DE Bt§LLIOENENN0TA,
li verkeerde Stenen.
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 19 September. Tweede Blad. Anno 1923.
No. 19489.
FEUILLETON.
t
De begiooting van 1924 sluit met een tekort van 116 millioeu gulden. Verschillende
maatregelen zullen het tekort op den gewonen dienst tot 10 millioen terug
brengen. Bezuiniging op onderwijs en op sociale uitgaven. Verlaging salaris
peil met 20 procent. Nieuwe belastingen tot een bedrag van 30 millioen
te verwachten.
Dti Staalsbegrooting voor 1924, bij de
Tweede Kamer ingediend, gaat, volgens ge
bruik, vergezeld van een millioenennota,
waarin een overzicht gegeven wordt van
den toestand van 's lands financiën, waar
bij o a. een staat is gevoegd van dc voor- en
de nadeclige saldi op gewonen en op bui-
tengewonen dienst, gevend een nadeelig
totaal eindcijfer van f 943.797.000 over het
tijdperk 19031922 (gevormd door ruim
19 millioen batig slot op den gewonen
dienst en ruim 963 millioen nadeelig slot
op den buitengew -nen dienst). Daarin komt
de Min. van Fin. tot de vermoedelijke uit
komsten van 1923 en becijfert, dat men
voorzichtig zal doen te rekenen op een te
kort van 50 millioen op den gewonen dienst
waarbij intusgoh^u verwaarloosd wordt de
mogelijkheid dat de uitgaven beneden de
aanvankelijke raming blijven.
En nu het dienstjaar 1924.
Geraamd worden de uitgaven in totaal
op f 765.264.044, nl. f 112.634.420 buiten-
e&gyjon. f 5.737.456 crisisuilg. f 646.892.169
gewoon.
De gewone uitgaven worden f31.274.410
hooger geraamd dan voor 1923 is toege
staan.
Per saldo bedragen de voor 1924-geraam
de gew. uilgaven dus f 31.274.409.927?
meer dan het voor 1923 toegestane bedrag.
Voor f 22 millioen beteekent dit niet een
vermeerdering van uitgaven doch is dit het
gevolg van het tekort op de Spoorwegen, die
ten vorigen jare niet in de aanvankelijke
begrooting voorkwam, doch ten laste van
den gewonen dienst wordt gebracht. Voorts
zij er de aandacht op gevestigd, dat, tegen
over de stijging van de gewone uilgaven
der Staatsmijnen met f 51/2 millioen, een
hoogere raming van 7 millioen der gewone
ontvangsten dier Mijnen staat.
Iels dergelijks geldt voor de stijging met
f 200.000 van den post voor bijdragen aan
gemeenten voi-r keuringen van voor invoer
bestemd vleesch: de kosten dezer keuringen
worden immers door belanghebbenden ge
dragen, en de deswege betaalde bijdragen
worden onder de middelen verantwoord.'
In de dalingen op de verschillende hoofd
stukken weerspiegelt zich veelal de invloed
van de bezuinigingsaotie, waarvan intus-
schen het rechtstreeks resultaat vaak tot
op zekere hoogte wordt verminderd als ge
volg van het toekennen van wachtgeld aan
ontslagen ambtenaren.
Wat de stijgingen betreft kan als alge
meen werkende oorzaak worden aangewe
zen de verhooging van de aan het Postbe
drijf tegoed te schrijven vergoedingen in
.verband met de afschaffing van den port
vrijdom. "Voorts moet de uitvoering van wet
ten als de Pensioenwet, de Woningwet en
de Onderwijswetten, voor een belangrijk
cleel der stijgingen ahnsprakclijk worden
gesteld.
Met betrekking tot de stijging op ver
schillende hoofdstukken moge nog het vol
gende dienen:
De stijging van Hoofdstuk Onderwijs moet
yoor een belangrijk deel worden toegeschre
ven aan een vermeerdering van de uitga
yen voor subsidies aan bijzondere scholen
(bijzondere Hoogere Burgerscholen en Ly
cea) f 540.000, industrie- en huishoudscho
len f 300.000, landbouwhuishoudonderwijs
f 44.000, bijzondere gymnasia f 64.000.
