De Vrouw zonder hart.
O. 10443=,
v LEIDSCH DAÊBCAD, Donderdag 20 Juli.
Tweede Êiad. Anno'f923.
GEMEENTEZAKEN.
'Vlug
en goed
wmjjderiUhoofd-en mpijn en ook ven
schijnselen van griep door hetgebnjik
van
Jéet echter
op ds oranje band
Q/azen bulsie 75 cenfs.
U8T DE RIJNSTREEK.
FEUILLETON
Eerfol ontslag en benoemingen.
Met betrekking tot het verzoek van raej. C.
gorsse om haar tegen 1 Augustus a.s. ont
slag te verleenen als lid der Commissie voor
i Bewaarscholen, geven B. en Wden Raad
overweging het gevraagde ontslag eervol
ie verleenen onder dankbetuiging voor de
Verdienstelijke wijze, waarop mej. Korsse
hare gemelde functie steeds waarnam.-
Verwijzende naar een schrijven van de
■jommisie voor de Bewaarscholen, bieden
Lij, ter voorziening in de vacature, de vol-»
Jgende voordracht aan: lo. mevr. R. Cosman-
ptendes da Costa, 2o. mevr. C. Iloogenboom-
'Thomas.
Beëindiging hnnroveieenkomsl.
De heer I. Snoek, aan wien voor f 240 per
Ijaar de bovenwoning van het perceel Visch-
I markt l&werd verhuurd, heelt zich, in ver-
Iband met het betrekken van een andere wo-
I ning, tot B. en W. gericht om de tusschen-
I tijdsche ontbinding van de huurovereenkomst
[te willen medewerken. D» huur werd aan-
I vankelijk aangegaan tot 30 April 1922 en
I werd verder geacht telkens voor den tijd van
I één jaar te zijn verlengd, indien zij niet drie
maanden tevoren door een der partijen werd
opgezegd. Aangezien de heer Snoek van deze
I bevoegdheid geen gebruik heeft gemaakt, is
I hij tol 1 Mei 1924 aan het contract gebon-
1 den.
I Inlusschen ontmoet het bii B. en W., nu
I de gelegenheid beslaat de woning aanstonds
I weder te verhuren, geen bezwaar, aan het
f verzoek van adressant gevolg te geven.
Van de gegadigden, die zich hebben aan-
gemeld, komt h. i. het meest in aanmerking
de wed. D. VerzijdenWillemsen. Zij is be
reid een huurprijs van f 260 per jaar te be-
J talen d. dus iets meer dan de tegen-
I woordige huurprijs en neemt genoegen
1 met de gebruikelijk voorwaarden, De woning
I zal voorts worden aarivii&rd in den toestand,
waarin zij thans verkeert.
Aan een nader van den heer S. ingeko
men verzoek om niet lot tusschentijdsche
ontbinding van de huurovereenkomst over te
gaan doch toestemming tot onderverhuring te
verleenen kan niet worden voldaan volgens
B. en W
Verhuring grend aan de Mij. tol Espl. vsn
Tramwegen.
De Noord Zuid-IIollandsche Tramweg-
Maa?sclu;;.p:j heelt tot B. en W., in verband
met den aairiog van de elcclrische tramlijn
Den Haag—Voorburg—Leiden, het verzoek
gericht om le mogen beschikken over een
kleine térrcinslrook, ter grootte van pl.m. 300
vierk. M., van het Schuttersveld, ten einde
deze strook ju le richlen lot rangeerterrein
Tej*en de ingebruikgeving van deze strook
grond beslaat bij dit College geen bezwaar,
terwijl zij zich vergewist hebben, dat ook
hel Departement van Oorlog en de Wed.
DiebenBiesiot, résp. huurders van het tcr-
tvin cn van de beweiding, geen bedenkingen
Yriden weg zullen leggen. De militaire auto-
ritóten vorderen alleen, dat dc in de on
middellijke nabijheid gelegen springsloot voor
liet Rijk kosteloos zóódanig in zuidelijke
richting wordt verlegd, dal een onbelemmerd
gebruik daarvan kan plaats vinden, en da',
in verband met de geringere oppervlakte van
het in huur verblijvende terrein, de door het
Rijk verschuldigde huur met f 6 per jaar
wordt verminderd. Ook de huurster van de
beweiding verlangt een evenredige vermin
dering van den huurprijs, terwijl te haren
behoeve zoo noodig tevens een afscheiding
zal moeien worden geplaatst.
