DE Bt§LLIOENENN0TA, li verkeerde Stenen. LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 19 September. Tweede Blad. Anno 1923. No. 19489. FEUILLETON. t De begiooting van 1924 sluit met een tekort van 116 millioeu gulden. Verschillende maatregelen zullen het tekort op den gewonen dienst tot 10 millioen terug brengen. Bezuiniging op onderwijs en op sociale uitgaven. Verlaging salaris peil met 20 procent. Nieuwe belastingen tot een bedrag van 30 millioen te verwachten. Dti Staalsbegrooting voor 1924, bij de Tweede Kamer ingediend, gaat, volgens ge bruik, vergezeld van een millioenennota, waarin een overzicht gegeven wordt van den toestand van 's lands financiën, waar bij o a. een staat is gevoegd van dc voor- en de nadeclige saldi op gewonen en op bui- tengewonen dienst, gevend een nadeelig totaal eindcijfer van f 943.797.000 over het tijdperk 19031922 (gevormd door ruim 19 millioen batig slot op den gewonen dienst en ruim 963 millioen nadeelig slot op den buitengew -nen dienst). Daarin komt de Min. van Fin. tot de vermoedelijke uit komsten van 1923 en becijfert, dat men voorzichtig zal doen te rekenen op een te kort van 50 millioen op den gewonen dienst waarbij intusgoh^u verwaarloosd wordt de mogelijkheid dat de uitgaven beneden de aanvankelijke raming blijven. En nu het dienstjaar 1924. Geraamd worden de uitgaven in totaal op f 765.264.044, nl. f 112.634.420 buiten- e&gyjon. f 5.737.456 crisisuilg. f 646.892.169 gewoon. De gewone uitgaven worden f31.274.410 hooger geraamd dan voor 1923 is toege staan. Per saldo bedragen de voor 1924-geraam de gew. uilgaven dus f 31.274.409.927? meer dan het voor 1923 toegestane bedrag. Voor f 22 millioen beteekent dit niet een vermeerdering van uitgaven doch is dit het gevolg van het tekort op de Spoorwegen, die ten vorigen jare niet in de aanvankelijke begrooting voorkwam, doch ten laste van den gewonen dienst wordt gebracht. Voorts zij er de aandacht op gevestigd, dat, tegen over de stijging van de gewone uilgaven der Staatsmijnen met f 51/2 millioen, een hoogere raming van 7 millioen der gewone ontvangsten dier Mijnen staat. Iels dergelijks geldt voor de stijging met f 200.000 van den post voor bijdragen aan gemeenten voi-r keuringen van voor invoer bestemd vleesch: de kosten dezer keuringen worden immers door belanghebbenden ge dragen, en de deswege betaalde bijdragen worden onder de middelen verantwoord.' In de dalingen op de verschillende hoofd stukken weerspiegelt zich veelal de invloed van de bezuinigingsaotie, waarvan intus- schen het rechtstreeks resultaat vaak tot op zekere hoogte wordt verminderd als ge volg van het toekennen van wachtgeld aan ontslagen ambtenaren. Wat de stijgingen betreft kan als alge meen werkende oorzaak worden aangewe zen de verhooging van de aan het Postbe drijf tegoed te schrijven vergoedingen in .verband met de afschaffing van den port vrijdom. "Voorts moet de uitvoering van wet ten als de Pensioenwet, de Woningwet en de Onderwijswetten, voor een belangrijk cleel der stijgingen ahnsprakclijk worden gesteld. Met betrekking tot de stijging op ver schillende hoofdstukken moge nog het vol gende dienen: De stijging van Hoofdstuk Onderwijs moet yoor een belangrijk deel worden toegeschre ven aan een vermeerdering van de uitga yen voor subsidies aan bijzondere scholen (bijzondere Hoogere Burgerscholen en Ly cea) f 540.000, industrie- en huishoudscho len f 300.000, landbouwhuishoudonderwijs f 44.000, bijzondere gymnasia f 64.000. Voor salarissen aan de onderwijzers bij liet Lager Onderwijs moest f 5.175.000 meer worden uitgetrokken. De voorgenomen rang schikking onder het buitengewoon lager on derwijs' van do scholen voor doofstommen, blinde, zwakzinnige en slechthoorcnde kin deren doet de uitgaven met f 485.000 stij