Voor salarissen aan de onderwijzers bij liet
Lager Onderwijs moest f 5.175.000 meer
worden uitgetrokken. De voorgenomen rang
schikking onder het buitengewoon lager on
derwijs' van do scholen voor doofstommen,
blinde, zwakzinnige en slechthoorcnde kin
deren doet de uitgaven met f 485.000 stij
gen, maar maakt een bezuiniging van
f 138.945 door het vervallen van subsidiün
aan instituten voor gebrekkigen mogelijk.
iVoor wachtgelden moest f 703.597 meer
worden uitgetrokken, voor pensioenen en
uilkeeringen aan 't Pensioenfonds f 342.000
Daling wordt veroorzaakt door bezuiniging
op dc uitgaven der Rijks Hoogere Burger
scholen (f 247.520), door bezuiniging op de
materieele uitgaven der drie Universiteiten
en der Technische Hoogeschool (f 164.506)
en door vermindering van den post" voor
steun aan door het L. O. onbillijk bezwaarde
gemeenten (f 600.000).
De stijging van Hoofdstuk "VIIb (Finan
ciën) wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door
een stijging van den post voor pensioenen
met f 1.327.582 en van dien voor wacht
gelden met f 110.865, alsmede door een
stijging van de uitkeering aan de gemeen
ten ingevolge de wet van 24 Mei 1897
(Staatsblad No. 156) met f 280.000 en van
de uilgaven voortvloeiende uit de afschaf
fing van dc portvrijdommen met f 272.906.
Daartegenover staan als belangrijke ver
minderingen een daling van de kosten van
het Departement, van het Agentschap van
het Ministerie van Financiën en van de
Grootboeken der Nationale Schuld en van
's Rijks Schatkist lot een gezamenlijk be
drag van ruim f 60.000 (waaronder f 25.000
minder voor aanschaffing van zilverbons)
alsmede het vervallen van den post ad
f 76.736 lot dekking van het verlies op het
Staatsmuntbedrijf Voorts een daling van
de kosten van de administratie der Directe
Belastingen met f 778.917 en van den
dienst der Rijksgebouwen met f 87.393.
De stijging van Hoofdstuk VIII wordt
hoofdzakelijk veroorzaakt door een ver
meerdering van de kosten der Luchtvaarl-
afdeeling f 495.650), het materieel der artil
lerie en'proeven bi] dat wapen (f893.209),
de militaire pensioenen (f 1.503.000), de
wachtgelden en de non-ae-tivitcits-jaarwed-
den f3.410.508). Daling wordt veroorzaakt
door mindere uitgaven voor bezoldiging
van het personeel der verschillende wapens
(f5.084.340), de kosten van huisvesting,
stalling, nachtliging .reiniging f 1.600790),
terwijl f261.846 minder benoodigd is voor
sludiën, onderwijs en oefeningen. Voorts is
voor den dienst der Genie f253.710 minder
benoodigd, alsmede f221.900 voor verplaat
singskosten.
De stijging van Hoofdstuk IX werd voor
een belangrijk deel hierboven reeds ver
klaard toen gewezen werd op het 'tekort op
den Spoorwegdienst ad f 22 millioen en op
de stijging van de uitgaven der Staatsmij
nen, welke stijging intusschen per saldo
een winst meebrengt voor de schatkist van
f ll/a millioen in verband met de daardoor
veroorzaakte vermeerdering van inkomsten.
De verdere stijging komt hoofdzakelijk
voor rekening van het tekort op de begroo-
ling der Posterijen, Telegrafie en Telefonie
(f 1,268.095).
