In verkeerde Schoenen. LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 20 September. Tweede Blad. Anno .1923. Mo. 19490. GEMEENTEZAKEN. FEUILLETON. j 11) UIT DE PERS. Benoemingen en ontslag. Plaatselijke Schoolcommissie deelt? pede, dat te vervullen, rijn a. de vacature, ontsbaon door het be- ijankon vam den heer mr. A. L. Hermans jegens vertrek naar Rotterdam (groep oudere der in de gemeente op een bijzon dere lagere school ingeschreven leerlin ge11") J b. de vacature, ontstaan door het bedan ken van den heer J. B. Meijnen (groep: ^overige meerderjarige inwoners der ge- jlieent©"). De commissie beveelt aan: lo. Vacature inr. A. L. Hermans: 1. J. O. Boertee, S. ft. G. M. Hueber; 2o. Vacature J. B. Meijnen: 1. A. Oou- veé P.Jzn., 2. ds. M, J. Punselie. Ter vervulling in de vacatures van cura tor van het Gymnasium ontstaan door het periodiek aftreden van de heeren dr. W. Th. M. Wcebers en prof. dr. D. O. Hes- eoling worden door bet college van cura toren aanbevolen: A. lo. dr. W. Th. M. Weeberg, arts te Leiden, 2o. dr. J. A. J. Barge, boogleeraar fe Leiden. B. lo. dr. D. O. Hesseling, hoogleenaar te Leiden 2o. dr. J. P. Vogel, hoogleeraai; te Lelden. Door Curatoren van Het Gymnasium, worden tevens voorgedragen voor een vaB- te benoeming iresp. tot leeraar in de Na tuurlijke Historie en tot leraar in de Oude Talen, de leeraTen Ör. W. H. van Betera en J. R. Wartena, ingaande 1 Sep tember 1923. Voorts tot continuatie voor den cursus 16231924 de heer W. Vrefeken, als leeraar in de Wiskunde. Tenslotte geven zij in overweging Qm den her J. J. Valkenburg, leraar in de Schei en Natuurkunde, met ingang van 1 Sep tember a.B. tot wederopzegging doch uïter lijk voor den duur van den cursus 1923 1954 te belasten met het geven van onder wijs in de Wiskunde. In verband met de benoeming van dr. J M. Rombouts, buitengewoon geneesheer I aan de gestichten Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest tot 2en geneesheer bij die inrichtingen stellen B. en W. voor dezen met ingang van 1 Sept. eervol ontslag te Verleenen nit eerstgenoemde betrekking. Vergunning tot den bonw van een houten schuurtje. Onder overlegging van een desbetref fend verzoek geven B. en W. den Raad in overweging aan de wed. G. J. de Graaf— Van Veis en, vergunning te verleenern, om de op Het terrein van de Os- en Paarde: laan No. 134 te bouwen loods van hout te doen maken. Overname van grond. Door J. P. Oudshoorn te Sassenheim is mede namens G. Lekker Kerk er ook te Sas senheim woonachtig, bij B. en W. een bouwplan ingediend voor den bouw van jfcwee woningen op het terrein aan den Haarlemmerweg. De vereisebte bouwver gunning ban evenwel niet worden ver leend, zoolang het straatgedeelte vóór het bouwterrein gelegen niet te voren aan de gemeente Leiden is overgedragen. De eigenaar van dit perceel, G. J. Rut gers ia tot die overdracht bereid en wil. bd^pndien andere reeds bestrate en gerio- Jeerde straatgedeelten kosteloos in eigen dom afstaan. B. en W. stellen nu den Raad voor deze gedeelten in eigendom en onderhoud bij die gemeente over te nemen. Inrichting van een Bnrean voor het Bnrg. Armbestnur. In verband met den aanleg van de tram lijn van Leiden via Voorburg naar Den Haag en de daarmede gepaard gaande afbraak van enkele peroeelen aan de Hoo- gewoerd, zal het gebouw Hoogewoerd No. 6 niet langer als bureau van het Burger lijk Armbestuur dienst kunnen doen, zoa dat dit bureau naar elders moet worden verplaatst. Het B. A. heeft den wensch te kennen gegeven, dat het gebouw van het voormalig hulpkantoor der Gemeen telijke Bank van Leening aan de Nieuwe Mare, No. 15, tot zijn bureau zal worden, ingericht. Met de Commissie van Fabri cage is ook het College van B. en W. van oordeel, dat laatstgenoemd gebouw