gen, maar maakt een bezuiniging van f 138.945 door het vervallen van subsidiün aan instituten voor gebrekkigen mogelijk. iVoor wachtgelden moest f 703.597 meer worden uitgetrokken, voor pensioenen en uilkeeringen aan 't Pensioenfonds f 342.000 Daling wordt veroorzaakt door bezuiniging op dc uitgaven der Rijks Hoogere Burger scholen (f 247.520), door bezuiniging op de materieele uitgaven der drie Universiteiten en der Technische Hoogeschool (f 164.506) en door vermindering van den post" voor steun aan door het L. O. onbillijk bezwaarde gemeenten (f 600.000). De stijging van Hoofdstuk "VIIb (Finan ciën) wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een stijging van den post voor pensioenen met f 1.327.582 en van dien voor wacht gelden met f 110.865, alsmede door een stijging van de uitkeering aan de gemeen ten ingevolge de wet van 24 Mei 1897 (Staatsblad No. 156) met f 280.000 en van de uilgaven voortvloeiende uit de afschaf fing van dc portvrijdommen met f 272.906. Daartegenover staan als belangrijke ver minderingen een daling van de kosten van het Departement, van het Agentschap van het Ministerie van Financiën en van de Grootboeken der Nationale Schuld en van 's Rijks Schatkist lot een gezamenlijk be drag van ruim f 60.000 (waaronder f 25.000 minder voor aanschaffing van zilverbons) alsmede het vervallen van den post ad f 76.736 lot dekking van het verlies op het Staatsmuntbedrijf Voorts een daling van de kosten van de administratie der Directe Belastingen met f 778.917 en van den dienst der Rijksgebouwen met f 87.393. De stijging van Hoofdstuk VIII wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een ver meerdering van de kosten der Luchtvaarl- afdeeling f 495.650), het materieel der artil lerie en'proeven bi] dat wapen (f893.209), de militaire pensioenen (f 1.503.000), de wachtgelden en de non-ae-tivitcits-jaarwed- den f3.410.508). Daling wordt veroorzaakt door mindere uitgaven voor bezoldiging van het personeel der verschillende wapens (f5.084.340), de kosten van huisvesting, stalling, nachtliging .reiniging f 1.600790), terwijl f261.846 minder benoodigd is voor sludiën, onderwijs en oefeningen. Voorts is voor den dienst der Genie f253.710 minder benoodigd, alsmede f221.900 voor verplaat singskosten. De stijging van Hoofdstuk IX werd voor een belangrijk deel hierboven reeds ver klaard toen gewezen werd op het 'tekort op den Spoorwegdienst ad f 22 millioen en op de stijging van de uitgaven der Staatsmij nen, welke stijging intusschen per saldo een winst meebrengt voor de schatkist van f ll/a millioen in verband met de daardoor veroorzaakte vermeerdering van inkomsten. De verdere stijging komt hoofdzakelijk voor rekening van het tekort op de begroo- ling der Posterijen, Telegrafie en Telefonie (f 1,268.095). Hoofdstuk X doet een vermeerdering van f 2.500.000 zien voor bijdragen aan gemeen tenen verband met de te dekken exploitatie kosten op volgens de Woningwet gebouwde woningen en een stijging van f 475.000 voor do bijdragen in verband met de uitvoering der Warenwet. De bestrijding der werkloos heid cischt f984.025 meer terwijl de uitga ven in verband met de afschaffing van den portvrijdom eene stijging van bijna f ll/2 millioen verloonen. Vermindering van uitga ven werd daarentegen verkregen in verband met' het ontlasten van 's Rijks schatkist van een deel van de lasten der Ouderdomswet 1919 (f 528.000) alsmede door een vermin dering van de uitgaven der afdeeling Han del en Nijverheid met f 181.268. De vermindering op Hoofdstuk III werd voornamelijk mogelijk gemaakt door het ver vallen van de uitgaven voor hel Marioede- lachemcnt in Peking (f 225.000). De vermindering op Hoofdstuk IV is in hoofdzaak een gevolg van bezuinigingen op de rechterlijke macht, van vermindering