Monigts Puddingen No. 19473. LEIDSCH DAGBLAD, Dondercfag 3D Augustus. Derde Blad. Anno 1923, Het Land der duizend Meren. GEMENGD NIEUWS. INGEZONDEN. RECHTZAKEN. t Reisbrieven uit Finland* IX. JI a 15 i n g f o r Terug in. Helsingfors;' dat bet eek ent, dat mij ei reis ten einde loopt.- De $,Ariadnemf <Je „witte koningin der Oostzee", zooals ze in Finland den mooien stoomer bij voor keur plegen te noemen, ligt reeds aan de kade om ons morgen op te nemen voor dé terugreis en het ,,partir, o'est mourir un pen" moduleert al zachtkens-klagend door mijn gedachten. Den laatst en avond pp Finschen bodem brengen wij door op Klip- pau, het vlak vóór de haven van Helsing- fors, op een rots in zee uïtgebcnwde restau rant. Met een kteino motorboot hebben wij er ons heen laten brengen en nu zitten wii hier en turen over zeeen als wij moe wor den van het staren over de wijde vlakte van sidderende zilverheid, wenden wij het hoofd om en daar ligt dan Helsingfors, stad van blanke huizen en groene parken tegen de rotsglooiingen opgebouwd en boven 'fc groen 'der parken rijzen de daken en boven de da ken rijst, hoog en rond, de forsche koepel van do Nikolaï-Kirche, strak tegen 't ver tolkte Kcht van een droom-stillen zomer avond „Het Land der Duizend Meren"Ja, naar de meren gaan telkens, in den wee moed van het naderend afscheid, mijn ge dachten terug. Zij hebben iets obsedeerends jets dat dwingt aan hen terug te denken inet een stil verlangen, met een vaag en droefgeestig heimwee en in hun verklaarde schoonheid en romantische rust doen ze me denken aan een sprookje uit oude tijden das mir ja nicht aus dem Sinn will! Die wondere vergezichten, de donkere amlijs- ting der bosschen rond den klaren spiegel van het ten hemel openliggende meer, die prachtige eenzaamheden men voélt er zich een ander .mensch. worden, kléin, arm-- zalig, van God-en-de-menschen-verlaten en tóch, terzelfder tijd, zoo ruim en groot en allesomvattend, een brokje vereindigde on eindigheid en zoo één en zoo vertrouwd met de natuur, dat men het den Engelschen •dichter na zou willen fluisteren: „We seemed such friends that moment Such brothers God and I". En toch, terwijl ik hier zit op Klippen 'en ik mijn gedachten net even aandachtig geconcentreerd heb op een voorbijvarend vrachtschip, dat bij het vallen van den avond zee kiest, toch moet ik ook nog uit knderer hoofde aan de Finsche meren den ken. Wamt die meren en bcsschen en rot sen, daar diep in het binnenland, tot héél hoog zelfs in het noorden, zij liggen daar niet alleen als een gemakkelijke buit voor bewonderende touristenoogen, als een mooi, mysterieus verhaal, dat geen ander bestaana 'deel heeft dan om aandachtig-Iuisterende menschen een ran clicpo rrcagdc en blank geluk te geven neen, diezelfde drie factoren, waaruit zoo heel eenvoudig het wonder van Finland's natuurschoon is opgebouwd: boech, meer en rots, zij zijn levens, op even eenvoudige wijze de diepe bronnen ran Finland's volkswelvaart. Mó gen zij den vreemdeling alleen maar eén kortstondig, als een droom voorbijglijdend natuurgenot verschaffen, aan de eigen be volking verschaffen zij werk en brood. De rotsen leveren het graniet, waaruit de wo ningen worden gebouwd daar waar meer dere welvaart den houtbouw gaat vervan gen; het water der meren en rivieren dient .voor het transport, honderden kilometers lang, der zware boomstammen en vooral voor het opwekken van de electrische drijf kracht voor industrieele doeleinden; en de bosschen leveren haast onuitputtelijk de grondstof voor de twee gewichtigste tak ken van Finsche nijverheid: de hout-indus trie en de papier-fabricage, terwijl het hout, de groote vriend der