De Vrouw zender hart.
Honig's
Puddingen
No. 19453.
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 7 Augustus.
Tweede Blad. Anno 1923»
NAAR IJSLAND.
UIT DE RIJNSTREEK.
UIT DE OMSTREKEN.
FEUILLETON.
INGEZONDEN.
xv.
(Nadruk verboden).
Birtingaholt, 9 Juli '23.
IJsland leert men pas liefhebben als men
op het land is. De mensclien vooral. Wij
zijn Lier gelogeerd als bij oude vrienden.
Gastheer en gastvrouw konden voor hun ïa-
milie niet hartelijker en zorgzamer zijn.
Hier is het ware bedrijf, het werk van de
aarde en de ware beschaving. Negen kin
deren heeft het echtpaar, verscheidene zijn
getrouwd, een zoon studeert in Reykjavik in
de medicijnen en helpt in de vacantie aan
het maaien. Een ander is chauffeur, weer
een dominee. Men leeft hier in een weldadi
ge atmosfeer van waarheid en waardigheid,
van hard werken en gevoel voor kunst, van
uiterlijken eenvoud en innerlijke fijnbe
snaardheid.
En de IJsïandsche paardjes, de heerlijke
poneys, men krijgt ze ook pas echt lief als
men er mee door het land rijdt. En als
men de prachtbeestjes krijgt die alleen bij
de boeren te vinden zijn en niet van Reyk
javik. Brekka en Loa, aardklcurig met een
zwarten streep op den rug, die genoemd is
naar den vogel die op de liooge heiden huist
Loa had ik als reservedier aan den teugel,
Brekka droeg me. Skulc, de zoon van August
van Birtingaholt, gaat met reisgenooten en
andere paarden voorop, ik kom met Loa en
Brekka achteraan en geniet van 't gekruif
van lichte cn donkere manen onder den snel
len ging.
Groote vriendinnen zijn het, Brekka
en Loa, ze spelen onder de hand met elkaar,
willen speelsch bijten, schuren de warrige
hoofdjes tegen elkaar en zijn het eens. Van
dit laatste zouden we aan de weet komen.
Men ziet hier over het algemeen paarden
veel met elkaar spelen, zij staan dan als
heraldische leeuwen legen elkaar op en wil
len bijten. Maar uit gekheid. Zou dit een
lieflijk overblijfsel zijn van de vroegere
paarderigevcchlen, waar de lJslanders zich
in ouden lijd mee vermaakten Zij hitsten de
paarden dan tegen elkaar op en werden zelf
zoo vurig, dat het genoegen wel met men-
scliendoodslag eindigde. Maar dat is ook al
verscheidene eeuwen uit, gelukkig.
Over bergen en door dalen, de Hekla
toont zich in haar schoonste pracht; dc
sneeuw schittert op de blauwe hellingen.
Groet ze, die u te machtig zijn, wij zullen
haar niet bestijgen. Niet dat het zulk een
moeilijke beklimming is, maar er zijn geen
plaatsen om te overnachten daar ver weg,
dat maakt het te zwaar. Is er wel iets heer
lijkers dan met de paarden in het rond te
rusten op een graslandje boven een beek,
met de sneeuwtoppen in het rond en de
heerlijke koffie van Birtingaholt warm uit
de thermosflesch? Skule is vol van poëzie,
IJsïandsche en Noorsche verzen vallen hem
in op zoo'n idyllisch plekje, hij zegt ze
mooi. Zijn oudoom was Bjarni Thororensen,
dé groote dichter, en zijn lieele familie
houdt van verzen.
Op Haukholt, een hoeve, waar twee
schaapkens lieflijk in dc kamer dartelen,
rusten we onder koffie en IJsïandsche flens
jes, opgerold als bij ons, maar schuin door
midden gesneden, zoodat de schaal vol lijkt
met punlige koekjes, dan verder; de paard
jes hebben het op sommige plekken zwaar
met de groote steenen, maar zoo gauw zijn
ze niet op den goeden weg of ze gaan van
zelf in den draf, heerlijk zacht bij een tel
ganger.