van het aantal krijgsraden, van bezuiniging op dc kosten der Rijkspolitie, cn op de kosten van gevangenissen en Rijkswerkinrichtingen cn van opheffing van het Rijksopvoedings gesticht le Leeuwarden, benevens vermin dering van de uitgaven voor gebouwen. Stijging van uilgaven veroorzaakt de ver meerdering van den post voor wachtgelden en de uilgaven'in verband met de afschaf-, fing van den portvrijdom. Op Hoofdstuk V is een daling mogelijk als gevolg van het vervallen van de kosten der 10de algemeeeno volkstelling (f 88.000) en door bezuiniging op de kosten der krankzin nigengestichten. Ook op de afdeelingen Landbouw en Visscherijen werd, onderschei denlijk 1561.026 en f106.295 bezuinigd. Daarentegen vermeerderen de uitgaven in verband met dc afschaffing der portvrijdom men met f 354.400. Met betrekking tot de daling van Hoofd stuk VI worde het volgende opgemerkt. Het eindcijfer der begrooling voor- 1923 was f 48.486.108, waarvan f 3.717.460, zijnde een deel der kosten van den nieuwen vioolbouw, lot de buitengewone uitgaven werd gerekend. De gewone,, uilgaven beliepen sindsdien f 44.768.648. Voor 1924 werd' het totaal der zooeven bedoelde kosten op den gewonen dienst gebracht. Daargelaten, dat, volgens het ten vorigen jare .gevolgde systeem slechts een bedrag van f933.181 voor boe king op den buitengewonen dienst in aan merking zou komen, wordt deze boeking niet gerechtvaardigd geacht in verband met het bekende besluit der Regeering ten aan- zien van het ontwerp-Vlootwet. Waar het I eindcijfer voor 1924 is geraamd op I f 42.884.073 bedraagt het voordeelig verscfiil I met 1923 (gewonen dienst) f 1.884.635. Hier slaat echter tegenover, dat wegens-'bijdrage van Indië in de kosten van den vioolbouw, onder de middelen f 2.450.249 minder moest uilgetrokken worden. Van het bovengenoemd voordeelig ver schil ad f 1.791.835 komt f 1.290.412 op re kening van de eerste Afdeeling Militaire uit gaven (waaronder f D/2 millioen minder voor kosten van nieuwen vlootbouw, f l1/» mill, meer. voor kosten personeel der zeemacht) en f 501.423 op rekening van de tweede Af deeling Niet-Militaire uitgaven. -Hoofdstuk Vila vertoont een daling van f 7.844.372 op het hoofd interest tegen een stijging ad f L242.438 op het hoofd aflossing. De vermindering van Hoofdstuk. XI wordt veroorzaakt door een daling van de uitga ven voor het Departement ad f74.274 en voor Curacao f 234.238. De Middelen en Inkomsten ter bestrijding der uiig. zijn geraamd op f589.421.652,28. waarin begrepen is aan buitengewone ont vangsten f 40.793.392,76, blijft voor gewone onlv. f 548.628.259.52, zijnde f 19.068.166,49 minder dan aanvankelijk voor 1923 werd ge raamd. Lager ziin geraamd de vermogensbelas ting f500.000, de wijnaccijns f200.000, de gedistilleerdaccijns f 9.900.000, de tabaks accijns f 3.000 000, de zegelr. f 2.500.000, de registratierechten f 2.000.000, de invoerrech ten f 4.000.000, het slalisliekrecht f 200.000 en de loodsgelden f 200.000. Daarentegen zijn hooger geraamd de grondbelasting f 482.000, de personeele be lasting f 500.000, de zoutaccijns f 100.000, de bieraccijns f 600.000, de geslachlaccijns f 1.200.000, de successierechten f 1.000.000 cn het recht op de mijnen f 100.000. Het geraamde tekort op den gewonen dienst van rond f 9.8 millioen geeft nog gee n juist beeld vah den financieelen toe stand. Vooreerst is op do begrooting geen bedrag uitgetrokken als staatsbijdrage aa<n het Ouderdomsfonds tot dekking van het tekort, veroorzaakt door de vrijwillige oudordomsverzefcering. Als gevolg daarvan zal het bedrag van f98 millioen met naar raming f 12 millioen stijgen. Voorts zullen de uitgaven voor rente en aflossing van staatsschuld met f 5% millioen toenemen voor de consoladee- ring van f 250 millioen vlottende