In verkeerde Schoenen.
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 20 September. Tweede Blad. Anno .1923.
Mo. 19490.
GEMEENTEZAKEN.
FEUILLETON.
j 11)
UIT DE PERS.
Benoemingen en ontslag.
Plaatselijke Schoolcommissie deelt?
pede, dat te vervullen, rijn
a. de vacature, ontsbaon door het be-
ijankon vam den heer mr. A. L. Hermans
jegens vertrek naar Rotterdam (groep
oudere der in de gemeente op een bijzon
dere lagere school ingeschreven leerlin
ge11") J
b. de vacature, ontstaan door het bedan
ken van den heer J. B. Meijnen (groep:
^overige meerderjarige inwoners der ge-
jlieent©").
De commissie beveelt aan: lo. Vacature
inr. A. L. Hermans: 1. J. O. Boertee, S.
ft. G. M. Hueber;
2o. Vacature J. B. Meijnen: 1. A. Oou-
veé P.Jzn., 2. ds. M, J. Punselie.
Ter vervulling in de vacatures van cura
tor van het Gymnasium ontstaan door het
periodiek aftreden van de heeren dr. W.
Th. M. Wcebers en prof. dr. D. O. Hes-
eoling worden door bet college van cura
toren aanbevolen:
A. lo. dr. W. Th. M. Weeberg, arts te
Leiden, 2o. dr. J. A. J. Barge, boogleeraar
fe Leiden.
B. lo. dr. D. O. Hesseling, hoogleenaar
te Leiden 2o. dr. J. P. Vogel, hoogleeraai;
te Lelden.
Door Curatoren van Het Gymnasium,
worden tevens voorgedragen voor een vaB-
te benoeming iresp. tot leeraar in de Na
tuurlijke Historie en tot leraar in de
Oude Talen, de leeraTen Ör. W. H. van
Betera en J. R. Wartena, ingaande 1 Sep
tember 1923.
Voorts tot continuatie voor den cursus
16231924 de heer W. Vrefeken, als leeraar
in de Wiskunde.
Tenslotte geven zij in overweging Qm den
her J. J. Valkenburg, leraar in de Schei
en Natuurkunde, met ingang van 1 Sep
tember a.B. tot wederopzegging doch uïter
lijk voor den duur van den cursus 1923
1954 te belasten met het geven van onder
wijs in de Wiskunde.
In verband met de benoeming van dr.
J M. Rombouts, buitengewoon geneesheer
I aan de gestichten Endegeest, Voorgeest
en Rhijngeest tot 2en geneesheer bij die
inrichtingen stellen B. en W. voor dezen
met ingang van 1 Sept. eervol ontslag te
Verleenen nit eerstgenoemde betrekking.
Vergunning tot den bonw van een houten
schuurtje.
Onder overlegging van een desbetref
fend verzoek geven B. en W. den Raad in
overweging aan de wed. G. J. de Graaf—
Van Veis en, vergunning te verleenern, om
de op Het terrein van de Os- en Paarde:
laan No. 134 te bouwen loods van hout te
doen maken.
Overname van grond.
Door J. P. Oudshoorn te Sassenheim is
mede namens G. Lekker Kerk er ook te Sas
senheim woonachtig, bij B. en W. een
bouwplan ingediend voor den bouw van
jfcwee woningen op het terrein aan den
Haarlemmerweg. De vereisebte bouwver
gunning ban evenwel niet worden ver
leend, zoolang het straatgedeelte vóór het
bouwterrein gelegen niet te voren aan de
gemeente Leiden is overgedragen.
De eigenaar van dit perceel, G. J. Rut
gers ia tot die overdracht bereid en wil.
bd^pndien andere reeds bestrate en gerio-
Jeerde straatgedeelten kosteloos in eigen
dom afstaan.
B. en W. stellen nu den Raad voor deze
gedeelten in eigendom en onderhoud bij
die gemeente over te nemen.
Inrichting van een Bnrean voor het Bnrg.
Armbestnur.