Vroeg bereiken we het nachtverblijf Gyg-
gjaholt en genieten den heerlijken avond
op het grasdak van het „schapenhuis." Het
dreunen van de Gull toss dringt tot ons
door. Twee uur rijden is het nog. Wat een
donderend geweld zal het bij den waterval
zelf zijnl
De paarden worden aan de voorpooten
gekluisterd en blijven in dc wei. Maar o
wee, den volgenden morgen! Skule gaat ze
zoeken, Brekka en Loa zijn niet te vinden.
Eerst een uur lang zoeken. Neen, ze zijn
weg. Nu gaan twee kinderen ze naar den
anderen kant zoeken. Ze zijn teruggegaan
naar huis! springend op hun verbonden
voorbeenen. Als zij niet gevonden worden,
moeten we een nieuw paard huren. We
verdrijven den tijd door klokke halfelf te
gaan middageten. Wachten eindelijk,
daar komen de jongens terug met de paar
den. Zij waren 's morgens om zes uur langs
Haukholt, waar. wij koffie gedronken had
den, gekomen, en daar had men ze opge
vangen. Zoo was het niet voor twaalf uur,
dat wij op weg gingen. Maar van hun nach
telijke springpartij was niets aan de dieren
te merken, zij droegen ons even lustig. Over
velden en steenen, groote en kleine, die on
der de hoeven naar beneden rolden; zij
slapten zoo voorzichtig, Brekka volgde haar
eigen weg, kwam ze aan een plek, die moei
lijk scheen, dan stond ze stil, dacht na en
koos bewust het beste. Wij zijn boven de
kloof waar de Hvilaa, de witte rivier, door
stroomt, die lioogerop den waterval vormt.
Daar bruist de val ons tegemoet, een val
van 20 meter eerst, over 200 meter breedte,
dan rechthoekig daarop een val van meer
dan dertig in een nauwe kloof. De regen
mantels moeten aan als wij die machtige
nader gaan beschouwen. Wat kruift dat
bulderende water schitterend wit! Wat een
overweldigende macht die daar zijn hoorn
van overvloed uitstort! Dit is de machtigste
waterval van Europa en puur in de eenzame
natuur bruist hij zijn overweldigend lied.
Geen hotel, geen restaurant, geen wegwij
zer, niets dat aan menschen herinnert, al
leen onze paarden aan den voet van den
berg daarboven. Men kerft zijn naam in een
stuk steen, en laat dat liggen. Wij vonden
er nog een van 1912. Dat is geen hinderlijke
maïïier zijn visitekaartje achter te laten.
Denzellden weg terug, daar aan den
overkant van de kloof is wat de IJslander
bosch noemt: lage berkenstruiken, die vroo-
lijk aandoen bij den harren grond waarover
de paardjes voort moeten. Even weer rusten
in Gygjaholt en daar afrekenen. Een van de
dochters daar woont een vader met drie
dochters, zij hebben drie kinderen uit de
stad den heelen zomer te logeeren loopt
met vuurrood gezicht naar Skule en zegt
dat zij in de verste verte niet weet wat zij
daarvoor moet vragen. Skule staat daar
glimlachend, als een wijze reus cn vindt
dat zes kronen de man genoeg is voor alles.
Zoo gaan we op weg. helaas, de regen komt,
oliejassen aan en zuidwesters op en het as
pect van den vroolijken troep is geheel
veranderd. Door laagland gaat de weg, van
verre links ziet men den rooden grond,
waaruit de witte wolken opstijgen van het
geysirgebied. Eigenlijk ziet men op zijn
tocht overal den rook van warme bronnen,
maar zooveel als hier niet. In IJsland loopt
een weg nooit regelrecht naar een plaats.
Ook hier hebben we dat eigenaardig stuk
grond lang aan onze linkerhand voor we
wending maken en over de brug van de
Tungufljod en door een ander riviertje na
deren. Daar ligt meer noordelijk Ilankala-
lur, ook een van de historische plaatsen;
maar het is te laat het te bezoeken, o Loa
en Brekka!, anders komen we Dinsdag niet
thuis en de auto is besteld.
„Als het met den Zondag maar niet vol
aan de Gullfoss is!" had een der reisgenoo
ten gevreesd, en wij moesten er om lachen
toen wij daar in de grootste eenzaamheid
waren. Maar hier waren menschen, wel
twaalf, en paarden graasden er in do wei
en zadels lagen op de hoogtetjes er in.