schuld. Werden geen bijzondere maatregelen ge nomen voor 1924 dan moest worden gero- kend op een tekort op den gewonen dienst van f 110 millioen. Het is dus wel boven allen twijfel ver heven, dat met het nemen van zeer ingrij pende (maatregelen tot dekking van het ieder jaar grooter wordend tekort op den gewonen dienst niet langer kan worden ge wacht. In dc allereerste plaats hebben wij noo- dig een werkelijk evenwicht in onze finan ciën. Daartoe is vooreerst noodtg alle maat regelen te vermijden, waaruit hoogere uit gaven zouden voortvloeien. Bij de samen stelling van de begroeting is met dat be ginsel zooveel mogelijk rekening gehou den, terwijl regelingen, waaruit zoodani Naar bet Engelsch, door BERI^A RUCK. (Nadruk verboden.) 10) 't Was immers nicfc mogelijk ha-rè in de redo tc vallen midden in den vloei van anekdoten betreffende den geliefden fc)on? Zij ging maar steeds voort, met zachte stem, in één woordenvloed. Ik hoordo op dat ©ogenblik ternauwernood wat zij ver telde. Waarschijnlijk heeft iedere vrouw het aangehoord, zelf verteld. Want ik weet ze ker, dat het tot de verhalen behoort, die door moeders alleen verteld worden, die zich verbeelden, dat hun George, hun Percy of hun Ted er in uitblinkt als een genie, een Titan of een type. O, die dwaze, die heerlijke, die aandoen lijke verhaaltjes uit do kindsehheïd van hun kindl Nog pratende glimlachte Georges moe der mij toe. Er was een vochtige glans in haar blik. Maar niet alleen die weerhou den tranen, ik zag nog iets anders in haar bogen. Iets, dat ik in allo andere omstan digheden zoo heerlijk gevonden zou heb ben. In déze omstandigheden zou het mijn taak nog moeilijker maken dan ik gevrèesd had. Het was duidelijk, dat ik in haar smaak viel. Georges móeder was met mij ingenomen, dat wil zeggen roet de schoon dochter, die zij zich stellig verbeeldde, dat ik was! Zij was verrukt over de keuze. die haar zoon, de soldaat, gedaan had voor zijn böQ-logsvrouwtje I Een gedachte, die ik niet kon onderdruk ken, kwam bij mij op. Wat zou zij gedacht hebben, indien zij de werkelijke schoondochter gezien had? De Verschijning 1 Do ware ,Vivie!" Stel u voor baar platte taal, haar odeur tjes en haar sigarettenkoker hier in deze omgeving! Stel u voor die laarzen van haar in dit huis van hen Juist toen do flikkering van deze ver helderende gedachte wegstierf, hoorde ik do deur zachtjes van den buitenkant dicht doen. Georges moeder was dc kamer uitgeslo- pen, toen eon blozend kamermeisjo het warme water binnenbracht. Weder had ik de gelegenheid gemist mijn identiteit bekend te maken. HOOFDSTUK VI. De schrik in den nacht. Dt^ gelegenheid was nog niet gekomen. Ik zó, het hun vóór het diner meedeelen, r.oodra ik beneden in de kamer kwam. Nu hpest ik mij maar liever wasschen. Het wa^een heerlijke, groobe koperen kan vol war^ water, die daar stond in een stcenen kW 0p een verrukkelijke, stevige waschtafel. En het kamermeisje had al voor mij uigepakt. Voor den spiegel waren kammen en borstels-reed^neergelegd en odeur en poe derdoos] e, a\eg voorzien van het mono gram ,,V. V." Haar valies Vas natuurlijk op mijn ka mer gebracht. I\ moest eens zien wat er al zoo was uitgeko),OIlt IR ging naar de latafel, naast den groo- ten penantspiegel, die er waarschijnlijk in Georges tijd" niet geweest was. In de bovenste lange la lag een stapel ondergoed, dat ik slechts kan beschrijven als prullegoed. Licht mauve batist met kleine rose ÏS- guurtjes en met veel kant versierd. Verschrikkelijk En op mijn bed met het heerlijke donzen dekbed was mijn dat wil zeggen haar, japon voor vanavond aan het diner uitge spreid. Een bovenrok met veel strookjes, een purper zijden japonrok (vrij wijd en nogal kort voor een jong meisje) en een vleeschkleurige chiffon doorschijnende blouse. En