In verband met den aanleg van de tram
lijn van Leiden via Voorburg naar Den
Haag en de daarmede gepaard gaande
afbraak van enkele peroeelen aan de Hoo-
gewoerd, zal het gebouw Hoogewoerd No.
6 niet langer als bureau van het Burger
lijk Armbestuur dienst kunnen doen, zoa
dat dit bureau naar elders moet worden
verplaatst. Het B. A. heeft den wensch
te kennen gegeven, dat het gebouw van
het voormalig hulpkantoor der Gemeen
telijke Bank van Leening aan de Nieuwe
Mare, No. 15, tot zijn bureau zal worden,
ingericht. Met de Commissie van Fabri
cage is ook het College van B. en W. van
oordeel, dat laatstgenoemd gebouw inder
daad voor deze bestemming alleszins ge
schikt is te achten. Het pand behoeft
daartoe geen ingrijpende wijziging te on
dergaan, al moet natuurlijk in de verschil
lende vertrekken het een en ander worden
veranderd, opdat de werkzaamheden, wel
ke daarin voortaan zullen geschieden, naar
behooren kunnen worden uitgevoerd. Waar
bovendien verwacht mag worden, dat hef
B. A. langen tijd in het nieuwe perceel
gehuisvest zal blijven, kan van deze gele
genheid gebruik worden gemaakt om en
kele herstellingen van verfwerk^ behang
sels, vloeren e.d. te doen verrichten. Bo
venbedoelde werkzaamheden waarvan de
overlegde staat sub A een overzicht geeft
en die door bijgaande teekening worden
verduidelijkt, zullen naar raming een uit
gave van ongeveer f 4000 vorderen. Daar
mede zal dan ook het voormalige gebouw
der Bank van Leening in allen deele beant.
woorden aan de eischen, die het had toen
het voocr de Bank van Leening diende.
Aangezien deze ruimte voor het B. A, niet
noodig is, i9 het «raadzaam haar weder tot
•woning in te richten. Deze kan vervolgens
tegen een huurprijs van ongeveer f 4 's weeks
worden verhuurd. De kosten van de tot dit
doel benoodigde werkzaamheden worden
begroot op ongeveer f 1000.
Ook de bovenwoning aan den kant van
de Nieuwe Mare. welke voorheen tot ambts
woning van den hoofdbeambte van het hulp
kantoor der Bank van Leening diende, be
hoort enkele verbeteringen te ondergaan. De
kosten hiervan worden geraamd op f800.
Na het aanbrengen van deze verbeteringen
zal dit bovenhuis waarschijnlijk tegen een
aanmerkelijk hoogeren prijs kunnen woMen
verhuurd, dan aan genoemden ambtenaar
als huurprijs in rekening werd gébracht
(f235.)
Het kaartstelsel op het bnrean van den
Bnrg. Stand.
Reeds lang heeft het voornemen bestaan
om over te gaan tot invoering van een kaart
stelsel voor de bevolkingsboekhouding der
gemeente. Volgens de tegenwoordige metho
de zou men na verloop van enkele, jaren
moeilijk kunnen spreken van een admini
stratie, die ook maar eenigermate .in orde is.
Hoe de bevolkingsregisters er uit zien, nu
zij niet slechts enkele jaren, doch reeds drie
en dertig jaren in gebruik zijn, behoeven
wij zeker wel niet nader toe te lichten, zeg
gen B. en W., vooral niet, wanneer men be
denkt, dat de registers straalsgewijze zijn
ingericht, zoodat bij elke verhuizing het ge-
heele gezin in een ander register of op een
ander blad moet worden overgeschreven.