De ingebruikgeving aan de N.-Z.HIolland-
sche Tramweg-Maatschappij kan geschieden
in den vorm van een verhuring lot wederop
zegging. Zij is bereid een jaarlijkschen huur
prijs van 10 cent per vierk. M. te betalen,
en neemt vóórts voor hare rekening de
kosten, voortvloeiende uit de door het Rijk
en de huurster van de beweiding reeds ge
stelde en later eventueel nog te slellen
eischen met betrekking tot het uit de huur
nemen van de bedoelde strook.
De Mij. verzocht tevens toestemming tot
deiiijiïil'g van de gedeelten sloot, daarbijgele-
gen, waartegen bij B. en W geen bezwaar
beslaat.
B. en W. geven nu den Raad in overwe
ging aan beide verzoeken van adressante le
voldoen.
Wijziging verordening Lichtbeelden-
vertooning.
Het is aan de Commissie voor de Veror
deningen gebleken, dat de redactie van het
eerste lid van arlikel 1 der verordening, be-
treffend§ het toelaten van kinderen tot licht-
beeldenvertooningen, niet bevorderlijk is aan
een doeltreffende toepassing dier bepaling
en dat daardoor in sommige gevallen een
strafrechtelijke vervolging achterwege moet
blijven, niettegenstaande in strijd met de
duidelijke bedoeling van dit voorschrift ge
handeld is. Het aangehaalde artikel, voor
zoover hier van belang, luidt: „het is aan
ondernemers verboden tot de van hunnent
wege gegeven Lichtbeeldenvertooningen kin
deren toe te laten". Het is nu voorgekomen,
dat, ter zake van overtreding van deze be
paling proces-verbaal werd opgemaakt, het
geen geschiedde tegen den bioscoop-chef van
een bioscooptheater te dezer stede. Echter
bleek strafrechtelijke vervolging van dezen
niet mogelijk, aangezien hij niet was de „on
dernemer" en de vertooning niet van zijnent
wege gegeven werd. Waar volgens de mee
ning van den Ambtenaar van het Openbaar
Ministerie bij het Kantongerecht, alhier, ook
de ondernemer, die ten tijde van het plegen
der overtreding niet in het theater aanwezig
was, niet strafrechtelijk aansprakelijk was
te achten, bleef de overtreding ongestraft. De
moeilijkheid om de verordening toe te pas
sen wordt voorts nog vergroot, wanneer, zoo
als in deze gemeente het geval is, een of
meer bioscoop-theaters geëxploiteerd worden
door eene naamlooze vennootschap, in wier
dienst dan degene, die men geneigd zou zijn
als den ondernemer aan te merken, als direc
teur werkzaam is.
Ten einde de hierboven kortelijk aangege
ven bezwaren uit den weg te ruimen, is het
gewenscht, dat in de verordening niet langer
wordt gesproken van de ondernemers en de
van hunnentwege gegeven voorstellingen,
doch dat zonder meer verboden wordt kinde
ren lot openbare liichtbeeldenvertooningen
toe te laten. In elk afzonderlijk geval zal dan
moeten worden vastgesteld, wie, als belast
met de toelating van het publiek, voor de
naleving van de verordening en dus ook
voor eventueele overtredingen, aansprake
lijk is te achten.
De Commissie geeft op grond van het bo
venstaande in overweging over le gaan lot
wijziging der verordening in den aangege
ven zin.
Wijziging der verordening op vergunning3-
en verloislocaliteiten.
Het is bekend, dat sinds ecnigen lijd o.a.
muziek en zang draadloos, door middel van
radiotoestellen van de eene naar de andere
plaals kunnen worden overgebracht. Dit ge
schiedt onder meer ook in voor het publielr
toegankelijke localileiten, als bedoeld in ar
likel 1 van de verordening op 'vergunnings-
en verlofslocalileiten en logementen. Nu be
paalt art. 2 dezer verordening, dat het den
houder van zulk een inrichting verboden is
om, zonder verkregen onthefing, in die in
richting, op een daarbij behoorende sloep
oi een daarbij belioorend terras, of in eenige
daarbij behoorende andere open ruimte, mu
ziek le maken of toe te laten, dat aldaar mu
ziek gemaakt wordt. Volgens de bedoeling
van deze bepaling is daar dus ook het geven
van radioconcerten zonder vergunning van
den Burgemeester- verboden Volgens de
woorden van het arlikel echter niet. Immers
in gevallen, als hier bedoeld, maakt de hou
der in zijn inrichting of de daarbij behoo
rende ruimte geen muziek, noch laat hij toe,
dat aldaar muziek gemaakt wordt, want de
l muziek wordt elders, ver buiten de inrich-
ling, gemaakt en slechts in de localiteit ten
gchoore gcbrachl. Het komt de Commissie
i van de Strafverordeningen daarom wensche-
lijk voor, in genoemd artikel niet te spreken
van het „maken", doch van het „ten gc-
hoore brengen" van muziek.