dan nog dunne zwart-zijden kousen en een paar avondschoentjes, die schenen te bestaan xiifc zolen, zeer hooge hakken en kralen kruisbanden. Verschrikkelijk En natuurlijk, totaal onmogelijk voor mij om te dragen, iets van die opzichtige fraaiigheden 1 Ik zou naar beneden moeten gaan, ge kleed zooals ik was met mijn stoffige ver sleten zwart serge japonnetje aan. Ik kon ten minste mijn haar opmakeu. Met een diepen, droevigen zucht ging ik haar den spiegel, om de hoedepennen uit mijn armoedig fluweelen hoedje te halen. Toen ik dit deed, kreeg ik een schok zoo als ik dien heclen dag nog Diet gehad had. Onverwachts voelde ik een kouden nacht wind do kamer binnenkomen en ik lceek, om te zien of het raam wel goed gesloten was Toen Icwam de schrik! Want toen ik boven den spiegel Van 'de toilettafel keek, die voor het Tonde, uit-> ge uitgaven alsnog zouden* voortvloeien, niet tot stand kunnen komen. Het wets ontwerp op de gezondheidsdiensten en het wetsontwerp tot wijziging van de wet op het Middelbaar Onderwijs zullen derhalve voorshands niet verder behandeld kun nen worden, terwijl geen subsidies voor nieuwe hooge burgerscholen en gymnasia zullen worden verleend noch nieuwe hoo gere burgerscholen zullen worden gesticht. Intusschen zal de afschaffing van den crisisdienst, ook al worclt op dien dienst aanmerkelijk bezuinigd, een vezwaring van den gewonen dienst medebrengen. In verband hiermede zij gewezen op de steunregelingen voor werkloozen. Men heeft hier niet met ©en kwaal van tijde- lijken aard te doen en daarom dient hulp verschaft te worden krachtens de Armen wet. Deze wet draagt do zorg subsidiair op aan de gemeenten. Mocht het noodzakelijk blijken, gemeenten, welke daardoor in fi- nancieele moeilijkheden komen, uit 's Rijks kas te steunen, dan zal zulks ten laste vaD den gewonen dienst moeten gesohieden. Voort: moet rekening gehouden worden met do automatische stijging van sommige -uitgaven. Eerst bij herstel van het economisch le ven zal ook een zoodanig jaar'lijkseh ac- crès der middelen mogen worden aange nomen. Vooreerst zullen daarom voor ten hoog ste driejaren allo periodieke traktements- verhoogingen moeten worden stop gezet, in afwachting o.a. van een nadere regeling dier periodiek© verhoogingen. In de tweede plaat-s zal als gevolg van de jaarlijksehe vermeerdering van het aan tal schoolgaande kind-eren met 10 a 15.000, tot 1930 moeten worden afgezien van do invoering van het zevende leerjaar en van de uitbreiding van den leerplicht, terwijl op de gemeentelijke en bijzondere scholen, welke het zevende leerjaar reeds hebben en cr uit 's Rijks kas betaling voor genie ten, het z.g. uitst-ervingssysteem zal wor den toegepast.' De vorcngeschetste maatregelen kunnen evenwel si edits strekken ter voorkoming van een uitbreiding van het kwaad der te korten voor de opheffing dier tekorten zelf zijn andere middelen noodig. Bij het overwegen der maatregelen die daartoe kunnen leiden had de regeering zich vooreerst te richten naar den vermoe- delijken tocsta-Bd in 1925. Bij bet opstellen van haar plannen is do Regeering uitgegaan van de noodzake lijkheid om een tekort van f 140 millioen _te overbruggen in stede van een van f 11G millioen, het cijfer van het tekort op den gewonen dienst voor 1924. Bij de beantwoording der vraag, hoe het peil der uitgaven zou kunnen worden ge reduceerd, is uit den aard der zaak aller eerst onderzocht, welke mogelijkheden een reorganisatie en inkrimping van den stnat6 dienst zou kunnen opleveren. Gebleken is, dat afgezien van hetgeen eventueel uit oen andere financiering van de sociale yerzekering zou mogen worden verwacht uit hoofd© van reorganisatie of inkrimping in geen geval op meer dan f 50 millioen besparing zou mogen worden gerekend, 1) latemde alzoo