Finnen van de oudste tijden af zingt in KivFs „Sieben Bröder" fcen der broeders, Tinfo, al niet: „An der Mutterbrust der Tanno (Wohnt es tra ut und wohlgeborgen"! zelfs nog tegenwoordig, gewichtige Idien- gten bewijst als brandstof,, zoowel voor de verwarming der huizen en hutten tijdens de lange, koude winters als voor het stoken yan locomotieven. Ik zon de Finsche meren in zekeren zin 'onrecht aandoen, indien ik in deze reis brieven ook niet iets vertelde van den prao- tischen kant van hun bestaan en ik zou zeer zeker van het Finsche boschbezit een ge heel verkeerden indruk wekken, indien ik mrjn lezers in Holland in den waan zou la ten, dat die bosschen slechts dienst deden als décor van natuurschoon. Men zou ten slotte den indruk krijgen, dat het Fihsche volk een natie van peiuzende droomers ware instee van een volk, dat gezond ia en schept len volbrengt. En nu heb ik als tourist wel niet veel gezien van de Finsche industrie, maar ik wil toch trachten, aan de hand ,van hetgeen ik gezien heb, een vluchtig zoeklicht te laten spelen op Finland als industrieland. Oorspronkelijk was Finland een land van landbouwers jagers, visschers, houtvlot ters en zeelieden. De Finnen zijn evenals de Hollandersamphibieën; voor de helft leven zij op het land, voor de helft op het water; ivoor de Finnen geldt dit zelfs nog meer dan voor ons Hollanders, want niet alleen zijn de kustbewoners bevaren zeelieden, maar de aanwezigheid der groote merengebieden is oorzaak, dat ook de plattelandsbevolkmg diep in het binnenland het water als haar tweede element beschouwt. Jagen en vis- schen zit trouwens nog heden ten dage el- ken Fin in het bloed. In 1865 vond 79.4 pet. der bevolking haar bestaan in den landbouw en slechts '4.9 pet. was werkzaam in de industrie, ter- 1.6 pet. zich mei handeldrijven bezig hield. In 1910 was het percentage landbou wers tot 66 2 pet. teruggeloopen, de percen tages voor industrie en handel stegen tot rcsp. 12.1 pet. en 48 pet. In 19-19 bestonden iu totaal 2.257 industrieën, waarin 92.000 arbeiders werkzaam waren. De in dustrieele productie had een totaalwaarde Tan 2l/a milliard Finsche marken. Langer dan in andere landen is de nijver heid in Finland, dat bijna geen steenkolen en ijzererts bezat, beperkt gebleven tot handen- en huisarbeid. Wat door de oude Finsche bevolking gepresteerd is geworden op het gebied der textiel droeg een eigen cachet en thans nog wordt zoowel van staats wege als door het particulier initiatief aan. dezen tak van. kunstnijverheid groote zorg besteed. Eerst in de laatste vijftig jaren kon er in Finland sprake zijn van een eenigs- zina belangrijke industrie, welke zich echter technisch en commercieel zoo snel heeft we ten te ontwikkelen, dat zij op meer dan één gebied bezig is zich een wereldmarkt te veroveren. De turbine mefc de stoomma chine ontsloot voor Finland den indus- trieelen opbloei. Een van de oudste Finsche industrieën is de leer-productie, reeds in de 16e eeuw voerde Finland teer uit en in de 17e eeuw was het voor Finland het belangrijkste ex- port-artikeL De teer is ook de historische trait d'union tusschen Finland en Holland, want als men de oude koopmansboeken van onze 17e eeuwsche scheepsbouwers naslaat, moet men daarin voor belangrijke bedragen Finscb. teer aantreffen, ten behoeve van het waterdicht-houden van de destijds uit sluitend houten schepen. Deze Finsche hout- teer werd vroeger door de boeren in groote mijten gebrand, een zeer primitief hand werk en ruïneus voor de bosschen, daar de Finsche teerproductie iu de 17e eeuw jaar lijks 60.000 k 70.000 vaten bedroeg en voor één vat teer zoowat 15 flinke boomstammen noodig