inder daad voor deze bestemming alleszins ge schikt is te achten. Het pand behoeft daartoe geen ingrijpende wijziging te on dergaan, al moet natuurlijk in de verschil lende vertrekken het een en ander worden veranderd, opdat de werkzaamheden, wel ke daarin voortaan zullen geschieden, naar behooren kunnen worden uitgevoerd. Waar bovendien verwacht mag worden, dat hef B. A. langen tijd in het nieuwe perceel gehuisvest zal blijven, kan van deze gele genheid gebruik worden gemaakt om en kele herstellingen van verfwerk^ behang sels, vloeren e.d. te doen verrichten. Bo venbedoelde werkzaamheden waarvan de overlegde staat sub A een overzicht geeft en die door bijgaande teekening worden verduidelijkt, zullen naar raming een uit gave van ongeveer f 4000 vorderen. Daar mede zal dan ook het voormalige gebouw der Bank van Leening in allen deele beant. woorden aan de eischen, die het had toen het voocr de Bank van Leening diende. Aangezien deze ruimte voor het B. A, niet noodig is, i9 het «raadzaam haar weder tot •woning in te richten. Deze kan vervolgens tegen een huurprijs van ongeveer f 4 's weeks worden verhuurd. De kosten van de tot dit doel benoodigde werkzaamheden worden begroot op ongeveer f 1000. Ook de bovenwoning aan den kant van de Nieuwe Mare. welke voorheen tot ambts woning van den hoofdbeambte van het hulp kantoor der Bank van Leening diende, be hoort enkele verbeteringen te ondergaan. De kosten hiervan worden geraamd op f800. Na het aanbrengen van deze verbeteringen zal dit bovenhuis waarschijnlijk tegen een aanmerkelijk hoogeren prijs kunnen woMen verhuurd, dan aan genoemden ambtenaar als huurprijs in rekening werd gébracht (f235.) Het kaartstelsel op het bnrean van den Bnrg. Stand. Reeds lang heeft het voornemen bestaan om over te gaan tot invoering van een kaart stelsel voor de bevolkingsboekhouding der gemeente. Volgens de tegenwoordige metho de zou men na verloop van enkele, jaren moeilijk kunnen spreken van een admini stratie, die ook maar eenigermate .in orde is. Hoe de bevolkingsregisters er uit zien, nu zij niet slechts enkele jaren, doch reeds drie en dertig jaren in gebruik zijn, behoeven wij zeker wel niet nader toe te lichten, zeg gen B. en W., vooral niet, wanneer men be denkt, dat de registers straalsgewijze zijn ingericht, zoodat bij elke verhuizing het ge- heele gezin in een ander register of op een ander blad moet worden overgeschreven. Zeer veel gezinnen heeft men natuurlijk et telijke malen, bijna alle gezinnen een en kele maal moeten overboeken,' met het ge volg, dat er thans 88 supplement-registers zijn en bovendien 12 registers naar aanlei ding van de grénsuitbreiding der gemeente in de jaren 1896 en 1920, en dat er in na men, voornamen, geboortedatums en plaat sen veel fouten zijn geslopen. Bovendien is door veelvuldige af- en weder inschrijving van leden uit het gezin zeer dikwijls alle samenhang verloren gegaan. Er zijn straten ja zelfs perceelen, die in 4, 5 en meer regis ter» voorkomen. Hoeveel tijd het opsporen van personen, in dergelijke registers ver meld, kost, behoeft- wel niet nader te worden aangeduid. Het is zelfs zoo erg, dat men zeer dikwijls bijna dagelijks de kiezerslijst moet raadplegen, om de gevraagde personen te kunnen vinden. Dat het bevolkingsregis ter in het geheel niet voldoet aan redelijk te stellen eischen, is ook in de crisisjaren o.a. bij het verleenen van duurte- en kindertoe lagen ten duidelijkste gebleken. Toen toch moest men zijn toevlucht nemen tot de bij de afdeeling „Belastingcontrole" op de be- lastingkaarten aanwezige gegevens, iets wat in den vervolge niet meer volledig mogelijk is, in verband met de belastingheffing door de Rijksadministratie. Verder zijn er in het Koninklijk Besluit tot regeling van de