Zeer veel gezinnen heeft men natuurlijk et
telijke malen, bijna alle gezinnen een en
kele maal moeten overboeken,' met het ge
volg, dat er thans 88 supplement-registers
zijn en bovendien 12 registers naar aanlei
ding van de grénsuitbreiding der gemeente
in de jaren 1896 en 1920, en dat er in na
men, voornamen, geboortedatums en plaat
sen veel fouten zijn geslopen. Bovendien is
door veelvuldige af- en weder inschrijving
van leden uit het gezin zeer dikwijls alle
samenhang verloren gegaan. Er zijn straten
ja zelfs perceelen, die in 4, 5 en meer regis
ter» voorkomen. Hoeveel tijd het opsporen
van personen, in dergelijke registers ver
meld, kost, behoeft- wel niet nader te worden
aangeduid. Het is zelfs zoo erg, dat men zeer
dikwijls bijna dagelijks de kiezerslijst
moet raadplegen, om de gevraagde personen
te kunnen vinden. Dat het bevolkingsregis
ter in het geheel niet voldoet aan redelijk te
stellen eischen, is ook in de crisisjaren o.a.
bij het verleenen van duurte- en kindertoe
lagen ten duidelijkste gebleken. Toen toch
moest men zijn toevlucht nemen tot de bij
de afdeeling „Belastingcontrole" op de be-
lastingkaarten aanwezige gegevens, iets wat
in den vervolge niet meer volledig mogelijk
is, in verband met de belastingheffing door
de Rijksadministratie.
Verder zijn er in het Koninklijk Besluit
tot regeling van de Bevolkingsboekhouding
van 12 Decembet 1922 zoodanige voor
I
Naar het Engelsoh, door BERTA RUCK.
(Nadruk verboden.)
Vaag herinnerde ik mij die stem lang
geledeai gehoord te hebben, terwijl ik ge
leund zat, tegen de kussens van een rivier
bootjeHet bootje had zachtjes op het
water gedreven onder een dak van over
hangende wilgen. En die stem had gezegd:
„Aardig hier, hè Rose?"
Het was de stem van mijn jongens
vriend, student in de medicijnen: Reggie
Penmore
En die etem klonk nu in mijn ooren, ter
wijl ik half ontwaakt tegen een kussen
lag. Dit was de oplossing. Het was na
tuurlijk een droom.
Het móest een droom wezen. Want Reg
gie was nu ergens jn Frankrijk met het
legea-. Hij had zich niet eens de moeite
gegeven mij te schrijven.
De Reggie yam onze Zondagsche tocht
jes, die, dat dacht ik ten minste, van mij
hield. Hoe realistisch was zijn stem in
4«en droom tof mij gekomen.
En toen dacht ik: als ik mijn oogen open
doe, zal ik mijn slaapkamertje in het club-
gebouw te Londen voor mij zien, met het
»ïöglement op een karton gedrukt, vlak
tod er Iden gas arm op den groenen, ge-
Schilderden muur tegenover mij.
ups vroeg mijzelf met 6chrik af of Eet pi
laat was? Ik' had eek ty&gen indruk).
dat ik vroeg uit moest om mijn naam te
zetten ergens in een agentschap op het
Strand. Ik wist, dat ik het een of ander
doen moest. Maar mijn geest was nog ver
duisterd; ik wist niet wat het zijio kon.
Misschien herinnerde ik hef mij, als ik
mijn oogen opendeed.
En ik opende mijn oogen, suf en slape
rig.....
Alweer een nieuwe verrassing!
Want ik werd niet verwelkomd door
den groenen, geschilderdenmuur en het
vale linoleum en de geel-gcverfde meube
len van mijn bekende kamer te Londen.
Mijn oog viel
Ten eerste op een rose satijnen dek
bed en den glimmenden Tand van een ledi
kant, dat mij tot-aal onbekend voorkwam.
Ten tweede op een kamer met licht geel
behang en gebloemde sitsen meubelen, dio
ik in 't geheel niet kende.
Ten derde op een paar met khaki be
kleed e schouders en &ea gezicht, dat ik
kende; een ernstig jong gezicht met vrien
delijke oogen, die mij steeds aanzagen van
achter de brilleglazen.
Reggie Penmore Hoorde dit nog tot den
droom? Of was het werkelijkheid? Indien
Eet werkelijkheid was, hoe was dat dan
alles gebeurd?