waren. Toen de schepen in plaats van uit hout uit ijzer en staal vervaardigd werden, nam de teer-export aanzienlijk af, een vermindering, welke bovendien in de hand gewerkt werd door de Zweedsche con currentie en de opkomst van de steenkool- teer, zoodat als export-artikel teer op de Finsche handelsbalans nog slechts 'een on dergeschikte plaats inneemt. De productie zelf echter is grooteudeels gemoderniseerd en thans worden de stobben van oude pijn- boomea hoe meer kernhout de stobben bevatten, des te hooger rendement aan teer door dynamiet gerooid en met vracht auto's naar de distilleerderijen gebracht, waar behalve teer ook terpentijn bereid wordt. De terpentijnproductie is in de laat ste jaren in Finland belangrijk toegenomen, dank zij de moderne techniek, welke inzon derheid zich toelegt op verbetering van de qualiteit van het product. Welk een rol de Finsche bosschen bij deze „dry distilling industry" spelen, moge uit een enkel cijfer blijkenbehalve voor de teer, die nog op de ouderwetsche manier door de boeren ge wonnen wordt, zijn jaarlijks voor de machi nale teer-prodiicfcie 120.000 kub. M. boom stronken noodig 1 Op zeer bijzondere wijze worden Je va ten teer van do veelal Jiep in het binnen- laud gelegen branderijen naar de kusi ge voerd. Het transport gaat zooals bijna elk goederen-transport in Finland te wa ter; in bepaaldelijk voor dit doel gebouwde ,;teer"-booten, waarvan ik een model ge zien heb in het openlucht-museum op het eilandje Föhsö. Het zijn smalle open schui ten van 1217 meter lang en niet veel meer dan één meter breed, waarvan de zij wanden van planken uit één stuk vervaar digd zijn en die door één man ook dik wijls een vrouw bestuurd en door twee man geroeid worden. Sommige van deze booten deden vroeger dienst als passagiers scheepjes, want één van de voornaamste helaas niet door mij gesmaakte genie tingen van een reis door Finland zijn de stroomversnellingen van de Ulea, een rivier die een van de noordelijkst gelegen meren- stelsels met de Bothnische golf verbindt. De teerbooten worden met 20 a 25 Yaten volgeladen, zoodat de zijkanten van de boot in het midden nog maar een paar centi meter boven het water uitsteken. Aan weerszijden worden dan planken wanden van circa een meter hoogte aan de boot aangebracht en zoo belast en beladen wordt de boot losgelaten op de wilde stroomver snellingen der. tusschen zware rotswanden e-n óver rolskoppen héén bruisende rivier. Met bewonderenswaardige stuurmanschap weet de bootvoerder, door een enkele, maar op het juiste oogenblik toegepaste, wending de boot tusschen de rotsen door over de woeste, soms waterval-achlige stoomdriften te voeren, die elkander er zijn er, meen ik, vijf en dertig met ongelijke interval len opvolgen. De gevaarlijkste is die van de Pyhakoski, die over een afstand van. 9. K.M. één bruisende en schuimende watervlakte is, waaromheen de boot met een vaart van. 60 K.M. in het uur voorlgeslingerd wordt. Van deze stroomversnelling heeft een Fransch toerist getuigd: „L'homme qui peut sans jun tressaillement descendre le Pyhakoski, celui-li est trempé toutes les épreuves et toutes les batailles de la vie" en het verhaal gaat, dat toen tsaar Alexan der I in 1819 Finland bezocht, hij ook den befaamden tocht over de Ulea-stroomver snellingen wilde doen. Nauwelijks op weg barstte een grimmig onweer los en de tsaar, die den stuurman verbteeken zag, vroeg hem of bij bang was. „Ik ben alleen bang voor den keizer", antwoordde de piloot, waarop Alexander hem zou hebben toege voegd: „Denk dan maar, dat je den keizer niet aan boord hebt". De vaten leer worden op deze, voor Finland wel zeer eigenaar dige wijze