Bevolkingsboekhouding van 12 Decembet 1922 zoodanige voor I Naar het Engelsoh, door BERTA RUCK. (Nadruk verboden.) Vaag herinnerde ik mij die stem lang geledeai gehoord te hebben, terwijl ik ge leund zat, tegen de kussens van een rivier bootjeHet bootje had zachtjes op het water gedreven onder een dak van over hangende wilgen. En die stem had gezegd: „Aardig hier, hè Rose?" Het was de stem van mijn jongens vriend, student in de medicijnen: Reggie Penmore En die etem klonk nu in mijn ooren, ter wijl ik half ontwaakt tegen een kussen lag. Dit was de oplossing. Het was na tuurlijk een droom. Het móest een droom wezen. Want Reg gie was nu ergens jn Frankrijk met het legea-. Hij had zich niet eens de moeite gegeven mij te schrijven. De Reggie yam onze Zondagsche tocht jes, die, dat dacht ik ten minste, van mij hield. Hoe realistisch was zijn stem in 4«en droom tof mij gekomen. En toen dacht ik: als ik mijn oogen open doe, zal ik mijn slaapkamertje in het club- gebouw te Londen voor mij zien, met het »ïöglement op een karton gedrukt, vlak tod er Iden gas arm op den groenen, ge- Schilderden muur tegenover mij. ups vroeg mijzelf met 6chrik af of Eet pi laat was? Ik' had eek ty&gen indruk). dat ik vroeg uit moest om mijn naam te zetten ergens in een agentschap op het Strand. Ik wist, dat ik het een of ander doen moest. Maar mijn geest was nog ver duisterd; ik wist niet wat het zijio kon. Misschien herinnerde ik hef mij, als ik mijn oogen opendeed. En ik opende mijn oogen, suf en slape rig..... Alweer een nieuwe verrassing! Want ik werd niet verwelkomd door den groenen, geschilderdenmuur en het vale linoleum en de geel-gcverfde meube len van mijn bekende kamer te Londen. Mijn oog viel Ten eerste op een rose satijnen dek bed en den glimmenden Tand van een ledi kant, dat mij tot-aal onbekend voorkwam. Ten tweede op een kamer met licht geel behang en gebloemde sitsen meubelen, dio ik in 't geheel niet kende. Ten derde op een paar met khaki be kleed e schouders en &ea gezicht, dat ik kende; een ernstig jong gezicht met vrien delijke oogen, die mij steeds aanzagen van achter de brilleglazen. Reggie Penmore Hoorde dit nog tot den droom? Of was het werkelijkheid? Indien Eet werkelijkheid was, hoe was dat dan alles gebeurd? „Reggie, wat doe je hier?" Toen dacht ük: „Hier? Wat is hier?" „Wat beteekenfc dat alle®?'- 'vroeg ik'. 'Mijn stem klonk zonderling zacht in mijn eigen ooren. Ik trachtte mij op te richten ïn 'een rit- tende houding, maar moest het opgeven door een bijna verblindende pijn in mijn hoofd Ik wilde iniin hand naar ïniin hoofd brëft schriften gegeven, dat bij een verificatie van regeeringswege, waartoe de nieuwe voor schriften de bevoegdheid geven, ernstige op merkingen omtrent den toestand der boer king zeker gemaakt zullen worden. De thans in gebruik zijnde bevolkingsre gisters-kunnen dus niet langer mede. En ver mits het dus vaststaat, dat zij tóch "ver nieuwd moeten worden, ligt het voor de hand de bevolkingsboekhouding thans in te richten op moderne wijze, d.w.z. op kaar ten en wel om de volgende redenen Het kaartstelsel, eenmaal goed ingericht, behoeft nooit meer vernieuwd, doch alleen bijgehouden te worden. Böekhouding der b'e- volking in vaste registers moet steeds, wil zij eenigermate aan redelijke eischen vol doen, om de 10 jareü vernieuwd worden. Boeking in z.g. losbladige registers heeft het nadeel, dat, evenals thans, met de registers moet worden gesleept, wat het werken zeer bemoeilijkt. Bovendien vordert het telkens verplaatsen der bladen in de registers zeer veel tijd, ter wijl èn bladen èn registerbanden zoo zeer aan slijtage onderhevig zijn, dat zij, na een zeker aantal jaren gebruikt te zijn, toch weder vernieuwd moeten worden. Het kaartsysteem, ingericht