„Reggie, wat doe je hier?" Toen dacht
ük: „Hier? Wat is hier?"
„Wat beteekenfc dat alle®?'- 'vroeg ik'.
'Mijn stem klonk zonderling zacht in
mijn eigen ooren.
Ik trachtte mij op te richten ïn 'een rit-
tende houding, maar moest het opgeven
door een bijna verblindende pijn in mijn
hoofd
Ik wilde iniin hand naar ïniin hoofd brëft
schriften gegeven, dat bij een verificatie van
regeeringswege, waartoe de nieuwe voor
schriften de bevoegdheid geven, ernstige op
merkingen omtrent den toestand der boer
king zeker gemaakt zullen worden.
De thans in gebruik zijnde bevolkingsre
gisters-kunnen dus niet langer mede. En ver
mits het dus vaststaat, dat zij tóch "ver
nieuwd moeten worden, ligt het voor de
hand de bevolkingsboekhouding thans in
te richten op moderne wijze, d.w.z. op kaar
ten en wel om de volgende redenen
Het kaartstelsel, eenmaal goed ingericht,
behoeft nooit meer vernieuwd, doch alleen
bijgehouden te worden. Böekhouding der b'e-
volking in vaste registers moet steeds, wil
zij eenigermate aan redelijke eischen vol
doen, om de 10 jareü vernieuwd worden.
Boeking in z.g. losbladige registers heeft het
nadeel, dat, evenals thans, met de registers
moet worden gesleept, wat het werken zeer
bemoeilijkt.
Bovendien vordert het telkens verplaatsen
der bladen in de registers zeer veel tijd, ter
wijl èn bladen èn registerbanden zoo zeer
aan slijtage onderhevig zijn, dat zij, na een
zeker aantal jaren gebruikt te zijn, toch
weder vernieuwd moeten worden.
Het kaartsysteem, ingericht volgens al-
phabetische lexico-grafische methode, heeft
het niet te schatten voordeel, dat een gezin
of persoon, eenmaal geboekt zijnde op een
kaart, steeds op diezelfde kaart blijft staan,
dat dus bij verhuizing niet het geheele ge
zin of de alleen wonende persoon behoeft
te worden overgeschreven, doch dat alleen
de nieuwe woonplaats op de kaart moet
worden vermeld.
Het opsporen van persone% waarmede
thans zeer veel tijd gemoeid is, gaat bij het
kaartsysteem enorm veel vlugger, zoodat 't
mogelijk zal zijn, om zonder uitbreiding
van personeel het hoofd te blijven bieden
aan de steeds toenemende informaties, die
uit het bevolkingsregister worden gevraagd
door Rijksambtenaren, door den Armenraad
en door den Raad van Arbeid.
Door invoering van het kaartsysteem is
de hulp van de bevolkingsagenten voor het
overboeken van gezinnen of personen bij
verhuizing niet meer noodig. Dit kan voort
aan door het bureaupersoneel geschieden.
Aangezien de bevolkingsagenten dus niet
meer aan hun eigenlijke laak de con-
tróle behoeven te worden onttrokken, ia
het zeer wel mogelijk, dat in de toekomst
tot inkrimping van het personeel» kan wor
den overgegaan door het aantal controleur»
met één te verminderen.
De kosten van invoering van het kaart
stelsel worden geraamd op f 10.500, te we
ten voor aanschaffing meubelen (kaarten
bakken, schrijftafels met kastjes, enz.)
f 2180 verandering van het lokaal f 390
levering van drukwerk i 1250 schrijfloon
f 6680 totaal f 10.500.
Aangezien in ieder geval tot vernieuwing
van de registers moet worden overgegaan,
waarmede een bedrag van pl.m. f 4000 ge
moeid is, bedragen de meerdere kosten aan
de invoering van het kaartstelsel verbon
den voor eens slechts f 6500, waar tegen
over de voordeelen staan, dat niet meer om
de 10 jaren tot vernieuwing der registers be
hoeft te worden overgegaan, dat uitbreiding
van personeel wordt vermeden en de zeer
groote mogelijkheid bestaat om in de toe
komst tot vermindering van personeel te
geraken.