Hoofdstuk X doet een vermeerdering van
f 2.500.000 zien voor bijdragen aan gemeen
tenen verband met de te dekken exploitatie
kosten op volgens de Woningwet gebouwde
woningen en een stijging van f 475.000 voor
do bijdragen in verband met de uitvoering
der Warenwet. De bestrijding der werkloos
heid cischt f984.025 meer terwijl de uitga
ven in verband met de afschaffing van den
portvrijdom eene stijging van bijna f ll/2
millioen verloonen. Vermindering van uitga
ven werd daarentegen verkregen in verband
met' het ontlasten van 's Rijks schatkist van
een deel van de lasten der Ouderdomswet
1919 (f 528.000) alsmede door een vermin
dering van de uitgaven der afdeeling Han
del en Nijverheid met f 181.268.
De vermindering op Hoofdstuk III werd
voornamelijk mogelijk gemaakt door het ver
vallen van de uitgaven voor hel Marioede-
lachemcnt in Peking (f 225.000).
De vermindering op Hoofdstuk IV is in
hoofdzaak een gevolg van bezuinigingen op
de rechterlijke macht, van vermindering van
het aantal krijgsraden, van bezuiniging op
dc kosten der Rijkspolitie, cn op de kosten
van gevangenissen en Rijkswerkinrichtingen
cn van opheffing van het Rijksopvoedings
gesticht le Leeuwarden, benevens vermin
dering van de uitgaven voor gebouwen.
Stijging van uilgaven veroorzaakt de ver
meerdering van den post voor wachtgelden
en de uilgaven'in verband met de afschaf-,
fing van den portvrijdom.
Op Hoofdstuk V is een daling mogelijk als
gevolg van het vervallen van de kosten der
10de algemeeeno volkstelling (f 88.000) en
door bezuiniging op de kosten der krankzin
nigengestichten. Ook op de afdeelingen
Landbouw en Visscherijen werd, onderschei
denlijk 1561.026 en f106.295 bezuinigd.
Daarentegen vermeerderen de uitgaven in
verband met dc afschaffing der portvrijdom
men met f 354.400.
Met betrekking tot de daling van Hoofd
stuk VI worde het volgende opgemerkt.
Het eindcijfer der begrooling voor- 1923
was f 48.486.108, waarvan f 3.717.460,
zijnde een deel der kosten van den nieuwen
vioolbouw, lot de buitengewone uitgaven
werd gerekend.
De gewone,, uilgaven beliepen sindsdien
f 44.768.648. Voor 1924 werd' het totaal der
zooeven bedoelde kosten op den gewonen
dienst gebracht. Daargelaten, dat, volgens
het ten vorigen jare .gevolgde systeem
slechts een bedrag van f933.181 voor boe
king op den buitengewonen dienst in aan
merking zou komen, wordt deze boeking
niet gerechtvaardigd geacht in verband met
het bekende besluit der Regeering ten aan-
zien van het ontwerp-Vlootwet. Waar het
I eindcijfer voor 1924 is geraamd op
I f 42.884.073 bedraagt het voordeelig verscfiil
I met 1923 (gewonen dienst) f 1.884.635. Hier
slaat echter tegenover, dat wegens-'bijdrage
van Indië in de kosten van den vioolbouw,
onder de middelen f 2.450.249 minder moest
uilgetrokken worden.
Van het bovengenoemd voordeelig ver
schil ad f 1.791.835 komt f 1.290.412 op re
kening van de eerste Afdeeling Militaire uit
gaven (waaronder f D/2 millioen minder voor
kosten van nieuwen vlootbouw, f l1/» mill,
meer. voor kosten personeel der zeemacht)
en f 501.423 op rekening van de tweede Af
deeling Niet-Militaire uitgaven.
-Hoofdstuk Vila vertoont een daling van
f 7.844.372 op het hoofd interest tegen een
stijging ad f L242.438 op het hoofd aflossing.
De vermindering van Hoofdstuk. XI wordt
veroorzaakt door een daling van de uitga
ven voor het Departement ad f74.274 en
voor Curacao f 234.238.