Maar vol kon men dat toch niet noemen in
zoo'n groot gebied, onbegrensd vlakteland
met bergen er achter. In den volgenden brief
verder.
G. M.
ALKEMADE. Vergadering van den raad
dezer gemeente op Donderdag 9 Augustus
des namiddags om 3 uur (zomertijd).
Onderwerpen ter behandeling: lo. 'Aan
bieding gemeenterekening, dienstjaar 1922.
2o. Voorstel van Burgemeester en Webhou
ders om de huurwaarde van de woning van
het te benoemen hoofd der O. L. school te
Nieuwe-Wctering te bepalen op f325 per
jaar. 3o. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot het toekennen van een toelage
uit de gemeentekas over de jaren 1920 en
1921 voor het geven van handwerkonderwijs
aan de onderwijzeressen bij het openbaar
en bijzonder onderwijs buiten den gewonen
schooltijd. 4o. Wijziging begrooting dienst
jaar 1923. 5o. Voorstel van Burgemeester
en Wethouders tot opheffing cursussen voor
vervolgonderwijs en het verleenen van eer-
9866
I-IILLEGOM Het orgel van de Ned.-
Herv. Kerk alhier is thans voorzien van
electrische luchtaanvoer. Een kleine elec-
trische motor pompt de blaasbalg vol, wat
anders de orgeltrapper deed. Het mooie or
gel nadert hiermee als het ware zijn vol
maaktheid.
De gemeenterekening over 1922 sluit
met een batig saldo van f 145.441.62V2,
namelijk op de gewone uitgaven de som
van f 133.258.78 en op de buitengewone
uitgaven f 12.172.84V*.
KATWIJK-AAN-ZEE. Het voorne
men bestaat om op 14 Augustus e.k. een
strandfeest te organiseeren voor de kinde
ren van badgasten.
Van de trawlvisscherij kwamen Maan
dag te IJmuiden aan de markt de loggers:
KW 47, met f307, 170, met f509; 114, met
f356; 21, met f456; 20, met f510; 38, met
f595; 144, met f432 173, met f4L4; 36,
met f569; 147, met f535; 142, met f451;
VALKENBURG. Opnieuw in ons dorp
typhusgevallen en wel in twee gezinnen.
In het eene is de toestand al heel treurig,
daar er niet minder dan vier lijdCVs zijn:
moeder, dochter cn twee groote zoons.
Bovendien hebben twee jongens de maze
len.
Zaterdagochtend hield J. B. alhier
zijn paard aan den kop, daar het bij liet
van wal steken soms wat driftig is. IIoo
het nu gebeurde, weet men niet precies,
maar B. kwam te vallen en werd door het
paard of den wagen, misschien wel door
beide, vrij ernstig gewond. De heer Hucting
arts te Katwijk, is allerijl ontboden, was
spoedig Ier plaatse en verleende medische
hulp.
Burg. Stand. Ondertrouwd:
Gijsbert Spaanderman tc Katwijk-aan-Zee
en Jannetje Zwaan, alhier.
VOORSCHOTEN, Een dezer dagen
kregen wij van de feestcommissie inzage
van de voorloopige plannen tot het houden
van een historische optocht. Deze optocht
is verdeeld in tien groepen, voorstellende
verschillende episoden uit de vaderlandsche
geschiedenis. In totaal zijn hiervoor noodig
27 dames en en 138 hoeren, benevens de
Oorspronkelijke Holl. detective-reman.
Door R. J. BRANDENBURG.
(Schrijver van ,,Het doodend Zwijgen").
(Nadruk verboden).
13)
De directeur liet de dieren, waarvan bet
tuig, met- blinkende koperen plaatjes
versierd, rinkelde, met tweeën en met vie
ren komen. Het leek wel wat op het exer-
ceeren van recruten, behalve -dat deze die
ren alles goed deden en de directeur met
ecu enkele beweging van zijn «arm of een
enkei woord aangaf wat hij wenschte, en
niet stond te- Letteren als een sergeant-
majoor. De dieren draaiden, walsten bijna,
op de maat van de muziek; de kapelmees
ter stond opmerkzaam naar beneden te
zien en regelde heb tempo naar de bewegin
gen der dieren.