Demping van een deel van de
Binnenvestgracht.
Een van de werken, uit te voeren in hel
belang van een productieve werkverschaf
fing en als zoodanig ten deele reeds vermeld
In het overzicht, dat B. en W. den Raad op
dit gebied mochten geven, is het dempen en
rioleeren van de Binnenvestgracht benoor
den de Langegracht. Voor de uitvoering van
dit werk zijn intusschen, vermits destijds
de kosten nog niet bekend waren, do noo-
dige gelden nog niet beschikbaar gesteld.
Naar raming zal voor het werk, inclusief
bestratings- en afscheidingswerkan, een uit
gave van f 12.000 vereischt zijn. Zooals B.
en W. indertijd reeds mededeelden, is het
grachtgedeelte, hetwelk aan de- gemcenfe
toebehoort, sterk verontreinigd en zal de
demping o.m. ook aan het terrein der Ge
meentereiniging, dat daardoor wordt ver
groot, ten goede komen.
gen. Ik kon mijn recht er-arm niet bewe
gen. jij hing in een doekl En nu voelde
ik:, dat er ook een verband was om mijn
hoofd
„Wat is er gebeurd?" vroeg ik uiterst
verbaasd. „Wat heb ik met mijzelf uitge
voerd? Ben ik gewond?"
„Het is niet zoo heel erg", zei de wel
bekende stem van het droombeeld Reggie
of was het de echte Reggie?
„Alleen een snee in uw voorhoofd en uw
arm is een weinig verstuikt; het is niet
ernstig", sprak dei welbekende stem op
een toon, die mij zóo bekend voorkwam.
Het was Reggie, die sprak, maar hij sprak
alsof hij een vreemdeling was. „U moet
11 nog wat rustig houden. Dat is alles.
Goeden morgenDank u, Zuster
Hij verdween uit mijn gezichtsfeer. Was
hij de kamer uitgegaan? Ja. Ik hoorde hem
de deur dicht doen. Ik hoorde zijn stem
weer buiten de deur, ik zou denken heel
luid spreken als tegen een doove. „O ja,
mijnheer. Alles gaat best."
Toen stond een ander op naast mijn bed.
Ik zag de gedaante van een vrouw fus-
schen mij en het venster. Een straal zon
licht viel als een witte pijl op het opge
stoken haar van een vtouw. En een zachte
vrouwesteffl, dio mij bekend voorkwam en
todh vreemd, zeide: „Het gaat goed! Het
gaat nu alles goed, lieve Vivie-"-
- En wie was Vivie?
Onbestemd vroeg ik wèerT „Waar
ben ik?'*
„Lieve Bnd; ge bent bij one", zei de
zachte, kalujeerehde etem.
„008?'*
„Je bent bij $e familie van George."
Geor/es Jaëtilk? Ach l Dat riep iets in
De Millioenen-nota.
Het „A1 g. H b 1 d." meent, dat als eerste
groote verdienste van dit Staatsstuk moet
worden geconstateerd, dat niet langer struis
vogelpolitiek wordt gedreven, maar dat nu
eindelijk voor het eerst de zorgwekkende
toestand van 'sRijk9 financiën volkomen
openlijk onder de oogen wordt gezien. Daar
mede is het kwaad weliswaar nog niet ge
nezen, maar is althans de eerste voorwaar
de geschapen voor' een juiste en krachtige
behandeling van het ziektegeval.