Een soortgelijke wijziging behoort ook de
verordening op openbare vermakelijkheden
cn bijeenkomsten te ondergaan. Deze bepaalt
in artikel 1 o.m., dat het zonder vergunning
van den Burgemeester verboden is tooneel-
voorstellingen of andere vertooningen, mu
ziek- of zanguitvoeringen, danspartijen of
eenige andere vermakelijkheid tot welke de
toegang voor het publiek om niet of tegen
betaling open staat, aan te kondigen, te geven
of te doen plaals hebben. Daaraan ware nu
toe le voegen, dat onder het geven of doen
plaats hebben van muziek- of zanguitvoerin
gen, als bovenbedoeld, het ten gehoore bren
gen of doen brengen van muziek of zang
dooi' middel van z.g. radiotoestellen wordt
begrepen.
De genoemde Commissie gééft milsdien in
overweging over te gaan tot vaststelling van
verordeningen waarin een en ander wordt
vastgelegd.
Onbewoonbaarverklaring van woningen.
In verband met de op 1 Aug. a!s. in wer
king tredende wet van 2 Juni 1923 tot wij
ziging van de Huurcommissiewet en de
Huuropzegingswet, heelt de Minister van Ar
beid, Handel en JJrjverheid, de medewerking
van de Gemeentebesturen ingeroepen, ten
einde door onbe\^oonbaarverklaring van de
daarvoor in aanmerking komende woningen,
le voorkomen, dat eigenaren* van volstrekt
slechte woningen-profiteeren van huurvcr-
hooging, mede door genoemde wet mogelijk
gemaakt.
Een en ander gaf B. en W. aanleiding den
Directeur van het Bouw- en Woningtoezicht
op te dragen ten spoedigste een nauwkeurig
onderzoek in te stellen naar den toestand
van de door de Gezondheidscommissie in de
bijlage van haar schrijven d.d. 11 Februari
1922 betreffende woningtoestanden als zeer
slecht en als slecht gekwalificeerde wonin
gen, voorzoover deze woningen niet inmid
dels reeds onbewoonbaar verklaard waren of
door het aanbrengen van verbeteringen we
der in bewoonbaren staat gebracht waren.
In het rapport der Gezondheidscommissie
werden 119 woningen als zeer slecht en 317
als slecht aangeduid. Van deze 436 wonin
gen werden inmiddels reeds 112 woningen
onbewoonbaar verklaard, terwijl 5 wonin
gen door het aanbrengen van verbeteringen
weder ter bewoning geschikt werden ge
maakt. Het onderzoek moest zich dus nog
uitstrekken over 319 woningen.
Ingevolge opdracht werden van deze 319
woningen alleereerst de door de Gezond
heidscommissie als zeer slecht aangeduide
woningen aan een speciaal onderzoek onder
worpen. Uit dat onderzoek bleek, dat al deze
28 nog niet onbewoonbaar verklaarde zeer
slechte woningen wegens de na te noemen
gebreken niet ter bewoning geschikt zijn en
ook niet door het aanbrengen van verbete
ringen in een behoorlijk bewoonbaren staat
kunnen worden gebracht. Zij behooren der
halve onbewoonbaar te worden verklaard.
De termijn tot ontruiming dient echter met
het oog op den nog heerschendcn woning
nood zoo ruim mogelijk, d.i. op zes maan
den te worden gesteld ,en zal na verloop van
dien termijn ongetwijfeld moeten worden ver
lengd.
Met betrekking tot de 291 als slecht gekwa
lificeerde woningen is het onderzoek nog
niet algeloopen. Met hel resultaat ook van
dal onderzoek hopen B. en W. den Raad ech
ter binnen kort in kennis te slellen.