Daarna kwam met luid getrompetter een
reusachtige olifant de manége binnenstap
pen. Op zijn kop, gewapend met een ijze
ren staafje, zat de geleider gehurkt in
Qostersch gewaad, het hoofd bedekt met
eoa witten tulband. Hij (de olifant) tilde
voorzichtig .met zijn slurf den kleinen kor
nak in de manége en verrichtte daarna,
waarschijnlijk nerveus door het licht, de
menschen en de muziek, die een Ooster-
schen, langzamen marsch speelde, eenïge
bezigheden, welke tot gevolg hadden, dat
ten paar kleine staljongens in geel linnen
pakken, met groote blikken gewapend,
aan het vegen gingen en een daverend ge
juich uit het publick opsteeg.
Vervolgens kwamen er nog drie kleinere
dikhuiden binnen; de kleinste was een
schattig beestje, nog heel jong en nauwe-
lijke grooter dan een kalf. De dieren voer
den vrijwel dezelfde bewegingen uit als d9
paarden en zelfs het „Hoch", het loopen
<op de achterpooten, waarmede de paar
den de manége hadden verlaten, werd
doen* den oudsten dikhuid, die de stamva
der van de familie soheen te zijn, niet on
aardig geïmiteerd.
Een tweetal clowns deden daarop de
menschen schateren door hun dwaze grap
pen. De een was vermomd aJs heer, met
oen hoogen hoed, waaronder zijn wit ge
kalkt gezicht met rooden neus allergekst
kwam uitkijken, en met een avondpelerine
om de schouders geworpen. De tweede was
een kiein mannetje met een groot wit
vraagteeken op zijn zwarten rug, dat tel
kens door het zaagsel buitelde, en ten slotte
oenige fraaie salto-roortales maakte.
Deze twee grappenmakers werden opge
volgd door den directeur, ditmaal als heer
rijder op een bruinen Arabischen hengst
gezeten, De lakeien spreidden een groot
tapijt in het midden der manége en binnen
zweefde als een vlinder een kleine ballet
danseres, met gazen rokjes, die opstonden
ah de blaadjes van een bloem, waarvan,
haar beenen den stengel vormden en uit
welker kelk haar slanke lichaampje, met
een allerliefst krullenkopje bekroond,
kwam uitkijken. Zij maakte eenige sierlijke
danspassen; het paard deed deze na. De
muziek speelde wals, two-step, one-stepi
vol ontslag aan het personeel verbonden
aan dien cursus. 6o. Wijziging van de ver
ordening op de invordering en heffing van
een plaatselijke inkomstenbelasting.
7o. Ingekomen stukken en mededeelingen.
BOSKOOP. Het 3-jarig zoontje van den
heer D. geraakte Zondagmiddag in een on
bewaakt oogenblik in de rivier de Gouwe.
Na eenigen tijd te hebben gedregd werd
het kind levenloos opgehaald.
LEIDERDORP. De brigadier-titulair bij
de rijksveldwacht E. D. Pigeullet alhier,
is bevorderd tot brigadier, met standplaats
als brigade-conftnandant te Oude-Tonge.
Burgerlijke Stand. Geboren
Maria Engelina, d. v. A. J. Brugman en
C. M. de Groot.
Getrouwd: A. de Haas errB. van Espëlo.
OUDE-WETERING. Naar we vernemen
zal ter gelegenheid van het regeeringsjubi-
leum van H. M. de Koningin bij voldoende
deelname een gondelvaart worden georga
niseerd. Men kan zich bij de comitéleden
opgeven als deelnemer.
ROELOEARENDSVEEN. Gistermoigen
geraakte het zoontje van den heer R. Te
water bij de brug van den heer P. de J.
De jongen bleef tusschen de-leuning van
de brug hangen, waardoor hij zijn been
brak en vervolgens te water viel. Door
eenige voorbijgangers werd hij spoedig op
het droge gebracht en naar huis gedragen
RECLAME.
van den maaltijd wordt be
paald door den aard van
het nagerecht. Wanneer dat
een Honig's Pudding is,
gefabriceerd met Honig's
Maïzena, gaan allen zeer
tevreden van tafel
ll
tango, foxtrott, polka... alle mogelijke en
onmogelijke dansen, en de kleine danseres
maakte de passen op het warmtintig ta
pijt, waarna het paard zo imiteerde. Het
was een genot hen samen te zien wer
ken." Soheuten van gekleurd licht goten
de schijnwerpers op vrouw en paard en op
den berijder, die telkens met kleine tikjes
van zijn karwats tegen de poorten van het
paard, het dier leiddeop hem lette nie
mand.