De Middelen en Inkomsten ter bestrijding
der uiig. zijn geraamd op f589.421.652,28.
waarin begrepen is aan buitengewone ont
vangsten f 40.793.392,76, blijft voor gewone
onlv. f 548.628.259.52, zijnde f 19.068.166,49
minder dan aanvankelijk voor 1923 werd ge
raamd.
Lager ziin geraamd de vermogensbelas
ting f500.000, de wijnaccijns f200.000, de
gedistilleerdaccijns f 9.900.000, de tabaks
accijns f 3.000 000, de zegelr. f 2.500.000, de
registratierechten f 2.000.000, de invoerrech
ten f 4.000.000, het slalisliekrecht f 200.000
en de loodsgelden f 200.000.
Daarentegen zijn hooger geraamd de
grondbelasting f 482.000, de personeele be
lasting f 500.000, de zoutaccijns f 100.000, de
bieraccijns f 600.000, de geslachlaccijns
f 1.200.000, de successierechten f 1.000.000
cn het recht op de mijnen f 100.000.
Het geraamde tekort op den gewonen
dienst van rond f 9.8 millioen geeft nog
gee n juist beeld vah den financieelen toe
stand. Vooreerst is op do begrooting geen
bedrag uitgetrokken als staatsbijdrage aa<n
het Ouderdomsfonds tot dekking van het
tekort, veroorzaakt door de vrijwillige
oudordomsverzefcering.
Als gevolg daarvan zal het bedrag van
f98 millioen met naar raming f 12 millioen
stijgen. Voorts zullen de uitgaven voor
rente en aflossing van staatsschuld met
f 5% millioen toenemen voor de consoladee-
ring van f 250 millioen vlottende schuld.
Werden geen bijzondere maatregelen ge
nomen voor 1924 dan moest worden gero-
kend op een tekort op den gewonen dienst
van f 110 millioen.
Het is dus wel boven allen twijfel ver
heven, dat met het nemen van zeer ingrij
pende (maatregelen tot dekking van het
ieder jaar grooter wordend tekort op den
gewonen dienst niet langer kan worden ge
wacht.
In dc allereerste plaats hebben wij noo-
dig een werkelijk evenwicht in onze finan
ciën. Daartoe is vooreerst noodtg alle maat
regelen te vermijden, waaruit hoogere uit
gaven zouden voortvloeien. Bij de samen
stelling van de begroeting is met dat be
ginsel zooveel mogelijk rekening gehou
den, terwijl regelingen, waaruit zoodani
Naar bet Engelsch, door BERI^A RUCK.
(Nadruk verboden.)
10)
't Was immers nicfc mogelijk ha-rè in de
redo tc vallen midden in den vloei van
anekdoten betreffende den geliefden fc)on?
Zij ging maar steeds voort, met zachte
stem, in één woordenvloed. Ik hoordo op
dat ©ogenblik ternauwernood wat zij ver
telde.
Waarschijnlijk heeft iedere vrouw het
aangehoord, zelf verteld. Want ik weet ze
ker, dat het tot de verhalen behoort, die
door moeders alleen verteld worden, die
zich verbeelden, dat hun George, hun Percy
of hun Ted er in uitblinkt als een genie,
een Titan of een type.
O, die dwaze, die heerlijke, die aandoen
lijke verhaaltjes uit do kindsehheïd van
hun kindl
Nog pratende glimlachte Georges moe
der mij toe. Er was een vochtige glans in
haar blik. Maar niet alleen die weerhou
den tranen, ik zag nog iets anders in haar
bogen. Iets, dat ik in allo andere omstan
digheden zoo heerlijk gevonden zou heb
ben. In déze omstandigheden zou het mijn
taak nog moeilijker maken dan ik gevrèesd
had. Het was duidelijk, dat ik in haar
smaak viel. Georges móeder was met mij
ingenomen, dat wil zeggen roet de schoon
dochter, die zij zich stellig verbeeldde, dat
ik was! Zij was verrukt over de keuze.
die haar zoon, de soldaat, gedaan had voor
zijn böQ-logsvrouwtje I
Een gedachte, die ik niet kon onderdruk
ken, kwam bij mij op.