naar de havenplaats Uleaborg gevoerd, afstanden soms van 200 A 250 K.M. die in 2 i 3 weken worden afgelegd. Wel een bewijs, dat de oude Finsche bevol king niet op gemakkelijke wijze het karige brood des levens moest verdienen. Rune- berg, de in het Zweedsch dichtende lieve lingsdichter der Finnen, heeft in een enkele strofe, den harden levensstrijd van het Fin sche volk zoo juist getypeerd in deze een voudige woorden: ..Kampf an eines Grabes Rand, Schwerer Seegang fern vom Strand, Irren, Strefcen ohne Ruh, .01 mein Leben, das bist dul" Doch keeren wij van de FinscHe poëzie terug tot de Finsche industrie! De graniet-industrie is in Finland nog in het begin-stadium barer ontwikkeling.. Er. is graniet genoeg en heel Europa heeft al graniet uit Finland weggehaald voor den bouw van kerken, paleizen, warenhuizen, woningen en monumenten. Uit Finsch gra niet bouwde Peter de Groote St. Petersburg voor Finland is deze Tsaar der Moscovi- ten een afschuwelijke tiran geweest, dis niet alleen in den „tijd van den grooten haat" het land te vuur en te zwaard ver woestte, maar die duizenden grijsaards, vrouwen en kinderen uit het vrije Finland onder stok- en zweepslagen dwong zwaren grondarbeid te verrichten voor de stichting van zijn nieuwe hoofdstad. Gok de granie ten zerk, die Napoleon's tombé dekt in den Dome des Invalides te Parijs, is uit Fin land afkomstig. Wat den export van gra niet betreft, staat Finland in de eerste rij, maar een bepaalde graniet-iitduslrie, zooals Zweden, Noorwegen en Schotland die heeft is in Finland nog niet tot een* eenigszins belangrijke ontwikkeling, kunnen komen, niettegenstaande in dit land, waar de stroomversnellingen op de meest voordee- lige wijze de „witte steenkool" leveren, on getwijfeld uitnemende bestaansvoorwaar den voor een bloeiende graniet-industrie aanwezig zijn. Thans doet zich echter nog het merkwaardige geval voor, dat Schot land bijv. ruw graniet uit Finland impor teert en het onder den naam van „Schotsch graniet" „Red Balmoral" en „Grey Bal moral" bewerkt weder uitvoert. Maar de Finnen zijn wakker geworden in den laalsten tijd is reeds een export van gepo lijst graniet begonnen en de voorteeke nen zijn gunstig, dat de Finsche graniet- industrie zich langs lijnen van geleidelijk heid zal ontwikkelen en naast een belang rijk binnenlandsch- een niet minder be langrijk buitenlalïdsch afzetgebied zal we ten te verwerven. In den bodem van gra niet sluimeren voor de Finsche volkswel vaart nog onmetelijke rijkdommen. (Wordt vervolgd). W. GRAADT VAN ROGGEN, RECLAME. zitten wel eens ver legen met wat ze zullen opdisschen. Voor bet nagerecht behoeven ze nooit verlegen te zijn, want een pakje Honig's Pudding, gefabriceerd met Honig's Maizena, schaft altijd afdoende raad. 685 De versiering door de Bos- koopsche kweekers van de voorzijde en de vestibules van het Kon. Paleis in het Noord einde in Den Haag, is gereed. Nu de Boskoop^phe kweekers den heer Van Straalen van Nes gevraagd hebben hun hulde in goede en voorname banen te wil len leiden, heeft hij zich o.m. tot den heer Brouwer le Leiderdorp gewend, die hem alle medewerking toezegde. Een niet ge ringe prestatie werd van dezen gevraagd een elftal zeer groote kuipen op voetstuk, metende 145 c.M. elk. Deze zijn nu geplaatst in de bogen van de colonnades op het voor plein van het paleis. De heer Brouwer maakte er 12, welke twaalfde nu een plaats zal vinden op zijn tentoonstelling in een der zalen van het Koloniaal Instituut te Am sterdam. Devcrlichtingvan he l m o n u- ment op Plein 1813, in Den Haag, door schijnwerpers zal niet doorgaan. Het huis naast het in ge storte, in Den Haag, waarvan eveneens