Voorloopig geven B. en W. den Raad mits
dien slechts in overweging:
I. tot onbewoonbaarverklaring van de na
volgende woningen over te ga'an
a. de woningen Bóuv/enlöuwensteeg Nis.
48 en 50; Paradijssteeg Nis. 10, 15, 17 en 60
cn Koenesteeg No. 28, wegens vocht en ver
vallen toestand;
b. de woning Paradijssteeg No. 1, wegens
vocht en vervallen toestand, alsmede onvol
doende gelegenheid tot toetreding en door-
slrooming van lucht;
c. de woningen Schagensleeg Nis. 18 en
20, wegens geringe oppervlakte, onvoldoende
gelegenheid tot toetreding van daglicht en
lot doorslrooming van lucht, alsmede vocht
en vervallen locstand.
d. de woningen Olieslagerspoort (Glara-
steeg) Nis. 1, 2, 3 cn 4, wegens onvoldoende
gelegenheid tol toetreding van daglicht en
onvoldoende gelegenheid tot toetreding en
doorslrooming van lucht;
e. de woningen Ooslcrpoorl (Oranjegracht)
Nis. 1, 2, 3, 4, 5 en 6, wegens onvoldoende
gelegenheid lot toetreding van daglicht en
tot doorstrooming van lucht, vocht en verval
len toestand;
f. de woningen Rozenpoort (üilerstegracht)
Nis. 2, 4-, 6 en 7, wegens onvoldoende gele
genheid tol doorslrooming van lucht, vocht
en vervallen toestand.
g. de woningen Karelshof (v. d. Werffslr.)
Nis. 1, 2, 3 en 4, wegens vocht en onvoldoen
de gelegenheid tot toetreding van daglicht en
doorslrooming van lucht.
II. te gelasten, dat genoemde woningen
moeten zijn ontruimd binnen zes maanden
te rekenen van den dag waarop de tijd tot
voorziening is verstreken of het besluit tot
onbewoonbaarverklaring is gehandhaafd.
Overname van grond.
In verband met een voorgenomen ver
bouwing van het zuidelijke gedeelte aan den
Haarlemmerweg alhier, kadastraal bekend
Sectie K No. 2699, verzoekt de firma J. C.
van der Loo, dat de reeds gedempte sloot ge
legen tusschen dit perceel en den Haarlem
merweg, voor zoover zij aan adressant toe
behoort, in eigendom aan de gemeente worde
overgedragen, waardoor aan het bepaalde bij
art. 1 der bouwverordening ten opzichte van
dezen bouw zal zijn voldaan.
Tegen inwilliging van dit verzoek bestaat
noch bij B. en W. noch bij de Commissie
van Fabricage bezwaar.
RECLAME.
9473
ALPHEN. Dinsdagmiddag geraakte
de hooiberg van den landbouwer P. K. aan
de Ziende onder Aarlanderveen in brand.
De woning kon gespaard blijven. Oorzaak
is het met vuur spelen door kinderen.
De heer J. H. Besselaar Jr., te Rotter
dam gaf op uitnocdiging van het Orgel-
fcmds-Oomité der Ned.-Hei'v, Gemeente al
hier in de nieuwe kerk een orgelbespeling.
Alhoewel de opkomst niet zoo bijzonder
groet was (het.gecp. wel zijn oorzaak zal
gevonden hebben in het slochto weer) mag
deze avond uitstekend geslaagd heet-en.
Met Fuga in G. klein van J. S. Bach,
werd ingezet. Dezo compositie was beknopt
doch niettemin behoort zij zeer zeker tot
het schoonste wat Bach heeft geschreven.
Uit ChoralvorspieleAllo Menschen
müssen st-erben, Val et will ioh dir geben,
ia zachte tonen gehouden, sprak eenvoud,
ernst en waarheid
Sonate No. 6 in D klein over „Het gebed
des Heeren" door F. Mendelssohn Bar-
tboldi. De registratie van het eerste ge
deelte was donker en e enigszins strijkend.
Het verdere gedeelte was mooi van struc
tuur en voornaam van karakter terwijl
het laatste melodieus en rustig was.
Bénédiction Nuptiale en Osalutaris van
C. Saint Saëns Priëre van A. Guilmant,
een drietal werken van twee dor grootste
Fransclie organisten zijn ware stemmings-
s tukjes.
Orgelconcert No. 1 in G klein van G. F.
