij
Haar Zilveren regeringsjubileum dit hul
deblijk aanbieden. En liet was ons een oor
zaak van vreugde ie vernemen, dat de
keuze ervan Uwe Koninklijke instemming
liad.
Kon het eigenlijk ook anders.
Dit monument, dai wij voor onze Vorstin
oprichten, eert tevens ons Vorstenhuis.
Ons volk ziet toch in U vóór alles een
Oranje.
In geestelijken zin reiken Uwe Majesteit
en de Vader des Vaderlands elkander de
hand.
En wanneer straks de band lusschen
Granje en Nederland vier eeuwen lang zal
hebben stand gehouden, dan is dit in de
eerste-plaats omdat die band dcor God ge
legd werd tusschöQ een Willem den Zwij
ger en ons volk. -
Zijn naam staat diep gegrift in de ziel
van ons volk.
Zijn taak was op te komen voor de hei
ligste rechten en vrijheden van geheel ons
volk.
Zijn daad, Zijn groote daad was zichzelf
te geven als offer voor Zijn Volk.
En wanneer wij dan zien, hoe het stre
ven van Uwe Majesteit steeds was gericht
op het welzijn van Uw Volk, en zoo ook
dcor U de beste tradities van Uw Huis wer
den bewaard, dan is een hulde aan. U, onze
Vorstin gebracht, levens een hulde aan ons
Vorstenhuis.
Ik weet het, dat door velen buiten onze
grenzen deze verhouding tusschen Vorsten
huis en Volk niet wordt verstaan.
En de vreemdeling, die onze jubileum
feesten heeft bijgewoond, heeft zich ver
wonderd afgevraagd: ,,Van waar die ver-
ecring V' Op die vraaag kan alleen een Ne
derlander het antwoord geven, die door
voelt, wat Oranje in de historie was, en
doorleeft wat Oranje heden ten dage nog is.
Vooral in den nieuwen tijd, dien wij door
maken, een tijd waarin demooratie' vkn ve
lerlei keur, maar meest van licht gehalte,
door Europa rondwaart, schijnt het haast
een anachronisme den lof van zijn Vorsten
huis te bezingen.
En toch herhalen wij thans, na vijf en
twintig jaren, wat Schaepman bij de inhul
diging van Uwe Majesteit zong:
Jji vrijheid eert tJ 't vrije volk,
Als zijner hoogste hoogheid eere
Als zijner hoogste hoogheid ere
Do draagster van zijn heerlijkheid,
't Symbool van zijn zelfstandigheid,
Van heel zijn recht de hechte weere,
En zijner eendracht vastigheid.
Ja, als vrij volk eeren wij U, omdat wij
weten dat Uw huis onze vrijheid op elk
terrein steeds handhaafde.
Als vrij volk eeren wij U, omdat in Uw
Huis is verpersoonlijkt wat er groot en goed
in ons volk is.
Als vrij volk ceren wij U, omdat wij onder
Uw Huis veilig waren, en Gij met ons „Hol
land houwen" wilt.
Als vrij volk eeren wij U, omdat Uw Huis
bewees recht en gelijk te willen.
Als vrij vólk eeren wij U, omdatt wij, hoe
dan ook vaak verdeeld, rondom Uw troon
staande, één volk zijn.
Dat is de waarborg die Uw huis ons
steeds gaf.
Dit doet ook Gij als plichtgetrouwe, streng
constitutioneele Vorstin, Wier gestalte daar
voor ons oprijst hoog boven de z.g. demo
cratie onzer dagen, die van geen verant
woordelijkheid weet, en indien zij ze al kent,
haaa- van zich afschuift.
Majesteit, wij danken U dat Gij Uw
woord, bij de aanvaarding der regeering
gesproken, hebt gestand gedaan: dat Gij
wonschtet te regeeren zooals van een Vor
stin uit het Huis van Oranje wordt ver
wacht. -
Ondc*r Uw bewind is de eenheid tusschen
Vorstenhuis en Volk bevestigd.