volgens al- phabetische lexico-grafische methode, heeft het niet te schatten voordeel, dat een gezin of persoon, eenmaal geboekt zijnde op een kaart, steeds op diezelfde kaart blijft staan, dat dus bij verhuizing niet het geheele ge zin of de alleen wonende persoon behoeft te worden overgeschreven, doch dat alleen de nieuwe woonplaats op de kaart moet worden vermeld. Het opsporen van persone% waarmede thans zeer veel tijd gemoeid is, gaat bij het kaartsysteem enorm veel vlugger, zoodat 't mogelijk zal zijn, om zonder uitbreiding van personeel het hoofd te blijven bieden aan de steeds toenemende informaties, die uit het bevolkingsregister worden gevraagd door Rijksambtenaren, door den Armenraad en door den Raad van Arbeid. Door invoering van het kaartsysteem is de hulp van de bevolkingsagenten voor het overboeken van gezinnen of personen bij verhuizing niet meer noodig. Dit kan voort aan door het bureaupersoneel geschieden. Aangezien de bevolkingsagenten dus niet meer aan hun eigenlijke laak de con- tróle behoeven te worden onttrokken, ia het zeer wel mogelijk, dat in de toekomst tot inkrimping van het personeel» kan wor den overgegaan door het aantal controleur» met één te verminderen. De kosten van invoering van het kaart stelsel worden geraamd op f 10.500, te we ten voor aanschaffing meubelen (kaarten bakken, schrijftafels met kastjes, enz.) f 2180 verandering van het lokaal f 390 levering van drukwerk i 1250 schrijfloon f 6680 totaal f 10.500. Aangezien in ieder geval tot vernieuwing van de registers moet worden overgegaan, waarmede een bedrag van pl.m. f 4000 ge moeid is, bedragen de meerdere kosten aan de invoering van het kaartstelsel verbon den voor eens slechts f 6500, waar tegen over de voordeelen staan, dat niet meer om de 10 jaren tot vernieuwing der registers be hoeft te worden overgegaan, dat uitbreiding van personeel wordt vermeden en de zeer groote mogelijkheid bestaat om in de toe komst tot vermindering van personeel te geraken. Demping van een deel van de Binnenvestgracht. Een van de werken, uit te voeren in hel belang van een productieve werkverschaf fing en als zoodanig ten deele reeds vermeld In het overzicht, dat B. en W. den Raad op dit gebied mochten geven, is het dempen en rioleeren van de Binnenvestgracht benoor den de Langegracht. Voor de uitvoering van dit werk zijn intusschen, vermits destijds de kosten nog niet bekend waren, do noo- dige gelden nog niet beschikbaar gesteld. Naar raming zal voor het werk, inclusief bestratings- en afscheidingswerkan, een uit gave van f 12.000 vereischt zijn. Zooals B. en W. indertijd reeds mededeelden, is het grachtgedeelte, hetwelk aan de- gemcenfe toebehoort, sterk verontreinigd en zal de demping o.m. ook aan het terrein der Ge meentereiniging, dat daardoor wordt ver groot, ten goede komen. gen. Ik kon mijn recht er-arm niet bewe gen. jij hing in een doekl En nu voelde ik:, dat er ook een verband was om mijn hoofd „Wat is er gebeurd?" vroeg ik uiterst verbaasd. „Wat heb ik met mijzelf uitge voerd? Ben ik gewond?" „Het is niet zoo heel erg", zei de wel bekende stem van het droombeeld Reggie of was het de echte Reggie? „Alleen een snee in uw voorhoofd en uw arm is een weinig verstuikt; het is niet ernstig", sprak dei welbekende stem op een toon, die mij zóo bekend voorkwam. Het was Reggie, die sprak, maar hij sprak alsof hij een vreemdeling was. „U moet 11 nog wat rustig houden. Dat is alles. Goeden morgenDank u, Zuster Hij verdween uit mijn gezichtsfeer. Was hij de kamer uitgegaan? Ja. Ik hoorde hem de deur dicht doen. Ik hoorde zijn stem weer buiten de deur, ik zou denken heel luid spreken als tegen een doove. „O ja, mijnheer. Alles gaat best." Toen stond een ander op naast mijn bed. Ik zag de gedaante van een vrouw fus- schen mij en het venster. Een straal zon licht viel als een witte pijl op het opge stoken haar van een vtouw. En een zachte vrouwesteffl, dio mij bekend voorkwam en todh vreemd, zeide: „Het gaat goed! Het gaat nu alles goed, lieve Vivie-"- - En wie was Vivie? Onbestemd vroeg ik wèerT „Waar ben ik?'