een bedrag van f 90 millioen te dokken over. Acht do Regeering het uitgesloten om tneor dan f50 millioen per jaar op de ver schillende staatsdiensten te besparen, zij acht het evenzeer onmogelijk om aam de natie eetn nieuwen belastingdruk van èo millioen gulden per jaar op te leggen. Onvermijdelijk© conclusie hieruit is, dat zonder aantasting van het salarispeil van het personeel, eooals dat in 1920 werd vast gesteld, het uitgesloten zal zijn om tot een sluitenden gewonen dienst te geraken, te meer, omdat het onmogelijk moet worden geacht om zonder aanmerkelijke» verlichting van den op het spoorwegbedrijf drukken- 1) De Regcering hoopt in staat t© zijn in de Memorie van Antwoord op het Voor- loopig Verslag in zake Hoofdstuk I der Staatsbegrooting nader© mededeelingen te doen nopens de hierbedoeldo maatregelen van reorganisatie en inkrimping. stekende raam stond, aanschouwde ik plot seling iets als in een nachtmerrie. Er ver scheen tusschen de plooien van de ge bloemde gordijnen iets, dat was als het gc-zicht van een geest, een wit gelaat, be sprenkeld met bloed. Kon het het gericht zijn. van een man, dat mij aankeek? Ja Het was geen verbeelding. Het was het gezicht van een manverwilderd, ge schramd, bebloed, alsof hij gevlucht was als een opgejaagd dier door struiken en heesters. Een man? Hier? ,,Een inbreker!" was mijn eerste ge dachte. „Een inbreker, die langs het klim op naar boven geklommen was 't raam in Toen gingen de gordijnen open. Met een plotselinge beweging stapte de man mijn lcamer in. Ik begreep tot mijn nog groote ren scbrik, dat dit geen inbreker was. In brekers Hebben, geen uniform aan En deze lange, blond© schavuit had een verscheurde, slordig© jas aan, waaraan men duidelijk een uniformjas herkende, grijs van kleur, en loopgraaflaarzen vol modderAls een verbijsterend licht zag ik eensklaps, waardoor deze verschijning mij bekend voorkwam. Ik had hem pas ge zien. 'Ik had dien man gezien in het ge vangeniskamp bij" het station te Camrijs. Met ontuitsprekelijken schrik dacht ik: ,,Ecn Duitschpr." De Duitsoher stond mij met zijn mooiste gericht spookachtig door de bloedigs* schrammen, een afschuwelijk óoigenlblik aan te kijken. Ik was te verschrikt, om te schreeuwen, 'om mijn mond open te doen. Toen sprak hij met heesche stem. Wat hij zei w'eet ik niet. Ik geloof, dal ik iets opving van „kleeren", ,,gcld." Toen deed do kolossale gedaante in de versle den salarislast, dat bedrijf weder renda bel te doon zijn. Men staat ten dezen voor een in geen geval te vermijden noodzake lijkheid. Boven ©n behalve de besparing op sala* rissen, die verkregen wordt uit reorgani-» sat-io cn inkrimping van den Staatsdienst zal de last van salarissen en loonen (welke op ruim f 260 millioen moet worden ge schat met 20 pCt. (over twee jaren ver-> deeld) verminderd moeten worden. Dat. zulk9 eon onmogelijkheid is zonder aantasting ook van die wedden, welke vóór 1 Juli 1922 werden genot-en, zal wel voor ieder duidelijk zijn. De Regeering ziet zicli daarom genoodzaakt dc intrekking van art. 40 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren to bevorderen. Aangezien over de wijze, waarop de sa larisverlaging voltrokken zal moeten wor den, nog overleg wordt gepleegd, kan de Rege©ring daarover thans nog niet anders dan haar aanvankelijke meening kenbaar maken. Deze luidt aldus: lo. Een verlaging *Van den totalen 4ast van salarissen en loonen met 20 pCt., over 2 jaren to verdeelen, is noodzakelijk. 2o. Met ingang van 1 Januari 192-1 wor den alle salarissen on loonen, van hoog tof laag, met 10 pCt, verminderd. 