Ook wij gelooven met Uwat was en
wat is, zal ook in de toekomst zijn: deze
zekerheid dragen wij mede uit de groote
dagen die wij hebben doorleefd.
Uwe Majesteit heeft den wensch te ken
nen gegeven, dat de feesten een eenvoudig
karakter zouden dragen, en zich zouden
beperken tot een nationale betooging. De
zen wcnsch eerbiedigend, zijn door geen
enkel land bijzondere missies afgevaardigd.
Toch zijn er van elders gekomen, wier
aanwezigheid ik ben er van. overtuigd
dit te mogen zeggen Uwe bijzondero
instemming hoeft.
Ik noem in de eerste plaats de Prinsen
van Solo en Djocja en den Sultan van Boe-
Joengan, die de reis uit het verre Oosten van
het Rijk hebben aanvaard, om aan Uwe Ma
jesteit aan te biedigen de betuiging van
trouw en aanhankelijkheid. Kan het wel an
ders dan dat zij hiervan verzekerd zijn. dal
wanneer een Koningin van Nederland, zóó
geliefd door Haar Volk, verklaart dat Zii
zoowel in Nederland als in 't Oosten en hei
Westen van het Rijk rechtvaardigheid
wenscht te betrachten, en naar Haar vermo
gen wenscht bij le dragen tot verhooging
van bet geestelijk en stoffelijk welzijn der
bevolking, dit geen ijdele woorden kunnen
zijn.
Moge hun aanwezigheid hier ertoe bijdra
gen dat de samenwerking van alle krachten
hier en in Indië wordt bevestigd, en het Va
derland gebouwd.
Welkom is ons de buitengewone gezant,
die uit Zuid-Afrika overkwam, om namens
onze stamverwanten daarginds zijn heil-
wenschen aan onze Vorstin over le brengen.
Als wij over de Nederlanders in den vreem
de spreken, gaan onze 'gedachten 't eerst
naar zijn land.
En 't verwondert ons niet dat de Afrika
ners op dit jubileum Uwe Majesteit iels had
den le zeggen, waar de kloeke daad van "U
als jeugdige Vorstin nooit uit huifhe herin
nering wordt uitgewischt, toen Gij een der
bodems van Uwer Majesleits Koninklijke
Nederlandsche Marine derwaarts hebt ge
zonden, en in 't midden van Uw Volk hebt
willen opnemen den grijzen Staatspresident,
om onder een stamverwante natie, die zoo
scherp mede voelde de slagen aan zijn land
toegebracht, uit te rusten.
Wij verblijdden ons, dat er uit de Nieuwe
Wereld, mannen en vrouwen kwamen om
Uwe Majesteit te huldigen. Wij weten hoe
6lerk in de Vercenigde Staten van Noord-
Amerika de sympalhiën voor Holland zijn
wij welen dat velen zich gaarne hun Ho!-
landsche afkomst herinneren, en wij zijn
dankbaar dat zij de oude banden vasthou
den, niet het minst met ons Vorstenhuis.
De aanwezigheid van deze allen verhoogt
het nationaal karakter, dat Uwe Majesteit
aan de viering van Uw Jubileum heeft wil
len geven.
Gij zijt daarbij gebleven in de lijn steeds
door U gevolgd. Wars van alle nationalisme,
hebt Gij Uw Volk gewezen op de nationale
beteekenis van ons woord en ons lied, van
onze kunst en onze cultuur was het een
oorzaak van vreugde, als onze driekleur
wapperde over de wijde wateren werd door
U niets nagelaten wat ónze vaderlandsche
industrie helpen kon zich baan te breken.
Gij hebt ons volk geleerd zichzelf le zijn.
Gedurende deze vijf en twintig jaren hebt
Gij het vaderland gediend in den besten zin
des woords.
Daarnaast is het steeds Uw streven ge
weest goede betrekkingen te onderhouden
met de andere volkeren. En wanneer Neder
land thans een eervolle plaat9 in de rij dier
volkeren inneemt, dan is dit niet 't minst
van -dit streven de vrucht.