Het blad is overigens van meening, dat de
raming der inkomsten volgens de nieuwe
begrooting rijkelijk optimistisch i9, zoodat
het zeer de vraag is, of het tekort nog niet
veel te gunstig is voorgesteld. Voor de in
komstenbelasting wordt eenzelfde bedrag
geraamd als verleden jaar, waartoe in zoo
verre aanleiding bestaat, dat in de eerste
acht maanden de opbrengst nog zeer aan
zienlijk boven de raming is geweest, waar
tegenover echter thans, zooals men weet,
een achteruitgang met millioenen guldens
per maand staat. Bij tal van andere belas
tingen wordt gerekend op een teruggang, die
vrij krap berekend is in verhouding tot de
resultaten in de-eerste acht maanden van
het loopende jaar. Vermoedelijk zijn deze
ramingen nog van den ambtsvoorganger
van minister Golijn afkomstig. Immers aar
zelt de nieuwe beheerder onzer schatkist
niet, op pagina 14 der Millioenen-Nota, uit
drukkelijk als zijn meening weer te geven,
dat het peil der Middelen, waarvan men
voor 1924 is uitgegaan, niet als blijvend kan
worden beschouwd, doch dat integendeel
met een verderen teruggang daarvan moet
worden gerekend.
Het blad besluit
„Zelfs na al deze diep ingrijpende plan
nen zal voorloopig nog geen sprake kunnen
zijn van eenige verlaging der directe belas
tingen. Dit laatste is natuurlijk geen critiek
op minister Colijn, wien de desolate toestand
waarin onze Staatsfinanciën zijn geraakt,
allerminst kan worden verweten. Wel ligt
er echter een ernstige critiek in het plan,
om onder deze omstandigheden voort te
gaan met de behandeling van de Vlootwet,
nu zelfs iemand van het kaliber van den
heer Colijn, ondanks de meest drastische
voorstellen, op zijn beurt slechts een slui
tend budget „in perspectief" in uitzicht kan
stellen. Het gaat hierbij waarlijk niet om
het eene millioen, waarmede de vlootuit-
gaven in Nederland volgens dit ontwerp per
jaar zullen worden verhoogd, maar tevens
om de vele millioenen aan bezuiniging op
de militaire uitgaven, welke ten gevolge van
dit ontwerp achterwege zullen moeten blij
ven in een tijd, waarin op alle andere uit
gaven tot 't alleruiterste bezuinigd wordt".
De „Nieuwe R 0 11. C t" noemt het
hoofdartikel, dat zij aan de Miriioenen-nota
wijdtDonker perspectief. Het blad schrijft
o.tn.
„Blijkens de miljoenennota zal er eindelijk
ernstig worden gestreefd naar een „reorga
nisatie en inkrimping van den staatsdienst".
Dit streven had reeds eenige jaren moeten
bestaan er is, ook in on9 blad, herhaalde
lijk en herhaaldelijk weer op aangedrongen,
doch hoeveel moeite het gekost heeft, de
regeering daarvan te overtuigen, met
hoeveel tegenzin zij ertoe overgaat, blijkt
uit een" noot onder de miljoenennota, waar
in wordt gezegd, dat eerst bij de memorie
van antwoord nadere mededeelingen zullen
kunnen worden gedaan naar de regeering
hoopt, doch nog niet eens zeker schijnt te
kunnen ^zeggen nopens de hierbedoelde
maatregelen van reorganisatie en inkrim
ping". Waaruit wel blijkt, dat de noodzaak
eerst te elfder ure is ingezien 1 Er is dus in-
derdaad grond Voor de vraag, of de heer
Colijn wel de ware broeders tot medewer
kers heeft. En men zal het ons ten goede
houden, zoo wij ons oordeel, omtrent hetgeen
van deze regeering in haar geheel en van
den minister van financiën als de drijvende
kracht op het stuk der financiën inderdaad
kan worden verwacht, onder deze omstan
digheden nog opschorten tot de memorie van
antwoord zal binnen zijn".