Handel was oen grootsoh werk met ecu
eenigszins rustige opzet. Het middenge
deelte was kort doch zeer schoon; het laat
ste mot enkele registers ingezet ontpk>oi-
de zich meer en meer en weid steeds krach'
tiger van toon.
Vision Op. 156 hoft- 1 No. 5 en Abend-
friede Op 150 heft 2 No. 10 van J. Rhein-
berger waren twee stukjes van rustig ka
rakter. Het slotnummer: "Wilhelmus (oudjs
zetting met eeii kleine introductie) werd
door do aanwezigen staande aangehoord
waarna allen aangenaam aangedaan het
kerkg-ebouw verlieten.
LEIDERDORP.
Gemeenteraad.
De vergadering wordt met gebed ge
opend, waarna de notulen der voorgaande
vergadering worden gclezejn en goedge
keurd.
Wordt t-er tafel gebraoht en gelezen:
1. Een missive van God. Staten, ten gö-
leide van de goedgekeurde wijziging der
begrooting 1922.
2. Idem houdende mededeeling dat dd
uitkeering aan de gemeente, bedoeld in de
wet van 24 Mei 1897 door Ged. St. vooc
dit dienstjaar is vastgesteld op f 6102.90,
overeenkomstig hot uitgetrokken bedrag
op de begrooting. Deze stukken worden
voor kennisgeving aangenomen.
3. Een verzoek van de regelings-commis-»
sie voor de kringwedstrijden voot de bur
gerwachten in de federatie Rijnland-Oost,
om subsidie voor de te houden wedstrij
den. B. en W. stellen voor daarvoor f 25
te geven waartoe wordt besloten.
4. Idem van het Bestuur der Chr. Oran-
jevereeniging alhier, om subsidie voor het
schoolkinderfeest. B. en W. stellen voor een
subsidie te geven van f 0.40 per kind, en
het bedrag, overeenkomstig het verzoek,
voor ditmaal te storten in de kas van het
algemeen feest-ooraitó, met bepaling, dat
een gedeelte der gelden beschikbaar moeten
blijven voor do Amsterdamsche reis, met
do kinderen der hoogste klassen.
Hiertoe wordt besloten.
Aan de orde is nu de voorloopig© vast
stelling van de rekening over 1922, welke
door B. en W. wordt aangeboden. Tot het
onderzoek wordt onmiddellijk overgegaan.
Na het onderzoek wordt, zonder discus
sie met algemeene stemmen besloten do re
kening voorloopig vast te stellen als
volgtde gewone ontvangsten op plm.
f 76043.45V&, de uitgavan op f 62785.0S| en
het batig saldo derhalve op f 13258,39<io
buitengewone ontvangsten en uitgaven op
f 16366hebbende do wethouders zich inge
volge óe wet van stemming onthouden, ter
wijl bovendien nog vastgesteld wordt oen
staat van oninbare posten, behoorende bij
dc rékening over het jaar 1922.
In behandeling komt nu oen voorstel vari
B. en W. tot wijziging van de algemeen©
politic-verordening, strekkende om na art.
45 op te nemen een nieuw art. 45fads lui
dende:
Het is verboden
a1 Zich, zonder noodzaak, op to stellen
of te blijven staan op hoeken van straten
en in het algemeen zich op te stellen of te
blijven staan voor deuren of ramon van ge
bouwen
b. Zich, zonder noodzaak, to bevjnden op
do stoepen of in de portieken van langs de
straat staaude gebouwen
c. Zich, zonder noodzaak, te bevinden op
of binnen den afstand van zes meter van
bruggen.
Dienovereenkomstig het voorstel van B.
en W. besloten.
Bij de rondvraag vraagt de heer A. van.
Leeuwen naar de verbetering van een go^
declte paardenpad, waartoe is het begio
van het jaar werd besloten, en waarmedo
nog niet is begonnen.
De voorzitter zegt dat B. en W. hebben
gemeend hiertoe voorhands nog niet te
moeten overgaan, daar de inkomsten der
gemeente dit jaar belangrijk beneden de
raming zullen zijn, zoodat de daarvoor De-
echikbnar gestelde gelden dan eventueel
kunnen dieneu tot dekking ram het moge
lijk nadeelig saldo.
De heer Boot zegt, dat uitstel in het
voordeel der gemeento is, daar de prijzca
der steenep nog steeds dalende zijn.
Op een desbetreffende vraag van den
heer De Graaf zegt de voorzitter dat de
Doeslaan ten genoego van B. en W. is op
geleverd.