* „Lieve Bnd; ge bent bij one", zei de zachte, kalujeerehde etem. „008?'* „Je bent bij $e familie van George." Geor/es Jaëtilk? Ach l Dat riep iets in De Millioenen-nota. Het „A1 g. H b 1 d." meent, dat als eerste groote verdienste van dit Staatsstuk moet worden geconstateerd, dat niet langer struis vogelpolitiek wordt gedreven, maar dat nu eindelijk voor het eerst de zorgwekkende toestand van 'sRijk9 financiën volkomen openlijk onder de oogen wordt gezien. Daar mede is het kwaad weliswaar nog niet ge nezen, maar is althans de eerste voorwaar de geschapen voor' een juiste en krachtige behandeling van het ziektegeval. Het blad is overigens van meening, dat de raming der inkomsten volgens de nieuwe begrooting rijkelijk optimistisch i9, zoodat het zeer de vraag is, of het tekort nog niet veel te gunstig is voorgesteld. Voor de in komstenbelasting wordt eenzelfde bedrag geraamd als verleden jaar, waartoe in zoo verre aanleiding bestaat, dat in de eerste acht maanden de opbrengst nog zeer aan zienlijk boven de raming is geweest, waar tegenover echter thans, zooals men weet, een achteruitgang met millioenen guldens per maand staat. Bij tal van andere belas tingen wordt gerekend op een teruggang, die vrij krap berekend is in verhouding tot de resultaten in de-eerste acht maanden van het loopende jaar. Vermoedelijk zijn deze ramingen nog van den ambtsvoorganger van minister Golijn afkomstig. Immers aar zelt de nieuwe beheerder onzer schatkist niet, op pagina 14 der Millioenen-Nota, uit drukkelijk als zijn meening weer te geven, dat het peil der Middelen, waarvan men voor 1924 is uitgegaan, niet als blijvend kan worden beschouwd, doch dat integendeel met een verderen teruggang daarvan moet worden gerekend. Het blad besluit „Zelfs na al deze diep ingrijpende plan nen zal voorloopig nog geen sprake kunnen zijn van eenige verlaging der directe belas tingen. Dit laatste is natuurlijk geen critiek op minister Colijn, wien de desolate toestand waarin onze Staatsfinanciën zijn geraakt, allerminst kan worden verweten. Wel ligt er echter een ernstige critiek in het plan, om onder deze omstandigheden voort te gaan met de behandeling van de Vlootwet, nu zelfs iemand van het kaliber van den heer Colijn, ondanks de meest drastische voorstellen, op zijn beurt slechts een slui tend budget „in perspectief" in uitzicht kan stellen. Het gaat hierbij waarlijk niet om het eene millioen, waarmede de vlootuit- gaven in Nederland volgens dit ontwerp per jaar zullen worden verhoogd, maar tevens om de vele millioenen aan bezuiniging op de militaire uitgaven, welke ten gevolge van dit ontwerp achterwege zullen moeten blij ven in een tijd, waarin op alle andere uit gaven tot 't alleruiterste bezuinigd wordt". De „Nieuwe R 0 11. C t" noemt het hoofdartikel, dat zij aan de Miriioenen-nota wijdtDonker perspectief. Het blad schrijft o.tn. „Blijkens de miljoenennota zal er eindelijk ernstig worden gestreefd naar een „reorga nisatie en inkrimping van den staatsdienst". Dit streven had reeds eenige jaren moeten bestaan er is, ook in on9 blad, herhaalde lijk en herhaaldelijk weer op aangedrongen, doch hoeveel moeite het gekost heeft, de regeering daarvan te overtuigen, met hoeveel tegenzin zij ertoe overgaat, blijkt uit een" noot onder de miljoenennota, waar in wordt gezegd, dat eerst bij de memorie van antwoord nadere mededeelingen zullen kunnen worden gedaan naar de regeering hoopt, doch nog niet