In de nabijheid van hel monument van
Willem van Oranje, die de vrijheid van ons
volk met liet zwaard moest veroveren, rust
de figuur van Hugo Grolius, die de lijnen
van het volkenrecht trok.
De viering van Uwer Majesleits jubileum
moge een nationaal karakter dragen: aller
oog moge op Vorstin, Vorstenhuis en Vader
land zijn gericht: toch zal over de grenzen
heen klinken naast den nalionalen ju
bel óók deze loon, dat Koningin Wilhel-
mina en Haar Volk den oprechten wensch
koesleren, en bereid zijn met c^lle kracht er
toe mede te werken, dat het „cole justi-
liam" werkelijkheid worde in de verhouding
der volkeren, opdat het licht doorbreke in
de donkerheid, die thans de wereld omvan
gen houdt.
Wanneer ons volk zich thans gekweten
heeft van een duren plicht, door het herstel
van dit bouwwerk tot stand le brengen, dan.
eert het in dit werk ook het Vaderland.
Majesteit, Gij hebt dezer dagen getoond,
dat Gij Uw dienaren niet vergeet, waar hun
de krachten ontbreken om U te komen hul
digen. Gij hebt ons een wenk gegeven, en
wij hebben dien verstaan. Van Karnebcek,
de Savnrnin Lobman, en laat mij als derde
moge noemen F. Graaf van Bylandt, thans
elders vertoevend, hoe verschillend in po
litieke opvatting, zijn drie staatslieden, die
't welzijn van het Vaderland bij alles voor
op stelden.
Wij nemen hun trouw ten opzichte van
Vorstin, Vorstenhuis en Vaderland ons ten
voorbeeld. De jongeren roepen wij op om
de gelederen te sluiten. Aan onze kinderen
zullen wij vertellen Gods daden in onze
historie, door Oranje verricht.
Zoo rijen zich de geslachten aaneen, als
een wacht rondom Hare Majesteit Koningin
Emma, Die Haar Volk zoo trouw heelt ge
leid; rondom Hare Majesteit Wilhelmina,
Koningin der Nederlanden, Die staat in het
midden van Haar groote taak; en rondom
Juliana, Prinses van Oranje, voor wie nog
een heerlijke roeping onder ons Volk moge
zijn weggelegd.
En zoo gaan wij met U de toekomst tegen
onder de loonen van het lied des geloofs:
Mijn Schild en mijn Betrouwen
Zijt Gij, o God, mijn Heer!
wetend, dat de Potentaat aller Potentaten
ons helpen zal.
Uit naam van het Vaderland, en ten
blijke van dankbaarheid en vereering jegens
Zijd Vorstin, leg ik dezen lauwerkrans bij
het eeremonument van bet Hui9 van
Oranje neder."
(De rede is uitgegeven bij J. Bootsma, le
Den Haag).
Op deze rede antwoordde H. M. de Ko
ningin:
„Mijnheer de Voorzitter.
In deze voor mij onvergetelijke ure zij
mijn eerste woord een van diepgevoelden
dank aan mijn geheele volk voor de gansch
bijzondere wijze, waarop het'zelf mij met'
zoo groote geestdrift van zijn toewijding en
trouw heeft'blijk gegeven en de thans ach
ter ons liggende weken tot een nimmer te
vergeten hoogtij voor mij en voor de mijnen
heeft gemaakt. Niet minder warm is mijn
dank aan allen, die de van zooveel kunstzin
getuigende restauratie van dit koor hebben
tot stand gebracht als blijvende'herinnering
aan mijn vijf-en-twinligjarige regeering.
Ook U, Mijnheer de Voorzitter, betuig ik
mijn erkentelijkheid voor de gevoelvolle
woorden, tot mij gericht.