Niets meer aan de orde zijnde wordt do
vergadering gesloten.
Oorspronkelijke HolL detective-ioman.
Door R J. BRANDENBURG.
(Schrijver van „Het doodend Zwijgen").
(Nadruk verboden).
Ik zag, dat Arthur deze vreemde houding
ook opviel, en dat hij, zonder dat het op
viel, een enkelen keer den jeugdigen advo-
kaat scherp observeerde. Wanneer Arthur
dat doet, glinsteren zijn oogen en zijn kin
drukt hij tegen zijn boord, zoodat zij vier
kant en massief op zijn borst schijnt te
rustenz'n mond knijpt hij samen en zijn
geheele gelaat vertoont een bijzonder ener
gieke uitdrukking.
Daar kwam oom de kamer binnen en
Wenschte ons allen een goeden morgen. Het
ontbijt kenmerkte zich overigens door niets
bijzonders en de gesprekken waren onge
dwongen en gewoon.
Na het ontbijt zagen wij, dat mr. Van.
den Drent oom aanklampte en beiden ver
lieten de huiskamer.
.Even later, wij stonden juist op het punt
naar huis te gaan, kwam een bediende Ar
thur en mij vragen even boven te komen.
Wij volgden den man; de jongelui, die
rondom tante stonden, keken ons verbaasd
tan.
'»Wij gaan een plan voor morgen maken 1"
neP Arthur tante in het voorbijgaan toe.
Wij gingen de trap op en de lakei liet
bns in de bibliotheek, waarvan de vier wan
den werden ingenomen door hooge boeken
kasten, achter de glazen deuren waarvan
wij de bandjes netje3 gerijd zagen staan.
Mr. Van den Drent lag doodsbleek in een
leeren clubfauteuil; oom liep met groote
stappen, de handen in de zakken en met
zijn sleutels rammelend, de kamer op en
neer. Op tafel lag een vierkant stukje papier
Toen oom ons zag, staakte hij zijn wan
deling en zeide tot Arthur, terwijl hij mij
met zijn hand naar een stoel wuifde: ,,Ik
heb jullie verzocht hier te komen, omdat
ik weet, dat Arthur en jij ook, Ann, je zoo
bijzonder interesseert voor geheimzinnige
zaken, en Arthurs scherpzinnigheid al zoo
menigmaal, ook in den oorlog, naar ik ver
nomen heb, de meest verwarde vraagstuk
ken heeft opgelost."
Arthur boog, alsof hij een beroeps-detec
tive was, wat gelukkig niet het geval is.
Ik zou zeker 's nachts geen oog dicht doen,
als hij officieel als speurder bij do misda
digers- bekend stond.
„Hier heb je het raadsel", zei oom en
overhandigde Arthur het stukje papier, dat
op de tafel lag.
Het was een klein vierkant stukje gewoon
wit papier» ongelinieerd. Opstaande en over
Arthur's schouder heenkijkend, zag ik, dat
er met zwart potlood, in drukletters, heel
flauw, op was geschreven: „Wacht uu voor
Vrijolag e v." Deze woorden waren onder-
teekead met een grijnzend doodshoofd, even
eenB heel flauw geschetst.
Arthur draaide het papier om en om,
bekeek het van alle kanten en legde het
weer neer, zeggende: „Geen bijzondere ken-
teekenen." En zich tot het slachtoffer wen
dende, dat zich met een zijden zakdoekje
koelte zat toe te waaien, zei hij: „Dat
briefje heeft u zeker vanmorgen ontvangen
ik bemerkte, dat de post u een onaange
naam bericht had gebracht."
Mr. Van den Drent was ongeveer zijn
antipode. Zelden heb ik een gekker kerel
tje gezien; hij was klein en buitengewoon
mager en zoo zenuwachtig als een poes.
Voortdurend waren zijn vingers in bewe
ging nu eeno trommelden zij op zijn knie,
dan weer kneep hij de stof vaJi zijn broek
samen. Zijn kleine oogen schuilden weg
achter blikkerende so-ea-sy glazen.
Nadat wij allen hadden plaats genomen
in de rieten armstoelen, vroeg tante ons
wat wij wilden drinken. Ik koos thee, even
als zij zelve, en Arthur nam een cocktail,
als de andere heeren.