Ik genoot volop en vergat geheel de re
den, waarom wij eigenlijk naar het circus
waren gegaan. Ik kneep Arthur in zijn
arm en hij glimlachte mij toewas ver
heugd, omdat jk mij zoo meisjesachtig
amuseerde.
Onder luid opplaus huppelde het danse
resje weg en verbet het paard op de ach
terpoot.en bij ejen paard moet je eigen
lijk van aohterbecnen spreken, ten minste
dat zegt Arthur de manége.
Begeleid door een typische, vreemde
melodie, kwamen hierna een zestal Chi-
neozen binnen. Ongunstige, indolente gelet
gezichten met kleine, amandelvormige
ootgenzij waren giekleed in -roode broek
met wijd blauw buis. Het bleken haarkun-
stenaars te zijn, d.w.z. zij lieten zich langs
een staaldraad aan hun staart, die aan
een wieltje gehecht werd, van een plankje,
hoog aan een der twiee zware circusma-sten
bevestigd, naar beneden glijden. Vervol
gens voerden zij een allerzotston dans uit
en gilden daarbij, dat je ooren er pijn van
deden. Ik voelde mij niets op mijn gemak,
terwijl die vreemde kerels als malloten in
■het zaagsel rondsprongen.
Een, .tafeltje met glinsterende messen
137, met f 44215, met f 49516, met f 644;
67. met f388 9, met f470; 97, met f548;
87, met f411, benevens de motorbeuger KW
644, met f 515 besomming.
In ons verslag van het zang- en mu
ziekconcours is een onjuistheid geslopen.
De christelijke zangvereeniging „Excelsior"
alhier behaalde in de le afdeeling den lsten
prijs, den directeursprijs, benevens lof van
de jury
OEGSTGEEST. Omstreeks halfvijf gis
termiddag reed dc auto-omnibus Leiden
Katwijk, ter hoogte van Endegeest tegen den
berm van den weg waardoor de wagen
kantelde. Eenige inzittenden bekwamen
hierzij lichte verwondigen. Zij werden door
dr. Jansen, van Endegeest, vèrbonden,
Met vereende krachten werd de auto weer
overeind gebracht, waarbij bleek dat eeni
ge ruiten gebroken waren. De reis iverd
daarna voortgezet.
Gistermorgen wapperde ten gemeen-
tehuizc de driekleur, ter gelegenheid van
het 50-jarig jubileum van den gemeente
ambtenaar, den heer A. P. v. d. Berg.
De jubilaris en cchtgenoole werden per
aulo van huis gehaald en in de raadzaal
ontvangen door B. en W. en vele leden
van den gemeenteraad De burgemeester
sprak den jubilaris toe namens den raad,
wenschte hem geluk met dit heugelijk
feit, de hoop uitsprekende dat v. d. Berg na
het verlaten van zijn betrekking op 1 Janu
ari a.s. nog een lange welverdiende rust
zal mogen genieten. Spr. overhandigde hier
bij namens liet gemeentebestuur een grati
ficatie van f 100, een mooie bloemenmand
en een groote taart met de cijfers er op
1873—1923.
Hierna sprak de heer G. Kok, den jubi
laris toe namens de overige gemeenteamb
tenaren. Na een gloedvolle rede bood spr.
den jubilaris een praebtigen ruststoel, een
kistje sigaren en een enveloppe met inhoud
aan, er tevens den wensch bijvoegende dat
v. d. B. in een goede gezondheid en heer
lijke rust moge genieten in deze stoel.
De jubilaris dankte hierna allen, die
hadden medegewerkt dezen dag lot een on-
vergetelijken dag te maken. Na afloop werd
van allen een kiek genomen voor het raad
huis. Het verdere van den dag werd den
jubilaris gelegenheid gegeven in huiselijken
kring door te brengen.
RIJNSBURG. - Burg. Stand. - Ge-
boren: Johannes, Z. van H. de Moedt en
M. v. Duijvenbode. Adriaan, Z. van J.
Wouterloot en G. Antonisse. Hendrik, Z.
van II. v. d. Meij en J. P. Perfors. Cor
nells, Z. van F. N. Ch. Slothouber en A.