de achtergevel was weggebroken om het te doen aaiïsluifen bij den nieuwbouw, wordt op last, van Bouw eb Woningtoezicht thans afgebroken. Er doet zich in dit gebouwen complex een eigenaardig geval voor, waar van het raadsel no^'steeds niet is opgelost. Links en rechts vaifliet ingestorte huis zijn scheureö geconstateerd, zonder dat de oor- j zaak er van nog na te gaan is. De door de justitie aangewezen deskundigen hebben verschillende gegevens verzameld; zij heb ben het ruimingswerk gecontroleerd en ko men klaar met de aantekeningen omtrent de feiten. Van een en ander zijn verschil lende situatiekaarten gemaakt. Het rapport, dat door deze deskundigen samengesteld wordt, zal echter nog wel eenigen tijd uit blijven met het oog op de veelheid der ge gevens. Als veiligheidsmaatregel zijn de huizen van het belendend hofje op last van den Dienst van Bouw- en Woningtoezicht gestut, evenals het gebouw, naast het pand, dat thans afgebroken wordt Dat gebouw, grenzende aan het af te breken huis. moest ook ontruimd worden. Op den nieuwen Binnen weg op den hoek van 4&Q- Bloemkweekers- straat te Rotterdam is. Woensdagmiddag van eenige in Aanbouw zijnde panden da stelling ingestort. Er bevonden zich drie werklieden op. De 26-jarige A, V, is tus schen vallende stukken hout en steen be kneld geraakt. Met zwaar inwendige kneu zingen werd hij naar het ziekenhuis aan den Coolsingel overgebracht waar hij in den nacht is overleden. De tweo andere werklieden hadden slechts schrammen op- geloopen en konden aan het werk blijven. Gisteravond is ontdekt, dat de installatie voor de electrische ver lichting van de Willemsbrug te Rotterdam op drie plaatsen met een schaar was door geknipt. Er waren dus klaarblijkelijk kwaad willigen aan het werk geweest Voor de ver lichting op Vrijdagavond zal de installalie weer zijn hersteld. De politie houdt nu streng toezicht op de brug; zij hoopt, dat het publiek ook een oogje in het zeil zal houden. Bij - de afdeeling betra- tingen ten stadhuize in de hoofdstad is een groot-opgezet plaat in voorbereiding, om Amsterdam op ruime schaal van een ge- mischlooze straatbedekking te voorzien, waardoor die stad op dit gebied aan de spits zal komen te staan Reeds thans is een En- gelsch machine in werking, welke volgens een, nog niet in ons land toegepast systeem een straatbdekking vervaardigt. Nederlandse h-Indië op de a.s. Jaarbeurs. De afdeeling Neder- landsch-Indië op de a.s., Jaarbeurs te Utrecht zal meer in het bijzonder voor het onderwijs van beteekenis zijn. Het Kolo niaal Instituut zal er een exemplaar van de z.g. „schoolverzamelingen van Neder- landsch-Indiscke producten en grondstof fen" demonstreeren, terwijl de voornaam ste uitgeversmaatschappijen in Nederland er een uitgebreide collectie wetenschappe lijke werken, school-, leer- en leesboeken, atlassen, wandplaten, enz. zullen samen brengen, waardoor een overziciil verkregen zal worden van hetgeen in de laatste 25 jaar omtrent Nederlandsch-Indië en ten behoeve van het onderwijs aldaar uitgegeven is Wat de producten betreft op de afdeeling Ned.-Indië zal een rijke rubber-collectie een beeld geven van de moderne en ook van de reeds algemeen bekende toepassin gen van rubber in het dagelijksch leven en in de techniek. De sigarettenprijzen. De tien grootste sigarenfabrieken vier van Den Haag, drie van Amsterdam, een van Endhoven, een van Rotterdam en een van Londen hebben besloten, om a. een zoo danig contróle-sysleem in te voeren, dat de herkomst harer merken is na te gaan b. coriccaef-de ïeyejóng te onthouden aan die verkoopers, door wie ae sigaretten beneden den banderolle-prijs worden verkochtc. een zwarte lijst aan