Wat zou zij gedacht hebben, indien zij
de werkelijke schoondochter gezien had?
De Verschijning 1 Do ware ,Vivie!"
Stel u voor baar platte taal, haar odeur
tjes en haar sigarettenkoker hier in deze
omgeving! Stel u voor die laarzen van
haar in dit huis van hen
Juist toen do flikkering van deze ver
helderende gedachte wegstierf, hoorde ik
do deur zachtjes van den buitenkant dicht
doen.
Georges moeder was dc kamer uitgeslo-
pen, toen eon blozend kamermeisjo het
warme water binnenbracht.
Weder had ik de gelegenheid gemist
mijn identiteit bekend te maken.
HOOFDSTUK VI.
De schrik in den nacht.
Dt^ gelegenheid was nog niet gekomen.
Ik zó, het hun vóór het diner meedeelen,
r.oodra ik beneden in de kamer kwam.
Nu hpest ik mij maar liever wasschen.
Het wa^een heerlijke, groobe koperen kan
vol war^ water, die daar stond in een
stcenen kW 0p een verrukkelijke, stevige
waschtafel. En het kamermeisje had al
voor mij uigepakt.
Voor den spiegel waren kammen en
borstels-reed^neergelegd en odeur en poe
derdoos] e, a\eg voorzien van het mono
gram ,,V. V."
Haar valies Vas natuurlijk op mijn ka
mer gebracht. I\ moest eens zien wat er al
zoo was uitgeko),OIlt
IR ging naar de latafel, naast den groo-
ten penantspiegel, die er waarschijnlijk in
Georges tijd" niet geweest was.
In de bovenste lange la lag een stapel
ondergoed, dat ik slechts kan beschrijven
als prullegoed.
Licht mauve batist met kleine rose ÏS-
guurtjes en met veel kant versierd.
Verschrikkelijk
En op mijn bed met het heerlijke donzen
dekbed was mijn dat wil zeggen haar,
japon voor vanavond aan het diner uitge
spreid. Een bovenrok met veel strookjes,
een purper zijden japonrok (vrij wijd en
nogal kort voor een jong meisje) en een
vleeschkleurige chiffon doorschijnende
blouse. En dan nog dunne zwart-zijden
kousen en een paar avondschoentjes, die
schenen te bestaan xiifc zolen, zeer hooge
hakken en kralen kruisbanden.
Verschrikkelijk
En natuurlijk, totaal onmogelijk voor
mij om te dragen, iets van die opzichtige
fraaiigheden 1
Ik zou naar beneden moeten gaan, ge
kleed zooals ik was met mijn stoffige ver
sleten zwart serge japonnetje aan.
Ik kon ten minste mijn haar opmakeu.
Met een diepen, droevigen zucht ging ik
haar den spiegel, om de hoedepennen uit
mijn armoedig fluweelen hoedje te halen.
Toen ik dit deed, kreeg ik een schok zoo
als ik dien heclen dag nog Diet gehad had.
Onverwachts voelde ik een kouden nacht
wind do kamer binnenkomen en ik lceek,
om te zien of het raam wel goed gesloten
was
Toen Icwam de schrik!
Want toen ik boven den spiegel Van 'de
toilettafel keek, die voor het Tonde, uit->
ge uitgaven alsnog zouden* voortvloeien,
niet tot stand kunnen komen. Het wets
ontwerp op de gezondheidsdiensten en het
wetsontwerp tot wijziging van de wet op
het Middelbaar Onderwijs zullen derhalve
voorshands niet verder behandeld kun
nen worden, terwijl geen subsidies voor
nieuwe hooge burgerscholen en gymnasia
zullen worden verleend noch nieuwe hoo
gere burgerscholen zullen worden gesticht.
Intusschen zal de afschaffing van den
crisisdienst, ook al worclt op dien dienst
aanmerkelijk bezuinigd, een vezwaring van
den gewonen dienst medebrengen.