Mijn volk heeft een zeldzaam fijn besef
getoond van hetgeen mij bindt aan Willem
den Zwijger, wiens geesteskind ik mij in
meer dan één opzicht gevoel. Het ware in
strijd met zijn willen en .streven hem te
cercn, of lof toe te zwaaien; immers, onze
historie is Gods werk en in dit licht zag hij
de feiten. Juist dat Godsbeslier heeft de ge
dachte, die in zijn denken ontsproot, in* ops
Vaderland doen wortelschieten haar gesteld
lot een waarheid, waarop zoowel het ge
bouw van den Slaat als het rechtsbewust
zijn der natie rusten.
Uit de treffende hulde, alhier door zoo
zeer verschillende geledingen der bevolking
•gebracht, zie ik, dat die waarheid begrepen
en beaamd wordt, en ik dank allen voor de
bevestiging daarvan op dit oogenblik. Deze
breede en diepe gedachte bindt Nederland
aan Oranje en omgekeerd Oranje aan Neder
land. Ik dank God voor dien band die ons in
slaat stelde menig gevaar le trotseeren
Nu wij geschaard staan om de rustplaats
van Willem van Oranje en diens nazaten,
die in zeer onderscheiden tijdperken onzer
geschiedenis hunne krachten mochten ge
ven aan de zaak des Vaderlands, ontvalle
mij een uit het hart gewelde kinderlijke
hulde aan mijn diepbetreurde vader, die mij
vooraf ging en voorging in het hooghouden
der aloude tradities, en aan haar, die zijn
voetstappen drukte en wier tegenwoordig
heid mij met dankbaarheid vervult.
Met blijdschap begroet ik de afgevaardig
den vau mijn volk, zoowel die uit de elf
provinciën als hen, die van de doelen van
Nederland van overzee tot mij kwamen en
die mij daarmede opnieuw blijk gaven van
de hechte saamhoorigheid des Rijks. Hierbij
gaan mijn gedachten ook uit naar onze
landgenooten, die niet in het Vaderland wo
nen, maar met woord en daad in deze da
gen bewezen, met ons mee te leven. Ook de
gasten, vertegenwoordigende onze geest- en
stamverwanten in den vreemde, heet ik van
harte welkom.
Te zamen hebben wij rijke slof tot roe
men in Gods trouw, die menigvuldig ver
hoord heeft de bede, door den stervenden
Vader des Vaderlands gestameld. God heeft
zich over het volk van Nederland ontfermd
niet alleen in het verleden, doch ook in den
tijd, die ons allen nog zoo versch in het ge
heugen ligt. Verleden en heden reiken
elkander de hand. Ons volk heeft in de ge
schiedenis een roeping vervuld. Onze
worsteling tegen vreemd geweld, de heilig
ste rechten en vrijheden, die wij daardoor
mochten verwerven, waarvan allen binnen
onze grenzen de zegeningen ondervonden,
de groote mannen, waarop ons volk schier
op elk gebied mag hogen en die ons land
tot wereldvermaardheid brachten, dit alles
heeft ons in 9taat gesteld die roeping te ver
vullen, ja nog meer, ook andere volken
hebben daarvan den zegen ondervonden.
Ook thans en voor de toekomst i9 er een
taak voor óns weggelegd, zoowel binnen
eigen gebied als in het groote gezin der vol
keren. Mochten jrij allen, ziende op den
Vader des Vaderlands en willende ons zelf
zijn en blijven, onverpoosd voortbouwen op
de grondslagen, door hem gelegd, en put
tende uit de schatten, ons door een groot
voorgeslacht nagelaten, vooraangaan op den
weg van beschaving en vernieuwde klacht
en met de hulp wan God het woord in toe
passing brengen: „Wees een zegen".
De Nieuwe Kerk had een eenigszins fees
telijk aanzien. Voor den ingang aan de
Marktzijde was een baldakijn opgesteld met
aan weerszijden een plar.tenversiering. De
(oegang onder den toren was veranderd in
een gang, met groenachtig linnen bespan
nen, waardoor de steigers in den toren aan
het oog werden onttrokken. In de hal onder
het orgel had dc ontvangst plaats. Van hier
voerde een broede grijze looper door het
schip der kerk naar het koor. Tegen dc
wanden stonden groene heesters. Het
dwarsschip was aan weerszijden afgeslo
ten door twee rijen palmen en-voor de ko
lommen in het koor oranjewimpels.