eens zeker schijnt te kunnen ^zeggen nopens de hierbedoelde maatregelen van reorganisatie en inkrim ping". Waaruit wel blijkt, dat de noodzaak eerst te elfder ure is ingezien 1 Er is dus in- derdaad grond Voor de vraag, of de heer Colijn wel de ware broeders tot medewer kers heeft. En men zal het ons ten goede houden, zoo wij ons oordeel, omtrent hetgeen van deze regeering in haar geheel en van den minister van financiën als de drijvende kracht op het stuk der financiën inderdaad kan worden verwacht, onder deze omstan digheden nog opschorten tot de memorie van antwoord zal binnen zijn". Na de vier punten te hebben besproken, die minister Colijn noodzakelijk vindt om mijn geheugen terugAls een stortvloed bruiste het terug tot mijn geest. Ik her innerde mij den dag van gisteren. De reds in den trein. De opzichtig gekleede film- actrice, met haar onbekookt plan in een opera oomique thuis behoarende, mij met haar van rol te verwisselen I Ja, cjfcj had mij aan het station Camrys den trein let terlijk uitgeworpen Nu herinnerde ik mij alles! De Sutcliffc- Smith-familie en mijn weigering met haar mee te (gaan(Mijn ontmoeting aan het sta tion Llandedwydd met Sir Richard Mere dith(ja, dat was de naam: Meredith) den vriendelijken dooven man, aan wien ik niet in, staat was geweest mijn geschie denis te vertellen. Ik herinnerde mij de aankomst in het huis, „Georges huis Mijn vriendelijke ontvangst door Georges moeder. Ik herinnerde mij alles tot den schrik van den vorigen avond toe. „Die verschrikkelijke manl" riep ik plotseling uit, hevig huiverend, toen ik mij het dreigende gezioht herinnerde, dab mij tusschen cie gordijnen bad aangestaard „Die man, die hier binnen kwaml Ik was zoo verschrikt. 01 hij kwam Tegelrechi deze kamer inl Ik dacht Een zachT© hand, die rook naar sandel hout en potpourri, werd op mijn mond ge legd. „Stil kind. Je moet niet praten ten je opwinden," beval Lady Meredith. „Je was hevig verschrikt, lief kind, maar nu is alles voorbij- Die man was een van de Duitsche krijgsgevangenenen, ontsnapt uit het kamp te Oamrys. Men denkt, dat het heïö gelukt is rich te verbergen in een vrachtauto, onder een hoop zakken. Hij moet een heel eind hebben meegereden tot een ongeveer sluitend budget te komen, besluit het blad „Zie hier enkele vluchtige opmerkingen, waartoe de eerste kennisneming van de mil joenennota ons aanleiding gaf. Het spreekt vanzelf, dat een buitengewoon belangrijk stuk als dit, nadere studie vereischt, om et een definitief oordeel over te kunnen uit-, spreken. Er is ontegenzeggelijk in, dat on* aanstaat, al zal ook ten opzichte van diet punten nog menige vraag moeten worden gedaan. Er is ook in, waar ons gevoel van goede trouw zich tegen verzet hoe gaarnq wij ook zouden wenschen dat dit niet het geval behoefde te wezen. Wat ons echter aangenaam treft in de nota is de eindelijke, ruiterlijke erkenning van den fellendigen slaat onzer financiën en van de noodzake lijkheid om tot zeer forsche maatregelen over te gaan". ft „Het "Volk" zegt, dat wat de regeer» ring thans aan bezuinigingen .voorstelt,; alles overtreft wat ook de zwartgalligsté pessimist voor mogelijk zou hebben gehou den. Het blad hekelt alle voorgesteld* maatregelen en betoogt dan „Maar het ergste van al is misschien nog, dat de geheele steunregeling voor werkloozen geschrapt wordt. Er mag, zegt de regeeriing nu deze zorg niet van tijde- lijken aard blijkt, „niet langer algewekea worden van den weg, dien de Armenwet wijst ter voorziening in de noorden van hen, die geen middelen van bestaan hebben" en dus moet heel de werklooeensteun verwe zen worden naar de gemeentelijke armen zorg. Met één slag worden aldus de reeds door de schrapping der nooduitkeering gedupeerde gemeenten èn de vele