In verband hiermede zij gewezen op
de steunregelingen voor werkloozen. Men
heeft hier niet met ©en kwaal van tijde-
lijken aard te doen en daarom dient hulp
verschaft te worden krachtens de Armen
wet.
Deze wet draagt do zorg subsidiair op
aan de gemeenten. Mocht het noodzakelijk
blijken, gemeenten, welke daardoor in fi-
nancieele moeilijkheden komen, uit 's Rijks
kas te steunen, dan zal zulks ten laste vaD
den gewonen dienst moeten gesohieden.
Voort: moet rekening gehouden worden
met do automatische stijging van sommige
-uitgaven.
Eerst bij herstel van het economisch le
ven zal ook een zoodanig jaar'lijkseh ac-
crès der middelen mogen worden aange
nomen.
Vooreerst zullen daarom voor ten hoog
ste driejaren allo periodieke traktements-
verhoogingen moeten worden stop gezet,
in afwachting o.a. van een nadere regeling
dier periodiek© verhoogingen.
In de tweede plaat-s zal als gevolg van
de jaarlijksehe vermeerdering van het aan
tal schoolgaande kind-eren met 10 a 15.000,
tot 1930 moeten worden afgezien van do
invoering van het zevende leerjaar en van
de uitbreiding van den leerplicht, terwijl
op de gemeentelijke en bijzondere scholen,
welke het zevende leerjaar reeds hebben
en cr uit 's Rijks kas betaling voor genie
ten, het z.g. uitst-ervingssysteem zal wor
den toegepast.'
De vorcngeschetste maatregelen kunnen
evenwel si edits strekken ter voorkoming
van een uitbreiding van het kwaad der te
korten voor de opheffing dier tekorten
zelf zijn andere middelen noodig.
Bij het overwegen der maatregelen die
daartoe kunnen leiden had de regeering
zich vooreerst te richten naar den vermoe-
delijken tocsta-Bd in 1925.
Bij bet opstellen van haar plannen is
do Regeering uitgegaan van de noodzake
lijkheid om een tekort van f 140 millioen
_te overbruggen in stede van een van f 11G
millioen, het cijfer van het tekort op den
gewonen dienst voor 1924.
Bij de beantwoording der vraag, hoe het
peil der uitgaven zou kunnen worden ge
reduceerd, is uit den aard der zaak aller
eerst onderzocht, welke mogelijkheden een
reorganisatie en inkrimping van den stnat6
dienst zou kunnen opleveren.
Gebleken is, dat afgezien van hetgeen
eventueel uit oen andere financiering van
de sociale yerzekering zou mogen worden
verwacht uit hoofd© van reorganisatie
of inkrimping in geen geval op meer dan
f 50 millioen besparing zou mogen worden
gerekend, 1) latemde alzoo een bedrag van
f 90 millioen te dokken over.
Acht do Regeering het uitgesloten om
tneor dan f50 millioen per jaar op de ver
schillende staatsdiensten te besparen, zij
acht het evenzeer onmogelijk om aam de
natie eetn nieuwen belastingdruk van èo
millioen gulden per jaar op te leggen.
Onvermijdelijk© conclusie hieruit is, dat
zonder aantasting van het salarispeil van
het personeel, eooals dat in 1920 werd vast
gesteld, het uitgesloten zal zijn om tot een
sluitenden gewonen dienst te geraken, te
meer, omdat het onmogelijk moet worden
geacht om zonder aanmerkelijke» verlichting
van den op het spoorwegbedrijf drukken-
1) De Regcering hoopt in staat t© zijn
in de Memorie van Antwoord op het Voor-
loopig Verslag in zake Hoofdstuk I der
Staatsbegrooting nader© mededeelingen te
doen nopens de hierbedoeldo maatregelen
van reorganisatie en inkrimping.
stekende raam stond, aanschouwde ik plot
seling iets als in een nachtmerrie. Er ver
scheen tusschen de plooien van de ge
bloemde gordijnen iets, dat was als het
gc-zicht van een geest, een wit gelaat, be
sprenkeld met bloed. Kon het het gericht
zijn. van een man, dat mij aankeek? Ja
Het was geen verbeelding. Het was het
gezicht van een manverwilderd, ge
schramd, bebloed, alsof hij gevlucht was
als een opgejaagd dier door struiken en
heesters. Een man? Hier?