Ravensbergen. Dirk Adrianus, Z. van N.
v. d. Eijkel en B. Versteeg. Johannes
Machiel, Z. van C. M. Lutcijn cn L. B. Slag
ter.
Overleden: W. Hermans 4-4 j. echt
genoot van A. Kagcnaar. P. Hermans,.
7 weken, Z. van W. Hermans (overleden)
en A. Kagenaar.
Ondertrouwd: S. v. Egmond jm.
19 j .en E. van Egmond jd. 18 j.
werd aangedragen, een houten bord, waar
achter een ijzeren plaat, werd voor den in
gang naai' de manége gezet. Een jonge
Chineesehe vrouw kwam binnen, maakte
een buiging, waarbij zij met haar voor
hoofd den grond aanraakte. En daarboven
ging de circus-kapel maar steeds door met
het spelen van die irriteer en de, hoogc me
lodie, met haar zeurige eindjes.
De vrouw stelde zich voor het bord op,
stak een arm uit, een zwerm van messen
vloog door de lucht en... tusschen elk der
gespreide vingerg en ter weerszijden van
den arm staken zij in het hout, na een
korten tik te hebben doen hoor en.
Daarna stak de vrouw den anderen arm
uit en weer suisden de messen als glin
sterende insecten door dc lucht.
Toen zweeg de muziek; een lakei trad
naar voren en verzocht de bijzondere aan
dacht van het publiek, da<ar nu de messen
rond het hoofd en het bovenlichaam zou
den worden geworpen. De Cliineezen had
den ieder eon bundeltje messen vóór zich
in het zaagsel gelegd.
Daar vloog de eerste groep messen door
die traimte. Ik gaf een gil!
Een der messen kwam recht op ons aan
en bleef trillend steken in den houten rand
der balustrade vlak voor Arthur. Deze zat
doodstil, met een glimlach om do lippen.
,,Be quiet", zei hij tegen mij. Ik had mij
voor hem geworpen, in een instinctieve
beweging om hem te beschermen. Ik ging
zitten, bleek als een dood'e. Even was er
door het publiek een schok gevaren, er had
gegil van vrouwen geklonken. Doch de mu
ziek zette onmiddellijk een torschen marsch
In. De vrouw stapte uit de messonomlijs-
ting, waarin zij reeds gedeeltelijk gevat
noodige paarden. In de stoet zullen mede
gaan enkele praalwagens. Ontwerper van
dezen optocht is de heer G. J. A. Schxassert
Bert, die eveneens de geheele leiding op
zich heeft genomen en bij wien men zich'
voor deelname tot 15 Augustus kan aan-;
melden. Komt deze optocht tot stand dan
zal tevens het feestprogramma op luister
rijke wijze zijn aangevuld en niet nalaten
vele personen uit de naaste omgeving naar
hier te lokken.
Het bedrag, dat betaald moet worden per;
persoon tot dekking der onkoslen, is, naar
men ons mededeelde niet hoog, zoodat een
ieder hieraan mee kan doen.
RECLAME.
Het zekerste en eenvoudigste geneesmid
del tegen {galzucht, slechte spijsvertering
en verstopping vindt gij in Foster's Maag-
pillen. Zij zijn het zacht werkende laxeer
middel, waaraan iedereen nu en dan be
hoefte heeft. Zij staan de natuur bij, en
het gebruik er van wordt geen gewoonte.
Prijs per flacoD van vijftig versuikerde
pillen f 0.65in apotheken en drogist
zaken. 9869
(Buiten veranlwoordelijkheid der Redactie.)
Gopie van al of niet geplaatste stukken
wordt niet teruggegeven.
Aan het Nederlandsche Volk.
„Er was een tijd, waarin de weegschaal
der volkeren van Europa door haar vorsten
niet ter hand werd genomen, of de Holland-
sche maagd, aan hunne zijde op het rechts-
gestoelte gezeten, wierp er mede haar oor
logszwaard of haren olijftak in en deed door
deze bijwijlen den evenaar overhellen".