tiendui zenden „uitgetrokken" werkloozen getrof fen, die nu aan de verarmde gemeenten worden overgelaten en tot bedeelden ge maakt. Elk sociaal begrip omtrent het we zen der werklooeheid^vordt aldus met voe* tem getreden. Met één ruk springen wij ja ren en jaren terug. Deze maatregel lf zoo hondsch, dat wij hem zelfs van Colijn nauwelijks zouden hebben verwacht." „De Maasbode" vindt, afgesabel- den ook van de plannen der naaste toe komst, de methode van minister Colijn om het bestaande tekort te dekken en nieuwe tekorten te voorkomen toch wel van ©enigs zins ander gehalte dan do perepectiefbezul- niging van minister De Geer. Wat nog niet wil zeggen, dat de methode van den huidigen functlonnarls bij iedereen meer instemming zal vinden. Na een opsomming van de plannen van minister Colijn vervolgt het blad: „Het hoeft niet gezegd, dat met zeer gemengde gevoelens van al deze plannen we hoeven daarbij niet uit te zonderen de reorganisatie van den Staatsdienst, waaromtrent one nog niets andere bekend is, dan dat de regeering hoopt er een GO miLioen moe te beeparen, een bedrag boog genoeg om bet vermoeden te wettigen, dat bij die reorganisatie slachtoffers zullen vallen zal worden kennis genome®. In- tussohen, waar critiek nuttig en gewenschl kan zijn, zal geen ernstig man ontkennen, dat daarbij ingetogenheid paBt. Wanneer wij oven buiten onze grenzen zien, dan hebben wij geen lange ondervinding noo dig om tot de ervaring te komen, dat ook na al die bekrimpingen, welke gaan wor den opgelegd( millioenen nog, die nimmefl voor ons onderdeden ons zullen benijden. We moeten er ons nu eenmaal bij neerleg gen, dat het een utopie is, te denken dal de geweldige verarming ran de geheel* wereld aan ons zou zijn voorbijgegaan, zonder een enkel spoor ua te laten, dat wij van de enorme daling van de koop kracht in geheel Europa niets zouden heb ben te lijden. Wij hebben geleefd alsof ef £ben oorlog ware geweest, sterker, alsof de oorlog en rijn nasleep ons slechte rijk dom in den schoot hadden geworpen. Ter wijl wij blijde zouden moeten rijn, als we, in acht nemend de vermindering van d® geldwaarde, denzelfden stand zouden kun nen voerén als vóór den wereldoorlog, heb ben we ons levenspeil aanmerkelijk hoo- ger opgevoerd. Dat moest zich wreken. W# zijn verarmd, en het moge spijtig rijn, he# den weg naar Llandedwydd op, voordat hij over het veld heeft kunnen vluchten/*- „O, hij zag-er zoo verschrikkelijk uit../-4 „Stil maarHij werd hier op het bui tengoed gepakt. Straf beeft hem gevon den en opgesloten, totdat de veldwachter lcwam. Hij is weg. Houd je nu heel be daard, Vivie. De dokter zegt, dat hel voornaamste is je eenige dagen heel rus tig te houden. Ik praat nu niet langer met je, lieve." „Maar, maar ik wou met u praten, Lady Meredith", begon ik en ik zag do gracieuze gedaante in do grijze japon met bonten garneersel weer naar do deur gaan. „Ach toe..." Een kleine rilling van schrik beving mij, toen ik de mouw vam het kleedingstuk op- morkte, waarin die arm gestoken was. Het was een arm van dat bleek mauve batist met een patroontje van kleine rose hartjes e>n versierd met een massa goed koop© kant. Ook rook de mouw naar vreemde sachet reukpoeder. De odeur, die Miss Vera Vayne (ik moest zeggen de jengo Mevrouw, George Meredith) verspreidde in den trein Niet alleen liep ik in over dr ach telijken zin in de schoenen van dat andere meis je, maar ook in werkelijke beteekenii droeg Ik de nachtjapon van die andere! En dat niet alleen, maar aan *den de? den vinger van mijn" linkerhand droeg ik een gladden gouden ring! O ellendel Hoe was dat dan toch ge beurd? Wie had mij dat aangedaan? WÏ9 had een trouwring voor mij opgezocht? (Wordt vervolgd.!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5