,,Een inbreker!" was mijn eerste ge
dachte. „Een inbreker, die langs het klim
op naar boven geklommen was 't raam in
Toen gingen de gordijnen open. Met een
plotselinge beweging stapte de man mijn
lcamer in. Ik begreep tot mijn nog groote
ren scbrik, dat dit geen inbreker was. In
brekers Hebben, geen uniform aan
En deze lange, blond© schavuit had een
verscheurde, slordig© jas aan, waaraan
men duidelijk een uniformjas herkende,
grijs van kleur, en loopgraaflaarzen vol
modderAls een verbijsterend licht zag
ik eensklaps, waardoor deze verschijning
mij bekend voorkwam. Ik had hem pas ge
zien. 'Ik had dien man gezien in het ge
vangeniskamp bij" het station te Camrijs.
Met ontuitsprekelijken schrik dacht ik:
,,Ecn Duitschpr."
De Duitsoher stond mij met zijn mooiste
gericht spookachtig door de bloedigs*
schrammen, een afschuwelijk óoigenlblik
aan te kijken. Ik was te verschrikt, om te
schreeuwen, 'om mijn mond open te doen.
Toen sprak hij met heesche stem.
Wat hij zei w'eet ik niet. Ik geloof, dal
ik iets opving van „kleeren", ,,gcld." Toen
deed do kolossale gedaante in de versle
den salarislast, dat bedrijf weder renda
bel te doon zijn. Men staat ten dezen voor
een in geen geval te vermijden noodzake
lijkheid.
Boven ©n behalve de besparing op sala*
rissen, die verkregen wordt uit reorgani-»
sat-io cn inkrimping van den Staatsdienst
zal de last van salarissen en loonen (welke
op ruim f 260 millioen moet worden ge
schat met 20 pCt. (over twee jaren ver->
deeld) verminderd moeten worden.
Dat. zulk9 eon onmogelijkheid is zonder
aantasting ook van die wedden, welke vóór
1 Juli 1922 werden genot-en, zal wel voor
ieder duidelijk zijn. De Regeering ziet zicli
daarom genoodzaakt dc intrekking van art.
40 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke
Rijksambtenaren to bevorderen.
Aangezien over de wijze, waarop de sa
larisverlaging voltrokken zal moeten wor
den, nog overleg wordt gepleegd, kan de
Rege©ring daarover thans nog niet anders
dan haar aanvankelijke meening kenbaar
maken.
Deze luidt aldus:
lo. Een verlaging *Van den totalen 4ast
van salarissen en loonen met 20 pCt., over
2 jaren to verdeelen, is noodzakelijk.
2o. Met ingang van 1 Januari 192-1 wor
den alle salarissen on loonen, van hoog tof
laag, met 10 pCt, verminderd.
3o. Onmiddellijk zal worden ter hand ge
nomen een algemeene herziening van bet
bezoldigingsbesluit, ten doel hebbend om
met ingang van Januari 1925 een zooda
nige salarisregeling in werking te doeD
treden, dat over dat dienstjaar bet sub.
lo. gestelde, geheel bereikt; worde.