Die tijd is voorbij en ik zeg, al doe ik voor
Potgieter niet onder in waardeering voor des
mannen der 16e en 17e eeuw, die tijd is ge
lukkig voorbij, want geen enkel land cn
vooral geen klein land als het onze moet
zijn roem in oorlogslauweren zoeken. In die
dagen echter konden geestdrift en persoon
lijke moed nog wonderen verrichten, doch
ook.deze zijn in den tegenwoordigen tijd van
vrijwel ondergeschikte beteckenis geworden
als men nagaat wat voor oorlogsmonsters
en verdelgingsmethoden ons de laatste de
cenniën en vooral de laatste oorlog hebben
doen kennen.
In de dagen van de beide Trompen en d§
Ruyter hadden we houten schepen cn kon-,
den in tijd van nood koopvaarders fluks in
oorlogsbodems getransformeerd worden. Zoo;
konden de Zeven Provinciën vloten te voor-,
schijn brengen, welke zich niet zelden me
ten konden met die van Engeland of Frank-,
rijk. Ook die tijd is echter voorbij. Thans
kennen wij de groote slagkruisers, de dread-,
noughts der groote mogendheden, schepen,
die om de enorme kosten voor ons onbereik-i
baar zijn. Onze groote schepen zijn in ver
gelijking daarvan onbeteekenend, notedopr
pen te noemen. Toch zijn ook deze schepen
oorlogsschepen, m. a. w. schepen, die in tijd
van oorlog op zee moeten. Ontmoeten zij
daar echter de vijandelijke vloot, op de
Noordzee b.v. die van Engeland of Frank
rijk, of in de Indische wateren die van Ja-,
pan, Amerika of Australië, dan is meteen
hun lot beslist. Aanvallen of zich met suc
ces verdedigen kunnen zij niet, wijl zij daar
toe te weinig snel zijn, achterhaald als zij
zullen worden door de vijandelijke grana
ten. Onvermijdelijk zal dus hun lot zijn te
verhuizen naar den bodem der zee; daarom
mogen wij als we op de kosten letten, die
schepen niet laten bouwen en mogen wij ze
niet bouwen als we denken aan de vele
menschenlevens, die daarbij tevens verloren
gaan. Hun aanbouw in de latere jaren is al
tijd verspilling geweest en verdient deze
qualificatic in den tegenwoordigen tijd, nu
de belastingen tot zoo enorme hoogte zijn
opgevoerd, nu de uiterste bezuiniging op
onze uitgaven noodig is om aan het gevaar
van inflatie van onzen gulden te ontkomen,
dubbel en dwars.
Ons eilandenbezit in Azië is te groot dan
dat we er aan zouden kunnen denken het
te verdedigen of te neutraliseeren. Daartoe
onmachtig zijnde, heeft een vloot als de
onze slechts demonstratieve beteekenis en de
beste waarborg voor het behoud van Indië
was. De toesobouwers vingen aan te ap=
plaudissecre*.
Dan was het pauze en ér kwam iemand
roepen, dat er gelegenheid was de stal
len te bezichtigen.
Ik hoorde het ternauwernood* tranen
verduisterden mijn oogen en als door een
hevel zag ik talrijke bezoekers opstaan en
do manége vullen.
Tijdens de pauze kwam de directeur naar
ons toe en bood zijn exuses aanhet waS
eon ongelukkige worp geweest. Hij zou er
over denken het nummer Chineezen van
zijn programma tc schrappen.
Arthur verzekerde den volkomen oorrec-
ten man dat het niets was, in 't geheel
niet«. Terwijl de directeur zich nog uitput
te in beleefdheden, had ik opeen-s het ge
voel alsof iemand strak naar ons keek;
het was alsof mijn oogen werden aange
trokken tot zeker punt; dk keck op on zag
nog juist een siddering der roode gordijj
uen, waarachter dio zeker iemand had moe»
ten versoholen staan.
Dan hoorde ik Arthur den directeur vra
gen waar het circus had gestaan voordat
het naar Utrecht ging. ,,In Scheveningen",
was het antwoord. Even daarna vroeg do
directeur, opstaande, of hij het genoegen,
mocht hebben om de stallen te laten zien.
Wij sloegen zijn vriendelijk aanbod af en
na een diepe buiging te hebbén gemaakt,
ging hij heen, trok den Chineeschen dolk,
dio nog steeds als een ui troep toekan vóór;
Arthur in het hout stak, or uit en wierp
dezen fn de manége, waar eon der bedien-»
den het wapen opraapte.
(Wordt vervolgd). 3
V r k