Na de vier punten te hebben besproken,
die minister Colijn noodzakelijk vindt om
mijn geheugen terugAls een stortvloed
bruiste het terug tot mijn geest. Ik her
innerde mij den dag van gisteren. De reds
in den trein. De opzichtig gekleede film-
actrice, met haar onbekookt plan in een
opera oomique thuis behoarende, mij met
haar van rol te verwisselen I Ja, cjfcj had
mij aan het station Camrys den trein let
terlijk uitgeworpen
Nu herinnerde ik mij alles! De Sutcliffc-
Smith-familie en mijn weigering met haar
mee te (gaan(Mijn ontmoeting aan het sta
tion Llandedwydd met Sir Richard Mere
dith(ja, dat was de naam: Meredith)
den vriendelijken dooven man, aan wien
ik niet in, staat was geweest mijn geschie
denis te vertellen. Ik herinnerde mij de
aankomst in het huis, „Georges huis
Mijn vriendelijke ontvangst door Georges
moeder. Ik herinnerde mij alles tot den
schrik van den vorigen avond toe.
„Die verschrikkelijke manl" riep ik
plotseling uit, hevig huiverend, toen ik
mij het dreigende gezioht herinnerde, dab
mij tusschen cie gordijnen bad aangestaard
„Die man, die hier binnen kwaml Ik was
zoo verschrikt. 01 hij kwam Tegelrechi
deze kamer inl Ik dacht
Een zachT© hand, die rook naar sandel
hout en potpourri, werd op mijn mond ge
legd.
„Stil kind. Je moet niet praten ten je
opwinden," beval Lady Meredith. „Je was
hevig verschrikt, lief kind, maar nu is
alles voorbij- Die man was een van de
Duitsche krijgsgevangenenen, ontsnapt
uit het kamp te Oamrys. Men denkt, dat
het heïö gelukt is rich te verbergen in een
vrachtauto, onder een hoop zakken. Hij
moet een heel eind hebben meegereden
tot een ongeveer sluitend budget te komen,
besluit het blad
„Zie hier enkele vluchtige opmerkingen,
waartoe de eerste kennisneming van de mil
joenennota ons aanleiding gaf. Het spreekt
vanzelf, dat een buitengewoon belangrijk
stuk als dit, nadere studie vereischt, om et
een definitief oordeel over te kunnen uit-,
spreken. Er is ontegenzeggelijk in, dat on*
aanstaat, al zal ook ten opzichte van diet
punten nog menige vraag moeten worden
gedaan. Er is ook in, waar ons gevoel van
goede trouw zich tegen verzet hoe gaarnq
wij ook zouden wenschen dat dit niet het
geval behoefde te wezen. Wat ons echter
aangenaam treft in de nota is de eindelijke,
ruiterlijke erkenning van den fellendigen
slaat onzer financiën en van de noodzake
lijkheid om tot zeer forsche maatregelen
over te gaan".
ft
„Het "Volk" zegt, dat wat de regeer»
ring thans aan bezuinigingen .voorstelt,;
alles overtreft wat ook de zwartgalligsté
pessimist voor mogelijk zou hebben gehou
den. Het blad hekelt alle voorgesteld*
maatregelen en betoogt dan
„Maar het ergste van al is misschien
nog, dat de geheele steunregeling voor
werkloozen geschrapt wordt. Er mag, zegt
de regeeriing nu deze zorg niet van tijde-
lijken aard blijkt, „niet langer algewekea
worden van den weg, dien de Armenwet
wijst ter voorziening in de noorden van hen,
die geen middelen van bestaan hebben" en
dus moet heel de werklooeensteun verwe
zen worden naar de gemeentelijke armen
zorg. Met één slag worden aldus de reeds
door de schrapping der nooduitkeering
gedupeerde gemeenten èn de vele tiendui
zenden „uitgetrokken" werkloozen getrof
fen, die nu aan de verarmde gemeenten
worden overgelaten en tot bedeelden ge
maakt. Elk sociaal begrip omtrent het we
zen der werklooeheid^vordt aldus met voe*
tem getreden. Met één ruk springen wij ja
ren en jaren terug. Deze maatregel lf
zoo hondsch, dat wij hem zelfs van Colijn
nauwelijks zouden hebben verwacht."