Wij werden in de gelegenheid gesteld het
Nationale Huldeblijk te bezichtigen. Onder
leiding van den architect, den heer H. v. d.
Kloot Meijburg, werd door het gerestaureerde
koor een rondgang gemaakt. Bij de restau
ratie zat dc bedoeling vcor het gehe'el te her
stellen als karakteristiek handwerk, in te
genstelling met de moderne bouwkunst, die
in alles het machinale vertoont Bij het af
pellen der muren bleek, dat de sleenen oor
spronkelijk gevoegd waren. Door het'aan-
lcoopen van partijen oude steen van de door
braak in Den Haag en den brand bij de Ned.-
Herv. Kerk le Berg-Ambacht, kon men het
geheel naar oorspronkelijk plan herstellen.
Men heeft in de kerk een houten schijn-
gewclf aangebracht en zoo de kap aan
het oog onttrokken. Verder werd een eiken
houten beschieting aangebracht, geheel met
koper bespijkerd. In de kap zijn vier door
den beeldhouwer Van Lunteren gehakte
beelden aangebracht, voorstellende de ge
boorte, de levenskracht, den ouderdom en
den dood. Bij de restauratie bleek drievierde
van den natuursteen beschadigd, waarschijn
lijk door een brand in 1537.
Het profiel was niet meer te herkennen
en de kapiteelen moesten bijkans alle wor
den vernieuwd. De bedoeling was niet te
phantaseeren in ouden stijl, maar alleen in
dien stijl te restaureeren als men zekerheid
had, dat het oorspronkelijke zoo was ge
weest. Hot triforium is bij de restauratie de
coratief bekroond. Alle ramen zijn ver
nieuwd. Sommige bleken dichtgemetseld to
zijn.
De decoratieve beschildering is aange
bracht door den schilder Jacob Por, die dit
geheel uit de hand heeft gedaan volgens dé-
tail-teekening. De beschildering van het
plafond is in rood, groen, bruin en wit aan
gebracht, naar ontwerp van prof. Odé.
De restauratie is nog niet geheel gereed,
maar door de toewijding der honderd werk
lieden kon in vijf maanden lot stand komen
wat anders vijf jaar zou vereischt hebben.
Het koor der kerk is door de restauratie in
één woord schitterend geworden. Zulks valt
treffend op, wanneer men de kerk zelve in
haar aloude witte kaalheid ziet. Naar wij
vernemen ligt het in de bedoeling van de
Hollanders in Amerika, dat zij de gelden
zullen bijeenbrengen voor de restauratie van
het dwarsschip.
Sommige gewelfribben zijn wel 20 c.M.
opgevijzeld, wat men eerst voor onmogelijk
hield. De lusschenliggende velden zijn uit
de hand rond gemetseld. Het geheel hield
daardoor haar aloud karakter. Komt zulks
lot stand, dan zal met de restauratie daar
van en het gereed maken van den buiten
kant wel twee jaar heengaan, aangezien nu
in veel langzamer tempo kan worden ge
werkt.
'Ook is in groote trekken een plan ont
worpen om in het midden van het koor een
trap aan te brengen naar dc ondergrondsche
vestibule, die naar den grafkelder voert.
Thans komt men door het wegnemen van
een steen io den linker bovenhoek van het
koor in den grafkelder.
Rest ons nog te melden, dat het gekleurd
en gebrand glas in de kapramen is vervaar
digd in het atelier van den heer J. Schouten,
te Delft. De'groote ramen zijn tijdelijk met
noodglas bedekt, ten einde het licht wat te
temperen, maar het comité hoopt, dat de
giften nog zoo ruim zullen vloeien, dat ook
deze ramen van gebrand glas zullen kunnen
voorzien worden. Het geheel overziende
mag worden gezegd, dat deze restauratie een
waardig stuk nationale bouwkunst op haar
best i9 en een kostbaar geschenk van het
Nederlandsche volk aan zijn jubileerende
Koningin.