3o. Onmiddellijk zal worden ter hand ge nomen een algemeene herziening van bet bezoldigingsbesluit, ten doel hebbend om met ingang van Januari 1925 een zooda nige salarisregeling in werking te doeD treden, dat over dat dienstjaar bet sub. lo. gestelde, geheel bereikt; worde. De Regeering js van oordcel, dat bij die herziening voor de hoogsto salarissen, bijv, die der Ministers en enkele andere, de hui' dige bedragen met do volle 20 pCt. ver minderd zullen moeten wordendat de loo nen der werklieden meer in overeenstem* ming zullen moeten gebracht inct den plaatselijken loonstandaard en dat overi gens bij de herziening rekening zal moe ten worden gobouden met do mate, waar in voorheen do verhoogingen werden toe gekend. Van een gewijzigde regeling voor den z.g. standplaabsaftrek voor ambtena ren en onderwijzers meent de Regeering te moeten afzien Als gevolg van deze maatregelen kan worden aangenomen, dat het tekort op het staatsbedrijf, der Posterijen enz. zal ver dwijnen. Een overeenkomstige maatregel ten opzichte van het spoorwegpersoneel zal ook bij dc Spoorwegen vrij zeker tot een sluitende rekening voeren. Voor zooveel de salarissen ten laste van den eigenlijken Staatsdienst betreft, zal de besparing, die zich echter eerst op de begrooting voor 1925 ten volle zal doen ge voelen, op f 35 a f40 millioen kunnen wor den gesteld. Voegt men daarbij de dekking der te korten op Spoorweg- en Postbedrijf (on derscheidenlijk f 22 en f 1.8 millioen) dan. blijkt dat van het hooger genoemde bedrag van f 90 millioen door de tot nu toe ge- noemdo maatregelen in totaal een kleine f 60 millioen gevonden zullen worden, zoa dat nog ruim f 30 millioen te dekken valt. In dit verband rij opgemerkt, dat do re geering overweegt of een zoodanige wijzi ging in de financiering der sociale verze kering mogelijk is, dat 'n verlichting van d© daaruit voor 's Rijks Schatkist voort vloeiende lasten mogelijk zou blijken. Zij zou moeten strekken tot vermindering van do bijdragen van f 21V6 millioen aan het Invaliditeitsfonds en van f 12 millioon aan het Ouderdomsfonds: de laatste in. ver band met do uitvoering ^der vrijwillige outlerdomsverzekering. Zij ziet zich_wijders genoodzaakt óm tot dekking van d© resteerendo f 30 millioen haar toevlucht te nomen tot wijziging van bestaande en invoering van nieuwo hef fingen. Binnen enkele weken hoopt de Regee ring in staat te zij-n do noodige wetsont werpen tot dekking van dit bedrag in te dienen Worden deze ontwerpen tijdig be handeld, dan zullen de verwachte baten daaruit ook nog geheel of ten deele van het dienstjaar 1924 ten goede komen. In elk geval laat zich dan aanzien, dat het ten grauwe uniform een tweeden stap naar mij toe. Het was bepaald het verschrikkelijkste oogenblik van mijn leven. Nog stom van schrik, stak ik mijn handen uit. Ik was op het punt flauw te vallen, dat voelde ik. Ik voelde, dat ik mij vastklem de aan iets, dat het dichtst bij mij was. Ik wist op dat oogenblik niet, dat het d© rand van den groaten penantspiegel was, die rechts van de toilettafel stond. Ik zag het woeste gezicht veranderen, plotseling naderbij komen...... Toen verdween alles in d© duisternis. Ik hoorde een slag. Ik voelde mij zelf vallen vallenon toen wist ik niets meer. HOOFDSTUK VIII. £en zonderling ontwaken. -» Ik ontwaakte uit een zeer langen slaap, naar het scheen. Bij bewusteloosheid heb ik gehoord, dat het gezicht het eerste van de zintuigen is, dat heengaat-. Het eerste zintuig, dat te rugkomt,- is het gehoor. Dus, voordat ik mijn oogen kon opendoen, giagen mijn oaren open. Ik hoorde een mannestem dicht bij mij zeggen: ,,0 ja, ik geloof het wel. Het zal best met haar gaan." En het eerste, wat ik gevoelde, was ©en slaperige, droomerige verbazing, herkenning 1 Stel lig, ik !ken die stem Zij kwam mij voor als het ware uit een duister cn verwijderd vroeger bestaan. te* - 50 'JWor'dt vervolgd). - J V. b t

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 5