De Regeering js van oordcel, dat bij die
herziening voor de hoogsto salarissen, bijv,
die der Ministers en enkele andere, de hui'
dige bedragen met do volle 20 pCt. ver
minderd zullen moeten wordendat de loo
nen der werklieden meer in overeenstem*
ming zullen moeten gebracht inct den
plaatselijken loonstandaard en dat overi
gens bij de herziening rekening zal moe
ten worden gobouden met do mate, waar
in voorheen do verhoogingen werden toe
gekend. Van een gewijzigde regeling voor
den z.g. standplaabsaftrek voor ambtena
ren en onderwijzers meent de Regeering te
moeten afzien
Als gevolg van deze maatregelen kan
worden aangenomen, dat het tekort op het
staatsbedrijf, der Posterijen enz. zal ver
dwijnen. Een overeenkomstige maatregel
ten opzichte van het spoorwegpersoneel
zal ook bij dc Spoorwegen vrij zeker tot
een sluitende rekening voeren.
Voor zooveel de salarissen ten laste van
den eigenlijken Staatsdienst betreft, zal
de besparing, die zich echter eerst op de
begrooting voor 1925 ten volle zal doen ge
voelen, op f 35 a f40 millioen kunnen wor
den gesteld.
Voegt men daarbij de dekking der te
korten op Spoorweg- en Postbedrijf (on
derscheidenlijk f 22 en f 1.8 millioen) dan.
blijkt dat van het hooger genoemde bedrag
van f 90 millioen door de tot nu toe ge-
noemdo maatregelen in totaal een kleine
f 60 millioen gevonden zullen worden, zoa
dat nog ruim f 30 millioen te dekken valt.
In dit verband rij opgemerkt, dat do re
geering overweegt of een zoodanige wijzi
ging in de financiering der sociale verze
kering mogelijk is, dat 'n verlichting van
d© daaruit voor 's Rijks Schatkist voort
vloeiende lasten mogelijk zou blijken. Zij
zou moeten strekken tot vermindering van
do bijdragen van f 21V6 millioen aan het
Invaliditeitsfonds en van f 12 millioon aan
het Ouderdomsfonds: de laatste in. ver
band met do uitvoering ^der vrijwillige
outlerdomsverzekering.
Zij ziet zich_wijders genoodzaakt óm tot
dekking van d© resteerendo f 30 millioen
haar toevlucht te nomen tot wijziging van
bestaande en invoering van nieuwo hef
fingen.
Binnen enkele weken hoopt de Regee
ring in staat te zij-n do noodige wetsont
werpen tot dekking van dit bedrag in te
dienen Worden deze ontwerpen tijdig be
handeld, dan zullen de verwachte baten
daaruit ook nog geheel of ten deele van
het dienstjaar 1924 ten goede komen. In
elk geval laat zich dan aanzien, dat het
ten grauwe uniform een tweeden stap naar
mij toe.
Het was bepaald het verschrikkelijkste
oogenblik van mijn leven. Nog stom van
schrik, stak ik mijn handen uit.
Ik was op het punt flauw te vallen, dat
voelde ik. Ik voelde, dat ik mij vastklem
de aan iets, dat het dichtst bij mij was. Ik
wist op dat oogenblik niet, dat het d©
rand van den groaten penantspiegel was,
die rechts van de toilettafel stond. Ik zag
het woeste gezicht veranderen, plotseling
naderbij komen...... Toen verdween alles
in d© duisternis. Ik hoorde een slag. Ik
voelde mij zelf vallen vallenon toen
wist ik niets meer.
HOOFDSTUK VIII.
£en zonderling ontwaken. -»
Ik ontwaakte uit een zeer langen slaap,
naar het scheen.
Bij bewusteloosheid heb ik gehoord, dat
het gezicht het eerste van de zintuigen is,
dat heengaat-. Het eerste zintuig, dat te
rugkomt,- is het gehoor. Dus, voordat ik
mijn oogen kon opendoen, giagen mijn
oaren open. Ik hoorde een mannestem
dicht bij mij zeggen: ,,0 ja, ik geloof het
wel. Het zal best met haar gaan." En het
eerste, wat ik gevoelde, was ©en slaperige,
droomerige verbazing, herkenning 1 Stel
lig, ik !ken die stem
Zij kwam mij voor als het ware uit een
duister cn verwijderd vroeger bestaan.
te* - 50
'JWor'dt vervolgd).
- J V. b t