te leggen van firma's, aan wie op grond van het vorige artikel niet mag worden geleverdd. zichzelf te verplichten tot betaling eencr hooge boete, wanneer leveranties geschieden in strijd met deze bepalingen. („Centrum".) Overneming Centrale W erk- plaatsen door Gebrs. Stork? Het „Over- ijselsch Dagblad" schrijft „Bij geruchte kwam ons ter oore, dat door de directie der Nederlandsche Spoor wegen onderhandelingen gevoerd zouden worden met de firma Gebrs. Stork te Hen gelo (0.), over de overneming door deze firma van de Centrale Werkplaatsen te Zwolle, Utrecht en Tilburg. Wij hebben ons ter informatie hierom trent gewend tot een persoon, die wel als ferzake deskundig rnag worden beschouwd. Wij willen niet verzwijgen, dat hij aan vankelijk meende het gerucht onder de kom kommer-sensaties te moeten rangschikken. Na de eerste verrassing verklaarde hij ech ter bovengenoemd gerucht niet te kunnen bevestigen, doch het evenmin te durven te genspreken. Officieel is niets bekend, doch het feit, dat in betrokken kringen den laat- sten tijd telkens soortgelijke geruchten op duiken, wijzen er o.i. op, dat wel in deze richting gedacht en wellicht ook onderhan deld wordt. Dat de firma Stork niet grif zal ingaan op een aanbieding tot overneming van een volgens onzen zegsman „half failliete onderneming" is t'e begrijpen. Van den an deren kant zou een omzetting van de werk plaatsen in een particulier bedrijf ongetwij feld de mogelijkheid openen tot groote be zuiniging, daar in dat geval o.m. de arbeids- loonen in overeenstemming zullen worden gebracht met die der particuliere nijverheid en niet meer afhankelijk zullen zijn van de regeling der ambtenaarssalarissen." Te Eindhoven deden R ijks- ambtenaren gisteren een inval in de woning van den heer S. op den Geldropschenweg, en ontdekten een in werking zijnde geheime branderij. Werktuigen en grondstoffen zijn in beslag genomen. Het toestel, dat gebruikt werd vond men in den kelder, terwijl de grondstoffen op den zolder ontdekt werden. Men meldt ons van goed in gelichte zijde, dat de firma F. van Gardinge en Co., te Eindhoven, er in geslaagd is haar personeel, ruim 200 in getal, voor geruimen tijd vol werk te garandeeren. („Tel.") „W aar d'„ zei Ludwig, „breng mo 'n cognacje." Toen het gebracht werd, zei hij„Nee, geef me liever een bittertje." Hij kreeg z'n zin en dronk het met smaak. Toen ging hij heen. „Hé, Ludwig1" riep de waard, „je moet je bittertje betalen!" „Daar heb ik je dat cognacje voor terug gegeven!" zei Ludwig. „Maar het cognacje heb je óok niet be taald......i.." „Dat heb ik ommers "ook niet gedronken I" antwoordde Ludwig en trok de deur dicht. (Buiten, verantwoordelijkheid der Redactie.! Copie van al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven. Den put dempen, voordat Mijnheer de Redacteur. De vele, vele ongelukken, die dagelijks gebeuren, moeten elk mensch tot nadenken stemmen en doen zoeken naar middelen om te voorkomen. Ieder kent de wet van oor zaak en gevolg. Willen wij dus de gevolgen wcgDemeo^ dan moet de oorzaak aangegrepen worden. Dezer dagen stond in ecu Amsterdamsch Politierapport, dat de meeste ongelukken ontstaan waren door verkeerd uitwijken. In den Haag kan men bekeurd worden,- als men niet rechts van den weg rijdt. De, algemeen© verkeersbepalingen geven dit ook aan, men neemt er zoo weinig notitie van,. Dan het loopen der raeuschen 1 Op de kleine steenen mag niet gereden worden, waartegen, helaas, heel wat onge straft gezondigd wordt). Maar waar loopt men 1 Links op dc trottoirs, midden op de straat of op rijwielpad. Zien wij eens op Kaizerstraat of Heerenstraat. Waar houdt men op straat stilstaande een