„De Maasbode" vindt, afgesabel-
den ook van de plannen der naaste toe
komst, de methode van minister Colijn om
het bestaande tekort te dekken en nieuwe
tekorten te voorkomen toch wel van ©enigs
zins ander gehalte dan do perepectiefbezul-
niging van minister De Geer. Wat nog
niet wil zeggen, dat de methode van den
huidigen functlonnarls bij iedereen meer
instemming zal vinden.
Na een opsomming van de plannen van
minister Colijn vervolgt het blad:
„Het hoeft niet gezegd, dat met zeer
gemengde gevoelens van al deze plannen
we hoeven daarbij niet uit te zonderen
de reorganisatie van den Staatsdienst,
waaromtrent one nog niets andere bekend
is, dan dat de regeering hoopt er een GO
miLioen moe te beeparen, een bedrag boog
genoeg om bet vermoeden te wettigen,
dat bij die reorganisatie slachtoffers zullen
vallen zal worden kennis genome®. In-
tussohen, waar critiek nuttig en gewenschl
kan zijn, zal geen ernstig man ontkennen,
dat daarbij ingetogenheid paBt. Wanneer
wij oven buiten onze grenzen zien, dan
hebben wij geen lange ondervinding noo
dig om tot de ervaring te komen, dat ook
na al die bekrimpingen, welke gaan wor
den opgelegd( millioenen nog, die nimmefl
voor ons onderdeden ons zullen benijden.
We moeten er ons nu eenmaal bij neerleg
gen, dat het een utopie is, te denken dal
de geweldige verarming ran de geheel*
wereld aan ons zou zijn voorbijgegaan,
zonder een enkel spoor ua te laten, dat
wij van de enorme daling van de koop
kracht in geheel Europa niets zouden heb
ben te lijden. Wij hebben geleefd alsof ef
£ben oorlog ware geweest, sterker, alsof
de oorlog en rijn nasleep ons slechte rijk
dom in den schoot hadden geworpen. Ter
wijl wij blijde zouden moeten rijn, als we,
in acht nemend de vermindering van d®
geldwaarde, denzelfden stand zouden kun
nen voerén als vóór den wereldoorlog, heb
ben we ons levenspeil aanmerkelijk hoo-
ger opgevoerd. Dat moest zich wreken. W#
zijn verarmd, en het moge spijtig rijn, he#
den weg naar Llandedwydd op, voordat
hij over het veld heeft kunnen vluchten/*-
„O, hij zag-er zoo verschrikkelijk uit../-4
„Stil maarHij werd hier op het bui
tengoed gepakt. Straf beeft hem gevon
den en opgesloten, totdat de veldwachter
lcwam. Hij is weg. Houd je nu heel be
daard, Vivie. De dokter zegt, dat hel
voornaamste is je eenige dagen heel rus
tig te houden. Ik praat nu niet langer
met je, lieve."
„Maar, maar ik wou met u praten, Lady
Meredith", begon ik en ik zag do gracieuze
gedaante in do grijze japon met bonten
garneersel weer naar do deur gaan. „Ach
toe..."
Een kleine rilling van schrik beving mij,
toen ik de mouw vam het kleedingstuk op-
morkte, waarin die arm gestoken was.
Het was een arm van dat bleek mauve
batist met een patroontje van kleine rose
hartjes e>n versierd met een massa goed
koop© kant.
Ook rook de mouw naar vreemde sachet
reukpoeder. De odeur, die Miss Vera
Vayne (ik moest zeggen de jengo Mevrouw,
George Meredith) verspreidde in den trein
Niet alleen liep ik in over dr ach telijken
zin in de schoenen van dat andere meis
je, maar ook in werkelijke beteekenii
droeg Ik de nachtjapon van die andere!
En dat niet alleen, maar aan *den de?
den vinger van mijn" linkerhand droeg ik
een gladden gouden ring!
O ellendel Hoe was dat dan toch ge
beurd? Wie had mij dat aangedaan? WÏ9
had een trouwring voor mij opgezocht?
(Wordt vervolgd.!