Het gesprek liep spoedig over allerlei
zakende heeren hadden het over automo
biel-motoren, renpaarden, den militairen
dienst, over tooneelj de genoegens van do
Residentieterwijl £ante met mij over En
geland sprak:, waar zij een tiental jaren
een.i geweest was. Londen was haar niet
erg bevallen; het verwonderde mij niets:
deze* kalme oude dame kon ongetwijfeld
beter aarden op een rustige buitenplaat»
dan in een millioenenstad.
Arthur nam nu eens deel aan ons ge
sprek, dan weer aan dat der heeren. Ten
«lotte bracht de luitenant het gesprek op
h?t toilet, waar hij verstand van bleek te
bezitten, en verkondigde daarna nonsens
over muziek. Hij hoorde het liefst het sig
naal attaqueeren, zei hij. Waarop Oharles
in een eohaterlach uitbarstte, ofschoon de
geestigheid voor mij volmaakt verloren
„Wat blijft vader toch lang weg", zeide
plotseling Oharles, op zijn horloge ziende.
„Gaan jullie vanavond nog uit?" vroeg
zijn moeder.
„Ja zeker", antwoordde hij, en zich tot
Arthur wendend„Je zult wel merken,
dat we hier een vrijgevochten bende vor
men. Nietwaar, jongens, wij doen net waar
wij lust in hebben."
Zijn moeder keek hem droevig aan en
zeide afgemeten „Natuurlijk kunnerr onze
gasten het zich zoo aangenaam mogelijk
maken."
Ik vond do stemming der jongelui en den
toon, dien zij aansloegen, in 't geheel niet
iü overeenstemming met bet feit, dat het
hoofd van het gezin dezen dag den broeder
van zijn vrouw de laatste eer bewees, en ik
zag aan Arthur, dat hij er net zoo over
dacht als ik. Wat zijn jonge menschen toch
vaak bitter wreed! Ik zag hoe tante de
lippen op elkaar klemdezij was wél een
vrouw om eerbied voor te hebben; maar
ook een vrouw om heel veel van te hou
den.
Daar kondigde hoorngetoeter de komst
aan van oom Van der Heul© en even later
trad hij door de openstaande tuindeuren
naar buiten. Hij was een man van middel
baren leeftijd, forsch van gestalte, meb
een hoofd, zoo kaal als een biljartbal, J>or-
stelige wenkbrauwen en trouwe, maar toch
intelligente oogen. Hij had een heel inne
mende stem en begroette mij allerharte
lijkst, zeggende dat hij heel verheugd was
eens met zijn jongste nichtje kennis te
maken, waarbij zijn oogen „met welgeval
len op mij irustten."
Het gesprek der jongeren werd bij zijn
komst minder luidruchtighet was of de
oude man hen imponeerde. Oom nam even
eens een cocktail, ging naast tante zitten,
legde zijn hand, waaraan alleen de trouw
ring schitterde, op de hare en samen spra
ken zij zaciit over de begrafenis Zij wilden
den jongeren niet lastig vallen met hun
verdriet, en bovendien was dat iets tus
schen hen beiden, hetwelk zij alleen begre
pen.
Arthur deed enkele belangstellende vra
gen, zonder zich echter op het terrein van
de misdaad te begeven, en ik luisterde op
merkzaam toe. De anderen hadden het over
eporl.
Even daarna kondigde een lakei in blau
we livrei met zilveren knoopen aan, dat
het diner gereed stond. Oom bood mij hof
felijk zijn arm aan, terwijl Arthur tante
aan tafel geleidde. Naar binnen gaande,
hoorde ik De Weerde zeggen: „Zouden wij
vanavond toch maar niet liever thuis blij
ven?" waarop Charles, zijn cocktail in één
teug opdrinkende, scheen te antwoorden:
„Ben je gek, kerel?"
Aan tafel vroeg oom mij een en ander
over onze zeereis en ik veftelde hem hoe
ongalant het wilde water mij behandeld
had Hij moest er hartelijk om lachen en
informeerde vervolgens belangstellend
naar onzen tocht door Zeeland en hoe ik
Holland nu wel vond. Deze vraag werd mij
later nog vaak van verschillende zijden ge
steld en ik begreep daaruit, dat de Hol
landers op hun vaderland fcrotsoh zijn; zi|
hebben er ook reden toe.
Na tafel dronken wij koffie in den tuin.
en rookten de heeren Eun after-dinners.
De jongelui verontschuldigden zich en gin»
gen heen. Wij vernamen het ronken de*
motoren. (Wordt vervolgd)