praatje, met of zonder kinderwagen, fiets, groenten- of melkkar 7 Natuurlijk op de hoeken d r straaten d midden op een brug. Niemand wil toch een ongeval bekomen of bezorgen en onbewust werken er velen on doordacht aan mede. Geachte lezeressen en lezers, willen wij eens beginnen, voor zoover wij het niet deden, op onszelf acht te slaan, in hoeverre wij voor het geregeld verkeer hinderlijk zijn Een eenvoudig middel voor voetgangers is: Wijkt, zoo het mogetijk is, recht a uit en laat het midden van straat en weg vrij. Uitkijken bij het oversteken van een weg on vooral geen bananen- of andere vrucht- ten schillen op straat werpen. Nog een kleine opmerking. Zoodra een verkeersagent zijn zware post verlaten heeft, ziet men velen verkeerd rijden. Rijden wij goed uit vices voor een be keuring 1 Moest niet elk weldenkend wezen medewerken aan de orde, welvaart, enz. t Haltde groote wereldellonde doet ook heden de zucht slaken: O, waren alle men- schen wijs en deden daarbij wel, enz. Mogen nu meerderen gaan denken en op letten en minder ongelukken gebeuren, dan is de verleende plaatsruimte niet vergeefs gebruikt, Mijnheer do Redacteur U gaarne mijn dank aanbiedende. Uw. dw. S. Naar aanleiding van: Uit de Raadzaü* Geachte Redactie. Als antwoord op het ingezonden stuk van dr. Overvoorde in Uw Blad van gisteravond, zou ik gaarne constateeren, daf Z.Ed.Z.Gel., zijn goede bedoelingen len spijt, toch een fout begaan heeft, door niet allen Leidschen drukkers de gelegenheid te geven mede te dingen. Eerst na het resultaat daarvan afgewacht te hebben ,had de heer O. het volste recht gehad zich lol' een drukker buiten de ge meente te wenden. Nu blijft het nog de groote vraag of het bedoelde werk hier ter stede niet even voor-, deelig had kunnen geleverd worden. Den heer O. speelde misschien door het hoofd, dat alle Leidschc drukkers bij de Fe deratie van Boekdrukkerspatroons zijn aan gesloten; maar hij vergat, dat cr ook nog ongeorganiseerde firma's zijn. Een order van f2000 was toch wel een meer uitgebreide offerte-gelegenheid waard geweest! Het gebeurt zelfs meermalen, dat vooreen ordertje honderdmaal kleiner van een of anderen zakenman alle' Leidsche drukkers de eer genieten hiervoor offerte te mogen maken. De Heeren Raadsleden, die het voorstel van prof. Eerdman3 hun steun onthielden, dienden hiermede waarlijk niet het belang hunner gemeentenaren. Met dank voor de plaatsing. Hoogachtend, Uw dw. Firma G. v. BRUSSEL. Haarlemmerstraat 222a, Leiden, 30 Aug. '23. KANTONGERECHT TE LEIDEN. Er staan voor openbare behandeling 130 zaken op de rol. Al3 waarnemend Ambtenaar van het O. M. fungeert mr. Vos. In de vroeger reeds behandelde zaak van J. W. D. L., caféhouder te Leiden, worden nog enkele getuigen gehoord, en wordt het woord nog gegeven aan mr. Frenk als ver dediger, waarna de Ambtenaar bij zijn eisch tot vrijspraak persisteert. In de zaak J. M. II. wed. Ch., caféhoud-. ster te Leiden, waarbij beklaagde wordt ten laste gelegd, dat zij, zonder daartoe gerech tigd te zijn, sterken drank verkocht heeft, wordt als getuige gehoord Renee, die den drank heeft gekocht alsook de verbalisant Van Veen, die hierin een overtreding zag, en zijn verbaal toelichtte. De eigenares der vergunning, Chr. v. 4- Klashorsl', wed. Luksenberg, verklaart, dat de zaak van haar is, en bedoelde weduwe deze voor haar als plaatsvervangster be-* heert. Zij heeft haar zelf 37 jaar gedreven, doch is nu te oud, en was er niet erg op gesteld nu nog voor T gerecht te komen. De Kantonrechter kan haar gerust stellen, dat zulks niet zoo erg is, en er zeifs voor».

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1923 | | pagina 9