Het gerestaureerde koor was- heden tot
een uur na het vertrek der Koningin voor
ieder gratis te bezichtigen.
RECLAME.
CREMATIE, AUTO-TRANSPORT
OPGERICHT 1871
AALMARKT 16 TELEF. 861
7797
DE ALGEMEENE TOESTAND.
De Engelsche premier ftèeft gistermiddag
op de Quai d'Orsay afscheid genomen van
Poincaré. Voortgezet zijn dus de besprekin
gen niet rechtstreeks, waarover de Fransche
pers al zoo'n luiden juichtoon aanhief. De
geheele Fransche pers was vol optimisme
over het resultaat der besprekingen, die Bald
win met Poincaré en Millerand heeft gehad,
al werd omtrent deze besprekingen het diep
ste stilzwijgen in acht genomen, en al kon
den de wederzijds geopperde denkbeelden
9lechts in abstracte en van ieder détail ont
dane termen worden aangegeven. In den
oogenblikkclijkèn stand van taken plaatste
Baldwin tegenover de voldongen feiten geen
scherp omlijnd plan. Men hoopte dus le Pa
rijs, dat de Engelsche premier zou afzien van
een terugkomen op het verleden, begrijpen
zou, dat wanneer Frankrijk zich mocht ver
gist hebben, het toch niet datgene wat het
ondernomen heeft prijs kan geven, en zich
zou toeleggen op het voorbereiden van een
tijd van eendracht tusschèn Frankrijk en
Engeland. Het direct conlact lusschen beide
landen wa^ hersteld en een nieuwe periode
van besprekingen ten behoeve van een defi
nitieve regeling der herslelkweslie werd in
geluid.
Zooals uit ons overzicht van gisteren bleek,
konden wij nog niet zien, dat er in wezen
«iets veranderd was. Hoe kon uil' toch ook bij
een eenvoudige eerste ontmoeting tusschen
de elkaar persoonlijk.nog niet kennende pre
miers? Zou Engeland, zij het zijdelings, thans
zich kunnen neerleggen bij de Roer-actie,
die z. i. onwettig is? 't Was le mal, om aan
te nemen. En zoo was er nog zooveel, waar
voor men als voor een raadsel stond, waarin
de Fransche juichkreten als juist werden
aangenomen.
Trouwens uit Engeland wordt ook wel
een domper gezet op het Fransche opti
misme. Uit Londen heet het: Men neemt
hier algemeen aan, dat de algemeene ter
men van het communiqué over de ontmoe
ting de ,zeer uitecnloopende gevolgtrekking
in verschillende kringen niet rechtvaardi
gen. Men kan alleen verklaren, dat dc twee
staatslieden elkaar ontmoet hebben, dat zij
het over de algemeene beginselen eens wa
ren en dat zij misschien de besprekingen
zullen voortzetten.
De Engelsche pers is dan ook verbaasd
en weet niet, waar men iu Frankrijk het
optimisme vandaan haalt uit het commu
niqué betreffende de ontmoeting van Bald
win en Poincaré.
De „Evening Standard" dringt er op
aan dat Baldwin ten spoedigste naar Lon
den zal terugkeeren om het publiek nader
in to lichten wat eventueel de redeu van
het Fransche optimisme kan zijn. Het opti
misme is nog te meer verbazingwekkend,
aangezien er eigenlijk nog nimmer na een
qonferentic een zoo niets zeggend coramu
niqué is verstrekt als dezen keer het geval
was. De eenige verklaring die men oppert
is dat de optimistische Parijscho bladen in
het bezit zijD van inlichtingen die aan do
Engelsche publieke opinie tot dusver zijn
onthouden, maar in officieelc kringen ver
klaart men dat men niets nader gekomen
is door de bespreking.
De „Daily Express" laat over de ont
moeting tusschen Baldwin cn Poincaré zelfs
een heel anderen toon hooren. Het blad
zegt: „Baldwin en Poincaré zijn te Parijs
bijeengekomen en men zegt, dat zij niet
in staat waren eenig vast besluit inzake het
vergoedingsvraagstuk te treffen. Men zegt,
dat Baldwin onmogelijk het Fransche stand
punt kan deelen. Er moge aan herinnerd
worden, dat Baldwin en het kabinet in da
nota aan Frankrijk-op de mogelijkheid heb
ben gewezen van een afzonderlijk optreden
van. Engeland ten einde spoediger een regc*-
ling to bereiken." Vet gedrukt laat Het
hierop volgen „Men mag daarom verwach
ten, dat Baldwin bij zijn terugkeer onmid
dellijk: een politiek zal ontwikkelen, welke
gelijk zal staan met een afzonderlijk optrev
den.-Er is reden, te verwachten, dat zijn
politiek het terugtrekken van de Engelsche
troepen uit Keulen*in zich zal sluiten.."
En al moge het laatste dan overdreven zijn
naar den anderen kant, nogmaals conclu-
decren wij: in wezen niets veranderd. Wel
licht geeft het contact misschien iets voor
de toekomst Althans, wanneer daarvan nog
sprake mag zijn, gezien hoe Stresemann
blijkbaar toch ook een volledige capitulatie,
waarop PoincaTé nog altijd staat, niet aan-
durft in het huidige Itaitschland, men zie on
der dit hoofd.
Gisteravond had aan de Quai d'Orsay in
de ambtswoning van Poincaré nog een con
ferentie plaats, welke werd bijgewoond door
maarschalk Foch, Le Trocquer, De Lasleyrie,
Tirard en De Mouy, directeur van het alge
meen beheer der geldmiddelen. De Minister
van Financiën Le T-rocquer deed verslag van
de resultaten van zijn inspectiereis in bet
Roergebied. De verschillende personen on
derzochten bepaalde kwesties betreffende de
bezette gebieden.
'inmiddels is weer veel nieuw kwaad bloed
gezet, doordat Fransche troepen het slot te
Mannheim hebben bezet, momenteel de bu
reaux gevestigd zijn van het financieele be
stuur der gemeente, de rechtbank en andere
instellingen. De toegangen en uitgangen wer
den versperd, terwijl een bevel werd uitge
vaardigd, dat de „Scliupo" van de stad de
kazerne niet mocht verlaten.
De Duilsche regeering stelt een vervolging
in tegen een Duilseh blad, dat berichtte dat
besloten zou zijn het lijdelijk verzet op lo
geven.
Van Duilsche zigde wordt verklaard, dat
de Franschen in Augustus nog geen 1/4 heb-
bt\n gekregen aan kolep uit het Roergebied
als voor de bezetting werd geleverd.
De Raad van den Volkenbond heeft gis
teren zoowel Skirmunt (Polen) als Benesj
(Tsjeeho-Slowakije) gehoord over de afba
kening der grens tusschen de beide landen
in het gebied van Javorina en daarna Quf-
nones de Leon (Spanje) opgedragen een
rapport over deze aangelegenheid samen te
stellen. Aangaande het Grieksch-Italiaan-
sche geschil heeft de Ra§td verklaard, dat
het noodig is het vraagstuk, welke betee
kenis moet worden gehecht aan verschillen
de artikelen van het statuut, waarin de
bevoegdheden van den Raad geregeld wor
den, op te lossen. Voorts dat de interpre
tatie moet kqmen vast te staan van ver
schillende kwesties van het volkenrecht ten
einde in de toekomst allen twijfel dienaan
gaande uit te sluiten on de taak van den
Volkenbond te vergemakkelijken. De Raad
beskot derhalve met juridisch en bijstand
over te gaan tot een nauwgezette en minu-
ticuse studie van deze vraagstukken en ten
spoedigste over te gaan tot een. onderzoek
van de werkwijze die het best tot het go*
wenschto doel zou kunnen leiden.-
Wat betreft de uitbreiding der grondels
gen van het vlootverdrag van .Washington
tot de staten éa dit verdrag niet hebben